Het bestuur van gemeente. ferwiSBe m de vrede. Officiële mededelingen. HET OOG GEDICHT OP EEN TRIEST RECORD. v:'."" VRIJDAG 4 MEI 1962. 41e JAARGANG no. 36. soester(Tourant Verschijnt iedere dinsdag en vrijdag. Abonn. p. kwart, 2,10 - per post 2,25 UITGAVEDRUKKERIJ SMIT SOESTDIJK BUREAU VOOR REDACTIE EN ADMINISTRATIE VAN WEEDESTRAAT 29A, SOESTDIJK TELEFOON 2566 GIRO 126156 Zeventien jaar geleden werden de laat ste delen van ons land bevrijd en kwam er een einde aan de tweede wereldoorlog. De vrede, bezegeld door een vredesverdrag, zoals men zou me nen dat hieruit moest voorkomen, is in de 17 jaren nadien echter niet be reikt. De tweede wereldoorlog, nog gruwelijker dan de eerste, schijnt de wereld zelfs nog weinig te hebben geleerd in elk geval niet hoe men de vrede moet bewerkstellingen. De spanningen zijn in de afgelopen 17 jaren weer van jaar tot jaar toegeno men. Wederom staat een vrije democra tische wereld tegenover een zich op dringend dictatoriaal bewind en het wantrouwen tussen die twe machten is tot angstige hoogte gegroeid en be heerst de ganse aarde. Al verheugen wij ons in Nederland weer in 'n vrij land te zijn, wij leven er tevens in het besef, dat aan de vrede en aan de vrijheid plotseling weer een einde kan komen. Weer bestaat de kans, dat op een kwade dag horden uit het oosten onze landsgrenzen zullen overschrijden en de levenskans voor ons volk dan nog kleiner zal zijn dan die tussen 1940 en 1945 was. Het enige wat wij uit de vorige oor log leerden, is misschien dat neutrali teit en met blote handen blijven staan, ons niet vrijwaart tegen agressie, onder- werping en slavernij. De meesten van ons zijn wel tot de conclusie gekomen, dat de vrijheid haar verdediging eistdat wij dat vrijheids gevoel strijdbaar moeten maken, willen wij kans hebben de vrijheid te kunnen behouden. Immers alles in de wereld kan alleen maar groeien en gedijen indien er voor gewerkt en voor gestre den wordt. Iedere zaak, hetzij van maatschappelijke of van ideële bete kenis, die men maar laat gaan, die men n:et verjongt, waarvoor men niet werkt en niet vecht, zal langzaam maar ze ker afsterven. Dat geldt ook voor de idee van de vrijheid, die wij zo be minnen. Nochtans zijn er in de vrije wereld voortdurend krachten werkzaam, die de vrijheid wederom met blote handen willen laten staan tegenover de agres sieve ideologie van het oosten. Zij gaan uit van de ethische gedachtengang, dat het goede voorbeeld goed zou doen vol gen, Wij zouden allen willen, dat dit ook het geval mocht zijn Maar de harde werkelijkheid is anders. Alles wat zwak is, moet nu eenmaal ten on der gaan. Het is een les die de natuur ons leert en waar de mensheid nim mer iets aan kan veranderen. Wil die ethische gedachte van nooit vechten, van vredelievendheid, van eer bied voor de medemens, blijven be staan, dan zal men zelfs bereid moeten zijn ook daarvoor te vechten desnoods gewapenderhand, tegen de brutale krachten die ook deze vrijheid van denken en handelen willen vernietigen. Het ook de andere wang toekeren heeft bij een dictatoriale, agressieve tegenpartij alleen maar tot gevolg, dat ze u het gehele hoofd afslaat. Willen -wij, wil het westen de vrede be waren, de oorlog voorkomen, dan zal het dagelijks moeten tonen desnoods be reid en in staat te zijn daarvoor te vechten, terwille van het behoud van de vrijheid. Helaas moeten wij dan een bewapening op peil houden, die nim mer onderdoet voor die van de tegen partij. Men meent wel eens, dat juist de be wapeningswedloop de oorlog uitlokt, doch dat is logischerwijze pas het ge val wanneer een der partijen zich zwakker toont dan de ander. Een oor log waarvan men bij voorbaat niet kan verwachten dat ze zal worden ge wonnen, begint geen enkele natie. Be reidheid tot de strijd blijft dus de eni ge mogelijkheid om de vrede te win nen. Wanneer dit wordt volgehouden, zal eens de tijd aanbreken, waarin de partijen vermoeid raken van hun in spanning. Misschien is die tijd niet eens zo