De Olympische Spelen
in Mexico
Simon Wiesenthal
DE VERDEDIGER DER GERECHTIGHEID
MIKIMO
MIKIMO
MIKIMO
RADIO DE J0NGH
VACCINEREN
TEGEN INFLUENZA?
0E speciaalzaak
voor Uw kind.
kleedt Uw kind
BETER
Burgerlijke stand
NIET IN „CREDO",
MAAR IN HET LUDGARDIS GEBOUW
Krabbels van Knelis
Meningen van lezers
Telefoonnummer
ziekenauto 5980
Noorderweg 23
Met nieuwe hulpmiddelen komt de mens weer verder
Eerste Soester
Begrafenis-Onderneming
Elk record is van
relatieve waarde
Probleem met
verschillende aspecten
Openbare Leeszaal
en Bibliotheek
KOM WASSEN BIJ DE
DINSDAG 14 NOVEMBER 1967
Via radio, televisie en pers, horen wij
regelmatig de naam van Simon Wiesen
thal, die ergens in Wenen blijkt te wo
nen en zich dagelijks bezighoudt met
het opsporen van oorlogsmisdadigers.
De berichten over deze man zijn veel
al beknopt en vaag en worden mede
daardoor omgeven met een waas van
geheimzinngheid, iets wat de menselij
ke nieuwsgierigheid des te meer prik
kelt.
Wiesenthals naam is genoemd in de ve
le processen, die werden gevoerd voor
het Internatinaal Tribunaal in Neuren
berg, de Zuidduitse speelgoedstad, waar
de gevallen nazi-grootheden voor de
door hen gepleegde oorlogsmisdaden te
recht stonden. Zijn naam verwierf ech
ter pas wereldbekendheid door de zeer
gedurfde wijze waarop de arrestatie
van de gewezen S.S.-Obers turmbann-
führer Adolf Eichmann plaats vond en
niet te vergeten in de zaak van Erich
Rajakowitsch, een affaire die kort ge
leden ook in ons land nogal wat stof
deed opwaaien.
Hy verloor zelf
80 familieleden
Simon Wiesenthal is de chef van het
Joodse documentatiecentrum van de
Bond van Joodse oorlogsslachtoffers dat
in Wenen, eerst in de Dorotheengasse
en thans aan de Rudolfplatz is geves
tigd en welk centrum zich bezig houdt
met het verzamelen van bewijsmateria
len tegen het opsporen van oorlogsmis
dadigers. Het Joodse documentatiecen
trum, dat in internationaal verband
werkt, werd door Wiesenthal gesticht
en hij is daarvan niet alleen de grote
leider doch ook de bezielende kracht.
Dat dit documentatiecentrum twintig
jaar na de oorlog nog onverminderd
reden van bestaan heeft, moge over-
Blijetijds-, baby- en kin
derkleding (voor jongens en
meisjes tot 12 jaar).
GALLENKAMP PELSWEG 11,
(nabij busstation Soest-ZcL), telel 6286
MIKIMO biedt U nu een
komplete, rijk gevarieerde kollektie
geschenken voor uw kind,
die wy U nu graag in alle rust tonen.
GEBOREN: Sandra Alida Maria, doch
ter van W. M. Bakker en A. M. van
Hornsveld, Korte Hartweg 11. Mari-
nus Al ex ander, zoon van J. C. Kroes
en C. van Leijen, Hartmanlaan 7.
Jacob Willem, zoon van J. J. de Jong
en W. J. van Hornsveld, de Zoom 1.
Egbert Hendrik, zoon van C. van Ma
nen en G. Ram, Simon Stevinlaan 116,
Soesterberg. Johanna Maria Boude-
wina, dochter van C. B. Sillevis Smitt
en J. B. van der Lecq. Gentiaanlaan 9.
Lidwina Cornelia Oda, dochter van
G. J. J. van de Schepop en M. A. H.
Rasch, Heuvelweg 41. Angelique
Geertrulda Maria, dochter van H. C.
Rauch en C. A. Roest, Smitsweg 2.
ONDERTROUWD: Bernardus Schoon-
derbeek. Van der Veldeplantsoen 27 en
Frederika Geertruida Brakel, Korteweg
3. Gerardus Johannes Antonius Ver
gouwe, Eekhoornstraat 28, Hilversum en
Maria Alberdina Alberta Bonekamp,
Generaal Winkelmanstraat 153. Cor-
nelis Hendrikus kwakman, Van der
Doesstraat 13, Amersfoort en Wilhelmi-
na Elizabeth van Werkhoven, Luitenant
Koppenlaan 12. Anthonius Gijsbertus
Nicolaas van Beusekom, Van Lennep-
laan 21 en Petronella Jacoba Hillegon-
da Vrakking, Insingerstraat 58. Ge-
rard Gijsbert van Stempvoort, Nieuwe-
weg 74 en Grietje Helena Mol, Lepe
laarstraat 51, Baarn. Auke Geert Ot-
ten, Dalweg 125 en Johanna Susanna
van Beek, Akbarstraat 34 I, Amsterdam.
