Vliegtuig met geheim toestel
van Otto Skorzany?
Telefoonnummer
ziekenauto 5980
Noorderweg 23
DE ARMZALIGE
ARMOEDZAAIER
DE EIGENAAR BLIJFT AANSPRAKELIJK
als auto wordt verhuurd of uitgeleend
ONDERHOUD OF
VREUGDE
Gevaarlijke
bestuurders
veroorzaken
3000 DODEN PER
JAAR
U KUNT NIET
ALLES WETEN!
GRIEKSE
GENERAALS
ZOEKEN AANHANG
HAAR EN BAARD
Beroemde Storch staat te koop op Zestienhoven
De geschiedenis van de
Storch
Voor de balie
Werkgever dient volle schade te vergoeden
als ondergeschikte brokken maakt
Zuidamerikaanse
generaals voeren
bewapening op
Zijn kracht en schoonheid
van het manlijke dier
ook aanwezig in de
menselijke baard en haren?
DINSDAG 17 OKTOBER 1967
Op 12 september 1943 steeg van een vliegveld by Rome een aantal transportzweef
vliegtuigen op met aan boord een aantal parachutisten onder commando van
Oberleutnant Von Berlepsch.
De Duitse toestellen vlogen in de richting van de Gran Sasso. De opdracht luidde
om Mussollnl, die gevangen werd gehouden in een berghotel, „de hoogst gelegen
gevangenis ter wereld", te bevrijden.
De Duitse parachutisten waren tot de tanden gewapend, omdat men sterke tegen
stand van de Italianen verwachtte die Mussollnl gevangen hielden. Het viel even
wel mee. Zonder bloedvergieten werd Mussolini bevrijd en ln een Fieseler Storch
gestopt, die op de Gran Sasso was geland. De Storch werd gevolgen door SS
Hauptsturmführer Otto Skorzany, die met Mussolini van de steile berghelling op
steeg en naar Rome vloog. Daar werd Mussolini in een Heinkel He 111 bommen
werper gestopt en naar het hoofdkwartier van Hitier overgebracht.
Het was een huzarenstukje, dat destjjds heel wat publiciteit kreeg, ook al werd
het verloop van de oorlog er weinig door beïnvloed. Die Otto Skorzany moet
tegenwoordig in Spanje leven.
En wat is er met die beroemde Storch gebeurd, die Mussolini vanaf de top van de
Gran Sasso heeft gehaald? Men zegt dat die Storch momenteel in een hangar
staat op het vliegveld Zestienhoven.
Inderdaad staat al jarenlang op Zes
tienhoven een gedeeltelijk gedemonteer
de Frieseier Storch in een hangar. Erg
best ziet de kist er niet uit, maar hij
moet flink worden schoongemaakt, op
nieuw bekleed en gespoten.
Die Storch in Rotterdam is eigendom
van een mevrouw, en wel van me
vrouw Carla van der Hart-Plücker uit
Hillegersberg.
We zijn haar gaan opzoeken en hebben
haar gevraagd of we het logboek van
de Storch eens mochten zien. Wellicht
zouden daar interessante feiten uit te
halen zijn. Dat bleek ook zo te zijn,
al moeten we direkt zeggen dat het
logboek terug gaat tot 1956.
Wat er vóórdien met het toestel ge
beurde is onbekend en blijft een my
sterie. Het bewijs dat deze Storch in
derdaad de kist is die destijds Musso-
loni heeft bevrijd, hebben we nog niet
kunnen vinden.
De Storch is een Fi-156C-3 trop die in
februari 1942 werd gebouwd en het
constructienummer kreeg van 12822. De
aanduiding „trop" betekent „tropenver-
wendungsfahig. zodat deze kist in de
tropen, b.v. Noord-Afrika, gebruikt kon
worden.
Uit Italië
Het verhaal gaat deze Storch in een
boerenschuur ergens op het land in
Italië is gevonden. Op 11 januari werd
de Storch in Italië ingeschreven als
I-F.A.G.G. en het Ministero della di-
fesa Aeronautica gaf een Gionnale dl
Rotta uit, een logboek. De kist werd
ingeschreven op naam van een zeke
re Oeroster, Via F. Crispi 36 in Rome.
Een brief die wij aan genoemde heer
zonden om nadere inlichtingen kwam
onbestelbaar terug.
Op 16 januari '56 maakte de I-F.A.G.G.
zijn eerste vlucht in Venetië, met een
vlieger genaamd Stephan. Het toestel
maakte diverse vluchten, o.a. naar
München en Innsbruck, en zou ook met
skies gevlogen hebben.
