De Olympische Spelen in Mexico Simon Wiesenthal DE VERDEDIGER DER GERECHTIGHEID MIKIMO MIKIMO MIKIMO RADIO DE J0NGH VACCINEREN TEGEN INFLUENZA? 0E speciaalzaak voor Uw kind. kleedt Uw kind BETER Burgerlijke stand NIET IN „CREDO", MAAR IN HET LUDGARDIS GEBOUW Krabbels van Knelis Meningen van lezers Telefoonnummer ziekenauto 5980 Noorderweg 23 Met nieuwe hulpmiddelen komt de mens weer verder Eerste Soester Begrafenis-Onderneming Elk record is van relatieve waarde Probleem met verschillende aspecten Openbare Leeszaal en Bibliotheek KOM WASSEN BIJ DE DINSDAG 14 NOVEMBER 1967 Via radio, televisie en pers, horen wij regelmatig de naam van Simon Wiesen thal, die ergens in Wenen blijkt te wo nen en zich dagelijks bezighoudt met het opsporen van oorlogsmisdadigers. De berichten over deze man zijn veel al beknopt en vaag en worden mede daardoor omgeven met een waas van geheimzinngheid, iets wat de menselij ke nieuwsgierigheid des te meer prik kelt. Wiesenthals naam is genoemd in de ve le processen, die werden gevoerd voor het Internatinaal Tribunaal in Neuren berg, de Zuidduitse speelgoedstad, waar de gevallen nazi-grootheden voor de door hen gepleegde oorlogsmisdaden te recht stonden. Zijn naam verwierf ech ter pas wereldbekendheid door de zeer gedurfde wijze waarop de arrestatie van de gewezen S.S.-Obers turmbann- führer Adolf Eichmann plaats vond en niet te vergeten in de zaak van Erich Rajakowitsch, een affaire die kort ge leden ook in ons land nogal wat stof deed opwaaien. Hy verloor zelf 80 familieleden Simon Wiesenthal is de chef van het Joodse documentatiecentrum van de Bond van Joodse oorlogsslachtoffers dat in Wenen, eerst in de Dorotheengasse en thans aan de Rudolfplatz is geves tigd en welk centrum zich bezig houdt met het verzamelen van bewijsmateria len tegen het opsporen van oorlogsmis dadigers. Het Joodse documentatiecen trum, dat in internationaal verband werkt, werd door Wiesenthal gesticht en hij is daarvan niet alleen de grote leider doch ook de bezielende kracht. Dat dit documentatiecentrum twintig jaar na de oorlog nog onverminderd reden van bestaan heeft, moge over- Blijetijds-, baby- en kin derkleding (voor jongens en meisjes tot 12 jaar). GALLENKAMP PELSWEG 11, (nabij busstation Soest-ZcL), telel 6286 MIKIMO biedt U nu een komplete, rijk gevarieerde kollektie geschenken voor uw kind, die wy U nu graag in alle rust tonen. GEBOREN: Sandra Alida Maria, doch ter van W. M. Bakker en A. M. van Hornsveld, Korte Hartweg 11. Mari- nus Al ex ander, zoon van J. C. Kroes en C. van Leijen, Hartmanlaan 7. Jacob Willem, zoon van J. J. de Jong en W. J. van Hornsveld, de Zoom 1. Egbert Hendrik, zoon van C. van Ma nen en G. Ram, Simon Stevinlaan 116, Soesterberg. Johanna Maria Boude- wina, dochter van C. B. Sillevis Smitt en J. B. van der Lecq. Gentiaanlaan 9. Lidwina Cornelia Oda, dochter van G. J. J. van de Schepop en M. A. H. Rasch, Heuvelweg 41. Angelique Geertrulda Maria, dochter van H. C. Rauch en C. A. Roest, Smitsweg 2. ONDERTROUWD: Bernardus Schoon- derbeek. Van der Veldeplantsoen 27 en Frederika Geertruida Brakel, Korteweg 3. Gerardus Johannes Antonius Ver gouwe, Eekhoornstraat 28, Hilversum en Maria Alberdina Alberta Bonekamp, Generaal Winkelmanstraat 153. Cor- nelis Hendrikus kwakman, Van der Doesstraat 13, Amersfoort en Wilhelmi- na Elizabeth van Werkhoven, Luitenant Koppenlaan 12. Anthonius Gijsbertus Nicolaas van Beusekom, Van Lennep- laan 21 en Petronella Jacoba Hillegon- da Vrakking, Insingerstraat 58. Ge- rard Gijsbert van Stempvoort, Nieuwe- weg 74 en Grietje Helena Mol, Lepe laarstraat 51, Baarn. Auke Geert Ot- ten, Dalweg 125 en Johanna Susanna van Beek, Akbarstraat 34 I, Amsterdam. Henricus Nicolazs Smit, Prof. de Jongstraat 15, Hilversum en Gerda