Begrotingsvergadering van de gemeenteraad
IN DE HOEK.
WERELDTALEN.
VEIJDAG 11 DECEMBER 1959.
37e JAARGANG No. 94.
Verschijnt iedere dinsdag en vrijdag.
Abonn. p. kwart, 2.10 - per post 2.25
UITGAVE: DRUKKERIJ SMIT - SOESTDIJK - BUREAU VOOR REDAKTIE EN ADMINISTRATIE: VAN WEEDESTRAAT 29A, SOESTDIJK - TELEFOON 2566 - POSTGIRO
Woensdagmorgen en woensdagmiddag
heeft de gemeenteraad, onder voorzit
terschap van de burgemeester, verga
derd over de begroting 1960.
Wethouder De Haan (P.v.d.A.) en de
heer Berkelbach v. d. Sprenkel (prot.
chr.) waren verhinderd aanwezig te
zijn.
De heer HILHORST hield de algeme
ne beschouwing voor de K.V.P. Hij be
treurde het, dat er nog steeds geen
schot komt in het tot stand komen van
een nieuwe financiële regeling tussen
rijk en gemeente. Er is een tekort op
de gemeentebegroting van ruim 4
ton en die doet de reserve slinken.
De woningbouw is in een stadium, waar
uit blijkt dat het beleid van het ge
meentebestuur gericht is op een grote
uitbreiding van Soest. Toch worden er
slechts weinig woningwetwoningen ge
bouwd en dit is te betreuren.
Er zijn in Soest nog 1900 woningzoe
kenden en van de woningen die ge
bouwd zullen worden zal een groot
deel niet voor deze mensen bestemd
zijn omdat ze te duur zijn.
Amersfoort schijnt slechts 700 woning
zoekenden te hebben, dus die situatie
in Soest is zeer ongunstig.
De raad staat op het standpunt dat de
oplossing van de woningnood gevon
den moet worden in het bouwen door
particulieren, want een groot woning-
bezit brengt voor de gemeente bezwa
ren mee. Het is dus gewenst de woning
bouwverenigingen bij de bouw in te
schakelen. Mogelijk kan het gemeente
bestuur bouw op coöperatieve basis
bevorderen. In ieder geval is het no
dig steeds de volle aandacht te blijven
schenken aan de woningbouw, in het
belang van de woningzoekenden en
van de jonge generatie.
De heer Hilhorst had waardering voor
het vooruitstrevend beleid van het ge
meentebestuur, dat het aandurfde een
vuilverwerkingsinstallatie te bouwen.
Hopelijk kan deze na het overwinnen
genoot, die om zijn persoon en werk
kracht niet alleen in eigen kring, maar
ook in breed verband in onze raad een
geachte en geziene persoonlijkheid was.
Wij betreuren het, dat nog geen na
dere bijzonderheden bekend zijn ten
aanzien van de regeling der financiële
verhouding tussen Rijk en Gemeente.
Weliswaar is bij Koninklijke boodschap
van 19 april 1959 een ontwerp van wet
betreffende de financiële verhouding
bij de Tweede Kamer der Staten Ge
neraal ingediend, maar er is nog niet
met zekerheid te zeggen, indien een
wettelijke regeling overeenkomstig dit
ontwerp tot stand komt, of deze rege
ling voor onze gemeente een gunstiger
resultaat zal opleveren dan de be
staande. Eén ding staat vast, dit wets
ontwerp zal zeker niet leiden tot her
stel van de financiële zelfstandigheid
der gemeente.
Evenals vorig jaar wensen wij ook
thans weer een krachtig protest te
laten horen tegen een staatkundige be
voogding door het rijk, die het op eigen
kracht beheren van de huishouding
der gemeente tot een illusie maakt.
