Vliegtuig met geheim toestel van Otto Skorzany? Telefoonnummer ziekenauto 5980 Noorderweg 23 DE ARMZALIGE ARMOEDZAAIER DE EIGENAAR BLIJFT AANSPRAKELIJK als auto wordt verhuurd of uitgeleend ONDERHOUD OF VREUGDE Gevaarlijke bestuurders veroorzaken 3000 DODEN PER JAAR U KUNT NIET ALLES WETEN! GRIEKSE GENERAALS ZOEKEN AANHANG HAAR EN BAARD Beroemde Storch staat te koop op Zestienhoven De geschiedenis van de Storch Voor de balie Werkgever dient volle schade te vergoeden als ondergeschikte brokken maakt Zuidamerikaanse generaals voeren bewapening op Zijn kracht en schoonheid van het manlijke dier ook aanwezig in de menselijke baard en haren? DINSDAG 17 OKTOBER 1967 Op 12 september 1943 steeg van een vliegveld by Rome een aantal transportzweef vliegtuigen op met aan boord een aantal parachutisten onder commando van Oberleutnant Von Berlepsch. De Duitse toestellen vlogen in de richting van de Gran Sasso. De opdracht luidde om Mussollnl, die gevangen werd gehouden in een berghotel, „de hoogst gelegen gevangenis ter wereld", te bevrijden. De Duitse parachutisten waren tot de tanden gewapend, omdat men sterke tegen stand van de Italianen verwachtte die Mussollnl gevangen hielden. Het viel even wel mee. Zonder bloedvergieten werd Mussolini bevrijd en ln een Fieseler Storch gestopt, die op de Gran Sasso was geland. De Storch werd gevolgen door SS Hauptsturmführer Otto Skorzany, die met Mussolini van de steile berghelling op steeg en naar Rome vloog. Daar werd Mussolini in een Heinkel He 111 bommen werper gestopt en naar het hoofdkwartier van Hitier overgebracht. Het was een huzarenstukje, dat destjjds heel wat publiciteit kreeg, ook al werd het verloop van de oorlog er weinig door beïnvloed. Die Otto Skorzany moet tegenwoordig in Spanje leven. En wat is er met die beroemde Storch gebeurd, die Mussolini vanaf de top van de Gran Sasso heeft gehaald? Men zegt dat die Storch momenteel in een hangar staat op het vliegveld Zestienhoven. Inderdaad staat al jarenlang op Zes tienhoven een gedeeltelijk gedemonteer de Frieseier Storch in een hangar. Erg best ziet de kist er niet uit, maar hij moet flink worden schoongemaakt, op nieuw bekleed en gespoten. Die Storch in Rotterdam is eigendom van een mevrouw, en wel van me vrouw Carla van der Hart-Plücker uit Hillegersberg. We zijn haar gaan opzoeken en hebben haar gevraagd of we het logboek van de Storch eens mochten zien. Wellicht zouden daar interessante feiten uit te halen zijn. Dat bleek ook zo te zijn, al moeten we direkt zeggen dat het logboek terug gaat tot 1956. Wat er vóórdien met het toestel ge beurde is onbekend en blijft een my sterie. Het bewijs dat deze Storch in derdaad de kist is die destijds Musso- loni heeft bevrijd, hebben we nog niet kunnen vinden. De Storch is een Fi-156C-3 trop die in februari 1942 werd gebouwd en het constructienummer kreeg van 12822. De aanduiding „trop" betekent „tropenver- wendungsfahig. zodat deze kist in de tropen, b.v. Noord-Afrika, gebruikt kon worden. Uit Italië Het verhaal gaat deze Storch in een boerenschuur ergens op het land in Italië is gevonden. Op 11 januari werd de Storch in Italië ingeschreven als I-F.A.G.G. en het Ministero della di- fesa Aeronautica gaf een Gionnale dl Rotta uit, een logboek. De kist werd ingeschreven op naam van een zeke re Oeroster, Via F. Crispi 36 in Rome. Een brief die wij aan genoemde heer zonden om nadere inlichtingen kwam onbestelbaar terug. Op 16 januari '56 maakte de I-F.A.G.G. zijn eerste vlucht in Venetië, met een vlieger genaamd Stephan. Het toestel maakte diverse vluchten, o.a. naar München en Innsbruck, en zou ook met skies gevlogen hebben. Lang bleef de kist niet in Venetië, want op 2 maart 1957 vloog hij van Venetië via Nice, Lyon, Bazel, Düssel- dorf en Dortmund naar Langenfeld bij Münster, waar het toestel o.a. zweef vliegtuigen optrok met een vlieger ge naamd Engling. De Storch kreeg nu de Duitse registratie D-E.D.E.C. en werd gekocht door een bakker-sportvlieger, Kari Bösen, die onder de vleugels een grote reclame schilderde van