Het bestuur
van de
gemeente.
DODENHERDENKING.
Offioiele mededelingen.
HET OOG GERICHT OP
EEN PROCES.
DINSDAG 8 MEI 1962.
41e JAARGANG 110. 37.
SOESTER
OURANT
Verschijnt iedere dinsdag en vrijdag.
Abonn. p. kwart, 2,10 - per post 2,25
UITGAVEDRUKKERIJ SMIT SOESTDIJK BUREAU VOOR REDACTIE EN ADMINISTRATIE VAN WEEDESTBAAT 29A, SOESTDIJK TELEFOON 2566 GIRO 126156
en het Gereformeerd Politiek Verbond
één worden omdat de bestaande ver
schillen slechts het persoonlijk vlak
raken en de fundamenten van deze vier
partijen niet aantasten.
Met enige goede wil zullen nog res
terende scherpe kanten gemakkelijk
kunnen afslijten en zal een hecht pro
testants-christelijk blok kunnen ont
staan. Dat dit gebeurt is de wens van
de heer Dijkstra.
XVI
L. J. Dijkstra.
De heer L. J. Dijkstra, raadslid voor
de Anti-Revolutionaire Partij en daar
mee voor de Protestants-Christelijke
combinatie in de gemeenteraad, is in
Djokjakarta geboren. Hij studeerde te
Leiden rechtsgeleerdheid, letteren én
wijsbegeerte. In 1932 deed hij zijn
doctoraal examen, waarna hij in het
voormalige Nederlands Indië aan een
carrière begon die voortijdig afgebro
ken werd toen hij assistent-resident
was omdat Nederlands Indië na vele
wederwaardigheden tenslotte Indonesië
werd.
In 1950 kwam de heer Dijkstra in
Soestdijk wonen en hij stelt het nog
bijzonder op prijs dat hij zo spoedig als
naamloze vreemdeling de gelegenheid
kreeg deel te krijgen aan de gemeen
schap door zijn werk als gemeente
raadslid, want meestal verloopt het
aanpassingsproces heel langzaam en
soms blijft men altijd buiten de ge
meenschap, waarin men als buiten
staander terecht gekomen is.
De vier jaar raadslidmaatschap hebben
dc heer Dijkstra datgene gebracht wat
hij er ongeveer van verwacht had en
dat is wel begrijpelijk, want een groot
deel van zijn leven heeft hij in colle
ges en raden gewerkt, zij het dan mees
tal aan de andere zijde van de groene
tafel dan in de gemeenteraad.
De heer Dijkstra behoort tot de ortho
doxe groep in de Ned. Herv. Kerk en
zijn geloofsovertuiging speelt een be
slissende rol in al zijn doen en laten.
Alle handelen is religieus handelen,
naar de mening van de heer Dijkstra,
maar hij wil helemaal niet de indruk
wekken dat dit iets met preken te
maken heeft. De schijnvroomheid, uit
gerust met somber gelaat en zwarte jas
is hem een gruwel.
Dc domocratie functioneert niet zo best,
naar de mening van de heer Dijkstra,
maar slechts van de democratie kan
men heil verwachten. Dit gebrekkig
functioneren blijkt ondermeer uit de
geringe belangstelling voor het be
stuur van gemeente, provincie en rijk,
terwijl velen graag de positie van een
gemeentebestuur kleineren.
Zij zijn de mening toegedaan dat de
gemeentelijke autonomie om hals ge
bracht is, maar zij vergeten dat de
raadsleden in staat zijn vruchtbaar
werk te leveren mits het gemeentebe
stuur niet te scherp uiteen valt in frac
ties.
De heer Dijkstra vindt het verheugend
dat er in Soest van een vruchtbaar sa
menspel van de fracties sprake is. Hier
door is enige malen in de afgelopen
vier jaar een gezonde controverse tus
sen de raad en het college van B. en W.
mogelijk geweest en dit kan bij belang
rijke beleidsdaden slechts nuttig voor
de gemeenschap zijn. Daarnaast geeft
de raad blijk burgemeester en wethou
ders de vrijheid te geven waarop dit
college recht heeft.
