DE CHRISTELIJKE
PARTIJEN.
MARKT IN SOEST IS GOED.
HET OOG GERICHT OP
MISDAAD.
Interview met de
ijscoman.
Soest voor dertig jaar.
Toeristenbelasting
3e rit zomercompetitie.
POLITIE TEL 4444
BRANDWEER 3 3 3 3
Volgende zomer in Nederland
Rechtvaardig of niet
VRIJDAG 24 JTJLI 1964.
43e JAARGANG No.
SOESTER
OURANT
Verschijnt Iedere dinsdag en vrijdag.
Abonn. p. kwart, 2.40 - per post 2.75.
UITGAVE DRUKKERIJ SMIT SOESTDIJK BUREAU VOOR REDACTIE EN ADMINISTRATIE VAN WEEDESTRAAT 2»A
SOEST
TELEFOON 2566 GIRO 126156
Het enige tijd gepubliceerde resultaat
van de door het N.I.P.O. gehouden
enquête over een eventueel samengaan
van de Anti-Revolutionaire Partij en de
Chr. Historisch Unie en het met de
katholieken vormen van één christelijk
democratische partij, heeft een nogal
verrassende uitslag te zien gegeven.
Voor het samengaan van de twee groot
ste protestants-christelijke partijen in
ons land bleek een belangrijk percentage
van de tot deze partijen behorende on
dervraagden wel te voelen. Bijna tach
tig procent bij de C.H.U.'ers en ongeveer
negentig procent der anti-revolutionaire
ondervraagden.
Men zou menen dat is niet gering en
dan zullen die partijen toch wel spoedig
één worden. Maar wat tot nu toe be
stuursleden van die partijen, speciaal de
voorzitters, hierover hebben gezegd, blijkt
er in die besturen nog niet zo heel veel
verlangen naar die samensmelting te
zijn, kunnen daarover althans geen hoge
verwachtingen worden gekoesterd.
Nu is het inderdaad zo dat het aantal
personen dat door het N.I.P.O. werd on
dervraagd, niet hoog is, slechts enkele
tientallen van iedere partij.
Men kan nu poneren, dat hiermede we
tenschappelijk vast staat, dat bij een on
dervraging van alle partijleden een on
geveer gelijk percentage uit de bus zou
komen dat voor een samengaan zou
voelen, maar dit is, vooral bij een zo
gering aantal ondervraagden, toch aan
gerechte twijfel onderhevig. Het is im
mers ook heel wat anders of men hier
over ondervraagd wordt door een bui
tenstaander of dat die vraag, na dege
lijke uiteenzetting van de konsekwenties,
wordt gesteld door een eigen bestuur.
Wat weten nu b.v. die vijf en dertig on
dervraagde C.H.U.-leden nu precies van
de theologische- en de politieke verschil
len met de A.R. Hebben zij zich daar
ooit ernstig in verdiept of zijn zij maar
toevallig van huis uit altijd C.H.U.'er ge
weest en menen zij het in politiek opzicht
ook wel te kunnen vinden met de A.R.P.
Zo is het bij laatstgenoemde partij even
eens. Kennen de ondervraagde leden pre
cies de konsekwentie van een samen
smelting Op een betrekkelijk klein
aantal na zal dat over het algemeen
nauwelijks het geval zijn, zo lang de
besturen deze kwestie niet openlijk ter
discussie stellen, daarbij zelf het voor
en het tegen in het licht stellend.
Het is aan gerechte twijfel onderhevig
of het bestuur zowel van de ene als de
andere partij hiertoe het initiatief kan
nemen op dit moment. Dat zou immers
tevens een zekere bereidheid tot het
aanvaarden van dan zeker noodzakelijke
wordende compromissen. Dat is in het
huidige stadium nauwelijks te verwach
ten.
De vraag is ook zeker gewettigd of een
eventueel samengaan van de twee ge
noemde partijen inderdaad de optelsom
van beider afzonderlijke kracht en getal
sterkte tot gevolg zou hebben Hier past
zeker enige twijfel.
