Soest toen - Soest nu I HOOPVOLLE GERUCHTEN De eerste huizen van het project „achter de Beukenlaan nu al onder de kap DE SCHONE WEDUWE De burgemeester vertelt Het oog gericht op autorijden Dinsdag 8 augustus 1967 46e jaargang no. 58 Uitgave Drukkerij Smit - Soest Bureau voor redactie en administratie Van Weedestraat 29a, Soest Tel. 2566 - Postgiro 126156 -gjjjpr Wielrijder aangereden Brandje te Soesterberg Inwoonster van Soest in Amersfoort gewond Meisje tegen dronken Turken opgereden P0LIT1ETEL. 4444 TEL. BRANDWEER 3 3 3 3 SOESTERI OURANT Abonn. p. kwart, 3,per post 4,25. Verschijnt Iedere dinsdag en vrijdag Baron Bentinck, al twintig jaar bur gemeester van Soest. Hij ontvangt mij, op zaterdagavond nogwel, op zijn werk kamer in het gemeentehuis. De vraag die al direct het gesprek be heerst behelst het kiezen of benoemen van een burgemeester. „Ik ben voor stander van het benoemen van een burgemeester", zegt Baron Bentinck. „Er zou anders geen onafhankelijkheid en continuiteit zijn in het beleid. Naast de gekozen burgemeester zou een an der persoon staan, die eigenlijk belang rijker zou zijn. Dat zie je bijvoorbeeld in Engeland en Duitsland. In Nederland hebben we eigenlijk een unieke situatie. Het grote voordeel is echt dat je on afhankelijk bent. Ik bemoei me ook nooit met de politiek, daar moet je bo ven staan. Soest is een fijne gemeente om in te werken. Het is alleen geogra fisch een moeilijke plaats. Het heeft geen kern en Soesterberg is tien kilo meter hier vandaan. Dan is er erg veel verkeer op een niet aangepaste weg." Een burgemeester heeft het niet ge makkelijk in een zich zo snel uitbrei dende gemeente. Veel mensen roepen steeds weer de hulp van de burgerva der in. Dat houdt ook in, dat er een direct contact bestaat met de inwoners van Soest. „Wat ik in ze waardeer is, dat ze zo direct reageren en dat ze eer lijk zijn," zegt burgemeester Bentinck. „Ze hebben een juist gevoel voor schijn en werkelijkheid. Er komen hier vaak mensen die verbitterd en opstandig zijn door de woningnood. Wanneer ik ze de moeilijkheden en mogelijkheden uitleg begrijpen ze het. Je moet het ze echt niet mooier voorstellen dan het is". Burgemeester Bentinck is geboren in Prinsenhage bij Breda. Hij heeft gewerkt op het gemeentehuis in Renkum, op de provinciale griffie van Gelderland en, heel even op een bank in Der Haag. Ir} de oorlog was hij burgemeester van Abcoude. Na de oorlog, in december 1946, werd Baron Bentinck burgemees ter van Soest. Op de vraag of hij het niet nadelig vindt, dat 'n burgemeester twintig jaar aan dezelfde gemeente verbonden is, antwoord hij „Het voordeel is, dat je een gemeente door en door kent, je ziet sommige problemen aankomen. Een nieuwe man komt weliswaar soms met nieuwe ideeën, maar hij heeft ze ker een jaar nodig om zich in te wer ken. De eerste berichten over het komende kabinetsbeleid beginnen door te drup pelen. Wij weten reeds lang dat de be grotingscijfers voor 1968 een somber beeld zullen vertonen. Het mag ons dus niet verdrieten wanneer wij horen dat er in verschillende departementen dras tische bezuinigingen zullen volgen. In deze sector worden met name ge noemd de ministeries van defensie, on derwijs en cultuur en maatschappelijk werk. In de afgelopen jaren is er menigmaal over gesproken. Wij zijn be nieuwd naar wat er in de praktijk van terecht komt. Naast ingrijpende bezuinigingen zullen een aantal premies en heffingen hoger worden. In dit verband worden ver hogingen verwacht