ÖsST EGSETTEN OMZETSTIJGING DETAILHANDEL KLEINER DAN IN 1966 1000 JAAR ST. BERNHARD KOMT U ONS HELPEN ALS VERKOOPSTER? VAN DAM SCHOENMODE ZWARTE DISCRIMINATIE HOESSEINS MOEILIJKE KEUZE DOORSMEREN GARAGE BOSBOOM BEHOORLIJKE WINSTEN zijn economische noodzaak Jaaroverzicht Kamer van Koophandel t WAftutzelsai Westen weigerde hulp maar Moskou gaf wapens Klaar terwijl u wacht BEVEROL SMEERSTATIOX lil onze collectie BRILMONTUREN Fa. F. VOIflT Een zeer vreemde voorstellingswereld POLITIETEL 4444 rEL. BRANDWEER 3 3 3 3 DINSDAG 16 JANUARI 1968 De kamer van Koophandel en Fabrie ken voor Amersfoort en Omgeving heeft een overzicht van de bedrijvigheid in het gebied van de kamer in het af ge lopen jaar het licht doen zien. Daaruit blijkt onder meer, dat de detailhandel het afgelopen jaar een omzetstijging te zien heeft gegeven, zij het een geringe re stijging dan in andere jaren. Dien tengevolge konden niet alle bedrijven het hoofd bieden aan de verder geste gen kosten. De situatie dwong tot een meer agressieve in- en verkooppoli tiek. De boekhandel is niet ontevreden, al lieten de netto-resultaten toch wel veel te wensen over. De groei van de om zet in de kleinhandel in huishoudelijke artikelen was van belangrijk geringer betekenis. De loonontwikkeling baart hier grote zorgen, vooral omdat de prijspolitiek van de regering geen uit zicht opent op de zo dringend nodige marge-verbetering. De detailhandel in woningtextiel en meubelen had een bevredigend verloop, ofschoon de vrij sterke stijging van de laatste jaren zich niet onverminderd heeft voortgezet. Gunstig was in 1967 de omzetontwikkeling in de kledings- VEfiLOVINGS - JUWELIER HORLOGER REMBRANDTLAAN 18 - TEL. 02155-4785 Duizend jaar geleden is op de Sint Bernhard aan de Zwitsers-Italiaanse grens het beroemde klooster gesticht, dat een onderdak zou verschaffen aan de monniken die de zorg op zich zou den nemen voor de reizigers die deze pas moesten passeren. De Zwitserse Alpen hebben door de eeuwen heen een lastig obstakel ge vormd voor het verkeer tussen noord en zuid-Europa. Wel liepen er reeds sinds mensen heugenis smalle berg paden waarover men het liefelijke zui delijke land kon bereiken, maar een dergelijke tocht bleek voor mens en dier toch niet van gevaren ontbloot. Rovers en de woeste natuur waren veelal oorzaak, dat velen de zonnige dalen van het zuiden nimmer zagen. Een van de voornamste verbindings wegen tussen Zwitserland en Italië voerde van oudsher over de Mont Jovis of Berg van Jupiter, een van de hoog ste en grimmige rotsmassieven van de Alpen en hier was het, dat omstreeks 961 Bemard van Menthon een klooster stichtte op een hoogte van ruim 2400 meter boven de zeespiegel. Nog steeds vinden wij dit klooster op deze berg, die tegenwoordig Sint Bernhard heet. '20.000 gasten per jaar De monniken, die hier hun leven aan God wijdden en tevens zorg zouden dragen voor de reizigers, die via het smalle pad naar het noorden of zuiden trokken en hen van voedsel en onder dak voorzagen, hebben geen gemakke lijk leven gehad, want de temperatu ren op deze hoogte en in deze grimmi ge woestenij zijn niet aantrekkelijk, 's Winters kan het er ongeveer dertig graden vriezen en 's zomers blijft het er nog heerlijk fris en wordt het meest al niet warmer dan ongeveer 16 graden boven nul. De kloosterlingen bleven voor een groot deel van het jaar geïsoleerd van de buitenwereld, want de weg, die over de pas voert, is bijna driekwart deel van het jaar onbegaanbaar. De sneeuw kan er soms meters hoog liggen en de mon niken hadden de handen vol om de omgeving van het klooster sneeuwvrij te maken zodat zij zich buiten enigs zins konden bewegen. De inkomsten waren laag, want de hulp aan reizigers was kosteloos