Rentestand
Een
van
°n°pgel°st mysterie
het verdwenen rijk
blijft voorlopig hoog
VAN DE HAK OP
DE TAK
U kunt niet alles weten
JUBILEUM IN
MOSKOU
DE FISCUS EN
AFKOOPSOMMEN
S0ESTERBERG
Officiële
mededelingen
50ste verjaardag van de
revolutie
VAN ONGEVALLENRENTEN
Voetbal
Zaterdagvoetbal
1
DINSDAG 10 OKTOBER 1967
Wie heeft er nog nooit van Atlantis ge
hoord? Men kan bijna wel zeggen ieder
een. Al werd het verhaal in onze ge
schiedenis op school slechts zijdelings
aangestipt, boeken, verhalen, film, hoor
spelen en strips hebben er een en ander
toe bijgedragen, dat de mysterieuze ge
schiedenis grote bekendheid kreeg. Door
de eeuwen heen is er van het oor
spronkelijke verhaal echter weinig over
gebleven en heeft men er lustig op los
gefantaseerd.
Nasporingen haalden niets uit
Het Atlantisverhaal vinden wij voor het
eerst bij de Griekse wijsgeer Plato en
wel ongeveer 400 voor Christus in zijn
geschriften Timaeus en Critias. Volgens
Plato's eigen beweringen zou hij het
verhaal kennen naar gegevens van So-
lon (pl.m. 600 v. Chr.), die de geschie
denis tijdens zijn langdurig verblijf in
Egypte uit de mond van priesters van
dit land had vernomen. In Egypte zou
het verhaal op schrift gestaan hebben.
De inhoud van de sage zullen wij be
knopt weergeven.
Bij het begin van de wereld verdeelden
de goden de aarde onder elkaar. Iedere
godheid behield dat deel, dat hem rech
tens toekwam. Zo kreeg de zeegod Po-
seidon het uitgestrekte grote eiland At
lantis, dat aan de rand van de wereld
in de grote westelijke zee gelegen was
en groter was dan Lybië en Klein-Azië
tezamen. Op dit eiland woonden aardse
mensen.
Op een hoogte midden op het eiland
woonden een man en een vrouw die
een dochter hadden, die Klyto heette.
De ouders stierven toen het meisje de
huwbare leeftijd had en de god Posei-
don ontfermde zich over haar. Zij schonk
hem vijf tweelingen, allen zonen. Toen
de jongens groot waren verdeelde Po-
seidon het land in tien delen, voor iede
re zoon één en zij heersten als konin
gen over de mensen die daar woonden.
De oudste werd koning over het geheel
en woonde in de stad op de heuvel,
waar een prachtige tempel was ge
bouwd. Wanneer de hoogste koning stierf
volgde de daaropvolgende in leeftijd
hem op, terwijl jongere zonen de open
gevallen plaats innamen.
Verval
Zo moet volgens de sage Atlantis tot
een enorm machtig rijk geworden zijn.
dat zijn macht tot ver op het vaste
land uitstrekte. Handel en cultuur bloei
den in ongekende vorm en onder lei
ding van de priesterkoningen beleden
de bewoners hun godsdienst en brach
ten op regelmatige tijden hun offers en
hielden zich aan de strenge godsdiensti
ge voorschriften.
Doordat de koningen van goddelijke
afkomst steeds met aardse vrouwen
huwden, ging het verhevene van hun
personen af. Zij werden meer aards
met alle slechte eigenschappen van
dien, zoals zucht naar rijkdom en
machtswellust. De godsdienst raakte in
verval en Atlantis verwerd tot een
rechteloze staat, waar corruptie, zucht
naar winst, lichte zeden en dergelijke
hoogtij vierden.
De koningen werden bezeten door
machtswellust en zij trokken hun ont
zagwekkende legerscharen samen om in
een korte maar hevige aanval te trach
ten Hellas en Egypte te veroveren. De
Grieken boden echter prachtig weer
stand.
KEULEN
Keulen wil een afgietsel van het in Rot
terdam staande beeld van Zadkine „Stad
zonder hart". U moet daar niet boos om
worden. Het is per slot van rekening al
weer zevenentwintig jaar geleden, dat
Keulen het in Rotterdam hoorde don
deren.
OMMEZWAAI
„Zweden zwaait feestelijk naar rechts"
luidde een kop in het Algemeen Dag-
bla. Dat deden ze in Griekenland ook.
Maar veel minder feestelijk.
LELIJKE WOORDEN
De N.C.R.V. heeft bezwaar gemaakt te
gen het via de beeldbuis uitzenden van
een liedje van Ramses Shaffy waarin de
woorden L.S.D. en overspel voorkomen.
De N.C.R.V. heeft volkomen gelijk. Dat
zijn geen dingen om uit te bazuinen. Ze
zijn voor persoonlijk gebruik.
G.A.K.