van de premies van die sociale verzekeringen, die in de af gelopen jaren grote tekorten vertoonden. Als wij bepaalde sociale voorzieningen willen hebben, zullen wij de kosten daarvoor moeten betalen en die niet moeten afwentelen op de kas der alge mene middelen. Ook de heffingen voor verleende dien sten zoals radio en televisie zullen om hoog gaan. Dat is ook niet onjuist, want als we willen luisteren en kijken zullen wij daarvoor moeten betalen. Voor waarde voor verhoogde heffing is ech ter een effectieve controle zodat alle liefhebbers meebetalen en daar ont breekt nogal wat aan. Ook zullen de radio- en televisiedienst met een mini mum aan kosten moeten werken. Als wij horen dat ook de tijdelijke ver hoging van benzine-accijns geprolon geerd wordt dan is dit een bevestiging van ons vermoeden dat in Nederland tijdelijke regeringsmaatregelen een men senleven stand houden. Met de aantekening dat verlenging van de benzine-accijns een eenzijdigge druk betekent, ziet het er naar uit dat dit kabinet zal streven naar een beleid dat getuigt van nuchterheid en realiteitszin. Sn dat geeft ons toch hoop voor de komende miljoenencijfers. Toen ik hier kwam telde Soest 21.000 inwoners. De KV.P. was toen ook de grootste fractie in de gemeenteraad, de C.H.U. de kleinste. Er zaten toen ook nog nog twee communisten in de raad. Ik heb eerst in Soesterberg gewoond, pas een jaar later zijn we naar Soest gekomen. Er is heel wat veranderd in die twin tig jaar, maar toch is het net zo snel gegaan als de 6 jaar in Abcoude". De ontwikkeling van Soesterberg is eigenlijk een hoofdstuk apart. Het is met de vliegbasis Soesterberg meege groeid. Dat brengt weer heel andere problemen mee. „Toen ik hier kwam was het vliegveld nog buiten gebruik. Nu bepaalt de basis het karakter van Soesterberg. Alle bijzondere bijeenkomsten van de luchtmacht zijn in Soesterberg. De in woners zijn dan ook trots op de basis. Er is een hechte samenwerking tussen de militairen en de bevolking. Dat is vooral gebleken tijdens het 40-jarig jubileum van de luchtmacht. Om te voldoen aan de vraag naar woonruimte moeten daar natuurlijk speciale maar regelen getroffen worden. Er staan in Soesterbeg veel defensiewoningen, die niet door de gemeente zijn gebouwd en 't is de bedoeling, dat er in 't Soester- veen ook 50 woningen voor militairen worden gebouwd. De vliegbasis is het grootste bedrijf in Soest. Gelukkig is de samenwerking met de militaire autoriteiten bijzonder goed. Zij helpen ons met allerlei aangelegen heden, zoals bosbranden. Ze helpen ons meer met zich voordoende problemen dan dat ze deze scheppen. Natuurlijk komt het gesprek op het structuurplan van de gemeente Soest. Het plan is een uitgangspunt om op voort te bouwen. Burgemeester Bentinck zegt, dat er vroeger geen planning is geweest in de gemeente. Men heeft toen zo maar wat wegen aangelegd waardoor er geen kern is gekomen. Een goede planning kan volgens de burgemeester veel narigheid voorkomen. Het probleem is, dat zowel Utrecht als het Gooi zijn volgebouwd. In Soest is nog wel ruimte, daar hier grond is, die noch agrarisch, noch voor derecrea tie van belang is. „Wij moeten nu meer huizen gaan bouwen," zegt de burgemeester. „We moeten er ook voor zorgen dat er een kern komt. Een karakteristieke kern voor Soest proberen we te krijgen rond de oude kerk. We hebben dan ook de pastiorie gekocht om die af te breken. Ze ontsiert de schoonheid van de pas gerestaureerde kerk. Achter de Drie Ringen wordt