TREINRAMP DRUKTE STEMPEL OP SOEST I Sergeant le klas Th* KL Roland verongelukt* De heren Schootemeijer en Magito gered* Teraardebestelling Th. H. Roland. VRIJDAG 12 JANUARI 1962. 41e JAARGANG no. 3 Verschijnt iedere dinsdag en vrijdag. Abonn. p. kwart, 2,10 - per post 2,25 UITGAVEDRUKKERIJ SMIT SOESTDIJK BUREAU VOOR REDACTIE EN ADMINISTRATIE VAN WEEDESTRAAT 29A, SOESTDIJK TELEFOON 2566 GIRO 126156 Steeds sterker maakt president Soekar- no de Indonesische aanspraak op Nieuw-Guinea tot een dictatoriale dwangmethode, waaraan alleen maar onderwerping of anders oorlog mogelijk is. Het lijkt wel of de Nederlandse bereidheid om zonder voorwaarden tot onderhandelingen te komen, de heer Soekarno alleen nog furieuzer heeft ge maakt. Het schijnt alsof hij van onder handelingen helemaal niets wil weten, de kwestie persé niet langs minnelijke weg tot een oplossing wil doen komen en zelfs hoopt op een gewapend conflict. Alles wijst daarop en deze methode is kenmerkend voor de dictator onder wienst bewind de toestanden in zijn land zich niet bijzonder rooskleurig ontwikkelen. Het is dan de al zo vaak toegepaste methode van iedere dicta tuur om de aandacht af te leiden van de binnenlandse situatie door een be dreiging van buitenaf op te roepen, waaraan alleen gewapenderhand weer stand kan worden geboden en dat de oorzaak krijgt van alle narigheid in het land. Soekarno is in machtswellust gaan zwijmelen sinds hij voorttl van Rusland flinke versterkingen van zijn militair apparaat heeft verkregen. Met die vliegtuigen en schepen is hij zich onoverwinnelijk gaan voelen en zoekt hij de gelegenheid om dat te bewijzen. Hij ziet dat als de prachtigste gele genheid om zich als een machtig heer ser voor te doen en raakt daardoor steeds meer verwijderd van de werke lijkheid. Hij beseft niet, dat de ontvan gen wapenen hem nog maar een zeer beperkte kracht verlenen. Hij weet, dat zijn aantal vliegtuigen en zeker zijn aantal manschappen .veel groter zijn dan waarover Nederland in Nieuw-Guinea kan beschikken. Met die overmacht in getal voelt hij zich nu ontzaglijk sterk en dat zou hij ook gïaag willen bewijzen, - ter vermeerde ring van eigen glorie, aanzien en macht. Hij is bereid duizenden Indonesiërs de dood in te jagen, om temidden van vol gende duizenden te kunnen triomferen. Hij kan en wil zelfs niet meer inzien, dat dit toch nog weieens op een te leurstelling zou kunnen uitlopen. Po litiek mag hij over strategisch inzicht beschikkken, op militair gebied is dat bepaald niet het geval. Maar zijn me dewerkers zullen geen twijfel durven opperen, want die wil de dictator be paald niet horen. In deze door Soekarno opgeroepen psy chose van oorlogsdreiging zijn velen in Nederland geneigd te zeggen geef hem gauw zijn zin, want Nieuw-Guinea be tekent voor ons niets, is dus zeker geen oorlog waard en laat de Papoea's maar zelf zien wat ze er van maken. Het is een wel begrijpelijke maar desalniet temin funeste reactie. Deze vredelievenden gaan in hun af schuw van de oorlog (en wie veraf schuwt die nietdus zo ver, dat ze daaraan desnoods alle mensenrechten willen opofferen. Zij alleen zijn mis schien vurige aanhangers van het prin cipe der Verenigde Naties, maar zij zijn dan toch de eersten die de voor naamste regel van het Handvest der Ver. Naties overhoop willen gooien, nl. het zelfbeschikkingsrecht der volken en de bescherming van de rechten van de mens. Zij willen in hun uit angst ge boren vredelievendheid al het recht maar ten offer doen vallen aan het ge weld. Veronderstellen zij werkelijk dat de wereld er daardoor beter zal gaan uitzien, dat zij daarmede de vrede in de wereld dienen Zij zullen toch moeten erkennen, dat zij juist mede de grond slag aan het bestaan der Verenigde Naties ontnemen en dus de oorlogs kansen in de wereld helpen vergroten. Het is wel een vreemde situatie waarin Nederland door Soekarno's oorlogs dreiging is geraakt. Om een stuk land dat wij helemaal niet graag willen bezitten of beheren, dat ons alleen maar tot een last is, zouden we dan gedwongen worden strijd te levefen óf het eerloos over te dragen aan een dictator, die het recht reeds vele ma len met voeten heeft getreden en er toch nog liever oorlog om zou