De aartsbisschop van Utrecht
zegent retraite- en vakantie
huis in.
IN DE HOEK.
BRANDWEER TELEF. 3 3 3 3
37e JAARGANG n». 14.
VRIJDAG 20 FEBRUARI 1959.
Abonn. p. kwart, 2.10 - per post 2,25
Verschijnt iedere dinsdag en vrijdag.
UITGAVE: DRUKKERIJ SMIT SOESTDIJK BUREAU VOOR REDACTIE EN ADMINISTRATIE: VAN WEEDESTRAAT 35, SOESTDIJK TELEFOON 2566 POSTGIRO 126156
Op de Heideweg stond het rusthuis
„Buitenzorg", dat al twintig jaar
eigendom is van de Congregatie van de
zusters van Onze Lieve Vrouw te
Amersfoort.
Vaak is getracht de villa vrij te krij
gen en een andere bestemming te ge
ven. Het vorig jaar is dat gelukt en
„Buitenzorg" werd een retraite-vacan-
tieverblijf voor de zusters van de
Amersfoortse Congregatie. De naam
werd gewijzigd in „Regina Pacis".
Onder architectuur van de heren C. A.
van Geel en M. A. van Riel is door het
Amersfoortse aannemersbedrijf Huur-
deman een retraitehuis met een ka
pel tot stand gebracht, waarop de Con
gregatie bijzonder trots kan zijn.
De villa is van binnen en van buiten
onder handen genomen en een gang
verbindt het gebouw met de nieuwe
kapel.
De sobere buitenzijde doet niet ver
moeden, dat het interieur van de ka
pel bijzonder fraai is. Prachtige kruis
wegstaties, afkomstig uit een Gronings
klooster en glas-in-lood-ramen, ver
vaardigd door de Bredase kunstschil
der-glazenier De Mpree, vormen voor
een groot deel de schoonheid van deze
kapel, die plaats biedt aan 50 zusters.
De aartsbisschop van Utrecht heeft de
kapel en het retraitehuis tijdens een
intieme plechtigheid ingewijd.
Bij de aankomst van mgr Alfrink, die
vergezeld was van zijn secretaris, dr
Braams, zong een klein zusterkoor
„Ecce Pontifex".
De aartbisschop werd verwelkomd door
zuster Theophila, algemeen overste van
de Congregatie van de zusters van
Onze Lieve Vrouw te Amersfoort en
door zuster Luciana, overste van het
retraite- en vakantiehuis.
Voor de inzegeningsceremonie zong het
koor Veni Creator Spiritus en nadat
de aartsbisschop het tehuis en de ka
pel gewijd had werd een plechtig lof
opgedragen.
In de gezellige rekreatie-zaal van het
tehuis bevonden zich na de plechtig
heid pastoor Lommerse van Soest-Zuid,
deken G. C. Smit uit Amersfoort, rec
tor Hoegen uit Amersfoort en de Soes-
ter kapelaans Vrehe en Hermans onder
de aanwezigen.
Zuster Theophila sprak hier haar
vreugde uit over de aanwezigheid van
de aartsbisschop, die het gebouw en
de kapel had willen inzegenen, waar
op zo lang gewacht was. Twintig jaar
zijn nodig geweest om te komen tot de
in-gebruik-neming van het huis en nu
het zover is zijn de zusters trots en
dankbaar omdat het een bijzonder
fraai tehuis geworden is met een
prachtige kapel.
De aartsbisschop verklaarde met veel
genoegen gekomen te zijn. Ook al om
dat de zusters van Amersfoort een
streepje voor hebben op de Maliebaan
te Utrecht, waar mgr Alfrink zetelt.
De Congregatie van de zusters te
Amersfoort is nauw met het aartsbis
dom verbonden. Mgr Alfrink wees op
de veranderde omstandigheden waarin
kloosterzusters leven.
