ÖsST EGSETTEN
OMZETSTIJGING DETAILHANDEL
KLEINER DAN IN 1966
1000 JAAR
ST. BERNHARD
KOMT U ONS HELPEN ALS
VERKOOPSTER?
VAN DAM SCHOENMODE
ZWARTE DISCRIMINATIE
HOESSEINS
MOEILIJKE KEUZE
DOORSMEREN
GARAGE BOSBOOM
BEHOORLIJKE
WINSTEN
zijn economische
noodzaak
Jaaroverzicht Kamer van Koophandel
t WAftutzelsai
Westen weigerde hulp
maar Moskou gaf wapens
Klaar terwijl u wacht
BEVEROL
SMEERSTATIOX
lil onze collectie
BRILMONTUREN
Fa. F. VOIflT
Een zeer vreemde
voorstellingswereld
POLITIETEL 4444
rEL. BRANDWEER 3 3 3 3
DINSDAG 16 JANUARI 1968
De kamer van Koophandel en Fabrie
ken voor Amersfoort en Omgeving heeft
een overzicht van de bedrijvigheid in
het gebied van de kamer in het af ge
lopen jaar het licht doen zien. Daaruit
blijkt onder meer, dat de detailhandel
het afgelopen jaar een omzetstijging te
zien heeft gegeven, zij het een geringe
re stijging dan in andere jaren. Dien
tengevolge konden niet alle bedrijven
het hoofd bieden aan de verder geste
gen kosten. De situatie dwong tot een
meer agressieve in- en verkooppoli tiek.
De boekhandel is niet ontevreden, al
lieten de netto-resultaten toch wel veel
te wensen over. De groei van de om
zet in de kleinhandel in huishoudelijke
artikelen was van belangrijk geringer
betekenis. De loonontwikkeling baart
hier grote zorgen, vooral omdat de
prijspolitiek van de regering geen uit
zicht opent op de zo dringend nodige
marge-verbetering.
De detailhandel in woningtextiel en
meubelen had een bevredigend verloop,
ofschoon de vrij sterke stijging van de
laatste jaren zich niet onverminderd
heeft voortgezet. Gunstig was in 1967
de omzetontwikkeling in de kledings-
VEfiLOVINGS - JUWELIER HORLOGER
REMBRANDTLAAN 18 - TEL. 02155-4785
Duizend jaar geleden is op de Sint
Bernhard aan de Zwitsers-Italiaanse
grens het beroemde klooster gesticht,
dat een onderdak zou verschaffen aan
de monniken die de zorg op zich zou
den nemen voor de reizigers die deze
pas moesten passeren.
De Zwitserse Alpen hebben door de
eeuwen heen een lastig obstakel ge
vormd voor het verkeer tussen noord
en zuid-Europa. Wel liepen er reeds
sinds mensen heugenis smalle berg
paden waarover men het liefelijke zui
delijke land kon bereiken, maar een
dergelijke tocht bleek voor mens en
dier toch niet van gevaren ontbloot.
Rovers en de woeste natuur waren
veelal oorzaak, dat velen de zonnige
dalen van het zuiden nimmer zagen.
Een van de voornamste verbindings
wegen tussen Zwitserland en Italië
voerde van oudsher over de Mont Jovis
of Berg van Jupiter, een van de hoog
ste en grimmige rotsmassieven van de
Alpen en hier was het, dat omstreeks
961 Bemard van Menthon een klooster
stichtte op een hoogte van ruim 2400
meter boven de zeespiegel. Nog steeds
vinden wij dit klooster op deze berg,
die tegenwoordig Sint Bernhard heet.
'20.000 gasten per jaar
De monniken, die hier hun leven aan
God wijdden en tevens zorg zouden
dragen voor de reizigers, die via het
smalle pad naar het noorden of zuiden
trokken en hen van voedsel en onder
dak voorzagen, hebben geen gemakke
lijk leven gehad, want de temperatu
ren op deze hoogte en in deze grimmi
ge woestenij zijn niet aantrekkelijk,
's Winters kan het er ongeveer dertig
graden vriezen en 's zomers blijft het
er nog heerlijk fris en wordt het meest
al niet warmer dan ongeveer 16 graden
boven nul.