Hen- krika Anna Daatzelaar, Hobbemalaan 6. Johannes Pi^ter Overboom, Dr. Schaepmanlaan 31, Uithoorn en Catha- rina Maria Schimmel, Koninginnelaan 64. Zeger de Graaf, Spuistraat 37, Bunschoten en Maria Verwoerd, Laan straat 50. Jacot Huibers, Dwars weg 4a, Amerongen en Wilhelmina Adriana Roest, Kerkstraat 2, Soest. GEHUWD: Rudolph Hendrik van den Akker, Plesmanstraat 335 en Yvonne van Laar, le Heeserlaantje 48. Theo- dorus Antonius Willebrordus Martinus Jacobs, Rijpstraat 11, Amersfoort en Maria Antonia van den Breemer, Peter van den Breemerweg 2. OVERLEDEN: Johanna Raven, 78 jaar, weduwe van N. J. de Jong, Blaricum, Fransepad 15. Andries Jacobus Cor- nelis van Lonkhuizen, 80 jaar, gehuwd met D. Albers, Wijnand Toplaan 8. Pieter van der Zouwen, 75 jaar, ge huwd met J. A. den Uijl, Dalweg 42. duidelijk blijken uit het feit, dat alleen al in West-Duitsland tot 1 januari 1967 werd medegewerkt aan het complete ren van dossiers tegen 73.793 personen, voor het merendeel gewezen S.S., S.A., S.D.. Sipo- en Gestapolieden en dat vanaf 1 januari van dit jaar tot op de dag van vandaag nog eens 10.000 soortgelijke lieden voor vervolging in aanmerking konden worden gebracht. Volgens Simon Wiesenthal zelf zijn van 20.000 anderen op dit moment de dos siers nog niet „rond" en wordt daaraan nog gewerkt. De meningen over een figuur als Simon Wiesenthal zijn - hoe kan. het haast anders - verdeeld. De een zegt, dat het hoofd van het Joodse documentatiecen trum wordt gedreven door haat, weer anderen zien in Wiesenthal de man die is belast met het uitvoeren van een „heilige missie". Geweten! Wat zegt hij er zelf van? „Ik handel slechts in opdracht van mijn Joods ge weten, daartoe gedwongen door de trouw aan mijn volk en verdedig al dus de gerechtigheid". Het succes dat hij in de loop van de tijd bij de op sporing van oorlogsmisdadigers heeft weten te bereiken, is des te groter in dien men bedenkt dat hij in dat soort van opsporings- en documentatiewerk niet bedreven was, geen enkele oplei ding of scholing daarvoor heeft gehad en op dat terrein alles heeft moeten leren. Wiesenthal kan dus als een „self made-man" worden beschouwd in de juiste zin van het woord. Hij werd op 31 december 1908 in Buc- zaz geboren, dat in die tijd Oostenrijks grondgebied was, later aan Polen be hoorde en nu op dit moment deel uit maakt van de Sowjet-Unie. Zijn vader sneuvelde in 1915 aan het front waar hij als Oostenrijks soldaat zijn land (toen nog een keizerrijk) diende. Zijn weduwe nam met haar twee kinderen, Simon en een jonger broertje, de vlucht voor de snel oprukkende Rus sische legers en bereikte via Lemberg de Oostenrijkse hoofdstad, waar Simon ook de lagere school bezocht. In 1917 keerden moeder en kinderen terug naar Buczaz, waar Simon met goed gevolg het gymnasium doorliep en in aansluiting daarop aan de technische hogeschool, eerst in Praag en later in Lemburg, bouwkunde studeerde. Hij kon echter zijn studies aanvankelijk niet voltooien, daar hem door zijn Joodse afkomst nogal wat moeilijkheden in de weg werden gelegd. Het werd pas 1940, toen hij na afgelegd examen bevoegd werd verklaard tot het voeren van de diploma-ingenieustitel. De we duwe Wiesenthal vestigde zich op een later tijdstip in het naburige Dolina waar zij voor de tweede maal in het huwelijk trad. Gevangen In die jaren was de jonge S. Wiesen thal ing. werkzaam op diverse archi tecten- en bouwkundige bureaus, on der meer in Lemberg en in Kattowitz. Toen de Duitse troepen in 1940 het Poolse Lemberg binnentrokken, werd de jongeman als Jood door de S.D. ge arresteerd en ingesloten. Op 2 oktober 1943 nam hij in een onbewaakt mo ment de benen, doch zijn vrijheid duur de niet lang. In het voorjaar van 1944 werd Wiesenthal opnieuw door de S.D. gearresteerd en in aansluiting daarop ingesloten in het strafkamp Janowska en ter beschikking gesteld van de Ge stapo, daar op zijn onderduikadres een groot aanta. aantekeningen, berichten en mededelingen, verduidelijkt met te keningen op de jodenvervolgingen be trekking hebbend, werden gevonden. Simon probeerde een eind aan z'n le ven te maken, door zich de polsslag aders door te snijden, doch het tijdig ingrijpen van een S.S.