Vroeger kenden zij de rust van het
klooster, maar het werk in de wereld
vroeg steeds meer de aandacht. Een re
traite- en vakantiehuis is dan ook
van bijzonder groot belang. Daar kun
nen de zusters geestelijk en lichamelijk
nieuwe krachten opdoen voor het
werk in de wereld. De aartsbis
schop besloot met de wens, dat Gods
zegen zal rusten op het tehuis, want
eerst dan zal het voor de zusters een
zegen zijn.
De architecten Van Riel en Van Geel en
de aannemer Huurdeman dankten voor
de medewerking, die zij hadden mogen
ondervinden bij de verbouwing van het
huis en de bouw van de kapel.
Binnenkort zullen zij naar Afrika gaan
om, in opdracht van de Amersfoortse
congregatie, een klooster, een kerk, een
tehuis voor meisjes, twee internaten,
een huishoudschool en een lagere
school te bouwen. De heren Van Geel
en Van Riel hebben de plannen ont
worpen en de tekeningen gemaakt en
het werk zal door lekebroeders onder
leiding van de heer H. Huurdeman jr
uitgevoerd worden.
Het slotwoord werd op deze bijeen
komst gesproken door de rector van
„Regina Pacis", pastoor Lommerse van
Soest-Zuid en het werd een geestig
slotwoord.
Pastoor Lommerse verklapte, dat hij
eigenlijk een beetje blij geweest is,
dat het niet erg vlotten wilde met de
overdracht van het huis, omdat hij
daardoor misschien eerder een kleuter
school voor Soest-Zuid zou krijgen.
Mede door de aktiviteit van de zusters
is deze kleuterschool er inmiddels ge
komen, zodat er nu geen hinderpalen
meer waren om met grote vréugde
de tot-stand-koming van het retraite
huis en de kapel te begroeten.
Soest is erop vooruitgegaan en niet
het minst omdat er nu heel weinig
kans bestaat, dat onze gemeente een
Sodom of Gomorrha wordt, want dank
zij de zusters zullen er steeds voldoen
de rechtvaardigen aanwezig zijn om
Soest het harde lot te besparen dat
deze plaatsen trof.
De aanwezigen bleven nog enige tijd
gezellig bijeen en de aartsbisschop had
kennelijk plezier in de gezellige con
versatie en de prettige sfeer.
45 JAAR NEDERLANDS
CHRISTELIJKE BOUWBEDRIJFS-
BOND SOEST.
Op 25 februari 1914 werd de ,afd. Soest
van de Nederlandse Christelijke Be-
drijfsbond opgericht door de heren C.
Klein, W. van Meerten, T. Rootselaar,
D. Hoolwerf en L. van Wilsum, die
inmiddels overleden zijn.
Bijna 45 jaar hield deze naam stand,
maar enkele jaren geleden werd hij
gewijzigd in „Nederlandse Christelijke
Bond van Werknemers in de Hout
en Bouwnijverheid", omdat houtbe
werkers zich hansloten bij de leden
die grotendeels in de bouw werkzaam
zijn.
Het viel 45 jaar geleden niet mee voor
iemand die ongeorganiseerd was. maar
organiseren was ook niet alles, want
menigeen keek met een scheel oog
naar de jonge afdeling, die men van
revolutionaire gevoelens verdacht.
In de tijd, waarin het socialisme nog
geen gemeen-goed was, betekende het
geen compliment voor de leden van
de nieuwe afdeling als zij voor socia
listen gehouden werden.
In 1916 was er een staking, waarin
samengewerkt werd door de christe
lijke, de katholieke en de algemene
bond en de strijd om enkele centen
werd gewonnen.