Lang bleef de kist niet in Venetië,
want op 2 maart 1957 vloog hij van
Venetië via Nice, Lyon, Bazel, Düssel-
dorf en Dortmund naar Langenfeld bij
Münster, waar het toestel o.a. zweef
vliegtuigen optrok met een vlieger ge
naamd Engling. De Storch kreeg nu de
Duitse registratie D-E.D.E.C. en werd
gekocht door een bakker-sportvlieger,
Kari Bösen, die onder de vleugels een
grote reclame schilderde van zijn brood,
terwijl op de motorkap de naam „An-
neliese" werd aangebracht. De vlie
gende bakker moet zelfs brood met de
Storch vervoerd hebben naar Ham
burg.
Nederland
In 1958 is de Storch al naar Nederland
gekomen. Op 10 juli 1958 vloog hij
via Wahn naar Beek en op 20 juli
kwam hij in Rotterdam aan. Het toe
stel was voor 25.000 Mark gekocht door
de oud-straaljagerpiloot Johnny van der
Hart, die een eigen luchtreclamebe-
drijf had, de n.v. Nastra, die o.a. ook
met een Miles Aerovan vloog. Het
kostte 12.800,om de Storch te re
viseren. Vanuit Rotterdam zijn er 18
vluchten met de Storch gemaakt, waar
bij reclamesleepnetten werden getrok
ken, met b.v. reclame voor bessenjene
ver. De Storch werd daarbij gevlogen
door Hans Horsten en Nico Volberda,
die van de Rijksluchtvaartschool kwam
en later naar de K.L.M. ging.
Op 14 oktober 1958 werd volgens het
logboek de laatste vlucht gemaakt.
Sinds het toestel in Italië als I-F.A.G.G.
was ingeschreven waren 115,26 vlieg
uren gemaakt (115 uur en 26 minuten).
De Storch heeft nooit een Nederlandse
registratie gehad. Ook in Rotterdam
vloog hij als D-E.D.E.C. Het liep mis
met de N.A.S.T.R.A. en met het huwe
lijk van Johnny van der Hart, die naar
het nabije oosten verdeen. Mevrouw
Van der Hart bleef alleen achter met
veel schulden ende Storch. Ze wil
het toestel nu verkopen en vraagt er
een 5000 dollar voor.
Er zijn in Italië plannen om een film
te gaan maken over het leven van
Mussolini. Mischien zouden de filmpro
ducenten graag de Storch willen heb
ben voor die film.
Volgens mevrouw Van der Hart is de
kist zeker weer vliegbaar te maken.
Ook de vele buitenlandse luchtvaart
musea die als paddestoelen uit de grond
schieten, zullen stellig belangstelling
hebben voor zo'n beroemde Luftwaffe-
kist. Het zou jammer zijn als ook dit
beroemde vliegtuig weer naar het bui
tenland zou vertrekken. Of komt er
toch nog eens een Nederlandse Lucht
vaartenthousiast die er wat geld voor
over heeft om zo'n historische kist voor
het nageslacht te bewaren?
Als we verdachte A mochten geloven,
dan stond hij voor het hekje als de
armzalige aangevallen armoedzaaier, die
hem aangedaan leed alleen maar met
goed kon vergelden en niet in staat zou
zijn één vinger („Laat staan een hand,
edelachtbare") tegen een mede-armoed
zaaier op te heffen. En toch werd hem
door de officier van Justitie een flink
aantal slagen ten laste gelegd.
„Hoe kan dat dan?" wilde de politie
rechter weten.
A wees op een breedgeschouderde B op
de getuigenbank. „Deze bruut, edelacht
bare, deze broek-vol-bruut heeft mij die
stomp gegeven met de brutale medede
ling: die is voor je broertje. Een uur
lang heb ik moeten wachten, edelacht
bare, voor m'n broer er aan kwam. En
een uur is lang, edelachtbare, als je met
een stomp in je maag zit
„En uw broer kon u pas naar 't zieken
huis brengen?"
..Nee, nee, eerst moest ik 'm toch die
stomp nog doorgeven En wat gebeurt
er, meneer de edelachtbare, m'n eigenste
broer néémt die stomp niet en geeft mij
nog een gevoelige mep er over heen
met de boodschap: geef die maar aan
je vrindje. Nou, die B is m'n vrind niet
en u snapt wel, dat ik geen zin had voor
niks niemendal zo'n dreun op te lopen.
Nou, had u gedachttoen B eindelijk
binnen mijn bereik kwam, had ie nog
een tweede stomp voor m'n broer in z'n
petto."
„En u houdt vol, dat u hèm niets ge
daan hebt?"
„Hoe kon ik wat terugdoen? Vóór ik het
wist, lag ik in 't ziekenhuis met een
finale hersenbloeding."
„Een lichte hersenschudding," verbeterde
de officier. „Een héle lichte, want u
mocht de zelfde dag alweer het zieken
huis uit."
