Rentestand Een van °n°pgel°st mysterie het verdwenen rijk blijft voorlopig hoog VAN DE HAK OP DE TAK U kunt niet alles weten JUBILEUM IN MOSKOU DE FISCUS EN AFKOOPSOMMEN S0ESTERBERG Officiële mededelingen 50ste verjaardag van de revolutie VAN ONGEVALLENRENTEN Voetbal Zaterdagvoetbal 1 DINSDAG 10 OKTOBER 1967 Wie heeft er nog nooit van Atlantis ge hoord? Men kan bijna wel zeggen ieder een. Al werd het verhaal in onze ge schiedenis op school slechts zijdelings aangestipt, boeken, verhalen, film, hoor spelen en strips hebben er een en ander toe bijgedragen, dat de mysterieuze ge schiedenis grote bekendheid kreeg. Door de eeuwen heen is er van het oor spronkelijke verhaal echter weinig over gebleven en heeft men er lustig op los gefantaseerd. Nasporingen haalden niets uit Het Atlantisverhaal vinden wij voor het eerst bij de Griekse wijsgeer Plato en wel ongeveer 400 voor Christus in zijn geschriften Timaeus en Critias. Volgens Plato's eigen beweringen zou hij het verhaal kennen naar gegevens van So- lon (pl.m. 600 v. Chr.), die de geschie denis tijdens zijn langdurig verblijf in Egypte uit de mond van priesters van dit land had vernomen. In Egypte zou het verhaal op schrift gestaan hebben. De inhoud van de sage zullen wij be knopt weergeven. Bij het begin van de wereld verdeelden de goden de aarde onder elkaar. Iedere godheid behield dat deel, dat hem rech tens toekwam. Zo kreeg de zeegod Po- seidon het uitgestrekte grote eiland At lantis, dat aan de rand van de wereld in de grote westelijke zee gelegen was en groter was dan Lybië en Klein-Azië tezamen. Op dit eiland woonden aardse mensen. Op een hoogte midden op het eiland woonden een man en een vrouw die een dochter hadden, die Klyto heette. De ouders stierven toen het meisje de huwbare leeftijd had en de god Posei- don ontfermde zich over haar. Zij schonk hem vijf tweelingen, allen zonen. Toen de jongens groot waren verdeelde Po- seidon het land in tien delen, voor iede re zoon één en zij heersten als konin gen over de mensen die daar woonden. De oudste werd koning over het geheel en woonde in de stad op de heuvel, waar een prachtige tempel was ge bouwd. Wanneer de hoogste koning stierf volgde de daaropvolgende in leeftijd hem op, terwijl jongere zonen de open gevallen plaats innamen. Verval Zo moet volgens de sage Atlantis tot een enorm machtig rijk geworden zijn. dat zijn macht tot ver op het vaste land uitstrekte. Handel en cultuur bloei den in ongekende vorm en onder lei ding van de priesterkoningen beleden de bewoners hun godsdienst en brach ten op regelmatige tijden hun offers en hielden zich aan de strenge godsdiensti ge voorschriften. Doordat de koningen van goddelijke afkomst steeds met aardse vrouwen huwden, ging het verhevene van hun personen af. Zij werden meer aards met alle slechte eigenschappen van dien, zoals zucht naar rijkdom en machtswellust. De godsdienst raakte in verval en Atlantis verwerd tot een rechteloze staat, waar corruptie, zucht naar winst, lichte zeden en dergelijke hoogtij vierden. De koningen werden bezeten door machtswellust en zij trokken hun ont zagwekkende legerscharen samen om in een korte maar hevige aanval te trach ten Hellas en Egypte te veroveren. De Grieken boden echter prachtig weer stand. KEULEN Keulen wil een afgietsel van het in Rot terdam staande beeld van Zadkine „Stad zonder hart". U moet daar niet boos om worden. Het is per slot van rekening al weer zevenentwintig jaar geleden, dat Keulen het in Rotterdam hoorde don deren. OMMEZWAAI „Zweden zwaait feestelijk naar rechts" luidde een kop in het Algemeen Dag- bla. Dat deden ze in Griekenland ook. Maar veel minder feestelijk. LELIJKE WOORDEN De N.C.R.V. heeft bezwaar gemaakt te gen het via de beeldbuis uitzenden van een liedje van Ramses Shaffy waarin de woorden L.S.D. en overspel voorkomen. De N.C.R.V. heeft volkomen gelijk. Dat zijn geen dingen om uit te bazuinen. Ze zijn voor persoonlijk gebruik. G.A.K. Eigenlijk is het gak, dat je. als je ergens jongste bediende wilt worden, al je di ploma's van kleuterschool tot rijbewijs moet laten zien en dat je alleen maar „ja. nee" hoeft te zeggen om dokter bij het Gemeenschappelijk Administratiekan toor te worden. Zeg