zijn brood, terwijl op de motorkap de naam „An- neliese" werd aangebracht. De vlie gende bakker moet zelfs brood met de Storch vervoerd hebben naar Ham burg. Nederland In 1958 is de Storch al naar Nederland gekomen. Op 10 juli 1958 vloog hij via Wahn naar Beek en op 20 juli kwam hij in Rotterdam aan. Het toe stel was voor 25.000 Mark gekocht door de oud-straaljagerpiloot Johnny van der Hart, die een eigen luchtreclamebe- drijf had, de n.v. Nastra, die o.a. ook met een Miles Aerovan vloog. Het kostte 12.800,om de Storch te re viseren. Vanuit Rotterdam zijn er 18 vluchten met de Storch gemaakt, waar bij reclamesleepnetten werden getrok ken, met b.v. reclame voor bessenjene ver. De Storch werd daarbij gevlogen door Hans Horsten en Nico Volberda, die van de Rijksluchtvaartschool kwam en later naar de K.L.M. ging. Op 14 oktober 1958 werd volgens het logboek de laatste vlucht gemaakt. Sinds het toestel in Italië als I-F.A.G.G. was ingeschreven waren 115,26 vlieg uren gemaakt (115 uur en 26 minuten). De Storch heeft nooit een Nederlandse registratie gehad. Ook in Rotterdam vloog hij als D-E.D.E.C. Het liep mis met de N.A.S.T.R.A. en met het huwe lijk van Johnny van der Hart, die naar het nabije oosten verdeen. Mevrouw Van der Hart bleef alleen achter met veel schulden ende Storch. Ze wil het toestel nu verkopen en vraagt er een 5000 dollar voor. Er zijn in Italië plannen om een film te gaan maken over het leven van Mussolini. Mischien zouden de filmpro ducenten graag de Storch willen heb ben voor die film. Volgens mevrouw Van der Hart is de kist zeker weer vliegbaar te maken. Ook de vele buitenlandse luchtvaart musea die als paddestoelen uit de grond schieten, zullen stellig belangstelling hebben voor zo'n beroemde Luftwaffe- kist. Het zou jammer zijn als ook dit beroemde vliegtuig weer naar het bui tenland zou vertrekken. Of komt er toch nog eens een Nederlandse Lucht vaartenthousiast die er wat geld voor over heeft om zo'n historische kist voor het nageslacht te bewaren? Als we verdachte A mochten geloven, dan stond hij voor het hekje als de armzalige aangevallen armoedzaaier, die hem aangedaan leed alleen maar met goed kon vergelden en niet in staat zou zijn één vinger („Laat staan een hand, edelachtbare") tegen een mede-armoed zaaier op te heffen. En toch werd hem door de officier van Justitie een flink aantal slagen ten laste gelegd. „Hoe kan dat dan?" wilde de politie rechter weten. A wees op een breedgeschouderde B op de getuigenbank. „Deze bruut, edelacht bare, deze broek-vol-bruut heeft mij die stomp gegeven met de brutale medede ling: die is voor je broertje. Een uur lang heb ik moeten wachten, edelacht bare, voor m'n broer er aan kwam. En een uur is lang, edelachtbare, als je met een stomp in je maag zit „En uw broer kon u pas naar 't zieken huis brengen?" ..Nee, nee, eerst moest ik 'm toch die stomp nog doorgeven En wat gebeurt er, meneer de edelachtbare, m'n eigenste broer néémt die stomp niet en geeft mij nog een gevoelige mep er over heen met de boodschap: geef die maar aan je vrindje. Nou, die B is m'n vrind niet en u snapt wel, dat ik geen zin had voor niks niemendal zo'n dreun op te lopen. Nou, had u gedachttoen B eindelijk binnen mijn bereik kwam, had ie nog een tweede stomp voor m'n broer in z'n petto." „En u houdt vol, dat u hèm niets ge daan hebt?" „Hoe kon ik wat terugdoen? Vóór ik het wist, lag ik in 't ziekenhuis met een finale hersenbloeding." „Een lichte hersenschudding," verbeterde de officier. „Een héle lichte, want u mocht de zelfde dag alweer het zieken huis uit." Getuige B zat al te popelen om zijn le zing van het gebeuren te geven en nu hoorden we een heel ander verhaal. Hij noemde A de afmattende, afgrijselijke achterbakse achterklap, die altijd wel iets te roddelen had. Maar B zou als de betere buur bezwerend de handen heb ben opgeheven om de ander van zich af te duwen, toen deze A zelfs zijn nobele broeder ging bekladden. En toen A ook nog dorst te dreigen, dat genoemde no bele broeder B wel eens mores zou le ren, meende