ROBERT KENNEDYf
Leraar M. Petersen neemt afscheid
GROOTHEID WERD HEM NOODLOTTIG
DISCRIMINATIE
SCHULD EN
ONBEGRIP
Jonge Soestenaar (15) na mislukte overval
op alleenwonende vrouw gearresteerd
DE ONGERUSTHEID
DER STUDENTEN
Het oog gericht op
zwart-wit in Frankrijk
Vrijdag 7 juni 1968 47e jaargang no. 4.1
Uitgave Drukkerij Smit - Soest
Bureau voor redactie en administratie Van Weedestraat 29a. Soest
Tel. 2566 - Postgiro 126156
Harde werker
Reispapieren
Automobilisten wilden
doorrijden na aanrijding
Twee Soestenaren in De Bilt
ernstig gewond
Bromfietser ernstig gewond
na valpartij
In gestolen dameskleding op rooftocht
SOESTERldOURANT
Abonn. p. kwart, 3,25. per post 4,25.
Verschijnt Iedere dinsdag en vrijdag
Wie in Amerika een beetje groot man wordt, loopt de kans op meedogenloze wyze
met de misdaad in aanraking te komen, want hy wordt geprest maandelyks
honderden dollars neer te tellen voor een zgn. bescherming tegen ongewenste
overlast van de bende waaraan hy betaalt, öf ztfn kinderen worden ontvoerd en
pas tegen een losgeld vrijgelaten, öf h(j valt onder moordenaarshanden, omdat hy
teveel invloed verwierf of teveel te weten kwam. Dat is de mening van een „vrye
burger" van de Verenigde Staten, die zelf enkele trieste ervaringen heeft opge
daan omdat hü tot enig aanzien was gekomen. De andere Amerikanen lopen niet
zoveel gevaar, meent hij, die worden alleen maar opgelicht of bestolen.
Het zyn harde woorden. Maar na de moord op Robcrt Kennedy klinken ze
geloofwaardiger dan ooit. In het land met de onbegrensde mogelijkheden wonen
immers ook afstammelingen van vrijwel alle volkeren ter wereld met onbegrensde
denkbeelden en opvattingen
In die smeltkroes der volkeren waag
de Robert Kennedy zich in navolging
van zijn groete broer John Fitzgerald
in de politiek.
Toen hij in 1961 minister van justitie
werd in het kabinet van J. F. Kenne
dy, fronsten vrienden en kennissen het
voorhoofd. Want deze jonge diplomaat
handelde vaak heel ondiplomatiek.
Robcrt veraischuwde het „protocol" en
onderwierp zich met moeite aan de
noodzakelijkste regels van de etikette.
Hij werkte het liefst ongestoord met
open boord, losgetrokken das en zijn
benen languit op stoel of tafel. Bij
officiële ontvangsten gedroeg hij zich
onzeker en velen vonden dat hij de
„glamour" miste, die van zijn broer
afstraalde.
En toch boekte hij succes op succes.
In senaat en congres hingen de poli
tici aan zijn lippen. Daar boezemde
hij vooral ontzag in, door zijn vast
beraden optreden, zijn deskundige voor
bereiding van het onderwerp. En als
minister van justitie toonde hij zich
een talentvol organisator en een on
versaagde voorstander van rassenge-
lijkheid.
Kruistochten
Persoonlijk heeft hij zich ingezet om
de rechten van de gekleurde Amerika
nen te beschermen. Hij reisde daarvoor
vaak naar het hol van de „blanke"
leeuwen die hem wilden tegenwerken,
of weigerde de beslissingen van dé
rechtbanken uit te voeren.
Allerlei misstanden is hij te lijf ge
gaan. Wij herinneren maar aan zijn
persoonlijke aktie tegen de jeugdcrimi
naliteit en die tegen de demoraliseren
de geldzucht. Hij aarzelde niet, als hij
in de buurt kwam van lange tenen of
heilige huisjes, maar ondernam ook
kruistochten tegen de corruptie in de
vakbonden en tegen de prijsafspraken
van grote Industrieën.
Menigeen waardeerde toen zijn open
hartige taal. Hier sprak geen beroeps
politicus, die zich trachtte te ver
schuilen achter ingewikkelde, voor
tweeërlei uitleg vatbare zinnetjes. Hij
hield niet van mooipraterij, maar al
leen van zo snel mogelijk afhandelen
van zijn agenda.