De kloosterlingen bleven voor een groot
deel van het jaar geïsoleerd van de
buitenwereld, want de weg, die over de
pas voert, is bijna driekwart deel van
het jaar onbegaanbaar. De sneeuw kan
er soms meters hoog liggen en de mon
niken hadden de handen vol om de
omgeving van het klooster sneeuwvrij
te maken zodat zij zich buiten enigs
zins konden bewegen.
De inkomsten waren laag, want de
hulp aan reizigers was kosteloos en men
veronderstelde slechts dat de reiziger
het godvruchtig werk naar vermogen
met een gift in het offerblok zou belo
nen. In 1125 kregen de monniken het
recht op alle goederen, die voor dode
of levende reizigers werden achterge
laten, hetgeen ook geen ruime bron
van inkomsten mag worden genoemd.
Wanneer wij dan bezien, dat er veel
reizigers van de door de kloosterlingen
geboden logiesmogelijkheid gebruik
maakten, soms wel tot tien- of twintig
duizend per jaar, dan zal iedereen be
grijpen, dat de monniken tenslotte ge
noodzaakt waren een kleine vergoeding
voor kost en onderdak te vragen, aan
gezien zij anders niet in staat waren
het steunend werk voort te zetten.
Mensenredders
Het was reeds eeuwen gewoonte, dat
de monniken er op uit trokken om
\'erdwaalde of verongelukte reizigers
op te sporen. Zij trotseerden hierbij de
grootste gevaren, die de natuur in dit
grimmige en onherbergzame gebied een
mens in de weg kan leggen, doch hun
plicht ging voor alle
Door toeval kregen de monniken andere
helpers in de vorm van honden. Het
klooster en de kloosterlingen onder
vonden dikwijls last van rovers en on
gunstige elementen langs de weg en
daarom besloot men grote waakhon
den aan te schaffen. Zo kwamen de la
ter zo beroemde Sint-Bernhards om
streeks de helft van de zeventiende
eeuw in het klooster. Waar zij oor
spronkelijk vandaan kwamen is niet
bekend, maar zij zijn de kloosterlingen
van veel nut geweest.
Reeds spoedig ontdekten de monniken,
dat deze dieren een heel fijne neus
hadden en zelfs in staat waren een ver
ongelukte onder een sneeuwlaag te
vinden. Hun waaktaak ging toen gro
tendeels over in een reddingstaak. De
dieren voelden als het ware aan waar
men zonder gevaar kon gaan en staan
en op die manier leidden ze de redders
zonder ongelukken naar de slachtoffers.
Inmiddels is de moderne techniek
voortgeschreden en zijn er tunnels ge
komen die de verbinding aanmerkelijk
hebben verbeterd en de pas tot een
verlaten oord hebben gemaakt, waar
door klooster en kloosterlingen niet
meer kunnen werken in de vorm zoals
zij dit nu duizend jaar hebben gedaan.
Tegenwoordig is het klooster niet meer
dan een bezienswaardigheid geworden.
stoffenzaken. De mooie zomer heeft hier
stellig zijn stimulerende invloed doen
gelden.
In de bedieningszaken van het kruide-
niersbedrijf werd enige omzetstijging
geboekt, zij het afnemend ten opzichte
van het jaar daarvoor. Daarentegen-
over zette zich in de zelfbedieninesza-
ken - mede ten gevolge van de assor
timentsuitbreiding - de groei onver
minderd voort. Vooral in deze sector
zijn de moeilijkheden groot bij het op
lossen van de problemen rondom de
vijfdaagse werkweek van het personeel.
De prijzen in de detailhandel in melk
en zuivelproducten en in de slagersbe-
d rij ven vertoonden enige verhoging. De
omzetstijgingen namen echter af. De te
ruggang, die er in de detailhandel in
alcoholhoudende en alcoholvrije dran
ken ontstond als gevolg van de prijs
stijgingen, die de accijnsverhogingen te
weeg brachten, werd nog geenszins vol
ledig ingelopen. Wel viel er een duide
lijk herstel te constateren. De aandacht
wordt nu vooral gevestigd op de pro
blematiek, die de drank en verkoop door
zgn. cash- en carryzaken voor deze sec
tor met zich brengt.
De detailhandel in tabaksartikelen ver
toonde in het eerste half jaar een gun
stig beeld. De zomermaanden brachten
echter een aanmerkelijke teruggang.
Hierdoor konden de jaaromzetten van
1966 nauwelijks worden geëvenaard.
Een lichte verbetering trad in bij aan
vang van het derde kwartaal. De ver
kopen van de bij- en nevenartikelen
waren gunstig.