En nu stelt het college wel dat de nieu
we regeling, voor zover thans valt te
berekenen, een gunstiger resultaat zal
opleveren dan de bestaande - en des
tijds is deze financiële verbetering ook
begroot op rond 250.000 gulden -
maar wie garandeert ons dat. Wij zul
len er rekening mee moeten houden,
dat de min of meer toevallig zich voor
doende conjuncturele omstandigheden
van een bepaald ogenblik wel invloed
zullen uitoefenen op de inhoud van
het wetsontwerp.
In de aanbiedingsbrief wordt nog ge
releveerd het besluit van de raad van
22 april 1959, waarbij voor dat jaar
een subjectieve verhoging van de al
gemene uitkering uit het gemeente
fonds is aangevraagd, maar na alle er
varingen, welke wij in de laatste 12
jaar hebben opgedaan, met de moge-
zakelijke voorzieningen stukken natuur
schoon tot verdwijning gedoemd en
daardoor dikwijls onvervangbare waar
den voor goed verloren gaan. Voor het
behoud van ons natuurschoon willen
wij als Prot. Chr. fractie op de bres
staan en in dit opzicht hebben wij ook
volledig vertrouwen in het college van
B. en W., dat ongetwijfeld met ons in
ziet, dat hier voor de gemeentelijke
overheid een belangrijk taak ligt.
Wij blijven bij ons standpunt dat het
type woningwet-woningen op de Eng,
esthetisch niet prettig aandoet en drin
gen er met klem op aan, dat in de toe
men beter begrip te hebben voor deze
vakmensen. Van Amersfoort en Baarn
is bekend dat ook de zogenaamde klei
ne bouwers in de gelegenheid worden
gesteld zo nu en dan een perceel grond
te kopen.
Als het college stelt dat de grote bouw
maatschappijen ook een gedeelte van
de door hen te bouwen woningen als
huurwoningen beschikbaar stellen, dan
is dat volkomen juist. Dat kunnen de
kleine aannemers niet, maar dat recht
vaardigt nog niet uw houding om alle
grond in handen te geven van één
grote bouwondernemer. Vorig jaar is
bij de behandeling van de begroting
voor 1959 door uw college toegezegd,
dat aan de plaatselijke aannemers zou
komst gewaakt wordt tegen de tot worden gedacht met de toewijzing van
I J TJ r v» n Annn nAOT
van de kinderziekten het volgend jaar j üjkheid van deze verhoging, is er aan
officieel in gebruik genomen worden, leiding om de vraag in ernstige over
weging te nemen of de wetgever met
dit systeem moet doorgaan.
Bij een objectieve verdeling van de
beschikbare middelen zal de gemeente
raad moeten trachten met het objec
tief aan de gemeente toekomende deel
het gemeentelijk beleid te doen be
heren. Daarmede zal de gemeentlijke
zelfstandigheid en de eigen verantwoor
delijkheid der plaatselijke bestuursor
ganen in hoge mate zijn gediend en dan
zal voorgoed gebroken kunnen worden
met een practijk welke ontegenzeggelijk
grote bezwaren blijkt mede te brengen.
Wij betreuren het dan ook dat weder
om een bedrag, nml. 420.000 gulden,
aan de algemene reserve moest worden
onttrokken, ten einde de begroting voor
1960 sluitend te maken.
Hoewel onze fractie onder de gegeven
omstandigheden, op enkele punten na
kan instemmen met de ontwerp-begro-
ting die voor ons ligt, menen wij toch
enkele opmerkingen te moeten maken
Er is met de bouw van dit bedrijf goed
werk verricht.
Het is niet uitgesloten dat de rioolwater
zuiveringsinstallatie moeilijkheden gaat
geven met de waterlozing en de heer
Hilhorst vroeg de aandacht voor dit
probleem, dat wel eens een drastische
wijziging van het afwateringssysteem
nodig zou kunnen maken.
Er is veel tot stand gebracht maar er
zal nog heel wat tot stand gebracht
moeten worden. Woningbouw, riolering,
bestrating en herbestrating, terwijl uit
breidingsplannen steeds gewijzigd zul
len worden.