Een samensmelting van A.R.P en C.H.U.
zou in beide kampen zeker een flink
aantal dissidenten tot gevolg hebben,
waarvan enerzijds wellicht het G.V.P.
zou profiteren, anderzijds misschien de
V.V.D. en P.v.d.A. Of de protestants-
christelijke partijverhouding dan dus
Asjeblief zus, één van vijftien.
Dame, ken-u het gepast?
Wat een kriem met al die een te,
'k Zit de hele dag al vast.
Nee meneer, het benne verse,
Netjes in papier verpakt
En vanochtend door de ijsbeer
Ergens uit de pool gehakt.
Hoor-es juf, niet klassinere,
'k Kan niet bij m'n kar vandaan
Om-er effe met een blaadje
Ginter naar 'n tent te gaan.
Och mevrouw, wat zal ik zegge,
Al te hget is ook niet goed,
Want dan legge ze met ranja
En verzette ze geen voet.
Ik mot 't hebbe van de hollers,
Breekt het zweet ze effe uit,
Dan staan ik hier met fenielie
En dan kopen ze een schuit
Toe nou jö, leg niet te drenze,
Hier is 't boter bij de vis,
Haal eerst cente bij je vader
As-tie nog niet foetsie is.
Twee van tien, drie van een heitje,
Net een gulde is dat dan
Niet O, as we ons vergisse
Doen we 't op ons eige an.
Hofleverancier, dat bennik,
Onderlaatst nog bij 't paleis
Vroeg de tuinman, ja die kennik,
Nog voor een duppie vruchtenijs.
versterkt zou worden blijft nog zeer de
vraag.
Toch lijkt in een niet zo heel verre toe
komst een samengaan in een of andere
vorm wel te verwachten. De politieke en
ook de theologische verschillen worden
door de maatschappelijke omstandigheden
feitelijk steeds kleiner. De controversen
van eertijds vervagen en de zin van de
tweespalt in het prot.-christelijke kamp
wordt dus van steeds geringer belang.
Zoals in het gehele maatschappelijke
leven de tijdsomstandigheden tot vor
ming van grotere eenheden dwingen,
zal men daar uiteindelijk ook in de po
litiek niet aan kunnen ontkomen.
Al zal de calvinistische inslag van een
groot deel van het Nederlandse volk een
politiek samengaan met de katholieken
vooralsnog niet kunnen aanvaarden, de
omstandigheden kunnen ook dit toch
weieens tot een noodzakelijkheid maken.
Wanneer de onkerkelijkheid nog meer
toeneemt en ook politiek nog grotere in
vloed zou krijgen zal men uit twee kwa
den de geschetste versmelting zeker als
de minst erge gaan beschouwen.
In Baarn is dinsdag een geslaagde feest-
markt gehouden, welke de wens doet
opkomen dat zoiets in Soest ook eens
gebeurt.
Twee weken geleden dachten wij dat dit
in Soest niet zou kunnen, want een be
stuurslid van de Vereniging voor de
Markt-, Straat- en Rivierhandel had ons
meegedeeld dat de Soester markt niet
Foto Drukkerij Smit.
zo best was en dat door het instellen
van de weinig florissante markt in onze
gemeente de Baarnse markt ook niet
zo best meer was. Gebleken is echter
dat dit bestuurslid het wat Soest betreft
wel wat aan de sombere kant hield,
want over het algemeen zijn zij die in
Soest op de markt staan best tevreden
De heer E. Geijtenbeek, Soester ingezete
ne, heeft 'n kraam op de Soester markt,
waarin hij met zijn vrouw veel genoegen
in de textielhandel beleeft. Prima pu
bliek, niet te vee] mensen die alleen
maar kijken, dus veel kopers, want de
markt wordt goed bezocht.
