De stadsmuur van Hardenberg is uit ij zeroerbrokken samengesteld Een stadsmuur in een mooie nieuwe wereld MET RAAD EN DAAD In het stroomgebied van de Overijsselse Vecht, hoofdza kelijk ten Oosten van Hardenberg, bevindt zich ijzeroer in de bodem. Het ijzergehalte is niet zo hoog. dat de exploitatie er van lonend gemaakt kan worden voor de ijzerovens, maar het heeft toch een zodanige samenbin dende kracht, dat de uitgehakte brokken een uitnemend bouwmateriaal vormen, dat de eeuwen kan doorstaan. Het bewijs daarvan vindt men in Hardenbergs oude stadsmuur, die voor een klein gedeelte in zijn oorspron kelijke staat werd gerestaureerd en opgetrokken en nu kan worden aangewezen als een unieke bijzonderheid in Nederland. Ze dateert van het jaar 1230. BEWOGEN TIJD OTTO VON LIPPE IN HET MOERAS ZO KWAM DE MUUR De Drentse „Gulden sporenslag" in 1227 is van verstrek kende betekenis geweest voor de ontwikkeling van de provincie Overijssel. Als boete was de Coevordenaren op gelegd om een klooster te bouwen op of bij de plaats waar de ridderscharen om het leven waren gekomen. Na- bij Coevorden is heden nog de plaats aangeduid als het „Klooster". Maar de nonnen konden het in dat moeras gebied niet uithouden en ze trokken naar Assen in de marke van Witten, waarop een ander klooster werd ge bouwd. Hieruit is dus de stad Assen ontstaan. MUREN SLECHTEN EEN LEVENDIGE STADSKERN IN GEDACHTEN BIJ HET VERRE VERLEDEN V Daar was een bewogen tijd aan voor afgegaan. Onmiskenbare tekens op de verschillende essen langs de Vecht be wijzen, dat hier voor het begin onzer jaartelling reeds mensen gewoond heb ben. Maar men zocht veiligheid en wanneer men mag aannemen, dat Har denberg is afgeleid van het woord Her- derenberg of berg der herderen, dan vindt men ook een zekere grond voor het leutige verhaal, dat nog altijd op gang doet. Daarin stelt men, dat men de ,.berg der herderen" nodig had voor bebouwing en daarom de spitse kop er van moest verwijderen. Er waren nog geen kruiwagens, maar men vond daar een andere oplossing voor. Men schepte het zand van de kop van de berg in tonnetjes, die men gemakkelijk van de hoogte af liet rollen om ze beneden leeg te storten. Zo kreeg men een af gegraven heuvel, die zich goed voor bebouwing leende. We staan voor de waarheid van dat verhaal niet in, maar wanneer je in de naaste omgeving van de stad gaat gra ven, dan zie je heel veel verwerkte grond, die er op wijst, dat het verhaal best juist kan zijn. Later leverde de klei van de Vecht een goed produkt voor een steenbakke rij. die daar in de grijze oudheid jaren lang geweest moet zijn. De oude offersteen die naar men zegt nog terzijde van de Heemser kerk toren ligt verloor zijn functie met de intrede van het Christendom en in 753 werd het Romaanse kerkje op Nljenstede op last van de vader van Karei de Grote gebouwd. Daarmee is echter de rust in deze we relden nog niet verzekerd. Graven, her togen en bisschoppen traden op als leenmannen van de Duitse keizer en in 1089 kwamen geheel Salland en Dren te onder het gezag van de bisschop van Utrecht. Die vroegen de tienden van hun bewoners, maar de Drenten wei gerden halsstarrig. In 1227 trok bisschop Otto II von Lippe naar Hardenberg. Men noemde die plaats toen meestal nog Nijenstede. Ot to II von Lippe is de tweede zoon van Bernard II von Lippe, de stamvader van Prins Bernhard en diens echtge note Heilweg, Gravin von Bre. Otto heeft in 1218 als bisschop van Utrecht zijn vader te Oldenzaal