Anti-Johnson
Hij heeft ontslag genomen uit de re
gering, toen het samenwerken met pre
sident Johnson te moeilijk voor hem
werd. Reeds de wijze waarop Lyndon
B. Johnson zich snel tot president liet
beëdigen, bracht een verwijdering te
weeg tussen de nieuwe president en
zijn minister van justitie. Daar kwam
nog veel andere conflictstof bij. Robert
nam toen een afwachtende houding aan,
tot de nieuwe verkiezingen al in zicht
waren en besloot pas op het laatste
ogenblik zich kandidaat te stellen voor
het presidentschap.
Er bestond nog geen enkele zekerheid
of hij door de democratische conven-
Een Amsterdams woningbureau komt er
rond voor uit, dat het bij de verwer
king van de gegevens van huur en
\rerhuur via een computer ook de huids
kleur van de aanvrager inlast. Het is
ontstellend te horen, dat de meeste ka
merverhuurders en huiseigenaren geen
kamertje meer willen ter beschikking
stellen aan niet-blanken. Het gebruike
lijke motief is „slechte ervaringen".
Het woningbureau houdt er dus rekening
mee.
Als diezelfde Nederlanders iets te zeg
gen hebben over de discriminatie in o.a.
Amerika, mogen ze eerst wel eens naar
zichzelf kijken. In de V.S. is nu een
wet aangenomen, die de discriminatie
bij huis- en kamerverhuur verbiedt. In
Nederland zijn wij blijkbaar nog niet
zover als daar en mogen mensen met
iets ander uiterlijk ongestraft op straat
blijven staan
De burgemeester van Soest vestigt er de
aandacht van belanghebbenden op, dat
thans de volgende reispapieren worden
verstrekt
a. paspoort, geldig voor 5 jaar, waarvan
de kosten ƒ17,50 bedragen; een paspoort
kan tot 5 jaar na afloop voor toeristische
doeleinden gebruikt worden voor reizen
naar Andorra, België, West-Duitsland,
Frankrijk, Italië, Luxemburg, Monaco,
Oostenrijk en Zwitserland;
b. toeristenkaart, geldig voor 2 jaar,
waarvan de kosten ƒ10,— bedragen; ver
lenging is niet mogelijk en de kaart kan
na afloop niet meer als reispapier ge
bruikt worden.
Men dient er rekening mee te houden
dat de behandeling van een aanvraag
voor reispapier circa 14 dagen duurt,
Soest, 4 juni 1968.
tie als kandidaat voor deze partij zou
worden gesteld, dan wel of dit senator
McCarthy zou zijn, die al veel eerder
met zijn verkiezingscampagne was be
gonnen.
Men vraagt zich af, in hoeverre de
loop van de geschiedenis zal verande
ren. De vraag is, of deze geschiedenis
inderdaad verandert.
„Bobby" was nog geen president. Het
was onzeker, of hij voldoende stemmen
zou hebben behaald tijdens de demo
cratische partijconventie.
Wel zijn veel Amerikanen er van
overtuigd, dat senator McCarthy een
aantal punten uit het programma van
Robert Kennedy gaat overnemen, indien
McCarthy democratisch kandidaat wordt.
Hij kan het zich immers als taak stel
len, de gedachten van deze Kennedy
verder uit te dragen en hij zal ook
wel iets geleerd hebben van zijn rivaal
in de strijd om de kiezersgunst in de
voorverkiezingen.
Alleen heeft McCarthy niet de finan
ciële middelen om de verkiezingspro
paganda te bekostigen die de familie
Kennedy wél ter beschikking stonden.
En die dollars zouden nog wel eens
de doorslag kunnen geven als de hand
schoen moet worden opgenomen tegen
de republikeinse verkiezingspropaganda
Er is door de oorlog èn door de daarna
optredende bevolkingsgroei een enorme
woningnood ontstaan. Een eerste vereiste
was dus huizen bouwen. Er werden
bouwplannen gemaakt, er werden terrei
nen gekocht of onteigend en men toog
aan het bouwen. Ieder jaar weer, in elke
stad en ieder flink dorp, verrezen er
nieuwe huizen op eens onbebouwde
grond.
Men kon er met de ruimte ervoor niet
meer zo royaal zijn als vroeger. Men
ging bouwen in vele lagen. Eerst drie,
toen vier of vijf, al spoedig werden het
tien, twaalf, zestien bouwlagen of meer.