Eigenlijk is het gak, dat je. als je ergens
jongste bediende wilt worden, al je di
ploma's van kleuterschool tot rijbewijs
moet laten zien en dat je alleen maar
„ja. nee" hoeft te zeggen om dokter bij
het Gemeenschappelijk Administratiekan
toor te worden. Zeg daarom maar G.A.K.
tegen het Gemeenschappelijk Admim-
stratie Kantoor.
MINDER
Blijkens een foto in het Vaderland prijst
men in Frankrijk De Gaulle minder en
minder. De foto toont een etalage, waar
in de bekende (gipsen) aapjes met .ho
ren, zien en zwijgen" erop nog 16 frank
doen. De (gipsen) kop van de generaal
staat geprijsd voor slechts 4 frank. Te~
recht, meent Hakketakker. Met horen
zien en zwijgen kom je verder dan met
De Gaulle.
KOP
CAROLINE DEFINITIEF VAN
Toen Zeus, de oppergod, zag hoe ver de
eens zo hoogstaande bewoners van At
lantis waren gezonken, besloot hij hen
te straffen. Door een ontzettende spring
vloed werd geheel Atlantis van de
aardbodem weggevaagd, terwijl tevens
de atlantische en Griekse legers die met
elkaar streden, door de aanstormende
watermassa's werden overspoeld.
Wat is de waarheid?
In de oudheid heeft het verhaal van
Plato geen bijzondere beroering gewekt.
In onze tijd echter, heeft men er zich
drukker over gemaakt. Aangezien bui
ten Plato geen der ouden soortgelijke
berichten heeft nagelaten stond men
voor de moeilijkheid slechts aan de
hand van de gegevens van de Griekse
wijsgeer een oordeel te moeten vellen
over het wel of niet juist zijn van zijn
mededeling. Plato zelf voert verschil
lende malen in zijn geschriften bewij
zen aan voor de waarheid.
De hedendaagse mannen van de we
tenschap staan er anders tegenover. Zij
zijn sterk verdeeld. In grote lijnen kan
men hen verdelen in een groep die ge
loof hecht aan de mededeling van Pla
to en een groep die de mededeling als
een fabel beschouwt en dus aanneemt
dat er nooit een eiland of land heeft
bestaan, dat past in het kader van de
sage. In iedere groep lopen de menin
gen ook weer sterk uiteen. Zo is men
het in de groep die aan Atlantis ge
looft, weer oneens over de tijd waarin
het zou hebben bestaan en onderge
gaan en over de plaats waar dit land of
eiland zou hebben gelegen. De groep
der niet-gelovers is ook weer verdeeld
en wel in hoofdzaak in haar theorieën
ter bestrijding van Plato's mededeling.
De vermoedens, bij de aanhangers van
het Atlantisverhaal, over de plaats waar
het eiland zou hebben gelegen zijn het
vermelden waard. Een groot deel houdt
het er op, dat het machtige Atlantis in
de Atlantische Oceaan zou hebben ge
legen, terwijl een ander deel meent dat
het in de Middellandse Zee was. Som
migen noemen zelfs het nu nog be
staande eiland Kreta en voeren hier
heel aardige steekhoudende bewijzen
voor aan.
Van Helgoland tot Afrika.
De plaats in de Atlantische Oceaan va
rieert van ten westen van Spanje tot
ten noorden van ons land en bij Helgo
land. Een Duitse dominee is er bijvoor
beeld beslist van overtuigd, dat Helgo
land een van de bergtoppen is van At
lantis die nog boven water uitsteekt en
hij meent zelfs in de naaste omgeving
van dit eiland de koningsburcht met
de tempel te moeten zoeken. Reeds eni
ge malen is hij er met enige helpers
en een vissersboot op uit getrokken om
onderzoekingen te doen.
Anderen zoeken het weer aan de west
kust van Noord-Afrika, alwaar, door
Amerikaanse vliegers in de laatste oor
log, langs de kust juist onder de zee
spiegel verzonken bouwwerken zijn op
gemerkt. Van hun toestellen uit konden
zij deze zien wanneer de zon onder een
bepaalde hoek op het water viel. Hun
ontdekkingen zijn later gecontroleerd en
bevestigd. Soortgelijke vondsten heeft
men aan de Amerikaanse oostkust ge
daan en hieruit meenden weer enkelen
te moeten opmaken, dat Atlantis inder
daad bestaan heeft en een continent
tussen Europa en Amerika gevormd zou
hebben.
Sommige geleerden menen hieruit ook
de overeenkomstige vormen van cul
tuur tussen Egypte en het oude Azte-
kenrijk in Mexico te kunnen verklaren.
Atlantis zou het centrum van cultuur
en de vormen in Egypte en Mexico zou
den randculturen hiervan zijn geweest.
Bewijzen heeft men hier echter nog niet
voor, hoewel de overeenkomst in cul
tuurvorm van beide rijken doet ver
moeden, dat hier op de een of andere
wijze een verbinding moet zijn geweest.
Men tast echter nog geheel in het duis
ter.
Continentverschuiving?