-bewaker voor kwam een voortijdige dood. Ook op een later tijdstip ondernam Wiesenthal een soortgelijke poging, welke eveneens door tijdig ingrijpen van de kampbe waking werd verijdeld. De arrestant werd kort daarop overgebracht naar het concentratiekamp Groszrosen bij Breslau en op 7 januari 1945 naar het concentratiekamp Buchenwald. Daar de geallieerde legers steeds dichter Duits land naderden, verhuisde hij in maart 1945 naar het kamp Mauthausen, waar hij tenslotte door snel oprukkende Ame rikaanse pantsertroepen uit zijn ellende en gevangenschap werd verlost. Wiesenthal verloor in de tweede we reldoorlog ruim tachtig (80) familiele den en verwanten, die vielen als slacht offers van Hitiers vernietigingspolitiek. Gegevens In mei 1945 meldde hij zich bij de Amerikaanse commissie voor de op sporing van oorlogsmisdadigers te Hei- delberg en bood deze zijn diensten aan. Omdat hij tijdens z'n gevangen schap kans had gezien een groot aan tal gegevens te verzamelen die van groot gewicht bleken te zijn. stelde ook de Amerikaanse geheime dienst be lang in zijn figuur en het duurde niet lang, of Wiesenthal werd een bruikbare geheime agent voor voornoemde in stelling. Met behulp van de Ameri kaanse Inlichtingendienst bouwde de agent in Wenen het Joodse documenta tiecentrum op en vestigde zich metter woon in deze hoofdstad. De ingenieur heeft dit documentatie centrum uitgebouwd tot een uitstekend geïnformeerd bureau inzake oorlogsmis daden en -misdadigers. Zeer veel nazi gangsters werden door Wiesenthal en zijn staf van medewerkers opgespoord en voor berechting aan de autoriteiten overgegeven. Toch heeft het documen tatiecentrum geen officiële status. Het is een particuliere instelling wat het succes des te groter doet zijn. Ook in de ontmaskering van een van Duitsland grootste jodenvernietigers, de S.S.-Obersturmbannführer Adolf Eich mann, had Simon Wiesenthal een zeer groot aandeel en één van zijn naaste medewerkers Turvia Friedmann was aanwezig, toen Eichmann op 11 mei 1960 te 18.15 uur werd gearresteerd, vlak voor zijn woning in San Fernan- do bij Buenos Aires. De arrestant leef de onder de naam van Richard Kle- mentz. Door de Israëlische arrestatie- ploeg onder leiding van Yehudi Shimo- ni werd hij per vliegtuig naar Tel Aviv in Israël overgebracht. Simon Wiesenthal verzamelde eveneens het documentatiemateriaal tegen Eich- mans voornaamste medewerker, de S.S.- Obersturmführer Erich Rajakowitsch, die thans in het Oostenrijkse Karinthië woont en om wiens uitlevering door de Nederlandse autoriteiten tevergeefs werd verzocht In tegenstelling tot hetgeen In de advertentie elders In deze Courant is vermeld, zal de uitzending van de intocht van Sint Nicolaas, die door de televisie in kleur wordt uitgezonden, en waarvoor w(j alle Soester kin deren uitnodigden om dit mee te maken, door ons niet verzorgd worden in „De Rank", maar in het verenigingsgebouw „Ludgardis" Vredehof straat 5. KONINGINNELAAN 74 SOEST Dir li Vellinga Korte Brinkweg 28 - Soestdijk Telefoon 2731 Begrafenis, Crematie, Transport (Rouwkamer) In het jaar 1968 zullen in Mexico City de XLXe olympische spelen worden ge houden. Op een hoogte van 2300 meter boven de zeespiegel zullen duizenden sportlieden elkaar in vele takken van sport bekampen om de gouden, zilve ren en bTonzen medailles en