In plaats van een voor- en/of achter
tuintje kregen de woningen een balkon
netje van hooguit vier bij anderhalve
meter. In de plaats van het vroegere
schuurtje voor berging van fietsen, ko
len, gereedschappen e.d. kreeg men een
stukje kelder. De woonflats ontstonden
waarin niemand meer dan drie of vier
kamers ter beschikking kreeg voor het
hele gezin.
En zo bouwen we nog steeds voort.
Steeds meer. Er ontstonden en ontstaan,
hier en in andere plaatsen, talrijke nieu
we wijken. Straten met steenmassa's er
naast waarin gezinnen op drie of vier
kamers wonen, naast, boven, onder el
kaar. We bouwen er scholen bij, kerken
en winkels.
En dan zeggen we, dat we nieuwe leef
ruimte geschapen hebben voor weer zo
veel mensen. Dat is niet waar We heb
ben voor die mensen nieuwe woonruimte
geschapen maar geen nieuwe lééfruimte.
Men woont er. Men kan er slapen, eten
en drinken, naar school en naar de kerk
gaan. En, o ja, men kan er ook ergens
nog z'n auto op een parkeerstrook neer
zetten. En men dat is de overheid, dat
zijn de thans leiding gevende en beslis
sende generaties meent dat dan hier
mee de bewoners nieuwe leefruimte is
verschaft. Alsof het leven alleen maar
bestaat uit bijeen hokken.
In de huizenplatjes bevindt zich één
woonkamer, waar men ook eet, de krant
leest, naar de televisie kijkt of naar de
radio luistert, waar de kinderen hun
huiswerk moeten maken, moeten spelen
of knutselen, waar de visite moet wor
den ontvangen, waar het gesprek tussen
de gezinsleden moet plaatsvinden.
Vooral wanneer de kinderen reeds wat
ouder zijn geworden, is het vrijwel uit
gesloten dat alles zich daar in die ene
woonkamer vredig en rustig kan afspe
len. dat ieder er zich steeds tevreden kan
voelen. Er zullen frustaties ontstaan,
wantmen ontbeert de ruimte waar
ieder gezinslid kan doen wat hij of zij
op een bepaald moment het liefste zou
willen doen. Telkens weer zal de een of
de ander datgene moeten nalaten waar
hij de anderen mee hindert of wat hij
niet kan doen met die anderen er bij.
Er ontstaat onvrede. Lang kan het gezag
van vader of moeder soms te erge uit
barstingen daarvan in eigen kring voor
komen, maar er komt het moment, dat
de een of de ander zijn onvrede niet
kan beheersen, scènes maakt of zorgt zo
veel mogelijk uit huis te kunnen gaan.
En met dat laatste begint dan maar al
te vaak een tragedie. Dat kan zijn een
breuk in het huwelijk, het verloren gaan
van het contact met de kinderen, waar
door zo'n kind dan gaat behoren tot het
„jongerenprobleem", waar de maatschap
pij nu vol van is. Niet meer verder le
ren, onbenullig rondhangen, te vroeg se-
xueel verkeer, buitenissigheden in uiter
lijk en gedrag, verdovende middelen, ste
len, molesteren en wat dies meer zij.
Dan schudden de oudere generaties hun
al grijzende hoofd over dat wangedrag
van de jongeren. Daar moet toch wat
tegen gedaan worden Ze willen dat de
politie scherper toeziet, dat de overheid
er tegen optreedt. Men vindt het gemak
kelijker en beter dat er wat tégen ge
daan wordt dan aan gedaan. Want, wat
zou je er dan aan moeten doen
Men vergeet iets. Men vergeet, dat men
zelfs deze omstandigheden geschapen
heeft met de moderne bouwwijze. Dat
bouwen moest op een koopje. Zoveel
mogelijk in zo weinig mogelijke ruimte.
Want ieder moest toch een eigen dak
boven het hoofd hebben. En als ze dat
nu maar hadden, dan konden die vader
en moeder tenminste tevreden zijn, dan
was er één probleem minder.
Maar men zag niet, dat men met die
flatjes en andere gedistribueerde woon
ruimte wëer andere problemen tevoor
schijn toverde. De bouwers, de plannen
makers, de overheid, zij hebben er nooit
zo bij stil gestaan wat een mens. wat
een gezin méér nodig heeft dan alleen
maar woonruimte. Dat de mens van het
leven veel meer verwacht en verlangt
dan alleen maar eten, drinken en slapen
in een eigen plek. Dat er vrijwel geen
mens zonder liefhebberijen kan, waar
mee hij zich immers een zekere roman
tiek in het leven brengt. Dat hij daar
voor over ruimte moet kunnen beschik
ken, een hokje, een schuurtje, een zol
der, een tuintje.