Datzelfde zegt de heer A. L. F. Majoor
uit Utrecht, die bloemen verkoopt. Hij
Foto Drukkerij Smit
staat in Baarn. Breukelen en Soest
Hiervan is Soest de beste markt. Hij
vindt het echter wel jammer dat de
markt in deze tijd tot vier uur duurt,
want dat biedt de „lopers" meer kansen
dan een markt tot 1 uur. Dan wordt de
markt uitsluitend in de morgen bezocht
en dan wordt er direct gekocht, want de
meestse huisvrouwen verdwijnen tegen de
middag omdat de kinderen uit school
komen en er voor de maaltijd gezorgd
moet worden. Nu komen vele vrouwen
's morgens alleen maar kijken en ze ko
men vaak laat in de middag terug in
de verwachting dat er mogelijk hier en
daar extra koopjes te halen zijn.
Mevrouw Geijtenbeek staat met evenveel
genoegen in haar kraam als voorheen
op het toneel als zij speelde voor de
toneelvereniging „Ons Genoegen". Ze is
er van overtuigd dat het Soester pu
bliek het fijn vindt dat er een markt
gekomen is. Het is een hele prettige
markt, aldus mevr. Geijtenbeek, die heus
wel tot oordelen bevoegd is, want zij
staat ook in Putten, Utrecht en Baarn.
Haar dochter heeft op de Soester markt
ook een stand. „Een prettige markt en
leuk publiek".
De heer G. C. van Vliet staat met boe
ken en tijdschriften op een Amsterdamse
markt. Daar is hij verwend, want het is
een drukke markt. Twee weken geleden
bezette hij voor het eerst een kraam in
Soest. Hij zag er niet zoveel in, want
voor een man die zijn handel in Am
sterdam slijt is Soest natuurlijk het plat
teland bij uitstek. Het is hem echter
heel erg meegevallen en na die eerste
dag had hij reeds de overtuiging dat
Soest een goede markt heeft.
De heer C. Hilhorst is natuurlijk een
Soester ingezetene, zoals iemand die
Koelewijn heet in Bunschoten of Spaken
burg woont, al zijn er uitzonderingen.
Met zijn zoon verkoopt hij groente en
fruit. Zij noemen de Soester markt een
uitstekende markt en een gezonde markt.
Plantenhandelaar B. Koppel uit Laren is
dezelfde mening toegedaan, maar stand
werker J. v. d. Ruit uit Baarn Is het
hiermee helemaal niet eens.
„Ik vind het hier maar een rot markt.
Als het slecht weer is verkoop je hele
maal niks en als het goed weer is ver
koop je bijna niks.
Ik verkoop vlekkenzeep en heb mijn bab
'beitje zelfs voor de televisie gemaakt,
maar hier haalt al dat babbelen niks uit
De markt in Naarden is niet best, maar
hier is het helemaal brandhout. Bussum,
Zeist en Utrecht, waar ik ook kom, zijn
prima. Als die zo slecht waren als de
markten in Naarden en in Soest dan
kon ik m'n keel wel aan de kapstok
hangen of met m'n vlekkenzeep op het
dak gaaD zitten. Ik wou trouwens dat
de Soester jongens maar op het dak gin
gen zitten, want die zijn merakel lastig
en ze willen nog geen boodschap voor je
doen al bied je ze een gulden, 't Zijn
hier zeker allemaal hele rijke jongens,
maar lastig en vervelend zijn ze ook"
Vele stemmen voor de Soester markt en
slechts 1 van hen die wij naar hun me
ning vroegen was tegen en kon niet
roemen over de markt in onze gemeente.
Die ene mening is echter niet doorslag
gevend, zodat aangenomen mag worden
dat hetgeen de bestuurder van de Vere
niglng voor de Markt-, Straat- en Ri
vierhandel ons vertelde niet helemaal
klopte.
Soest schijnt een prima markt te heb
ben, waaraan verkopers en kopers hun
plezier hebben.
Dat is prettig voor beide partijen en ook
voor het gemeentebestuur dat twee jaar
geleden het besluit nam in Soest te laten
starten met een weekmarkt.