De heer Hilhorst bracht dank aan het
college en in het bijzonder aan de voor
zitter voor al het werk, dat in het af
gelopen jaar verzet was en sprak de
wens uit, dat op deze wijze doorgewerkt
zal kunnen worden.
De heer VAN DE AREND sprak na
mens de Prot. Chr. fractie
In het algemeen, aldus spreker, mag
worden geconstateerd, dat de werk
zaamheden van de raad in het weldra
verleden jaar 1959, een gunstig verloop
hebben gehad. Bijzonder schokkende ge
beurtenissen hebben niet plaats gevon
den en evenmin is de raad gesteld voor
diepgaande problemen, waarvan de
draagwijdte niet zou zijn te overzien.
Met ontroering willen wij nog even
memoreren het plotseling verscheiden
van de heer Van Andel, onze fractie-
standkoming van dit type woningen.
Wij betreuren het, dat dit mooie stuk
je Soester grond met dergelijke wonin
gen ontsiert wordt. Dit wil niet zeggen,
dat wij de degelijkheid ervan in twij
fel trekken. Integendeel, wij hebben re
den om aan te nemen dat deze huizen
goed gebouwd zijn. Ons bezwaar gaat
uitsluitend tegen het type woningen.
Het gebruik van andere steen en dak
bedekking zou wellicht aan dit soort
woningen een fleuriger aanzien geven.
De schoonheidscommissie dient in dit
opzicht diligent te zijn.
Wij moeten verder constateren, dat het
probleem van eenvoudige woningen
voor grote gezinnen geen stap nader
tot zijn oplossing is gekomen. Wij be
treuren het, dat bet niet mogelijk is,
in een gedeelte van de bestaande wo
ningwetwoningen, zodanige voorzienin
gen te treffen, dat er meer slaapgele
genheid verkregen wordt. Met klem
zouden wij het college willen verzoeken,
deze aangelegenheid nog eens nader te
bezien.
Wij prijzen het college van B. en W.
in 't algemeen en de wethouder van
openbare werken in het bijzonder voor
de voortvarendheid die aan de dag
wordt gelegd ten aanzien van de wo
ningbouw, zowel wat woningwetwonin
gen, als de bouw in de particuliere
sector betreft, maar kunnen helaas
geen enkel begrip opbrengen voor de
wijze van het grondbeleid van B. en W.
Wij menen te moeten constateren, dat
deze onvoldoende voortvarend is. 't Is
toch de dwaasheid gekroond, dat ons
een heel plan van Ir van Embden wordt
voorgelegd voor de gemeentelijke be
bouwing van de ~Eng tussen Dalweg en
Molenstraat, terwijl de grond nog niet
eens in handen van de gemeente was.
Dat grondspeculanten hier als een haas
bij zijn is begrijpelijk. En nu kan in
het antwoord van B. en W. wel ge
zegd worden, dat ondernemers vrij
grond mogen kopen, maar hetzelfde
geldt evenzéfer voor de gemeentelijke
grond. In uw antwoord van heden doet
U dezelfde toezegging en verklaart,
dat voor zover mogelijk, met hun be
langen rekening zal worden gehouden.
Dit klinkt alles zeer vaag. Wij zou
den gaarne een meer concreet antwoord
zien. In uw suggestie aan de plaatselij
ke aannemers de handen ineen te slaan
en gezamenlijk een groot object onder
handen te nemen, schuilen veel geva
ren. Natuurlijk kan de wethouder een
dergelijke wenk geven, maar voelt U
niet, dat op deze wijze de eigen zelf
standigheid, het optreden naar buiten
als zelfstandig patroon, de persoonlijke
vakbekwaamheid in gedrang komt, af
gezien van andere narigheden die er
zeker uit zouden voortvloeien. De
plaatselijke aannemers, elk voor zich
willen een eigen stuk werk maken en
als ze niet kunnen ingaan op de sug
gestie van de wethouder, mag dit niet
tot gevolg hebben dat zij totaal wor
den uitgesloten van enig stukje bouw
grond. Wij vertrouwen dat het college
deze aangelegenheid nog eens onder
ogen wil zien, zodat een bevredigende
oplossing voor dit probleem wordt ver
kregen.
