SOESTDIJK De oorlog is geëindigd* - Nederland jubelt en juicht. Welkom Wilhelmina I Nederland is vrij* Onafhankelijk en vrij. i Een eeresaluut aan den Burgemeester. ij stellen er prijs op onze lezers, bij gelegenheid van de herdenking dat wij 20 jaar geleden vrij wer den, nog eens ter lezing voor te leggen de voorpagina van het bevrijdingsnummer van de Soester Cou rant, verschenen op 5 mei 1945. De Soester Courant was toen sinds 1 okt. 1941 niet meer verschenen. POSTGIRO 126156 5% DJlllU UJU.1 lül.UlLI IlLiiLÜJJi i' 6 c» •3 •J f. Nederland is vrij! Het klinkt haast ongelooflijk en toch Ne derland is bevrijd! Vier lange jaren en vijf maanden van oor logsleed, massamoord, executie, onderdruk king, deportatie, jodenvervolging, opsluiting in concentratiekampen, plundering, honger, vrees, vernedering, lichamelijke en geestelij ke ondermijning en andere soorten van men schelijk leed hebben ons aan dit alles doen gewennen en we staan thans vreemd met de ons teruggeschonken vrijheid in onze handen. Nederland is vrij! VJe zouden het willen uitschreeuwen, maat onze stem is niet krachtig genoeg en ook onze pen, welke ons meer dan drie jaar ge leden door de gehate indringers en de nog meer gehate landverraders uit de hand werd geslagen, heeft moeite de woorden neer te schrijven. We zouden willen juichen en jubelen, maar we .zijn te sterk neergesmakt en te veel en te lang getrapt, om plotseling op te staan. We bloeden nog uit ontelbare wonden; te velen hebben wij gebracht naar plaatsen, waarvan ze nimmer meer zullen opstaan en te velen zijn er, die, verminkt naar lichaam of geest, hun leven lang zullen getuigen van wat oorlog voor de menschheid betee- kent. We kunnen dit alles niet vergeten nu de rust over ons is gekomen en toch.... we mogen niet te lang achter ons zien, we moeten voor uit. Juicht daarom landgenooten! Juicht plaats- genoofen! Juicht! Vier lange jaren is hef nacht geweest, maar het licht is nu doorgebroken. Steekt uit de vlaggen, ontsteekt vreugdevu ren en viert feest! Uw feest mag groot en groofsch zijn en nie mand kan U thans de vreugde ontnemen. Naast onze vreugde past ons echter een woord van grooten. dank. Groofe dank allereerst aan Hem, die alles bestiert en die, hoe groot het lijden der menschheid ook moge zijn geweest, alles ten goede heeft gekeerd. Veel leed zal door ons in de komende tij den moeten worden verzacht en veel werk zal moeten worden verricht, maar ook daar voor zal Hij ons ongetwijfeld de krachten schenken. Veel dank zijn wij verschuldigd aan onze groofe bondgenoofen, zonder wiens hulp het juk der verdrukking blijvend op ons zou hebben gedrukt. Dank aan de mannen van ons eigen leger, de brigade „Irene" en onze handelsvloot, waarvan velen hun leven voor onze vrijheid hebben gegeven. Die helden zullen wij nim mer vergeten en ieder onzer zal ongetwij feld in de toekomst in zijn binnenste een monument van warme dankbaarheid en hul de voor deze helden met zich dragen. Onze dank eveneens aan de ondergrondsche werkers in hun vele schakeeringen, waarvan ook velen vielen door het moordend lood van den vijand, ook deze helden zullen wij immer blijven gedenken. In dezen dank betrekken wij ook' de velen in onze gemeente, die zich, mede op ons ver zoek, steeds belast hebben met de massa- verspreiding der verschillende illegale bladen, den verkoop van kaarten en foto's tot steun aan het illegale front en andere werkzaam heden. Ook gaat onze dank uit naar de ontelbare jonge personen, die, door onder te duiken, liever hun vreugde en vrijheid prijs gaven, dan in bet land van den vijand de wapens te vervaardigen, welke tegen onze strijdmak kers zouden zijn gebruikt. En dat ook in