Getuige B zat al te popelen om zijn le
zing van het gebeuren te geven en nu
hoorden we een heel ander verhaal. Hij
noemde A de afmattende, afgrijselijke
achterbakse achterklap, die altijd wel
iets te roddelen had. Maar B zou als de
betere buur bezwerend de handen heb
ben opgeheven om de ander van zich af
te duwen, toen deze A zelfs zijn nobele
broeder ging bekladden. En toen A ook
nog dorst te dreigen, dat genoemde no
bele broeder B wel eens mores zou le
ren, meende B het aan de gemeenschap
verplicht te zijn, A 'n klein aandenken
cadeau te doen, in de vorm van een
lichte en vermanende tik, welke A dan
aan zijn broeder zou kunnen uitreiken.
„Maar toen istie helemaal niet naar z n
broer toegegaan, meneer de edele. Hij
heeft eerst mij toegetakeld en toen later
zijn broer er bij gehaald, zodat die mij
ook nog 's te grazen zou nemen."
Toen kwam de bewuste broer als ge
tuige voor. „Zet u ze allebei maar een
poosje in de kast, edelachtbare, want die
twee zitten mekaar voortdurend in de
haren en als ik probeer ze van mekaar
te halen, krijg ik van twee kanten op
m'n bast."
„Dus beiden hebben geslagen!" conclu
deerde de politierechter snel.
„Hij ook!" riepen A en B.
Doch de officier had uitsluitend A en B
gedagvaard, omdat de broer niet was
aangeklaagd. Tegen A getuigen B en A.'s
broer en tegen B getuigen A en zijn
broer. Wat er nog tegen de broer werd
ingebracht, werd ambtshalve genegeerd.
En wat de getuigen in elkanders zaken
tegen elkaar inbrachten, week in alle
opzichten zo van elkaar af, dat er ook
tegen A en B geen veroordelingen kon
den volgen. De officier moest vrijspraak
vorderen wegens gebrek aan bewijs.
Nog in de marmeren gang van het ge
rechtsgebouw hoorden we broer-lief te
gen de beide kemphanen dreigen: „Wie
van jullie nog ééns het lef heeft een
aanklacht in te dienen, zal ikDe
nest ging helaas in het geroezemoes ver
loren.
In ons voorgaande artikel hebben wij ge
schreven over de zeer ver gaande aan
sprakelijkheid van de gemotoriseerde
weggebruiker ten opzichte van stilstaan
de voertuigen. In een aantal gevallen
wordt deze aansprakelijkheid evenwel
beperkt, resp. opgeheven. Het le lid van
art. 31 W. v. W. zegt namelijk ook dat
de eigenaar geen schadevergoeding be
hoeft te betalen wanneer aannemelijk is,
dat de botsing is te wijten aan over
macht, waaronder begrepen is schuld
van iemand voor wie de eigenaar/houder
niet aansprakelijk is.
In het algemeen is het geen eenvoudige
zaak overmacht te bewijzen. Daar staat
tegenover, dat de eigenaar/houder van
het kentekenbewijs die beweerde over
macht niet behoeft te bewijzen. Hij moet
die slechts aannemelijk maken, waarbij
hij bovendien nog steun vindt bij het
bepaalde in het 8ste lid van het artikel,
waarin is bepaald dat (in afwijking van
art. 1947 B.W.) ook getuigenis kan wor
den afgelegd door de bloed- en aanver
wanten in rechte linie, en door de echt
genoten.
Ook in geval van schuld van iemand
voor wie de eigenaar niet aansprakelijk
is, kan voor laatstgenoemde overmacht
gelden. Hij draagt bijv. geen aansprake
lijkheid voor een dief of joyrider. Staat
dus vast dat de schade in kwestie door
een dergelijk individu is veroorzaakt,
dan zal de eigenaar zich metterdaad op
overmacht kunnen beroepen.
Uitgeleend
Geheel anders ligt het met de aanspra
kelijkheid in de zin van de wet voor
b.v. een kennis, een zakenrelatie of een
huurder, die toestemming heeft verkre
gen de auto te rijden. De eigenaar/hou
der kan zich dan niet op overmacht be
roepen.
Wanneer een eigenaar/houder de aan
rijdende auto niet zelf bestuurt, is hij
aansprakelijk voor de gedragingen van
degene, door wie hij het motorvoertuig
doet of laat rijden. Dit doen of laten
rijden houdt een opdracht, een toestem
ming, een goedkeuring in, al of niet uit
drukkelijk gegeven. Hij laat de auto
rijden en is dus krachtens art. 31 W. v.
De bijstandswet moge dan in het leven
zijn geroepen om met name de invali
den in staat te stellen in hun eigen le
vensonderhoud te voorzien, volgens de
opvatting van Gedeputeerde Staten van
Overijssel dient zij ook om een gehan
dicapte enige levensvreugde te bezor
gen. En dat is iets geheel anders.
Wij gunnen de 23-jarige Johanna van
Klaveren in Losser van harte een auto.