bovenal de eer. Nu al, een jaar voor de echter spelen zoekt men tijdens de voorolympische spelen uit wat voor invloed het Mexi caanse klimaat zal hebben op de pres taties. Deze factor die bij voorgaande spelen van weinig of geen belang was maakt de resultaten voor 1968 nog on zekerder dan anders, verrassingen zul len onvermijdelijk zijn. Een ding is echter nog wel zeker: er zullen weer records sneuvelen. Oude records, die voor enige jaren gevestigd werden, jonge, die niet langer dan en kele maanden of weken konden hou den. Het verschijnsel record is in wezen een eigenaardige zaak. Het woord is afge leid van het Engelse „recorded", wat vastgelegd of genoteerd betekent. Dat wat vastgelegd wordt is een toppresta tie. Om in de sport een record te kun nen vestigen moet die prestatie meet baar zijn, zoals de lengte (van een sprong of de afstand die door een wiel renner in een uur wordt afgelegd), tijd, wanneer de afstand bekend is en het er om gaat die afstand in zo kort mo gelijke tijd af te leggen of in gewichts eenheden bij het gewichtheffen. Toch zijn er meer mogelijkheden, bij het turnen kan men, evenals bij de 5- of 10-kamp een record vastleggen door het verzamelen van punten. Een van de voornaamste eigenschappen van een re cord. onverschillig van welk type, is dat het verbeterd wil worden, wat dan ook regelmatig gebeurt. Bovendien is het een zuiver individuele prestatie. Voor degeen die een record vestigt geldt in de voornaamste plaats de vol doening dat men in zijn poging is ge slaagd, dat men zijn verwachting heeft waargemaakt. De waarde van een record is ook vol komen relatief. Wanneer in een wille keurig land iemand een record vestigt kan het heel goed zijn dat het buiten de eigen grenzen totaal onbeduidend is. De vreugde van de recordhouder zal er niet minder om zijn. Hoe relatief of betrekkelijk een record Is kan men na gaan aan de hand van het volgende voorbeeld. 36 km per uur De Westduitse atleet Armin Hary oogst te destijds enorme bewondering toen hij als eerste de 100 meter in precies 10 seconden liep. Hij werd welhaast be keken als een snelheidsduivel. Zonder iets aan deze prestatie op zich te wil len afdoen zou het geen kwaad kunnen eens na te gaan wat sommige dieren op dit terrein presteren. Aangenomen dat die 10 seconden over 100 meter een top snelheid is, waarbij we buiten beschou wing laten of het voordeel van een vliegende start inplaats van een staande niet teniet zou worden gedaan door c n mindere eindsprint, dan komen we op een topsnelheid voor de mens van 36 km per uur. Een hert beweegt zich met een snelheid van 40 km, een gazelle haalt 85 km per uur. Als we de ge middelde snelheid van de menselijke atleten eens afmeten naar de mara thon-loop krijgen we een gemiddelde van ruim 19V2 km, in Tokio gevestigd door Bikila Abebe. Dat wordt al bijna door een varken gepresteerd, (17,5), een olifant sjokt in stevige pas van 36 tot 39 km gemiddeld per uur! Met hulpmiddelen komen we al wat verder, een wielrenner achter grote motoren kan soms tot boven de 120 km komen, maar het jachtluipaard of cheetah haalt die snelheid zonder gang maker. Altyd beter De eigenschap van records om verbe terd te willen worden, brengt met zich mee dat men vaak een verdere verbe tering voor onmogelijk houdt. Experts hebben wel gezegd dat de grens van het menselijk vermogen nu toch wer kelijk was bereikt. Soms lijkt dat ook wel te kloppen wanneer een record ja ren stand houdt, maar tenslotte vallen ook die. Het lijkt momenteel praktisch onmoge lijk dat iemand de 100 meter in min der dan 10 seconden zal lopen, maar hoogstwaarschijnlijk zal dat toch gaan gebeuren. De voortdurende verbeterin gen bij de training en b.v. in de voe ding hebben tot gevolg gehad dat in een betrekkelijk klein