De tegenstanders van het Atlantisver
haal voeren aan ,dat Atlantis nooit in
de Atlantische Oceaan gelegen kan heb
ben, aangezien een blik op de kaart
reeds voldoende zou zijn om te kunnen
constateren dat wanneer men Amerika
en Europa naar elkaar toeschuift be
houdens enige verloren gegane stukjes
belde delen heel aardig in elkaar pas
sen. Aangezien de wetenschap heeft be
wezen, dat het Amerikaanse continent
zich nog steeds - zij het buitengewoon
langzaam - van Europa verwijdert, pak
ken deze personen de theorie van de
continentsverschuiving aan om te be
wijzen, dat Atlantis niet in de Atlan
tische Oceaan kan hebben gelegen en
dat de overeen komst in cultuur van
Egypte en Maxico te verklaren is door
het feit, dat beide werelddelen vroeger
aan elkaar vast hebben gezeten, waar
door de afstand kleiner en de verbin
ding gemakkelijk geweest moet zijn.
Tegen deze theorie is echter ook veel
aan te voeren, en de voorstanders van
het Atlantisverhaal hebben dit niet na
gelaten!
Het slot is, dat geen van beide groepen
zijn stellingen heeft kunnen bewijzen
en men tast dus nog steeds in het duis
ter.
LAttUL-llN Cj JJEjr a a M AN
GESCHEIDEN stond met een yierK°-
loms kop en met grote letter in het Al
gemeen Dagblad en velen hoopten daar
onder intieme bijzonderheden te lezen
over een schandaal in de toneel- of fhj71"
wereld. Tot hun teleurstelling ging het
over radio Caroline erv het eiland Man.
LEK
Het in verschillende kranten uitgespro
ken vermoeden dat er in de regering
een lek moet zijn. omdat drs. F. A. Hoo-
gendijk weken van tevoren al in AVRO s
Televizier allerlei over de miljoenennota
vertelde, is niet juist. De regering is
niet lek. Dat is alleen maar de schat
kist.
G.A.K.
„Een uitbreiding van het aantal snipper
dagen maakt het de werknemers moge
lijk te voldoen aan hun afwezigheidsbe-
honfïe" meldt het rapport ziekteverzuim
G A K. en wij blijven dat maar gak vin
den.
De werkloosheid in de bouw is bevorderd
door de hoge rentestand. Velen worden
voor de nieuwbouw afgeschrikt door de
hoge lasten, die het lenen van geld met
zich meebrengt. Evenzo worden de nieu
we investeringen in het bedrijfsleven af
geremd door de rentelasten, al trekt men
zich daar weinig van aan in een tijd
van hoge winstkansen. Maar daar is nu
ook geen sprake van. Het is dus voor
een snelle groei van het economisch le
ven van grote betekenis dat de rente
stand niet hoog blijft.
De nieuwe rijksbegroting spreekt over
het kapitaalaanbod in het komende jaar
niet al te bemoedigende taal. De rege
ring wil het sparen van individu en be
drijfsleven bevorderen omdat zij terecht
ziet aankomen dat ons land voor de ver
hoging van de welvaart een geweldig
programma te wachten staat. Dat blijkt
ook telkens wanneer bedrijven moeten
worden gesloten.
Als een van de oorzaken wordt dikwijls
de verouderde apparatuur genoemd. Dat
bleek zo te zijn bij Van Heyst in Den
Haag, bij het textielbedrijf Nyma in
Nijmegen en wij zien dit ook bij de tal
rijke werven die naar orders snakken.
Kapitaalgebrck
In E.E.G.-verband worden grotere een
heden geëist, die moeten samenwerken.
Bedrijfstaksgewijs zou er dikwijls aan
research moeten worden gedaan. Het
wordt verzuimd omdat de middelen ont
breken. Eén van de grote punten aan
voorsprong, die de Amerikaanse industrie
boven de Europese heeft, is de ruimere
kapitaalsinvloed aan de overkant van de
oceaan.
Ook de regering worstelt met een dui
delijk gebrek aan kapitaal. Dit blijkt dui
delijk uit de miljoenennota. Men staat
voor geweldige objecten in de wegen-
en waterbouw, de investeringen in het
onderwijs eisen miljoenen, de sanering
van steden en dorpen zal miljoenen vra
gen.
De regering heeft drie wegen om zich het
geld te verschaffen. Zij kan in de eerste
plaats belasting heffen. Op dat front is
de grens wel bijna bereikt. Bij belas
ting heffen worden er besparingen van
Brilleglazen beslaan niet, als u ze aan
beide kanten inwrijft met een druppel
tje glycerine.
Nu u geen statiegeld meer terugkrijgt
voor een aantal flessen en potten, kunt
u ze zelf wel gebruiken. Hebben ze
een muffe lucht, vul ze dan enige tijd
met water en houtkoolpoeder.
U kunt hete dranken toch in glazen
schenken als u die glazen maar tevo
ren op een natte doek plaatst.