onze gemeente het aantal dezer personen groot was, 'moge blijken uit de honderden nieuwe stamkaarten, welke aan dezepersonen clandestien werden uitgereikt, voor welke handeling aan meerdere gemeen te-ambtenaren dank toekomt. Ook brengen wij dank aan den burgemeester onzer gemeente, die tijdens de nu afgeloo- pen rampspoedige jaren wel de moeilijkste plaats in onze Socster gemeenschap heeft bezet en die den moed heeft gehad deze plaats te blijven bezetten, waardoor werd voorkomen, dat een verrader boven ons Werd gesteld. Een eeresaluuf brengen wij verder aan de gijzelaars, de joden en hen, die om edele motieven in de concentratiekampen werden ingesloten, meer in het bijzonder aan de personen uit onze gemeente, die vaak ge durende langen .tijd moedig hun lot hebben gedragen en waarvan er door den vijand en zijn aanhangers werden gedood. Wanneer wij hiermede onze hulde besluiten, Nu ons land spoedig geheel van vijanden zal zijn gezuiverd en onze geliefde Koning- vergezeld van haar niet minder bemin de dochter, Prinses Juliana, weldra in ons land kan worden terugverwacht, gevoelen wij het als een groot voorrecht hieraan een en kel woord te mogen wijden. Bijna vier eh een half jaar is het geleden, dat bruut geweld onze Koningin noopte! haar volk alleen te laten om met haar re geering een plaats fe zoeken bij een on zer meest bevriende naties, een gang, wel ke Haar als vrouw wel dubbel zwaar moet zijn gevallen. Het was niet de eerste maal, dat ons volk zijn vrijheid in vreemde overheersching zag ondergaan. Tot driemaal toe moest een Oranje om het herstel van de vrijheid van het volk weer voor te bereiden, naar heC buitenland uitwijken en ook ditmaal lief de traditie van ons Oranjehuis, om zich nimmer aan vreemd geweld te onderwerpen, aan onze Koningin geen andere keus. De vrijheid is geen speciaal Nederlandse!? voorrecht, het is gemeengoed van alle na ties, wier bestaan in de democratie ver ankerd ligt, maar wij vragen, is er buiten Oranje wel een vorstenhuis ter wereld, dat zijn eigen lot hechter verbonden heeft aan de vrijheid van zijn volk? Het was vooral daarom, dat onze Koningin liever het vaderland verliet, dan zich te lee- nen als vazal van den gehaten overheerscher, die het Koningschap tot een marionettenspel zou hebben gemaakt Deze uiting, maar ook de persoon van on ze Vorstin zijn het, dat ons thans met nog weten wij zeer onvolledig te zijn en dat er buiten de door ons genoemden nog velen zijn, die wij persoonlijk de hand zouden willen drukken voor het vele en vaak zeer gevaarlijke werk, dat zij gedurende jaren, met inzet van hun leven, voor onze bevrij ding hebben verricht.' De voldoening echter, welke zij in hun werk hebben gevonden, zal voor hen een grooter dank zijn, dan wij kunnen betuigen. grooter eerbied doet opzien tot de Draag ster van de Kroon. Meer misschien nog dan wij zelf weten de vreemdelingen met geestdrift te spreken bver den constitutioneelen zin, over het be toonde regeerïngsbeleid, over het uïtercnatei scherpzinnige oordeel, de onmiskenbare gra tie en nog tal van andere eigenschappen, die de Koningin sieren. Maar wat juist wij weer beter beseffen Is de vlekkeloosheid van het leven, de gelou terde opvatting van de vorstelijke roeping en de onbuigzaamheid van eigen vasten wil, die onze Vorstin zoo ten volle bezit. Niet voor niets heeft de Koningin zich haar voorvader "Willem den Zwijger tot voorbeeld gesteld. Diens vrijheidszin, diens afkeer van dwang, zijn onze Landsvrouwe juist in de afgeloo- pen jaren tot een groot sieraad geworden. Het vele ook, dat onze vorstin vooral in de ze jaren van scheiding heeft gewrocht en hetgeen in dien tijd onder Haar leiding voor het volk