B het aan de gemeenschap verplicht te zijn, A 'n klein aandenken cadeau te doen, in de vorm van een lichte en vermanende tik, welke A dan aan zijn broeder zou kunnen uitreiken. „Maar toen istie helemaal niet naar z n broer toegegaan, meneer de edele. Hij heeft eerst mij toegetakeld en toen later zijn broer er bij gehaald, zodat die mij ook nog 's te grazen zou nemen." Toen kwam de bewuste broer als ge tuige voor. „Zet u ze allebei maar een poosje in de kast, edelachtbare, want die twee zitten mekaar voortdurend in de haren en als ik probeer ze van mekaar te halen, krijg ik van twee kanten op m'n bast." „Dus beiden hebben geslagen!" conclu deerde de politierechter snel. „Hij ook!" riepen A en B. Doch de officier had uitsluitend A en B gedagvaard, omdat de broer niet was aangeklaagd. Tegen A getuigen B en A.'s broer en tegen B getuigen A en zijn broer. Wat er nog tegen de broer werd ingebracht, werd ambtshalve genegeerd. En wat de getuigen in elkanders zaken tegen elkaar inbrachten, week in alle opzichten zo van elkaar af, dat er ook tegen A en B geen veroordelingen kon den volgen. De officier moest vrijspraak vorderen wegens gebrek aan bewijs. Nog in de marmeren gang van het ge rechtsgebouw hoorden we broer-lief te gen de beide kemphanen dreigen: „Wie van jullie nog ééns het lef heeft een aanklacht in te dienen, zal ikDe nest ging helaas in het geroezemoes ver loren. In ons voorgaande artikel hebben wij ge schreven over de zeer ver gaande aan sprakelijkheid van de gemotoriseerde weggebruiker ten opzichte van stilstaan de voertuigen. In een aantal gevallen wordt deze aansprakelijkheid evenwel beperkt, resp. opgeheven. Het le lid van art. 31 W. v. W. zegt namelijk ook dat de eigenaar geen schadevergoeding be hoeft te betalen wanneer aannemelijk is, dat de botsing is te wijten aan over macht, waaronder begrepen is schuld van iemand voor wie de eigenaar/houder niet aansprakelijk is. In het algemeen is het geen eenvoudige zaak overmacht te bewijzen. Daar staat tegenover, dat de eigenaar/houder van het kentekenbewijs die beweerde over macht niet behoeft te bewijzen. Hij moet die slechts aannemelijk maken, waarbij hij bovendien nog steun vindt bij het bepaalde in het 8ste lid van het artikel, waarin is bepaald dat (in afwijking van art. 1947 B.W.) ook getuigenis kan wor den afgelegd door de bloed- en aanver wanten in rechte linie, en door de echt genoten. Ook in geval van schuld van iemand voor wie de eigenaar niet aansprakelijk is, kan voor laatstgenoemde overmacht gelden. Hij draagt bijv. geen aansprake lijkheid voor een dief of joyrider. Staat dus vast dat de schade in kwestie door een dergelijk individu is veroorzaakt, dan zal de eigenaar zich metterdaad op overmacht kunnen beroepen. Uitgeleend Geheel anders ligt het met de aanspra kelijkheid in de zin van de wet voor b.v. een kennis, een zakenrelatie of een huurder, die toestemming heeft verkre gen de auto te rijden. De eigenaar/hou der kan zich dan niet op overmacht be roepen. Wanneer een eigenaar/houder de aan rijdende auto niet zelf bestuurt, is hij aansprakelijk voor de gedragingen van degene, door wie hij het motorvoertuig doet of laat rijden. Dit doen of laten rijden houdt een opdracht, een toestem ming, een goedkeuring in, al of niet uit drukkelijk gegeven. Hij laat de auto rijden en is dus krachtens art. 31 W. v. De bijstandswet moge dan in het leven zijn geroepen om met name de invali den in staat te stellen in hun eigen le vensonderhoud te voorzien, volgens de opvatting van Gedeputeerde Staten van Overijssel dient zij ook om een gehan dicapte enige levensvreugde te bezor gen. En dat is iets geheel anders. Wij gunnen de 23-jarige Johanna van Klaveren in Losser van harte een auto. Maar wij zijn toch wel bevreesd, dat de kassen van vele (noodlijdende) ge meenten niet toereikend zullen zijn, aan de stroom van nu te verwachten aan vragen voor nieuwe auto's te voldoen. Dan zullen de kosten voor al die auto's (en straks van de reparaties en nieuwe wagens) zwaar gaan drukken op de gehele