Het schoenherstellersbedrijf was niet
ontevreden over de bereikte resultaten.
De goede zomer beïnvloedde evenwel de
omzetsituatie op ongunstige wijze. Het
bleef moeilijk, goed personeel aan te
trekken. De voorheen dooreengenomen
lage lonen hebben hierop hun invloed.
Bij de banken was er een gunstige
groei, gekenmerkt door enerzijds een
gezonde stijging van de kredietverlening
aan handel en nijverheid en anderzijds
door een flinke toeneming van de ge
plaatste kredietgelden. De rentegiro
rekening werd als novum aan de bank-
facilitedten toegevoegd.
In de horecabedrijven nam de bedrij
vigheid bevredigend toe. Zij zullen zich
evenwel in toenemende mate dienen
aan te passen aan de zich duidelijk wij
zigende wensen van het publiek wat
variëteit, kwaliteit en prijs van het
product betreft. Dit vraagt in toenemen
de mate verdergaande investeringen.
De verkoopresultaten in de automobiel
bedrijven zijn na een aanvankelijk aar
zelend begin vooral in het tweede se
mester ten goede gekeerd. Het normale
groeipeil van personenauto's van 5
kon daardoor toch worden gehaald. Er
was een voorkeur voor wagens tussen
de ƒ6.000,en 7.000,De verkoop
van zware vrachtwagens liep terug. In
minderen mate was dit ook het geval
met de bestelwagen.
Bij de transportondernemingen werd de
bedrijvigheid sterk opgevoerd, alhoe
wel het traditionele internationale ver
voer terugslag ondervond van het con
tainervervoer. Daarnaast worden de in
grijpende plannen van de Duitse Mi
nister van Verkeer met grote bezorgd
heid tegemoet gezien. Het wordt in toe
nemende mate als een hinder onder
vonden, dat ondanks zijn centrale lig
ging Amersfoort nog niet beschikt over
een rechtstreekse lijndienst naar het
zuiden des lands. Herhaaldelijk overla
den en dientengevolge het vaak ont
staan van schade en vertragingen zijn
daarvan het gevolg.
In de rijwielbedrijven spitste de con
currentiestrijd zich toe. Bij de toeleve
ringsbedrijven voor de fiets- en brom-
fietsbranche ervoer men in het begin
van het jaar enige inzinking. Zij kon
echter spoedig worden overwonnen,
vooral ten gevolge van de uitbreiding
van de klantenkring.
Na een in bijna alle sectoren van het
drukkersbedrijf matig eerste half jaar
vertoonde na de zomervakantie de or
derontvangst een zo belangrijke stijging,
dat over het geheel genomen het jaar
1967 uiteindelijk geen ongunstig beeld
te zien geeft.
De bedrijvigheid in de verpakkings
industrie was qua omzet groter dan in
het vorig verslagjaar. Door voortgaan
de rationalisatie kon ook de winstmarge
worden verbeterd.
Een klimatologisch gunstig 1967 heeft
voor het bouw- en aannemersbedrijf
voor evenredig gunstige resultaten ge
zorgd. Aan de andere kant was er ech
ter een ongunstige uitwerking van de
stijgende lonen, de huurcompensatie de
verhoging van de sociale lasten en
vooral de felle concurrentie. Bovendien
was het bijna ondoenlijk om de zo ge
wenste continuiteit in de uitvoering te
realiseren. Daar kwam bij, dat bouw
opdrachten voor grotere woningbouw
projecten in het algemeen minder vlot
te krijgen waren. De groothandel in
bouwmaterialen was in 1967 goed van
orders voorzien.
Een en ander blijkt uit een gedetail
leerd overzicht van de bedrijvigheid in
het gebied van de Amersfoortse Kamer
Tan Koophandel in het afgelopen jaar
Steeds meer klanten bezoeken onze zaak.
Iedereen moet een royale keus geboden worden.
Iedereen moet prettig geholpen worden.
Goed geadviseerd worden.
Daar hebben wij u voor nodig als VERKOOPSTER.
Omdat uw leeftijd tussen 17 en 23 jaar ligt.
Omdat u ervaring heeft in het uitmuntend bedienen van klanten.
Daarom bent u belangrijk voor ons.
Daarom krijgt u niet alleen 's maandags vrij, 14 dagen vakantie in de
zomer en 10 dagen in de winter, maar ook het salaris dat u waard bent.