Maar wij zijn toch wel bevreesd, dat
de kassen van vele (noodlijdende) ge
meenten niet toereikend zullen zijn, aan
de stroom van nu te verwachten aan
vragen voor nieuwe auto's te voldoen.
Dan zullen de kosten voor al die auto's
(en straks van de reparaties en nieuwe
wagens) zwaar gaan drukken op de
gehele gemeenschap, met als gevolg:
hogere belastingen en verhoogde bij
standswetpremies voor de gezonden.
Als de Bijstandswet op behoorlijke wij
ze kan zorgen voor een normaal inko
men voor de invaliden, zullen deze
mensen uit dat normale inkomen ook
een normaal vervoer moeten betalen.
Kunnen zij zich niet op normale wijze
verplaatsen, dan zou de gemeente voor
vervoer kunnen zorg dragen, bv. per
speciaal busje waarmee dan een aan
tal gehandicapten tegelijk kan worden
verplaatst. Dat is normaler dan per in
valide een vierpersoons auto van
ƒ6.000 aan te schaffen, en alle invali
den voor hun (levens)vreugde te laten
rondtoeren.
W. voor de schade verantwoordelijk, ook
al is er geen enkele gezagsverhouding
tussen hem en de chaufferende kennis,
relatie of huurder. Hij kan zich niet be
roepen op de overmacht als bedoeld in
het le lid.
Volgens het 4de lid is terzake van een
zelfde ongeval het bedrag van de ver
schuldigde vergoeding voor aan goede
ren toegebrachte schade beperkt tot de
waarde van het aanrijdende motorrijtuig,
behalve wanneer aangetoond wordt de
schuld van de eigenaar of de houder van
het kenteken zelf of van iemand voor
wie deze aansprakelijk is. De minimum
vergoeding is bepaald op ƒ500,—.
Ter verduidelijking geven wij enige
voorbeelden:
Een huurder rijdt met een door hem ge
huurde kleine auto een geparkeerde
Amerikaanse „slee" aan. De eigenaar
daarvan spreekt ex art. 31 W. v. W. de
houder van het kenteken aan (de ver
huurder dus). Deze is (krachtens het 2e
lid van art. 31) verplicht de schade te
vergoeden. De waarde van de huurauto
was 450,en de schade aan de Ame
rikaanse wagen 5.000,Van deze
schade zal de verhuurder slechts 500,
behoeven te betalen (de waarde immers
van zijn eigen auto, met een minimum
van 500.De eigenaar van de „slee"
heeft uiteraard het recht om krachtens
art. 1401 B.W. de huurder zelf voor het
resterende bedrag aan te spreken, maar
daartoe zal hij diens schuld moeten be
wijzen.
Anders ligt het, indien een employé met
een auto van zijn werkgever op deze
geparkeerde Amerikaanse wagen was in
gereden. Als de eigenaar van de aan
gereden auto de schuld van de employé
kan aantonen en diens werkgever aan
spreekt, is deze krachtens de wet aan
sprakelijk voor zijn werknemer en dient
hij de volle schade van 5.000,— te ver
goeden.
Afwijkingen
Zou het in voorbeeld 2 genoemde geval
zich voordoen op een zondag, op een
moment dat de werkgever niet voor de
werknemer aansprakelijk is, dan zou de
verantwoordelijkheid van de werkgever
weer beperkt zijn tot 500,
Zou, in de voorbeelden geen sprake zijn
van een aangereden auto, doch b.v. van
een wielrijder, die door het opgelopen
letsel, een schade heeft geleden van b.v.
10.000,—, dan zou in alle gevallen de
totale schade moeten worden vergoed.
Volgens lid 5 kan de rechter het bedrag
der schadevergoedingen beperken, wan
neer aannemelijk is dat het ongeval
mede is te wijten aan de schuld van
iemand, voor wie de eigenaar niet aan
sprakelijk is.
Dieren
Lid 6 behelst de belangrijkste beperking
van de aansprakelijkheid van de eige
naar. Daarin is immers bepaald dat art.
31 W. v. W. niet van toepassing is op
schade toegebracht aan loslopende die
ren, aan een ander motorvoertuig in be
weging of aan personen en goederen,
die met dat „andere voertuig in bewe
ging" worden vervoerd. Bovendien be
helst het eerste lid al een beperking ten
aanzien van de personen en goederen
die met het aanrijdende motorvoertuig
worden vervoerd.
Wij schreven al over de „sterkere" en
de „zwakkere" in het verkeer. Uit dit
6e lid nu blijkt dat de wetgever inder
daad bedoeld heeft de bescherming van
art. 31 te geven aan de „zwakkere".