heel ver meer. Wederom gedenken wij hen, die in de laatste oorlog hun leven verloren bij hun strijd tot het herwinnen van de vrijheid. Als wij geleerd hebben dat vrijheid niet iets is dat men wint om daarna weer te vergeten, dan dienen wij nu dagelijks bereid te zijn, ons leven daarvoor te geven als het moet, anders zijn wij hun offer en deze vrijheid niet waard. Laten wij deze vijfde mei zien als een stimulans om die gedachte verder uit te dragen. XV J. K. de Bruin. De heer J. K. de Bruin werd in 1958 voor de V.V.D. in de gemeenteraad ge kozen en in de afgelopen vier jaar heeft hij getoond een aanwinst voor het bestuurscollege van onze gemeen te te zijn. Met veel belangstelling heeft hij het werk verricht dat voor een raadslid met verantwoordelijkheidsgevoel te verrichten valt en diverse malen is ge bleken dat hij er niet voor terugschrok heilige huisjes aan te vallen als het gemeenschapsbelang dit nodig maakte. De heer De Bruin vindt het prettig dat hij opnieuw een plaats op de kandida tenlijst van de V.V.D. gekregen heeft, want naar zijn mening is een periode van vier jaar niet toereikend om goed ingewerkt te raken. Artikel 1 van de gemeentewet luidt ,.Het bestuur van elke gemeente be staat uit een raad, een college van B. en W. en een burgemeester". Dit artikel acht de heer De Bruin van zeer groot belang en hij vindt het spijtig dat deze belangrijkheid niet voldoende tot de burgerij in het algemeen en tot vele raadsleden in het bijzonder doordringt. Zij zijn er zich veelal niet van bewust dat dit artikel een mooi democratisch recht verschaft onze kleinste bestuur- vorm wordt door de inwoners van een gemeente zelf gekozen en zij zijn er zelf in vertegenwoordigd. De heer De Bruin is van mening dat er raadsleden zijn die er niet voldoende van bewust zijn dat zij deel uitmaken van het bestuur van de gemeente. Dit kan ertoe leiden dat de raad te passief is. Het gevolg is dan vaak dat een burgemeester of een wethouder de ge meente bestuurt en vijftig jaar gele den is dat wel eens door een veld wachter gebeurd. Ook in Soest kan men spreken van een zekere passiviteit van de raadsleden, die ondermeer tot uiting komt door het feit dat nagenoeg alle voorstellen die behandeld worden van het college van B. en W. komen en zelden of nooit uit de raad. Passiviteit is er ook bij de burgerij. Niet alleen in Soest, maar waarschijn lijk in nagenoeg alle gemeenten van het land. Daarom vond de heer De Bruin het van zoveel belang dat het hoofd van de De Savornin Lohmannschool enige tijd geleden met de leerkrachten van de hoogste klas een raadsvergade ring bewoonde. Het is te wensen dat meer leerkrachten hun leerlingen op deze wijze in contact brengen met het bestuur van de gemeente. Dat er raadsleden zijn die zich niet be wust zijn van hun verantwoordelijke positie bleek de heer De Bruin onder meer enige maanden geleden toen een raadsvergadering een zeer snel verloop had omdat er een televisie-uitzending van een belangrijke voetbalwedstrijd aan de gang was. Raadsleden die liever naar een voetbalwedstrijd kijken dan wonen, kunnen naar de mening van de heer De Bruin beter geen raadslid zijn. De heer De Bruin werd op 24-jarige leeftijd procuratiehouder en hij is dit thans bij de Nederlandse Handelmaat schappij te Laren, j Daar is hij de man die adviezen op het terrein der effecten geeft, zodat een groot deel van zijn dagtaak bestaat uit het lezen van kranten en periodieken die gegevens verschaffen over de ruim 2500 fondsen die er zijn, want van een goed adviseur mag men verwachten dat hij zijn adviezen vlot weet te ge ven, zodat parate kennis op dit gebied een eerste vereiste is. Die parate ken nis wisselt echter met de dag en soms met het uur. De heer De Bruin is penningmeester van de V.V.D., een enthousiast lid van dc Internationale Vereniging Philate- lica, waarvan hij enige jaren in Soest voorzitter geweest is en hij maakt deel uit van de adviescommissie van de harmonie P.V.O. Wie dit corps een goed hart toedraagt zal zich herinneren dat de heer De Bruin een zestal jaren geleden bij zonder veel gedaan heeft voor het aanschaffen van uniformen door het plaatsen van vele obligaties. Dit uni formfonds van de .