SUPERIEURE EPQX MARGARINE
Brillen
Vfe&S&h'
DAMES!
VAN HET POSTILJON
TOT TELEVISIETOREN.
Heden aanvang van de 2e WEEK
voor uw gratis pakje
ACTIE6 HALEN 5 BETALEN
Verlies van Indonesië
een economische meevaller
SOEST
PREDIKBEURTEN.
R.K. KERKDIENSTEN
HET HAAGSE POSTMUSEUM.
„In vroeger tijden -was de briefwisse
ling die gevoerd werd, slechts een frac
tie van die enorme lawines die mo
menteel door de posterijen worden ver
werkt en uiteraard kon alles veel een
voudiger en primitiever worden ver
werkt. Het postkantoor van een plaats
was gevestigd in het huis van de post
directeur en de mensen kwamen voor
zijn huis samen om daar hun brieven
af te halen".
Dit vertelt ons dr R. E. J. Weber, di
recteur van het Postmuseum te Den
Haag, wanneer hij ons rondleidt en
we voor een schitterende maquette
staan, die de situatie uit de door hem
genoemde tijd uitbeeldt. We zien een
huis geheel in de stijl van die tijd, de
directeur, die aan de deur de brie
ven uitdeelt en de mensen die deze
in ontvangst nemen, verschillende
reeds onder het weglopen nieuwsgierig
lezende. Ja, het was allemaal heel een
voudig en simpel.
hor'lqgerouwelier
WEEDESTR.e TEL.ZÏS8
SOESTDUK
De transorma-brievensorteermachine,
die de brieven verdeelt over niet min
der dan 160 vakken, een demonstratie
met voortreffelijke uitleg.
Wanneer wij verder wandelen, zien
we hoe alles zich ontwikkelde. Hoe er
tenslotte speciale gebouwen werden op
getrokken voor het postbedrijf en hoe
die gebouwen werden ingericht. Ma
quettes tonen ons deze gehele ontwik
keling, als ook hoe men voorschrij den-
de steeds efficiënter ging werken.
Een ander deel toont ons het vervoer
in de loop der tijden. Velen van ons
wisten waarschijnlijk niet, dat dit ver
voer door de posterijen niet in eigen
beheer werd verricht, doch dat zij dit
uitbesteedden.
Stalhouders e.d. gingen met de poste
rijen een contract aan, waarbij zij zich
verplichtten tot het vervoer van post
op nader geregelde dagen en uren.
In zo'n overeenkomst werd alles in
details geregeld, niet alleen de ver
plichtingen wat het vervoer betreft,
maar ook de kleding die de vervoer
der diende te dragen en alles wat daar
bij behoorde.
We zien de verschillende soorten van
vervoer en wel te voet, te paard, per
diligence, per trekschuit en wat er al
niet meer in de loop der tijden is ge
weest aan middelen van vervoer, tot
zelfs de hondekar toe. Platen, model
len en andere zaken tonen ons hoe
het in die tijden toeging. Ziedaar het
complete costuum van een postillon
uit de oude tijd. Zijn schitterende tuniek
en broek - alles volgens officiëel voor
schrift van de maatschappij - zijn ko
lossale zweep van lange leren stroken
met knopen erin en tenslotte zijn laar
zen.
Onverwoestbaar.
Die laarzen zijn een bezienswaardigheid
apart. Het zijn enorme zware blokken,
die vervaardigd werden door een meng
sel van was en hars om de normale
rijlaars te gieten. Hierdoor ontstond
een geweldig zwaar blok, dat de indruk
wekt van de zevenmijlslaarzen en van
de reus. Natuurlijk kon de postillon
hier niet mee lopen en wanneer hij
van zijn paard steeg, trok hij de laar
zen uit en liep op viltschoentjes.
Natuurlijk vroegen wij ons af waar
voor zulke dwaze laarzen nodig wa
ren. De posterijen gingen namelijk van
de idee uit, dat de post in ieder geval
op de bestemde plaats moest aankomen.
Zou het paard uitvallen, dan moest
de postillon absoluut in staat zijn des
noods te voet verder te gaan. De benen
van de man waren dus bizonder be
langrijk. De ruiters reden veelal bij
nacht en het gebeurde heus wel eens
dat een paard struikelde en viel.
Nu kunnen we ons wel indenken wat
er gebeurt wanneer zo'n zwaar paar-
delichaam zijdelings op het been van
zijn berijder terecht komt, de man kan
zijn benen breken en dat diende te
worden voorkomen, vandaar laarzen die
niet ingedrukt konden worden. Zouden
paard en man vallen, dan kon de pos
tiljon altijd zijn benen onder het paard
vandaan trekken en eventueel te voet
verder gaan als dat noodzakelijk zou
zijn.