voeren. Die eerloze overgave, zonder onderhan delingen, zonder enig beding ten aan zien van de rechten der Papoea's, strijdt tegen ons gevoel van recht, van bil lijkheid en van wat goed is. Met zo'n overgave dienen wij geen enkel belang, zelfs niet dat van Soekarno, want die hoopt op een gevecht. Wij zouden er wel ons aanzien in de wereld mee scha den en, wat nog erger is, zeker ons Rouw heerst in vele gezinnen om het verlies van een familielid, dat omkwam of zwaar gewond werd bij de gewel dige spoorwegramp, die maandag bij Harmeien plaats vond. Reeds berichtten wij dat de heren R. P. Schootemeijer, Van Lenneplaan 67, en A. J. Magito, Kerkstraat 47, op won derbaarlijke wijze gered werden. De heer Th. Roland, van wie men enige tijd niet wist waar hij zich bevond, verloor bij deze ramp het leven. De sergeant eerste klas van de lucht macht Th. H. Roland was voor vele Soester ingezetenen Theo Roland, de sympathieke aanvoerder van K.P.S. Een jaar of tien geleden maakte de heer Roland deel uit van de brigade Soestdijk der Koninklijke Marechaus see en hij voetbalde dan ook al tien jaar voor de vereniging van het paleis. Bij het vertrek van de heer J. Jurri- ens werd hij aanvoerder van het eerste team. De heer Roland volgde een cursus voor sergeant-majoor te Vlissingen. Maandag morgen bevond hij zich in de trein naar Rotterdam, die bij Harmeien veronge lukte. Hij werd zwaar gewond naar het ziekenhuis in Woerden gebracht, waar hij overleden is. Pas na zijn overlijden kon hij geïdentificeerd worden omdat hij zijn papieren kwijt geraakt was. De heer Roland was gehuwd en hij had twee kinderen. De heer R. P. Schootemeijer bevond zich in de huiskamer toen wij hem be zochten. Hij heeft vrij geringe verwon dingen, maar is onvoorstelbaar moe en zijn gehele lichaam is pijnlijk. Hoe kan 't ook anders als men van zijn plaats wordt geslingerd door de enorme botsing die 'n trein veroorzaakt als hij met 'n vaart van 120 km op een andere trein rijdt. Omstreeks negen uur stapte de heer Schootemeijer maandagmorgen in het tweede gedeelte van de eerste wagon van de trein die een goed kwartier la ter zou verongelukken. De trein had enige vertraging en kort voor het ver trek stapten nog vele passagiers van een andere trein in, die wat te laat aangekomen was. Het viel de heer Schootemeijer op dat de trein met een enorme snelheid reed, maar op zich zelf was dit niet onrustbarend. De snelheid nam af toen de machinist even remde. De heer Schootemeijer kreeg niet de indruk dat dit remmen op on heil wees. Ook de tweede en derde - - .Ir - 1, v i maal leek het er niet op dat gei^iar dreigde, want opni.uw was het remmen niet bijzonder krachtig. Toen kwam de enorme klap, waarvan niemand eigen lijk iets kan navertellen. Toen de heer Schootemeijer bij zijn po sitieven kwam za. hij in een hoekje van de wagon, ie schuin omhoog stond. Eerst zag h niemand maar even later bemerkte bij een militair, die over de wrakstul ken door een raam naar bmten kis X. Vrij gemakkelijk kon de heer Schootemeijer zich uit de ravage loswerken en hij volgde de mi litair door het raam. Hij kon zich met enige moeite op de wagon werken die boven op de locomotief geschoven was en bemerkte toen pas dat hij aan het hoofd gewond was door het bloed dat vrij rijkelijk vloeide. Even was hij ongerust maar er moest gehandeld wor den, want hij bevond zich op een tien tal meters boven de grond in een vrij hachelijke positie. Hij volgde opnieuw de militair, die op handen en voe ten over de wagen kroop en zich enige meters kon laten zakken. De heer Schootemeijer deed hetzelfde en met behulp van enige militairen bereikte hij de grond. Men deed een pluk watten op de hoofdwonden en met de strop das van het slachtoffer werd deze op zijn plaats gehouden. Rijen doden en gewonden boden een vreselijke aanblik, zodat het aanbod naar een nabijgelegen boerderij te gaan voor de heer Schootemeijer een verlos sing betekende. Daar werd hij geholpen door een arts. De heer A. J. Magito lag in bed toen wij hem bezochten. Ook hij heeft hoofdwonden en enige ribben zijn ge kneusd. Hij moet in dezelfde wagon als de heer Schootemeijer gezeten heb ben, maar zijn belevenissen waren ge heel anders, al is ook hij in het r.k.