daarom maar G.A.K. tegen het Gemeenschappelijk Admim- stratie Kantoor. MINDER Blijkens een foto in het Vaderland prijst men in Frankrijk De Gaulle minder en minder. De foto toont een etalage, waar in de bekende (gipsen) aapjes met .ho ren, zien en zwijgen" erop nog 16 frank doen. De (gipsen) kop van de generaal staat geprijsd voor slechts 4 frank. Te~ recht, meent Hakketakker. Met horen zien en zwijgen kom je verder dan met De Gaulle. KOP CAROLINE DEFINITIEF VAN Toen Zeus, de oppergod, zag hoe ver de eens zo hoogstaande bewoners van At lantis waren gezonken, besloot hij hen te straffen. Door een ontzettende spring vloed werd geheel Atlantis van de aardbodem weggevaagd, terwijl tevens de atlantische en Griekse legers die met elkaar streden, door de aanstormende watermassa's werden overspoeld. Wat is de waarheid? In de oudheid heeft het verhaal van Plato geen bijzondere beroering gewekt. In onze tijd echter, heeft men er zich drukker over gemaakt. Aangezien bui ten Plato geen der ouden soortgelijke berichten heeft nagelaten stond men voor de moeilijkheid slechts aan de hand van de gegevens van de Griekse wijsgeer een oordeel te moeten vellen over het wel of niet juist zijn van zijn mededeling. Plato zelf voert verschil lende malen in zijn geschriften bewij zen aan voor de waarheid. De hedendaagse mannen van de we tenschap staan er anders tegenover. Zij zijn sterk verdeeld. In grote lijnen kan men hen verdelen in een groep die ge loof hecht aan de mededeling van Pla to en een groep die de mededeling als een fabel beschouwt en dus aanneemt dat er nooit een eiland of land heeft bestaan, dat past in het kader van de sage. In iedere groep lopen de menin gen ook weer sterk uiteen. Zo is men het in de groep die aan Atlantis ge looft, weer oneens over de tijd waarin het zou hebben bestaan en onderge gaan en over de plaats waar dit land of eiland zou hebben gelegen. De groep der niet-gelovers is ook weer verdeeld en wel in hoofdzaak in haar theorieën ter bestrijding van Plato's mededeling. De vermoedens, bij de aanhangers van het Atlantisverhaal, over de plaats waar het eiland zou hebben gelegen zijn het vermelden waard. Een groot deel houdt het er op, dat het machtige Atlantis in de Atlantische Oceaan zou hebben ge legen, terwijl een ander deel meent dat het in de Middellandse Zee was. Som migen noemen zelfs het nu nog be staande eiland Kreta en voeren hier heel aardige steekhoudende bewijzen voor aan. Van Helgoland tot Afrika. De plaats in de Atlantische Oceaan va rieert van ten westen van Spanje tot ten noorden van ons land en bij Helgo land. Een Duitse dominee is er bijvoor beeld beslist van overtuigd, dat Helgo land een van de bergtoppen is van At lantis die nog boven water uitsteekt en hij meent zelfs in de naaste omgeving van dit eiland de koningsburcht met de tempel te moeten zoeken. Reeds eni ge malen is hij er met enige helpers en een vissersboot op uit getrokken om onderzoekingen te doen. Anderen zoeken het weer aan de west kust van Noord-Afrika, alwaar, door Amerikaanse vliegers in de laatste oor log, langs de kust juist onder de zee spiegel verzonken bouwwerken zijn op gemerkt. Van hun toestellen uit konden zij deze zien wanneer de zon onder een bepaalde hoek op het water viel. Hun ontdekkingen zijn later gecontroleerd en bevestigd. Soortgelijke vondsten heeft men aan de Amerikaanse oostkust ge daan en hieruit meenden weer enkelen te moeten opmaken, dat Atlantis inder daad bestaan heeft en een continent tussen Europa en Amerika gevormd zou hebben. Sommige geleerden menen hieruit ook de overeenkomstige vormen van cul tuur tussen Egypte en het oude Azte- kenrijk in Mexico te kunnen verklaren. Atlantis zou het centrum van cultuur en de vormen in Egypte en Mexico zou den randculturen hiervan zijn geweest. Bewijzen heeft men hier echter nog niet voor, hoewel de overeenkomst in cul tuurvorm van beide rijken doet ver moeden, dat hier op de een of andere wijze een verbinding moet zijn geweest. Men tast echter nog geheel in het duis ter. Continentverschuiving? De tegenstanders van het Atlantisver haal voeren aan ,dat Atlantis nooit in de Atlantische Oceaan gelegen kan heb ben, aangezien een blik op de kaart