tot bisschop van Seingallen (Selburg) gewijd Graaf Herman II, de oudste zoon was broer van Otto II. Het zat bisschop Otto maar dwars, dat die Drenten het wettige gezag niet er kenden en zijn wrevel werd nog ver sterkt door het feit, dat Rudolf van Coevorden in opstand kwam. Deze Ru- dolf is de burchtheer van Coevorden en hij za1 waarschijnlijk niet vermoed heb ben, dat zijn naam onlosmakelijk ver bonden zou worden aan de geschiedenis van heel dit gebied. Toen kwamen ze in het geweer, die edelen rondom de bisschop van Utrecht e.i het kasteel Nijenstede werd een toonbeeld van machtsvertoon en geweld. Schepen, beladen met proviand werden uitgerust en ze voeren de Vecht op met haar vele kronkels en zandbanken, maar ze kwamen er. Het werd een machtige troepenconcen tratie daar in de oude sterkte van Nijenstede, die nog versterkt werd door het feit, dat Bernhard van Horstmar, één der dappere kruisridders uit die tijd, zich bij het machtige bisschoppe lijke leger schaarde. Nu zou men toch wel in staat zijn om de Drenten tot de orde te roepen! Wanneer op 1 augustus 1227 dat grote leger in de richting van Coevorden trekt, dan twijfelt niemand aan 't re- Prins Bernhard toonde zijn belangstelling voor dit enige monument, dat aan zijn voorvaderlijke familie in Holland herinnert. sultaat van de ongelijke strijd. Hier een goed uitgerust leger onder leiding van meer dan 400 ervaren ridders. Aan de Coevordense kant een groot aantal boeren, die alleen maar spiesen, zeisen en knuppels als wapentuig voer den. Ze kennen het gebied, de Drenten. Ze kennen de paadjes tussen het moeras door en ze slagen er in om hun zwaar bewapende tegenstanders steeds verder het gevaarlijke terrein in te lokken. Men vertelt er zelfs bij, dat ze merries hadden meegebracht, die een onweer staanbare aantrekkingskracht hadden voor de fraaie hengsten van de ridders. In dat moeras ging het machtige leger van bisschop Otto smadelijk onder en de bisschop zelf verloor er het leven, evenals zijn broer Dietrich en Bernhard van Horstmar. Het werd de „Drentse Gulden sporen slag" voor deze in veel opzichten ver geten wereld, die van verstrekkende be tekenis is geworden voor de ontwikke ling van Overijssel en Drente. En de Mommenriete, zoals men het moerasgebied onder Ane noemde, werd een streek waar volgens de oude volks sagen nog de geesten der ridders zweef den, die hier bij honderdtallen tegelijk waren omgekomen. Willebrandt van Oldenburg werd de opvolger van bisschop Otto II. Hij kon de zaak niet laten voor wat die was. Maar voorzichtig als hij was, trok hij eerst zijn krijgsmacht samen op de burcht Nijenstede te „Herderenbergh". De Drenten begrepen, dat ze tegen die macht op den duur het onderspit zou den delven en de vrede werd gete kend. Jawel, maar er was geen groot ver trouwen. Bisschop Willebrandt bouwde een grote sterke houten burcht, even ten westen van Nijenstede. maar hij zocht tevens naar een mogelijkheid om heel de „Herderenbergh" te ommuren. In die omstandigheden werd de hulp van de bewoners van Zwolle ingeroe pen, dat in die jaren ook nog maar een onaanzienlijk dorp was. Die hulp werd ruimschoots verleend. Met man en macht moet men aan het werk geweest zijn om uit de velden met het ijzeroer de machtige brokken te delven, die zoveel mogelijk tot gelijke stukken werden gekapt. Met leem vormde men deze samen tot 'n mach tige muur, die het geweld der eeuwen kon verduren. Vanuit die sterkte kon men de vijand in het naburige