De heer Dijkstra overschat het werk
van de gemeenteraadsleden niet. Het
moet zich beperken tot het achteraf
sanctioneren van het werk dat het col
lege van B. en W. verricht, tot het
formuleren van verwachtingen en het
uitspreken van de eigen visie op het
geen wenselijk is.
De heer Dijkstra maakt deel uit van
de commissies grondbedrijf en uitbrei
dingsplan, strafverordening en onder
wijs, maar alle facetten van de gemeen
schap, waarmee hij als raadslid te ma
ken heeft hebben zijn belangstelling.
Hij acht zich bij het nemen van beslis
singen slechts aan het beginselprogram
van zijn partij gebonden, zodat het
niet vreemd is dat hij als lid van een
landelijke bezwarengroep lijnrecht te
genover het hoofdbestuur van de A.R.P.
staat waar het betreft de Nieuw-Gui-
nea-politiek van dit bestuur. Hij is van
mening dat het een verderfelijke op-
portunische politiek is, door angst ge
dicteerd. Het vrijwillig prijsgeven van
Nieuw-Guinea acht de heer Dijkstra
een even absurde daad als een even
tueel prijsgeven van Bunschoten en
Spakenburg of welke plaatsen dan ook
aan de communisten. Niemand houdt
van oorlog, maar er kunnen zich si
tuaties voordoen, waarin een oorlog
onvermijdelijk is.
Toen de heer Dijkstra vier jaar gele
den voor het eerst in de gemeenteraad
sprak hield hij een vurig pleidooi voor
het samengaan van alle protestant-
christelijke partijen. Niet alleen in de
gemeente, maar ook in het land. Hij
betreurt het dan ook dat in Soest bij
de komende gemeenteraadsverkiezingen
slechts de A.R.P. en de C.H.U. samen
gaan en dat de Staatkundig Gerefor
meerden met een eigen lijst uitkomen.
Het moet volgens de heer Dijkstra mo
gelijk zijn dat A.R.P., C.H.U., S.G.P.
BEZWAREN TEGEN AFSLUITING
VAN WEG.
De Nederlandse Spoorwegen hebben op
19 oktober 1961 aan de gemeenteraad
van Soest verzocht de verbindingsweg
van de Steenhoffstraat tot het Kerkpad,
langs de bloemisterij van de heer C.
Kraaijenhagen aan het openbaar ver
keer te onttrekken in verband met de
beveiliging van de lijn Den Dolder-
Baarn, die voorziet in het aanbrengen
van automatische halve bomen bij de
overweg Steenhoffstraat-Van Weede-
straat. Tegen een eventuele inwilliging
van dit verzoek waren enige bezwaar
schriften binnengekomen en op 2 janu
ari 1962 zijn de bezwaren tijdens een
vergadering van het college van B. en
W. toegelicht. Deze vergadering werd
bijgewoond door de heren Joh. en C. J.
Kraaijenhagen en mr. J. J. Stael, ge
machtigde van de heren Kraaijenhagen,
P. R. van Logtestijn en A. H. Vugts.
In het bezwaarschrift van de heer J.
Kraaijenhagen werd gewezen op het
feit dat een gedeelte van bedoelde weg
geen eigendom van de Spoorwegen is,
terwijl de automatische halve bomen op
zodanige wijze kunnen worden aange
bracht dat het niet nodig zal zijn deze
verbindingsweg af de sluiten. Door het
loodrecht op de weg plaatsen van de
bomen worden particulieren gedupeerd,
terwijl daartegenover geen algemene
belangen staan.
In de bezwaarschriften van de heren A.
H. Vugts en C. J. Kraaijenhagen wordt
gesteld dat na inwilliging van het ver
zoek van de Spoorwegen hun percelen
niet meer met vrachtauto's en bestel
auto's bereikt kunnen worden.