Nu de bebouwing van de Eng zich in
een voortgaand stadium van ontwikke
ling beweegt en in de naaste toekomst
ook terreinen beschikbaar komen voor
openbare gebouwen en kerken, zou
den wij als Prot. Chr. fractie gaarne
van B. en W. vernemen of het colle
ge zich reeds een mening heeft ge
vormd over de vraag of in de toekomst
bij de bouw van kerken, subsidie dient
te worden verleend.
Ten slotte willen wij als Prot. Chr.
fractie in het bijzonder nog even ac
centueren, dat wij de stellige mening
zijn toegedaan, dat, bij hantering van
art. 72 der L.O.W. en bij overeenkom
stige voorzieningen voor het openbaar
lager onderwijs, een qualitatief ongun
stige behandeling van kleinere scho
len, niet geoorloofd is.
Ik ben hiermede gekomen aan het eind
Het moet voor de Soester aannemers
prettig zijn geweest te lezen, dat, bij de
algemene beschouwingen in de gemeen
teraad, een der raadsleden een lans
brak voor de Soester bouwers.
Hij wees B. en W. erop, dat talrijke
bonafide bouwondernemers in onze
gemeente snakken naar een stukje
bouwgrond. Het raadslid wees B. en
W. op de onbillijkheid, dat, terwijl er
enige H.A. bouwgrond zijn, de
Soester bouwers er niet aan te pas
komen. Weliswaar zegde B. en W. toe
aan dé Soester aannemers „te zullen
denken", maar dat is een toezegging
waar de lommerd geen geld op geeft,
zoals mijn moeder dat altijd zei.
Er heerst onder de plaatselijke aanne
mers een geprikkelde stemming door
de opmerking van B. en W., dat zij
te veel „aannemer" en te weinig „on
dernemer" zijn.
Daar mag dan een grond van waar
heid in zitten, even waar is het, dat
veel grote ondernemers geen aanne
mer zijn, doch rekenmachines, die mor
gen, wanneer dit hun lucratiever voor
komt, gaan grossieren in wasknijpers
of boordeknoopjes.
In aannemerskringen heerst nu reeds
het inzicht, dat het grote, door Ir Van
Embden op te zetten bouwplan aan
stonds in verkaveling wordt aanbe
steed of met plan en al aan een „on
dernemer" zal worden verkocht.
Daar zal formeel niet veel aan te doen
zijn, doch de Soester aannemers, waar
onder er zijn die grote plannen aan
kunnen, zoals zij tot ver in het land
bewijzen, hadden het redelijk gevon
den wanneer zij in het Soester plan
een directer kans hadden gekregen,
b.v. wanneer zij door B. en W. in de
gelegenheid zouden zijn gesteld, tegen
de gangbare prijs bouwpercelen te ko
pen.
Weliswaar doorkruisen we daarmee het
streven van de S.E.R., bij welk li
chaam kleine zelfstandigen blijkbaar
niet hoog genoteerd staan (zie wat er
met de bakkers dreigt te gebeuren),
maar een grotere verscheidenheid van
architecten zou het grote plan alleen
maar ten goede zijn gekomen.
En over de wens van een der raads
leden ook huurwoningen te zetten, was
zeker te praten geweest.