ï?reniging is thans nog zijn zorgenkind. De heer De Bruin, die als financieel expert cursusleider van de Stichting tot Bevordering van de Studie van het Bank- en Effectenbedrijf is, heeft natuurlijk veel belangstelling voor de DRANKWET. Burgemeester en wethouders van Soest, brengen ter openbare kennis dat op 3 mei 1962 bij hen is ingekomen een verzoek van de heer C. M. Shu, wonen de te Soest, Middel wijkstraat 79, om een verlof A in de benedenlokaliteit van het perceel gelegen aan de Middelwijk straat 79. Binnen twee weken na de dagtekening van deze bekendmaking kunnen tegen het verlenen van dit verlof schriftelijke bezwaren bij hun college worden inge diend. Soest, 4 mei 1962. ECHTPAAR W. ROEST 50 JAAR GETROUWD. Willem Roest en Gerritje Roeten, twee geboren en getogen Soester, traden op 21 mei 1912 te Soest in het huwelijk. Pastoor Reimer leidde de kerkelijke plechtigheid. Het bruidspaar kwam op het gemeentehuis en bij de kerk aan in een koetsje, terwijl de bruiloftsgas ten te voet de weg naar raadhuis en kerk aflegden. De heer Roest had op 't Hart gewoond, zijn vrouw in Soest-Zuid en nu betrok ken zij samen de woning Lange Brink- weg 25. De bruidegom had een slepersbedrijf, maar op 9 april 1914 begon hij een ex peditiebedrijf. Driemaal per week liep hij naar Utrecht en terug, naast het paard dat de wagen trok, waarin de vele en velerlei goederen die in Utrecht afgeleverd moesten worden. Expediteur en paard deden 3'/2 uur over de tocht. Driemaal moest er een tol gepasseerd worden bij de villa van de heer Bec- kering, dichtbij Bilthoven waar nu café Verhoef is en in De Bilt. En drie maal moest 15 cent tolgeld betaald worden. Dat was 2 x 45 cent per dag, hetgeen voor die tijd geen gering be drag was. Expediteurs waren in die da- dagen dan ook zelden mensen die dach ten dat ze rijk zouden worden. Zo'n dag waarop de reis naar Utrecht gemaakt moest worden begon om 7 uur en duurde tot heel laat in de avond. Intussen zat moeder Roest thuis met de Een jaar of wat geleden dachten velen van ons misschien nog dat de grootste boeven op aarde onder de Duitsers gezocht moesten worden, maar het be gint erop te lijken dat er onder de Fransen ook geen gering aantal mannen van schurkachtige allure leven. Deze bandieten hebben voor een triest dag record gezorgd door meer dan 100 men sen in Algiers te doden. Het opperhoofd van deze schoften zit gelukkig reeds ge vangen en zijn adjudant eveneens, maar de wandaden nemen toe en niet af. Te begrijpen is dit wel wanneer men bedenkt dat Salan zelf gezegd heeft dat zijn naaste medewerkers - voor malige kolonels van het Franse leger - slechts aan moorden dachten en zich met niets anders bezig wensten te houden. Het Franse leger moet deze O.A.S. bestrijden, maar dat lukt nog niet erg. Onbegrijpelijk is dat niet, want sinds 100 jaar heeft het Franse leger slechts nederlagen geleden. In 1870 was Duits land sterker, in 1914 eveneens en in. 1940 was het veroveren van Frankrijk maar een peuleschil. Toen kon het Franse leger niet tegen Duitse bandie ten op en nu niet tegen Franse. Als het De Gaulle begint te vervelen dan zal hij misschien wel tot Adenauer het ver zoek richten een paar duizend voor malige S.S.-schurken te sturen om een einde te maken aan de terreur van de O.A.S. Er zullen in West-Duitsland nog maar al te veel van die lieden rondlo pen. KANTMAN. 