reeds voldoende zou zijn om te kunnen constateren dat wanneer men Amerika en Europa naar elkaar toeschuift be houdens enige verloren gegane stukjes belde delen heel aardig in elkaar pas sen. Aangezien de wetenschap heeft be wezen, dat het Amerikaanse continent zich nog steeds - zij het buitengewoon langzaam - van Europa verwijdert, pak ken deze personen de theorie van de continentsverschuiving aan om te be wijzen, dat Atlantis niet in de Atlan tische Oceaan kan hebben gelegen en dat de overeen komst in cultuur van Egypte en Maxico te verklaren is door het feit, dat beide werelddelen vroeger aan elkaar vast hebben gezeten, waar door de afstand kleiner en de verbin ding gemakkelijk geweest moet zijn. Tegen deze theorie is echter ook veel aan te voeren, en de voorstanders van het Atlantisverhaal hebben dit niet na gelaten! Het slot is, dat geen van beide groepen zijn stellingen heeft kunnen bewijzen en men tast dus nog steeds in het duis ter. LAttUL-llN Cj JJEjr a a M AN GESCHEIDEN stond met een yierK°- loms kop en met grote letter in het Al gemeen Dagblad en velen hoopten daar onder intieme bijzonderheden te lezen over een schandaal in de toneel- of fhj71" wereld. Tot hun teleurstelling ging het over radio Caroline erv het eiland Man. LEK Het in verschillende kranten uitgespro ken vermoeden dat er in de regering een lek moet zijn. omdat drs. F. A. Hoo- gendijk weken van tevoren al in AVRO s Televizier allerlei over de miljoenennota vertelde, is niet juist. De regering is niet lek. Dat is alleen maar de schat kist. G.A.K. „Een uitbreiding van het aantal snipper dagen maakt het de werknemers moge lijk te voldoen aan hun afwezigheidsbe- honfïe" meldt het rapport ziekteverzuim G A K. en wij blijven dat maar gak vin den. De werkloosheid in de bouw is bevorderd door de hoge rentestand. Velen worden voor de nieuwbouw afgeschrikt door de hoge lasten, die het lenen van geld met zich meebrengt. Evenzo worden de nieu we investeringen in het bedrijfsleven af geremd door de rentelasten, al trekt men zich daar weinig van aan in een tijd van hoge winstkansen. Maar daar is nu ook geen sprake van. Het is dus voor een snelle groei van het economisch le ven van grote betekenis dat de rente stand niet hoog blijft. De nieuwe rijksbegroting spreekt over het kapitaalaanbod in het komende jaar niet al te bemoedigende taal. De rege ring wil het sparen van individu en be drijfsleven bevorderen omdat zij terecht ziet aankomen dat ons land voor de ver hoging van de welvaart een geweldig programma te wachten staat. Dat blijkt ook telkens wanneer bedrijven moeten worden gesloten. Als een van de oorzaken wordt dikwijls de verouderde apparatuur genoemd. Dat bleek zo te zijn bij Van Heyst in Den Haag, bij het textielbedrijf Nyma in Nijmegen en wij zien dit ook bij de tal rijke werven die naar orders snakken. Kapitaalgebrck In E.E.G.-verband worden grotere een heden geëist, die moeten samenwerken. Bedrijfstaksgewijs zou er dikwijls aan research moeten worden gedaan. Het wordt verzuimd omdat de middelen ont breken. Eén van de grote punten aan voorsprong, die de Amerikaanse industrie boven de Europese heeft, is de ruimere kapitaalsinvloed aan de overkant van de oceaan. Ook de regering worstelt met een dui delijk gebrek aan kapitaal. Dit blijkt dui delijk uit de miljoenennota. Men staat voor geweldige objecten in de wegen- en waterbouw, de investeringen in het onderwijs eisen miljoenen, de sanering van steden en dorpen zal miljoenen vra gen. De regering heeft drie wegen om zich het geld te verschaffen. Zij kan in de eerste plaats belasting heffen. Op dat front is de grens wel bijna bereikt. Bij belas ting heffen worden er besparingen van Brilleglazen beslaan niet, als u ze aan beide kanten inwrijft met een druppel tje glycerine. Nu u geen statiegeld meer terugkrijgt voor een aantal flessen en potten, kunt u ze zelf wel gebruiken. Hebben ze een muffe lucht, vul ze dan enige tijd met water en houtkoolpoeder. U kunt hete dranken toch in glazen schenken als u die glazen maar tevo ren op een natte doek plaatst. Winkeliers kunnen voor reclameletters op hun etalageruiten een glasinkt ma ken van 20 gr. bruine lak, opgelost in 150 gr brandspiritus en