Henricus Nicolazs Smit, Prof. de
Jongstraat 15, Hilversum en Gerda Hen-
krika Anna Daatzelaar, Hobbemalaan
6. Johannes Pi^ter Overboom, Dr.
Schaepmanlaan 31, Uithoorn en Catha-
rina Maria Schimmel, Koninginnelaan
64. Zeger de Graaf, Spuistraat 37,
Bunschoten en Maria Verwoerd, Laan
straat 50. Jacot Huibers, Dwars
weg 4a, Amerongen en Wilhelmina
Adriana Roest, Kerkstraat 2, Soest.
GEHUWD: Rudolph Hendrik van den
Akker, Plesmanstraat 335 en Yvonne
van Laar, le Heeserlaantje 48. Theo-
dorus Antonius Willebrordus Martinus
Jacobs, Rijpstraat 11, Amersfoort en
Maria Antonia van den Breemer, Peter
van den Breemerweg 2.
OVERLEDEN: Johanna Raven, 78 jaar,
weduwe van N. J. de Jong, Blaricum,
Fransepad 15. Andries Jacobus Cor-
nelis van Lonkhuizen, 80 jaar, gehuwd
met D. Albers, Wijnand Toplaan 8.
Pieter van der Zouwen, 75 jaar, ge
huwd met J. A. den Uijl, Dalweg 42.
duidelijk blijken uit het feit, dat alleen
al in West-Duitsland tot 1 januari 1967
werd medegewerkt aan het complete
ren van dossiers tegen 73.793 personen,
voor het merendeel gewezen S.S., S.A.,
S.D.. Sipo- en Gestapolieden en dat
vanaf 1 januari van dit jaar tot op
de dag van vandaag nog eens 10.000
soortgelijke lieden voor vervolging in
aanmerking konden worden gebracht.
Volgens Simon Wiesenthal zelf zijn van
20.000 anderen op dit moment de dos
siers nog niet „rond" en wordt daaraan
nog gewerkt.
De meningen over een figuur als Simon
Wiesenthal zijn - hoe kan. het haast
anders - verdeeld. De een zegt, dat het
hoofd van het Joodse documentatiecen
trum wordt gedreven door haat, weer
anderen zien in Wiesenthal de man
die is belast met het uitvoeren van een
„heilige missie".
Geweten!
Wat zegt hij er zelf van? „Ik handel
slechts in opdracht van mijn Joods ge
weten, daartoe gedwongen door de
trouw aan mijn volk en verdedig al
dus de gerechtigheid". Het succes dat
hij in de loop van de tijd bij de op
sporing van oorlogsmisdadigers heeft
weten te bereiken, is des te groter in
dien men bedenkt dat hij in dat soort
van opsporings- en documentatiewerk
niet bedreven was, geen enkele oplei
ding of scholing daarvoor heeft gehad
en op dat terrein alles heeft moeten
leren. Wiesenthal kan dus als een „self
made-man" worden beschouwd in de
juiste zin van het woord.
Hij werd op 31 december 1908 in Buc-
zaz geboren, dat in die tijd Oostenrijks
grondgebied was, later aan Polen be
hoorde en nu op dit moment deel uit
maakt van de Sowjet-Unie. Zijn vader
sneuvelde in 1915 aan het front waar
hij als Oostenrijks soldaat zijn land
(toen nog een keizerrijk) diende. Zijn
weduwe nam met haar twee kinderen,
Simon en een jonger broertje, de
vlucht voor de snel oprukkende Rus
sische legers en bereikte via Lemberg
de Oostenrijkse hoofdstad, waar Simon
ook de lagere school bezocht.
In 1917 keerden moeder en kinderen
terug naar Buczaz, waar Simon met
goed gevolg het gymnasium doorliep en
in aansluiting daarop aan de technische
hogeschool, eerst in Praag en later in
Lemburg, bouwkunde studeerde. Hij
kon echter zijn studies aanvankelijk
niet voltooien, daar hem door zijn
Joodse afkomst nogal wat moeilijkheden
in de weg werden gelegd. Het werd
pas 1940, toen hij na afgelegd examen
bevoegd werd verklaard tot het voeren
van de diploma-ingenieustitel. De we
duwe Wiesenthal vestigde zich op een
later tijdstip in het naburige Dolina
waar zij voor de tweede maal in het
huwelijk trad.