tijdvak de pres taties enorm toenamen, waardoor at leten van tien of twintig jaar terug met hun records van toen nu geen en kele rol meer zouden spelen. In min der dan 70 jaar werd bij het discus werpen voor heren de afstand meer dan verdubbeld, bij het zwemmen voor dames op de 400 meter vrije slag is sinds 1924 meer dan een minuut en twaalf seconden van het record afge trokken. De vermaarde Emil Zatopek zou op de 10.000 meter van nu geen enkele rol meer spelen. De grens Een van de vragen die bij het steeds scherper stellen van records ook steeds scherper naar voren komt is: waar ein digt dit? Het is geen vraag of het eindigt, want dat is een ding wat zeker is. Tenslotte kan een mens geen hon derd meter ver springen, evenmin als honderd meter hoog. De absolute grens voor het stellen van een record op de honderd meter sprint zou zijn dat men op hetzelfde moment aankomt als waar op men vertrokken is, wat onmogelijk is. Of er ooit een sprinter zal komen die er misschien 5 seconden over doet, is een andere zaak. Dat overigens die grens benaderd wordt blijkt misschien het best uit de neiging om hulpmiddelen te gaan gebruiken om het prestatievermogen op te voeren. Daarbij is het gebruik van stimulerende middelen niet het enige verschijnsel. Bij het polsstokhoogspringen gebruikt men een fiberglas-stok die zo buigzaam is dat de atleet als het ware over de lat heengegooid wordt door de extra kracht die hij meekrijgt. Wanneer er eens een super-fiberglas-stok wordt geconstru eerd die hem in staat stelt nog twee maal zo hoog te komen, rijst de vraag wie er zo goed is, de springer of de stok. Het accent van de prestatie wordt zo verlegd. Om die grens te verleggen heeft men meer geprobeerd, onder andere een zeer elastische springschoen waarmee een Rus in 1957 betere resultaten trachtte te verwezenlijken en een speer die uit bijna dertig gelijmde delen bestond en die door het gebrek aan vibratie zich zelf in de lucht niet afremde. Wanneer dergelijke dingen in de jacht op records zouden worden toegelaten zullen de prestaties zeker nog hoger komen te liggen. Maar wanneer de huidige normen wor den aangehouden zal het eind van de recordpogingen niet ver meer zijn. Influenza wordt veroorzaakt door een virus, dat het slijmvlies van de lucht wegen aantast. Als gevolg van die slijm vliesbeschadiging kunnen verschillende andere ziekteverwekkers toegang krij gen tot de longen en deze ontsteking veroorzaken. Niet altijd heeft een op deze wijze ont stane pneumonie longontsteking) een gevaarlijk karakter. Zeer gevreesd ech ter is de door een etterbacterie, de stafylococ, teweeggebrachte longontste king. Tijdens een influenza-epidemie doen zich niet alleen sterfgevallen voor door zulk een stafylococcenpneumonie. Naast de kans op dergelijke, door bacterieën veroorzaakte longontstekingen bestaat de mogelijkheid van het optreden ener pneumonie door directe inwerking van het influenza virus op de longen. De ernst van een epidemie, alsook de mate waarin complikaties optreden is afhan kelijk van het virustype. Veranderlyk In het jaar 1933 gelukte het de Engelse onderzoekers Smith, Andrewes en Laid- law om één der vormen, waarin het influenzavirus zich bij mensen kan voordoen, te isoleren. Sindsdien bestaat de mogelijkheid om met dergelijke vi russen in het laboratorium te experi menteren. Bij deze proefnemingen werd allereerst vastgesteld dat er A- en B-virussoorten moesten worden onderscheiden. Boven dien bleek dat zowel de A- als de B- stammen veranderlijk zijn! Zowel de bacterie- als de viruspneu- monie kunnen optreden bij tevoren ge heel gezonde mensen, er zijn echter verschillende groepen van personen die meer kans lopen dan anderen om zulk een longontsteking te krijgen. Aller eerst zijn het vooral