1970
Landbouw op de maan
OPRUIM
1. HOPPENBROUWERS
Chemische oorlogvoering
De fiscus en de dood
van een ondernemer
KUNT NIET
ALLES WETEN!
B-H 6 tegen zenuwgassen
Officiële
mededelingen
Colb.kostuum v.a. 129
Japonnen
v.a.
24,90
Sporfcoiberts v.a. 59.50
DeuxPièces
v.a.
59,90
Winterjassenv.a. 99
Rokken
v.a.
19,90
Regenjassen v.a. 39,90
Pantalons
v.a.
19,90
Overhemden v.a. 998
Jumpers
v.a.
13,90
Weekenders v.a. 9,98
Vesten
v.a.
15,90
Pyjama'sv.a. 9,98
Twin-sets
v.a.
28,90
Vesten v.a. 19,90
Blouses
v.a.
9,98
Kamerjassen v.a. 29,90
Shawls.
v.a.
1,98
De maan is zo dood als
een pier
Vrijstelling en gematigd tarief
ln onze collectie
BRILMONTUREN
Fa. U. F. VOIGT
VAN WEEDESTRAAT 80-32
SOEST
Studeerkamer - Laboratorium
Slagveld
Katholiek Vrouwengilde,
Ned. Christen
Vrouwenbond
Drankwet
Dit onderwerp is niet geheel en al scienee fiction. Zoals u weet leven wy in het
tydperk waarin de mens er zich op voorbereidt zich op het dichtsbyzynde hemel
lichaam te vestigen, hoe dan ook. Wy weten nog niet wanneer „de man op de
maan" zal verschijnen, maar men neemt aan dat dit binnen enkele jaren zal ge
schieden. Die man op de maan plaatsen is overigens nu al mogelyk. Het is alleen
de bedoeling, dat hy nog levend terugkeren zal óók. Vermoedelijk zal men tevens,
of zelfs nog vóór die tijd, trachten monsters te verzamelen van de stoffen die zich
op de oppervlakte van de maan bevinden om die te onderzoeken.
Dat onderzoek zal zeer veelzijdig zyn, maar bijzondere aandacht zal men schenken
aan de vraag of het maanmateriaal ook sporen van leven bevat.
Niemand verwacht, dat de maan ook
maar enig spoor van leven bevat. Er is
op de maan namelijk vrijwel geen atmo
sfeer en de temperatuur varieert er van
ruim 100 graden onder nul tot evenveel
graden boven nul. Wij kennen geen le
vensvormen die daartegen bestand zijn:
geen virus of bacterie houdt dat uit en
zeker niet zo lang als de maan al onder
zulke barre omstandigheden verkeert!
De meeste geleerden beschouwen het le
ven als iets dat gebonden is aan eiwit-
vormen. De eiwitten zijn opgebouwd uit
aminozuren en men kan zich een virus
voorstellen als een niet al te ingewik
kelde verzameling eiwitmoleculen, met
dit verschil echter dat deze moleculen
zich kunnen vermeerderen onder be
paalde omstandigheden en ook ten onder
kunnen gaan. Bovendien kunnen zij be
paalde werkingen veroorzaken, omzet
tingen die wij meestal als ziekten in
weefsels herkennen.
Nu hebben sommige geleerden aange
toond, dat bepaalde aminozuren ontstaan
wanneer men een mengsel van methaan,
amoniak en waterdamp blootstelt aan
elektrische ontladingen. Men kan zich
voorstellen, dat deze omstandigheden ook
geheerst hebben in het verre verleden
van moeder aarde. Het verschil is al
leen maar, dat de mens nog niet in staat
is om zélf echte virussen samen te stel
len, laat staan levend eiwit.
Eerder leven?
Wat de maan betreft wil men natuurlijk
óók weten of zich in de diepere lagen
misschien sporen van leven bevinden.