werd verricht, is in wezen niets anders dan de consequente en letterlijke uitvoering van de woorden, gesproken bij de aanvaarding van Haar levenswerk op den 6en September 1898 in de Nieuwe Kerk te Amsterdam, toen zij, de laatste Oranjetelg, bezit nam van Neerlands troon: „Oranje kan nooit - neen nooit - genoeg voor Ne derland doen?" Ook in de 46 jaren van regeeren, die nu ach ter Haar en Haar volk liggen, is wel afdoen de bewezen, dat zij getrouw is geweest aan het zich zelf gestelde levensdoel: te regee ren, zooals van een Vorstin uit het Huis van Oranje mag worden verwacht! Onze vreugde over de bevrijding is groot, maar grooter nog wordt deze, nu wij onze Vorstin en de Prinselijke familie spoedig in ons midden weten. Vele heilwenschen zullen onze Koningin in deze dagen bereiken en wij prijzen ons gelukkig hieraan de onze te mogen toevoe gen. WELKOM WILHELMINA. Soest is 'bevrijd! Eerst nu zal een einde kunnen worden gemaakt aan de geheimzin nigheid, waarmede het georganiseerd verzet ter plaatse noodzakelijk moest worden om-» geven.- Eerst nu zal het ook -mogelijk' zijn voor het forum der burgerij de overheids dienaren te meten naar den eenïgcn maat staf, die werkelijke waarde heeft. Hebben zij hun plicht gedaan? Hebben zij Konin gin en Vaderland gediend, zooals dit van hen moest worden geëischt? Het vaderland eischte steun aan de geallieerden, steun aan allen, die moesten onderduiken, steun aan illegale pers en aan de verzetsbeweging. Wat velen misschien bij geruchte bekend was, kan eerst nu openlijk worden getuigd: Soest heeft ruimschoots zijn deel bijgedra gen aan 'den ondergrondschen arbeid van strijdend Nederland. Ieder illegaal werker in dit land wist, dat het in Soest voor elkaar was. Hij wist ook, dat er nog een „goede" burgemeester zat. En „goed" heeft hier niet beteekent „slap" of „meegaand". Men 'zal misschien trachten hen, die op hun post bleven, verdacht te maken, om dat men zich nauwelijks kan voorstellen, dat iemand 4i/2 jaar lang een gemeente in bezettingstijd kan besturen, zonder aan de prineïpen van een waarlijk nationaal gedrag te kort te doen. Als men dit dan een wonder wil noemen, in Soest is het geschied en zij, die den bur gemeester van nabij mochten meemaken, heb ben het voor hun oogen zien gebeuren. Zij zullen als getuigen staan: een onwankelbare phalanx van jongeren en ouderen, die risi co's hebben durven nemen en dit in som mige gevallen met den dood hebben bekocht. Er gebeurde in Soest nietsvan belang op illegaal terrein, of de burgemeester wist er tevoren van en had de plannen gekeurd. Vele plannen werden op zijn bevel ontwor pen en uitgevoerd. Het kompas van alle Soester illegale werkers wees telkens op nieuw het Noorden in de richting van den man op de brug. Daar was altijd belang stelling, daar was goede raad, daar was een gezonde humor, die van het bitter ern stig illegaal werk dikwijls den sportleven kant ontdekte. Ir:-."P De man op de brug. Hij was het door zijn ambt ook voor alle Duitsche en Nederland- sche politie- en partij-instanties, die hem scherp in het oog hielden. S'ipo en S.D., Ortskommandant en N-S.B. vormden even zoovele gevaarlijke of lasti ge klippen, die slechts ontweken werden, dank zij het kunnen van een man, die alle zinnen heeft gescherpt op het bereiken van de veilige haven met heel het schip en de volledige bemanning. Er is nimmer door zijn Holland is een heerlijk landje Aan het strand van de Noordzee, Waar de leeuw met scherpe klauwen Waakt voor het „Je Maïntiendrai". Holland moest de vlaggen strijken, Dat had niemand ooit verwacht, 't Kleine Nederland moest zwichten Voor een groofe overmacht. Nederland zal Neerland' blijven. Vrij