Winkeliers kunnen voor reclameletters
op hun etalageruiten een glasinkt ma
ken van 20 gr. bruine lak, opgelost in
150 gr brandspiritus en langzaam ge
mengd in een oplossing van 25 gr. bo
rax en 250 gr. gedestilleerd water.
Bakjes, vazen, schalen en vjjvers maakt
u waterdicht met waterglas.
Olievlekken kunt u van glas verwijde
ren, door de ruit in te wrijven met ee^
doekje met terpetijn of een sterke so
da-oplossing.
Bij vriezend weer kunt u de autoruiten
schoonmaken met krantepapier.
Als u oude verf van een glasruit wilt
verwijderen en het lukt niet meer met
een plat scheermesje, bedek dan de
verf enige tijd dik met groene of gele
zeep.
de burgers overgeheveld naar de staat.
Hier is dus een weg om gedwongen de
besparingen op te voeren. De tweede
weg voor de overheid bestaat uit het le
nen op de kapitaalmarkt. Ook deze weg
wordt door de staat bewandeld.
Lening
Minister Witteveen kondigt o.m. aan dat
hij nog in 1967 met een nieuwe staatsle
ning zal komen van ƒ300 miljoen. Voor
1967 zit hij nog met een financierings
tekort van 1200 miljoen. Hij zou ook de
900 miljoen, die nog resteert door mid
del van leningen kunnen dekken. Dit
gebeurt niet want op de beurs komt ook
het bedrijfsleven om geld te lenen. Wan-
meer de regering te zeer in concurrentie
treedt met het bedrijfsleven wordt óf de
een óf de ander de dupe. Aangezien de
overheid de ontplooiing van het bedrijfs
leven niet mag remmen, dient zij hier
terughoudend op te treden.
De enige weg die de staat dan nog rest
is de geldschepping. Maar ook dit gaat
uiteindelijk ten koste van de burgerij.
Als de staat, zoals zij dit jaar gaat doen,
voor een bedrag van 900 miljoen geld
gaat scheppen, gaat dit ten koste van de
waarde van het geld dat onder het volk
circuleert. Hiert treedt het bekende in
flatie-waardeverlies op dat wij al jaren
ontmoeten. In wezen ook een vorm van
gedwongen besparing, met grote wille
keur toegepast. Meestal worden kleine
spaarders daar het meest de dupe van.
Behoefte
Voor 1968 verwacht het rijk een finan
cieringsbehoefte van 2700 miljoen. Men
verwacht dat hiervan 1400 miljoen aan
reserveringen beschikbaar komt. Resteert
nog een behoefte van 1300 miljoen, die
voor 600 miljoen door leningen zal
korden gedekt.
Aangezien het rijk ook nog wel eens le
ningen moet aflossen en deze aflossings
plicht in 1968 ook 600 miljoen zal be
dragen. verwacht de minister dat hij
per saldo geen geld aan de kapitaal
markt behoeft te onttrekken. Aan de ene
kant geeft hij immers geleend geld te
rug en anderzijds vraagt hij weer om
eenzelfde bedrag.
De resterende 700 miljoen zal weer
door geldschepping op tafel komen. De
regering acht dit verantwoord omdat dit
tekort door conjuncturele omstandighe
den ontstaat.
Opleving
Langs deze weg hoopt men in 1968 de
kapitaalmarkt vrij te houden voor het
bedrijfsleven. Dit is nodig omdat men
voorziet dat handel en industrie het vol
gend jaar weer zullen opleven en zo'n
opleving gaat altijd met kapitaalvraag
gepaard.
Wij zien hieruit hoezeer de kapitaalvoor
ziening een kwestie is van passen en
meten. Bij zo'n situatie moet de rente
stand wel hoog blijven. Dit is temeer te
verwachten omdat de planning van de
financiering in de conjunctuurontwikke
ling nog wel kunnen tegenvallen. In dat
geval wordt de kapitaalvraag via de
V'.ts nog meer onder druk gezet.
Het is duidelijk dat ook de vakcentrales
er het grootste belang bij hebben om
de kapitaalvoorziening op peil te hou
den. Zij weten dat de werknemers over
het algemeen consumptief zijn ingesteld.
Daarom zoeken zij naar wegen om een
j deel van loon en salaris uit te keren in
de vorm van spaarloon.
In de loonsom
Voor het bedrijfsleven is dit aanvaard
baar mits dit spaarloon niet extra wordt
gevraagd maar deel uitmaakt van de
normale loonsom. Zou het spaarloon er
extra bovenop komen dan wordt in we
zen het bedrijfsleven ermee belast en
worden de loonkosten hoger. Door die
loonkosten wordt het prijspeil aangetast
en daarmee treft men zeker de export
kansen.