gemeenschap, met als gevolg: hogere belastingen en verhoogde bij standswetpremies voor de gezonden. Als de Bijstandswet op behoorlijke wij ze kan zorgen voor een normaal inko men voor de invaliden, zullen deze mensen uit dat normale inkomen ook een normaal vervoer moeten betalen. Kunnen zij zich niet op normale wijze verplaatsen, dan zou de gemeente voor vervoer kunnen zorg dragen, bv. per speciaal busje waarmee dan een aan tal gehandicapten tegelijk kan worden verplaatst. Dat is normaler dan per in valide een vierpersoons auto van ƒ6.000 aan te schaffen, en alle invali den voor hun (levens)vreugde te laten rondtoeren. W. voor de schade verantwoordelijk, ook al is er geen enkele gezagsverhouding tussen hem en de chaufferende kennis, relatie of huurder. Hij kan zich niet be roepen op de overmacht als bedoeld in het le lid. Volgens het 4de lid is terzake van een zelfde ongeval het bedrag van de ver schuldigde vergoeding voor aan goede ren toegebrachte schade beperkt tot de waarde van het aanrijdende motorrijtuig, behalve wanneer aangetoond wordt de schuld van de eigenaar of de houder van het kenteken zelf of van iemand voor wie deze aansprakelijk is. De minimum vergoeding is bepaald op ƒ500,—. Ter verduidelijking geven wij enige voorbeelden: Een huurder rijdt met een door hem ge huurde kleine auto een geparkeerde Amerikaanse „slee" aan. De eigenaar daarvan spreekt ex art. 31 W. v. W. de houder van het kenteken aan (de ver huurder dus). Deze is (krachtens het 2e lid van art. 31) verplicht de schade te vergoeden. De waarde van de huurauto was 450,en de schade aan de Ame rikaanse wagen 5.000,Van deze schade zal de verhuurder slechts 500, behoeven te betalen (de waarde immers van zijn eigen auto, met een minimum van 500.De eigenaar van de „slee" heeft uiteraard het recht om krachtens art. 1401 B.W. de huurder zelf voor het resterende bedrag aan te spreken, maar daartoe zal hij diens schuld moeten be wijzen. Anders ligt het, indien een employé met een auto van zijn werkgever op deze geparkeerde Amerikaanse wagen was in gereden. Als de eigenaar van de aan gereden auto de schuld van de employé kan aantonen en diens werkgever aan spreekt, is deze krachtens de wet aan sprakelijk voor zijn werknemer en dient hij de volle schade van 5.000,— te ver goeden. Afwijkingen Zou het in voorbeeld 2 genoemde geval zich voordoen op een zondag, op een moment dat de werkgever niet voor de werknemer aansprakelijk is, dan zou de verantwoordelijkheid van de werkgever weer beperkt zijn tot 500, Zou, in de voorbeelden geen sprake zijn van een aangereden auto, doch b.v. van een wielrijder, die door het opgelopen letsel, een schade heeft geleden van b.v. 10.000,—, dan zou in alle gevallen de totale schade moeten worden vergoed. Volgens lid 5 kan de rechter het bedrag der schadevergoedingen beperken, wan neer aannemelijk is dat het ongeval mede is te wijten aan de schuld van iemand, voor wie de eigenaar niet aan sprakelijk is. Dieren Lid 6 behelst de belangrijkste beperking van de aansprakelijkheid van de eige naar. Daarin is immers bepaald dat art. 31 W. v. W. niet van toepassing is op schade toegebracht aan loslopende die ren, aan een ander motorvoertuig in be weging of aan personen en goederen, die met dat „andere voertuig in bewe ging" worden vervoerd. Bovendien be helst het eerste lid al een beperking ten aanzien van de personen en goederen die met het aanrijdende motorvoertuig worden vervoerd. Wij schreven al over de „sterkere" en de „zwakkere" in het verkeer. Uit dit 6e lid nu blijkt dat de wetgever inder daad bedoeld heeft de bescherming van art. 31 te geven aan de „zwakkere". Niet onder de bescherming van art. 31 W. v. W, vallen dus: 1. personen en goederen in het aanrij dende motorvoertuig; 2. aangereden mo torvoertuigen in beweging; 3. personen en goederen in een aangereden motor voertuig in beweging; 4. loslopende die ren, als honden, kippen, paarden etc.; Wel onder de bescherming van art. 31 W. v. W. vallen b.v.; 1. voetgangers; 2. wielrijders (geen bromfietsers); 3. paard, en