van vreenide heerschappij; Holland wil slechts Holland heefen. Onafhankelijk en vrij! Waarom moest men ons ontnemen Wat door d'eeuwen was gewrocht? Waarom werd ons dierbaar landje Door den oorlog zwaar bezocht? Vochten de Geallieerden Niet met waren leeuwenmoed? Waarom stroomde er in Holland Zooveel kostbaar heldenbloed? Nederland zal Neerland blijven, Vrij van vreemde heerschappij; Holland wil slechts Holland heeten, Onafhankelijk én vrij! Gode dank is 't uur gekomen, Na vier jaar Van dwinglandij, Dat het strijdend volk van Neerland Weer zal leven, frank en vrij! 't Vaderland is zwaar getroffen En de tol is duur betaald, Maar de lieve Koninginne Wordt uit Engeland gehaald! Nederland zal Neerland blijven, Vrij van vreemde heerschappij; Holland wil slechts Holland heeten, Onafhankelijk en vrij! Weldra zal zij arriveeren, Wilhelmina van Nassau, Want de echte Vaderlanders Bleven aan Oranje trouw. Spoedig heefen wij haar welkom Op den Vaderlandschen grond. Nederland eert zijn Oranjes Door het eeuwenoud verbond! Nederland zal Neerland blijven, Vrij van vreemde heerschappij; Holland wil slechts Holland heeten, Onafhankelijk en vrij!" Nederland zal weer herrijzen, Zich ontlasten van den druk, Want de echte Vaderlanders Eischen vrijheid en geen juk. Rechtgeaarde Nederlanders, Blijft wat goed was eeuwig trouw, Hijscht de vlag der Nederlanden, Het Oranje - Rood - Wit - Blauw! Nederland zal Neerland blijven, Vrij van vreemde heerschappij; Holland wil slechts Holland heeten, Onafhankelijk en vrij! E. v. Eeden. li (l Ij Cl ll |i Ij (l ll li I' Ij fi ij Ci il li II V II fi li II 1} fl fl I? IJ fl |i Ij fl ll fl fi fi ii fi ii fi i» •i ii •i ii •i f» •i fi schuld een man overboord gegaan; hij heeft ook niet zelf het schip met een reddingsboot verlaten; hij is gebleven. Dit was niet de gemakkelijkste weg, zeker niet voor wie hem principieel wil gaan. Geschipperd met principes heeft hij niet» wij kunnen het getuigen. Hij woog zijn be slissingen met de groots te nauwgezetheid van een Christelijk en nationaal geweten, hij kleedde ze in den hoffelïjken vorm van den diplomaat, hij bleef ze trouw met de standvastigheid van den militair. Het is noodig dit alles tijdig vast te leggen ten overstaan van de geheele burgerij. Immers, er zijn lieden, die 4 jaar lang bin nenshuis erg flink zijn geweest. Zij hebben naar den Engelschen zender durven luisteren (bij de buren), zij hebben af en toe een illegaal blaadje gelezen, zij hebben hevig durven schelden op den bezetter, zy waren werkelijk goede vaderlanders. Zij dragen nu de grootste oranjestrik en hebben den grootsten mond. Toen er gewerkt moest wor den waren zij nergens te vinden, nu er vrij er gepraat kan worden, staan zij vooraan met overtollige raadgevingen en met critiek' op personen en hun daden. Het is daarom goed voor eens en voor altijd vast te stel len, dat niet zij het zijn geweest, die op de brug stonden in storm en regen, of zwoegden aan de pompen. Hen past wel eenige bescheidenheid. Er zijn overigens niet veel dergelijke lieden in Soest. De burgerij als geheel heeft reeds spontaan haar houding bepaald: zij staat stram en brengt haar burgemeester een eere saluut. Wij brengen bij deze het onze. De inhoud van de Soester Courant was van mei 1940 tot en met september 1941 van dien aard, dat de bezettende Duitse instanties het langer ver schijnen van ons blad niet toestonden. Het gevolg hiervan was dat de Soester Courant als eerste courant in bezet Nederland een verschijningsverbod kreeg opgelegd. Het bevrïjdingsnummer omvatte vier pagina's en was gedrukt met een oranje kop. Oplage 6000 ex.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1965 | | pagina 1