Niettegenstaande de vacanties in volle
gang zijn, waren er nog 30 deelnemers
voor deze rit.
De 26 amateurs en nieuwelingen plus 2
A-adspiranten gingen voor een uur en
tien ronden van start.
Er werd hard gereden; de uitlooppogin
gen waren niet van de lucht. De eerste,
die een kleine voorsprong konden ne
men waren Gerrit Ruttenberg en Jac .v.
d. Berg. Maar enkele ronden duurde de
pret, toen was alles weer vereend.
In de 17e ronde was het Wim Schaeffer,
die de ruimte had gekozen, ook tever
geefs. Thijs Hendriks werd in de 20e
ronde ook teruggehaald.
Daarna J. Vonk en zo ging het door,
maar niemand kon voorgoed afscheid van
het peloton nemen.
In een uur werden 34 ronden of ruim
39 km afgelegd.
Een massale eindspurt moest de plaatsen
verdelen. Deze werd
1. Karei de Graaf, 50,60 km in 1 uur,
18 min. 2. Thijs Hendriks. 3. Gert de
Weerd. 4. Ray de Zoete. 5. Cor Faber. 6.
Jan Dijkstra. 7. L. Maas. 8 Wim Wiegers.
9. Harry Visser. 10. J. Vonk. 11. Theo
Zeedijk.
In het peleton eindigde nog Ruttenberg,
Jonny Visser, Jac. v. d. Berg.
De 2 A-adspiranten reden 33 ronden ge
lijk op met de groten en kregen toen
het sein voor de laatste ronde. Ze lieten
zich iets afzakken en gaven toen nog
een fel eindspurtje te zien met het vol
gende resultaat I. G. v. d. Pluim, 40 km
in 1,07 uur. 2. L. Verhoeven.
Bij de B-aspiranten startten slechts 4
rennertjes. Hier is de vakantie dus goed
te merken. Jan Willem de Lange reed
z'n makkers op 2 ronden, de 23 km afge-
leggende in 43 min. 2e was T. Calis en
3e Peter Kooij. Koster was afgestapt.
Een meneer hield dertig jaar geleden
niet van halve maatregelen, zodat hij
een lijvige advertentie plaatste, waarin
stond dat ouders hun kinderen niet naar
een bepaalde school moesten sturen om
dat de onderwijzeressen daar de ge
woonte hadden kinderen te slaan.
Hijzelf had een dochtertje van 10 jaar
naar deze school gestuurd, maar binnen
een week was ze op vaderlijke wens weer
van die school af omdat ze al heel wat
meppen gekregen had.
Een advertentie als de volgende is
gelukkig in onze tijd ondenkbaar „Het
invalidenrijwiel dat ik enige tijd gele
den door tussenkomst van enkele heren
ontvangen heb, moet ik verkopen, daar
ik, wegens gebrek aan eten, mijn kinde
ren gedurende zes weken niet naar
school heb kunnen sturen". En toch
kostte een ons leverworst nog geen
dubbeltje en voor een tweede dubbeltje
kon je heel wat havermout kopen.
„Een tweetal jeugdige personen, geze
ten op een zware Indian-motor, reed
met een vaart van 50 km. door de be
bouwde kom van Soesterberg. Bij het
passeTen van een autobus ter hoogte
van het Zwaantje haalden zij plotseling
naar links uit. Door de woeste vaart had
de bestuurder de motor niet in de hand
en deze botste tegen een boom. De twee
jongemannen kwamen er goed af maar
de motor werd geheel vernield. Dit on
geluk is geheel aan eigen schuld te
wijten", aldus een bericht in de Soester
Courant van juli 1934. Dat kan wel
waar zijn, maar 50 km. is geen woeste
vaart.
Anker Emaülefabrieken vroegen jon
gens beneden 16 jaar die een beginloon
van ƒ5,per week kregen. Die krijg
je nu nog niet voor 5,per dag.