De afdeling begon met 15 leden en op
19 december 1919 werd de heer A. van
Hornsveld lid. Dat was op zichzelf niet
zoveel bijzonders, maar hij kwam spoe
dig in het bestuur en nam in 1929 het
penningmeesterschap over van de heer
Klein jr. Dertig jaar is de heer Van
Hornsveld nu al penningmeester van
de afdeling en dit is geen sinecure, want
hij moet zorgdragen voor de uitbeta
lingen door het sociaal fonds bij ziekte
en werkloosheid. En dat zijn tegen
woordig hele bedragen vergeleken bij
veertig jaren geleden.
Een uurloon van 1,60 in 1959 is, on
danks de dure tijd, heel wat meer dan
de 12 cent per uur, waarmee de heer
Van Hornsveld in het bouwbedrijf be
gon.
Er moest gewerkt worden van 6 uur
's morgens tot 7 uur 's avonds, ook op
zaterdag. Dit werd later tot 4 uur op
zaterdag en daarna werd de vrije mid
dag ingevoerd.
De 60 tot 70 gulden uitkering bij ziek
te en werkloosheid steekt heel wat
gunstiger af tegen de 11 gulden, waar
voor in de jaren 30 tot 40 door bouw
vakarbeiders in werkverschaffing ge
werkt moest worden.
De heren C. Terburg, G. Dijs, W. van
Hornsveld, E. Karelse en L. van Schaf-
felaar waren de voorzitters van de
afdeling, de heren A. Strumpel, W.
Renselaar en A. Akkerman secretaris
en het bestuur bestaat op het ogen
blik uit de heren L. van Schaffelaar,
A. Akkerman, A. van Hornsveld, W.
van Hornsveld, C. van Es en F. Lente.
Feest zal er niet gevierd worden, want
een negende lustrum is geen echt ju
bileum, maar op de jaarvergadering
zal het 45-jarig bestaan wel herdacht
worden. Het feest komt dan in 1964.
OUDERAVOND
GROEN VAN PRINSTERERSCHOOL.
In de Groen van Prinstererschool is
een ouderavond gehouden, waarop ge
sproken is door het hoofd van de
school, de heer B. Dijkeman, de heer
Van Kalck, onderwijzer, en de heer
Keulemans, psychologisch adviseur van
de christelijke stichting voor schooi
en beroepskeuze in de provincie
Utrecht.
Een zangkoortje van oud-leerlingen
verleende medewerking aan deze avond
en er werden enige sketches opgevoerd.
De heer Dijkema opende de avond.
Hij sprak zijn vreugde uit over de
goede opkomst van de ouders.
Het is zeer belangrijk dat zij interesse
tonen, want dan is er geen gevaar dat
de band tussen school en huis verslapt.
Het onderwijzend personeel bezoekt de
ouders ter versterking van deze band
en om een beter inzicht te krijgen bij
hun werk op school. Het is gewenst,
dat de ouders even naar de school ko
men als er moeilijkheden zijn.
De heer Dijkema deelde mee, dat er
op het ogenblik ruim 300 kinderen op
de Groen van Prinstererschool gaan.
De heer Van Kalck sprak over het
huiswerk. Voor vele ouders is dit een
toverwoord, voor vele kinderen een er-
genis. Het is een noodzakelijk kwaad,
dat voor de kleine kinderen een kwaad
is en voor de oudere kinderen een
noodzaak en eigenlijk moest het afge
schaft kunnen worden. In de laagste
drie klassen van de lagere school is
huiswerk overbodig, want de kinderen
leren daar spelenderwijs. Als ze veel
huiswerk zouden krijgen dan was de
school niet meer nodig.
Het belangrijkste bij het leren van de
kinderen is 't plezier, dat zij in de les
sen moeten hebben. Daarbij is het ech
ter nodig dat huiswerk opgegeven
wordt aan hen, die toelatingsexamen
moeten doen voor een middelbare
school. Als dit niet gebeuren zou, dan
zouden ze niet klaar komen voor het
middelbaar onderwijs. Bij het opgeven
van huiswerk wordt er echter rekening
mee gehouden, dat er tijd moet over
blijven voor het speten. Men streeft
er naar zo weinig iA'is werk op te geven,
dat ook de mirtder intelligente leer
ling er niet langer dan een half uur
per dag mee bezig is.