Gevangen
In die jaren was de jonge S. Wiesen
thal ing. werkzaam op diverse archi
tecten- en bouwkundige bureaus, on
der meer in Lemberg en in Kattowitz.
Toen de Duitse troepen in 1940 het
Poolse Lemberg binnentrokken, werd
de jongeman als Jood door de S.D. ge
arresteerd en ingesloten. Op 2 oktober
1943 nam hij in een onbewaakt mo
ment de benen, doch zijn vrijheid duur
de niet lang. In het voorjaar van 1944
werd Wiesenthal opnieuw door de S.D.
gearresteerd en in aansluiting daarop
ingesloten in het strafkamp Janowska
en ter beschikking gesteld van de Ge
stapo, daar op zijn onderduikadres een
groot aanta. aantekeningen, berichten
en mededelingen, verduidelijkt met te
keningen op de jodenvervolgingen be
trekking hebbend, werden gevonden.
Simon probeerde een eind aan z'n le
ven te maken, door zich de polsslag
aders door te snijden, doch het tijdig
ingrijpen van een S.S.-bewaker voor
kwam een voortijdige dood. Ook op een
later tijdstip ondernam Wiesenthal een
soortgelijke poging, welke eveneens
door tijdig ingrijpen van de kampbe
waking werd verijdeld. De arrestant
werd kort daarop overgebracht naar
het concentratiekamp Groszrosen bij
Breslau en op 7 januari 1945 naar het
concentratiekamp Buchenwald. Daar de
geallieerde legers steeds dichter Duits
land naderden, verhuisde hij in maart
1945 naar het kamp Mauthausen, waar
hij tenslotte door snel oprukkende Ame
rikaanse pantsertroepen uit zijn ellende
en gevangenschap werd verlost.
Wiesenthal verloor in de tweede we
reldoorlog ruim tachtig (80) familiele
den en verwanten, die vielen als slacht
offers van Hitiers vernietigingspolitiek.
Gegevens
In mei 1945 meldde hij zich bij de
Amerikaanse commissie voor de op
sporing van oorlogsmisdadigers te Hei-
delberg en bood deze zijn diensten
aan. Omdat hij tijdens z'n gevangen
schap kans had gezien een groot aan
tal gegevens te verzamelen die van
groot gewicht bleken te zijn. stelde
ook de Amerikaanse geheime dienst be
lang in zijn figuur en het duurde niet
lang, of Wiesenthal werd een bruikbare
geheime agent voor voornoemde in
stelling. Met behulp van de Ameri
kaanse Inlichtingendienst bouwde de
agent in Wenen het Joodse documenta
tiecentrum op en vestigde zich metter
woon in deze hoofdstad.
De ingenieur heeft dit documentatie
centrum uitgebouwd tot een uitstekend
geïnformeerd bureau inzake oorlogsmis
daden en -misdadigers. Zeer veel nazi
gangsters werden door Wiesenthal en
zijn staf van medewerkers opgespoord
en voor berechting aan de autoriteiten
overgegeven. Toch heeft het documen
tatiecentrum geen officiële status. Het
is een particuliere instelling wat het
succes des te groter doet zijn.
Ook in de ontmaskering van een van
Duitsland grootste jodenvernietigers, de
S.S.-Obersturmbannführer Adolf Eich
mann, had Simon Wiesenthal een zeer
groot aandeel en één van zijn naaste
medewerkers Turvia Friedmann was
aanwezig, toen Eichmann op 11 mei
1960 te 18.15 uur werd gearresteerd,
vlak voor zijn woning in San Fernan-
do bij Buenos Aires. De arrestant leef
de onder de naam van Richard Kle-
mentz. Door de Israëlische arrestatie-
ploeg onder leiding van Yehudi Shimo-
ni werd hij per vliegtuig naar Tel Aviv
in Israël overgebracht.
Simon Wiesenthal verzamelde eveneens
het documentatiemateriaal tegen Eich-
mans voornaamste medewerker, de S.S.-
Obersturmführer Erich Rajakowitsch,
die thans in het Oostenrijkse Karinthië
woont en om wiens uitlevering door de
Nederlandse autoriteiten tevergeefs werd
verzocht
In tegenstelling tot hetgeen In de advertentie elders In deze Courant is
vermeld, zal de uitzending van de intocht van Sint Nicolaas, die door de
televisie in kleur wordt uitgezonden, en waarvoor w(j alle Soester kin
deren uitnodigden om dit mee te maken, door ons niet verzorgd worden
in „De Rank", maar in het verenigingsgebouw „Ludgardis" Vredehof
straat 5.