H. OEKMAN.
overheid voor gronden waarvoor een van de algemene beschouwing van de
- i r 1 A Z? A rtnnn ndol
uitbreidingsplan is vastgesteld,
't Gevolg was, dat de gemeente uitein
delijk de grond boven taxatieprijs in
handen heeft weten te krijgen via grond-
begroting 1960. Onze fractie, geen deel
uitmakend van het dagelijks bestuur
der gemeente, heeft zich in het afge
lopen jaar min of meer in de oppositie
speculanten of grote bouwondernemers, gevoeld. Wij zijn er van overtuigd, dat
wij ons een loyale oppositie hebben be
toond. Boven alle onrecht, onze frac-
zoals U ze noemen wilt. Dit was niet
nodig geweest, indien de gemeente
zich tijdig door aankoop van deze
In de eerste plaats missen wij nog bouwgrond had weten te verzekeren,
steeds het vorig jaar verzochte en toe- x
gezegde urgentieschema of werkplan
Door de eeuwen heen heeft de
Wereldkerk
als voertaal het statig Latijn,
zoetvloeiende diplomatentaal
mocht de sprake uit Frankenland zijn.
Thans heerst de taal van Yankee en Brit
op een deel van het wereldrond.
Vrees niet, dat die toestand blijvend is,
daarvoor is gelukkig geen grond.
Want de taal, die de evenaar omspant,
en die Noordpool en Zuidpool
verbindt,
de taal van het ganse mensengezin,
de taal, die de wereld verwint,
Is ééns de kunsttaal van Zamenhof,
Esperanto, eenvoudig en schoon,
dat draagt als uitverkorene
na lange miskenning de kroon.
ARJEN.
Honderd jaar geleden werd Zamenhof
geboren. (15 dec. 1859.)
Als in het antwoord van B. en W. ge
sproken wordt over de grote aantal
met betrekking tot kapitaalsuitgaven, jlen particuliere en woningwetwoningen
Aangezien Soest in de totstandkoming die reeds in aanbouw zijn, of waarmede
en de ontwikkeling van de randstadbinnenkort zal worden begonnen en
Holland straks een belangrijke plaats daarbij tevens nog inschakelt twee
zal innemen, blijft het vervolgens van grote particuliere objecten, n.1. het
belang, dat de raad concreet en nauw- I zoogenaamde plan achter Dammers van
keurig op de hoogte blijft van de ont- ca- 150 woningen en in Braamhage nog
144 woningen met een vervolg van ca.
200 woningen, dan vragen wij ons af
of het nodig is dat al deze grond in
handen wordt gegeven van de grote
bouwondernemers.
Onze fractie maakt hiertegen ernstig
bezwaar en zij zal zich er tegen blij
ven verzetten dat in deze gemeente
alle grote complexen bouwgrond in de
hand zijn of geraken van een enkele
grote bouwondernemer. Deze methode
is zeer verderfelijk en in hoge mate
ondemocraties. Talrijke bonafide goede
aannemers in onze eigen gemeente
snakken naar een stukje grond om één
of meer woningen te kunnen bouwen
voor de verkoop. Voor deze mensen
is het onmogelijk een perceeltje grond
in handen te krijgen, waardoor een be
langrijke bouwcapaciteit inproductief
blijft. Zij leveren degelijke woningen,
die zeker niet duurder zijn dan de wo
ningen gebouwd door de grote con
cerns. Voor deze categorie van Soes-
wikkeling der uitbreidingsplannen.
Onze fractie heeft waardering voor de
visie en de vormgeving van de stede-
bouwkundige arbeid van Ir van Emb
den. In het kader van de ontwikkelings
plannen „randstad Holland" blijft
echter nog steeds de vraag onbeant
woord volgens welke normen juist
Soest werd verkozen voor een aanzien
lijke uitbreiding en verdichting der
bevolking. Het moet de raad toch po
sitief voor ogen staan in welke mate
deze gemeente haar woon- en recrea
tiefunctie dient te behouden en in
welke mate zij industriegemeente zal
worden.
Van oudsher is Soest een recreatie
oord geweest. D'it dient zij onder alle
omstandigheden te blijven. In het al-
lerwege in ons land waarneembare en
steeds verder voortschrijdende verste-
delijkingsproces is de inkrimping van de
toch al niet overmatige grote hoeveel
heid recreatiegebied een groot nadeel.
