Bijstand voor bejaarden Dr. D. J. P. Oranje, Statenlid HET OOG GERICHT OP DIE ARME RUSSEN Welke mogelijkheden opent alg. bijstandswet Kappersprijs Soester Zakenkring Bromfietsers gewond Hinderwet Ruitersuccessen NGlR RAD10„ACJ,VEW Het bedrijf van de agrariër DINSDAG 12 JANUARI 1965 44e JAARGANG no. 3 SOESTER OOURANT Abonn. p. kwart, 2,40 - per post 2,15 UITGAVE DRUKKERIJ SMIT SOEST BUREAU VOOR REDACTIE EN ADMINISTRATIE VAN YVEEDESTRAAT 29A SOEST Verschijnt iedere dinsdag en vrijdag TELEFOON 2566 POSTGIRO 126156 Duizenden Nederlandse bejaarden bren gen hun levensavond door in een van de vele honderden bejaardentehuizen, die ons land telt. Opneming in een bejaar dentehuis gaat echter dikwijls met aan zienlijke kosten gepaard, die vooral ou den van dagen, die rond moeten komen van hun A.O.W haast niet te betalen zijn. Dan zal de gemeente moeten bij springen. Nu op éen januari 1965 de Al gemene Bijstandswet is ingevoerd, zal het verlenen van bijstand bij verblijf in een bejaardentehuis worden bezien in het licht van in deze tijd juist gedachte opvattingen, zoals deze tot uiting zijn gekomen in deze nieuwe wet. Wie betaalt bejaardentehuis? Artikel 1 der Algemene Bijstandswet legt aan de gemeente de rechtsplicht op aan iedere Nederlander, die niet over de mid delen beschikt om in de noodzakelijke kosten van het bestaan te voorzien, de daartoe nodige bijstand te verlenen. Dit brengt mede, dat de gemeente allereerst te beoordelen heeft, of het verblijf in een bejaardentehuis noodzakelijk is ter voor ziening in het bestaan. Wordt aan de dienst van sociale zaken een verzoek ingediend tot bijstand ten behoeve van een bejaarde, die in een bejaardentehuis wenst te worden opge nomen. dan zullen ambtenaren van deze dienst eerst onderzoeken of die opname inderdaad noodzakelijk is. Naast de om standigheden van de bejaarden zelf zul len ook de plaatselijke mogelijkheden van dienstverlening in allerlei vormen bepa lend kunnen zijn voor het al of niet aanwezig achten van voldoende indicatie tot opneming. Het tweede lid van het eerste artikel be paalt, dat de bijstand afgestemd moet worden op de omstandigheden en moge lijkheden van persoon of gezin, alsmede op het betoonde besef van verantwoor delijkheid voor de voorziening m het be staan. Dit artikel is er op gericht de personen zo mogelijk m staat te stellen zelfstandig in zijn bestaan te voorzien. Zelfstandig regelen. Het is geheel in de geest van deze wet, dat de bijstand, ook bij een noodzakelijk verblijf in een bejaardentehuis, zo mo gelijk aan de bejaarde zelf wordt uitbe taald teneinde hem in staat te stellen zelfstandig en vrij zijn zaken te regelen zowel tegenover de gemeente als tegen over het bej aardentehuis. Het is echter een publiek geheim, dat de directies van de meeste bj aardentehuizen dit een stekelige doorn in het oog is. Ver schillende bejaardentehuizen willen de bijstand rechtstreeks van de gemeente ontvangen en hiermee wordt aam de be jaarden elk persoonlijke verantwoorde - lijkheid ontnomen. Dat is echter van 1 januari af in strijd met de geest van de nieuwe wet, tenzij de fysieke of psychia trische toestand van de betrokkene de gemeente noodzaakt de bijstand wel rechtstreek aan het tehuis over te ma ken. Het is bijzonder verheugend dat de bij standswet de ouden van dagen meer ruimte laat om zelf te handelen. Vooral in psychologisch opzicht kan dit bijzon der belangrijk zijn, want wanneer voelt een mens zich pas goed oud? Als alles buiten hem om geregeld wordt! Bijzondere bepalingen. Met het oog op de omvang van de no dige bijstand bij