en men veronderstelde slechts dat de reiziger het godvruchtig werk naar vermogen met een gift in het offerblok zou belo nen. In 1125 kregen de monniken het recht op alle goederen, die voor dode of levende reizigers werden achterge laten, hetgeen ook geen ruime bron van inkomsten mag worden genoemd. Wanneer wij dan bezien, dat er veel reizigers van de door de kloosterlingen geboden logiesmogelijkheid gebruik maakten, soms wel tot tien- of twintig duizend per jaar, dan zal iedereen be grijpen, dat de monniken tenslotte ge noodzaakt waren een kleine vergoeding voor kost en onderdak te vragen, aan gezien zij anders niet in staat waren het steunend werk voort te zetten. Mensenredders Het was reeds eeuwen gewoonte, dat de monniken er op uit trokken om \'erdwaalde of verongelukte reizigers op te sporen. Zij trotseerden hierbij de grootste gevaren, die de natuur in dit grimmige en onherbergzame gebied een mens in de weg kan leggen, doch hun plicht ging voor alle Door toeval kregen de monniken andere helpers in de vorm van honden. Het klooster en de kloosterlingen onder vonden dikwijls last van rovers en on gunstige elementen langs de weg en daarom besloot men grote waakhon den aan te schaffen. Zo kwamen de la ter zo beroemde Sint-Bernhards om streeks de helft van de zeventiende eeuw in het klooster. Waar zij oor spronkelijk vandaan kwamen is niet bekend, maar zij zijn de kloosterlingen van veel nut geweest. Reeds spoedig ontdekten de monniken, dat deze dieren een heel fijne neus hadden en zelfs in staat waren een ver ongelukte onder een sneeuwlaag te vinden. Hun waaktaak ging toen gro tendeels over in een reddingstaak. De dieren voelden als het ware aan waar men zonder gevaar kon gaan en staan en op die manier leidden ze de redders zonder ongelukken naar de slachtoffers. Inmiddels is de moderne techniek voortgeschreden en zijn er tunnels ge komen die de verbinding aanmerkelijk hebben verbeterd en de pas tot een verlaten oord hebben gemaakt, waar door klooster en kloosterlingen niet meer kunnen werken in de vorm zoals zij dit nu duizend jaar hebben gedaan. Tegenwoordig is het klooster niet meer dan een bezienswaardigheid geworden. stoffenzaken. De mooie zomer heeft hier stellig zijn stimulerende invloed doen gelden. In de bedieningszaken van het kruide- niersbedrijf werd enige omzetstijging geboekt, zij het afnemend ten opzichte van het jaar daarvoor. Daarentegen- over zette zich in de zelfbedieninesza- ken - mede ten gevolge van de assor timentsuitbreiding - de groei onver minderd voort. Vooral in deze sector zijn de moeilijkheden groot bij het op lossen van de problemen rondom de vijfdaagse werkweek van het personeel. De prijzen in de detailhandel in melk en zuivelproducten en in de slagersbe- d rij ven vertoonden enige verhoging. De omzetstijgingen namen echter af. De te ruggang, die er in de detailhandel in alcoholhoudende en alcoholvrije dran ken ontstond als gevolg van de prijs stijgingen, die de accijnsverhogingen te weeg brachten, werd nog geenszins vol ledig ingelopen. Wel viel er een duide lijk herstel te constateren. De aandacht wordt nu vooral gevestigd op de pro blematiek, die de drank en verkoop door zgn. cash- en carryzaken voor deze sec tor met zich brengt. De detailhandel in tabaksartikelen ver toonde in het eerste half jaar een gun stig beeld. De zomermaanden brachten echter een aanmerkelijke teruggang. Hierdoor konden de jaaromzetten van 1966 nauwelijks worden geëvenaard. Een lichte verbetering trad in bij aan vang van het derde kwartaal. De ver kopen van de bij- en nevenartikelen waren gunstig. Het schoenherstellersbedrijf was niet ontevreden over de bereikte resultaten. De goede zomer beïnvloedde evenwel de omzetsituatie op