Coevorden wel hebben, doordat men op deze wijze het econo mische leven geheel in de macht kreeg. Dat begreep Rudolf van Coevorden best en hij probeerde een uitweg te vinden uit zijn netelige positie. Dat had droe vige gevolgen voor de vermetele vrij heidsstrijder van de Drenten, want hij werd samen met zijn neef Hendrik van Gravendorp verraderlijk gevangen ge nomen en geradbraakt. De bewoners van Nijenstede verplaat sen zich in de loop der jaren metter woon geleidelijk naar 't nieuwe kasteel op de „Herderenbergh". Men voelt zich hier achter de muren veiliger. In 1358 is het bisschop Jan van Arkel, die op dracht geeft het kasteel nog aanmer kelijk te versterken en de muren van sterke torens en bolwerken te voor zien. In 1362 verlegt hij de stadsrech ten van Nijenstede naar Herderenbergh en breidt deze rechten aanmerkelijk uit. Waar al het zand vandaan is gekomen, dat de oude stadsmuur van Hardenberg vrijwel geheel heeft overdekt, is moeilijk met zekerheid te vertellen. Maar toen in 1518 de muur op last van Philips van Bourgondië, de 51e bisschop van Utrecht, geslecht moest worden, wist men in Hardenberg het probleem vrij simpel op te lossen. Men stortte ge woon zand terzijde van de muur, zodat die geleidelijk aan steeds verder ver dween. Hier en daar werden oude brokstukken van de muur ook gebruikt voof funde ring van andere huizen, want de be bouwing in Hardenberg ging voort. Maar telkens, wanneer men in de oude stad bouwwerken verrichtte, stuitte men weer op die oude stadsmuur, die men bij herhaling aangetroffen heeft, zodat men zich een duidelijk beeld kan vormen van de vroegere situatie. Toen men in 1959 het postkantoor ver bouwde, kwam een zodanig mooi stuk stadsmuur vrij, dat men het als een be zienswaardigheid heeft kunnen redden. Het heeft nu een andere taak gekregen dan in het verleden. De toerist kan er zien hoe men uit een voor dat doel to taal ongekend produkt toch bouwwerken weet op te trekken, die van buitenge woon grote duurzaamheid zijn. Een deel van de gronden rondom de nu oude vestingstad zijn nog heuvel achtig en de fraaie zandverstuivingen De Rheezerbelten zijn 'n prachtig oord voor de jongeren, terwijl de toeristen aan hun trekken kunnen komen in de hotels in en om Hardenberg of bij de cantines van de recreatieoorden. De „Hillegebeume" nabij de stad zijn een jongere generatie van de oude hei lige eiken, waaronder in de heidentijd de rechtspraken plaats vonden, maar het Staatsbosbeheer heeft in de nabijheid daarvan honderden hectares op voor treffelijke wijze bebost en biedt in de zomermaanden de toerist bovendien de gelegenheid om deel te nemen aan wan deltochten door een fraaie wereld vol natuurschoon. De industralisatie aan de andere kant van de stad werd de aanleiding, dat de laatste jaren de stadskern tot ontwik keling is gekomen, waardoor men de be zoekers veel meer kan bieden, dan in het verleden. Toch heeft men in veel op zichten de karakteristieke eigen gemoe delijkheid weten te bewaren. Dat ervaart men wanneer men rustig dwaalt door de buurtschappen en dor pen, die hier en daar nog de aandui ding van „boerschop" dragen. Men ziet het ook tijdens de maandagen wanneer de bevolking zakendoend bij elkaar komt. De huisvrouwen doen op die dag hun inkopen, zowel op de markt als bij de middenstandsbedrijven. De boeren komen op de markt om zich te oriën teren op 't nieuwste op gebied van land bouwgereedschappen en machines, ter wijl weer een andere groep daar handel drijft