De heer P. R. van Logtestijn merkt in
zijn bezwaarschrift op dat door de ge
vraagde onttrekking aan het openbaar
Op drie plaatsen in de gemeente zijn
vrijdag de doden van de tweede we
reldoorlog herdacht.
In het politiebureau vond een herden
kingsplechtigheid plaats ter nagedach
tenis van de heer A. F. Schreuder, in
specteur van poliie en korpschef van
Soest van 1928 tot 1942. Hij overleed
in november 1942 in het concentratie
kamp Neuengamme. De plechtigheid
werd bijgewoond door leden van het
Soester korps, mevrouw Schreuder en
de heer F. Schreuder.
De korpschef, hoofdinspecteur C. van
Es hield een korte toespraak, waarna
door de heer en mevr. Schreuder en
de heer Van Es bloemen gelegd werden
bij de plaquette met de beeltenis van
de overledene.
In Soesterberg werden de 32 slachtof
fers herdacht die door de Duitsers ge
fusilleerd zijn. Op de fusilladeplaats
staat een kruis.
In de stoet, die de stille tocht van de
hoofdingang van de basis naar de fusil
ladeplaats maakten, bevonden zich de
burgemeester en de commandant van
de vliegbasis.
Door de heren Pol en Entrop werd een
krans gedragen die door de burge
meester namens het gemeentebestuur
bij het kruis gelegd werd. Vier militai
ren van de luchtmacht hadden de ere
wacht bij het kruis betrokken. De heer
G. Pasman hield het dodenappèl.
Nadat 2 minuten stilte in acht geno
men was zong het Soesterbergs koor
drie coupletten van het Wilhelmus en
„Laat ons de vrijheid eeuwig bewaren".
Na de kranslegging werd er langs het
kruis gedefileerd.
Vrijdagavond vertrokken van drie
plaatsen in de gemeente stoeten voor
de stille tocht naar het monument
Braamhage. De belangstelling was min
der groot dan in voorafgaande jaren.
Een hoornblazer gaf het sein voor de
stilte van 2 minuten, waarna het man
nenkoor Apollo „Ecce Quomodo Mori-
tur" en twee coupletten van het Wil
helmus zong.
Er werden kransen gelegd namens het
gemeentebestuur door de burgemeester,
door de heren Hoogeboom en Pol na
mens de oud-illegaliteit, de heer J. J. J.
M. Festen namens het Oranje Comité,
twee gidsen en twee padvinders namens
de vier Soester padvindersgroepen, de
heren J. Elderman en W. Schunselaar
namens de Soester Sport Federatie en
de heren H. A. Butzelaar en J. J. J.
M. Festen namens het oorlogsgraven-
comité. Hierna werd langs het monu
ment gedefileerd. Velen legden bloemen
neer.
verkeer de bedrijfsvoering van zijn
boerderij wordt verzwaard, omdat dan
een omweg moet worden gemaakt om
zijn percelen op de Soester Eng te be
reiken, alsmede voor de toe- en af
voer van de producten van zijn bedrijf.
Tijdens de zitting van het college van
B. en W. kwam nog ter sprake dat de
bedoelde weg de enige weg is waar
langs de heer Vugts zijn perceel kan
bereiken, terwijl de heer C. Kraaijen
hagen zijn kwekerij niet meer zal kun
nen bereiken als de weg aan het open
baar verkeer onttrokken wordt.
Het college van B. en W. voert hierte
gen aan dat het er niets toe doet van
wie de landweg is en dat onttrekking
van de weg aan het openbaar verkeer
niet met zich mee brengt dat eventuele
rechten van uitweg automatisch komen
te vervallen. Dat na een eventuele ont
trekking aan het openbaar verkeer de
heer Kraaijenhagen uitweg zal behou
den op de rijksweg.
De bedrijfspanden van de heer Vugts
zijn gevestigd aan het Kerkpad en dit
is een fietspad. Zonder gebruikmaking
van dit pad kan het perceel van de
heer Vugts thans ook niet worden be
reikt. De weg die eventueel afgesloten
zal worden is een B-weg, die niet door
zware vrachtwagens bereden mag wor
den, dus een afsluiting kan voor de heer
Vugts niet schadelijk zijn.