de aanstaande moeders, die - naar de ervaring leert - dikwijls zeer gevoelig zijn voor een in- fluenzaviruslongontsteking, ook al ver tonen zij geen tekenen van zwakte of enigerlei andere stoornis. Vatbaar Veelvuldiger echter treedt de door bac teriën veroorzaakte longontsteking op bij bepaalde personen die tevoren aan de een of andere ziekte lijden of die weinig weerstand bezatten. In dit verband moeten de lijders aan diabetes worden genoemd: een ieder weet, dat deze patiënten slecht bestand zijn tegen allerlei vormen van bacte- riële besmetting: bij hen vormt de mogelijkheid van secundaire infectie met bacteriën daarom altijd een extra risi co wanneer zij influenza hebben. Ook mensen die vaak last van steen puisten hebben of die aan andere et terende processen lijden - dat wil zeg gen dat zij grote aantallen stafylococcen in hun lichaam herbergen - lopen grote kans een gevaarlijke secundaire stafy lococcenpneumonie te krijgen als com plicatie van influenza. Lijders aan chro nische bronchitis of andere ontstekin gen van de ademhalingsorganen herber gen een massa bacteriën. Vanzelfspre kend dreigt ook bij hen spoedig een bacteriële ontsteking. Inenten! Wat betreft de directe longaantasting door influenzavirus kan worden opge merkt, dat die vooral te vrezen is in gevallen waarbij de longen voortdu rend in ongunstige conditie zijn, zoals voorkomt bij lijders aan chronische hartgebreken. die stuwing in het long weefsel hebben veroorzaakt. Het is gewenst om mensen die tot de bovengenoemde categorieën behoren, bij voorbaat tegen influenza te beschermen en wel üoor middel van vaccinatie. Volgens gegevens van het „deskundi gencomité voor ziekten der ademha lingsorganen" van de Wereld Gezond heids Organisatie (de W.H.O.) heeft iemand, die tegen influenza is ingeënt 60 tot 70 procent minder kans om de ziekte te krijgen dan een niet gevac cineerde. Het toe te dienen vaccin dient te zijn bereid uit de influenzavirus- soorten die vermoedelijk in de naaste toekomst als ziekteverwekkers zullen optreden. Welk vaccin Was hierboven sprake van de ernstige complicatie longontsteking, die de dood ten gevolge kan hebben, de problemen van de griep zijn hiermee nog lang niet uitgeput. Ik stipte reeds aan dat er veel varianten van het influenzavirus bestaan en dat maakt de profylaxe - het samenstellen van het jaarlijkse vaccin - een ingewik kelde zaak. Gelukkig is er een zekere periodiciteit waargenomen in het op treden van de verschillende virussoor ten, maar zekerheid omtrent het virus type, dat een volgende epidemie zal veroorzaken, is er nooit geheel te ver krijgen. Een ander facet van de influenza is de maatschappelijke ontwrichting die er ontstaat wanneer een zeer groot aantal personen tijdens een griepgolf tegelijk ziek wordt en het dagelijkse werk daar door niet meer kan verrichten. Om aan zulke katastrofale toestanden het hoofd te kunnen bieden heeft men *rel over wogen om artsen en verpleegsters tegen griep te vaccineren: tijdens een epide mie lopen zij meer gevaar dan anderen besmet te worden, terwijl zij juist ge zond moeten blijven om de vele zie ken te kunnen behandelen. Jet-injector Tot die maatschappelijke ontwrichting behoort ook de omstandigheid dat openbare diensten niet meer functione ren of dat industriële contracten niet nagekomen kunnen worden. Massale in enting van personeel van instellingen en bedrijven heeft daarom al een ze kere ingang gevonden. Beslissingen hierover dienen uiteraard door de be drijfsarts - in overleg met de directie - te worden genomen. Interessant is het dat er voor dergelij ke inentingen op grote schaal sinds enkele jaren een nieuwe techniek be staat. Wordt bij individuele entingen het vaccin toegediend met behulp van een spuitje en een