GROTE
OPLAGEN
DRUKKERIJ SMIT
TWEEDE BLAD
SOEST
BRANDWEER TELEF. 3333
WAT EEN LEUK JASJE,
ZIJ STIERVEN IN FEBRUARI.
OP ZOEK NAAR T GOUD VAN DE „LUTINE".
VAN DE SOESTER COURANT
VAN DINSDAG 1 MAART 1960.
SHOT SPEELDE GELIJK.
Shot 1 speelde vrijdagavond de zeer
moeilijke uitwedstrijd tegen Quick te
Hilversum. H. Overgoor speelde als in
valler voor Th. Daselaar mee omdat
deze ziek was. De wedstrijd eindigde in
een gelijk spel. K. Wiss en W. van
Doorn waren in prima conditie.
Zij wonnen beiden van Woudenberg en
Van Vliet. Overgoor won alleen van
Van Vliet. Tegen de oud-eerste klasser
A. J. Broné konden de Shot-spelers het
niet bolwerken. Erg jammer was het
dat Overgoor op het nippertje verloor
(12-21, 22-20 en 21-15).
Het dubbelspel was een verliespunt
voor Shot, dat echter een goede wed
strijd gespeeld heeft. Alle partijen wer
den met gering verschil beslist en
meestal in de derde game. Shot heeft
een 5-3-voorsprong gehad, maar kon die
niet behouden en het werd 5-5.
Shot 2 won met 7-3 van B.T.T.C. 2 en
Shot 4 versloeg H.M.T.C. 4 met 8-2.
Op 1 maart speelt Shot 3 een uitwed
strijd tegen P.O.R. 1, Shot 4 speelt op
2 maart tegen U.B.T.V. 9 en op 3 maart
speelt Shot 1 thuis tegen Ahoy 1, ter
wijl Shot 2 bezoek krijgt van Onder
Ons 2.
GEEN VERGUNNING.
M.A.R. uit Baarn verkocht eet- en
drinkwaren op de Soesterbergsestraat.
Hij kreeg een proces verbaal omdat
hij geen vergunning had.
S.V.V. VOLLEYBAL.
De vorige week moesten alle teams
van de Soester Volleybalvereniging, met
uitzondering van het eerste damesteam,
in actie komen. Het tweede damesteam
zelfs tweemaal.
De eerste wedstrijd van het damesteam
had plaats tegen Giraffes 2, dat met
Vios 4 een verwoede strijd om de bo
venste plaats voert. In de loop van de
competitie hebbeti deze teams een gro
te puntenvoorsprong veroverd op de
overige teams. Het was voor de Soes
ter dames dan ook stellig een uitstekend
resultaat om volkomen verdiend het re
serveteam van Giraffes een punt af te
snoepen. In de vierde set had het er
zelfs lange tijd alle schijn van dat onze
plaatsgenoten de volle winst zouden
binnenhalen, maar op het beslissende
ogenblik bleef een goede service ach
terwege, waardoor de Giraffes-dames
toch nog een kostbaar puntje binnen
wisten te halen. De setstanden waren
15-12, 15-12, 4-15 en 13-15.
Het eerste herenteam van S.V.V., dat
het enkele weken zonder zijn aanvoer
der moesten doen in verband met een
hersenschudding, plaatste zich door een
overwinning op Vios 2 weer aan de
kop van de ranglijst, waar het op een
punt gevolgd wordt door het eerste
herenteam van Giraffes. Geen van bei
de teams heeft nog een wedstrijd ver
loren en door de achterstand die de an
dere teams inmiddels hebben opgelopen,
ziet het er dan ook naar uit, dat de
strijd om de bovenste plaats uitgevoch
ten zal worden door deze beide vereni
gingen. De setstanden waren in de wed
strijd tegen Vios 15-17, 15-14 en 15-13.
Het derde herenteam van S.V.V. moest
in de reserves van B.G. en S.V. zijn
meerdere erkennen. De setstanden wa
ren hier 7-15, 14-16 en 8-15.