langzaam ge mengd in een oplossing van 25 gr. bo rax en 250 gr. gedestilleerd water. Bakjes, vazen, schalen en vjjvers maakt u waterdicht met waterglas. Olievlekken kunt u van glas verwijde ren, door de ruit in te wrijven met ee^ doekje met terpetijn of een sterke so da-oplossing. Bij vriezend weer kunt u de autoruiten schoonmaken met krantepapier. Als u oude verf van een glasruit wilt verwijderen en het lukt niet meer met een plat scheermesje, bedek dan de verf enige tijd dik met groene of gele zeep. de burgers overgeheveld naar de staat. Hier is dus een weg om gedwongen de besparingen op te voeren. De tweede weg voor de overheid bestaat uit het le nen op de kapitaalmarkt. Ook deze weg wordt door de staat bewandeld. Lening Minister Witteveen kondigt o.m. aan dat hij nog in 1967 met een nieuwe staatsle ning zal komen van ƒ300 miljoen. Voor 1967 zit hij nog met een financierings tekort van 1200 miljoen. Hij zou ook de 900 miljoen, die nog resteert door mid del van leningen kunnen dekken. Dit gebeurt niet want op de beurs komt ook het bedrijfsleven om geld te lenen. Wan- meer de regering te zeer in concurrentie treedt met het bedrijfsleven wordt óf de een óf de ander de dupe. Aangezien de overheid de ontplooiing van het bedrijfs leven niet mag remmen, dient zij hier terughoudend op te treden. De enige weg die de staat dan nog rest is de geldschepping. Maar ook dit gaat uiteindelijk ten koste van de burgerij. Als de staat, zoals zij dit jaar gaat doen, voor een bedrag van 900 miljoen geld gaat scheppen, gaat dit ten koste van de waarde van het geld dat onder het volk circuleert. Hiert treedt het bekende in flatie-waardeverlies op dat wij al jaren ontmoeten. In wezen ook een vorm van gedwongen besparing, met grote wille keur toegepast. Meestal worden kleine spaarders daar het meest de dupe van. Behoefte Voor 1968 verwacht het rijk een finan cieringsbehoefte van 2700 miljoen. Men verwacht dat hiervan 1400 miljoen aan reserveringen beschikbaar komt. Resteert nog een behoefte van 1300 miljoen, die voor 600 miljoen door leningen zal korden gedekt. Aangezien het rijk ook nog wel eens le ningen moet aflossen en deze aflossings plicht in 1968 ook 600 miljoen zal be dragen. verwacht de minister dat hij per saldo geen geld aan de kapitaal markt behoeft te onttrekken. Aan de ene kant geeft hij immers geleend geld te rug en anderzijds vraagt hij weer om eenzelfde bedrag. De resterende 700 miljoen zal weer door geldschepping op tafel komen. De regering acht dit verantwoord omdat dit tekort door conjuncturele omstandighe den ontstaat. Opleving Langs deze weg hoopt men in 1968 de kapitaalmarkt vrij te houden voor het bedrijfsleven. Dit is nodig omdat men voorziet dat handel en industrie het vol gend jaar weer zullen opleven en zo'n opleving gaat altijd met kapitaalvraag gepaard. Wij zien hieruit hoezeer de kapitaalvoor ziening een kwestie is van passen en meten. Bij zo'n situatie moet de rente stand wel hoog blijven. Dit is temeer te verwachten omdat de planning van de financiering in de conjunctuurontwikke ling nog wel kunnen tegenvallen. In dat geval wordt de kapitaalvraag via de V'.ts nog meer onder druk gezet. Het is duidelijk dat ook de vakcentrales er het grootste belang bij hebben om de kapitaalvoorziening op peil te hou den. Zij weten dat de werknemers over het algemeen consumptief zijn ingesteld. Daarom zoeken zij naar wegen om een j deel van loon en salaris uit te keren in de vorm van spaarloon. In de loonsom Voor het bedrijfsleven is dit aanvaard baar mits dit spaarloon niet extra wordt gevraagd maar deel uitmaakt van de normale loonsom. Zou het spaarloon er extra bovenop komen dan wordt in we zen het bedrijfsleven ermee belast en worden de loonkosten hoger. Door die loonkosten wordt het prijspeil aangetast en daarmee treft men zeker de export kansen. Bij het geschetste beeld zal het Voor het bedrijfsleven niet eenvoudig zijn om met succes aandelen uit te geven. E aarvoor moeten de winstverwachtingen ran het publiek goed zijn. Op dit punt is er echter veel twijfel en aarzeling. )m deze reden kiest men dikwijls liever de weg van de onderhandse lening. Dit schaadt de handel in aandelen en drukt de koer sen. Het is