We zien ook iets van het vervoer per
trekschuit, per postkoets en later per
auto. Er is zelfs een speciale afdeling
over de ontwikkeling van het brief-
lak met ingedrukt zegel, over de ont
wikkeling van de enveloppe, de brief
omslag dus, die het geschrevene voor
buitenstaanders geheim moest houden.
En zo zouden we dus kunnen doorgaan.
Technische ontwikkeling.
Wat de telegrafie betreft, zien we de
eerste seintoestellen en de verschillende
seincodes, die in de loop der tijden
in gebruik zijn geweest. We zien hoe
het seintoestel zich ontwikkelt tot het
moderne apparaat van heden.
In een ander deel van het museum
vinden we de afdeling telefonie. De
oudste telefoontoestellen werken nog
echt, want we kunnen met het ene
toestel het andere opbellen. We zien
de eerste eenvoudige centrale, waar
verbindingen tot stand gebracht kon
den worden en dan de ontwikkeling
in het moderne telefoonverkeer, de
automatisering, waarvan iedere tele-
foonbezitter nu regelmatig geniet.
Op voortreffelijke wijze en zeer een
voudig tonen reeksen kleine lampjes op
een groot wandpaneel aan hoe een
verbinding tot stand komt.
Ook televisie.
We zien er ook een verkleinde televisie
toren staat, voorzien van een werkende
straalverbinding. Ook hier wordt een
en ander duidelijk uiteengezet door
middel van een geheimzinnige stem,
die zelfs plotseling door een andere
luidspreker klinkt, wanneer we naar
een andere kant moeten kijken. Het
geluid komt dus van de kant waarop
de aandacht gevestigd moet worden. We
zien hoe de Eurovisie werkt. We zien het
beeld van een omroepster op het beeld
scherm en door het opsteken van onze
hand kunnen we de (echte) straalver
binding onderbreken. De werkelijkheid
wordt hier in miniatuur zo dicht mo
gelijk benaderd.
Ook zien we er een transorma brie-
vensorteermachine in werking, die de
post verdeelt over niet minder dan
160 vakken. Men kan de werking vol
gen terwijl lichteffecten de loop van
de brieven verduidelijken en een ge
sproken commentaar weerklinkt.
Uniek is de wijze van uitleg bij der
gelijke ingewikkelde technische appa-
raturen. Wanneer de bezoeker een stui
ver in een gleuf werpt, treedt het ge
hele uitleg mechanisme automatisch in
werking. Een stem vertelt in eenvou
dige bewoordingen wat er gebeurt en
hoe het gebeurt, gelijktijdig met de
automatische demonstratie. Op deze
wijze kan het publiek voorgelicht wor
den zonder dat er een rondleider bij is.
Het weerbericht.
We zien het telefonisch weerbericht.
Hierbij wordt de oudste in Nederland
gebruikte machine, waarop het weer
bericht gesproken werd, in werking
gesteld. De reusachtige stalen banden
van dit apparaat geven een duidelijke
indruk van de ontwikkeling van de
techniek in korte tijd, want thans wor
den de mededelingen vastgelegd op de
bandopnemer. In deze demonstratie is
steeds het nieuwste weerbericht ver
werkt.
De postzegelgalerij is op zich reeds
een bezienswaardigheid, want hier vin
den we de gehele postzegelcollectie van
Nederland compleet, alsook enorme
verzamelingen van vele andere lan
den. We zien er bijvoorbeeld ook de
oudste zegel ter wereld, de „one penny
black" uit 1840.
Het Nederlandse Postmuseum is een
unicum. Het omvat alle terreinen van
de P.T.T., alsook diverse nevengebie-
den. De manier waarop de moderne
technische mogelijkheden hier werden
uitgebuit om het expliceren tot een
aantrekkelijkheid te maken, verdient
een bizondere vermelding en maakt
dit museum tot iets aparts in zijn
genre.
Deze industrialisatie ging gepaard met
een verfijning van het produktieproces,
die het mogelijk maakte met kwaliteits-
produkten op de markt te komen.
Vooral onze textielindustrie, die door
het verlies van Indonesië het sterkst
leek te worden getroffen, heeft door
deze inwendige verbetering het verlies
van Indonesië schitterend weten te
compenseren. De soorten goederen, die
object zijn voor de buitenlandse han
del, zijn andere dan voor de tweede
wereldoorlog.