-zie- kenhuis in Woerden geweest en even eens met een taxi thuisgekomen. Ons gesprek ging aanvankelijk over een merkwaardigheid in de berichtgeving, die de heer Magito opgevallen is toen hii nagenoeg op verhaal gekomen was om kranten te lezen. De indruk wordt daarbij gewekt dat de wagon achter de locomotief een eerste-klas-rijtuig was, maar de heer Magito weet dat dit niet zo is en ook de heer Schootemeijer noemt een wagon tweede klas als eer ste. Nu was dit een oude wagon met veel hout en aan de hand van de foto's kon de heer Magito aantonen dat juist deze wagon tot een enorme hoop schroot werd, die na de ramp op de locomotief hing. Hij krijgt dan ook de indruk dat juist in deze wagon tien tallen slachtoffers gevallen zijn. Waar schijnlijk was deze wagon veel minder bestand tegen de enorme klap dan de ander wagons. Het rammen voordat de ramp plaats vond maakte op dè~ heer Magito wel de indruk dat het gedaan werd door een man die plotseling geconfronteerd werd met een groot gevaar. Tijd om hierover na te denken was er echter niet, want direct viel de klap die de wagon op de locomotief smeet. Toen de heer Magito bij kennis kwam hing hij als aan een trapeze. Zijn voet zat beklemd en drukte op het onder lichaam van een zwaargewonde mede passagier. Aan het smekend verzoek deze weg te halen kon de heer Magito slechts voldoen met de hulp van deze gewonde, die de voet inderdaad vrij kreeg en kort daarna stierf. Het dak was opengescheurd en ook de bodem en hierdoor verliet de heer Magito kruipend de wagon. Hij kwam langs een meisje dat muurvast geklemd zat en die hij niet kon helpen. Op de locomotief hing echter een man die wel geholpen kon worden. „Jan je laat me toch niet in de steekriep hij toen hij de heer Magito zag. Deze her kende de man in de hachelijke positie als de heer Gerritsen uit Amersfoort, die geen vreemde voor hem was en hij ondersteunde zijn lichaam dat aan een arm hing. De heer Gerritsen dacht dat hij beide benen kwijt was, maar ge lukkig bleek later dat deze gebroken waren. Met grote kracht rukte de heer Gerritsen zijn arm los waarbij deze ernstig gewond werd en de heer Ma- „Merdeka" schijnt in Indonesië de zelfde plaats in de nemen als „Grüss Gott" in sommige delen van Oostenrijk en Duitsland, zodat de Nederlandse re gering weinig succes zal hebben met haar protest tegen het optreden van ambassadeur Jones, die in aanwezigheid van Soekarno dit woord tot een grote menigte Indonesiërs riep. Hijzelf heeft tenminste gezegd dat hij dit woord zal blijven gebruiken en er bestaat kans dat de Amerikaanse regering zegt „Mag het misschien Het is natuurlijk vervelend voor ons allemaal, maar het begint erop te lij ken dat ons land - en daarmee onze regering - zo ongeveer in de positie komt van een man die ruzie heeft met zijn buurman, ervan overtuigd is dat hij 't grootste gelijk van de vismarkt heeft en dat van iedereen in de straat wil horen, ook al interesseert niemand zich voor zijn moeilijkheden. Jones is een Amerikaan, die het vast leuk vindt zich in Indonesië popu lair te maken. Daarom zegt hij graag Merdeka, zoals hij in Oostenrijk of Duitsland „Grüss Gott" zou zeggen. Ik kan me heel goed voorstellen dat me neer Jones totaal geen begrip kan op brengen voor onze belangen in Nieuw- Guinea. Waarschijnlijk vindt hij het heel gewoon dat Indonesiërs en Pa poea's, die meer van elkaar weg hebben dan Indonesiërs en Nederlanders, ver der samen door het leven gaan. Merdeka klinkt velen bijzonder sym pathiek in de oren, want iedereen houdt van vrijheid, maar voor anderen klinkt het als Heil Hitier. Daarom is natuur lijk geprotesteerd, maar het is de vraag of dit veel helpen zal. KANTMAN. gevoel van eigenwaarde en van wat recht en goed is. Er is nog enige hoop, dat Soekarno door krachten van buitenaf toch nog van een aanval wordt weerhouden. Bij eventuele onderhandelingen zal hij dan echter zijn eisen wel weer zo hoog stellen, dat hiervan weinig vrucht te verwachten is voor ons gevoel van wat recht en billijk is voor de Papoea's. Slechts interventie van Amerika of van de Verenigde Naties kan de oplossing nog ten goede keren. Hopen we, dat die krachten inventief en sterk genoeg zul len blijken om oorlog te voorkomen