Ook het vierde herenteam van de rood-
witten zag geen kans om in zijn wed
strijd tegen Giraffes 2 een puntje mee
naar hui? te nemen. Niettemin rvisten
zij het Baarnse team goed partij te ge
ven. De setstanden waren8-15, 13-15
en 9-15.
Ook cegen V.V.A. 5 speelde S.V.V. 2
(dames) een goede wedstrijd. Welis
waar nemen de Amersfoortse dames
een zeer bescheiden plaatsje op de rang
lijst in, maar dat lieten zij in hun spel
niet blijken. In het bijzonder met het
serveren wist een van de V.V.A.-dames
het de roodwitte meisjes danig moei
lijk te maken. De eerste twee sets wa
ren voor onze plaatsgenoten met 15-6
en 16-14, maar de derde en vierde set
werden door de groen-witten met 15-12
en 16-14 gewonnen.
Het tweede herenteam won haar wed
strijd tegen de Amersfoorste politie
mannen reglementair door het on
volledig opkomen van de tegenstander.
Donderdag speelt het eerste heren
team tegen Wovo 1 en het derde he
renteam moet tegen N.V.C. aantreden.
NOOD.
Vriendelijk wordt u verzocht de kle
ren die u niet nodig heeft en dikwijls
ongebruikt in de kast blijven hangen of
liggen te willen bestemmen voor de
nood onder de Joden in de kampen
in Oostenrijk.
D'e kleren zijn ook bestemd voor joden,
die nu weer bij duizenden uit Roemenië,
enz. naar Israël zijn gevlucht en voor
Algiers en Marokko, waar ook grote
nood heerst.
D'e dikkere kleren zijn bestemd voor
de kampen, waar de in Soest welbekende
dames Zijp werken. Zij doen daar ze
genrijk werk.
U kunt nog goed te dragen kleren en
schoeisel, vooral ook kinderkleding,
gaarne gewassen, bezorgen bij de dames
Pontier, Oranjelaan 22, Soestdijk en
fam. Vreman, Kerkstraat, Soest, ingang
op zij van de winkel aan huis.
BALDADIGE JEUGD.
D'e heer Van J. van de Molenstraat be
klaagde zich bij de politie over balda
dige schooljeugd, die zich bezig hield
met stenen gooien, heggen vernielen en
bovendien langs de spoorlijn fietste.
Een vaderlijk vermaan werd beant
woord met kwade taal en uitgestoken
tong.
CURSUS VOOR KNUTSELAARS.
Voor knutselaars, die zich geen bijzon
dere helden vinden in het vervaardigen
van eenvoudige voorwerpen, heeft de
Commissie voor Huishoudelijke- en Ge
zinsvoorlichting een cursus van 4 avon
den georganiseerd.
Elke dinsdagavond komen een aantal
dames en heren met animo voor het
knutselwerk naar de school aan de Mid
delwijkstraat, waar de gemeente een
lokaal beschikbaar heeft gesteld, ter
wijl het gereedschap van de school de
leerlingen ten dienste staat.
De heer L. Dammers heeft de leiding.
Vóór deze cursus is er eerst een aan
tal avonden geweest bestemd voor men
sen die thuis kleine karweitjes en repa
raties zelf willen opknappen.
Een stukje zeil leggen, een stopcontact
aanbrengen, behangen zonder teveel
rimpels en bobbels en meer van die
zaken waarvoor men vaak moeilijk
een vakman kan krijgen tenzij men
vele guldens neerlegt.
Tien cursisten zijn nu voorwerpen aan
het vervaardigen. Bijzettafeltjes, vlie
genhorren, aantrekkelijke plankjes om
boeken of bloempotten op te zetten,
kastjes, bloembakken en ook sierscha-
len, die met veel geduld in gutswerk
uitgevoerd worden. Het materiaal is de
plank van een sinaasappelkist, dus voor
geen geld kan men iets aardigs ver
vaardigen.