KONINGINNELAAN 74
SOEST
Dir li Vellinga
Korte Brinkweg 28 - Soestdijk
Telefoon 2731
Begrafenis, Crematie, Transport
(Rouwkamer)
In het jaar 1968 zullen in Mexico City
de XLXe olympische spelen worden ge
houden. Op een hoogte van 2300 meter
boven de zeespiegel zullen duizenden
sportlieden elkaar in vele takken van
sport bekampen om de gouden, zilve
ren en bTonzen medailles en bovenal de
eer.
Nu al, een jaar voor de echter spelen
zoekt men tijdens de voorolympische
spelen uit wat voor invloed het Mexi
caanse klimaat zal hebben op de pres
taties. Deze factor die bij voorgaande
spelen van weinig of geen belang was
maakt de resultaten voor 1968 nog on
zekerder dan anders, verrassingen zul
len onvermijdelijk zijn.
Een ding is echter nog wel zeker: er
zullen weer records sneuvelen. Oude
records, die voor enige jaren gevestigd
werden, jonge, die niet langer dan en
kele maanden of weken konden hou
den.
Het verschijnsel record is in wezen een
eigenaardige zaak. Het woord is afge
leid van het Engelse „recorded", wat
vastgelegd of genoteerd betekent. Dat
wat vastgelegd wordt is een toppresta
tie. Om in de sport een record te kun
nen vestigen moet die prestatie meet
baar zijn, zoals de lengte (van een
sprong of de afstand die door een wiel
renner in een uur wordt afgelegd), tijd,
wanneer de afstand bekend is en het
er om gaat die afstand in zo kort mo
gelijke tijd af te leggen of in gewichts
eenheden bij het gewichtheffen.
Toch zijn er meer mogelijkheden, bij
het turnen kan men, evenals bij de 5-
of 10-kamp een record vastleggen door
het verzamelen van punten. Een van de
voornaamste eigenschappen van een re
cord. onverschillig van welk type, is
dat het verbeterd wil worden, wat dan
ook regelmatig gebeurt. Bovendien is
het een zuiver individuele prestatie.
Voor degeen die een record vestigt
geldt in de voornaamste plaats de vol
doening dat men in zijn poging is ge
slaagd, dat men zijn verwachting heeft
waargemaakt.
De waarde van een record is ook vol
komen relatief. Wanneer in een wille
keurig land iemand een record vestigt
kan het heel goed zijn dat het buiten
de eigen grenzen totaal onbeduidend is.
De vreugde van de recordhouder zal
er niet minder om zijn. Hoe relatief of
betrekkelijk een record Is kan men na
gaan aan de hand van het volgende
voorbeeld.
36 km per uur
De Westduitse atleet Armin Hary oogst
te destijds enorme bewondering toen hij
als eerste de 100 meter in precies 10
seconden liep. Hij werd welhaast be
keken als een snelheidsduivel. Zonder
iets aan deze prestatie op zich te wil
len afdoen zou het geen kwaad kunnen
eens na te gaan wat sommige dieren op
dit terrein presteren. Aangenomen dat
die 10 seconden over 100 meter een top
snelheid is, waarbij we buiten beschou
wing laten of het voordeel van een
vliegende start inplaats van een staande
niet teniet zou worden gedaan door c n
mindere eindsprint, dan komen we op
een topsnelheid voor de mens van 36
km per uur. Een hert beweegt zich met
een snelheid van 40 km, een gazelle
haalt 85 km per uur. Als we de ge
middelde snelheid van de menselijke
atleten eens afmeten naar de mara
thon-loop krijgen we een gemiddelde
van ruim 19V2 km, in Tokio gevestigd
door Bikila Abebe. Dat wordt al bijna
door een varken gepresteerd, (17,5), een
olifant sjokt in stevige pas van 36 tot
39 km gemiddeld per uur!
Met hulpmiddelen komen we al wat
verder, een wielrenner achter grote
motoren kan soms tot boven de 120
km komen, maar het jachtluipaard of
cheetah haalt die snelheid zonder gang
maker.
Altyd beter
De eigenschap van records om verbe
terd te willen worden, brengt met zich
mee dat men vaak een verdere verbe
tering voor onmogelijk houdt. Experts
hebben wel gezegd dat de grens van
het menselijk vermogen nu toch wer
kelijk was bereikt. Soms lijkt dat ook
wel te kloppen wanneer een record ja
ren stand houdt, maar tenslotte vallen
ook die.