Belt u vanavond, uiterlijk morgenavond 3473 of 5889 voor deze zelf
standige baan.
TORENSTRAAT 5
SOEST
TELEFOON 3473
Wanneer men spreekt en schrijft over de discriminatie in de Verenigde Staten
denkt men uitsluitend aan de negers, die daarvan de nadelen ondervinden.
Minstens even sterk is de discriminatie van de zydc van de negers, maar door hun
sociaal-economische positie kunnen zij de blanken niet met gelijke munt betalen!
Ongetwijfeld ligt de oorzaak van de dis
criminerende gevoelens bij de negers in
de behandeling, die zij zo vele jaren
lang van de blanken hebben ondervon
den. Een neger(slaaf) was geen mens.
Als hij ziek was, werd hij dan ook door
de veearts behandeld. Men zag dit een
voudig biologisch. Een halfbloed (resul
taat van intieme betrekkingen tussen
blanke meesters en zwarte slavinnen)
had „sporen van menselijkheid". Maar
zelfs met een'achte negerbloed in de
aderen was men getekend, was men
geen mens.
Daardoor was ook de armste en meest
gedegenereerde blanke superieur.
Op bepaalde farms fokte men slaven,
werden de mannen gebruikt als fokdie-
ren, en waren ten aanzien van de vrou
wen begrippen zoals kuisheid en eer
baarheid eenvoudig niet toepasselijk.
Objectiviteit onmogelijk
De negers zijn van deze visie der blan
ken op hun ras diep doordrongen ge
raakt. Het gaat hun niet alleen maar om
de sociale misstanden, om het gebrek
aan kansen, om de discriminatie in be
roep en bedrijf, in clubs en hotels en
kerken. Dit zijn alleen maar symptomen
va* het denken der blanken ten aanzien
van de negers.
Ziet men een blanke met een zwarte
vrouw, dan is, in het oog der negers,
zijn doel alleen haar te gebruiken. Toe
nadering van blanken wordt niet op
prijs gesteld, men voelt zich als dieren
in een dierentuin, die bezichtigd worden.
Blanken, die hun best doen voor de ne
gers, worden maar al te veel gezien als
mensen, die trachten door concessies de
strijd van de negers te verzwakken.
Het door de blanken er in gehamerde
inferioriteitsbesef zit bij de neger zo
diep. dat het hem belemmert in een ob
jectieve kijk op de problemen. En bij
mensen zoals Stokely Carmichael slaat
het om in een felle, niets ontziende haat,
die desnoods heel blank Amerika ver
nietigen wil.
Tussen wal en schip
Wanneer blanken en negers (bijv. in een
huwelijk) terecht komen in de blanken
maatschappij, zitten ze daar tussen wal
en schip. Want de blanke heeft zich
gedeclasseerd. Maar wanneer ze het zoe
ken in de negermaatschappij, treft hen
daar precies hetzelfde lot. Een neger,
die met een blanke trouwt, wordt even
min geaccepteerd en de blanke, hetzij
man of vrouw, wordt wantrouwend en
minachtend bejegend. In bepaalde krin
gen (intellectuelen, kunstenaars) valt dit
niet zo erg op, maar de openbare me
ning windt er geen doekjes om.
Uit bepaalde „blanke" kerken worden
negers geweerd.
Maar de blanke behoeft zich niet te
verbeelden, dat hij, ondanks alle chris
telijke broederschap, in iedere neger-
kerk welkom is. Men heeft daar geen
pottenkijkers nodig.
In bepaalde organisaties werken blanken
en kleurlingen uitstekend samen, maar
zij vormen de „upper crust" en worden
door de „rank and file", de doorsnee-
neger, met wantrouwen bekeken.
De volstrekte, zelfs biologische scheiding
tussen zwarten en blanken in het ver
leden wordt door vele negers doorge
trokken in het heden. Er is geen men
selijke band tussen hen en de blanken.
Organisaties zoals de Zwarte Moslims
komen daar rond voor uit. De blanke
is de vijand. De Amerikaanse samenle
ving, de blanke samenleving, is vreemd
en vijandig, moet bestreden en als het
kan vernietigd worden. Mensen zoals
Martin Luther King zijn geen vlees en
geen vis; die proberen te pacteren met
de erfvijand.