Bij het geschetste beeld zal het Voor het
bedrijfsleven niet eenvoudig zijn om met
succes aandelen uit te geven. E aarvoor
moeten de winstverwachtingen ran het
publiek goed zijn. Op dit punt is er
echter veel twijfel en aarzeling. )m deze
reden kiest men dikwijls liever de weg
van de onderhandse lening. Dit schaadt
de handel in aandelen en drukt de koer
sen.
Het is jammer dat op deze wijze de
animo voor het kopen van effecten wordt
gedrukt. Er zal veel kunst- en vlieg
werk nodig zijn om de belangstelling
voor de ondernemingsgewijze produktie
levend te houden.
Moge de internationale ontwikkeling ons
te hulp komen.
De Sowjet-Unie maakt zich op om haar
vijftigjarig bestaan te gaan vieren. En
het zal een feest vol trots worden. Het
Rusland van nu is een machtige staat
met een moderne industrie en een aan
zienlijke welvaart ook voor de burgers
die de festiviteiten op kleurentelevisie
kunnen volgen.
Het Rusland van 1917 was arm, achter
lijk en zwak met erbarmelijke sociale
toestanden. Vele landen zijn er in een
halve eeuw tijds sterk op vooruit ge
gaan, maar geen zo sterk als de eerste
socialistische staat, die zijn dank hier
voor vooral uit laat gaan naar de per
soon van Lenin.
Op zichzelf is dit maar ten dele juist.
Lenin was de leider in de begintijd van
de Unie van Socialistische Sowjet Repu
blieken, maar bijzonder succesvol was
hij niet.
Afgezien van een korte periode van
vooruitgang de Nieuwe Economische
Politiek N.E.P. ontstonden er in die
tijd burgeroorlog, hongersnood en an
dere ellende.
Het twintigjarig bestaan viel in de pe
riode van Stalin, toen juist de politieke
vervolging met grenzeloos veel executies
op zijn hoogtepunt was.
Het zilveren feest kon niet gevierd wor
den omdat het land onder een ver
schrikkelijke oorlog leed. De eerste ja
ren na de oorlog volgden weer honger
en gebrek en een zekere mate van snel
bespeurbare vooruitgang viel pas weer
te constateren in de na-Stalinistische
periode van Chroesjtsjow.
En nu?
Voor de Russen zijn die tijdperken van
kwalijke toestanden overigens vergeef
lijk, want al met al werd in die jaren
de basis gelegd voor de industriële en
politieke macht die de Sowjet-Unie nu
is: er werd geleden voor een betere
toekomst en die is gekomen.
Voedselgebrek is een absurde zaak ge
worden, en valt een oogst eens tegen
dan is de staatskas bestand tegen groot
scheepse importen. De enorme verwoes
tingen die de oorlog aanrichtte zijn in
grote trekken hersteld en de woning
bouw is in die tijd zo enorm beoefend,
dat een capaciteit ontstond, die de Rus
sen voor het ongekende feit plaatst dat
er nog maar een gering gebrek aan
woonruimte bestaat.
De verdwijning van een schaarste-eco-
nomie zet het land nog wel voor puz
zels. Problemen van transport, van dis
tributie der goederen, gaan een rol spe
len en de spanningen in vraag en aanbod
van consumptie-artikelen en particuliere
kapitaalsgoederen maken ook nodig dat
de industrie went aan een nieuwe ma
nier van denken. Het zijn dergelijke be
slommeringen waarvoor de werken van
Marx, Engels en Lenin, noch die van
Stalin, een oplossing bieden. En die zijn
daardoor ook minder het evangelie van
de Sowjet-burger geworden.
Liberalisatie
In hun plaats treden de deskundigen,
die vaak hun inspiratie hebben opge
daan door studie te maken van de ma
nier waarop in het westen dergelijke
moeilijkheden uit de weg zijn geruimd.
De liberale economen als Libermann
maar hij is niet de enige erkennen de
verdiensten van allerlei door Marx en
Engels uit principe verfoeide instellingen
als het maken van winst waardoor pro
duktie gestimuleerd kan worden.
Hun opvattingen stuiten nog op verzet
bij de orthodoxere marxisten maar ze
dringen door. Centrale planning vanuit
Moskou was van oudsher de kern van
de Russische economie en hoewel ze op
vele punten faalde, heeft ze ook bereikt
dat het potentieel van de Sowjet-indus-
trie zover ontwikkeld is dat diverse mo
nopolies moeten wijken voor werkelijke
concurrentie.
Een dergelijke ontwikkeling heeft ook
invloed op de geest van de burgerij. En
merkwaardigerwijs constateren kenners
van Rusland dat de huidige Rus met het
stijgen van zijn welvaart er geen geluk
kiger mens op is geworden. De ontbe
ringen van voorheen werden doorstaan
met een zeker genoegen omdat men wist
voor een groot doel opofferingen te moe
ten maken. De ongemakken van nu zou
den er niet hoeven zijn als de regeerders
of de leiders van de industrieën het
maar anders deden. De moderne Sowjet-
burger constateert dat de middelen er
zijn om zijn behoeften te bevredigen en
als dat dan toch niet gebeurt, zit ergens
iets fout.