wagens; 4. geparkeerde mo torvoertuigen; 5. onroerende goederen. „Meer dan 3000 doden per jaar kost ons het verkeer afgezien nog van de ge wonden en de menselijke ellende die de ongelukken met zich meebrengen" zegt de heer K. Norven, een ervaren instructeur van een der grootste rij scholen in ons land. „We leven in een tijd waarin wegen voorzien worden van duizenden verkeersborden die door een autobestuurder allemaal juist geïnter preteerd moeten worden, waarin wegen zoveel mogelijk beveiligd, verbeterd en voorzien worden van stoplichten, waar in de laaste tijd meer en meer aandacht wordt besteed aan de veiligheid van de auto zelf en verkeersdeskundigen zich het hoofd breken over plaatselijke en landelijke situaties die zo goed en zo kwaad mogelijk opgelost dienen te worden. Dag en nacht wordt er op de wegen gecontroleerd en toch is er wei nig of geen verbetering te bespeuren in die zin dat er inplaats van driedui zend nu eens vijftig of twintig doden vallen in een jaar. Probeert U maar eens een andere vorm van verkeer te bedenken waarin dat toegelaten wordt. Bij de spoorwegen bijvoorbeeld of bij het luchtverkeer. Dat is toch onvoorstelbaar, nietwaar? Er zouden dan onmiddellijk zéér ver gaande maatregelen worden genomen!" De bestuurder Waarom gebeurt dat dan niet bij het verkeer op onze wegen? willen wij weten. „Nu komen we waar ik wezen wil. De maatregelen die genomen wor den om het verkeer te verbeteren zijn op zichzelf niet onjuist, maar ze raken de kern van de zaak waar het om draait niet!" Hoe bedoelt U dat? „Met die kern bedoel ik de bestuurder van een auto. Daar begint het." Maar iemand die wil autorijden, krijgt toch een gedegen opleiding? „Dat is nu juist de zwakke plek. Die is vaak onvoldoende. De man die zijn diploma haalt en op het verkeer wordt losgelaten moet nog leren rijden door wat we noemen ervaring. Vraagt U maar aan mensen die al jaren rijden. Stel dat iemand wil gaan rijden. Hij of zij gaat naar een autorijschool. De leerling die zijn geld betaalt, wordt zo goed als het gaat klaargestoomd en doet examen. In veel gevallen slaagt hij en wordt een gevaar op de weg. Men kan nog zo goed kunnen auto rijden, men is altijd in gevaar omdat van letterlijk alle kanten mensen met onvoldoende rijvaardigheid aan kunnen komen die uw leven bedreigen!" Instructeurs Hoe staat het met de goede rijscholen? „Eigenlijk gaan ook die niet vrijuit. Zij nemen vaak instructeurs waarvan niet vast staat of zij hun taak, en dat is het iemand klaar maken voor het deel- nerrten aan het verkeer naar behoren kunnen uitvoeren. Zelfs de goede instructeurs maken iemand klaar voor het examen wat hij of zij moet ondergaan en waarvan hij weet wat er geëist wordt. Wanneer de instructeur denkt dat iemand zover is kan hij examen gaan doen. Vaak zal de examinator nog worden medegedeeld of hij er rekening mee wil houden dat zijn man nogal nerveus is of zo. Zou zo'n examinator hem in een be paald moeilijke verkeerssituatie bren gen door hem naar een verkeersplein als Ouderijn of een grote rotonde te la ten rijden, dan slaagt zijn man zelden of nooit! De leerling wordt dus klaarge maakt voor het examen, niet voor het rijden. Vrachtwagens „Er zijn nog andere punten. Iemand die op een miniem vrachtautootje zijn rij bewijs haalt, heeft zonder meer de be voegdheid op de grote tankauto's die nu zo in de belangstelling staan, te gaan rijden. Moet ik U dan nog vragen of het verwonderlijk is dat daarvan brokken komen? Het bewijs van deze belachelijke toestand kunt U in de kran ten lezen, wanneer er weer zo'n gevaar te is omgeslagen en de vaak uiterst gevaarlijke lading explodeert of uiterst brandbare en giftige chemische ladin gen wegstromen. Men schiet er niets mee op om op de auto te schrijven dat ze gevaarlijke la ding vervoert. Verkeersveiligheid begint allereerst bij de mensen die achter het stuur zitten. In beroep Wist U, dat er een mogelijkheid be staat om in hoger beroep te gaan wan neer U meent niet juist te zijn opgeleid bij een rijschool? U kunt dat doen als u veertig