injektienaald, bij massale inentingen kan gebruik ge maakt worden van de zogenaamde jet- injector. Hierbij wordt een „straalinjec- tie" gegeven, een naald komt er niet te pas. Vanzelfsprekend heeft deze me thodiek belangrijke praktische en hy giënische voordelen. Boeken voor de ouders: Van Anrooy, De vogelboom. Keeping, David's wit te paard. Siegenbeek van Heukelom, Arabella de hemelkac. Ra, ra, wat is dat? Honderd en één kleuterraadseltjes. Van Vliet, Wat maken we van vouwblaadjes. Ulakowitcz, Plaatjes en praatjes. Studieboeken: Buddlngh'. Prisma cita tenboek. Van der Mijn, Verslag van een misverstand. Diemer und Fren- zel, Philosophie. Raju, Oosterse en westerse wijsbegeerte. Sauvage, So- krates. Zweig. Triomf en tragiek van Erasmus van Rotterdam. Lowne, Het leven van Kierkegaard. Hennig. Waar lag het paradijs? Jager, De humor van de bijbel in het christelijk leven. stilma, Vrijwillig levensbe lang. Gobry, Franciscus. Howard, De wereld herbouwd. Cuenter, Pro test der Jungen. Maatschappelijk werk- Faas, God, Nederland en de franje. Oud, Zeven hoofdstukken uit het jongste verleden. Dorfman, Prijs theorie. Handers. Van criminele sa- ken ende quaede feyten. De Neder- landsche wetboeken uitgegeven door J. A. Fruin. De Nederlandse wetboeken; supplement. Van Raalte, De Neder landse staat. De Goede, Aan de hand van de grondwet. Joesten, De Ame rikaanse geheime dienst. Lenselink, Vuurwapens van 1840 tot heden. Jung, De banden tussen het ik en het onbewuste. Hoving, Juf, daar zit een weduwe in de boom. Morus, De toe komst onthuld. Jongkees. Slecht ho ren. van der Lyke, Het spastische kind. Nijkamp, Leven en denken in de kleuterschool. Girardeaue Het avontuur der natuurwetenschap. Pe ter. Wiskunde spelenderwijs. Cole man. Relativiteitstheorie voor de leek. Barnett, Einstein und das Univer sum. Clark-Kennedy, Wat is ziekte eigenlijk? Uflacher. Elseviers hand boek voor moeder en kind. Kramer, Ik kan zeilen. Boon, Zo leert U skieën. De ervarene en verstandige hollandsche huishoudster. Den Har- tog. Nieuwe voedingsleer. Herwig. De nieuwe Herwig tuinplanten-encyclope die. De Vries, Bont. Bazin, Het Louvre. Timmers, Atlas van het Ro maans. Kandinsky, Het abstracte in de Kunst. Thwaites, Ich hasse die moderne Kunst. Gay, De schilder kunst van de achttiende eeuw. Kaan Kijk eens in de spiegel. Duras, Hi- roshima. mon amour. Moderne en cyclopedie der wereldliteratuur. Wil- son. The wild garden. Boon, Reser vaat. Huygens, Voorhout, kostelick mal en oogentroost. Van Ostayen, Verzameld werk. Van der Plas, On gerijmde rijmen. Pinter, De kamer. - De dienstlift. - De huisbewaarder. - De collectie. - De minnaar. Josefus, Het leven van Herodes. Kastner, Eine Auswahl. - Kastner, Herz auf Taille. Ajje ut ming vraogt dan mok zeige dak weer een nieuwe reeje hep evongde om meraokels bllete weeze dak un Soes- der bin. hebbe wullie in Soest weer eens een peerd bie ekreege om zun ouwe dag bie ongs te komme sliete. Daor hebbe wullie heulegaor geen om- kieke naor, waant da verzorrege de luu van de dierebescherreming. Naost da zullie bie nach en ontie opkomme veur ut weizien van alle diere of dat noeng een marremot of een ezel is, hebbe zullie ok nog eens ouwe van daage tehuus veur peerde. Mit behullep van partekeliere hebbe zullie een huus mit stalle en graaslaand gekoch waor zullie ouwe peerde liefde- riek opneeme. „De Peerdekaamp" an de Birrekstraot, de veurmaolige boerderie „Vosseveld". Der binne daor al heul wat peerde en der komme der ok nog steeds weer bie. Die peerde komme uut ut heule laand. Der is ok een peerd van cirkus Boltie- nie, ik schaat zo da circusbaos Tonie Boltienie um wel had wille houwe, maor waor mot zoi reizende cirkus- baos mit zo'n peerd naor toe. Toeng Boltienie hoorde datter in