Op de u.l.o. en de h.b.s. hebben de kin
deren meer huiswerk en zij accep
teren dit ook als noodzakelijk.
De heer Van Kalck raadde de ouders
aan de kinderen niet te helpen bij het
huiswerk. Als ze iets niet kunnen dan
komt dit meestal omdat ze op school
niet goed opgelet hebben en als ze
moeilijkheden hebben, dan is de on
derwijzer er om die op te lossen.
De heer Keulemans sprak over het
werk van de chr. stichting voor schooi
en beroepskeuze. Deze stichting geeft
geen voorschriften maar adviezen. Om
deze te kunnen geven is het nodig heel
veel van de kinderen te weten. Dan
kan men er achter komen voor wel
ke school of voor welk werk het kind
het meest geschikt is. Ook in Soest-
dijk is de stichting werkzaam.
Bij het onderzoek naar de mogelijkhe
den van de kinderen gaat men uit
van de eisen, die voor bepaalde be
roepen worden gesteld. Het kind wordt
onderzocht op de verstandelijke ver
mogens, de capaciteit en de karakter
eigenschappen voorzover die te pas ko
men bij het beroep. Vroeger stelde men
steeds het intellect op de voorgrond
en verwaarloosde de persoonlijkheid,
die achter dit intellect stond. Deze is
echter minstens even belangrijk en
thans wordt hiermee rekening gehou
den.
Verstand, ijver, zelfstandigheid, door
zettingsvermogen, psychisch tempo en
het al of niet bevattelijk zijn voor in
vloeden van buiten worden bekeken.
Wil men het verstand testen dan zal
men het kind geheel nieuwe proble
men moeten voorleggen om te zien
hoe het deze aanpakt. Daarbij komt
dan naar voren of ze aanleg hebben
voor taal of voor wiskunde.
Onderzoek heeft uitgewezen, dat de
gemiddelde zesdeklasser slechts ge
schikt is voor de ambachtsschool.
Met de theorethische lessen voor een
vak als autotechniek hebben deze leer
lingen grote moeite.
De theoretische lessen voor een elec-
tricien eist 10 °/c meer intelligentie
dan de gemiddelde zesdeklasser heeft.
De verstandelijke vermogens van kin
deren blijven gelijk. Wie op zesjarige
leeftijd 20 °/o boven de middelmaat is,
zal dit ook op twaalf en twintigjarige
leeftijd zijn. De verschillende capaci
teiten die de kinderen bezitten hebben
ze voor een groot deel bij de geboor
te meegekregen. Wie niet handvaardig
van nature is zal dat ook nooit worden.
Deze handvaardigheid vindt men bij
meisjes en bij jongens, zodat er meis
jes zijn met een aanleg waarmee ze
uitstekende timmerlieden zouden zijn.
Ook de ijver wordt bekeken, waarbij
men ervan uitgaat, dat het tegenge
stelde van ijver niet altijd luiheid be
hoeft te zijn, maar dit slechts lijkt
als het kind tegenzin in een bepaald
vak heeft.
Bij het onderzoek naar de mogelijkhe
den van het kind wordt ook schrifte
lijk werk opgegeven. Voor de beoor
deling heeft men berekentabellen.
Bij het onderzoek laat men het kind
zoveel mogelijk praten, want hieruit
valt veel op te maken als men critisch
luistert. Na overleg met een beroeps
keuze-adviseur kan een rapport opge
maakt worden dat naar de ouders gaat.
Dit rapport vergemakkelijkt voor hen
de beslissing, die van invloed is op de
toekomst van het kind.
HET VERVAARDIGEN VAN
GRAMMOFOONPLATEN.