lessen hebt gehad, maar even goed als U één les hebt gehad en exa men doet. Wanneer U in beide geval len niet slaagt, kunt U in hoger beroep weer examen doen, waarbij U een theo retisch examen wordt afgenomen wat vaak alleen op kennis van verkeers borden afgaat en een praktisch dat door dezelfde examinator wordt afgenomen. Hebt U geluk dan slaagt U. Bij het normaal-theoretisch examen heeft men momenteel de mogelijkheid te kiezen uit drie mogelijkheden om een situatie op te lossen, waarvan één de juiste is. Dat betekent dat het theore tisch mogelijk is om als leek alles juist te raden, zonder dat men ook maar een beetje op de hoogte is. Nog een punt: het is sinds enige tijd mogelijk dat een buitenlander die zijn rijbewijs van het eigen land heeft het Nederlandse kan krijgen, zonder dat daar speciale voorwaarden aan verbon den zijn. Dat is op zijn minst onvoor zichtig, omdat een buitenlander meestal aan geheel andere verkeerssituaties en -mentaliteit gewend is." Oplossing Hebt U naast uw bezwaren ook een oplossing? „Ligt die niet voor de hand? Het exa men moet anders en strenger, objec tiever. Misschien zou de prijs van het lesnemen omhoog moeten, in ieder ge val maatregelen waardoor mensen die hun rijbewijs op zak krijgen werkelijk in staat zijn aan het verkeer deel te nemen zonder hun medeweggebruikers en hun passagiers in gevaar te bren gen. Pas dan zal dat loodzware getal van drie duizend doden gaan afnemen". wedloop. Bovendien aan bewapening van een soort die van geen belang is bij het bestrijden van guerrilla-eenheden. Daar voor heeft men niet de modernste straal jagers nodig. In de V.S. gaan daarom stemmen van parlementariërs op om dan maar op te houden met financiële hulp, als die toch alleen maar gaat dienen om de Franse bewapeningsindustrie van orders te voor zien. Uiteindelijk de dupe zijn dan de Zuidamerikanen. Uiteindelijk voordeel trekken de Castro-gezinden, die in een nog talrijker groep van zich terecht so ciaal misdeeld voelende arme burgers nog betere kansen krijgen om opstande lingen te recruteren. r u graag beschuit, toast of knacke- bröd? Legt u deze dan op een verse bo terham als u ze met boter wilt besme ren. U zult dan geen brokken meer krij gen. Het knappen van saucfjesjes bij het bra den is te voorkomen. Leg, terwijl de bo ter zachtjes smelt, de saucijsjes even in warm water. Saucijsjes en boter krijgen nu ongeveer dezelfde temperatuur, en op deze manier knappen ze niet. Nagellak is geschikt om kleine gaatjes in de waterleidingpijp te dichten! Citroensap is zeer goed voor het verwij deren van bruine vingertoppen door het roken. Wilt u uw bloemen in de vazen langer goed houden, doe dan een paar druppels kamferspiritus in het water. Als u geen licht hebt in de schuur of kolenbergplaats, hang daar dan uw tent lamp aan een haak bij de deur. Eén beweging naar de schakelaar en u hebt licht als u binnenkomt. Lichte suède schoenen maakt u vlug schoon door ze eerst even af te borste len, daarna te bestrijken met een papje van krijtpoeder met water en vervolgens, na het drogen nogmaals flink stevig af te borstelen. Onzichtbare inkt kunt u maken van 1 deel lijnolie, 20 delen ammoniak en 100 delen water. Er is niets meer van te le zen, zodra het droog geworden is. Dom pelt men het gehele blad wederom in water, dan wordt het geschrevene weer leesbaar. De militaire junta in Griekenland greep indertijd de macht naar zij zei om het gevaar van ^en linkse staatsgreep te bezweren. Ze heeft kort en goed alles wat links was tot staatsvijand verklaard. Als dat gebeurde in de verwachting dat de rechtse groepen zich daarom wel achter haar zouden scharen, is die hoop wel ijdel gebleken. De felste kritiek komt juist uit de recht se hoek. Koning Konstantijn bijvoorbeeld kan men onmogelijk zien als een linkse figuur, maar hij remt de nieuwe macht hebbers zoveel mogelijk door zijn uitla tingen en bijvoorbeeld zijn weigering groepen officieren te ontslaan, waarop het militaire bewind niet voldoende meent te kunnen vertrouwen. En vroe gere (bepaald niet