En de blanke Amerikanen, niet alleen in
het zuiden, dragen in woord en daad
iedere dag, ieder uur nieuwe brandstof
bij op dit vuur. De scholing, die vele
negers in Vietnam krijgen, kan de Ver-
ennigde Staten wel eens zwaar opbre
ken
Zwarte bril
Men is er niet, met de negers toe te
laten op scholen, in kerken en hotels,
hun gelijke kansen te geven op een
baan, hen uit hun krotbuurten te ha
len En zelfs hiermee is nog maar
nauwelijks ergens een begin gemaakt.
De scheiding tussen blank en zwart zit
veel dieper.
De neger, voorheen slechts gezien als
fok- en lastdier, weet, dat alle discrimi
natie vanuit dit beginsel stamt, en vindt
elke dag nieuwe bewijzen, dat die op
vatting bij de blanken nog steeds leeft
Zijn onuitroeibaar wantrouwen ziet die
bewijzen zélfs waar ze niet zijn.
Voor deze strijdbare groep negers is er
in feite geen kans op verbetering. Het
gaat hun niet om de toestanden, maar
om de principes, waaruit die toestanden
logisch voortvloeien.
Iedere blanke geeft hun wéér het ge
voel: voor jou zijn wij geen mensen.
En al wat de blanke doet, met de beste
bedoelingen, met de meest oprechte in
tentie, kunnen ze niet anders zien dan
door de zwarte bril.
In 't verleden ligt het heden
XfPMOHl
STEENH0FFSTR 53 TEL 2862 SOEST
Koning Hoessein poogt onafgebroken en
als enige Arabische leider de wereld er
van te doordringen dat hij iets geleerd
heeft van de oorlog tegen Israël. Dit
bleek al duidelijk uit zijn houding op de
topconferentie in Karthoem en het zal
van de capaciteiten van de koning zelf
afhangen of op den duur de monarchie
en de onafhankelijkheid van zijn land
blijven voortbestaan.
Deze heerser heeft na afloop van de
oorlog tegen Israël, alle gebied ten
westen van de rivier de Jordaan ver
loren, een gebied dat voor meer dan
een derde uit landbouwgronden be
staat. Daarnaast verspeelde de vorst bij
na de helft van zijn onderdanen als
mede het gezag over Jeruzalems bin
nenstad. Gelet op het voorgaande zal
het 2.000.000 inwoners tellende Jorda
nië het economische gezien in de naas
te toekomst zeer moeilijk krijgen. Het
woestijngebied dat Hoessein heeft be
houden biedt weinig of geen mogelijk
heden en geen enkele economische le
vensvatbaarheid.
Politiek gezien ziet de toestand er even
min rooskleurig voor de koning uit. In
het noorden wacht Syrië, in het oos
ten Irak en in het zuiden Saoedi-Ara-
bië om de in hun ogen eigengereide
vorst en afvallige bondgenoot uit te
schakelen en van zijn troon te stoten.
Smalle basis
Koning Hoessein steunt voornamelijk op
de Bedoeïnen van de stam van Ben
Soekr en op die van Howeitat, die de
vorst zondermeer trouw zijn.
Gedurende de zesdaagse oorlog tegen
Israël heeft de koning zich zowel bij
voor- als tegenstanders doen kermen
als aanhanger van de Arabische zaak,
terwijl de vorst opviel door zijn per
soonlijke moed en doortastendheid wel
ke overal bewondering afdwongen. De
Jordaanse vorst is actief bezig zijn re
gime te verstevigen en poogt daarnaast
van de grote mogendheden hulp en bij
stand voor zijn in nood verkerend land
te verkrijgen.
Zijn plannen zijn gefundeerd op drie
gronden en wel: le. bevordering van
een gunstige opbouw en stabiliteit van
de nationale economie door ruime fi
nanciële hulp van het westen; 2e terug
keer tot de territoriale situatie van het
land zoals deze was voor de 5de juni
1967 en 3e. de wederopbouw en mo
dernisering van het leger, in het bij
zonder van het tankwapen en van de
luchtmacht. Voor dat welslagen van
dit plan bezocht hij achtereenvolgens
Amerika, Engeland, Frankrijk, Spanje
en het Vaticaan, doch hij keerde met
lege handen terug.