Met een bloedend hart zien wij van tijd ter inwoners hebben wij ook een taak.
tot tijd voor op zichzelf hoogst nood- In de omliggende gemeenten schijnt
tie in het verleden aangedaan, staat
het belang van onze gemeente, die wij
met al onze krachten willen dienen.
Voor zover met onze overtuiging stro
kend willen wij gaarne volgen de richt
lijnen die het college aangeeft. Als
onze critiek wat scherp mocht zijn,
wil het dan zien als opbouwende cri
tiek. Wij hebben geen van de leden
van het dagelijks bestuur onzer gemeen
te persoonlijk willen treffen. Waarde
ring hebben wij voor hetgeen tot stand
kwam in het afgelopen jaar. Waarde
ring ook, mijnheer de voorzitter, voor
uw persoon en leiding van de raads
vergaderingen.
Moge het werk dat ons op de handen
wordt gezet in het komende jaar voor
onze mooie gemeente, onder Gods zegen,
rijke vruchten afwerpen.
Namens de V.V.D. sprak de heer
BROUWER.
Gaarne wil ik, aldus spr., van deze ge
legenheid gebruik maken om, namens
de fraktie van de V.V.D.enkele al
gemene opmerkingen naar voren te
brengen met betrekking tot de zojuist
ingediende gemeentebegroting 1960.
Het vorige jaar mocht ik er op wijzen,
dat het niet tijdig in de wet brengen
van de nieuwe regeling van de finan
ciële verhouding van Rijk en Gemeente
onze gemeente voor bijzonder grote
problemen heeft gesteld.
Tot op heden is een wettelijke regeling
nog niet tot stand gekomen, alhoewel
de hoop gewettigd is, dat dit binnen
afzienbare tijd zal geschieden.
Gezien deze huidige gang van zaken
biedt ook de thans aangeboden begro
ting met de aanbiedingsnota een som
ber beeld van de omstandigheden, waar
onder wij het nieuwe jaar moeten be
ginnen; evenwel moet mij daarbij on
middellijk van het hart, dat uw col
lege het juiste beleid heeft gevoerd,
door in deze begroting geen rekening
te houden met een mogelijk gunstiger
financieel resultaat voor onze gemeente,
als gevolg van een komende nieuwe
wettelijke regeling.
Vervolgens zou ik graag de aandacht
willen vragen van uw college voor het
volgende
Met bijzondere waardering hebben wij
ervaren de grote activiteit en voortva
rendheid van uw college inzake diverse
grote objecten, als riolering en riool
waterzuivering, de bebouwing van d»
Eng, de herbouw van het Soester na
tuurbad, de bouw van een nieuw ge
bouw voor Gemeentewerken enz.
Wij vragen ons echter wel met enige
zorg af, of deze grote activiteit op dit
terrein niet ten koste gaat van andere,
minstens even belangrijke aangelegen
heden, onze gemeenschappelijke taak
betreffende.
Beschouwen wij de samenwerking van
uw college met de raad, dan hebben we
de indruk, dat deze niet geheel bevre
digend is.
Naar onze mening is de raad onvoldoen
de geïnformeerd over hetgeen - en dan
nog slechts in grote lijnen - in uw col
lege wordt behandeld en beslist, ter
wijl voorts de „voorbereiding" der
raadsvergaderingen veelal zo gespeeld
wordt, dat het meest gewenste klimaat
ontbreekt om de verantwoordelijkheid
van ingediende raadsvoorstellen over te
nemen. Het komt n.1. herhaaldelijk voor,
dat voorstellen de raad öf te laat be
reiken óf niet voldoende van inlichtend
materiaal zijn voorzien.
Ook de werkzaamheden der diverse
raadscommissiën zou naar onze ziens
wijze meer vruchtdragend kunnen zijn.
Deze commissiën - uitgezonderd één -
Vervolg pag. 2, kolom 1.