ongunstige wijze. Het bleef moeilijk, goed personeel aan te trekken. De voorheen dooreengenomen lage lonen hebben hierop hun invloed. Bij de banken was er een gunstige groei, gekenmerkt door enerzijds een gezonde stijging van de kredietverlening aan handel en nijverheid en anderzijds door een flinke toeneming van de ge plaatste kredietgelden. De rentegiro rekening werd als novum aan de bank- facilitedten toegevoegd. In de horecabedrijven nam de bedrij vigheid bevredigend toe. Zij zullen zich evenwel in toenemende mate dienen aan te passen aan de zich duidelijk wij zigende wensen van het publiek wat variëteit, kwaliteit en prijs van het product betreft. Dit vraagt in toenemen de mate verdergaande investeringen. De verkoopresultaten in de automobiel bedrijven zijn na een aanvankelijk aar zelend begin vooral in het tweede se mester ten goede gekeerd. Het normale groeipeil van personenauto's van 5 kon daardoor toch worden gehaald. Er was een voorkeur voor wagens tussen de ƒ6.000,en 7.000,De verkoop van zware vrachtwagens liep terug. In minderen mate was dit ook het geval met de bestelwagen. Bij de transportondernemingen werd de bedrijvigheid sterk opgevoerd, alhoe wel het traditionele internationale ver voer terugslag ondervond van het con tainervervoer. Daarnaast worden de in grijpende plannen van de Duitse Mi nister van Verkeer met grote bezorgd heid tegemoet gezien. Het wordt in toe nemende mate als een hinder onder vonden, dat ondanks zijn centrale lig ging Amersfoort nog niet beschikt over een rechtstreekse lijndienst naar het zuiden des lands. Herhaaldelijk overla den en dientengevolge het vaak ont staan van schade en vertragingen zijn daarvan het gevolg. In de rijwielbedrijven spitste de con currentiestrijd zich toe. Bij de toeleve ringsbedrijven voor de fiets- en brom- fietsbranche ervoer men in het begin van het jaar enige inzinking. Zij kon echter spoedig worden overwonnen, vooral ten gevolge van de uitbreiding van de klantenkring. Na een in bijna alle sectoren van het drukkersbedrijf matig eerste half jaar vertoonde na de zomervakantie de or derontvangst een zo belangrijke stijging, dat over het geheel genomen het jaar 1967 uiteindelijk geen ongunstig beeld te zien geeft. De bedrijvigheid in de verpakkings industrie was qua omzet groter dan in het vorig verslagjaar. Door voortgaan de rationalisatie kon ook de winstmarge worden verbeterd. Een klimatologisch gunstig 1967 heeft voor het bouw- en aannemersbedrijf voor evenredig gunstige resultaten ge zorgd. Aan de andere kant was er ech ter een ongunstige uitwerking van de stijgende lonen, de huurcompensatie de verhoging van de sociale lasten en vooral de felle concurrentie. Bovendien was het bijna ondoenlijk om de zo ge wenste continuiteit in de uitvoering te realiseren. Daar kwam bij, dat bouw opdrachten voor grotere woningbouw projecten in het algemeen minder vlot te krijgen waren. De groothandel in bouwmaterialen was in 1967 goed van orders voorzien. Een en ander blijkt uit een gedetail leerd overzicht van de bedrijvigheid in het gebied van de Amersfoortse Kamer Tan Koophandel in het afgelopen jaar Steeds meer klanten bezoeken onze zaak. Iedereen moet een royale keus geboden worden. Iedereen moet prettig geholpen worden. Goed geadviseerd worden. Daar hebben wij u voor nodig als VERKOOPSTER. Omdat uw leeftijd tussen 17 en 23 jaar ligt. Omdat u ervaring heeft in het uitmuntend bedienen van klanten. Daarom bent u belangrijk voor ons. Daarom krijgt u niet alleen 's maandags vrij, 14 dagen vakantie in de zomer en 10 dagen in de winter, maar ook het salaris dat u waard bent. Belt u vanavond, uiterlijk morgenavond 3473 of 5889 voor deze zelf standige baan. TORENSTRAAT 5 SOEST TELEFOON 