Bedelreis
Een tweede reis bracht hem naar Per-
zië, Pakistan, Turkije, Algerije en de
Libanon, doch ook uit deze landen
kwam voor Hoessein geen hulp. Zijn
derde tocht voerde hem naar Moskou,
waar de vorst door de rode machtheb
bers allervriendelijkst werd ontvangen.
In het Kremlin gaf men niet alleen alle
eer aan zijn waardigheid en afkomst
verbonden, maar tevens de gevraagde
hulp voor opbouw en modernisering
van het leger.
De monarch wéét, dat hij door het
aanvaarden van de Russische hulp en
bijstand op een keerpunt is aangeko
men en nu zal hebben te beslissen of
hij de door Israël gevraagde prijs voor
een overeenkomst met dat land wenst
te betalen of zich geheel en al moet
keren tot de Sowjet-Unie, die tot alle
door de koning gevraagde militaire en
financiële hulp bereid is.
In dit laatste geval kunnen hernieuwde
moeilijkheden met Israël niet uitblij
ven. De absolute vorst heeft nu te kie
zen in het prijsgeven voor altijd van
een deel van het Jordaanse gebied aan
Israël en in het andere geval het weder
opnemen en of voortzetten - met Rus
sische hulp - van het oude conflict met
Israël.
Zijne majesteit wacht met oosterse ge
latenheid dat aan fatalisme doet den
ken, de loop der dingen af en ver
klaarde schouderophalend dat de we
reld ten onder gaat wanneer de tijd
daarvoor rijp is.
Te jong
Hoessein ibn Talal ibn Abdoellah el
Hashin, werd in 1935 in Amman - even
als Rome gebouwd op zeven heuvelen -
geboren en is in de één en veertigste
generatie een lijnrechte afstammeling
van Mohammed, die zich de profeet
van Allah noemde. Hij studeerde in En
geland, maar moest in 1952 zijn studie
afbreken teneinde zijn vader Talal, die
ernstig ziek in een kliniek in Turkije
werd verpleegd, op te volgen. De jonge
man werd bij zijn terugkeer in Jorda
nië geconfronteerd met een groot aan
tal moeilijkheden en problemen van
economische, militaire en van politieke
aard en bleek in feite nog te jong om
te regeren.
Hij keerde op verzoek van Egypte En
geland de rug toe, ontsloeg de Engelse
opperbevelhebber van zijn door Engelse
officieren goed getrainde leger, generaal
John Bogot Glubb, beter bekend onder
de naam van Glubb Pasha en sloot
daarop in 1S56 met Nasser een niet-
aanvalsverdrag. Om zijn politieke te
genstanders in Jordanië alle Invloed te
ontnemen, schreef de vorst algemene
verkiezingen uit en reorganiseerde het
bestuur van zijn land in democratische
zin.
In 1957 werd de eerste aanslag op het
leven van de koning gepleegd en in
de loop der jaren volgden meer pogin
gen om de koning van het leven te be
roven. Deze aanslagen werden toege
schreven aan het werk van Nassers ge
heime agenten maar konden door de
lijfwacht van Hoessein worden voor
komen of verijdeld.
Diplomaat
Koning Hoessein I is een innemend
mens, klein van stuk (1.64 m) en een
uitstekend diplomaat en politicus. Hij
is een goed vlieger, paardrijder en auto
mobilist met een voorliefde voor Duitse
auto's (Mercedes en Porsche 911). Hij is
voor de tweede maal gehuwd met de
dochter van een Britse officier. Zij
kreeg de titel van prinses. Uit dit hu
welijk werden twee kinderen geboren:
prins Abdoellah, 5 jaar oud en prins
FeisaK die 3 jaar oud is.
Het koninklijk gezin bewoont een land
huis bij de hoofdstad. Zijne majesteit
blijkt voor alles een nuchter denkend
mens te zijn, die geen enkele waarde
hecht aan de Mohammedaanse ritus,
doch zich in plaats daarvan hoofdza
kelijk bezig houdt met de bestudering
van internationaal politieke en econo
mische vraagstukken en met de om
vorming en modernisering van zijn uit
stekende ruiters en schutters tot moder
ne In tanks en vanuit vliegtuigen ope
rerende krijgers. De arabische vorst
weet dat hij niet op Allah kan of moet
vertrouwen, doch wel op een gunstig
economisch klimaat en op de trouw van
zijn Bedoeïnen.
Geen langdurige wachttijd daar er 2
smeerbruggen ten dienste staan.
Vakkundig personeel.
Eerste klas smeermiddelen.