Zoals men weet heeft men in aardse ge
steenten van een paar miljoen jaar oud
nóg levende bacterieën of sporen aange
troffen. Het zal echter nog wel even du
ren eer men de diepere maanlagen kan
onderzoeken.
Het Amerikaanse ministerie van land
bouw heeft al een verbindingsdeskundige
benoemd tussen de Agricultural Research
Service of landbouwvoorlichtingsdienst
en de National Aeronautics and Space
Administration. Dit is dr. A. B. Park en
deze heeft al het een en ander verteld
over zijn taak. Ook hij wacht op mon
sters maanstof, maar hij zal die vooral
onderzoeken op geschiktheid voor land
en tuinbouw. De kwestie is, dat bij even
tuele vestiging van mensen op de maan
men onmiddellijk pogingen in het werk
zal" stellen om het benodigde voedsel
daar te telen en zo min mogelijk van de
aarde aan te voeren, omdat dit onvoor
stelbaar duur is.
Vóór 1970 zal er landbouw zijn op de
maan.
Maankassen
Uiteraard kan plantenteelt op de maan
slechts plaats vinden in volkomen lucht
dichte kassen, gemaakt van een bijzon
der soort glas, die de dodelijke ultravio
lette stralen filteren tot een voor plant
en mens verdraagbaar peil. In die kassen
kan men waterculturen opzetten, maar
men geeft de voorkeur aan teelten in
grint of andere stoffen, laten wij zeggen
teelaarde van de maan. Dat is uitstekend
mogelijk, omdat men altijd terug kan
grijpen op volkomen kiem vrij materiaal.
Eigenlijk is het op de maan brengen van
bouwmateriaal voor de kassen het be-
zwaarlijkste onderdeel van het hele plan.
De teelt zelf is niet zo moeilijk. Natuur
lijk zal ook de kaslucht moeten worden
aangevoerd, maar zoals bekend geldt
voor elk vertrek of bouwsel dat de mens
op de maan neerzet: lucht meebrengen!
Niet zuivere zuurstof, want daarin sterft
de mens binnen weinige ogenblikken.
Dit kan in fusten, samengeperst.
Net als in de fantasie-ruimteverhalen zal
het er in de maankassen om gaan, zo
weinig mogelijk lucht te laten ontsnap
pen. Dit is alleen mogelijk door de kas
sen zo min mogelijk te betreden en als
dit toch nodig is, dit te doen via kleine
sluizen óf de kassen te verbinden met
de woon- en werkruimten. Dit laatste is
mogelijk, maar niet waarschijnlijk. De
reden daarvan is de volgende.
Wat eten zy?
Kunstmest en zaaizaad nemen niet te
veel ruimte in, grond is aanwezig op de
maan, maar water en lucht zijn in grote
hoeveelheden nodig en moeten worden
aangevoerd. Men zoekt dus naar midde
len om ze herhaalde malen te kunnen
gebruiken. Dit is nooit voor 100 procent
mogelijk, omdat elk plantendeel, dus ook
dat wat men opeet, water en koolstof
bevat. Er zijn echter ook plantendelen
die niet worden gebruikt. Deze kunnen
worden gecomposteerd, waarbij kool
zuurgas en waterdamp vrij komen. Het
is ook vrij eenvoudig om de atmosfeer
in de maankassen een optimaal kool-
zuurgehalte te geven, maar een te veel
aan koolzuur kan niet anders dan via
assimilerende planten benut worden.
Men gaat thans reeds na welke gewas
sen in de maankassen moeten worden
geteeld. Natuurlijk hebben die gewassen
de voorkeur, die zo min mogelijk oneet
bare delen geven, maar men kan zich
ook weer niet bepalen tot de teelt van
bladgroenten. Het ziet er naar uit dat
aanvankelijk slechts een deel van het
menselijke dagrantsoen van de maan af
komstig zal zijn, omdat men op aarde
gemakkelijk concentraten van zetmeel en
eiwitten kan maken, waarvan het ver
voer door de ruimte niet zo heel veel
kost. Groenten en fruit zullen dus wel
de eerste nutteelten zijn na het expe
rimentele stadium; daarna zullen even
eens volumineuze gewassen zoals aard
appelen en dergelijke aan de beurt ko
men.