verblijf in een bejaar dentehuis verdient ook een aantal alge mene bepalingen van de Algemene Bij standswet nadere aandacht. Bij algemene maatregel van bestuur wordt bepaald tot welk bedrag ten min ste moet zijn voorzien in bepaalde nood zakelijke kosten van het bestaan (art. 1, lid 3). Dit impliceert, dat voor bepaalde elementen als voeding, verwarming en kledmg een landelijk minimum-bedrag wordt vastgelegd. Maar van de vaststel ling m het algemeen van een volledig bijstamdsminimum kan geen sprake zijn. De verpleegprijzen der bejaardentehui zen zijn verschillend. Voorts vermeldt de bijstandswet allerlei bepalingen, die even eens de grootte van het bijstamdsbedrag kunnen beïnvloeden. Zo bepaalt art. 9 een der bijzondere bepalingen betref fende verblijf in inrichtingen, dat bij het vasttellen van de bijstand binnen redelijke grenzen rekening wordt ge houden met kosten die een uitvloeisel zijn van voorkeur voor een bepaalde in richting op godsdienstige of andere te eerbiedige gronden. Persoonlijke uitgaven. Welke persoonlijke uitgaven blijven de bejaarde over nadat hij aam het tehuis de verpleegprijs heeft betaald? Het is moeilijk hier een algemeeme rgeling te stellen. Een gelijke regeling komt neer op het over één kam scheren van be jaarden, die - vóórdat de opneming in een bejaardentehuis noodzakelijk werd - in .geheel verschillende omstandigheden verkeerd kunnen hebben. Bovendien zul len die ouden van dagen, die in een te- buis verpleegd worden, over geheel ver schillende middelen kunnen beschikken om zelf allereerst in de daaruit voort vloeiende kosten 1c voorzien. Hoewel het niet in de bedoeling vam de Algemene Bijstandswet litgt om de over heid de rol van Sinterklaas te laten spe len is het nochtans te hopen dat de plaatselijke overheidsautoriteiten de for mule „noodzakelijke kosten van het be staan" ruim zullen interpreteren. Blijkens de memorie van toelichting is dit ook de bedoeling van de wetgever geweest. Zo kan een radio- of televisie toestel voor een bejaarde die moeilijk lo pen kan en dreigt te vereenzamen, een uitkomst zijn en in zo'n geval is een daartoe strekkende bijstand stellig op zijn plaats .Aftrek van uitkeringen. Ten aanzien var. bejaarden dient in dit verband ook nog opgemerkt te worden, dat bij noodzaak tot opneming van man of vrouw in een bejaardentehuis meestal geen scheiding behoeft plaats te vinden, maar het bejaarde gezin in zijn geheel in het tehuis wordt opgenomen, ook met financiële bijstand van de overheid, in dien deze daartoe nodig mocht zijn Een belangrijk punt bij de opneming in het tehuis is de mogelijkheid tot aftrek van charitatieve uitkeringen van kerke lijke of particuliere instellingen. Krach tens art. 7 der Algemene Bijstandswet mogen binnen bepaalde grenzen derge lijke uitkeringen niet m aanmerking worden genomen bij de bepaling van de bijstand. Krijgt een bejaarde van de diaconie bij voorbeeld 100,voor aanschaf van een grammofoon, dan kan de overheid niet zeggen: ,,nu korten wij uw bijstand". Krijgt hij van zijn kinderen een bedrag, dat niet buitensporig hoog is, dan is dat evenmm aftrekbaar. Beschikt hij over een bescheiden vermogen, dat geen bestem ming beeft, dan zal dit krachtens art. 7 evenmin door de overheid in aanmerking mogen worden genomen bij de bepaling der bijstand. De grenzen worden overschreden indien het uit oogpunt van verlening van bij stand onaanvaardbaar zou zijn deze uit keringen buiten beschouwing te laten. Bij meningsverschil is het wenselijk om eerst met het bijstandverlenend orgaan tot aanvaardbare regeling te komen. Tijdens