Birkstraat 105
Soest - Telef. 3256
Een voortduren van de welvaartsstij
ging kan alleen bereikt worden door
groei van ons economisch leven. Dit
laatste kan men ook niet uit een hoed
toveren. Daarvoor is nodig dat er ka
pitaal aanwezig is. Dat kapitaal kan er
alleen komen als er in de onderne
mingsgewijze produktie voldoende winst
wordt gemaakt.
Op deze aloude waarheid is nog weer
eens alle nadruk gelegd door de spre
kers op het congres van het Verbond
van Nederlandse Werkgevers en het
Centraal Sociaal Werkgeversverbond,
die voortaan gefuseerd door het leven
zullen gaan onder de naam Verbond
van Nederlandse Ondernemingen.
Het is niet een vanzelfsprekende zaak
wanneer de ondernemers de econo
mische problematiek stellen zoals hier
boven vermeld. Niet de winst voor de
kapitalist of de ondernemer is een kaal
thema van werkgeversoverpeinzingen.
Evenmin wordt met groei bedoeld dat
de bedrijven van de kapitalisten steeds
groter en machtiger moeten worden.
Uitgangspunt
Het welvaartsbegrip wordt helemaal
niet op ondernemers toegepast. Er wordt
eenvoudig van uitgegaan dat een onder
nemer alle welvaart heeft waarover
maar beschikt kan worden.
Over dit laatste zou al heel wat gezegd
kunnen worden, want zelfs een onder
nemer dient een niet te guur klimaat te
hebben om zijn activiteiten te willen
voortzetten. Laten wij echter de wel
vaartstoeneming trachten aan alle deel
hebbers aan het maatschappelijk leven
toe te schuiven. Toeneming van natio
nale welvaart wil zeggen dat er meer
geld, gebruiksgoederen, reserves en vrije
tijd in doorsnee ter beschikking zal
staan dan tot nu toe. Het ligt er dik
bovenop dat er dan meer geproduceerd
moet worden. Wij komen dan op de
groei van ons economisch leven.
Groei kan betekenen dat de fabrieken
groter worden. Het kan ook inhouden
dat een zelfde fabriek met dezelfde be
zetting meer produktie maakt. Kost
prijsverlaging van goederen is evenzeer
een vorm van groei, omdat men bij
goedkopere afzet de consumenten geld
in handen laat houden om andere arti
kelen te kopen.
Geld nodig
Voor groei moet je nu eens een andere
methode invoeren dan weer een betere
of snellere machine plaatsen. Soms heb
je meer machines en minder mensen
nodig bij groei. Soms wordt een groter
gebouw gewenst, soms ook een kleiner,
maar doelmatiger ingericht gebouw. Al
deze voorzieningen kosten geld.
Dat geld moet komen uit de kassen van
ondernemers. Die moeten derhalve winst
maken en wel zoveel dat zij hun mede
werkers ervan kunnen betalen, de ka
pitaalverschaffers, zichzelf en de groei
van de produktie. Winst is derhalve de
bron van de maatschappelijke vooruit
gang. Zij is een levensvoorwaarde voor
de toekomst van ons volk. Wij moeten
dus ophouden met onze discussies over
winstdeling. Die komen pas aan de or
de als er eerst flink winst wordt ge
maakt.
Ir. de afgelopen jaren hebben wij de
winsten van ondernemingen flink aan
gepakt. Wij hebben er bijvoorbeeld een
deel afgenomen om hogere lonen te
kunnen gaan betalen.
Onvoldoende
Wij kunnen erover discussiëren of het
teveel of te weinig is geweest, een feit
blijft het dat er onvoldoende aan winst
is overgebleven om het groeiproces in
de wereld bij te houden. Want in alle
landen en werelddelen zwoegt men om
de welvaart te vergroten.
De Amerikanen, die met een moderner
produktie-apparaat dan de Europeanen
een grotere winst kunnen maken, lo
pen in groeitempo steeds meer uit op
de rest van de wereld. Wij kunnen het
tempo van groei niet bijhouden als wij
niet een groter deel van de bedrijfs
winsten voor de groei bestemmen. En
zelfs dan schieten wij te kort.
Bedrijf, ondernemer en werknemers
zullen dus de handen Ineen moeten
slaan om samen de groei te financieren.
Uit uitgekeerde winst. Uit 'ngehouden
winst, maar ook uit lonen en salaris
sen.