3473 Wanneer men spreekt en schrijft over de discriminatie in de Verenigde Staten denkt men uitsluitend aan de negers, die daarvan de nadelen ondervinden. Minstens even sterk is de discriminatie van de zydc van de negers, maar door hun sociaal-economische positie kunnen zij de blanken niet met gelijke munt betalen! Ongetwijfeld ligt de oorzaak van de dis criminerende gevoelens bij de negers in de behandeling, die zij zo vele jaren lang van de blanken hebben ondervon den. Een neger(slaaf) was geen mens. Als hij ziek was, werd hij dan ook door de veearts behandeld. Men zag dit een voudig biologisch. Een halfbloed (resul taat van intieme betrekkingen tussen blanke meesters en zwarte slavinnen) had „sporen van menselijkheid". Maar zelfs met een'achte negerbloed in de aderen was men getekend, was men geen mens. Daardoor was ook de armste en meest gedegenereerde blanke superieur. Op bepaalde farms fokte men slaven, werden de mannen gebruikt als fokdie- ren, en waren ten aanzien van de vrou wen begrippen zoals kuisheid en eer baarheid eenvoudig niet toepasselijk. Objectiviteit onmogelijk De negers zijn van deze visie der blan ken op hun ras diep doordrongen ge raakt. Het gaat hun niet alleen maar om de sociale misstanden, om het gebrek aan kansen, om de discriminatie in be roep en bedrijf, in clubs en hotels en kerken. Dit zijn alleen maar symptomen va* het denken der blanken ten aanzien van de negers. Ziet men een blanke met een zwarte vrouw, dan is, in het oog der negers, zijn doel alleen haar te gebruiken. Toe nadering van blanken wordt niet op prijs gesteld, men voelt zich als dieren in een dierentuin, die bezichtigd worden. Blanken, die hun best doen voor de ne gers, worden maar al te veel gezien als mensen, die trachten door concessies de strijd van de negers te verzwakken. Het door de blanken er in gehamerde inferioriteitsbesef zit bij de neger zo diep. dat het hem belemmert in een ob jectieve kijk op de problemen. En bij mensen zoals Stokely Carmichael slaat het om in een felle, niets ontziende haat, die desnoods heel blank Amerika ver nietigen wil. Tussen wal en schip Wanneer blanken en negers (bijv. in een huwelijk) terecht komen in de blanken maatschappij, zitten ze daar tussen wal en schip. Want de blanke heeft zich gedeclasseerd. Maar wanneer ze het zoe ken in de negermaatschappij, treft hen daar precies hetzelfde lot. Een neger, die met een blanke trouwt, wordt even min geaccepteerd en de blanke, hetzij man of vrouw, wordt wantrouwend en minachtend bejegend. In bepaalde krin gen (intellectuelen, kunstenaars) valt dit niet zo erg op, maar de openbare me ning windt er geen doekjes om. Uit bepaalde „blanke" kerken worden negers geweerd. Maar de blanke behoeft zich niet te verbeelden, dat hij, ondanks alle chris telijke broederschap, in iedere neger- kerk welkom is. Men heeft daar geen pottenkijkers nodig. In bepaalde organisaties werken blanken en kleurlingen uitstekend samen, maar zij vormen de „upper crust" en worden door de „rank and file", de doorsnee- neger, met wantrouwen bekeken. De volstrekte, zelfs biologische scheiding tussen zwarten en blanken in het ver leden wordt door vele negers doorge trokken in het heden. Er is geen men selijke band tussen hen en de blanken. Organisaties zoals de Zwarte Moslims komen daar rond voor uit. De blanke is de vijand. De Amerikaanse samenle ving, de blanke samenleving, is vreemd en vijandig, moet bestreden en als het kan vernietigd worden. Mensen zoals Martin Luther King zijn geen vlees en geen vis; die proberen te pacteren met de erfvijand. En de blanke Amerikanen, niet alleen in het zuiden, dragen in woord en daad iedere dag, ieder uur nieuwe brandstof bij op dit vuur. De scholing, die