Het college wijst de raadsleden erop
dat de Spoorwegen dit verzoek deden
omdat de verkeersveiligheid hierdoor
verhoogd kan worden, terwijl de weg
gebruikers bij deze overweg zo min
mogelijk oponthoud hebben. Het plaat
sen van automatische halve bomen
evenwijdig aan de spoorbaan is tech
nisch wel mogelijk, maar in internati
onaal overleg is besloten overwegbomen
in verband met de zichtbaarheid lood
recht op de weg te plaatsen. De Spoor
wegen dienen zich aan deze afspraak te
houden.
Door de plaatsing van de automatische
halve bomen iets te wijzigen en door
middel van een geringe verlegging van
de uitmonding van de landweg zal het
mogelijk zijn deze weg te handhaven.
Zij die recht van uitpad over deze weg
hebben zullen van de weg gebruik
kunnen maken. De Nederlandse Spoor
wegen hebben zich bereid verklaard aan
de heren C. J. Kraaijenhagen en A. H.
Vugts recht van uitweg te verlenen.
Het is echter niet in het belang van het
verkeer dat andere weggebruikers het
recht krijgen van deze weg gebruik
te maken, terwijl zij van andere we
gen gebruik kunnen maken. Het colle
ge van B. en W. acht de bezwaarschrif
ten dan ook ongegrond en stelt de raad
voor deze verbindingsweg tussen Steen
hoffstraat en Kerkpad aan het open
baar verkeer te onttrekken.
UITSTEL VAN VERGADERING.
De heer H. J. van Hal zou donderdag
middag 10 mei op de jaarvergadering
van de bejaardenvereniging Rustenburg
spreken over de stand van zaken ten
aanzien van het te bouwen bejaarden
centrum op de Eng, waarvoor de plan
nen al enige tijd gereed zijn.
De heer Van Hal is die dag echter niet
in Soest, zodat de bijeenkomst uitge
steld wordt tot maandag 17 mei aan
vang 3 uur.
BIJ HET ZILVEREN
HUWELIJKSFEEST.
Op verzoek van het gemeentebestuur
hebben mej. M. Olman en de heer F.
Spaink, leden van het Actiecomitié
lü x 10 in onze gemeente, Soest verte
genwoordigd bij de grote manifestatie,
welke zaterdag in Arnhem ter gelegen
heid van het bezoek van de koninklijke
familie gehouden is. Uit gemeenten in
Gelderland, Overijsel en Utrecht voer
den 160 jongelui het zangspel „De Toe
komstop. Dit spel had de vraag „Wat
denkt de jeugd van de toekomst tot
basis.
Uit iedere gemeente van de drie pro
vincies waren twee jeugdige afgevaar
digden gezonden en zij vormden na af
loop van het zangspel een erehaag voor
de koninklijke familie.
ONTTREKKING WEGGEDEELTE AAN
HET OPENBAAR VERKEER.
Burgemeester en wethouders van Soest
brengen ter openbare kennis, zulks ter
voldoening aan het bepaalde in artikel
12 van de Wegenwet, dat vanaf 10 mei
1962 gedurende 14 dagen ter gemeente
secretarie voor een ieder ter inzage ligt
het besluit van gedeputeerde staten van
de provincie Utrecht, d.d. 16 april 1962,
Het ligt in de bedoeling het proces te
gen de drie Baarnse jongelui, die ver
antwoordelijk zijn voor de dood van
Theo Mastwijk, over een maand te doen
plaats vinden. Er is echter een maar
waardoor het wel eens uitgesteld zou
kunnen worden tot september en die
maar heeft te maken met de psychiaters,
die blijkbaar na een half jaar nog niet
klaar zijn met hun rapport over de drie
jeugdige bandieten.