Dr A. J. Brons van de Philips gram
mofoonplatenindustrie te Baarn heeft,
in het Oranje-Hotel, voor de leden van
't Nut, gesproken over het vervaardigen
van grammofoonplaten. Hij werd inge
leid door de heer J. v. d. Berg, die de
reringe opkomst betreurde. Het be
stuur had juist gehoopt, dat een le
zing door een lid van de vereniging
de saamhorigheid zou bevorderen en
de gezelligheid verhogen.
Dr Brons sprak eerst over de grammo
foonplaat met het armzalige geluid,
die zo'n dertig jaar geleden vervaar
digd werd. Een stalen naald volgde
de groef op de schellakplaat van 78
toeren en een trilplaat bracht het ge
luid voort dat meestal niet erg wel
luidend was. Deze schellakplaat be
stond voor 70 °/o uit leisteen, dat de
naald door schuren de juiste vorm gaf.
Dit ging echter met veel geruis ge
naard en sinds enkele iaren worden de
schellakplaten niet meer gemaakt en
zijn er uitsluitend platen van kunst
hars.
De oude schellakplaat had 78 toeren.
De groef is 180 meter lang en Der se
conde wordt 80 cm afgedraaid. De
speelduur van de 25-cm plaat is 3 mi
nuten. die van 30 cm speelt gedurende
5 minuten. Op 1 mm bevinden zich 4
vroeven.
De kunstharsolaten spelen veel langer.
De 25-cm plaat 15 minuten en de
30-cm plaat zelfs 25 minuten. De
J5-toerenplaat is 171/a cm. Er 2ijn twee
tvoes. De een draait 3 minuten en de
ander 6 tot 9 minuten. Op de platen
die 15 minuten tot 25 minuten spelen,
Vvindt zich 300 tot 500 meter groef.
Oo 1 mm bevinden zich 10 groeven.
Het vervaardigen van grammofoonpla
ten begint met een bandoDname. Vroe
ger gebruikte men wasplaten, maar
als er dan fouten gemaakt werden
moest de hele plaat opnieuw opgeno
men worden, terwiil men bij de band
stukjes kan verwijderen en nieuwe
stukjes aanbrengen.
Van de bandopname wordt een lak-
nlaat gpmaakt. die de groeven bevat.
Na verzilvering vaat deze nlaat in een
galvanisch bad. Eerst ontstaat een ne
gatieve afdruk, dan een nositieve en
hiervan wordt de persmatrijs gemaakt,
die vehruikt wordt bii het persen van
de plaat uit kunsthars. Een matrijs gaat
soms maar voor 50 blaten mee en het
is een unicum als 500 of meer platen
met één matriis vervaardigd worden.
De heer Brons liet biizondere opnamen
horen uit alle werelddelen en sprak
na de pauze over stereofonische weer
gave.
GOEDE VERLICHTING.
Mevrouw H. A. Veen-Werkhoven, le
rares bij het bureau van de Nederl.
Vrouwen Electr. Ver. te Arnhem, heeft
voor de leden van de N.V.E.V., dis
trict Eemland, gistermiddag, in het
Oranje-Hotel, een lezing gehouden met
dia's over de goede en moderne ver
lichting. Zij werd ingeleid door mevr.
H. J. van Veeren-v. Lohuizen, die de
leden wees op de excursie, welke de
3 april naar de fabriek van De Gruy-
ter gemaakt zal worden.
Op 28 april is er in Hilversum een al
gemene ledenvergadering en op 21 mei
zal een plasticfabriek in Doetichem be
zocht worden.
Mevr. Veen wees op de wijzigingen, die
zich de laatste tientallen jaren heeft
voorgedaan op het gebied van de ver
lichting. Vroeger was er een grote
lamp, hangend in het midden van de
kamer en verder meestal niets. Daar
in een gloeilamp van omstreeks 75
De voetbaltoto van de K.N.V.B. gaat
mij (misschien valt U dat tegen) zeer
ter harte.