kapperswedstrijden welke in Delft ter gelegenheid van het 65-jarig be staan van de technische ontwikkelings- club in die plaats gehouden zijn, heeft onze plaatsgenoot, de negentienjarige Bomny Rademaker als eerste prijs een beker gewonnen, terwijl hij tevens een gouden schaar kreeg. Als deelnemer aan het equipe dat eerste werd ontving hij een bord van Delfts blauw. Na Dineke en Maria Rademaker is het nu Bonny die belangrijke prijzen in kap- wedstrijden wint. De Soest Zakenkring houdt voor zijn leden en genodigden een nieuwjaarsbij eenkomst op vrijdag 15 januari in ge bouw „De Rank". Mevrouw Enny Mols-de Leeuwe treedt op deze avond op. De bromfietser T. P. reed op de Mid delwijkstraat tegen een melkkrat. Hij viel en verwondde zijn linker knie. Zaterdagavond reed B. F. uit Utrecht per brommer op de Kerkstraat. Hij werd door een tegenligger verblind en botste tegen de stilstaande auto vain J. v. d. B. Zijn bromfiets werd ernstig beschadigd en hij kreeg verwoniddnigen ■aan zijn rechter hand en rechter voet. De heer W. de Bree te Baarn heeft ont heffing gevraagd van de verbodsbepa ling in de Hinderwet voor het inrichten van een wasserette in perceel Van Wee- destraat 52. Naar de mening van het col lege van B en W. zal een dergelijke in richting in een grote behoefte voorzien daar het aantal flats in onze gemeente zich steeds uitbreidt, zodat geadviseerd wordt de ontheffing te verlenen. Dr. D J. P. Oranje, gemeenteraadslid voor de V V D., wordt lid van Provinciale Staten als opvolger van mr. dr. Kap- peyne van de Copello, die stadsadvocaat van Amsterdam wordt. Na wethouder W. G. van Zadelhoff is dr. Oranje de twee de Soeter ingezetene die lid van Pro vinciale Staten wordt. Dr. Oranje, die bijna 70 jaar is, deed in 1912 eindexamen H B S. en na studie in de moderne talen aan de universiteit van Groningen studeerde hij tot 1920 indolo gie te Leiden. Var. 1934 tot 1936 werd deze studie te Utri'ih. eert gezet met een op dracht van het gouvernement. Hieraan verbond de heer Oranje een promotie voor de verenigde faculteiten van rech ten en lettere«i. Zijn proefschrift handel de over de geschiedenis van het kolo niale staatsrecht en in het bijzonder over het beleid van de commissaris-ge neraal, de onder koning WUlem I Neder lands Oost-Indië van bezit der Compag nie tot deel van het rijk maakte. In 1921 ging de heer Oranje naar Incüë om daar een oarriere als bestuursambte naar op te bouwen. Hij was werkzaam op Zuid-Celebes, Bali, Wesit-Java, Midden- Java en tenslotte in Djokjakarta. Als assistent-resident was hij -niet ver meer van het residentschap af toen de lieden van de rijzende zon het in hun hoofd haalden een poging te doen de wereld te veroveren. Dat betekende ook voor dr Oranje internering met de algemeen be kende grote misere. in 1945 was dr Van Mook van mening dat bestuursambtenaren die afgestudeerd waren rond 1920 te veel koloniaal dach ten om nog van nut te kunnen zijn in het land vam Soekaraio, maar de heer Oranje voelde er weinig voor zich weg te laten rangeren en hij aanvaardde een functie bij de regeringsvoorlichtings- jdienst. Vervolgens kreeg hij een taak bij het repatriëren van omstreeks 20.000 In donesiërs, die door de Japanners wegge voerd waren om als slaven te helpen aan het behalen van de overwinning die ge lukkig nooit kwam. Bezoeken aan Malak- ka, Birma, de Adam amen, Siam en Brits Borneo werden per Dakota afgelegd, in 1946 kwam de heer Oranje naar Ne derland dat hij in 10 jaar niet gezien had. Het zou een verlofperiode van 11 maanden worden, maar het werden er slechts drie, omdat hij