en een redelijke oplossing te bewerkstel ligen. I De heer Schootemeijer werd meegeno men naar het r.k. ziekenhuis te Woer den, geregistreerd en verzorgd, waarna hii een verpleegster verzocht zijn vrouw te bellen. Zelf was hij niet in staat met haar te spreken, maar de zuster kon haar meedelen dat haar man de ramp overleefd had. Dat was om kwart over elf, terwijl mevr. Schootemeijer nog helemaal niet wist dat er een ramp plaats gevonden had. Een goed uur later werd haar man per taxi thuis gebracht. Pikzwart onder het bloed, vol splinters, ontvellingen en bloeduitstortingen, zonder tas, zonder bril, zonder hoed en met gehavende kleding, maar dat gaf allemaal niets. Dokter Stroband werd gewaarschuwd en deze constateerde dat de heer Schoo temeijer niets gebroken had. Rust zal wonderen doen en de tijd zal ervoor moeten zorgen dat de vreselijke herin nering aan dit ontzettende gebeuren enigermate vervaagd. I gito kroop enige meters met zijn zware last weg. Zijn voet raakte opnieuw klem maar hij kon deze bevrijden. In tussen stroomde het bloed, dat uit de wonden van de heer Gerritsen stroomde over hem heen. Liggend op de locomotief wachtte de heer Gerritse op de hulp die de heer Magito voor hem ging halen. Hij had het koud en kreeg een jas van iemand die zich om dit kledingstuk niet be kommerde nu hij er iemand mee helpen kon. Spoedig lag de zwaargewonde nu op het gras naast de baan. De heer Magito ging naar de keet, die bijna door de ontspoorde treinen ver morzeld was en later op het nippertje aan verplettering door een wagon ont kwam. Hij kreeg thee van een wegwer ker en werd in een bestelwagen naar Woerden gebracht, nadat hij twee maal zijn plaats had moeten afstaan aan een zwaargewonde. De ontvangst in 't r.k. ziekenhuis was bijzonder goed. Een kort onderzoek wees uit dat de heer Magito wel enige hoofdwonden had, maar tegen vervoer per taxi was geen bezwaar. Een vriendelijke zuster wilde 't besmeurde gezicht van de heer Magito wat toonbaar maken, maar deze had al gauw gezien dat er belangrij ker dingen te doen waren en smerig en wel ging hij naar Soestduinen, waar zijn dochter werkt. Hij haalde haar op om te voorkomen dat zijn vrouw zou schrikken bij de aanblik van een man, die ontoonbaar was. Vreugde in twee gezinnen om een won derbaarlijke redding, maar de vreugde doet de beide geredden niet vergeten dat zovelen rouw dragen om het verlies van verwanten en zovelen zwaar ge wond zijn. En ook niet dat er op prach tige wijze hulp geboden is door hon derden, die zich volledig ingezet hebben voor het redden en verzorgen van hen die de ramp overleefden en het bevrij den van vele tientallen doden en zwaar gewonden uit deze enorme staalruïne, die de grootste uit de geschiedenis van de Nederlandse Spoorwegen was. Hedenmorgen is het stoffelijk overschot van de heer Th. H. Roland met militai re eer op de r.k. begraafplaats aan de Steenhoffstraat ter aarde besteld. Voor af werd in de r.k. kerk te Soest-Zuid een mis van requiem opgedragen door pastoor R. Lommerse. Het stoffelijk overschot van de heer Roland was hier opgebaard. De Nederlandse driekleur dekte de kist en op het deksel lag de uniformpet van de overledene. Bij deze plechtigheid werd het gemeen tebestuur vertegenwoordigd door de ge meentesecretaris, de heer J. J. J. M. Festen en wethouder dr D. J. P- Oranje omdat de burgemeester buitenslands is. Tijdens de plechtigheid werd de doden wacht betrokken door zes militairen. In de geheel gevulde kerk bevonden zich vertegenwoordigers van de Spoor wegen, luchtmachtafdelingen en squa drons, de verenigingen K.P.S.B.D.C. en S.P.S.V. en vele militairen. Na de kerkelijke plechtigheid werd op het orgel het Wilhelmus gespeeld. Door twaalf collega's werd de kist naar de auto gedragen waar een erepeleton van tambours, trompetters, gewapende en on gewapende militairen wachtte. Op een jeep bevonden zich 16 kransen, waaron der van Gemeentebestuur en N.S. Over de Nieuweweg en de Molenstraat ging de lange stoet naar de r.k. begraaf plaats aan de Steenhoffstraat, waar met een salvo een laatste groet gebracht werd en een luchtmacht-aalmoezenier de absoute verrichtte.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1962 | | pagina 1