De „nachtvorst"
De kassen zullen in de maannacht, wan
neer een nachtvorstje van zo'n honderd
graden heerst, deugdelijk moeten worden
verwarmd. Door ze te verlichten kan
men de teelt natuurlijk voortzetten, maar
wellicht zijn bepaalde teelten ook aan
te passen aan het lichtregiem der maan.
Misschien zal men op den duur over
gaan tot ondermaanse teelten, bijvoor
beeld wanneer het opwekken van kunst
matig licht goedkoper is dan het afweren
van de gruwelijke koude van de maan
nacht.
Een ander vraagstuk is nog of men uit
op de maan aanwezige stoffen gassen
zou kunnen vrijmaken of samenstellen.
Oxyden bevatten zuurstof, hydroxyden
waterstof en zuurstof en corbonaten
uiteraard koolstof. Ook dit is een onder
werp dat pas in de laatste jaren in stu
die is genomen, omdat zoiets op aarde
natuurlijk nooit actueel kon worden. Om
dit vraagstuk op te kunnen lossen moet
men echter eerst wat weten van het
maanmateriaal. Vandaar dan ook dat de
belangstelling van dr. Park vooral uit
gaat naar monsters maanstof of -steen.
Hij wil die graag ontleden en onderzoe
ken. Gelukkig ziet het er naar uit, dat
geruime tijd vóór de mens op de maan
landt bepaalde raketten in staat zullen
zijn monsters van de maan naar de aar
de te voeren.
En mocht u een en ander al te fantas
tisch lijken: wacht u maar rustig af!
Men ziet vanzelf wel wat mogelijk is en
wat niet.
Wanneer een ondernemer op zijn lau
weren gaat rusten en zijn zaak aan an
deren overdraagt, komt er eerst een af
rekening met de fiscus. Hoe hij daar ook
over moge denken, een feit is dat hij
het kan zien aankomen, dat hij de scha
de van te voren kan begroten en dat
hij in de financiering van het geheel tij
dig kan voorzien. Meestal, natuurlijk, zal
degene die de zaak overneemt zoveel op
tafel moeten leggen dat de ex-onder
nemer met de fiscus kan afrekenen en
zich daarna rustig aan zijn oude dag kan
wijden.
Ook in de opzet van het systeem waar
de inkomens naar worden berekend geeft
het genoemde geval niet zoveel moei
lijkheden. Zolang het bedrijf liep is niet
alle winst belast: in bepaalde activa
hebben zich stille reserves gevormd, wel
licht is er een goodwill ontstaan, enz.
Wordt het bedrijf verkocht, dan worden
deze winstposten gerealiseerd en dan kan
er dus aan de fiscus ook zijn deel wor
den afgestaan. Het is niet altijd zo een
voudig, maar in de grote lijn klopt het
wel.
Geheel anders is de situatie wanneer
een ondernemer in het harnas overlijdt.
Afgezien van het feit, dat hij daarbij niet
in staat is zelf zijn tijdstip te kiezen,
zal hij als regel geen gelegenheid heb
ben gehad zijn zaken waaronder zijn
fiscale beslommeringen, behoorlijk af te
wikkelen.
Dc basis
Volgens de normale fiscale spelregels zijn dingen.
wel de jaarlijkse winsten genoten, maar
nog niet de stille reserves en de good
will, die nog niet zijn gerealiseerd. Het
persoonlijk karakter van de inkomsten
belasting brengt echter mede dat deze
winstposten, voor zover ze bij de over
ledene zijn ontstaan, ook bij deze wor
den belast.
Daarom kent de wet een eindafrekening,
in de vorm van een fictieve overdracht.