Ik koester namelijk nog de hoop, dat ik
op een keer, met de hoofdprijs in mijn
zakken, mijn hoed kan lichten, U alle
maal het allerbeste wensen en me er
gens kan gaan nestelen in een land
waar iedere dag de zon schijnt.
Maar terwijl ik dit schrijf krijg ik een
bekendmaking in handen van de
K.N.V.B., waardoor dit prettige plan
netje in duigen dreigt te vallen.
Onze overheid heeft namelijk, mis
schien uit angst voor nieuwe rijken
en voor ons moreel, ook thans weer
handen en voeten in de pap gestoken.
De regering heeft zich laten adviseren
(dat is nu eenmaal zo de gewoonte ge
worden) en het advies luidde uitke
ringen te doen tot een maximum ran
50.000,—.
De overheid volgde dit advies niet,
maar besloot, dat de prijzen voortaan
niet meer in contanten doch in waar
debonnen moeten worden uitgekeerd.
Aan de winnaars mag in geen geval
op deze waardebonnen contant geld
worden verstrekt, doch uitsluitend
goederen.
Of er gevangenisstraf op staat wanneer
dit toch wordt gedaan weet ik niet,
maar dat zal wel.
Dat is met al haar zwaarwichtigheid,
natuurlijk een maatregel van lik-me-
vestje en een wel zeer grove onderschat
ting van de aangeboren handelszin, dat
een Nederlander deze papieren maat
regel niet aan zijn laars zal lappen
wanneer dit hem beter voorkomt.
Maar daar gaat het uiteindelijk niet
om-
Het gaat mij om de maatregel' zelf, "het
geringeloor en de betweterij, alsof de
deelnemers leerlingen van een kleu
terschool zijn.
Ik zie niet in wat men met deze maat
regel anders zal bereiken dan dat er
weer een mogelijkheid tot geknoei
wordt geopend.
Bovendien is de kans niet denkbeel
dig, dat er weer heel veel geld naar
het buitenland gaat, omdat men daar
geen prijzen in waardebonnen kent.
Waarom is het toch nodig, dat we, bij
alles wat we doen of laten, de bemoei
zucht van de overheid moeten voelen.
Ben ik een beter mens wanneer ik om
een waardebon van een ton mijn roet-
baltotobriefje invul, dan wanneer het
mij gaat om een contante ton
Kom nou.
H. OEKMAN.
watt, terwijl men nu weet, dat 150
watt heus niet te veel is. Goed licht
brengt gezelligheid en de inrichting
van de kamer komt beter tot haar
recht. De armatuur heeft bij de Ter
lichting de taak de lichtbron aan het
oog te onttrekken, het licht te richten
naar de plaatsen waar het nodig is en
zo min mogelijk licht verloren te la
ten gaan.
Reeds in de tijd van de petroleumver
lichting had men armaturen en lam-
pekappen om het schelle licht te tem
peren en zij kwamen meer in gebruik
toen de eerste gloeilampen schel licht
gaven. Daarna kwamen de gesatineer
de gloeilampen en tenslotte het melk-
glas.
Naarmate meer materiaal in de handel
kwam, dat voor de armaturen gebruikt
kon worden, werd de verscheidenheid
aan lampen groter en verminderde het
belang van de lamp, die midden ia de
kamer hing.
Er kwamen armaturen van glas, me
taal, nylon, plastic en gespoten plas
tic werd verwerkt in ballonnen. Ook
raffia verwerkte men in lampekappen
terwijl geplooide lampekappen van pa
pier na de oorlog in zwang kwamen.
De praktijk heeft uitgewezen, dat een
armatuur met één lamp van 150 watt
meer licht geeft dan één met 4 lam
pen van veertig watt, zodat dit bij
plaatselijke verlichting van groot be
lang is. Daarnaast heeft men echter
algemene verlichting en gezelligheids
verlichting.
Mevr. Veen besprak verschillende soor
ten verlichting en beantwoordde na de
pauze vragen.