Opvallend is het dat op deze cursus
de gemiddelde leeftijd vrij hoog ligt,
zodat de belangstelling van jongeren
voor dit werk minder groot is dan van
mensen die in de middelbare leeftijd
of daarboven zijn. Dit heeft echter weer
het voordeel dat amateur-knutselaars,
die de jeugd achter zich hebben, zeer
serieus hun werk doen en dan willen
de jongeren, die wel belangstelling to
nen voor dit werk niet onder doen.
J.—i,.
WS@SS&fL,
Paul Claudel.
Op 23 februari 1955 - vijf jaar gele
den - overleed de Franse schrijver en
diplomaat Paul Claudel, die consul in
verschillende wereldsteden voor de
Franse republiek was een 'n tijdlang ge
volmachtigd minister te Brussel. Zijn
letterkundig werk werd sterk beinvloed
door zijn bekering tot het Katholicisme.
In 1935 trok hij zich terug uit de di
plomaten-leven om zich geheel aan let
terkunde te wijden. Hij maakte een
intensieve studie van de Bijbel.
Jacobus van Looy.
Op 24 februari 1930 - dertig jaar ge
leden - overleed de bekende schrijver
schilder Jacobus van Looy, die rond
de eeuwwisseling enkele jaren aan de
Van Weedestraat in Soest woonde. De
heer P. Butzelaar, die enkele weken
geleden overleden is, was een der Soes
ter inwoners, die model gestaan heeft
voor een schilderij van Van Looy. Als
schrijver is Jacobus van Looy vooral
bekend geworden door zijn boek
„Jaapje", de geschiedenis van een wees
huisjongen, die Van Looy's eigen ge
schiedenis was.
Johan Braakensiek.
Op 27 februari 1940 - twintig jaar ge
leden - overleed de bekende tekenaar
Johan Braakensiek, die naam maakte
door zijn politieke tekeningen voor de
Groene Amsterdammer, maar ook als
illustrator van jongensboeken. Hij was
een der eerste Nederlandse journalisten
met de tekenpen. Zijn prenten werden
ook in buitenlandse bladen opgenomen.
Blijkbaar is het tekentalent van Braa
kensiek met zijn overlijden niet ver
loren gegaan, want zijn kleinzoon Jan
van Oort - inwoner van Soest - is als
tekenaar van de avonturen van Pau-
lus de Boskabouter bekend geworden
onder de naam Jean Dulieu.
Friedrich Ebert.
Op 28 februari 1925 - vijfendertig jaar
geleden - overleed de Duitse politicus
Friedrich Ebert, die in 1918 rijkskan
selier werd als opvolger van Prins Max
van Baden. Na de ineenstorting van
het Duitse leger trachtte Ebert de een
heid in het land te bewaren. In 1919
werd hij president. In 1925 trad hij af
en werd opgevolgd door Von Hinden
burg. Vijftien jaar na zijn aftreden als
kanselier van het Duitse rijk werd
Adolf Hitier in deze functie benoemd.
A. W. F. Idenburg.
Op 28 februari 1935 - vijfentwintig jaar
geleden - overleed de staatsman A. W.
F. Idenburg, die aanvankelijk militair
in Indië was. Van 1908-1909 en van
1918-1919 was hij minister van kolo
niën, van 1905-1908 gouverneur van
Suriname. Hij bevorderde de zending en
het onderwijs. Van 1920-1924 was Iden
burg lid van de eerste kamer, in 1923
werd hij minister van Staat en in 1924
lid van de Raad van State.
Iwan Goll.
Op 28 februari 1950 - tien jaar gele
den - overleed de schrijver Iwan Goll,
die tevergeefs pacifistische liederen
schreef en boeken met pacifistische in
slag uitgaf. Zijn bekendste prozawerk
was het boek „Stervend Europa", dat
in vele talen vertaald werd.
Ons bedrijf is óók speciaal
ingericht voor
Laat ons U eens adviseren.
VAN WEEDESTRAAT 35
TELEFOON 2566
Iedere vrouw wil wel eens iets aparts
dragen, maar het is dikwijls moeilijk om
iets passends te vinden. Toch zijn er
verschillende creaties, die echt de
moeite waard zijn, zonder dat zij het
al te bont maken.