Het lijkt momenteel praktisch onmoge
lijk dat iemand de 100 meter in min
der dan 10 seconden zal lopen, maar
hoogstwaarschijnlijk zal dat toch gaan
gebeuren. De voortdurende verbeterin
gen bij de training en b.v. in de voe
ding hebben tot gevolg gehad dat in
een betrekkelijk klein tijdvak de pres
taties enorm toenamen, waardoor at
leten van tien of twintig jaar terug
met hun records van toen nu geen en
kele rol meer zouden spelen. In min
der dan 70 jaar werd bij het discus
werpen voor heren de afstand meer
dan verdubbeld, bij het zwemmen voor
dames op de 400 meter vrije slag is
sinds 1924 meer dan een minuut en
twaalf seconden van het record afge
trokken. De vermaarde Emil Zatopek
zou op de 10.000 meter van nu geen
enkele rol meer spelen.
De grens
Een van de vragen die bij het steeds
scherper stellen van records ook steeds
scherper naar voren komt is: waar ein
digt dit? Het is geen vraag of het
eindigt, want dat is een ding wat zeker
is. Tenslotte kan een mens geen hon
derd meter ver springen, evenmin als
honderd meter hoog. De absolute grens
voor het stellen van een record op de
honderd meter sprint zou zijn dat men
op hetzelfde moment aankomt als waar
op men vertrokken is, wat onmogelijk
is. Of er ooit een sprinter zal komen
die er misschien 5 seconden over doet,
is een andere zaak.
Dat overigens die grens benaderd wordt
blijkt misschien het best uit de neiging
om hulpmiddelen te gaan gebruiken om
het prestatievermogen op te voeren.
Daarbij is het gebruik van stimulerende
middelen niet het enige verschijnsel. Bij
het polsstokhoogspringen gebruikt men
een fiberglas-stok die zo buigzaam is
dat de atleet als het ware over de lat
heengegooid wordt door de extra kracht
die hij meekrijgt. Wanneer er eens een
super-fiberglas-stok wordt geconstru
eerd die hem in staat stelt nog twee
maal zo hoog te komen, rijst de vraag
wie er zo goed is, de springer of de
stok. Het accent van de prestatie wordt
zo verlegd.
Om die grens te verleggen heeft men
meer geprobeerd, onder andere een zeer
elastische springschoen waarmee een
Rus in 1957 betere resultaten trachtte
te verwezenlijken en een speer die uit
bijna dertig gelijmde delen bestond en
die door het gebrek aan vibratie zich
zelf in de lucht niet afremde. Wanneer
dergelijke dingen in de jacht op records
zouden worden toegelaten zullen de
prestaties zeker nog hoger komen te
liggen.
Maar wanneer de huidige normen wor
den aangehouden zal het eind van de
recordpogingen niet ver meer zijn.
Influenza wordt veroorzaakt door een
virus, dat het slijmvlies van de lucht
wegen aantast. Als gevolg van die slijm
vliesbeschadiging kunnen verschillende
andere ziekteverwekkers toegang krij
gen tot de longen en deze ontsteking
veroorzaken.
Niet altijd heeft een op deze wijze ont
stane pneumonie longontsteking) een
gevaarlijk karakter. Zeer gevreesd ech
ter is de door een etterbacterie, de
stafylococ, teweeggebrachte longontste
king.
Tijdens een influenza-epidemie doen
zich niet alleen sterfgevallen voor door
zulk een stafylococcenpneumonie. Naast
de kans op dergelijke, door bacterieën
veroorzaakte longontstekingen bestaat
de mogelijkheid van het optreden ener
pneumonie door directe inwerking van
het influenza virus op de longen. De
ernst van een epidemie, alsook de mate
waarin complikaties optreden is afhan
kelijk van het virustype.
Veranderlyk
In het jaar 1933 gelukte het de Engelse
onderzoekers Smith, Andrewes en Laid-
law om één der vormen, waarin het
influenzavirus zich bij mensen kan
voordoen, te isoleren. Sindsdien bestaat
de mogelijkheid om met dergelijke vi
russen in het laboratorium te experi
menteren.
Bij deze proefnemingen werd allereerst
vastgesteld dat er A- en B-virussoorten
moesten worden onderscheiden. Boven
dien bleek dat zowel de A- als de B-
stammen veranderlijk zijn!
Zowel de bacterie- als de viruspneu-
monie kunnen optreden bij tevoren ge
heel gezonde mensen, er zijn echter
verschillende groepen van personen die
meer kans lopen dan anderen om zulk
een longontsteking te krijgen. Aller
eerst zijn het vooral de aanstaande
moeders, die - naar de ervaring leert -
dikwijls zeer gevoelig zijn voor een in-
fluenzaviruslongontsteking, ook al ver
tonen zij geen tekenen van zwakte of
enigerlei andere stoornis.