linkse) ministers ge bruiken de weinige kansen die ze krijgen om het huidige bewind te laken. Het opvallendst is nog het lijdelijk ver zet dat de dagbladuitgeefster mevrouw Vlachou pleegt. Ze weigert haar kranten uit te geven onder de voorwaarden die de censors stellen en heeft klandestien oproepen naar het buitenland gestuurd om vooral niet te berusten in de mili taire dictatuur van nu, die naar zij meent gevoeliger is voor buitenlandse kritiek dan ze voorgeeft te zijn. Prompt zal mevrouw Vlachou voor de rechter moeten verschijnen. Papandreoe Na alle berichten over het opsluiten van politieke tegenstanders op onbehaaglijke eilanden die als concentratiekamp zijn ingericht, kwam nu het bericht dat ex- premier Papandreoe is vrijgelaten en zelfs vergunning krijgt om in het bui tenland zich onder medische behandeling te stellen. Een blijk dat het bewind wat soepeler wordt? Het lijkt er niet op. Papandreoe is al een eindje in de tachtig en de ge neraals moeten er rekening mee houden dat hij plotseling sterft. En ze beseffen maar al te goed dat 2ijn dood in gevan genschap, ook al is die zeer natuurlijk, hun in de schoenen zou worden ge schoven Bovendien hopen ze ermee te bereiken dat de niet geringe aanhang van Papan dreoe, de radicalen van het centrum, zo gewonnen kan worden voor het nieuwe regime. Dat heeft nu eenmaal een basis in de bevolking nodig, die het uiteraard niet links en blijkbaar evenmin rechts vindt. De kansen dat de aanhang op deze manier in het radicale centrum kan worden gekocht is echter evenmin zeer groot. Papandreoe heeft als slimme politicus ook al ingezien wat de opzet was en weigert hardnekkig het land te verlaten. Bolivia Met gepaste trots meldt het Boliviaanse opperbevel, dat Ernesto „Ché" Guevara, beschouwd als de opperrebel van Zuid- Amerika, gesneveld is. Na een demon stratie van merkwaardig lijkentransport aan het onderstel van een helikopter is het stoffelijk overschot aan de vol- ke getoond. Niettemin blijft er nog een zeker wan trouwen. Dat zelfde Boliviaanse opper bevel heeft al herhaalde malen aange kondigd dat de gevangenneming van Guevara op handen was en ook al enige malen de mare verspreid dat hij was ge sneuveld. Maar zelfs als nu Fidel Cas- tro's rechterhand inderdaad van het to neel is verdwenen, betekent dit nog niet dat daarmee nu alles pais en vree is in Bolivia, of in andere Zuidamerikaanse landen. Guevara kwam niet uit Cuba om men sen te bewegen tot de opstand, maar om reeds aanwezige verzetslieden deskun dige. in de praktijk van de opstand tegen Batista op Cuba goed bevonden adviezen te verstrekken. Voor de ontevredenheid die mensen bereid maakt een haast ho peloos schijnende strijd te beginnen, hadden de heersers ter plaatse al ge zorgd. Wedloop En het heeft er de schijn van dat ze voor nog meer reden tot misnoegen gaan zorgen. Peru heeft in Frankrijk orders geplaatst voor Mirage-straaljagers, waar door het de modernste luchtmacht van Zuid-Amerika zal krijgen. De V.S. heb ben altijd zeer mondjesmaat wapens ge leverd en dan zeker niet de modernste. Dit op grond van de overweging dat Amerika miljarden dollars aan hulp biedt, niet om de legers te moderniseren, maar om te helpen de levensomstandig heden van de bevolking te verbeteren. Het ziet er naar uit dat na Peru ook Chili zijn bewapening gaat moderniseren. En dan kan Argentinië eigenlijk niet achterblijven, zo groot zijn de weder zijdse vriendschap en het vertrouwen ook weer niet. Met als gevolg dat de arme Zuidamerikaanse landen geld dat ze niet kunnen missen voor nobeler toepassing, gaan verspillen aan een bewapenings- Door een akelig misverstand schijnen wij mensen het gevoel voor ware schoonheid verloren te hebben. De mannetjes-eend in mijn Amsterdam se gracht, met zijn sierlijke groene kop, de pauwen in het park, de leeuw in Afrika en in de c.'erentuin, de haan op de boerderij, zij zijn allemaal leven de bewijzen van de wil van de schep ping dat het mannetjesdier niet alleen meer haren of veren, maar ook mooiere lichaamskenmerken, bezit dan het vrouwtje. Net