Zo hebben we hier een buitengewoon
leuk jasje vervaardigd van zwaar lin
nen en bij uitstek geschikt voor het
zonnige seizoen. De kleur is fraai blauw,
terwijl de kraag en zakken getooid zijn
met dunne helder witte biezen.
Dit laatste maakt het jasje tot iets
aparts.
Zo zien we weer, dat het dikwijls de
kleine dingen zijn die een kledingstuk
zijn charme geven.
Zo'n jasje is heerlijk te dragen over
een luchtige blouse wanneer de tempe
ratuur iets te fris begint te worden.
Natuurlijk is het bij uitstek geschikt
voor op reis, onze vakantie aan het
strand, en zo meer.
Dit is een jasje dat bovendien het voor
deel heeft, dat het gedragen kan wor
den door onze jongedochters en
door ons zelf. Het is een vlot ding, dat
niet direct aan leeftijd gebonden is.
Wel aan de persoon. Zij die ongeacht
haar leeftijd graag vlot en modern ge
kleed wil gaan, kunnen dit dragen. Ons
model toont het op een lange broek
maar dat is natuurlijk niet noodzake
lijk. Op 'n rok doet het jasje het even-
Wie zou zo'n leuk ding niet willen be
zitten
De stormnacht van 9 oktober 1799.
Hoog zwiepten de golven op en beuk
ten de branding op het strand van
Vlieland en Terschelling in die ruige
stormnacht van 9 oktober 1799. Hui
lend floot de wind door het want van
het armzalige notedopje, dat de woede
der elementen trachtte te trotseren. Het
houtwerk kraakte en terwijl felle blik
semstralen het zwarte zwerk doorklief
den, ontwaarden de verschrikt samen
gestroomde strandbewoners plotseling
hoe het zeilschip voor hun ogen uit-
eenscheurde en met man en muis in
de diepte verdween.
Slechts één slachtoffer spoelde de vol
gende morgen vroeg op de kust van
Vlieland aan. Het bleek later de
scheepsklerk te zijn van de „Lutine",
een fregat dat dezelfde dag uit de
haven van Yarmouth was afgevaren
met bestemming Hamburg. Bewuste
loos en zwaar gewond werd de man
opgenomen en wekenlang verpleegd.
Niemand wist toen nog welke kost
bare lading het geheimzinnige vaartuig
bevat had. Pas toen de scheepsklerk
op Terschelling zijn einde voelde na
deren, openbaarde hij dat het zeilschip
voor enkele miljoenen goud aan boord
had.
Van die datum af dateren de ontelbare
bergingspogingen van de kostbare
scheepslast. Eerst met ijzeren haken en
oesterbeugels probeerde de bevolking
van Terschelling iets binnen te halen
van de buit, die daar zo dicht bij de
Westergronden, vóór de Vliestroom,
voor het grijpen lag.
De scheepsklerk had niets te veel ge
zegd. Begeerlijke goudstaven haalde
men omhoog ook zilver verscheen aan
de oppervlakte en in de netten van
de hebzuchtige vissers werden vele
Engelse munten en spaanse matten ge
vangen.
Zekerheid omtrent de waarde van de
verzonken lading had men niet en heeft
later ook niemand kunnen geven, daar
de „Lutine" verging op een tijdstip dat
Europa in beroering was door de Fran
se revolutie, Een Engels-Russisch lan
dingsleger was geland op de kust van
Noord-Holland en vocht tegen de ver
enigde Franse en Bataafse troepen. Op
dat moment zette het goudschip koers
naar het door de invasie verkregen
bruggehoofd om de soldij aan land te
brengen. Hiervoor waren waarschijn
lijk de Engelse munstukken bestemd.
„Marshall-hulp" ook toen.
Daarna zou het fregat verder varen
naar Hamburg, waar Duitse bankiers
en kooplui met het goud gered moes
ten worden uit de impasse en het drei
gend bankroet waarin de Franse woe
lingen hen gebracht hadden, want 'n
catastrofe in deze (voor Engeland nog
open) havenstad zou de laatste hoop
voor de Britse handel de bodem in
slaan.