jammer dat op deze wijze de animo voor het kopen van effecten wordt gedrukt. Er zal veel kunst- en vlieg werk nodig zijn om de belangstelling voor de ondernemingsgewijze produktie levend te houden. Moge de internationale ontwikkeling ons te hulp komen. De Sowjet-Unie maakt zich op om haar vijftigjarig bestaan te gaan vieren. En het zal een feest vol trots worden. Het Rusland van nu is een machtige staat met een moderne industrie en een aan zienlijke welvaart ook voor de burgers die de festiviteiten op kleurentelevisie kunnen volgen. Het Rusland van 1917 was arm, achter lijk en zwak met erbarmelijke sociale toestanden. Vele landen zijn er in een halve eeuw tijds sterk op vooruit ge gaan, maar geen zo sterk als de eerste socialistische staat, die zijn dank hier voor vooral uit laat gaan naar de per soon van Lenin. Op zichzelf is dit maar ten dele juist. Lenin was de leider in de begintijd van de Unie van Socialistische Sowjet Repu blieken, maar bijzonder succesvol was hij niet. Afgezien van een korte periode van vooruitgang de Nieuwe Economische Politiek N.E.P. ontstonden er in die tijd burgeroorlog, hongersnood en an dere ellende. Het twintigjarig bestaan viel in de pe riode van Stalin, toen juist de politieke vervolging met grenzeloos veel executies op zijn hoogtepunt was. Het zilveren feest kon niet gevierd wor den omdat het land onder een ver schrikkelijke oorlog leed. De eerste ja ren na de oorlog volgden weer honger en gebrek en een zekere mate van snel bespeurbare vooruitgang viel pas weer te constateren in de na-Stalinistische periode van Chroesjtsjow. En nu? Voor de Russen zijn die tijdperken van kwalijke toestanden overigens vergeef lijk, want al met al werd in die jaren de basis gelegd voor de industriële en politieke macht die de Sowjet-Unie nu is: er werd geleden voor een betere toekomst en die is gekomen. Voedselgebrek is een absurde zaak ge worden, en valt een oogst eens tegen dan is de staatskas bestand tegen groot scheepse importen. De enorme verwoes tingen die de oorlog aanrichtte zijn in grote trekken hersteld en de woning bouw is in die tijd zo enorm beoefend, dat een capaciteit ontstond, die de Rus sen voor het ongekende feit plaatst dat er nog maar een gering gebrek aan woonruimte bestaat. De verdwijning van een schaarste-eco- nomie zet het land nog wel voor puz zels. Problemen van transport, van dis tributie der goederen, gaan een rol spe len en de spanningen in vraag en aanbod van consumptie-artikelen en particuliere kapitaalsgoederen maken ook nodig dat de industrie went aan een nieuwe ma nier van denken. Het zijn dergelijke be slommeringen waarvoor de werken van Marx, Engels en Lenin, noch die van Stalin, een oplossing bieden. En die zijn daardoor ook minder het evangelie van de Sowjet-burger geworden. Liberalisatie In hun plaats treden de deskundigen, die vaak hun inspiratie hebben opge daan door studie te maken van de ma nier waarop in het westen dergelijke moeilijkheden uit de weg zijn geruimd. De liberale economen als Libermann maar hij is niet de enige erkennen de verdiensten van allerlei door Marx en Engels uit principe verfoeide instellingen als het maken van winst waardoor pro duktie gestimuleerd kan worden. Hun opvattingen stuiten nog op verzet bij de orthodoxere marxisten maar ze dringen door. Centrale planning vanuit Moskou was van oudsher de kern van de Russische economie en hoewel ze op vele punten faalde, heeft ze ook bereikt dat het potentieel van de Sowjet-indus- trie zover ontwikkeld is dat diverse mo nopolies moeten wijken voor werkelijke concurrentie. Een dergelijke ontwikkeling heeft ook invloed op de geest van de burgerij. En merkwaardigerwijs constateren kenners van Rusland dat de huidige Rus met het stijgen van zijn welvaart er geen geluk kiger mens op is geworden. De ontbe ringen van voorheen werden doorstaan met een zeker genoegen omdat men wist voor een groot doel opofferingen te moe ten maken. De ongemakken van nu zou den er niet hoeven zijn als de regeerders of de leiders van de industrieën het maar anders deden. De moderne Sowjet- burger constateert dat de middelen er zijn om zijn behoeften te bevredigen en als dat dan toch niet gebeurt, zit ergens iets