Niet onder de bescherming van art. 31
W. v. W, vallen dus:
1. personen en goederen in het aanrij
dende motorvoertuig; 2. aangereden mo
torvoertuigen in beweging; 3. personen
en goederen in een aangereden motor
voertuig in beweging; 4. loslopende die
ren, als honden, kippen, paarden etc.;
Wel onder de bescherming van art. 31
W. v. W. vallen b.v.; 1. voetgangers;
2. wielrijders (geen bromfietsers); 3.
paard, en wagens; 4. geparkeerde mo
torvoertuigen; 5. onroerende goederen.
„Meer dan 3000 doden per jaar kost ons
het verkeer afgezien nog van de ge
wonden en de menselijke ellende die
de ongelukken met zich meebrengen"
zegt de heer K. Norven, een ervaren
instructeur van een der grootste rij
scholen in ons land. „We leven in een
tijd waarin wegen voorzien worden van
duizenden verkeersborden die door een
autobestuurder allemaal juist geïnter
preteerd moeten worden, waarin wegen
zoveel mogelijk beveiligd, verbeterd en
voorzien worden van stoplichten, waar
in de laaste tijd meer en meer aandacht
wordt besteed aan de veiligheid van
de auto zelf en verkeersdeskundigen
zich het hoofd breken over plaatselijke
en landelijke situaties die zo goed en
zo kwaad mogelijk opgelost dienen te
worden. Dag en nacht wordt er op de
wegen gecontroleerd en toch is er wei
nig of geen verbetering te bespeuren
in die zin dat er inplaats van driedui
zend nu eens vijftig of twintig doden
vallen in een jaar.
Probeert U maar eens een andere vorm
van verkeer te bedenken waarin dat
toegelaten wordt. Bij de spoorwegen
bijvoorbeeld of bij het luchtverkeer.
Dat is toch onvoorstelbaar, nietwaar?
Er zouden dan onmiddellijk zéér ver
gaande maatregelen worden genomen!"
De bestuurder
Waarom gebeurt dat dan niet bij het
verkeer op onze wegen? willen wij
weten. „Nu komen we waar ik wezen
wil. De maatregelen die genomen wor
den om het verkeer te verbeteren zijn
op zichzelf niet onjuist, maar ze raken
de kern van de zaak waar het om
draait niet!"
Hoe bedoelt U dat?
„Met die kern bedoel ik de bestuurder
van een auto. Daar begint het."
Maar iemand die wil autorijden, krijgt
toch een gedegen opleiding?
„Dat is nu juist de zwakke plek. Die
is vaak onvoldoende. De man die zijn
diploma haalt en op het verkeer wordt
losgelaten moet nog leren rijden door
wat we noemen ervaring. Vraagt U
maar aan mensen die al jaren rijden.
Stel dat iemand wil gaan rijden. Hij of
zij gaat naar een autorijschool.
De leerling die zijn geld betaalt, wordt
zo goed als het gaat klaargestoomd en
doet examen. In veel gevallen slaagt
hij en wordt een gevaar op de weg.
Men kan nog zo goed kunnen auto
rijden, men is altijd in gevaar omdat
van letterlijk alle kanten mensen met
onvoldoende rijvaardigheid aan kunnen
komen die uw leven bedreigen!"
Instructeurs
Hoe staat het met de goede rijscholen?
„Eigenlijk gaan ook die niet vrijuit. Zij
nemen vaak instructeurs waarvan niet
vast staat of zij hun taak, en dat is het
iemand klaar maken voor het deel-
nerrten aan het verkeer naar behoren
kunnen uitvoeren.
Zelfs de goede instructeurs maken
iemand klaar voor het examen wat hij
of zij moet ondergaan en waarvan hij
weet wat er geëist wordt. Wanneer de
instructeur denkt dat iemand zover is
kan hij examen gaan doen. Vaak zal
de examinator nog worden medegedeeld
of hij er rekening mee wil houden dat
zijn man nogal nerveus is of zo.
Zou zo'n examinator hem in een be
paald moeilijke verkeerssituatie bren
gen door hem naar een verkeersplein
als Ouderijn of een grote rotonde te la
ten rijden, dan slaagt zijn man zelden
of nooit! De leerling wordt dus klaarge
maakt voor het examen, niet voor het
rijden.
Vrachtwagens
„Er zijn nog andere punten. Iemand die
op een miniem vrachtautootje zijn rij
bewijs haalt, heeft zonder meer de be
voegdheid op de grote tankauto's die
nu zo in de belangstelling staan, te
gaan rijden. Moet ik U dan nog vragen
of het verwonderlijk is dat daarvan
brokken komen? Het bewijs van deze
belachelijke toestand kunt U in de kran
ten lezen, wanneer er weer zo'n gevaar
te is omgeslagen en de vaak uiterst
gevaarlijke lading explodeert of uiterst
brandbare en giftige chemische ladin
gen wegstromen.
Men schiet er niets mee op om op de
auto te schrijven dat ze gevaarlijke la
ding vervoert. Verkeersveiligheid begint
allereerst bij de mensen die achter het
stuur zitten.