De overleden ondernemer wordt geacht
zijn zaak nèt voor het overlijden te heb
ben overgedragen aan degenen, die na
zijn dood tot zijn bedrijf gerechtigd zijn.
Dat zijn dus, voor zover aanwezig, de
overlevende echtgenote (of, indien de
ondernemer een vrouw was: de overle
vende echtgenoot) en de erfgenamen.
De waarde waarvoor hij geacht wordt
te hebben overgedragen, en die bepalend
is voor de overdrachtswinst die Tiïj ge
acht wordt te hebben genoten, is de
waarde in het economisch verkeer, d.w.z.
de waarde die hij juist vóór zijn over
lijden van een in zijn zaak geïnteres
seerde derde had kunnen bedingen bij
verkoop. Met de overledene wordt dus
fiscaal afgerekend en de erfgenamen be
ginnen, indien zij de zaak voortzetten
met de werkelijke waarde, zoals die bij
de afrekening heeft gegolden.
Verkopen de erfgenamen de zaak, dan
zullen zij, behoudens mee- of tegenval
lers, die dan voor hun rekening zijn, de
geschatte werkelijke waarde kunnen be-
ts er zeker een naar uw keus
Burgem Grothestraat 30
Erkend ziekenfondsleverancier
Afrekenen!
Dit alles nu zou voor de erfgenamen
geen enkel bezwaar opleveren als de
overledene niet alleen werd geacht de
overdrachtswinst te hebben genoten,
maar ook werd geacht daarover te heb
ben betaald. Zover gaat de wet nu niet.
De erfgenamen moeten niet fictief, maar
werkelijk betalen. Weliswaar verkrij
gen zij dan ook een zaak die meer
waard is omdat er geen belastingclaim
meer op rust, doch dit feit verschaft
hun op dat moment het geld niet dat zij
op dat moment op tafel moeten leggen.
Het persoonlijk karakter van de inkom
stenbelasting botst dus met de continï-
teit van de onderneming. Het gaan van
de ene ondernemer en het komen van
de andere, als 't bedrijf wordt voortge
zet, doet aan het voortbestaan van de
zaak niets af. En toch moet worden be
taald over een winst die nog niet wer
kelijk is gerealiseerd.
Ter tegemoetkoming aan deze moeilijk
heid zijn enige bepalingen opgenomen.
Korting
Ten eerste is van die fictieve over
drachtswinst van de overledene 10.000,-
vrij, zoals dat ook bij een overdracht
onder levenden geldt. Voorts geldt voor
de rest een extra (laag) tarief van 20
op verzoek, als dit voordeliger is dan
toepassing van de normale belastingtabel.
Bij verkoop onder levenden is dit 20 tpt
40 °/o, afhankelijk van het normaal in
komen in de voorafgaande drie jaren.
Deze regeling gold ook reeds onder het
oude Besluit Inkomstenbelasting, dat
t.e.m. 1964 heeft gegolden, zij het dat
het vrijgesteld bedrag toen ƒ7500,was.
Het zal duidelijk zijn dat deze bepalin
gen niet voldoende soelaas bieden in ge
vallen waarin de overlevende echtgenote
en/of erfgenamen geen andere middelen
van bestaan hebben dan de zaak, die
moet worden voortgezet. Wanneer b.v.
een middenstander jong (en dan veelal
plotseling) overlijdt, en zijn vrouw ziet
zich gedwongen de zaak voort te zetten
om in het levensonderhoud van zichzelf
en een paar kleine kinderen te voorzien,
dan is het redelijkerwijze niet mogelijk
die afrekeningsbelasting te betalen, ook
niet (vanwege de rentelast) wanneer zij
dat geld zou kunnen lenen.
Op de lange baan
Voor dit soort gevallen kent de Wet Ink.