niet meer gebouwd, om dat Soest, komende van af de Peter van de Breemerweg, het mooist is." Burgemeester Bentinck is verder blij met de ontwikkeling op het culturele vlak. Vooral de belangstel" voor mu ziek vindt hij erg toegenomen. Dat komt volgens hem vooral door de ac tiviteiten van Maarten Kooy en door de Amersfoortse Muziekschool. De bibliotheken hebben het een hele tijd moelijk gehad. Nu ze samen zijn gegaan, waar de burgemeester erg blij om is, kan de gemeente ook veel meer doen. Hij verwacht dan ook, dat er veel meer gebruik van de bibliotheek zal worden gemaakt. Nu het toch over het culturele aspect v - de gemeente gaat wil Ja burge meester ook wel iets over de kunst zeggen. „Vroeger woonden hier een paar oude re kunstenaars die goed werk maakten. De laatste paar jaar zijn er steeds meer jonge cchilders en beeldhouwers geko men. Verschillende pionieren nog echt en het moet nog blijken of ze het vol houden. Ik geloof, dat er meer kunste naars hier komen doordat de brons- gieterij van de gebroeders Joosten hier gevestigd is. Ook daardoor wordt de belangstelling voor de kunst bevorderd. Ook Arti Shock doet op dit gebied veel goeds. Er moeten meer mogelijk heden tot ontplooiing geschapen wor den. Het moet dan ook geen plaatse lijk groepje worden". Dt burgemeester vertelt over vele pro blemen van de gemeente. Hij hoeft niet lang na te denken voor hij een vraag beantwoordt. „We hebben ook nog industrieën. Over het algemeen veroorzaken ze weinig last. De asfaltfabriek veroorzaakt wel ,1 irimjg "i W*..- Rond de kerstdagen van 1966 verscheen in onze courant een adverteerder, die door middel van enkele grote, naar la ter zou blijken als een bom inslaande advertenties, mededelingen deed met betrekking tot „wonen in Soest". Op zich zelf niets verbazingwekkends, maar wie de advertentie las en het maar enigszins aanging werd direct een en al belangstelling. De Hilversumse Bouwonderneming P. K. van Eijkelenburg maakte in de ad vertentie bekend, dat zij bij voldoende belangstelling wilde beginnen met het bouwen van een nog onbepaald aantal, voor deze tijd goedkope woningen. Uiteraard was er voor dat dit plan ge lanceerd werd, overleg gepleegd met wat stank, maar daarover is een pro cedure lopende; dit is nog niet defi nitief geregeld. De T.B.S. is erg la waaierig, maar daar zijn we ook nog mee bezig, zodat dit binnenkort ook ge n last meer zal geven". Er is nog een ander structuurplan waar Soest mee te maken heeft. Dat is het plan Amersfoort en omgeving, waar enkele maanden geleden nogal over ge schreven werd. „Veel heeft Soest daar echter niet mee te maken", zegt burgemeester Ben tinck. „Het plan bindt Soest op geen enkele wijze. Er is na veel moeite be paald, dat er geen huize i meer ge bouwd zullen worden tussen Amers foort en Soest. „Burgemeester Bentinck is ongetwijfeld de meest besproken inwoner van de gemeente. Door heel veel mensen wor den zijn handelingen kritisch gevolgd. Of hij ook kritiek krijgt van de bevol king van Soest? „Als ik kritiek krijg is dat wel eens van mensen, die menen benadeeld te worden. Soms komen de mensen me wel eens bedanken of ze sturen een briefje. Natuurlijk word ik ook wel eens uitgescholden door de .elefoön. Echte, gefundeerde kritiek heb ik in die twintig jaar weinig gehad. Ze zeg gen het tenminste niet tegen mij per soonlijk. Trouwens als er iets aan de hand is merk je het gauw genoeg." Zaterdagavond laat, het interview is afgelopen. Ik verlaat het gemeente huis, de burgemeester