als bij de dieren kenmerken ook onze mannen zich door een groter be haring, die het wezenlijk verschil tus sen het manlijk en vrouwelijk gelaat en dus ook het verschil in schoonheid uit maakt. Als „hij" in de dierenwereld niet veel moeite heeft zijn uiterlijke superioriteit boven het vrouwelijke te bewijzen, dan moet het dwaas zijn dat onze mannen de tekenen van hun glorie, de baard en snor, konsekwent en met volharding van het gezicht scheren. Dan doet het kortgeknipte „Amerikaanse" haar, de maat overlopen. De Grieken Ik heb er deze week nog eens een paar groten uit de wereldgeschiedenis op aangekeken. De grote Griekse wijsge ren Nee, zonder baard zouden zij het niet zijn, ook al werden zijtoen al, om de enorme lengte van die baar den wel eens bespot als mannen „wier aanspraak op wijsheid gegrond was op de lengte van hun baard." Maar al ken ik deze knapen alleen maar uit afbeeldingen en door de gips afgietsels van beeldhouwwerken, die hier en daar de kamers van studenten, of de kleine winkeltjes van tweede hands artikelen sieren, ik herken ze door die dracht. Trouwens, de oude volken beschouwden het hoofdhaar als één van de kenmer ken van 's mensen geaardheid. Sluik haar werd door hen aangemerkt als een herkeningsteken van lafhartigen. terwijl kroes haar, plompbe.id_ en. woestheid aanduidde. Kastanjebruin was het meest in trek; het werd beschouwd als een kenmerk van vernuft. Liefst tot orde en vrede, maar ookvan een sterke neiging naar het schone geslacht. Goden, vorsten en profeten Bij de Grieken was de baard in zo'n groot aanzien, dat zij alle goden met lange zware baarden uitbeeldden. Wan neer iemand in dat land van iemand anders een gunst moest verkrijgen, dan behoefde hij alleen maar de baard aan te raken van degene wiens bescher ming hij inriep, om zeker te zijn dat het verzoek zou worden ingewilligd. Ook bij andere volkeren vinden we die eerbied voor het behaarde. De duurste eed die een Mohammedaan zweren kan, is bij de baard van de profeet. En gedenkpeningen van oude Aziatische vorsten vertonen hun beelte nissen steeds met lange gevlochten baarden. Natuurlijk sieraad Van dichter bij huis en uit later tijd, dateert een geschrift (1876) waarin ik lees: „De baard is het natuurlijk sie raad van het gelaat des mans. Het ge heel of gedeeltelijk afscheren van de baard is daarom een tegennatuurlijk gebruik, evenzeer als het gedeeltelijk afscheren van het hoofdhaar. Het ge brek aan beschaving openbaart zich in het boren van gaten in de oren van kinderen, het dragen van engsluitende keurslijven en in het afscheren van de baard." Dat was toen. En nu?honderd jaar later? Kunstenaar, artiest of dwaas? Over lang haar behoeven we niet lang meer te praten. De dagen van manlijke krullen en gepoederde pruiken liggen achter ons. Hij, die zich nu met lange manen tooit wordt eerbiedig als kuns tenaar benadert, als „artiest" of provo gescholden, of hij wordt nageroepen met de kreet: „Hé, mot je een kwartje voor de kapper?" Buiten die drie categorieën valt hij nooit, in deze wereld van zwart of wit. Niemand ziet meer kracht, of moed in de haren van de man, die toch dapper (of dwaas?) genoeg was. zich van an deren te willen onderscheiden. Maar is dan de baard werkelijk mooi? Ik vond dat Balganin als man er best mocht zijn, maar ik weet niet of zijn aantrekkelijkheid in dat baardje zat. Ik weet het niet, zelfs niet nadat ik Wim Ibo's baard had zien sneuvelen ten bate van een actie en ik hem - voor en na - met zichzelf vergelijken kon. Ik weet het niet, zelfs nadat ik begre pen heb, dat de baard zo heel lang als een onderscheiding gold. Een zo grote onderscheiding, dat twee vrouwen, De- marates en Cleomenes, in hun vader land, na zich heldhaftig te hebben ge dragen, van de Griekse regering het recht kregen een valse baard te dragen. Want dat zou betekenen, dat zij nooit meer afhankelijk van een man behoef den te zijn. Die twee vrouwen waren daar trotser op, dan wij zijn op de mooiste medaille.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1967 | | pagina 9