Landen, die voor de oorlog nauwelijks
betekenis hadden voor ons land, vor
men thans belangrijke afzet- of im-
portgebieden. Prof. Wytze Gorter onder
steunt dit met het nodige cijfermateriaal.
ONMIDDELLIJK UIT VOORRAAD LEVERBAAR BIJ DE FIRMA'S
Melkhandel Jak, Koninginnelaan 29, telefoon 2084, SOESTDIJK;
Levensmiddelenbedrijf E. J. Geurts, Steenhoffstr. 27, telef. 2385, SOEST.
De miniatuurtelevisietoren in het mu
seum met zijn „echte" straalverbinding.
1950 is een belangrijk jaar in onze va
derlandse geschiedenis. In dat jaar had
immers de souvereiniteitsoverdracht
plaats, die van Indonesië een zelfstan
dige staat maakte.
En de grote vraag waarvoor ons land
toen werd gegsteld was - welke econo
mische gevolgen zal deze tragische af
scheiding voor onze volkshuishouding
hebben
Nu, tien jaar later, zit ons land midden
in een periode van stijgende welvaart.
Onze industrie heeft zijn vleugels wijd
uitgeslagen, het nationale inkomen is
flink gestegen en de prognoses voor de
nabije toekomst zijn uitermate gunstig.
En dit alles ondanks het verlies van
Indonesië Over deze opmerkelijke ont
wikkeling van onze nationale economi-
mie schreef prof. dr. Wytze Gorter,
hoogleraar aan de University of Cali-
fornia te Los Angelos, kortelings een
belangwekkend artikel in het maand
blad ,,De Economist".
Zijn slotconclusie is, „dat het verlies
van Indonesië voor Nederland misschien
zowel in sociaal als economisch opzicht
gunstig heeft gewerkt"
Welvaart nam toe ondanks
verlies van Indonesië.
De wijze, waarop Nederland het verlies
van zijn rijkste kolonie wist te compen
seren, heeft ook in het buitenland gro
te indruk gemaakt. Zeker in België,
Frankrijk en Engeland, die in de afge
lopen jaren grote delen van hun rijken
verloren hebben. Verschillende Euro
pese regeringen gaan dezelfde proble
men tegemoet, die Nederland thans al
achter de rug heeft. Met een reeks cij
fermateriaal, in hoofdzaak ontleent
aan gegevens van het Centraal Bureau
voor de Statistiek, schetst prof. Wytze
Gorter de economische ontwikkeling van
Nederland na het verlies van Indonesië.
Uit deze cijfers kan gemakkelijk worden
geconcludeerd, dat de internationale
handel van ons land in het laatste
decennium aanzienlijk is gestegen. De
waarde van de uitvoer was in 1948 maar
2.719 miljoen tegenover 12.226 mil
joen in 1958 Zelfs na correctie van
het toenemende prijsniveau zijn de in-
en uitvoerwaardecijfers in belangrijke
mate hoger dan vóór het verlies van
Indonesië.
Deze uitbreiding van onze internationale
handel kwam tot stand ondanks het
verlies van Indonesië, dat vooral voor
de oorlog een belangrijke plaats innam
in onze economie. In 1949 nog kwam
7,6 °/o van de totale Nederlandse in
voer uit Indonesië. In datzelfde jaar
was 10,2 °/o van onze export bestemd
voor dit land. In 1958 bedroeg dit cij
fer nog slechts 0,9 °/o.
Ondanks deze sterke daling van de
handel tussen Indonesië en ons land gaat
het Nederland economisch echter naar
den vleze. Vergeleken met voor de
oorlog, toen wij Indonesië dus nog wel
hadden, is onze volkshuishouding op
veel hechtere basis komen te staan.
Over de verrassende ontwikkeling, die
toch menigeen ten tijde van de souve
reiniteitsoverdracht niet had kunnen
voorzien, lanceert prof. Wytze Gorter
enkele interessante opmerkingen.
Industrie verzette de bakens
tijdig.
Volgens de Amerikaanse hoogleraar is
de industrialisatie van Nederland, die
het karakter van onze volkshuishouding
sterk heeft veranderd, er de oorzaak
van dat wij minder afhankelijk van
Indonesië zijn geworden.