Bel. nu een nieuwe regeling, die voor
1965 niet bestond. Wanneer diegenen van
de echtgenote en de erfgenamen aan wie
de zaak toekomt, zulks gezamenlijk ver
zoeken, mag de fictieve overdrachtswinst
worden doorgeschoven.
Dat houdt dan in dat bij de overledene
niet wordt afgerekend en dat de voort
zetters niet met de werkelijke waarde
mogen beginnen, maar moeten aanvangen
met de waarden die voor de overledene
golden; en die dus zonder fictieve over
dracht op zijn balans zijn te vinden.
Wordt wèl afgerekend over de stille re
serves en goodwill e.d., dan beginnen de
voortzetters met de werkelijke, hogere,
waarden op hun beginbalans en kunnen
in de volgende jaren daarop afschrijven
ten laste van hun winsten. Wordt niet
afgerekend, dan moeten zij beginnen met
de lagere boekwaarden die voor de over
ledene golden; en dan kunnen zij slechts
op die lagere waarden afschrijven zodat
hun winsten in volgende jaren hoger
worden.
Duur krediet
De fiscus geeft dan als het ware krediet:
Botervlekken verwijdert men door direct
met heet water te spoelen, lukt dit niet
of is het goed er niet geschikt voor, dan
uitstrijken tussen grauw papier en na-
behandelen met tetra.
Bloemen moeten altijd een voor een in
de vaas worden gezet. Hoe groot de bos
ook is ,het is dé manier om de bloemen
op zijn best gerangschikt te krijgen.
Asters chrysanten, goudsbloemen, zonne
bloemen enz. moeten voor minstens de
helft van de steel ontbladerd worden.
De bladeren zorgen er voor dat het wa
ter direct vies wordt en de bloemen
gaan zo dood of in ieder geval hangen.
Cakeblikken kunt u als ze een beetje ge
roest zijn, toch gebruiken door er een
vetvrij papier in te leggen. Dit wordt
met wat boter gesmeerd. De cake zal nu
niet aanbranden of aan het blik vast
gaan zitten.
Corsages van levende bloemen blijven
langer goed wanneer u het eind van de
stelen even afbrandt.
Corsages van zijde, taftzyde enz. worden
voorzichtig gewassen, gesteven in een
30 gram arabische gomoplossing en voor
zichtig aan de verkeerde kant gestreken.
De blaadjes zijn nu zo stijf, dat ze leuk
in de vorm kunnen worden gebogen.
Dooiers van verse eieren kunt u een
poosje bewaren door er koud water op
te gieten. Voor het gebruik het water er
even afgieten.
Gelatine lost vlugger op als het eerst
een poosje geweekt wordt in koud wa
ter en dan overgoten wordt met kokend
water.
de winst bij de overledene en de opvol
gers blijft in totaal gelijk, maar er mag
later worden betaald.
Dit krediet krijgt men echter niet gratis.
Wanneer geen fictieve overdracht wordt
aangenomen, wordt er vanzelfsprekend
ook geen fictieve overdrachtswinst ge
maakt en er is dus ook geen vrijstelling
van toepassing en ook geen bijzonder ta
rief.
Om dit aan een zeer eenvoudig voorbeeld
te toetsen, kunnen we uitgaan van een
bedrijf, waar door sterke afschrijvingen
en door de geldwaardedaling in de be
drijfsmiddelen stille reserves zijn ont
staan ad b.v. 30.000,De bedrijfsmid
delen zijn b.v. waard 45.000,terwijl
de boekwaarde daarvan maar 15.000,
bedraagt. Verder is er nog een goodwill
ad 50.000,waarvan de boekwaarde
nihil is, omdat deze door de arbeid van
de ondernemer „vanzelf" is ontstaan bij
de opbouw van een door hem nieuw ge
stichte zaak. Bij verkoop zou zo'n zaak
30.000,— plus 50.000,—. dus 80.000,—
méér opbrengen dan de boekwaarde.