Enige maanden geleden stak een braaf
huisvader een buurvrouw neer omdat hij
niet langer tegen het treiteren opkon
waarvan het slachtoffer een sport maak
te. Dat in zo'n geval een psychiater een
flinke vinger in de pap moet hebben
zal iedereen graag beamen. Maar wat
een psychiater te maken had bij het
goede heertje, die 2 miljoen achterover
drukte is niemand duidelijk geworden.
En waarom psychiaters aan een half
jaar niet voldoende hebben om er ach
ter te komen dat de drie Baarnse jonge
lieden helemaal geen afwijking hebben,
maar doodgewoon boeven zijn, zal ook
wel niemand duidelijk zijn.
Het zal er wel op uitdraaien dat Henny
Werkhoven het eigenlijk niet helpen
kon omdat zijn vader zware shag rookt,
dat Boudewijn Henny nagenoeg onschul
dig geacht moet worden omdat zijn va
der een kei in wiskunde is en dat
Ewoud Henny practiseh helemaal niets
gedaan heeft, daar hij medeplichtig
werd omdat hij als kleine jongen geen
peultjes lustte en toch gedwongen werd
deze te eten. Daarvan kan men de gek
ste dingen overhouden.
Nu moet U niet zeggen dat dat kolder
is, want een psychiater die enige tijd
geleden constateerde dat een 62-jarige,
die voor de eerste maal met de rechter
in aanraking kwam, niet geheel verant
woordelijk was voor zijn daden, omdat
hij in zijn jeugd het gemis van broer
tjes en zusjes zo heel erg gevoeld had,
blijft bij deze kolder weinig achter.
KANTMAN.
afd. 2B, nr. 444 702, alsmede het daar
bij goedgekeurde besluit van de raad
dezer gemeente, d.d. 21 februari 1962,
afd. I, nr. 868, tot onttrekking aan het
openbaar verkeer van een gedeelte van
de Kostverlorenweg, lopende van de
Koningsweg tot de noord-oostgrens van
het perceel, kadastraal bekend, gemeen
te Soest, sectie G, ter lengte van onge
veer 150,5 meter.
Van de beslissing van gedeputeerde sta
ten, voornoemd, staat beroep op H.M.
de Koningin open. Dit beroep kan wor
den ingediend door iedere belangheb
bende uiterlijk op de dertigste dag na
dat deze bekendmaking heeft plaats ge
had.
Het adres van beroep dient aan H.M.
de Koningin te worden gericht, maar
ingediend bij de commissaris der Konin
gin. in deze provincie. Door deze zal
een bewijs van ontvangst worden afge
geven.
Soest, 8 mei 1962.
SLUITING GEMEENTELIJKE KANTO
REN.
Burgemeester en wethouders van Soest
brengen ter openbare kennis, dat de
afdeling algemene zaken en onderwijs
(le afdeling), het kantoor van de ge
meente-ontvanger en de hulpsecretarie
te Soesterberg op donderdag, 10 mei
a.s., de gehele dag voor het publiek ge
sloten zullen zijn.
Soest, 8 mei 1962.
WEDEROPBOÜWWET.
Burgemeester en wethouders van Soest
maken bekend, dat zij voornemens zijn
om aan de Ver. De Utrechtse Heuvelrug,
Achter St. Pieter 20, te Utrecht, op haar
daartoe gedaan verzoek, op grond van
het bepaalde in art. 20 van de Weder-
opbouwwet, vergunning te verlenen voor
het bouwen van een consumptiekiosk op
het perceel, gelegen aan de Foekenlaan,
kadastraal bekend gemeente Soest, sec
tie D, nummer 2627, zulks in afwijking
van het uitbreidingsplan Landelijk Ge
bied.
In verband daarmede stellen zij belang
hebbenden in de gelegenheid om binnen
een termijn van één week na de dag
tekening van deze bekendmaking hun
eventuele bezwaren schriftelijk bij hen
in te dienen.
De op de bouwaanvraag betrekking heb
bende stukken liggen gedurende diezelfde
termijn ter gemeentesecretarie ter in
zage.
Soest, 8 mei 1962.