fout. Politiek Ook over allerlei politieke zaken gaan de gevoelens anders liggen. Het stimule ren van revoluties elders was een heer lijk doel in zichzelf. Thans is dit soms, maar soms ook niet, een verstandige daad in het kader van een wereldpo litiek denken. Sommige buitenlandse correspondenten in Moskou maken ook gewag van ge sprekken met Russen, die daarin bitter constateren dat bijvoorbeeld Cuba, of de hulp aan Vietnam, maar nare finan ciële belastingen zijn waarvan het nut twijfelachtig is en waarvan men voelt dat ze in ieder geval ten koste gaan van de eigen materiële vooruitgang. Het aan analfabetisme lijdende tsaris tische Rusland is ook afgelost door een staat met een voortreffelijk stelsel van onderwijs. Een konsekwentie daarvan is ook dat het zelfstandig denken en ook het afwijkend denken bevorderd is. Iets wat af en toe nog wel geremd wordt, maar dat stuit dan weer op protesten, die de openbaarheid bereiken. De gees telijke dwang die nog in Stalins boekje staat, is onmogelijk geworden of dat de regeerders nu bevalt of niet en waar schijnlijk zijn ze nuchter genoeg om er vrede mee te hebben omdat het onver mijdelijk is. Economie In economisch, maar vooral in geestelijk opzicht zijn de veranderingen van een halve eeuw enorm en onvergelijkbaar met iets in enig ander land. En ver moedelijk geldt dat nog het meest voor de laatste tien jaar met Chroesjtsjow als overgangsfiguur. Chroesjtsjow, die zowel de heilstaat voorspelde als nuchter sprak van de noodzaak de V.S. economisch in te halen. Die zowel de wereldrevolutie predikte als compromissen sloot met ka pitalisten als dat beter paste in de Rus sische belangen. Kosygin en de anderen na hem zijn ook minder de erfgenamen van Lenin dan wel gewoon regeerders van een machtig land dat daarvan de voordelen heeft en uitbuit als daarvan de nadelen heeft te dragen. Minder uitvoerders van idealen dan nuchtere behartigers van belangen. Van de Russische vooral en omdat die in vele gevallen niet die der anderen zijn, zullen tegenstellingen on vermijdelijk zijn. Dergelijke controverses echter worden meer en meer overschaduwd door ieders belang bij vrede. Toekomst Een kernoorlog die het kapitalisme ten val zou brengen is niet te riskeren om dat die ook de verworvenheden van de Sowjet-burger zou vernietigen. Maar die juist te vergroten is de taak van de mannen van het Kremlin. Scheidde vroeger een kloof in welvaart vooral de Sowjet-Unie van de westerse wereld, nu verbindt een gezamenlijke welvaart hen veeleer. En die kloof rijk en arm is er nu een geworden met de ontwikkelingslanden aan de verkeerde en zowel de V.S. als de U.S.S.R. aan de goede kant. Een kloof die zowel in Washington als in Moskou als een ge vaar moet worden gevoeld. Dat gemeenschappelijke gaat de boven toon voeren boven de nog altijd wel be staande ideële tegenstellingen, wat bij voorbeeld bleek in de kwestie van het nabije oosten waarbij beide partijen er wel voor uitkeken tegenover elkaar te komen staan, hoezeer ook allerlei prak tische overwegingen van macht en po litiek belang tegenstrijdig waren. Het is allemaal een beetje anders gelo pen dan Lenin verwacht had. Maar noch voor de Russen, noch voor de an deren is dat een reden tot treuren. Per 1 juli 1967 zijn o.a. de Ongevallen wet 1921, de Land- en Tuinbouwonge- vallenwet 1922 en de Zeeongevallenwet 1919 vervallen in verband met de in voering van de Wet op de Arbeidsonge schiktheidsverzekering (de W.A.O.). De ze overgang bracht mede, dat uit de oude wetten voortvloeiende renten, toe komende aan personen, die jonger dan 65 jaar waren en die voor 25 °/o of minder arbeidsongeschikt zijn, werden afgekocht. Deze afkoopsommen zijn als regel uitgekeerd in de maand juli 1967. Zoals de oude uitkeringen reeds tot het belastbaar loon behoorden omdat zij uit een (eventueel vroegere) dienstbe trekking voortvloeien, zo behoort ook de afkoopsom tot het loon. Doordat op de afkoopsom echter het z.g. bijzonder tarief voor bijzondere beloningen van toepassing is en het hier om de lagere uitkeringen gaat, zal de loonbelasting in praktisch alle gevallen nihil bedra gen. Wel is altijd A.O.W. en A.W.W. premie ingehouden. Komt U te vallen? Onafhankelijk van de