Ik kan me heel goed voorstellen dat het
verboden is je voor arts uit te geven en
mensen te „behandelen", want waar zou
het eind zijn als dit mocht. Dat de man
die zich voor dokter uitgeeft met de
rechter in conflict komt is dan ook heel
begrijpelijk. De straf die een medisch
student in Den Haag gekregen heeft
lijkt me echter rijkelijk overdreven voor
een land waarin de grootste boevenstre
ken met lachwekkend lage straffen ge
honoreerd worden of waarin je nauwe
lijks gestraft wordt als je maar kunt
aantonen dat je ze niet allemaal op een
rijtje hebt.
De 27-jarige medische student, die over
twee maanden met zijn studie gereed
zou zijn als alles naar wens verliep moet
nu twee maanden het gevang in omdat
hij niet wachten kon tot hij dokter was
en maar vast voor arts ging spelen.
In het akademisch ziekenhuis in Leiden
assisteerde hij een chirurg, die best over
hem te spreken was en hem zelfs een
verklaring gaf waarin stond dat hij be
kwaam was operaties te verrichten.
Een klungel is deze Jongeman dus blijk
baar helemaal niet en misschien deed hij
zijn werk wel beter dan menige arts.
Het lijkt me dan ook een beetje overdre
ven die volijverige man voor twee maan
den achter slot en grendel te zetten.
KANTMAN.
Een toenemend percentage van de Ne
derlandse vakantiegangers pleegt zijn
vakantie buiten de grenzen door te
brengen. Het aantal landen dat daar
bij als einddoel voor de ontspannings
tij d wordt gekozen, breidt zich elk jaar
uit. Enkele landen zijn daarbij ieder
jaar in 't bijzonder in de mode, maar
de vroeger uitverkoren landen blijven
eveneens belangstelling wekken.
De zucht om te zien en te beleven hoe
andere volken ploegen en oogsten is
zelfs zo groot daarbij de gevaren van
een verblijf achter het „ijzeren gordijn"
rustig op de koop toe worden genomen.
De goede waarnemer op zijn vakantie
reis zal echter ervaren dat de meeste
landen op de een of andere wijze de
toeristenbelasting laten betalen. Een der
gelijke belasting kennen wij in Neder
land nog niet, maar het gaat er op
lijken alsof wij die binnen niet al te
lange tijd zullen krijgen.
Staatssecretaris drs. Van de Laar heeft
er op gezinspeeld dat er een heffing op
het toerisme zal worden gelegd. In an
dere kringen is er ook meermalen aan
gedacht.
Steeds meer belasting.
Een toeristenbelasting is een vorm van
indirecte belasting. Dit plaatst deze hef
fing nu meer dan voorheen in het cen
trum van de belangstelling. Wij zullen
er in Europees verband immers toe moe
ten komen om meer indirecte belas
ting te heffen om met behulp van de
daaruit toegevloeide middelen verlichting
te brengen in de sfeer van de directe be
lastingen.
Nu kan worden opgemerkt dat het mo
ment van de invoering van een toeris
tenheffing bijzonder ongunstig is omdat
het „goedkoopte-eiland" zoals ons land
wel wordt genoemd, zo langzamerhand is
opgeheven. Daar moet tegenover worden
gesteld dat het goedkoopte-eiland de
bezoekers trekt om economische redenen,
maar dat hiervoor nu andere motieven
in de plaats moeten komen.
Dit betekent een intensivering van de
propaganda voor ons land in den
vreemde. Dat kost schatten aan geld.
Om dit geld op tafel te brengen is een
toeristenbelasting een doeltreffend mid
del.
Gemeenten aan bod.
De vraag rijst ook of een dergelijke
heffing landelijk moet zijn of plaatselijk.
Kiest men de landelijke weg, dan is de
kans op een juiste bestemming van de
heffing niet zo groot. Bovendien is er
een mogelijkheid hier de plaatselijke be
lasting een kans te geven. De verant
woordelijkheid van het gemeentebestuur
zou worden versterkt en wij kunnen een
opleving van de belangstelling voor
plaatselijke problemen best gebruiken.