blijft, hij moet nog iets afmaken. De belangen en de problemen van Soest zijn de zijne. W. J. VAN DE ETERING het gemeentebestuur, dat enigszins scep tisch tegenover het plan stond. Toch onthield men de firma Eijkelen burg de goedkeuring niet, behoudens lat men er eerst van overtuigd wilde Jvorden dat er in Soest behoefte en jelangstelling bestond voor een derge lijk type koopwoningen. Door middel van een in de advertentie staand aanvraagformulier werden be langstellenden verzocht zich bekend te maken. Wat niemand, uitgezonderd de firma an Eijkelenburg, verwachtte gebeur de, enkele honderden adspirant-gega- Igden dienden zich aan. hoewel in eerste instantie slechts een plan van dertig woningen kan worden gereali seerd. Niets stond de uitvoering van de plan nen meer in de weg, en, in nauwe sa menwerking met het Soester Aanne mersbedrijf Grift, werd op 7 mei van dit jaar de eerste spade in de grond gezet op het terrein achter de Beu kenlaan in het verlengde van de Dal- weg. De uitvoering van dit eerste project, twee blokken van acht, een van tien en een van vier woningen, verliep, me de door de prettige samenwerking met de heren Van de Dussen en Van Dom melen van de Gemeentelijke Bouw- en Woningdienst, bijzonder vlot. Zo vlot zelfs, dat op dit moment, vier maan den na de bouwstart, het eerste blok al onder de pannen is. Wanneer men op de Beukenlaan staat, is niet zichtbaar wat in deze korte tijd is gepresteerd, maar als u het bijna on begaanbare pad langs garage „Het Wes ten" oploopt, ziet u direct aan uw lin kerhand het bouwterrein. Een dezer dagen is de weg, die het pad moet gaan vervangen, aanbesteed. Het huis rechts van het toegangspad is al enige tijd gemeente-eigendom, zodat de somtijds langdurige onteigeningspro cedures geen roet in het eten kunnen gooien. De gemiddeld vijfendertig, overwegend Soester bouwvakkers, die onder de lei ding staan van de heer Kuyer, ook een echte Soester, dragen een belangrijk steentje bij om de Soester woningnood te overwinnen. Dertig Soester ingezetenen zullen deze woningen betrekken, terwijl de meeste van hen woonruimte achterlaten en de zo actueel geworden „doorstroming" be vorderen. Na viermaanden staan de eerste huizen achter de Beukenlaan al onder de pan nen. De firma Eijkelenburg, die reeds in Bilthoven vijftig en in Amersfoort ne gentig van dergelijk type woningen heeft gerealiseerd, zal na deze wonin gen in Soest, als de plannen worden goedgekeurd, nog 150 woningen in Soesterberg en 100 woningen in het Soesterveen bouwen. VOOR DE BALIE: „Mens nog an toe, het liekt wel een preekstoel,'' zei de weduwe A. J. toen ze kennelijk voor het eerst de zittings zaal van de politierechter doorgestiefeld was en voor het hekje belandde. „Maar d'r is geen stoel bie." De officier van Justitie probeerde een belediging ten laste te leggen, maar werd steeds door de verdachte onder broken. „U moet uw mond houden," zei de rechter. „Welnee, ik moes toch kom men om me te verdedigen? Nou dat doen ik." „Die meneer weet het heus beter dan u denkt," probeerde de po litierechter nog eens. ,,'t Is nietes," zei de goed van haar tongriem gesneden dame, „ik zal zélf toch wel weten wat ik gezeid hebEn hij is 't er niet eens bie geweest." „Drie getuigen kunnen bevestigen, dat verdachte de beledigende en uitermate platvloerse uitdrukkingen gebezigd heeftwist de officier nog uit te brengen, maar toen stak de ongeremde tong pas goed van wal. „En wat zegt dat, drie wieven die de pik op me heb