vraag of er loon belasting is ingehouden blijft de mo gelijkheid bestaan dat men door de af koopsom in de inkomstenbelasting „komt te vallen". Dit geldt niet in de weinige gevallen waarin vroeger de uitkering via de werkgever werd ont vangen en waarin thans die werkge ver de afkoopsom ontvangt en daar tegenover in de toekomst het normaal loon blijft uitkeren. In dat geval is de afkoopsom bij de werknemer niet be last, doch blijven op de oude wet de loonuitkeringen belastbaar. Daar het hier de geringere gevallen van arbeidsongeschiktheid betrof, bestond het inkomen van degenen die nu een afkoopsom ontvingen van eventuele an dere bronnen bijna altijd uit een ar beidsloon plus de oude rente. Een deel van hen viel om die reden reeds altijd in de inkomstenbelasting, een ander deel niet omdat de rente daarom te laag was of omdat deze tezamen met ander loon via de werkgever liep. 1967 Voor 1967 zal men echter veelal wel in de inkomstenbelasting vallen, n.1. in het aglemeen: a. Wanneer naast het normaal arbeids loon meer dan ƒ400,neveninkomsten zijn genoten aan afkoopsom, rente over het eerste halfjaar 1967 plus eventuele andere inkomsten (bijv. spaarbankren te!) tezamen. Of: b. Wanneer de brutolonen, inclu sief de afkoopsom tezamen in totaal 12.000,te boven gaan. De inkomstenbelasting wordt dan be rekend over het totaal inkomen; de reeds ingehouden loonbelasting van het gewone arbeidsloon en in enkele geval len ook van de afkoopsom, geldt dan als vooruitbetaling. Ook kan en zal de fiscus als regel een voorlopige aanslag opleggen, die dan uiteraard bij de vast stelling van de uiteindelijke z.g. defini tieve aanslag weer in mindering wordt gebracht. Hoeveel? Wie in de inkomstenbelasting valt kan toepassing van het bijzonder tarief van art. 57 van de Wet I.B. vragen voor het geval dat dat voor hem voordeli ger is (of minder nadelig, zo men wil). Door de progressie van de inkomsten belasting zou anders een onevenredig hoog bedrag betaald moeten worden wanneer het inkomen in enig jaar ab normaal hoog is doordat - zoals door afkoopsommen - in dat jaar inkomsten worden genoten die anders verdeeld over meerdere jaren zouden vloeien. Het komt er globaal gezien op neer dat over die bijzondere inkomsten een per centage wordt geheven gelijk aan dat wat verschuldigd zou zijn over de laat ste 600,van een inkomen ter hoog te van het gemiddelde normaal inko men van de voorafgaande drie jaar. Voor de in 1967 genoten afkoopsom is dus het gemiddeld normaal inkomen over 1964, 1965 en 1966 beslissend. Dat percentage wordt echter minimaal op 20 gesteld en maximaal op 40. Voor wie aan de top van zijn overig inkomen in 1967 ongeveer 20 be taalt, maakt het niet veel uit, en voor wie aanzienlijk minder betaalt aan de top zou het zelfs nadelig kunnen wor den. Dan kan dus het normaal tarief ook op de afkoopsom worden toegepast. D.W.S.V.-SOESTERBERG 1-0 Bij het schamele winstpuntje van vo rige week is het voor Soestreberg ge bleven. In deze wedstrijd uit tegen D.W.S.V. heeft het weer verloren met 1-0. Toch was het spel van Soesterberg niet slecht en het heeft zich dapper ge weerd tegen een beslist sterkere te genstander, die voor rust ook geen punt kon maken. Ook in de tweede helft wist Soester berg bijna alle aanvallen af te slaan, doch drie minuten voor het einde maak te de rechtsbuiten van de tegenpartij het enigste doelpunt. 1-0. SOESTERBERG-E.F.C. 0-3 In haar thuiswedstrijd tegen E.F.C. '53 heeft Soesterberg weer een 0-3 verlies moeten incasseren, waardoor haar be zetting van de onderste plaats nog vas ter is geworden. Het bleek dat de te genpartij weer de sterkere was. Toch heeft de verdediging zich bijna de ge hele wedstrijd lang goed geweerd, zo dat de rust zelfs nog met de 0-0 blanco stand aanbrak. Na de hervatting zou het nog tot een kwartier voor het einde duren alvorens de gasten het eerste doelpunt konden maken, 0-1. Maar dat demoraliseerde Soesterberg dermate, dat het nog twee maal voor het einde de bal liet passe ren. 0-3. Ruw Het zal duidelijk zijn dat deze regeling van het bijzonder tarief tamelijk glo baal en ruw is (het kan ook moeilijk anders) en dat van het toevallig sa menspel van vele overige factoren (zo als overige