In Londen lagen de pakhuizen tot de
nok toe vol met elders onverkoopbare
exportartikelen uit alle delen der we
reld. De blokkade van de continentale
havens had reeds ontelbare Londense
kooplui tot een faillissement gebracht.
In Hamburg dreigde hetzelfde te ge
schieden. September 1799 bracht ook
daar een chaos. Van 10 september tot
4 oktober gingen 25 grote Hamburgse
firma's failliet, anderen hielden zich
slechts wankelend staande. Alleen het
Engelse goud kon er - zoals in 1949
de Marshallhulp in Europa - redding
brengen
Wat was er aan boord
De Engelse kranten van die dagen som
men de verliezen op, welke de assura
deuren leden. Volgens de „St. James
Chronicle" waren er 140.000 pond aan
boord als soldij voor de troepen op
Texel, maar de „Aberdeen Journal"
van 2 dagen later deelde mede dat
het schip, behalve 140.000 guinea's
voor het landingsleger ook 150.000 gui
nea's voor het Londense bankiershuis
Goldsmid plus ruim 200,000 guinea's
voor andere firma's aan boord had.
Hetzelfde lezen wij in de „Norwich
Mercury" van 26 oktober, maar de
„Naval Cronicle" geeft op dat voor de
handelshuizen alleen al 600.000 pond
geladen was.
De enige instantie, die volledige in
lichtingen had kunnen geven, was het
centrale Londense verzekeringskantoor
van Lloyds, maar door de grote brand,
die de gehele Londense beurs ver
woestte, werden hier alle bescheiden
over de lading van de „Lutine" ver
nietigd. Er is van Nederlandse zijde
wel een schatting gemaakt toen de
opperstrandvonder van Terschelling
gemachtigd werd te proberen om de
verloren schat boven water te brengen.
Dit koninklijke besluit van 14 septem
ber 1821 spreekt van „een zeer aanzien
lijk kapitaal, bestaande in zilveren en
gouden muntspeciën, gezamentlijk vol
gens veronderstelling bedragende 20
miljoenen hollandsch".
De eerste bergingspogingen.
Uiteraard beschouwde de Nederlandse
regering zich na de stranding van de
„Lutine" als eigenaresse van het wrak.
De eerste bergingspogingen hadden een
gunstig resultaat. Het wrak lag welis
waar onder water, maar het was nog
zeer gemakkelijk te bereiken. Het eerste
gedeelte van de buit werd door een
commissie van burgers, het volgende
gedeelte door de secretaris van Ter
schelling, een zekere Johannes Bran
denburg, naar Dén Haag gebracht.
Vier maanden achtereen heeft een Hen
drik Blom in het jaar 1801 in compag
nieschap met Urkers een groot aantal
munten geborgen. Op 11 november
haalden Terschellingers een vaatje met
5 baren goud op en 14 november volg
den nog 5 vaten met 28 baren goud, 18
losse baren zilver en een aantal spaanse
matten. Op 14 november 1814 liet de
„Lutine" zich, na 12 achtereenvolgende
bergingspogingen eindelijk één
spaanse mat afnemen „met kolen en
schelpen bewassen".
Men gaf de pogingen op tot 8 april 1821.
Toen werd de opperstrandvonder van
Terschelling, Eschauzier, gemachtigd om
verdere pogingen in het werk te stellen
voor 50 °/o van de opbrengst. Deze
Eschauzier pakte voor zijn tijd de zaak
grootscheeps aan en vertrok naar Lon
den om een echte duikerklok te kopen.
De regering belastte de kapitein ter
zee, H. I. Oud, met het toezicht.
Naar Londen.
Door deze voorbereidingen werd ook
de aandacht van de Engelse regering
op het gezonken schip gevestigd en het
gevolg was dat de Britse regering stap
pen ondernam om het Nederlandse ei
gendom te betwisten.