vele negers in Vietnam krijgen, kan de Ver- ennigde Staten wel eens zwaar opbre ken Zwarte bril Men is er niet, met de negers toe te laten op scholen, in kerken en hotels, hun gelijke kansen te geven op een baan, hen uit hun krotbuurten te ha len En zelfs hiermee is nog maar nauwelijks ergens een begin gemaakt. De scheiding tussen blank en zwart zit veel dieper. De neger, voorheen slechts gezien als fok- en lastdier, weet, dat alle discrimi natie vanuit dit beginsel stamt, en vindt elke dag nieuwe bewijzen, dat die op vatting bij de blanken nog steeds leeft Zijn onuitroeibaar wantrouwen ziet die bewijzen zélfs waar ze niet zijn. Voor deze strijdbare groep negers is er in feite geen kans op verbetering. Het gaat hun niet om de toestanden, maar om de principes, waaruit die toestanden logisch voortvloeien. Iedere blanke geeft hun wéér het ge voel: voor jou zijn wij geen mensen. En al wat de blanke doet, met de beste bedoelingen, met de meest oprechte in tentie, kunnen ze niet anders zien dan door de zwarte bril. In 't verleden ligt het heden XfPMOHl STEENH0FFSTR 53 TEL 2862 SOEST Koning Hoessein poogt onafgebroken en als enige Arabische leider de wereld er van te doordringen dat hij iets geleerd heeft van de oorlog tegen Israël. Dit bleek al duidelijk uit zijn houding op de topconferentie in Karthoem en het zal van de capaciteiten van de koning zelf afhangen of op den duur de monarchie en de onafhankelijkheid van zijn land blijven voortbestaan. Deze heerser heeft na afloop van de oorlog tegen Israël, alle gebied ten westen van de rivier de Jordaan ver loren, een gebied dat voor meer dan een derde uit landbouwgronden be staat. Daarnaast verspeelde de vorst bij na de helft van zijn onderdanen als mede het gezag over Jeruzalems bin nenstad. Gelet op het voorgaande zal het 2.000.000 inwoners tellende Jorda nië het economische gezien in de naas te toekomst zeer moeilijk krijgen. Het woestijngebied dat Hoessein heeft be houden biedt weinig of geen mogelijk heden en geen enkele economische le vensvatbaarheid. Politiek gezien ziet de toestand er even min rooskleurig voor de koning uit. In het noorden wacht Syrië, in het oos ten Irak en in het zuiden Saoedi-Ara- bië om de in hun ogen eigengereide vorst en afvallige bondgenoot uit te schakelen en van zijn troon te stoten. Smalle basis Koning Hoessein steunt voornamelijk op de Bedoeïnen van de stam van Ben Soekr en op die van Howeitat, die de vorst zondermeer trouw zijn. Gedurende de zesdaagse oorlog tegen Israël heeft de koning zich zowel bij voor- als tegenstanders doen kermen als aanhanger van de Arabische zaak, terwijl de vorst opviel door zijn per soonlijke moed en doortastendheid wel ke overal bewondering afdwongen. De Jordaanse vorst is actief bezig zijn re gime te verstevigen en poogt daarnaast van de grote mogendheden hulp en bij stand voor zijn in nood verkerend land te verkrijgen. Zijn plannen zijn gefundeerd op drie gronden en wel: le. bevordering van een gunstige opbouw en stabiliteit van de nationale economie door ruime fi nanciële hulp van het westen; 2e terug keer tot de territoriale situatie van het land zoals deze was voor de 5de juni 1967 en 3e. de wederopbouw en mo dernisering van het leger, in het bij zonder van het tankwapen en van de luchtmacht. Voor dat welslagen van dit plan bezocht hij achtereenvolgens Amerika, Engeland, Frankrijk, Spanje en het Vaticaan, doch hij keerde met lege handen terug. Bedelreis Een tweede reis bracht hem naar Per- zië, Pakistan, Turkije, Algerije en de Libanon, doch ook uit deze landen kwam voor Hoessein geen hulp. Zijn derde tocht voerde hem naar Moskou, waar de vorst door de rode machtheb bers allervriendelijkst werd ontvangen. In het Kremlin