Wordt echter zo'n belasting gemeentelijk,
dan zullen de specifieke toeristenplaat
sen daar het meest van profiteren. Het
is dus in ieder geval aanbevelingswaar
dig om een deel van de opbrengst in
een centrale pot te laten vloeien, waar
uit de propaganda van Nederland als
geheel wordt bekostigd en waaruit ook
financiële hulp kan worden geboden
aan gemeenten en streken, die voor een
verdere spreiding van de recreatie in
aanmerking komen. Deze laatste sprei
ding is van groot belang.
Bedden belasten
Een andere belangrijke kwestie is die
van de heffingsbron. Velen menen dat
er zonder meer een logeerbelasting moet
komen. Daarmee wordt dan het hotel-
en pensionbedrijf als incasso-bureau ge
kozen. Een toenemend deel van de toe
risten wordt daarmee aangesproken maar
ook de zakenman, die voor een geheel
ander doel op reis is. Ook kleeft hier
het bezwaar aan dat de toerist niet ex
clusief en duidelijk op deze belasting
wordt gewezen, hoewel de vraag of dit
nodig is nog ter discussie staat.
Kampeerders, caravanners en bij familie
logerende vakantiegangers zouden er ge
heel buiten vallen.
Hiermee verbonden is ook het vraagstuk
of nu deze belasting ook van de bin
nenlandse toeristen moet worden gehe
ven dan wel alleen van buitenlanders.
De scheiding tussen vreemdelingen en
landgenoten roept niet alleen grote tech
nische bezwaren op, maar zij heeft ook
groter psychologisch gevolgen voor be
zoekers van over de grenzen. Die krijgen
dan meer of minder het gevoel van be
last te zijn omdat zij het wagen als
buitenlanders in Nederland binnen te
dringen. Dat zal onze goede naam als
toeristenland niet ten goede komen.
Sociaal verantwoord
Moet een toeristenbelasting uit sociale
overwegingen worden afgewezen
Tegenstanders wijzen er op dat er nog
tallozen zijn die nooit of zelden voor
ontspanning hun woonplaats verlaten.
Dat argument is van geen enkele waarde.
Mensen, die niet van huis gaan worden
er niet door getroffen en voor degenen
die wel buiten hun woonplaats ontspan
ning zoeken, zal het geringe belasting
bedrag nooit een bezwaar zijn. Zodra dit
wel zo zou zijn zou deze belasting op de
gehele toeristenindustrie een funeste in
vloed hebben en dan schiet zij haar
doel voorbij.
Is het nu wel gewenst een toeristenbe
lasting te overwegen in een tijd van
overvloed aan heffingen Naar onze
mening verdient zij aandacht in het licht
van het Europese beleid. In dit kader
moeten wij elke kans aangrijpen om in
de directe belastingen verlichting te
brengen.
Minder directe.
Voorts is het niet billijk dat wij via de
algemene middelen allen bijdragen ge
ven voor propaganda en recreatiemoge
lijkheden aan buitenlanders, waarvan al
leen bepaalde groepen zakenmensen in
Nederland profiteren. Daarnaast betalen
wij alleen wel toeristenbelasting zodra
wij de grens overschrijden. Het kan nu
eenmaal niet allemaal van één kant ko
men.
Wij verwerpen dus de toeristenbelasting
niet. Wij willen haar echter alleen toe
laten wanneer de opbrengst er toe bij
draagt dat de directe belastingen verder
worden verlaagd. In dit licht is zij ook
een vorm van verbruiktbelasting en be
zien wij 's lands economie dan is het dat
snel stijgend verbruik dat terwille van
het economisch evenwicht moet worden
geremd. Zeggen wij nu dat de heffing
daarvoor geen enkele belemmering zal
betekenen dan is zij daardoor temeer
aanvaardbaar. De grote moeilijkheid is
gelegen in het vinden van de juiste