in varkens en biggen, die er regel matig worden aangevoerd. Er zijn campings gekomen en bunga- low-verhuurinrichtingen met fraaie ont spanningsgelegenheden en zwembaden en ieder jaar opnieuw neemt de toerls- tenstroom naar dat gebied weer toe. Het ziet er naar uit, dat ook deze zomer op nieuw weer meerderen de weg naar dit gebied zullen vinden. Dan zullen velen waarschijnlijk een ogenblik staan te kij ken naar de oude stadsmuur, die zo uniek is door haar bijzondere samen stelling, maar die tegelijkertijd iets ademt van een geest uit een ver ver leden. CONFRONTATIE - Ik wil mij graag abonneren op het blad Confrontatie dat door een conservatief katholieke groep is opgericht. Kunt u mij aan het adres helpen? Antwoord: Het adres van de admini stratie van het blad „Confrontatie" is: Grotestraat 42 a, Tegelen. BELASTINGVRIJ WERKEN - Sinds ja nuari heb ik wat thuiswerk. Nu is mij gevraagd hoeveel mag een getrouwde vrouw per jaar bijverdienen zonder in de belasting te vallen? Wij zijn in ge meenschap van goederen gehuwd. Antwoord: Deze materie is in de wet dermate ingewikkeld geregeld dat een alle denkbare gevallen omvattend ant woord een klein boekwerkje zou vullen. Voor de loonbelasting is in beginsel voor de gehuwde vrouw vrij: per jaar 500,plus 5 van het loon, doch minstens 240,aanverwervingskosten. Wanneer de belastingheffing daarboven Een foto van de muur, zoals de V.V.V., die in haar folder afdrukte. begint hangt somtijds af van kinder aftrek e.d. doch in geval waarin de man zelf ook in loondienst werkt en naar wij aanemen in principe de kost winner is, bedraagd de loonbelasting voor zijn vrouw boven het vrijgestelde bedrag (per jaar omrekenen!) 15 plus de a.o.w.-premie. Belangrijker is echter de vraag of hij door dat loon van zijn echtgenote in de inkomsten belasting gaat vallen. Dat is het geval: a. wanneer het totaal der brutolonen tezamen hoger wordt dan 12.000,en ook b. wanneer het netto-inkomen (bruto lonen minus verwervingskosten plus overige inkomsten, als rente, en m: 'S a.o.w.-premie e.d. posten hoger wordt dan 12.000,en ook c. wanneer de vrouw, na aftrek van bo venbedoelde posten ad 500,- en 240,- meer dan 400.- heeft bijverdiend over een periode, langer dan één maand. Ziehier globaal de opzet van de rege ling. Misschien is in uw geval meer vrijgesteld. Daarvoor moet u zich wen den tot een belastingconsulent of het inlichtingenloket van de belastingin specteur met alle voor u geldende cij fers en omstandigheden. Dit laatste is uiteraard gratis. HUURVERHOGING. - Ik bewoon een premiewoning. Huur op januari 1965 110,30 per maand. Nu kreeg ik janu ari 1966 geen huurverhoging maar ver laging van 1,07 per maand. Met in gang van 1 juli 1967 kreeg ik ƒ8,80 verhoging. Is dit juist? De subsidie is voor 1 april 1964 toegekend. Mag een verhuurder een woning in de vrije sector verhogen? Zijn hier geen normen voor? Antwoord: De door u gehuurde woning is gebouwd tussen 5 mei 1945 en 1 ja nuari 1961 met overhheidssubsidie, waarvoor geldt, dat de huur per 1 juli 1967 verhoogd mag worden met 10 Dit geldt niet voor de „vrije sector"- woningen, d.w.z. naoorlogse, zonder overheidssubsidie gebouwde woningen. De huur van deze woningen kan vrij tussen huurder en verhuurder overeen gekomen worden. Maar uit uw gege vens blijkt, dat uw huis geen „vrije sector"-woning is. Dc oude dichter van Laar genoot van deze historische vondsten.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1967 | | pagina 5