ben? Ik heb wel acht getuigen die vóór mie willen praten. En daar ben ik ze ker van, want ik heb ze zelf vijfentwin tig gulden gegeven," onthulde de be klaagde. „Laat die eerst maar eens hier kommen, dan kunnen we verder praten.'1 Dat belette haar niet om tóch verder te praten over de vermeende belediging. „Zij hebben gezeid, dat voor mie en m'n zoon het gekkenhuis openstaat. Nou, dat is niet zo en het is dicht en het blieft dicht. Ik heb mien zoon de gesprekken zelf op laten nemen op zo'n bandappa- Bij het oversteken van de Nieuweweg vanaf de Eigendomweg lette de 53-jari- ge wielrijder R. W. alhier onvoldoende op het verkeer met het gevolg, dat hij werd aangereden door een over de Nieuwèweg rijdende auto, bestuurd door de heer H. P. H. uit Soesterberg. De wielrijder liep diverse verwondingen in het gezicht op, waaraan hij in het zie kenhuis moest worden behandeld. Afgelopen vrijdagmiddag heeft een klein brandje gewoed bij de firma A.R.M.A. aan de Postweg te Soesterberg. De brand is vermoedelijk door kortsluiting in een compressor ontstaan. De schade bleef echter beperkt tot één vernielde compressor. De 20-jarige mevr. M. C. H. alhier is zaterdagmiddag bij een verkeersongeval in Amersfoort gewond geraakt. Bij de Frans Halsstraat verleende zij als be stuurster van een bromfiets geen voor rang aan een auto, die rechtdoor reed, terwijl mevr. H. linksaf wilde slaan. Zij is met een hersenschudding opgeno men in het St. Elisabethziekenhuis te Amersfoort. Op de Korte Brinkweg is zaterdag het 17-jarige meisje C. M. v. d. S. met haar bromfiets tegen een paar Turken gereden en gevallen. De Turken hadden aan Bacchus geofferd, en bleken niet zo vast ter been. Zij zwierden van de ene kant van de weg naar de andere, waardoor het meisje met het tweetal in botsing kwam. Zij liep lichte verwon dingen aan haar been op. De Nederlandse jeugd van 16, 17 en 18 jaar moet op school leren autorijden. Dit is de mening van prominente ver- keersdeskundigen en ook van de minis ter van Verkeer en Waterstaat, drs. J. A. Bakker. Het zal volgens de minister echter nog wel een halve generatie duren voordat men dit vak in het lesrooster van de ongeveer 300.000 middelbare scholieren zal kunnen opnemen. De factor waarop de invoering van dit onderwijs zal blijven hangen, is het geld. Staatssecretaris mr. J. H. Gros heide van Onderwijs en Wetenschap pen zegt, dat de - ruw geschat - veer tig miljoen gulden, die hiervoor jaar lijks nodig zijn, door het huidige zui- nigheidsbeleid niet beschikbaar kunnen worden gesteld. In Engeland heeft men onlangs wel geld kunnen uittrekken voor praktisch verkeersonderricht op de middelbare scholen. De Britse minister van trans port stimuleert deze lessen. Ook in de Verenigde Staten wordt zo als het Verbond voor Veilig Verkeer het noemt, de jeugd in de ontvankelij ke periode gevormd tot een generatie goedgeschoolde automobilisten. De Ame rikaanse autoschaderegelaars passen voor op deze manier opgeleide auto mobilisten premiereducties toe van der tig tot vijftig procent. In ons land gaat men er echter van uit, dat eerst het bewijs moet worden geleverd, dat een dergelijke vorming effectieve gevolgen heeft voor de verkeersschade. Tot zolang denkt men te kunnen vol staan met een uitbreiding van het theo retisch onderricht en (als alternatief) praktische rijles op fietsen en in trap auto's in verkeerstuinen. Voor 16- en 17-jarige scholieren zouden, volgens het ministerie van onderwijs en weten schappen, verzwaard