Vatbaar
Veelvuldiger echter treedt de door bac
teriën veroorzaakte longontsteking op
bij bepaalde personen die tevoren aan
de een of andere ziekte lijden of die
weinig weerstand bezatten.
In dit verband moeten de lijders aan
diabetes worden genoemd: een ieder
weet, dat deze patiënten slecht bestand
zijn tegen allerlei vormen van bacte-
riële besmetting: bij hen vormt de
mogelijkheid van secundaire infectie met
bacteriën daarom altijd een extra risi
co wanneer zij influenza hebben.
Ook mensen die vaak last van steen
puisten hebben of die aan andere et
terende processen lijden - dat wil zeg
gen dat zij grote aantallen stafylococcen
in hun lichaam herbergen - lopen grote
kans een gevaarlijke secundaire stafy
lococcenpneumonie te krijgen als com
plicatie van influenza. Lijders aan chro
nische bronchitis of andere ontstekin
gen van de ademhalingsorganen herber
gen een massa bacteriën. Vanzelfspre
kend dreigt ook bij hen spoedig een
bacteriële ontsteking.
Inenten!
Wat betreft de directe longaantasting
door influenzavirus kan worden opge
merkt, dat die vooral te vrezen is in
gevallen waarbij de longen voortdu
rend in ongunstige conditie zijn, zoals
voorkomt bij lijders aan chronische
hartgebreken. die stuwing in het long
weefsel hebben veroorzaakt.
Het is gewenst om mensen die tot de
bovengenoemde categorieën behoren, bij
voorbaat tegen influenza te beschermen
en wel üoor middel van vaccinatie.
Volgens gegevens van het „deskundi
gencomité voor ziekten der ademha
lingsorganen" van de Wereld Gezond
heids Organisatie (de W.H.O.) heeft
iemand, die tegen influenza is ingeënt
60 tot 70 procent minder kans om de
ziekte te krijgen dan een niet gevac
cineerde. Het toe te dienen vaccin dient
te zijn bereid uit de influenzavirus-
soorten die vermoedelijk in de naaste
toekomst als ziekteverwekkers zullen
optreden.
Welk vaccin
Was hierboven sprake van de ernstige
complicatie longontsteking, die de dood
ten gevolge kan hebben, de problemen
van de griep zijn hiermee nog lang niet
uitgeput.
Ik stipte reeds aan dat er veel varianten
van het influenzavirus bestaan en dat
maakt de profylaxe - het samenstellen
van het jaarlijkse vaccin - een ingewik
kelde zaak. Gelukkig is er een zekere
periodiciteit waargenomen in het op
treden van de verschillende virussoor
ten, maar zekerheid omtrent het virus
type, dat een volgende epidemie zal
veroorzaken, is er nooit geheel te ver
krijgen.
Een ander facet van de influenza is de
maatschappelijke ontwrichting die er
ontstaat wanneer een zeer groot aantal
personen tijdens een griepgolf tegelijk
ziek wordt en het dagelijkse werk daar
door niet meer kan verrichten. Om aan
zulke katastrofale toestanden het hoofd
te kunnen bieden heeft men *rel over
wogen om artsen en verpleegsters tegen
griep te vaccineren: tijdens een epide
mie lopen zij meer gevaar dan anderen
besmet te worden, terwijl zij juist ge
zond moeten blijven om de vele zie
ken te kunnen behandelen.
Jet-injector
Tot die maatschappelijke ontwrichting
behoort ook de omstandigheid dat
openbare diensten niet meer functione
ren of dat industriële contracten niet
nagekomen kunnen worden. Massale in
enting van personeel van instellingen
en bedrijven heeft daarom al een ze
kere ingang gevonden. Beslissingen
hierover dienen uiteraard door de be
drijfsarts - in overleg met de directie -
te worden genomen.
Interessant is het dat er voor dergelij
ke inentingen op grote schaal sinds
enkele jaren een nieuwe techniek be
staat. Wordt bij individuele entingen
het vaccin toegediend met behulp van
een spuitje en een injektienaald, bij
massale inentingen kan gebruik ge
maakt worden van de zogenaamde jet-
injector. Hierbij wordt een „straalinjec-
tie" gegeven, een naald komt er niet
te pas. Vanzelfsprekend heeft deze me
thodiek belangrijke praktische en hy
giënische voordelen.