Politiek
Ook over allerlei politieke zaken gaan
de gevoelens anders liggen. Het stimule
ren van revoluties elders was een heer
lijk doel in zichzelf. Thans is dit soms,
maar soms ook niet, een verstandige
daad in het kader van een wereldpo
litiek denken.
Sommige buitenlandse correspondenten
in Moskou maken ook gewag van ge
sprekken met Russen, die daarin bitter
constateren dat bijvoorbeeld Cuba, of
de hulp aan Vietnam, maar nare finan
ciële belastingen zijn waarvan het nut
twijfelachtig is en waarvan men voelt
dat ze in ieder geval ten koste gaan van
de eigen materiële vooruitgang.
Het aan analfabetisme lijdende tsaris
tische Rusland is ook afgelost door een
staat met een voortreffelijk stelsel van
onderwijs. Een konsekwentie daarvan is
ook dat het zelfstandig denken en ook
het afwijkend denken bevorderd is. Iets
wat af en toe nog wel geremd wordt,
maar dat stuit dan weer op protesten,
die de openbaarheid bereiken. De gees
telijke dwang die nog in Stalins boekje
staat, is onmogelijk geworden of dat de
regeerders nu bevalt of niet en waar
schijnlijk zijn ze nuchter genoeg om er
vrede mee te hebben omdat het onver
mijdelijk is.
Economie
In economisch, maar vooral in geestelijk
opzicht zijn de veranderingen van een
halve eeuw enorm en onvergelijkbaar
met iets in enig ander land. En ver
moedelijk geldt dat nog het meest voor
de laatste tien jaar met Chroesjtsjow als
overgangsfiguur. Chroesjtsjow, die zowel
de heilstaat voorspelde als nuchter sprak
van de noodzaak de V.S. economisch in
te halen. Die zowel de wereldrevolutie
predikte als compromissen sloot met ka
pitalisten als dat beter paste in de Rus
sische belangen.
Kosygin en de anderen na hem zijn ook
minder de erfgenamen van Lenin dan
wel gewoon regeerders van een machtig
land dat daarvan de voordelen heeft
en uitbuit als daarvan de nadelen
heeft te dragen. Minder uitvoerders van
idealen dan nuchtere behartigers van
belangen. Van de Russische vooral en
omdat die in vele gevallen niet die der
anderen zijn, zullen tegenstellingen on
vermijdelijk zijn.
Dergelijke controverses echter worden
meer en meer overschaduwd door ieders
belang bij vrede.
Toekomst
Een kernoorlog die het kapitalisme ten
val zou brengen is niet te riskeren om
dat die ook de verworvenheden van de
Sowjet-burger zou vernietigen. Maar die
juist te vergroten is de taak van de
mannen van het Kremlin.
Scheidde vroeger een kloof in welvaart
vooral de Sowjet-Unie van de westerse
wereld, nu verbindt een gezamenlijke
welvaart hen veeleer. En die kloof rijk
en arm is er nu een geworden met de
ontwikkelingslanden aan de verkeerde
en zowel de V.S. als de U.S.S.R. aan de
goede kant. Een kloof die zowel in
Washington als in Moskou als een ge
vaar moet worden gevoeld.
Dat gemeenschappelijke gaat de boven
toon voeren boven de nog altijd wel be
staande ideële tegenstellingen, wat bij
voorbeeld bleek in de kwestie van het
nabije oosten waarbij beide partijen er
wel voor uitkeken tegenover elkaar te
komen staan, hoezeer ook allerlei prak
tische overwegingen van macht en po
litiek belang tegenstrijdig waren.
Het is allemaal een beetje anders gelo
pen dan Lenin verwacht had. Maar
noch voor de Russen, noch voor de an
deren is dat een reden tot treuren.
Per 1 juli 1967 zijn o.a. de Ongevallen
wet 1921, de Land- en Tuinbouwonge-
vallenwet 1922 en de Zeeongevallenwet
1919 vervallen in verband met de in
voering van de Wet op de Arbeidsonge
schiktheidsverzekering (de W.A.O.). De
ze overgang bracht mede, dat uit de
oude wetten voortvloeiende renten, toe
komende aan personen, die jonger dan
65 jaar waren en die voor 25 °/o of
minder arbeidsongeschikt zijn, werden
afgekocht. Deze afkoopsommen zijn als
regel uitgekeerd in de maand juli 1967.
Zoals de oude uitkeringen reeds tot het
belastbaar loon behoorden omdat zij
uit een (eventueel vroegere) dienstbe
trekking voortvloeien, zo behoort ook
de afkoopsom tot het loon. Doordat op
de afkoopsom echter het z.g. bijzonder
tarief voor bijzondere beloningen van
toepassing is en het hier om de lagere
uitkeringen gaat, zal de loonbelasting
in praktisch alle gevallen nihil bedra
gen. Wel is altijd A.O.W. en A.W.W.
premie ingehouden.