'fi i M s. 31 De voorraadschuur van Parijs, de groente- en vleesveilingen, beter bekend als de Hallen, heeft zijn koningin. Onder grote belangstelling werd mejuffrouw Mireille Bassez (19) tot koningin van de Hallen gekozen. financiële gang van zaken in de ge meente, maar in de afgelopen vier jaar heeft hij getoond dat zijn interesse niet tot de geldmiddelen beperkt blijft. Van daar zijn mening dat hij vier jaar niet genoeg acht om volledig ingewerkt te raken. Een raadslid wordt voor vier jaar benoemd en als hij niet herkozen wordt omdat men hem niet opnieuw kandidaat stelt, dan moet hij zich wel voelen als een president van Amerika die na vier jaar ook niet herkozen wordt. Als dit raadslid en deze presi dent genoeg zelfkennis hebben dan moeten ze hierdoor tot de conclusie ko men dat ze het niet zo best gedaan hebben. Met belangstelling ziet de heer De Bruin de komende verkiezingen tege moet en ook met optimisme. En in sep tember wil hij graag met ambitie aan met interesse de raadsvergadering bij- een tweede periode beginnen. kinderen en het eten dat wachtte op de man die het heel laat in de avond zou verorberen. De oorlog brak uit en ons land mobi liseerde. Ook soldaat Roest werd opge roepen, maar voor zijn bedrijf was het maar gelukkig dat hij een breuk had, naar hij nu zelf zegt. Men was graag bereid hem in dienst te opereren, maar de heer Roest voelde hiervoor niet zo veel. Liever werd hij afgekeurd om zijn werk te kunnen hervatten. Dat ge beurde ook, maar als vrij man kon hij vier jaar lang niets aan die beruk la ten doen, want dan liep hij de kans dat hij zijn jonge bedrijf weer in de steek moest laten. Na de oorlog moest het paard plaats maken voor een oude Duitse oorlogs wagen, een Adler, die 4750,kostte, dus zeker geen gering bedrag voor die tijd. Er zaten ijzeren banden onder die vervangen werden door massieve rub berbanden en met een topsnelheid van 17 km per uur ging 't wel niet pijlsnel, maar de 31/a uur werd teruggebracht tot vijf kwartier en dat was al een hele winst. De ontzettend zware legerauto deed maar een jaar dienst en toen kwam er een Benz, die 35 km per uur reed. Dat was voor die tijd een duizelingwekken de snelheid. Veel personenauto's liepen er nog niet in Soest en expeditiebe drijf Roest had de eerste vracht auto. Garage Stam was er al, dus de belangstelling voor auto's was aan het toenemen. Een T-ford, die in de garage bij de wo ning totaal verbrandde kon een ramp betekenen, maar de zeer coulante ver zekeringsmaatschappij keerde uit, hoe wel de polis niet klopte, want daarin stond niets over een auto die bij het huis gestald werd. Kort na de eerste wereldoorlog was 't een redelijk goede tijd, maar van 1930 tot 1940 was het ook voor de expedi teurs misère. Grote concurrentie en be lachelijk lage prijzen. Opnieuw brak een oorlog uit en de auto van de heer Roest werd door de Nederlandse militairen gevorderd. Een oude auto, die dicht bij de sloop was, werd nu gekocht en een jaar later een nieuwe Chevrolet. Die werd toen door de Duitsers gevorderd en er moest weer een paard komen, net als 30 jaar terug. Ook dit paard werd gevorderd omdat de Duitsers blijkbaar meenden dat ze daarmee de oorlog konden winnen en een ander paard moest gekocht worden. Tegen het einde van de oorlog kwam alles zo ongeveer stop te liggen. Het paard ging naar een onderduikadres, de wagen ook, maar de wagen werd toch nog gevorderd. Na de bevrijding moest nog een jaar met paard en wagen gereden worden omdat er nog geen auto's waren, maar gelukkig kon een Dodge het langza me span tegen het eind van 1946 ver vangen. In 1956 deed de heer Roest het bedrijf aan zijn zoons Willem en Henk over en hij ging met zijn vrouw en een dochter op de Korte Brinkweg wonen. De an dere zes kinderen zijn getrouwd en zij zullen met het gouden bruidspaar en 25 kleinkinderen op 12 mei feest vieren in De Lichthoek, waar geen re ceptie gehouden zal worden, maar ieder de gelegenheid zal hebben zijn gelukwensen aan te bieden. DE SOESTER VOGELVRIENDEN. Op maandagavond 7 mei houdt de ver eniging „De Soester Vogelvrienden" een bijeenkomst in restaurant Zonneheuvel. De heer J. S. Notenboom zal spreken. De heer Notenboom zal op de najaars tentoonstelling van de vereniging de vogels keuren. De leden van de vereniging zullen op 7 juli een bustocht maken.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1962 | | pagina 1