gaf men niet alleen alle eer aan zijn waardigheid en afkomst verbonden, maar tevens de gevraagde hulp voor opbouw en modernisering van het leger. De monarch wéét, dat hij door het aanvaarden van de Russische hulp en bijstand op een keerpunt is aangeko men en nu zal hebben te beslissen of hij de door Israël gevraagde prijs voor een overeenkomst met dat land wenst te betalen of zich geheel en al moet keren tot de Sowjet-Unie, die tot alle door de koning gevraagde militaire en financiële hulp bereid is. In dit laatste geval kunnen hernieuwde moeilijkheden met Israël niet uitblij ven. De absolute vorst heeft nu te kie zen in het prijsgeven voor altijd van een deel van het Jordaanse gebied aan Israël en in het andere geval het weder opnemen en of voortzetten - met Rus sische hulp - van het oude conflict met Israël. Zijne majesteit wacht met oosterse ge latenheid dat aan fatalisme doet den ken, de loop der dingen af en ver klaarde schouderophalend dat de we reld ten onder gaat wanneer de tijd daarvoor rijp is. Te jong Hoessein ibn Talal ibn Abdoellah el Hashin, werd in 1935 in Amman - even als Rome gebouwd op zeven heuvelen - geboren en is in de één en veertigste generatie een lijnrechte afstammeling van Mohammed, die zich de profeet van Allah noemde. Hij studeerde in En geland, maar moest in 1952 zijn studie afbreken teneinde zijn vader Talal, die ernstig ziek in een kliniek in Turkije werd verpleegd, op te volgen. De jonge man werd bij zijn terugkeer in Jorda nië geconfronteerd met een groot aan tal moeilijkheden en problemen van economische, militaire en van politieke aard en bleek in feite nog te jong om te regeren. Hij keerde op verzoek van Egypte En geland de rug toe, ontsloeg de Engelse opperbevelhebber van zijn door Engelse officieren goed getrainde leger, generaal John Bogot Glubb, beter bekend onder de naam van Glubb Pasha en sloot daarop in 1S56 met Nasser een niet- aanvalsverdrag. Om zijn politieke te genstanders in Jordanië alle Invloed te ontnemen, schreef de vorst algemene verkiezingen uit en reorganiseerde het bestuur van zijn land in democratische zin. In 1957 werd de eerste aanslag op het leven van de koning gepleegd en in de loop der jaren volgden meer pogin gen om de koning van het leven te be roven. Deze aanslagen werden toege schreven aan het werk van Nassers ge heime agenten maar konden door de lijfwacht van Hoessein worden voor komen of verijdeld. Diplomaat Koning Hoessein I is een innemend mens, klein van stuk (1.64 m) en een uitstekend diplomaat en politicus. Hij is een goed vlieger, paardrijder en auto mobilist met een voorliefde voor Duitse auto's (Mercedes en Porsche 911). Hij is voor de tweede maal gehuwd met de dochter van een Britse officier. Zij kreeg de titel van prinses. Uit dit hu welijk werden twee kinderen geboren: prins Abdoellah, 5 jaar oud en prins FeisaK die 3 jaar oud is. Het koninklijk gezin bewoont een land huis bij de hoofdstad. Zijne majesteit blijkt voor alles een nuchter denkend mens te zijn, die geen enkele waarde hecht aan de Mohammedaanse ritus, doch zich in plaats daarvan hoofdza kelijk bezig houdt met de bestudering van internationaal politieke en econo mische vraagstukken en met de om vorming en modernisering van zijn uit stekende ruiters en schutters tot moder ne In tanks en vanuit vliegtuigen ope rerende krijgers. De arabische vorst weet dat hij niet op Allah kan of moet vertrouwen, doch wel op een gunstig economisch klimaat en op de trouw van zijn Bedoeïnen. Geen langdurige wachttijd daar er 2 smeerbruggen ten dienste staan. Vakkundig personeel. Eerste klas smeermiddelen. Birkstraat 105 Soest - Telef. 