Komt U te vallen?
Onafhankelijk van de vraag of er loon
belasting is ingehouden blijft de mo
gelijkheid bestaan dat men door de af
koopsom in de inkomstenbelasting
„komt te vallen". Dit geldt niet in de
weinige gevallen waarin vroeger de
uitkering via de werkgever werd ont
vangen en waarin thans die werkge
ver de afkoopsom ontvangt en daar
tegenover in de toekomst het normaal
loon blijft uitkeren. In dat geval is de
afkoopsom bij de werknemer niet be
last, doch blijven op de oude wet de
loonuitkeringen belastbaar.
Daar het hier de geringere gevallen van
arbeidsongeschiktheid betrof, bestond
het inkomen van degenen die nu een
afkoopsom ontvingen van eventuele an
dere bronnen bijna altijd uit een ar
beidsloon plus de oude rente. Een deel
van hen viel om die reden reeds altijd
in de inkomstenbelasting, een ander
deel niet omdat de rente daarom te
laag was of omdat deze tezamen met
ander loon via de werkgever liep.
1967
Voor 1967 zal men echter veelal wel in
de inkomstenbelasting vallen, n.1. in
het aglemeen:
a. Wanneer naast het normaal arbeids
loon meer dan ƒ400,neveninkomsten
zijn genoten aan afkoopsom, rente over
het eerste halfjaar 1967 plus eventuele
andere inkomsten (bijv. spaarbankren
te!) tezamen.
Of: b. Wanneer de brutolonen, inclu
sief de afkoopsom tezamen in totaal
12.000,te boven gaan.
De inkomstenbelasting wordt dan be
rekend over het totaal inkomen; de
reeds ingehouden loonbelasting van het
gewone arbeidsloon en in enkele geval
len ook van de afkoopsom, geldt dan
als vooruitbetaling. Ook kan en zal de
fiscus als regel een voorlopige aanslag
opleggen, die dan uiteraard bij de vast
stelling van de uiteindelijke z.g. defini
tieve aanslag weer in mindering wordt
gebracht.
Hoeveel?
Wie in de inkomstenbelasting valt kan
toepassing van het bijzonder tarief van
art. 57 van de Wet I.B. vragen voor
het geval dat dat voor hem voordeli
ger is (of minder nadelig, zo men wil).
Door de progressie van de inkomsten
belasting zou anders een onevenredig
hoog bedrag betaald moeten worden
wanneer het inkomen in enig jaar ab
normaal hoog is doordat - zoals door
afkoopsommen - in dat jaar inkomsten
worden genoten die anders verdeeld
over meerdere jaren zouden vloeien.
Het komt er globaal gezien op neer dat
over die bijzondere inkomsten een per
centage wordt geheven gelijk aan dat
wat verschuldigd zou zijn over de laat
ste 600,van een inkomen ter hoog
te van het gemiddelde normaal inko
men van de voorafgaande drie jaar.
Voor de in 1967 genoten afkoopsom is
dus het gemiddeld normaal inkomen
over 1964, 1965 en 1966 beslissend. Dat
percentage wordt echter minimaal op
20 gesteld en maximaal op 40.
Voor wie aan de top van zijn overig
inkomen in 1967 ongeveer 20 be
taalt, maakt het niet veel uit, en voor
wie aanzienlijk minder betaalt aan de
top zou het zelfs nadelig kunnen wor
den. Dan kan dus het normaal tarief
ook op de afkoopsom worden toegepast.
D.W.S.V.-SOESTERBERG 1-0
Bij het schamele winstpuntje van vo
rige week is het voor Soestreberg ge
bleven. In deze wedstrijd uit tegen
D.W.S.V. heeft het weer verloren met
1-0.
Toch was het spel van Soesterberg niet
slecht en het heeft zich dapper ge
weerd tegen een beslist sterkere te
genstander, die voor rust ook geen
punt kon maken.
Ook in de tweede helft wist Soester
berg bijna alle aanvallen af te slaan,
doch drie minuten voor het einde maak
te de rechtsbuiten van de tegenpartij
het enigste doelpunt. 1-0.
SOESTERBERG-E.F.C. 0-3
In haar thuiswedstrijd tegen E.F.C. '53
heeft Soesterberg weer een 0-3 verlies
moeten incasseren, waardoor haar be
zetting van de onderste plaats nog vas
ter is geworden. Het bleek dat de te
genpartij weer de sterkere was. Toch
heeft de verdediging zich bijna de ge
hele wedstrijd lang goed geweerd, zo
dat de rust zelfs nog met de 0-0 blanco
stand aanbrak.
Na de hervatting zou het nog tot een
kwartier voor het einde duren alvorens
de gasten het eerste doelpunt konden
maken, 0-1. Maar dat demoraliseerde
Soesterberg dermate, dat het nog twee
maal voor het einde de bal liet passe
ren. 0-3.