uitgevoerde trap auto's kunnen worden gebruikt. Het is zeker een goed plan. Maar of het te realiseren valt, zelfs op langere ter mijn? Ik betwijfel het. Immers, de scholieren zijn al overbe last, de leerkrachten weten nu al niet hoe ze met hun tijd rond moeten ko men op school en aan de andere kant zijn er steeds weer mensen, die vinden, dat er steeds meer op school geleerd moet worden. Sexuele voorlichting zou bijvoorbeeld ook al op school gegeven moeten wor den. En nu weer verkeersonderricht in de praktijk. Zo zijn er nog wel meer „vakken", die op het overbelaste roos ter geplaatst zouden kunnen worden. En allemaal belangrijke vakken, daar niet van, maar of de school de aange wezen instelling is om de jeugd van alles en nog wat bij te brengen? Zo lang men op de scholen nog moet woe keren met de tijd om met het verplich te leerprogramma klaar te komen, zo lang moet men, dunkt mij, niet aan komen met nog weer andere zaken. De leerlingen hebben het toch al druk ge noeg. Zowel op school als na school tijd, wanneer hun doorgaans nog ber gen huiswerk wachten. Laat men eerst maar eens proberen daarin verlichting te brengen in plaats van het rooster uit te breiden. KANTMAN. raat, nou. daar zit geen lekke band op, hoor. 't Is éénen al vulles wat die uit gekraamd hebben. Buurman mag dan al- tied met een nageltje in de ziektewet lopen, maar als u effe wil luisteren wat die allemaal over koningin Juliana en prins Bernhard uitgekraamd heb, dat is verschrikkelijk. Een rotschandaal noem ik dat." „U bent wel dagelijks bij de politie om over uw buurman te klagen, is 't niet?" vroeg de politierechter. „Ik kan goed met de politie opschieten," klonk het, „maar hij (en ze wees op de getuigende buurman) haalt ze 's nachts om 12 uur uit d'r bed." En toen ze was aangeland bij haar verdraagzaamheid en haar har telijke verstandhouding tot de mede mens, spreidde ze joviaal haar armen uit en riep tegen de magistraten in zwarte toga: „Als u eens een avondje vrie bent, komt u dan gerust maar eens binnenwipuen. U weet 't nou, ik hou van feestvieren en een borrel." Met enige moeite loodste de parketwacht de „lustige Witwe" naar een bank, waar ze onmiddellijk weer van opveerde toen één der getuigen geen eed behoefde af te leggen, maar met de belofte mocht volstaan. Maar nu kreeg ze geen kans meer, er veel tegen in te brengen. Stil werd zij pas, toen de tweede ge tuige uitvoeriger uit de doeken deed wat er vóór de belediging allemaal was voorgevallen. Het bleek toen, dat de dame hem zelfs haar directoire had la ten zien, om te bewijzen dat zij er net jes bij liep. „We zullen daar maar niet te zwaar aan tillen," overwoog de officier van Jus titie, die het sop kennelijk de kool niet waard vond. „Nee, schoon was die directoire wel," antwoordde de getuige, die met zijn ge dachten wat langer bij de vertoning was blijven hangen. Het requisitoir viel nog mild uit, „maar deze dame moet wel even weten dat ze niet zo schelden mag," oordeelde de of ficier. Om haar de mond te snoeren vroeg hij tweehonderd gulden boete voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Zekerheidshalve vroeg de po litierechter aan de verdachte of ze dat betalen kon. „O, ik maak me geen zorgen. Ik heb mien a.o.weetje en straks krieg ik nog vakantiegeldDat is toch zo prachtig." En opgetogen zingend verliet de 67-ja- rige weduwe na de uitspraak aan de arm van een behulpzame parketwacht de zaal. li

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1967 | | pagina 1