Groot verschil
Overlijdt nu de ondernemer, dan wordt
hij geacht deze overdrachtswinst te ge
nieten. De eerste 10.000,is vrij; van
de overige 70.000,betalen de geza
menlijke erven 20 °/o, dus 14.000,De
boekwaarde van de bedrijfsmiddelen en
de goodwill wordt dan echter 80.000,
hoger. Zouden de erfgenamen dit in b.v.
10 jaren geheel kunnen afschrijven, en
zouden zij aan de top van hun inkomens
gemiddeld 30 betalen, dan scheelde
hun in die 10 jaar dus 30 van
24.000,—.
Willen zij doorschuiven dan scheelt hun
dat nu ƒ14.000,—, maar het kost hun
dan in de volgende 10 jaar ƒ24.000,
Het is duidelijk dat het aanbeveling ver
dient te proberen die 14.000,ergens
te lenen: de rente zal niet opwegen tegen
de besparing van ƒ10.000,belasting.
Daarbij moet worden bedacht dat reeds
het eerste jaar ƒ2400,— minder wordt
betaald, het tweede ook weer 2400,
enz.
Sterk voorbeeld
Zou men een dalende afschrijving (b.v.
op boekwaarde) als systeem kiezen, dan
bespaarde men zich in de eerste jaren
nog meer en in latere minder.
Is de overdrachtswinst kleiner, b.v. ln
totaal ƒ40.000,dan gaat de vrijstelling
nog sterker spreken. Bij afrekening bij
de overedene zou dan direct 20 °/o van
30.000,verschuldigd zijn, dus 6.000,-.
De erfgenamen zouden echter later 30 °!o
van 40.000,dus 12.000,meer moe
ten betalen.
Het moet ons van het hart, dat de fis
cus hier wel erg duur is met zijn kre
diet. Wie lenen kan, zal dat in zo'n ge
val dus zeker moeten doen. Wie er zo
slecht aan toe is dat ook dat niet meer
lukt, zal gedwongen zijn de dure weg te
kiezen. Wellicht dat hieraan ook nog
eens wat kan worden geschaafd bij al
die wijzigingswetten van tegenwoordig!
De V.S. beschikken sinds kort over een
nieuwe groep van oorlogsgassen, de zo
genaamde psychochemicals. De berich
ten daarover zijn uitermate summier,
want in de krijgskunde pleegt men zijn
allerlaatste uitvindingen streng geheim
te houden. De kracht van nieuwe wa
pens ligt vooral in de verwarring, die
zij in de gelederen van de vijand tevoor
schijn roepen; na verloop van tijd zo
leert de geschiedenis heeft het ver
nuft van de tegenstander de noodzake
lijke afweermaatregelen kunnen beden
ken.
De „psychochemicals" schijnen verwant
te zijn aan de in de tweede wereldoor
log in Duitsland onder de naam trilons
vervaardigde zenuwgassen, zeer vluch
tige vloeistoffen van een tamelijk inge
wikkelde scheikundige samenstelling.
Van deze trilons is eerst het tabun ont
wikkeld, daarna het driemaal zo giftige
sarin en vervolgens het nog veel sterker
werkende soman. Van deze laatste stof,
chemische formule CH3(F)-POOCH(CH3)
C(CH3)3, zijn enkele milligrammen abso
luut dodelijk.
De werking van deze zenuwgassen zou
berusten op de uitschakeling van cho-
linesterase, een enzym dat acetylcholine,
een stof die in ons lichaam voortdurend
wordt gevormd om de spieren te laten
functioneren, weer afbreekt. De opeen
hoping van acetylcholine. die door het
uitblijven van de cholinesterase-werking
ontstaat, leidt spoedig tot een kramptoe
stand, met daarna een volledige verlam
ming. De opgetreden beschadigingen van
het zenuwstelsel hebben de dood ten ge
volge.