In beroep
Wist U, dat er een mogelijkheid be
staat om in hoger beroep te gaan wan
neer U meent niet juist te zijn opgeleid
bij een rijschool? U kunt dat doen als u
veertig lessen hebt gehad, maar even
goed als U één les hebt gehad en exa
men doet. Wanneer U in beide geval
len niet slaagt, kunt U in hoger beroep
weer examen doen, waarbij U een theo
retisch examen wordt afgenomen wat
vaak alleen op kennis van verkeers
borden afgaat en een praktisch dat door
dezelfde examinator wordt afgenomen.
Hebt U geluk dan slaagt U.
Bij het normaal-theoretisch examen
heeft men momenteel de mogelijkheid
te kiezen uit drie mogelijkheden om een
situatie op te lossen, waarvan één de
juiste is. Dat betekent dat het theore
tisch mogelijk is om als leek alles juist
te raden, zonder dat men ook maar
een beetje op de hoogte is.
Nog een punt: het is sinds enige tijd
mogelijk dat een buitenlander die zijn
rijbewijs van het eigen land heeft het
Nederlandse kan krijgen, zonder dat
daar speciale voorwaarden aan verbon
den zijn. Dat is op zijn minst onvoor
zichtig, omdat een buitenlander meestal
aan geheel andere verkeerssituaties en
-mentaliteit gewend is."
Oplossing
Hebt U naast uw bezwaren ook een
oplossing?
„Ligt die niet voor de hand? Het exa
men moet anders en strenger, objec
tiever. Misschien zou de prijs van het
lesnemen omhoog moeten, in ieder ge
val maatregelen waardoor mensen die
hun rijbewijs op zak krijgen werkelijk
in staat zijn aan het verkeer deel te
nemen zonder hun medeweggebruikers
en hun passagiers in gevaar te bren
gen. Pas dan zal dat loodzware getal
van drie duizend doden gaan afnemen".
wedloop. Bovendien aan bewapening van
een soort die van geen belang is bij het
bestrijden van guerrilla-eenheden. Daar
voor heeft men niet de modernste straal
jagers nodig.
In de V.S. gaan daarom stemmen van
parlementariërs op om dan maar op te
houden met financiële hulp, als die toch
alleen maar gaat dienen om de Franse
bewapeningsindustrie van orders te voor
zien. Uiteindelijk de dupe zijn dan de
Zuidamerikanen. Uiteindelijk voordeel
trekken de Castro-gezinden, die in een
nog talrijker groep van zich terecht so
ciaal misdeeld voelende arme burgers
nog betere kansen krijgen om opstande
lingen te recruteren.
r u graag beschuit, toast of knacke-
bröd? Legt u deze dan op een verse bo
terham als u ze met boter wilt besme
ren. U zult dan geen brokken meer krij
gen.
Het knappen van saucfjesjes bij het bra
den is te voorkomen. Leg, terwijl de bo
ter zachtjes smelt, de saucijsjes even in
warm water. Saucijsjes en boter krijgen
nu ongeveer dezelfde temperatuur, en
op deze manier knappen ze niet.
Nagellak is geschikt om kleine gaatjes
in de waterleidingpijp te dichten!
Citroensap is zeer goed voor het verwij
deren van bruine vingertoppen door het
roken.
Wilt u uw bloemen in de vazen langer
goed houden, doe dan een paar druppels
kamferspiritus in het water.
Als u geen licht hebt in de schuur of
kolenbergplaats, hang daar dan uw tent
lamp aan een haak bij de deur. Eén
beweging naar de schakelaar en u hebt
licht als u binnenkomt.
Lichte suède schoenen maakt u vlug
schoon door ze eerst even af te borste
len, daarna te bestrijken met een papje
van krijtpoeder met water en vervolgens,
na het drogen nogmaals flink stevig af
te borstelen.
Onzichtbare inkt kunt u maken van 1
deel lijnolie, 20 delen ammoniak en 100
delen water. Er is niets meer van te le
zen, zodra het droog geworden is. Dom
pelt men het gehele blad wederom in
water, dan wordt het geschrevene weer
leesbaar.
De militaire junta in Griekenland greep
indertijd de macht naar zij zei
om het gevaar van ^en linkse staatsgreep
te bezweren. Ze heeft kort en goed alles
wat links was tot staatsvijand verklaard.
Als dat gebeurde in de verwachting dat
de rechtse groepen zich daarom wel
achter haar zouden scharen, is die hoop
wel ijdel gebleken.
