KERSTGESCHENKEN Ira OOSTERSS TAPIJTEN VOLVO - Veilig HEREN DAMES D. ENGEL DE VREEMDELING BIJ DE POORT. DERDE BLAD KERSTSTUKJE J. Hoppenbrouwers Krabbels van Knelis. PARKGARAGE A. v. d. Hoef Overhemden Zelfbinders Pnll-overs Truien Vesten Kamerjassen Handschoenen Shawls Zakdoeken Rlouses Jumpers Vesten Rokken ■lusters Handschoenen Shawls Zakdoeken I Snuif en wrijf] Zwarte damespumps vanaf 19.90 UW SUCCES IS ONZE RECLAME. Auto- en Scooterrijschool Een kerstverhaal door John Baker White. Amalialaan 19/21 Baarn Telefoon 02954 - 2323 Tricot-nylon Bel-o-fast 15.90 - 19.75 - 22.50 Trevira wasbaar kreukvrij van 3.95 tot 12.95 19.75 - 29.75 - 39 75 wol en draion, van 24.50 tot 52.50 Lammies 19.75 crochet - leder gevoerd 15.90 - 19.75 - 29.75 wol - mohair - zijde van 5.95 tot 26.50 doosjes 3.25 - 4.50 - 5 90 o.a. Draion 19.75 Chanel v.a. 27.50 Gorray v.a. 35. Candlewick 26,50 - 36 75 chrocet nappa lang met nylon gevoerd 17.90 - 22.50 zijde en wol, van 2.95 tot 12.90 doosjes 1.75 - 2.- - 2.25 Van Weedestraat 80 - Soestdijk I Uw verkoudheid van neu9, of borat weg met J. J. PAUËLSEN SCHOENHANDEL Koninginnelaan 76 Telefoon 4145 •USSUM - RAADHUISSTRAAT 38 - TELEFOON (02959)-12160 b.g.g. 12793 ALKMAAR - HEKELSTRAAT 17 NIEUWE WEG 97 TELEFOON 2543 SPORT MET HET WEEKEINDE. Vrijdagavond zullen de leden van S.E.C. in hotel Bos en Duin deelnemen aan de vierde ronde van het klaverj astournooi om de O. L. Zimmermannbeker. Zater dagmorgen zal de jeugd van S.E.C. op de Peter's Baan schaatsen als het ijs zich daartoe leent. Zondagmiddag speelt S.E.C. 1 thuis tegen K.V.V. uit Krommenie als weer en ter rein goed zijn. De opstelling van S.E.C. is doel Adams, achter v. d. Beek en Hooijer, midden Burgman, Ruttenberg en Van Breuke- len, voor Verhoeve, Hanasbei, De Bruin, Duijst en Dettmer. S.E.C. 2 speelt thuis tegen 't Gooi 4. B.D.C. speelt een uitwedstrijd tegen K.D.S. Hees speelt thuis tegen Karboys en V.V.Z. tegen Radiostad. Voor hockeyteams is het 'volgende pro gramma vastgesteld Hilversum 3 M.H.c. dames 1. Kampong X—M.H.C. heren 5. Amersfoort 6M.H.C. heren 3. 't Gooi 5M.H.C. dames 3. Gods zegen je vergezellen". Toen ver dween hij. En voordat ik me kon om draaien om hem na te kijken, was hij opgenomen in de kleurige sliert mensen, die zich onder de poort Jaffa aan het oog onttrok. Pas op dat ogenblik realiseerde ik me, dat ik niets had gevoeld, toen hij zijn hand op mijn schouder legde. Die avond voelde ik mij op een vreemde manier ontspannen. Een heerlijk gevoel van rust en tevredenheid, zoals ik in de laatste woelige maanden niet had gekend. Er was maar één vraag, die me niet los wilde laten: waar heb ik deze man eerder gezien? Ik groef in m'n herinneringen, maar zonder resultaat. En ik legde me erbij neer, dat ik het nooit zou weten. Het bericht van het hoofdkwartier in Cairo kwam op de 26ste december 's mid- gen. Het antwoord kwam snel en loste alle problemen op: „Begrepen Sturen D 30." D 30 was m'n zogenaamde scha- duw-agent, een vlotte Canadese Schot met een grote ervaring in het leiden van speciale missies naar de Griekse eilan den. Hij zou dus mijn taak overnemen. Ik voelde me opgelucht de volgende mor gen, toen ik de Olijfberg opzocht en daar een heerlijke dag in de zon door bracht. De brigadier, die me 's avonds in het kantoor opwachtte, toen ik daar langs liep om te vragen, of er wellicht nieuwe orders waren gekomen, keek me lang en onderzoekend aan, voordat hij wat durfde zeggen. Z'n houding sprak trou wens duidelijker taal dan woorden kon den doen: Ik zag ogenblikkelijk dat er iets niet in orde was. Hebt U gehoord, wat er met Mac van dags om zes uur. Ik decodeerde het tele gram en las: „Rapport uitbrengen niet later dan ochtend 28 december. Verlof onderbroken voor nieuwe opdracht. De enige manier om de order uit te voeren was, een zitplaats te bemachtigen in het een of andere vliegtuig van Lydda. Maar toen ik het probeerde, liet het antwoord niets aan