3256 Een voortduren van de welvaartsstij ging kan alleen bereikt worden door groei van ons economisch leven. Dit laatste kan men ook niet uit een hoed toveren. Daarvoor is nodig dat er ka pitaal aanwezig is. Dat kapitaal kan er alleen komen als er in de onderne mingsgewijze produktie voldoende winst wordt gemaakt. Op deze aloude waarheid is nog weer eens alle nadruk gelegd door de spre kers op het congres van het Verbond van Nederlandse Werkgevers en het Centraal Sociaal Werkgeversverbond, die voortaan gefuseerd door het leven zullen gaan onder de naam Verbond van Nederlandse Ondernemingen. Het is niet een vanzelfsprekende zaak wanneer de ondernemers de econo mische problematiek stellen zoals hier boven vermeld. Niet de winst voor de kapitalist of de ondernemer is een kaal thema van werkgeversoverpeinzingen. Evenmin wordt met groei bedoeld dat de bedrijven van de kapitalisten steeds groter en machtiger moeten worden. Uitgangspunt Het welvaartsbegrip wordt helemaal niet op ondernemers toegepast. Er wordt eenvoudig van uitgegaan dat een onder nemer alle welvaart heeft waarover maar beschikt kan worden. Over dit laatste zou al heel wat gezegd kunnen worden, want zelfs een onder nemer dient een niet te guur klimaat te hebben om zijn activiteiten te willen voortzetten. Laten wij echter de wel vaartstoeneming trachten aan alle deel hebbers aan het maatschappelijk leven toe te schuiven. Toeneming van natio nale welvaart wil zeggen dat er meer geld, gebruiksgoederen, reserves en vrije tijd in doorsnee ter beschikking zal staan dan tot nu toe. Het ligt er dik bovenop dat er dan meer geproduceerd moet worden. Wij komen dan op de groei van ons economisch leven. Groei kan betekenen dat de fabrieken groter worden. Het kan ook inhouden dat een zelfde fabriek met dezelfde be zetting meer produktie maakt. Kost prijsverlaging van goederen is evenzeer een vorm van groei, omdat men bij goedkopere afzet de consumenten geld in handen laat houden om andere arti kelen te kopen. Geld nodig Voor groei moet je nu eens een andere methode invoeren dan weer een betere of snellere machine plaatsen. Soms heb je meer machines en minder mensen nodig bij groei. Soms wordt een groter gebouw gewenst, soms ook een kleiner, maar doelmatiger ingericht gebouw. Al deze voorzieningen kosten geld. Dat geld moet komen uit de kassen van ondernemers. Die moeten derhalve winst maken en wel zoveel dat zij hun mede werkers ervan kunnen betalen, de ka pitaalverschaffers, zichzelf en de groei van de produktie. Winst is derhalve de bron van de maatschappelijke vooruit gang. Zij is een levensvoorwaarde voor de toekomst van ons volk. Wij moeten dus ophouden met onze discussies over winstdeling. Die komen pas aan de or de als er eerst flink winst wordt ge maakt. Ir. de afgelopen jaren hebben wij de winsten van ondernemingen flink aan gepakt. Wij hebben er bijvoorbeeld een deel afgenomen om hogere lonen te kunnen gaan betalen. Onvoldoende Wij kunnen erover discussiëren of het teveel of te weinig is geweest, een feit blijft het dat er onvoldoende aan winst is overgebleven om het groeiproces in de wereld bij te houden. Want in alle landen en werelddelen zwoegt men om de welvaart te vergroten. De Amerikanen, die met een moderner produktie-apparaat dan de Europeanen een grotere winst kunnen maken, lo pen in groeitempo steeds meer uit op de rest van de wereld. Wij kunnen het tempo van groei niet bijhouden als wij niet een groter deel van de bedrijfs winsten voor de groei bestemmen. En zelfs dan schieten wij te kort. Bedrijf, ondernemer en werknemers zullen dus de handen Ineen moeten slaan om samen de groei te financieren. Uit uitgekeerde winst. Uit 'ngehouden winst, maar ook uit lonen en salaris sen. Werk Dit is noodzakelijk om ook waarbor gen te scheppen voor onze werkgele