als secretaris generaal van het ministerie van Sociale Zaken van de deelstaat Oost-Indonesië naar Makassar gezonden werd. Na de souvereiniteitsoverdracht was het spoedig gebeurd met de mogelijkheden als bestuursambtenaar in Indonesië werk zaam te zijn. In 1950 vestigde de her Oranje zich in Soest en al spoedig sloot bij zich aan bij de V V D. In 1953 kwam hij als derde op de lijst van de V.V.D voor de ge meenteraadsverkiezingen. Een derde zetel werd niet behaald door een tekort van enkele stemmen maar toch kwam dr. Oranje in de raad omdat mevr. v d. Swan bedankte. Het werk van de heer Oranje in Indië werd beloond met zijn benoeming tot ridder m de kroonorde van Siam en in 1950 met zijn benoeming tot officier in oe orde van Oranj e-Nassau. Zijn werk als raadslid vond een tijdelijke beloning door zijn benoeming tot wethouder toen de V.V.D. een grote vlucht nam en met vijf zetels uit de bus kwam, Dr. Oranje volgde in 1958 de heer J. v. d. Arend als wethouder van financiën op en m 1962, toen het aantal V.V.D.-zetels terugliep, werd de heer Oranje op zijn beurt door de heer v. d. Arend opgevolgd. Tijdens indoorwedstrijden welke in Ne- derhorst den Berg onder auspiciën van de Gooise Jachtveremging gehouden zijn, hebben Soester amazones en ruiters suc cessen behaald. Bij de dressuurwedstrij- den B 5 voor senioren werd Joke Duiser op Fiola eerste, J. Swaab op Agent twee de en mevr. Dooyes op Marialva derde Bij de dressuurwedstrijden voor junio ren werd Ascha Wilten op King Master eerste, Mary Noë op Indiana tweede en Paul Wilten op Schwadronneur derde Bij het springen A werd J. Schwaab op Sörvar eerste, Erik Schoenmaker op Tre- vira O II tweede en Joke Duiser op Fi- srhern derde. Bij het springen A werd Paul Wilten op Fiola eerste. Hij was de enige die een foutloos parcours reed. J Schwaab werd op Tjitske tweede met 4 fouten. R. J. Bons op Ogaar derde met 4 1/4 punt, wachtmeester Went op Ous- koub vierde met 7 punten, kol. b. d. C Lips en Paul Wilten ex aequo vijfde, res pectievelijk met Heidebairon en King Master, elk met acht strafpuruten. Alle onderdanen van alle regeringen zullen wel min of meer door deze rege ringen om de tuin geleid worden, miaar in weinig landen zal het zo erg zijn als in het land van die arme Russen, die je van alles kunt wijsmaken en die alles blijkbaar slikken. Toen massamoordenaar Stalin begraven werd stonden de vrouwen bij duizen den langs de weg te huilen, terwijl ze beter gedaan hadden als ze hun kinderen verteld hadden dat het land nu eindelijk van een zeer grote bandiet verlost was. Boelganin werd de grote man en hij verdween. Met Beria, Malenkow en Mo lotow ging 't niet veel beter en Chroest- sjow was de laatste man die van zijn voestuk gestoten werd. Vandaag een be wierook held en morgen een man be- ailes verkeerd gedaan heeft. Goed, de opgepompte Russenbaas is ver dwenen en je zou denken dat het nu welletjes was, maar het begint pas. Kopers van de staatsscheurkalender heb ben de oproep gekregen de bladzijde met 17 april te verwijderen, want dat is de bladzijde die gewijd is aan de verjaar dag van Chroesjtsjow en die bladzijde is veel te mooi, want de kalender was ai klaar toen de dikke Russenbaas nog hoog te paard zat. Kopers van deze kalender krijgen nu een nieuw blaadje voor 17 april waarop heel wat minder staat dan op het blaadje dat verwijderd moet worden. Ze krijgen ook nieuwe blaadjes voor 21 februari en 19 december, de geboorteda gen van Kosygin en Brezjnew, waarop veel meer staat dan op de blaadjes die verwijderd moeten worden. Het zal wel aan mij liggen, maar