Zo is de handel met Afrika en het na
bije oosten belangrijk gestegen. In de
dertiger jaren droegen deze landen
slechts 1,2 van alle invoer bij, thans
ongeveer 7 °/o. Ook de uitvoer naar
deze gebieden steeg aanzielijk. Onze in
voer uit Zuid-Amerika steeg weinig,
uit de V.S. ook niet zoveel, maar onze
uitvoer naar deze gebieden steeg aan
zienlijk, naar latijns-Amerika zelfs met
bijna 100 Door deze veranderingen
in het geografisch verspreidings-gebied
van onze buitenlandse handel konden
de verliezen, voortspruitend uit het ver
lies van Indonesië, ruimschoots gecom
penseerd worden. Men kan stellen, dat
Nederland Indonesië verloor op het
moment dat het economisch zo sterk
was geworden en de oriëntering van de
Nederlandse industrien, dus ook van
de handel, reeds zodanig was veranderd,
dat ons land dit verlies zonder nare
konsekwenties vermocht op te vangen.
DE ZAAK M.P.
Het is begrijpelijk dat regisseur Bert
Haanstra, na het succes van zijn eer
ste speelfilm Fanfare, aan een tweede
film beginnen zou. Dat is dan ook ge
beurd en een bijzonder gezellige „Zaak
M.P." is het resultaat.
Aanvankelijk dacht men dat deze let
ters M.P. iets te maken hadden met de
militaire politie, maar al gauw werd
bekend, dat het de initialen van het
beroemde Brusselse manneke zijn.
D'it ongegeneerde kereltje doet nu al
jarenlang openlijk wat iedere man in
afzondering doet en iedereen heeft daar
schik van.
Albert Mol, Ko van Dijk, Mieke Ver-
straete, Ingrid Valerius, Julia de Gruy-
ter, Kees Brusse en enkele andere be
kende artisten werden door Haanstra
aangezocht om een rol in deze film
te vullen en zij deden dit met veel ple
zier en vakmanschap.
Camille is een schuchtere jongeman.
Hij is verliefd op een jonge verpleegster,
die een soort orkaan van een vader
heeft. Hij vindt Camille een lummelige
jongen en echt geen man waaraan hij
zijn dochter Denise wil toevertrouwen.
Vader Philidoor is idolaat van het
Manneke, dat voor hem alle goede Bel
gische tradities vertegenwoordigt en hij
is ook gek op voetballen, zodat hij zich
een België-Nederland-wedstrijd niet
laat ontgaan.
Vooraf schopt hij heibel met Camille en
noemt hem smalend „held van Water-
loo".
Camille gaat zijn nood klagen bij zijn
tante Leontien, die in het begijnhof
woont. Daar rijpt bij hem het plan het
Manneke te stelen, het zogenaamd op
te sporen en daardoor inderdaad een
held te worden, die het kostbare kerel
tje uit de handen van rovers ontfutselde.
Brussel is in rep en roer als de verdwij
ning van het beroemde monumentje be
kend wordt en Camille zit in zak en as
omdat hij niet weet wat hij nu moet
gaan doen, Philidoor en zijn vrienden
zijn woedend en zij willen als repres-
saillemaatregel in Nederland een beeld
je gaan stelen, want er wordt beweerd
dat Hollandse studenten M.P. geroofd
hebben. Intussen probeert Camille M.P.
naar Nederland te smokkelen.
Het is niet nodig de afloop van dit leuke
drama precies uit de doeken te doen
en het zou ook teveel papier eisen.
Er ontstaan ingewikkelde en zeer ko
mische situaties aan de grens. Er wordt
verwoed gestreden met douaniers, maar
tenslotte wordt Camille toch de held
van de dag en hij kan het meisje van
zijn dromen trouwen.
ROOIE SIEN.
Het is natuurlijk mogelijk, dat velen va»
de ruim honderd bezoekers, die woen*-
dagavond naar de opvoering van „Roole
Sien", door het Amsterdamse Volksto
neel gekeken hebben, genoten van de
belevenissen, die deze rode dame ea
haar medespelers voor het voetlicht
brachten.
Maar dan zal het om het goede spel
van Beppie Nooy en haar groep ge
weest zijn, want het dramatische gege
ven was wel erg overjarig en uit de
tijd. Volkstoneel in deze vorm deed het
50 jaar geleden uitstekend, maar de
mensen zijn teveel opgevoed door radio,
televisie, sport enz. om nog tranen in
de ogen te krijgen als een juffrouw met
een wat wiebelachtige reputatie haar
leed en verlangen naar geluk uitsnikt.