Boeken voor de ouders: Van Anrooy,
De vogelboom. Keeping, David's wit
te paard. Siegenbeek van Heukelom,
Arabella de hemelkac. Ra, ra, wat is
dat? Honderd en één kleuterraadseltjes.
Van Vliet, Wat maken we van
vouwblaadjes. Ulakowitcz, Plaatjes
en praatjes.
Studieboeken: Buddlngh'. Prisma cita
tenboek. Van der Mijn, Verslag van
een misverstand. Diemer und Fren-
zel, Philosophie. Raju, Oosterse en
westerse wijsbegeerte. Sauvage, So-
krates. Zweig. Triomf en tragiek van
Erasmus van Rotterdam. Lowne,
Het leven van Kierkegaard. Hennig.
Waar lag het paradijs? Jager, De
humor van de bijbel in het christelijk
leven. stilma, Vrijwillig levensbe
lang. Gobry, Franciscus. Howard,
De wereld herbouwd. Cuenter, Pro
test der Jungen. Maatschappelijk
werk- Faas, God, Nederland en de
franje. Oud, Zeven hoofdstukken uit
het jongste verleden. Dorfman, Prijs
theorie. Handers. Van criminele sa-
ken ende quaede feyten. De Neder-
landsche wetboeken uitgegeven door J.
A. Fruin. De Nederlandse wetboeken;
supplement. Van Raalte, De Neder
landse staat. De Goede, Aan de hand
van de grondwet. Joesten, De Ame
rikaanse geheime dienst. Lenselink,
Vuurwapens van 1840 tot heden.
Jung, De banden tussen het ik en het
onbewuste. Hoving, Juf, daar zit een
weduwe in de boom. Morus, De toe
komst onthuld. Jongkees. Slecht ho
ren. van der Lyke, Het spastische
kind. Nijkamp, Leven en denken in
de kleuterschool. Girardeaue Het
avontuur der natuurwetenschap. Pe
ter. Wiskunde spelenderwijs. Cole
man. Relativiteitstheorie voor de leek.
Barnett, Einstein und das Univer
sum. Clark-Kennedy, Wat is ziekte
eigenlijk? Uflacher. Elseviers hand
boek voor moeder en kind. Kramer,
Ik kan zeilen. Boon, Zo leert U
skieën. De ervarene en verstandige
hollandsche huishoudster. Den Har-
tog. Nieuwe voedingsleer. Herwig. De
nieuwe Herwig tuinplanten-encyclope
die. De Vries, Bont. Bazin, Het
Louvre. Timmers, Atlas van het Ro
maans. Kandinsky, Het abstracte in
de Kunst. Thwaites, Ich hasse die
moderne Kunst. Gay, De schilder
kunst van de achttiende eeuw. Kaan
Kijk eens in de spiegel. Duras, Hi-
roshima. mon amour. Moderne en
cyclopedie der wereldliteratuur. Wil-
son. The wild garden. Boon, Reser
vaat. Huygens, Voorhout, kostelick
mal en oogentroost. Van Ostayen,
Verzameld werk. Van der Plas, On
gerijmde rijmen. Pinter, De kamer.
- De dienstlift. - De huisbewaarder. -
De collectie. - De minnaar. Josefus,
Het leven van Herodes. Kastner,
Eine Auswahl. - Kastner, Herz auf
Taille.
Ajje ut ming vraogt
dan mok zeige dak
weer een nieuwe
reeje hep evongde
om meraokels bllete
weeze dak un Soes-
der bin.
hebbe wullie in Soest
weer eens een peerd
bie ekreege om zun
ouwe dag bie ongs
te komme sliete.
Daor hebbe wullie heulegaor geen om-
kieke naor, waant da verzorrege de luu
van de dierebescherreming. Naost da zullie
bie nach en ontie opkomme veur ut
weizien van alle diere of dat noeng een
marremot of een ezel is, hebbe zullie
ok nog eens ouwe van daage tehuus
veur peerde.
Mit behullep van partekeliere hebbe
zullie een huus mit stalle en graaslaand
gekoch waor zullie ouwe peerde liefde-
riek opneeme. „De Peerdekaamp" an de
Birrekstraot, de veurmaolige boerderie
„Vosseveld".
Der binne daor al heul wat peerde en
der komme der ok nog steeds weer bie.
Die peerde komme uut ut heule laand.
Der is ok een peerd van cirkus Boltie-
nie, ik schaat zo da circusbaos Tonie
Boltienie um wel had wille houwe,
maor waor mot zoi reizende cirkus-
baos mit zo'n peerd naor toe.