Ruw
Het zal duidelijk zijn dat deze regeling
van het bijzonder tarief tamelijk glo
baal en ruw is (het kan ook moeilijk
anders) en dat van het toevallig sa
menspel van vele overige factoren (zo
als overige inkomsten, kinderaftrek,
ziektekosten enz.), ook van voorgaande
jaren, afhangt of men over de afkoop
som een hoger, een gelijk, of een lager
percentage gaat betalen dan men an
ders in de (ook al onzekere) toekomst
gemiddeld over de uitkeringen zou heb
ben betaald.
De grote lijn is dat degenen met de
hoogste inkomens er wat beter afko
men en degenen met de laagste inko
mens al gauw wat meer gaan betalen
dan ze anders zouden doen. Daar staan
binnen het kader van de gehele belas
tingheffing echter weer andere punten
tegenover zodat uiteindelijk niet meer
valt te zeggen wie, in het grote geheel
gezien, in de verkeerde hoek zit. En
wellicht is dat ook het billijkste resul
taat dat mensen kunnen bereiken.
Vragen in de Kamer
Een lid van de Tweede Kamer heeft
de minister vragen gesteld over de be
lastingheffing van de afkoopsommen. In
de eerste plaats of het de minister wel
bekend was dat daarvan de inkomsten
belasting en premie A.O.W. enz. werd
geheven. Nu, dat wist de minister wel.
Voorts of de minister niet vond dat
het bijzonder tarief in deze gevallen te
weing soelaas bood en of de minister
niet vond dat de uitkeringen, wanneer
niet werd afgekocht, in feite onbelast
zouden zijn, gezien de kleine inkomens.
En tenslotte of de minister de afkoop
sommen maar niet vrij zou stellen.
Vraag 2 betrof natuurlijk een moeilijke
kwestie. Uit het bovenstaande volgt dat
het bijzonder tarief inderdaad nogal
ruw werkt en dat het juist bij de klei
nere inkomens wel eens geen of weinig
verlichting zou kunnen brengen. Maar
dat geldt ook in de vele andere geval
len dat dit bijzonder tarief van toepas
sing is en er staan in het gehele sys
teem andere punten tegenover, die juist
voor die kleinere inkomens weer gun
stig werken.
Daarom kon de minister dus met de
vraagsteller niet meevoelen en boven
dien vond hij - en dat volgt ook uit de
uiteenzetting hierboven - dat men in
het algemeen niet kan stellen dat over
de normale uitkeringen geen of haast
geen belasting zou worden betaald. Ve
len die in betrekkelijk geringe mate
invalide zijn genieten immers toch vaak
uit normale arbeid aanzienlijke inkom
sten, op de top waarvan de ongevallen-
rente dan nog eens werd belast. Het
gevolg is dan verder dat de minister
niet bereid was de afkoopsommen zo
maar vrij te stellen.
Er zouden er overigens dan in den
lande nog wel meer belastingplichtigen
zijn die nog iets wisten dat met even
veel recht kon worden vrijgesteld!
Ontsnapping
Niettemin heeft de minister een reden
gezien goed te keuren, dat wanneer de
afkoopsom wordt gebruikt voor de
aankoop van een lijfrente, dit zal wor
den gezien als aankoop van een perio
dieke uitkering terzake van ongeval.
Dat betekent dat die aankoopsom af
trekbaar is, waartegenover de uitke
ringen weer belast worden. Wie de af
koopsom op deze wijze besteedt heeft
door de afkoop dus in 1967 geen extra
inkomen (en heeft de som ook uitge
geven) doch moet de uitkeringen die hij
in latere jaren ontvangt als lijfrente
natuurlijk aangeven, zoals hij wanneer
er niets gebeurd was, zijn ongevals
rente zou hebben genoten en zou heb
ben moeten aangeven.
Wie dus erg in het nauw zit kan ont
snappen, zonder dat overigens voor hem
geldende vrijstelling van lijfrentepre
mie wordt aangetast. Ook de verzeke
ringsmaatschappijen zullen dit antwoord
van de minister toejuichen.
Burgemeester en wethouders van Soest
maken bekend dat zij voornemens zijn
om aan S. Ypma, Eemnesserwcj 58 te
Baarn op zijn daartoe gedaan verzoek
op grond van het bepaalde in artikel
20 van de Wederopbouwwet vergun
ning te verlenen voor het bouwen van
een woonhuis op het perceel, gelegen
in het Park Vredehof, kadastraal be
kend gemeente Soest, sectie H, nummer
3226 zulks in afwijking van het be
stemmingsplan „Soestdijk-'t Hart".
Alvorens een defnitieve beslissing te ne
men stellen zij belanghebbenden in de
gelegenheid om binnen een termijn van
twee weken na de dagtekening van de
ze bekendmaking hun eventuele be
zwaren schriftelijk bij hen in te dienen.
De op de bouwaanvrage betrekking
hebbende stukken liggen gedurende die
zelfde termijn ter gemeentesecretarie
ter inzage.
Soest, 10 oktober 1967.
r
V