genheid. Want werkgelegenheid hangt af van de verkoop van onze produkten waar ook ter wereld. Bij stagnaties in de afzet moet een bedrijf daarnaast voldoende reserves hebben om deuken in de bedrijfsdrukte te kunnen finan cieren. Minister De Block van economische za ken heeft duidelijk gesteld dat de weer stand van een aantal bedrijven door de voortdurende winstdaling ernstig is aan getast. En op het moment dat de weer stand van een bedrijf verdwenen is worden de werknemers ontslagen, De vakbonden kunnen dan nog kort of lang praten over de wijze waarin zij in een ontslagprocedure betrokken zijn, maar als er geen ge'd meer in kas is zal de loonbetating ophouden. Wij zullen de ondernemingen goede winsten moeten gunnen. Wat :r met die winst gebeurt kan later bediscussieerd worden. Voorts zullen wij de financie ring van de groei moeten aanvaarden als een nationale belasting. Dat bete kent een opvoeren van onze besparin gen, die nu op een niveau liggen van 18 a 19 °/o van het nationale inkomen naar een hoogte die enkele procenten boven de twintig ligt. Kosten Wij zullen voorts moeten onderzoeken hoe wij onze produkten zo goedkoop mogelijk kunnen distribueren over ons land en de wereld. Dat eist een voort durende bereidheid om het tot nu toe als normaal aanvaarde op te breken en te veranderen door efficiënte methoden. In Europees verband gezien zullen be paalde bedrijfstakker kunnen uitbrei den, terwijl andere zullen moeten in krimpen. Dit aanpassingsproces zal de onzeker heid over verworven posities en betrek kingen vermeerderen. Vandaag is men nuttig en morgen overbodig. Dat bete kent een noodzaak tot sociale begelei ding van onvermijdelijke economische wijzigingen. Alleen medewerking aan dit harde en gejaagde proces zal onze economie in evenwicht kunnen houden waarbij wij voorlopig een gemakkelijke hausse wel kunnen verwerpen. Wij zullen er weer hard voor moeten boksen maar onze ligging in de weTeld en de kwaliteiten van onze mensen zijn voldoende waarborgen voor de haal baarheid van onze welvaartsrace. Is er zeker een naar uw keus Burgem Grothestraat 30 Erkend zlekenfondsleverancier De vele zegswijzen en uitdrukkingen die in onze spreek- en schrijftaal voortle ven zijn er evenzovele bewijzen voor hoe er 9teeds over een orgaan als het hart gedacht is en zulke voorstellingen hebben, ondanks alle beschaving en al le vooruitgang, meestal een hardnekkig leven in het denken en voelen van de mensheid. Een beknopte bloemlezing van zulke gezegden kan dit gezichts punt misschien verduidelijken. „Het hart op de juiste plaats hebben" betekent: rechtschapen zijn: „zijn hart vasthouden" geeft uitdrukking van iemands bezorgdheid; „het hart op de tong dragen" of „van zijn hart geen moordkuil maken" staat voor zoiets als loslippigheid; „iemand een hart onder de riem steken" wil zeggen dat men de persoon in kwestie bemoedigt. Ik wil hier niet naar volledigheid stre ven, daarom nog slechts een paar an dere voorbeelden: „zijn hart ophalen", „iemand iets op het hart binden (of drukken)", „de hand over het hart strij ken", „om het hart slaan", „met hart en ziel", „ter harte nemen", „ter harte gaan", „van ganser harte". Chirurgie Nu gaat de ontwikkeling op het gebied van de orgaantransplantaties nog snel ler dan men eigenlijk had durven ho pen. Er zijn in de laatste iaren al meer dan tweeduizend nieren getransplan teerd, er zijn ook enkele mensen in le ven met een levertransplantaat. Begin vorig jaar gaf prof. dr. N. G. M. Orie, hoogleraar in de longziekten aan de Rijksuniversiteit te Groningen, als zijn mening dat het binnenkort mogelijk zou zijn om bij de mens een nieuwe long te implanteren.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1968 | | pagina 11