De felste kritiek komt juist uit de recht
se hoek. Koning Konstantijn bijvoorbeeld
kan men onmogelijk zien als een linkse
figuur, maar hij remt de nieuwe macht
hebbers zoveel mogelijk door zijn uitla
tingen en bijvoorbeeld zijn weigering
groepen officieren te ontslaan, waarop
het militaire bewind niet voldoende
meent te kunnen vertrouwen. En vroe
gere (bepaald niet linkse) ministers ge
bruiken de weinige kansen die ze krijgen
om het huidige bewind te laken.
Het opvallendst is nog het lijdelijk ver
zet dat de dagbladuitgeefster mevrouw
Vlachou pleegt. Ze weigert haar kranten
uit te geven onder de voorwaarden die
de censors stellen en heeft klandestien
oproepen naar het buitenland gestuurd
om vooral niet te berusten in de mili
taire dictatuur van nu, die naar zij
meent gevoeliger is voor buitenlandse
kritiek dan ze voorgeeft te zijn. Prompt
zal mevrouw Vlachou voor de rechter
moeten verschijnen.
Papandreoe
Na alle berichten over het opsluiten van
politieke tegenstanders op onbehaaglijke
eilanden die als concentratiekamp zijn
ingericht, kwam nu het bericht dat ex-
premier Papandreoe is vrijgelaten en
zelfs vergunning krijgt om in het bui
tenland zich onder medische behandeling
te stellen.
Een blijk dat het bewind wat soepeler
wordt? Het lijkt er niet op. Papandreoe
is al een eindje in de tachtig en de ge
neraals moeten er rekening mee houden
dat hij plotseling sterft. En ze beseffen
maar al te goed dat 2ijn dood in gevan
genschap, ook al is die zeer natuurlijk,
hun in de schoenen zou worden ge
schoven
Bovendien hopen ze ermee te bereiken
dat de niet geringe aanhang van Papan
dreoe, de radicalen van het centrum, zo
gewonnen kan worden voor het nieuwe
regime. Dat heeft nu eenmaal een basis
in de bevolking nodig, die het uiteraard
niet links en blijkbaar evenmin rechts
vindt. De kansen dat de aanhang op deze
manier in het radicale centrum kan
worden gekocht is echter evenmin zeer
groot.
Papandreoe heeft als slimme politicus
ook al ingezien wat de opzet was en
weigert hardnekkig het land te verlaten.
Bolivia
Met gepaste trots meldt het Boliviaanse
opperbevel, dat Ernesto „Ché" Guevara,
beschouwd als de opperrebel van Zuid-
Amerika, gesneveld is. Na een demon
stratie van merkwaardig lijkentransport
aan het onderstel van een helikopter
is het stoffelijk overschot aan de vol-
ke getoond.
Niettemin blijft er nog een zeker wan
trouwen. Dat zelfde Boliviaanse opper
bevel heeft al herhaalde malen aange
kondigd dat de gevangenneming van
Guevara op handen was en ook al enige
malen de mare verspreid dat hij was ge
sneuveld. Maar zelfs als nu Fidel Cas-
tro's rechterhand inderdaad van het to
neel is verdwenen, betekent dit nog niet
dat daarmee nu alles pais en vree is in
Bolivia, of in andere Zuidamerikaanse
landen.
Guevara kwam niet uit Cuba om men
sen te bewegen tot de opstand, maar om
reeds aanwezige verzetslieden deskun
dige. in de praktijk van de opstand tegen
Batista op Cuba goed bevonden adviezen
te verstrekken. Voor de ontevredenheid
die mensen bereid maakt een haast ho
peloos schijnende strijd te beginnen,
hadden de heersers ter plaatse al ge
zorgd.
Wedloop
En het heeft er de schijn van dat ze
voor nog meer reden tot misnoegen gaan
zorgen. Peru heeft in Frankrijk orders
geplaatst voor Mirage-straaljagers, waar
door het de modernste luchtmacht van
Zuid-Amerika zal krijgen. De V.S. heb
ben altijd zeer mondjesmaat wapens ge
leverd en dan zeker niet de modernste.
Dit op grond van de overweging dat
Amerika miljarden dollars aan hulp
biedt, niet om de legers te moderniseren,
maar om te helpen de levensomstandig
heden van de bevolking te verbeteren.
Het ziet er naar uit dat na Peru ook
Chili zijn bewapening gaat moderniseren.
En dan kan Argentinië eigenlijk niet
achterblijven, zo groot zijn de weder
zijdse vriendschap en het vertrouwen ook
weer niet. Met als gevolg dat de arme
Zuidamerikaanse landen geld dat ze niet
kunnen missen voor nobeler toepassing,
gaan verspillen aan een bewapenings-
Door een akelig misverstand schijnen
wij mensen het gevoel voor ware
schoonheid verloren te hebben.
De mannetjes-eend in mijn Amsterdam
se gracht, met zijn sierlijke groene kop,
de pauwen in het park, de leeuw in
Afrika en in de c.'erentuin, de haan
op de boerderij, zij zijn allemaal leven
de bewijzen van de wil van de schep
ping dat het mannetjesdier niet alleen
meer haren of veren, maar ook mooiere
lichaamskenmerken, bezit dan het
vrouwtje.