Toeng Boltienie hoorde datter in Soest,
de gemeente waor hie ze resiedensie
hep een tehuus was veur ouwe peerde,
bedaacht ie zich geen menuut en kwaam
mit zun peerde naor de Peerdekamp.
Der binne der noeng zo mit mekaor al
een heul stel. Ak ut goed hep bekeeke
dan staot d'r ok un ingeruulde schim
mel van Sinterklaof, maor ut ken ok
heul goed weeze da zullie um van de
groote kingdervriend moste stalle.
Zaterdagmarrege kwam der weer een
nieuwe loozjee, toenk da peerd zag
konk me niet veurstelle dat hie in Soest
kwaam om van zun ouwe dag te ge
niete.
Zo'n biester mooi peerd, ik schaat zo
dattie ut peraadepeerd van ut tehuus
zal worre. Ut is een peerd van de
Riekspelissie en ut wier gebruukt veur
ut petroelje rieje op ut straand tusse
Berrege en Kastriekum.
Mentor zo hiet da peerd, is nog un
bar mooi peerd en nie an te zien dat
tie is ofgedank. Maor omdattie un be-
paolde leeftied had most ie mit onbe-
taold pesjoen. En wat gaot er gebeure
mit zo'n ofgedaankt peerd, eerst bie de
groenteboer en dan bie de schilleboer
en gao maor deur, steeds een stappie
achteruut.
En dat liek ming veur een peerd mit
zo'n staot van dienst nie zo meraokels
leuk. De pelissieman waormee ie
't straand reej, voelde ok nie biester
veul veur zo'n oplossing. Terwijl an de
slaachtplaots heulegaor nie wier edocht.
Maor toch kwaam der nog een goeije
oplossing. Mentor zouw naor un peer-
derusthuus in Soest gaon. Da zoiets
bestaot weete nie veul minse in ongs
laand. Alleen echte peerdeliefhebbers,
as Knelis, zeuke net zolaang tot zullie
een plekkie evongde hebbe waor zullie
der verzekerd van kenne weeze dan
hun vriend een goeije ouwe dag zal
hebbe. En da ken bie ongs in Soest.
Mooje schoone staale, en een meraokels
aordige verzorregster. Wa ken je je as
peerd in ruste nog beter wense.
De pelissieman die Mentors baos was
brocht um zelluf naor Soest. Maor om
dat de rit Berrege-Soest te veer was
gong ut deuze keer mit un automobiel.
Alle aore peerde, die al in de staale
stinge, honge mit hun kop. hoofd zegge
wullie peerdeliefhebbers, buute de deur.
Ze waore bar nieuwsgierug naor de
nieuwe loozjee. Mit mekaor hinnekte
zullie un soort welkomslied. Hie waj
meteen in de kring oppenome. Ut af-
schied neeme gong un bietje moeje-
luk, verder gong alles van een leijj»
dakje.
Ut eeltige prebleem binne net as over
al de cente. Een peerd krieg naame-
luk geen A.O.W. en hie hep ok geen
zakcente gekreege zoda die ok niks op
zij hep kenne legge veur z'n ouwe
daag.
Mit aore woorde, de peerde koste cen
te, maor zullie bringe meestal niks mee.
De Soester Dierebescherreming mot dan
de kost en inwooning betaole. Noeng
binne der gelukkug ok nog partekeliere
die in de koste biedraoge.
En der binne schaat ik zo in Soest nog
wel een paor peerde- en aore diere-
vrinde die wa bie wille draoge.
Jie kan ming rustig glove, ak zeg da
zullie der bar blie mee zalle weeze.
Van Goyenlaan 156, tel. 5897. Op de Eng
Naar aanleiding van uw artikel in de
Soester Courant van 10-ll-'67, betref
fende „kind van de aarde", dat de maan
van de aarde afkomstig is.
Dit wordt wel vrij algemeen aangeno
men.
Maar het doet er toch niet toe, wat
haar ontstaan betreft of dit, zoals Dar-
win geloofde, langzaam gebeurde of
snel.
Maar hierdoor is het kind der aarde
niet bewezen.
Het is n.1. zo dat waar kinderen zijn,
ook ouders, grootouders, enz. zijn, tot
we bij de twee eerste of is het toch
één „de oerster" of als men geloven
kan, God terecht komt?
Als ik het goed heb, volgens Confie-
sius, manlijk en vrouwelijk tegelijk.
Hiermee heb ik getracht aan te tonen,
dat. al hebben ze ontdekt dat de maan
dezelfde samenstelling heeft als de aar
de, dit nog geen ruggesteun is voor die
theorie.
L. SIEGEL
Soest, 11-11 -'67.
Kolonieweg 9.