„Alleenlijk als een bewijs onzer vriend
schappelijke gevoelens voor het rijk
van Groot-Brittannië en geenszins uit
overtuiging van het regt van Engeland
op eenig gedeelte van voormelde lading"
bewilligde Willem 1 in het verzoek van
zijn bondgenoot George IV en het ge
hele gedeelte van de Nederlandse schat
werd overgedragen aan het Britse gou
vernement. De Engelse koning schonk
op zijn beurt het eventuele provenu aan
de Lloyds, welke maatschappij immers
ook het verlies had gedragen.
Nadat men het terrein nog eens uit
voerig in kaart gebracht had, werden
in 1860 de pogingen herhaald, maar de
„Lutine" hield zijn kostbaarheden ste
vig vast en door het vele zand, dat in
middels over het wrak was heenge-
spoeld, werden de opsporingen moei
lijker en moeilijker. Toch deed men nog
een belangrijke vondst. Het was de
scheepsklok van de „Lutine", 46 Neder
landse ponden zwaar, die toen omhoog
gehaald werd en sedertdien in de hall
van Lloyds te Londen bij belangrijke
scheepsrampen geluid wordt.
Een nieuwe uitvinding
Iemand, die met veel bravour in ernst
meende al het goud naar boven te kun
nen halen, was W. H. Termeulen uit
Bodegraven, die omstreeks 1867, na een
boekje over het probleem geschreven
te hebben, door het inspuiten van wa
ter het zand wilde wegspoelen en los
maken. Een duiker moest dan in de kuil
met drijfzand afdalen met een soort
brandspuit in de hand, waarmee hij ga
ten in de gewilde richting kon bo
ren om het goud te voorschijn te halen.
Alhoewel enkele proefnemingen werden
genomen, werd deze methode boven het
wrak van de „Lutine" nimmer toege
past.
In 1886 kwam men met 2 schelpenzui
gers het onder water opgehoopte zand
wegzuigen. Inderdaad kwamen er toen
verschillende delen van het wrak bloot
en konden er kogels, kanonnen en bal-
lastbroden bovengebracht worden. Ook
enkele munten kwamen door de slurf
omhoog, maar de hele poging bracht
toch een verlies van 11.216,
Zand naar de zandbank dragen.
Enige Engelse ingenieurs wisten het
beter Die gingen in 1894 in zee met
7000 zakken zand, weike zij in een
cirkel van 250 voet doorsnede om het
wrak probeerden te leggen, om aldus
een dam te maken, waarbinnen zij vei
lig konden vissen. Het was al laat in
het seizoen, zodat men in 1895 pas aan
het duiken toekwam. Toch waren er
nog 750 zakken zand nodig om de in
de wal geslagen gaten te dichten.
Resultaat Een paar munten en een
nieuwe zandbank
Een andere Engelse onderneming ver
scheen in februari 1911 met het ber
gingsvaartuig „Lyons" boven het wrak,
maar vertrok in december 1913 zonder
goud of zilver gezien te hebben.
Daarna waagden in 1924 nog enkele
Nederlandse ingenieurs een poging met
grijpers, doch de zee gaf geen schat
ten prijs, maar slokte wel hun kostbare
apparaten op
Nog enkele vruchteloze pogingen wer
den in de historie van de „Lutine" ver
meld. Bijvoorbeeld de toren van Bec-
kers. Hij wilde een kegelvormige ope
ning in de zeebodem zuigen, zodat een
duiker zonder overlast van storm en
stroom kon afdalen, maar de eerste
toren werd door de branding aan brok
ken geslagen en de tweede stelde de
duiker niet in staat, iets uit te rich
ten in de modderige kleimassa's van
de Westergronden.
Beter resultaat behaalde men vlak voor
de tweede wereldoorlog met de tinbag
germolen „Karimata", welke voor het
vertrek naar Banka de omgeving van
het wrak afbaggerde. 29 juli 1938 -trof
men de eerste goudstaaf in de zeef aan.
In totaal voor 1.121.000,werd op
deze wijze aan de elementen onttrok
ken.
Als het waar is, dat de „Lutine" des
tijds ca 120.000.000,aan boord had,
moeten er nog voor miljoenen op de bo
dem der zee liggen.