Soest, de gemeente waor hie ze resiedensie hep een tehuus was veur ouwe peerde, bedaacht ie zich geen menuut en kwaam mit zun peerde naor de Peerdekamp. Der binne der noeng zo mit mekaor al een heul stel. Ak ut goed hep bekeeke dan staot d'r ok un ingeruulde schim mel van Sinterklaof, maor ut ken ok heul goed weeze da zullie um van de groote kingdervriend moste stalle. Zaterdagmarrege kwam der weer een nieuwe loozjee, toenk da peerd zag konk me niet veurstelle dat hie in Soest kwaam om van zun ouwe dag te ge niete. Zo'n biester mooi peerd, ik schaat zo dattie ut peraadepeerd van ut tehuus zal worre. Ut is een peerd van de Riekspelissie en ut wier gebruukt veur ut petroelje rieje op ut straand tusse Berrege en Kastriekum. Mentor zo hiet da peerd, is nog un bar mooi peerd en nie an te zien dat tie is ofgedank. Maor omdattie un be- paolde leeftied had most ie mit onbe- taold pesjoen. En wat gaot er gebeure mit zo'n ofgedaankt peerd, eerst bie de groenteboer en dan bie de schilleboer en gao maor deur, steeds een stappie achteruut. En dat liek ming veur een peerd mit zo'n staot van dienst nie zo meraokels leuk. De pelissieman waormee ie 't straand reej, voelde ok nie biester veul veur zo'n oplossing. Terwijl an de slaachtplaots heulegaor nie wier edocht. Maor toch kwaam der nog een goeije oplossing. Mentor zouw naor un peer- derusthuus in Soest gaon. Da zoiets bestaot weete nie veul minse in ongs laand. Alleen echte peerdeliefhebbers, as Knelis, zeuke net zolaang tot zullie een plekkie evongde hebbe waor zullie der verzekerd van kenne weeze dan hun vriend een goeije ouwe dag zal hebbe. En da ken bie ongs in Soest. Mooje schoone staale, en een meraokels aordige verzorregster. Wa ken je je as peerd in ruste nog beter wense. De pelissieman die Mentors baos was brocht um zelluf naor Soest. Maor om dat de rit Berrege-Soest te veer was gong ut deuze keer mit un automobiel. Alle aore peerde, die al in de staale stinge, honge mit hun kop. hoofd zegge wullie peerdeliefhebbers, buute de deur. Ze waore bar nieuwsgierug naor de nieuwe loozjee. Mit mekaor hinnekte zullie un soort welkomslied. Hie waj meteen in de kring oppenome. Ut af- schied neeme gong un bietje moeje- luk, verder gong alles van een leijj» dakje. Ut eeltige prebleem binne net as over al de cente. Een peerd krieg naame- luk geen A.O.W. en hie hep ok geen zakcente gekreege zoda die ok niks op zij hep kenne legge veur z'n ouwe daag. Mit aore woorde, de peerde koste cen te, maor zullie bringe meestal niks mee. De Soester Dierebescherreming mot dan de kost en inwooning betaole. Noeng binne der gelukkug ok nog partekeliere die in de koste biedraoge. En der binne schaat ik zo in Soest nog wel een paor peerde- en aore diere- vrinde die wa bie wille draoge. Jie kan ming rustig glove, ak zeg da zullie der bar blie mee zalle weeze. Van Goyenlaan 156, tel. 5897. Op de Eng Naar aanleiding van uw artikel in de Soester Courant van 10-ll-'67, betref fende „kind van de aarde", dat de maan van de aarde afkomstig is. Dit wordt wel vrij algemeen aangeno men. Maar het doet er toch niet toe, wat haar ontstaan betreft of dit, zoals Dar- win geloofde, langzaam gebeurde of snel. Maar hierdoor is het kind der aarde niet bewezen. Het is n.1. zo dat waar kinderen zijn, ook ouders, grootouders, enz. zijn, tot we bij de twee eerste of is het toch één „de oerster" of als men geloven kan, God terecht komt? Als ik het goed heb, volgens Confie- sius, manlijk en vrouwelijk tegelijk. Hiermee heb ik getracht aan te tonen, dat. al hebben ze ontdekt dat de maan dezelfde samenstelling heeft als de aar de, dit nog geen ruggesteun is voor die theorie. L. SIEGEL Soest, 11-11 -'67. Kolonieweg 9.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1967 | | pagina 5