Net als bij de dieren kenmerken ook
onze mannen zich door een groter be
haring, die het wezenlijk verschil tus
sen het manlijk en vrouwelijk gelaat en
dus ook het verschil in schoonheid uit
maakt.
Als „hij" in de dierenwereld niet veel
moeite heeft zijn uiterlijke superioriteit
boven het vrouwelijke te bewijzen, dan
moet het dwaas zijn dat onze mannen
de tekenen van hun glorie, de baard en
snor, konsekwent en met volharding
van het gezicht scheren. Dan doet het
kortgeknipte „Amerikaanse" haar, de
maat overlopen.
De Grieken
Ik heb er deze week nog eens een paar
groten uit de wereldgeschiedenis op
aangekeken. De grote Griekse wijsge
ren Nee, zonder baard zouden zij
het niet zijn, ook al werden zijtoen
al, om de enorme lengte van die baar
den wel eens bespot als mannen „wier
aanspraak op wijsheid gegrond was op
de lengte van hun baard."
Maar al ken ik deze knapen alleen
maar uit afbeeldingen en door de gips
afgietsels van beeldhouwwerken, die
hier en daar de kamers van studenten,
of de kleine winkeltjes van tweede
hands artikelen sieren, ik herken ze
door die dracht.
Trouwens, de oude volken beschouwden
het hoofdhaar als één van de kenmer
ken van 's mensen geaardheid. Sluik
haar werd door hen aangemerkt als een
herkeningsteken van lafhartigen. terwijl
kroes haar, plompbe.id_ en. woestheid
aanduidde. Kastanjebruin was het meest
in trek; het werd beschouwd als een
kenmerk van vernuft. Liefst tot orde
en vrede, maar ookvan een sterke
neiging naar het schone geslacht.
Goden, vorsten en profeten
Bij de Grieken was de baard in zo'n
groot aanzien, dat zij alle goden met
lange zware baarden uitbeeldden. Wan
neer iemand in dat land van iemand
anders een gunst moest verkrijgen, dan
behoefde hij alleen maar de baard aan
te raken van degene wiens bescher
ming hij inriep, om zeker te zijn dat
het verzoek zou worden ingewilligd.
Ook bij andere volkeren vinden we die
eerbied voor het behaarde.
De duurste eed die een Mohammedaan
zweren kan, is bij de baard van de
profeet. En gedenkpeningen van oude
Aziatische vorsten vertonen hun beelte
nissen steeds met lange gevlochten
baarden.
Natuurlijk sieraad
Van dichter bij huis en uit later tijd,
dateert een geschrift (1876) waarin ik
lees: „De baard is het natuurlijk sie
raad van het gelaat des mans. Het ge
heel of gedeeltelijk afscheren van de
baard is daarom een tegennatuurlijk
gebruik, evenzeer als het gedeeltelijk
afscheren van het hoofdhaar. Het ge
brek aan beschaving openbaart zich in
het boren van gaten in de oren van
kinderen, het dragen van engsluitende
keurslijven en in het afscheren van
de baard."
Dat was toen. En nu?honderd jaar
later?
Kunstenaar, artiest of dwaas?
Over lang haar behoeven we niet lang
meer te praten. De dagen van manlijke
krullen en gepoederde pruiken liggen
achter ons. Hij, die zich nu met lange
manen tooit wordt eerbiedig als kuns
tenaar benadert, als „artiest" of provo
gescholden, of hij wordt nageroepen
met de kreet: „Hé, mot je een kwartje
voor de kapper?"
Buiten die drie categorieën valt hij
nooit, in deze wereld van zwart of wit.
Niemand ziet meer kracht, of moed in
de haren van de man, die toch dapper
(of dwaas?) genoeg was. zich van an
deren te willen onderscheiden.
Maar is dan de baard werkelijk mooi?
Ik vond dat Balganin als man er best
mocht zijn, maar ik weet niet of zijn
aantrekkelijkheid in dat baardje zat.
Ik weet het niet, zelfs niet nadat ik
Wim Ibo's baard had zien sneuvelen
ten bate van een actie en ik hem -
voor en na - met zichzelf vergelijken
kon.
Ik weet het niet, zelfs nadat ik begre
pen heb, dat de baard zo heel lang als
een onderscheiding gold. Een zo grote
onderscheiding, dat twee vrouwen, De-
marates en Cleomenes, in hun vader
land, na zich heldhaftig te hebben ge
dragen, van de Griekse regering het
recht kregen een valse baard te dragen.
Want dat zou betekenen, dat zij nooit
meer afhankelijk van een man behoef
den te zijn. Die twee vrouwen waren
daar trotser op, dan wij zijn op de
mooiste medaille.