duidelijkheid te wensen: „Sorry, beste man, geen schijn van kans voor de avond van de 29ste Er zijn geen vliegtuigen beschikbaar. Alle hoge heren schijnen op reis te moeten. We hebben zelfs opdracht, niet- officieren, die al een plaats hadden, af te bellen" Ik probeerde het bij een burgervliegveld, maar ook daar ving ik bot: drie dagen volgeboekt. Er stond me niets anders te doen, dan het hoofdkwartier de situatie uit te leg de zesde sectie gebeurd is?" vroeg hij „Neen", ik stelde een wedervraag: „wat is er?" Hij heeft uw missie overgenomen. Hal verwege Leros is het vliegtuig neerge stort." De brigadier bracht de hand naar de papieren op z'n bureau. „Er is niets van over. Allemaal omgekomen." Ik stelde één enkele vraag: „Wanneer was het?" Hij begreep wat ik bedoelde en zei vriendelijk: „Misschien was je voorbestemd om het toestel mis te lopen, John. Mac had geen vrouw en kin deren. Het was tien uur gisteravond. De 27ste." „Dank", was alles wat ik kon uitbrengen Daarna draaide ik me om en ging het kantoor uit. Op datzelfde ogenblik viel de sluier weg, die de laatste dagen over mijn herinne- VAN DE SOESTER COURANT VAN VRIJDAG 20 DECEMBER 1963. Voor een leuk naar BLOEMENMAGAZIJN „FLORA Nieuweweg 86 - Telefoon 2747 100 meter vanaf station Soest-Zuid. ring had gelegen. Nu wist ik, waar ik de vreemdeling van de Poort Jaffa eer der had gezien Het was net voor Kerstmis in 1912. Ik was toen tien jaar. Op weg door de bossen achter ons huis naar mijn vriendje Mac, stond ik plotseling tegenover een lange, jonge priester. Zijn ogen waren blauw. Merkwaardig blauw. Hij stond ineens voor me, daar op dat modderige bospad. Na al die jaren herinner ik me nog als de dag van gisteren, hoe hij de hand op m'n schouder legde en zei: „Maak maar plezier jongen. Haast je niet als je naar huis terug wil." Mac zat een paar honderd meter ver derop langs het pad te wachten. Ik vond het vreemd, dat hij de priester niet had gezien. We raakten zo verdiept in het een of andere spelletje, dat ik een half uur te laat thuis kwam. Daar was het een complete chaos. Een stuk van het plafond in de eet kamer was omlaag gevallen. Juist op de stoel, waar ik gezeten zou hebben, als ik op tijd was gekomen voor het eten. Zal er een derde ontmoeting zijn? Mis schien brengt een volgend Kerstmis een antwoord op die vraag' Toen hij vlak voor me stil bleef staan, zag ik, dat hij in z'n linkerhand een staf droeg. Waar z'n hand die omklemde, glom het hout van ouderdom. Het was druk in het straatje, maar toen we el kaar aankeken, merkten we de mensen nauwelijks op die ons passeerden. Wat me ogenblikkelijk opviel waren z'n ge heimzinnige glimlach en de vreemde zacht-blauwe kleur van zijn doordrin gende ogen. Ofschoon hij eruit zag als een man van rond de zestig, stonden die ogen in het door de zon bruinverbran de gezicht zo helder als de kijkers van een jongen. Er was iets in zijn houding, in zijn hele wezen, dat geen tegenspraak dulde maar toch straalde er op de ene of andere manier een wonderlijk mengsel van vreedzaamheid en absolute oprechtheid van hem uit. Als een heilige zo zou ik het wellicht het beste kunnen omschrijven, hoe ik op dat moment de vreemdeling bij de poort zag. „Ik geloof, dat we elkaar al eens eerder gezien hebben", begon ik aar zelend een gesprek, „maar ik kan me niet herinneren, waar en wanneer. Zijn glimlach deed het aureool van Het moest een onvergetelijke ervaring zijn om Kerstmis te vieren in het heilige Land. Om er te wandelen in de straten van Nazareth. Het was een paar dagen voor Kerstmis 1943 midden in de oorlog. Ik werkte bij de Inlichtingendienst en had in die kwa liteit een dienstreis gemaakt naar de Griekse Archipel. Ik had nog een paar dagen verlof en besloot dit door te brengen in Jaruzalem. Zelfs in oorlogstijd zou het immers een onvergetelijke er varing moeten zijn, Kerstmis te vieren in de Heilige Stad. De avond voor kerstmis vloog ik met een aftandse