inkomsten, kinderaftrek, ziektekosten enz.), ook van voorgaande jaren, afhangt of men over de afkoop som een hoger, een gelijk, of een lager percentage gaat betalen dan men an ders in de (ook al onzekere) toekomst gemiddeld over de uitkeringen zou heb ben betaald. De grote lijn is dat degenen met de hoogste inkomens er wat beter afko men en degenen met de laagste inko mens al gauw wat meer gaan betalen dan ze anders zouden doen. Daar staan binnen het kader van de gehele belas tingheffing echter weer andere punten tegenover zodat uiteindelijk niet meer valt te zeggen wie, in het grote geheel gezien, in de verkeerde hoek zit. En wellicht is dat ook het billijkste resul taat dat mensen kunnen bereiken. Vragen in de Kamer Een lid van de Tweede Kamer heeft de minister vragen gesteld over de be lastingheffing van de afkoopsommen. In de eerste plaats of het de minister wel bekend was dat daarvan de inkomsten belasting en premie A.O.W. enz. werd geheven. Nu, dat wist de minister wel. Voorts of de minister niet vond dat het bijzonder tarief in deze gevallen te weing soelaas bood en of de minister niet vond dat de uitkeringen, wanneer niet werd afgekocht, in feite onbelast zouden zijn, gezien de kleine inkomens. En tenslotte of de minister de afkoop sommen maar niet vrij zou stellen. Vraag 2 betrof natuurlijk een moeilijke kwestie. Uit het bovenstaande volgt dat het bijzonder tarief inderdaad nogal ruw werkt en dat het juist bij de klei nere inkomens wel eens geen of weinig verlichting zou kunnen brengen. Maar dat geldt ook in de vele andere geval len dat dit bijzonder tarief van toepas sing is en er staan in het gehele sys teem andere punten tegenover, die juist voor die kleinere inkomens weer gun stig werken. Daarom kon de minister dus met de vraagsteller niet meevoelen en boven dien vond hij - en dat volgt ook uit de uiteenzetting hierboven - dat men in het algemeen niet kan stellen dat over de normale uitkeringen geen of haast geen belasting zou worden betaald. Ve len die in betrekkelijk geringe mate invalide zijn genieten immers toch vaak uit normale arbeid aanzienlijke inkom sten, op de top waarvan de ongevallen- rente dan nog eens werd belast. Het gevolg is dan verder dat de minister niet bereid was de afkoopsommen zo maar vrij te stellen. Er zouden er overigens dan in den lande nog wel meer belastingplichtigen zijn die nog iets wisten dat met even veel recht kon worden vrijgesteld! Ontsnapping Niettemin heeft de minister een reden gezien goed te keuren, dat wanneer de afkoopsom wordt gebruikt voor de aankoop van een lijfrente, dit zal wor den gezien als aankoop van een perio dieke uitkering terzake van ongeval. Dat betekent dat die aankoopsom af trekbaar is, waartegenover de uitke ringen weer belast worden. Wie de af koopsom op deze wijze besteedt heeft door de afkoop dus in 1967 geen extra inkomen (en heeft de som ook uitge geven) doch moet de uitkeringen die hij in latere jaren ontvangt als lijfrente natuurlijk aangeven, zoals hij wanneer er niets gebeurd was, zijn ongevals rente zou hebben genoten en zou heb ben moeten aangeven. Wie dus erg in het nauw zit kan ont snappen, zonder dat overigens voor hem geldende vrijstelling van lijfrentepre mie wordt aangetast. Ook de verzeke ringsmaatschappijen zullen dit antwoord van de minister toejuichen. Burgemeester en wethouders van Soest maken bekend dat zij voornemens zijn om aan S. Ypma, Eemnesserwcj 58 te Baarn op zijn daartoe gedaan verzoek op grond van het bepaalde in artikel 20 van de Wederopbouwwet vergun ning te verlenen voor het bouwen van een woonhuis op het perceel, gelegen in het Park Vredehof, kadastraal be kend gemeente Soest, sectie H, nummer 3226 zulks in afwijking van het be stemmingsplan „Soestdijk-'t Hart". Alvorens een defnitieve beslissing te ne men stellen zij belanghebbenden in de gelegenheid om binnen een termijn van twee weken na de dagtekening van de ze bekendmaking hun eventuele be zwaren schriftelijk bij hen in te dienen. De op de bouwaanvrage betrekking hebbende stukken liggen gedurende die zelfde termijn ter gemeentesecretarie ter inzage. Soest, 10 oktober 1967. r V

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1967 | | pagina 3