D'e eerste Rooie Sien is de moeder van
de tweede Rooie Sien en het arme mens
komt gewelddadig aan haar eind als
haar man Ko haar om zeep helpt, wan
neer blijkt dat zij de voorkeur aan de
vlakte geeft boven een leven met deze
„oppassende werkman", die haar juist
van deze vlakte weggehaald heeft 01»
haar te huwen.
Ko gaat natuurlijk het gevang in en zijn
dochter - Rooie Sien de tweede - wordt
opgevoed door haar grootouders.
Ook brave en oppassende mensen, maar
dat rooie kind wil net zo min als haar
moeder en ook haar wacht de vlakte.
Ze treft het niet met haar geliefde,
een verlopen sujet, en de attenties van
een zatladder, die natuurlijk een rijke
baron is, zeggen haar ook niets. Zij
hunkert slechts naar werkelijke liefde
en die is schaars op de vlakte.
Haar vader wordt ontslagen en hij gaat
op zoek naar zijn lieve dochter. Hevige
scenes, felle verwijten, maar Rooie Sien
twee gaat inzien dat Rooie Sien één gee*
lief diertje was. Zij vergeeft haar vader,
verlaat de vlakte, waarna papa en doch
ter besluiten nog iets van hun leven te
maken.
Goed spel, veel ambitie bij de speelster»
en spelers, een vriendelijk publiek, dat
geen rel begon zoals in Weesp, maar
het volkstoneel in deze tijd is uit da
tijd. In ieder geval met stukken al»
„Rooie Sien".
NED. HERV. KERKEN.
Oude Kerk
10.15 uur ds H. Roest. H. Avondmaal.
7 uur ds B. Maarsingh. H. Avondmaal.
Emmakerk
10.15 uur ds B. Maarsingh. H. Arondm.
7 uur ds H. Roest. H. Avondmaal.
Zonnegloren
10 uur mevr. ds E. B. Y. Holtrop va»
Olst.
Heeskapel
10 uur ds W. R. Ambrosius. H. Avonds»
Eikenhorst.
7 uur ds K. H. Meijer. H. Avondmaal
HERV. (GEREF.) EVANGELISATIE.
9 en 4.30 uur ds G. den Boer v. Hulzen.
GEREFORMEERDE KERKEN.
Julianakerk
10 uur ds H. J. Lambers Heerspink.
Bed. H. Avondmaal.
5 uur ds H. J. Lambers Heerspink.
Bed. H. Avondmaal en dankzegging.
Wilhelminakerk
10 en 5 uur ds C. M. van der Loo.
Bed. H. Avondmaal.
GEREF. KERK (geb. „Eltheto").
8.30 en 3 uur ds W. Borgdorff v. Baar»
Viering H. Avondmaal.
CHR. GEREF. KERK.
10.45 en 6.15 uur ds P. de Smit.
GEREFORMEERDE GEMEENTE.
Kleine Rembrandtzaal.
10 en 5 uur leesdienst.
VER. VAN VR1JZ. GODSDIENSTIGEN.
Kerkgebouw Rembrandtlaan 20.
10.30 uur mej. C. E. Jolles.
DOOPSGEZINDE GEMEENTE.
Oranje Hotel.
10.30 uur ds H. C. Valeton va» Drie
bergen.
EVANG. LUTH. GEMEENTE.
Chr. Ulo-school, Pr. Bernhardlaan ïlo.
10.30 uur ds W. F. Schröder.
VRIJE EVANG. GEMEENTE.
Prins Bernhardlaan 2, Soestdjjk.
10 uur zondagsschool.
BAARN.
DOOPSGEZINDE GEMEENTE.
Eemnesserweg 63b.
10.30 uur mr J. v. d. Hoeven van Soeat-
dijk.
EVANG. LUTH. GEMEENTE.
Kapelstraat.
10.30 uur ds D'. Solinger van Haarlem.
LEGER DES HEILS.
De Wetstraat 25, Baarn.
10 en 8 uur openbare bijeenkomsten.
11.30 uur jeugdbij eenkomst.
7.30 uur Stonde van gebed.
7 en 11 uur H.H. Missen. 9 uur Hoogmis.
7 uur Lof.
fn de week H.H. Missen om 7 en 8 uur.
KERK SOESTDIJK, B. Grothestraat.
7.30 en 11 uur H.H. Missen. 9.15 uur
Hoogmis. 6.30 uur Lof.
In de week de H.H. Missen om 7 en 8 u.
KERK SOEST-ZUID. SL Willibrordus-
straat.
7.30 en 9 uur H.H. Missen. 10.30 uur
Hoogmis. 6 uur Lof.
In de week H.H. Missen om 7 e* 8 uur.