Werk
Dit is noodzakelijk om ook waarbor
gen te scheppen voor onze werkgele
genheid. Want werkgelegenheid hangt
af van de verkoop van onze produkten
waar ook ter wereld. Bij stagnaties in
de afzet moet een bedrijf daarnaast
voldoende reserves hebben om deuken
in de bedrijfsdrukte te kunnen finan
cieren.
Minister De Block van economische za
ken heeft duidelijk gesteld dat de weer
stand van een aantal bedrijven door de
voortdurende winstdaling ernstig is aan
getast. En op het moment dat de weer
stand van een bedrijf verdwenen is
worden de werknemers ontslagen, De
vakbonden kunnen dan nog kort of
lang praten over de wijze waarin zij
in een ontslagprocedure betrokken zijn,
maar als er geen ge'd meer in kas is
zal de loonbetating ophouden.
Wij zullen de ondernemingen goede
winsten moeten gunnen. Wat :r met die
winst gebeurt kan later bediscussieerd
worden. Voorts zullen wij de financie
ring van de groei moeten aanvaarden
als een nationale belasting. Dat bete
kent een opvoeren van onze besparin
gen, die nu op een niveau liggen van
18 a 19 °/o van het nationale inkomen
naar een hoogte die enkele procenten
boven de twintig ligt.
Kosten
Wij zullen voorts moeten onderzoeken
hoe wij onze produkten zo goedkoop
mogelijk kunnen distribueren over ons
land en de wereld. Dat eist een voort
durende bereidheid om het tot nu toe
als normaal aanvaarde op te breken en
te veranderen door efficiënte methoden.
In Europees verband gezien zullen be
paalde bedrijfstakker kunnen uitbrei
den, terwijl andere zullen moeten in
krimpen.
Dit aanpassingsproces zal de onzeker
heid over verworven posities en betrek
kingen vermeerderen. Vandaag is men
nuttig en morgen overbodig. Dat bete
kent een noodzaak tot sociale begelei
ding van onvermijdelijke economische
wijzigingen. Alleen medewerking aan
dit harde en gejaagde proces zal onze
economie in evenwicht kunnen houden
waarbij wij voorlopig een gemakkelijke
hausse wel kunnen verwerpen.
Wij zullen er weer hard voor moeten
boksen maar onze ligging in de weTeld
en de kwaliteiten van onze mensen zijn
voldoende waarborgen voor de haal
baarheid van onze welvaartsrace.
Is er zeker een naar uw keus
Burgem Grothestraat 30
Erkend zlekenfondsleverancier
De vele zegswijzen en uitdrukkingen die
in onze spreek- en schrijftaal voortle
ven zijn er evenzovele bewijzen voor
hoe er 9teeds over een orgaan als het
hart gedacht is en zulke voorstellingen
hebben, ondanks alle beschaving en al
le vooruitgang, meestal een hardnekkig
leven in het denken en voelen van de
mensheid. Een beknopte bloemlezing
van zulke gezegden kan dit gezichts
punt misschien verduidelijken.
„Het hart op de juiste plaats hebben"
betekent: rechtschapen zijn: „zijn hart
vasthouden" geeft uitdrukking van
iemands bezorgdheid; „het hart op de
tong dragen" of „van zijn hart geen
moordkuil maken" staat voor zoiets als
loslippigheid; „iemand een hart onder
de riem steken" wil zeggen dat men de
persoon in kwestie bemoedigt.
Ik wil hier niet naar volledigheid stre
ven, daarom nog slechts een paar an
dere voorbeelden: „zijn hart ophalen",
„iemand iets op het hart binden (of
drukken)", „de hand over het hart strij
ken", „om het hart slaan", „met hart en
ziel", „ter harte nemen", „ter harte
gaan", „van ganser harte".
Chirurgie
Nu gaat de ontwikkeling op het gebied
van de orgaantransplantaties nog snel
ler dan men eigenlijk had durven ho
pen. Er zijn in de laatste iaren al meer
dan tweeduizend nieren getransplan
teerd, er zijn ook enkele mensen in le
ven met een levertransplantaat. Begin
vorig jaar gaf prof. dr. N. G. M. Orie,
hoogleraar in de longziekten aan de
Rijksuniversiteit te Groningen, als zijn
mening dat het binnenkort mogelijk
zou zijn om bij de mens een nieuwe
long te implanteren.