Zichzelf inspuiten
Het dragen van een gasmasker geeft
geen bescherming tegen de zenuwgassen,
resorptie door de huid vindt namelijk
zeer gemakkelijk plaats. Daterend van
de laatste paar jaren is het gevechts-
pak van butylrubber met een coating
van polyetheen, dat modern genoeg is
om aan de huidige eisen te kunnen vol
doen.
Het spreekt vanzelf dat het dragen van
gasmaskers en van beschermende kle
ding de gevechtswaarde van de man of
van de eenheid niet ten goede komt. De
kosten van dergelijke uitrustingen zijn
niet interessant; over dergelijke proza-
ische kwesties wordt in de wetenschap,
die krijgskunde heet, nooit gerept.
Voor personen die door zenuwgassen zijn
aangetast, was tot voor zeer kort atro
pine het tegengif. Dit atropine is zelf
ook bijzonder giftig, maar omdat het in
het lichaam spoedig wordt afgebroken
kan er bij vergiftiging door trilons om
het kwartier wel twee tot vier milligram
van deze atropine worden ingespoten.
Wie mocht denken dat de toediening en
de dosering van dit zeer gevaarlijke te
gengif wel door een arts zal moeten
geschieden vergist zich! Er kan valk ach
ter iedere soldaat nu eenmaal geen dok
ter staan
Het Kath. Vrouwen Gilde organiseert
voor de afd. Soest en Soestdijk op don
derdag 12 Jan a.s., 's avonds om 8 uur,
in het St. Joseph Gebouw, een avond,
waarbij Mevr. Racké ee,_ lezing zal
houden over „Huwelijken met buiten
landers".
Deze interessante spreekster is o.m. be
kend om haar artikelen, die zij in Li-
belle, onder de naam Sheherasade
schrijft.
De N.C.V.B. Soest-Zuid komt woensdag
11 januari, om 8 uur, bijeen in Elthe-
to. Ook de heren zijn ditmaal hartelijk
welkom. De heer W. v. d. Veer te Leu-
venheim zal spreken over „China".
Burgemeester en wethouders van Soest
brengen ter openbare kennis, dat op 5
januari 1967 bij hen is ingekomen een
verzoekschrift van T. de Bruin, van be
roep aannemer, wonende te Soesterberg,
om een verlof A in de navolgende loca-
liteit: beneden lokaliteit van het club
gebouw nabij flats aan de Prof. Lo-
rentzlaan aldaar.
Binnen twee weken na de dagtekening
dezer bekendmaking kan ieder tegen
het verlenen van deze vergunning
schriftelijk bezwaren bij Burgemeester
en Wethouders inbrengen.
Soest, 10 januari 1967.
Injectors
In hypermoderne legers zijn de man
schappen daarom uitgerust met een auto
matische injectiespuit, gevuld met atro
pine, waarvan zij de inhoud, in geval
van nood bij zichzelf moeten inspuiten,
Als het hun dan nog lukt om een veld
hospitaal te bereiken, zullen de aldaar
aanwezige medische deskundigen de be
handeling zo goed mogelijk voortzetten.
De z.g. auto-injectors bestaan uit een
plastic kokertje van 9,5 cm lengte en
1,27 cm doorsnede dat op de juiste plaats
(dij of bil) wordt gehouden en waaruit
dan automatisch een lange injectienaald
schiet die het medicijn in een bloedvat
spuit.
Ook het Nederlandse leger en o.a. de
B.B. worden daar mee uitgerust.
Kortgeleden is een nieuw tegengif voor
de zenuwgassen tot ontwikkeling geko
men, dat in tegenstelling tot atropine de
cholinesterase-remmer afbreekt: ode-
naam BH-6.