Dakota van Cairo naar Lydda. We landden in stralende zonne- goedheid nog duidelijker naar voren komen. „Misschien ontmoetten we elkaar wel eens, m'n zoon", antwoordde hij in perfect Engels, waarin echter een heel licht accent doorklonk. Ik kon de af komst daarvan niet vaststellen. Achteraf zou het Frans kunnen lijken of Grieks. „Ik reis altijd en ik ontmoet veel, heel veel mensen. Het werk in dienst van de Heer brengt mij in vele landen". „Bent U in Engeland geweest?" vroeg ik. „Ja, ik hou van Engeland. Het is zo groen, zo fris en zo vredig en vooral uw As je 't ming vraogt dan mok zeige dak elleke man en ellek frommes 't allerbeste gun. Veur ming part zes- maol viefentachetug gulde schoon in de week as ikke ut maor tienmaol heb en hoope keinderbieslag, waant daorvan kejje zo lekker je auto hetaole. Datte loone allegaor omhoog gaon is ming best, maor noeng motte wullie nie denke dat wut noeng heulegaor ewonne hebbe. Dat kon nog wel us raor uut- komme. Ajje altied naor je eige toereekent dan zeigie netuurlek, die baoze verdiene zo bar veul, da ken d'r allegaor bes of. Jao, amme klompe. Bie veul baoze me- schien wel, maor d'r binne d'r ok daor- bie ken 't nie en die konde de bietebrug wel us opgaon. Noeng kejje netuurlek zeige, ming 'n biet, maor as 't mit veul baoze zo gaot dan binne wullie nog nie klaor. Noeng kejje netuurlek wel zeige, die Knelis is 'n ouwe zeur en da ken ikke ok wel weeze, maor die manne van de gemeenteraod hebbe woengsdag ok al mitter koppe zitte schudde van waor mot dat naortoe. D'r staat veul warok op staopel, maor noeng de lone weer om hoog gaon en de prieze ok, noeng ken gin mins vertelle of al dat wark uute- voerd ken worre. Zo gaot dat bie de gemeente, maor zo gaot dat strakkies ok bie veul baoze. Mit baoze die motte konkereere mit 't buutenlaand is 't ok nie zo fing veur mekaor. Messchien kriege die strakkies te heure, wullie hebbe jullie nie meer no dig, waant jullie binne veuls te duur. Jullie motte wel veuls te duur weze, waant Jan en alleman mot bar veul verdiene omdat jan en alleman beslis in 'n auto mot rieje. Dekterom da wullie nog nie klaor binne as 't zo wied komp. Dan zal 't nie best worrre veur de minse die gin kiste mit knaoke op zolder hebbe staon zoas ikke en nog 'n paor luu. Hij strekte zijn hand uit en legde die op mijn schouders terwijl hij zei „Moge Gods zegen je vergezellen." schijn Een oude strijdmakker en col lega kwam me op het vliegveld afhalen en bracht me in een jeep naar z'n flat in de buurt van het Koning David-Ho- tel. Hij moest nog aan het werk en dus knapte ik me op om een wandeling te maken. Dicht bij de Poort-Jaffa zag ik hem. Een schrale, bijna magere gestalte, golvend grijs haar. Het was, of hij in de nauwe straat op me stond te wachten: hij liep recht op mij toe. Ik dacht: „Ik ken die man", maar ik kon met de beste wil van de wereld niet herinneren, waar ik hem eerder had kunnen zien Hij moest een priester of iets van dien aard geweest zijn, want hij droeg een lange, witte pij met om zijn middel een gevlochten koord. kerken zijn prachtig. Maar met Kerst mis kom ik altijd terug naar Jeruzalem en de heilige plaatsen. Elk jaar, in oor log en vrede". Pas later realiseerde ik me, dat ik hem had moeten vragen, hoe hij het klaar speelde om in die tijd voor een Kerst uitstapje naar de Heilige Stad te rei zen, met alle problemen van paspoor ten, vergunningen, visa en zo meer. Ik kreeg de kans niet, want plotseling nam hij ons tot op dat ogenblik wat ha perende gesprek in handen. „Mijn zoon," zei hij, „als soldaat ben je er aan gewend in gevaar te leven en hand in hand met de dood te wandelen. Maar het is Gods wil, dat je blijft leven om ander werk te doen. Daarom, verlaat deze stad niet, alvorens de zon driemaal is opgegaan na Kerstmis." Hij strekte zijn hand uit en legde die op mijn schouder, terwijl hij zei: „Moge

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1963 | | pagina 9