ik vind die Russen stakkers waarmee ie dere gek maar net kan rondsollen naar eigen believen. KANTMAN. ra&y In het weekeinde hielden duizenden Nederlanders een demonstratie in de hoofdstad tegen de M.L.F. De teksten op spandoeken die werden meegedra gen lieten aan duidelijkheid niets te wensen over. Intussen werkt de B.B. met oefeningen aan een steeds betere paraatheid, waarbij zelfs acties om de aanwezigheid van radioactiviteit vast te stellen niet ontbreken. Nochthans kunnen we wel aannemen, dat deze dames van harte hopen, dat alle moeite tevergeefs zal zijn geweest. De heer J. R. van Poppelen heeft gis teravond in het St. Josephgebouw een beeld gegeven van de mogelijkheden en moeilijkheden van de agrarische bedrij ven in het algemeen en van Soest in het bijzonder. Men kon hieruit de conclusie trekken dat er grote moed voor nodig is een boerenbedrijf te beginnen. Als men dit met 20 koeien opzet met de bedoeling 10.000,per jaar te verdienen dan is een investering van 165.000,— nodig. Een investering van 82.500.is vereist ais men deze 10 mille met 250 mestvar- kens wil verdienen en een investering van 56000,als men deze 10 mille wil verdienen aan 40 fokvarkens. Voor 4000 kippen is de investering 84000, en ook hiermee haalt men 10.000,per jaar als alles naai wens gaat. De heer i'. Poppelen sprak voor de afd. Soest van de Aartsdiocesane Boeren- en Tuinders- bond. Hij werd ingeleid door voorzitter A P Hilhorst, die de leden een voorspoe dig 1965 toewenste Hierna werden de le den Kok, Butzelaar en Hagen herdacht. Naar de mening van de heer Hilhorst is er in materieel opzicht reden tot tevre denheid over het afgelopen jaar. De prij zen waren beter clan in 1963. Al met al komen de Agrarische bedrijven in Soest echter steeds meer in de verdrukking. Het bestuur zal echter trachten zoveel mogelijk voor de leden te blijven doen. De heer Van Poppelen sprak over de on rust en ontevredenheid die er in vele landbouwkringen heerst. Dat dit zo is vond hij niet onbegrijpelijk, want vele bedrijven moeten het met een ontoerei kend inkomen doen. Voor goede onderne mers zijn er echter op structueel goede bedrijven nog altijd mogelijkheden. Het jaar 1964 is niet slecht geweest en over het algemeen is het inkomen per bedrijf op de zandgronden met 2700, toegenomen door betere prijsverhoudin gen. De opbrengst per koe is echter ge heel verschillend. Soms haalt men wel 1300 per jaar, soms maar 800 of minder In Soest zijn gelukkig bedrijven die be hoorlijk wnst maken, maar er zijn er ook die met verbes werken. Dat geldt voor agrariërs die het in hoofdzaak van koei en moeten hebben, maar ook voor hen die een inkomen met varkens en fokzeu- gen willen verwerven. Met het pluimvee was het over het algemeen niet zo best. Tal van bedrijven kunnen door rationa lisatie verbeterd warden zonder dat in vestering nodig is en naar de menin-g van de heer Van Poppelen moet het mo- geüjk zijn op ieder bedrijf tenminste 10.000,te verdienen. Dan moet men uitgaan van 500,arbeidsbeloning per koe, f 250,per fokvarken, 40,per mestvarken en f 2,50 per kip. Heeft men een knecht dan is het pas bij het hou den van tenminste 40 koeien mogelijk dat de boer meer verdient dan de knecht- Ruilverkaveling en een betere ontwate ring noemde de heer Van Poppelen be langrijke factoren voor het gezonder ma ken voor de Soester agrarische bedrijven. Bij bet doen van investeringen is het nodig een begroting op te stellen en ie der moet trachten door rationalisatie zijn bedrijf te verbeteren.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1965 | | pagina 1