Het slechte pad
De chemische oorlogvoering is van be
trekkelijk jonge datum. Dat de Sparta
nen de Atheners enkele eeuwen voor
onze jaartelling al niet uit hun vestingen
vedreven door de rook van brandende
takkenbossen, die zij in pek en zwavel
hadden gedrenkt, moet men dan natuur
lijk niet meerekenen. In 1915 begint de
geschiedenis van de moderne gasoorlog,
in dat jaar trachtten de Duitsers be
weeglijkheid in de vastgelopen fronten
te krijgen door in Vlaanderen over een
breedte van zes kilometer aan te vallen
met chloorgas. Twee weken later ge
bruikten ook de geallieerden gifgassen.
In bijzonder korte tijd ontstond toen een
geheel nieuwe wetenschap. Tijdens de
eerste wereldoorlog had men nog een
jaar of drie de tijd om theoretische over
wegingen op het slagveld in de praktijk
te toetsen, en dat heeft men dan ook
gedaan. Na de eerste wereldoorlog ging
de wedloop verder in studeerkamer en
laboratorium, totdat de Italiaans-Etio-
pische oorlog (1935-1936) en de Spaanse
burgeroorlog (1936-1939) weer strijdtone
len opleverden waar men zijn laatste
uitvindingen kon proberen, hetgeen men
eveneens heeft gedaan.
Toen de tweede wereldoorlog begon, was
men al een heel eind op dit zeer slechte
pad gevorderd.
De gevaarlijkste
Men kende toen de gehalogeneerde aro
matische koolwaterstoffen, zoals benzyl-
chloride en benzylbromide, als traan-
verwekkers; men kende van koolzuur
afgeleide verbindingen zoals fosgeen
(CO Cl 2), dat een van de gevaarlijkste
verstikkende gassen is, men kende voorts
stikstofverbindingen, zoals chloorpicrine,
dat traanverwekkend èn verstikkend
werkt, alsmede gechloreerde ketonen,
zoals chlooraceton, broomaceton en
chlooracetofenon, die sterk traanverwek
kend zijn.
Tot slot beschikte men nog over gechlo
reerde ethers en thio-ethers en gechlo
reerde arseenverbindingen. Zoals mos
terdgas en lewisiet, die niet alleen traan
verwekkend en giftig maar ook nog
blaartrekkend zijn.
De laatste jaren voor de tweede wereld
oorlog werd in tal van landen een uit
gebreide burgerlijke verdediging voor het
geval van een gasoorlog. georganiseerd.
Bij ons in Nederland is in 1939 in de
elfde druk van het „Oranje Kruis-
Eoekje", handleiding tot het verlenen
van eerste hulp bij ongelukken, als sup
plement een 32 pagina's tellende „korte
handleiding voor hulpverlening bij gas
aanvallen" opgenomen.
Ontsnapt
In 1948. in de vijftiende druk van dit
veel gebruikte boekje, is dit aanhangsel
niet meer aanwezig.
In het hoofdstuk „Vergiftigingen" wordt
in die vijftiende druk dan de nodige
aandacht besteed aan de hulpverlening
bij vergiftiging met voornamelijk indus
triële gassen en aan het slot van die
verhandeling lezen we dan: „In verband
met de verwachting dat oorlogsgassen
niet meer zullen worden toegepast, zul
len deze niet meer afzonderlijk worden
vermeld." Die verwachting was in 1948
misschien wel gerechtvaardigd, want in
de gehele tweede wereldoorlog is geen
gifgas gebruikt.
Thans weten we echter dat de geallieer
de legers in dit opzicht slechts door om
standigheden aan enorme gevaren zijn
ontsnapt. Zolang de Duitsers een aan
valsoorlog voerden, hebben zij geen
strijdgassen gebruikt omdat het inmid
dels duidelijk was geworden, dat deze
wapens het best „in de verdediging" vol
deden. Toen in 1944 de oorlogskansen
keerden en de Duitsers duidelijk in het
defensief raakten, konden zij de zojuist
ontwikkelde zenuwgassen niet meer ge
bruiken omdat er door het overwicht in
de lucht waarover de geallieerden be
schikten geen sprake meer was van een
landoorlog van leger tegen leger.