Dat echter krijgt hij in deze moderne en
zo sociaal ingestelde maatschappij niet
meer. En dus ontstaat er een onvrede,
waaruit, allerlei problemen voortkomen
Dan wil „de maatschappij" daar wel
weer iets aan gaan doen. Die problemen
bestrijden. Men roept commissies, stich
tingen, instellingen in het leven. Men
produceert wat ideeën. Maar het zijn
lapmiddelen. Pleistertjes op wonden.
Men zag niet waaruit het kwaad, het
probleem is ontstaan. De oorzaak liet
men voor wat het was. Daar zag men
geen been in. Men bouwt op dezelfde
wijze voort en blijft verzuimen om bij
de nieuwbouw ook aan de leefruimte te
denken.
Twee automobilisten hebben zich tij
dens het Pinksterweekeinde uit de voe
ten willen maken na op de rijksweg een
aanrijding te hebben veroorzaakt. Eén
lukte dat ook inderdaad, zij het wel
met achterlaten van zijn visitekaartje in
de vorm van zijn kenteken. De ander
kreeg op het beslissende ogenblik mo-
torpech en moest zijn vluchtpoging op
geven.
Öp de Van Weedestraat ter hoogte van
drogisterij Kraal wilde de Soestenaar
H. W. T. de voor hem rijdende auto
mobilist A. J. van R. uit Hoogland gaan
inhalen. Er naderde echter een tegenlig
ger, waardoor de Soestenaar zich ge
noodzaakt zag, weer in te voegen. Hij
had daarvoor echter al onvoldoende
ruimte meer, zodat hij tegen de achter
zijde van de Hooglandse auto reed.
Toen de tegenligger gepasseerd was,
probeerde T. alsnog de auto voorbij te
rijden en te ontkomen, maar toen hij
naast de heer Van R. reed, ontstond
e-* kortsluiting in zijn wagen en moest
hij opgeven. De Soestenaar bleek rijke
lijk aan Bacchus te hebben geofferd,
wat tot gevolg had, dat zijn rijbewijs
werd ingenomen, zijn auto in beslag ge
nomen en de man zelf in hechtenis ge
nomen, zij het voor een nacht, want na
te zijn ontnuchterd mocht hij thuis over
zijn zonden gaan zitten nadenken.
Ongeveer hetzelfde overkwam op de
Steenhoffstraat de automobilist T. D.
J. S. uit IJmuiden. Hij werd op een
gegeven ogenblik ingehaald. De be
stuurder van deze wagen moest echter
snel naar rechts uitwijken om een bot
sing met een tegenligger te voorkomen.
Hij sneed daarbij de IJmuidenaar en
kwam bovendien in botsing met diens
auto. De Opelbestuurder stopte wel en
stelde voor, gezamenlijk naar de politie
te gaan. Maar terwijl de IJmuidenaar
rechtsomkeert maakte, verdween de an
der. Het kenteken van zijn auto is ech
ter bekend.
Bij een botsing tussen twee bromfiet
sers op de rijksweg ter hoogte van het
K.N.M.I. te De Bilt zijn vier personen,
waaronder twee jongens uit Soest, ern
stig gewond geraakt. Het ongeluk ge
beurde s'avonds laat. De beide brom
fietsers kwamen midden op het rij
wielpad frontaal met elkaar in botsing.
De bestuurder R. H. C. T. (16) werd
vrij ernstig gewond. Slechter was nog
zijn duo-passagier, de 18-jarige E. K. er
aan toe. Ook de bromfietsbestuurder en
zijn duo-passagier, die uit de andere
richting kwamen, werden zwaar gewond.
Allen zijn opgenomen in het Stads- en
Academisch Ziekenhuis in Utrecht.
De heer M. Petersen, leraar aan de
Openbare Ulo-Mavosehool alhier, die
eind juni de school met pensioen gaat
verlaten. Hier met enkele leerlingen
uit de derde klas.
Afscheidreceptie a.s. zaterdag in ge
bouw „De Zwaluw", Schrikslaan, van
14,30 tot 16,30 uur.
Een te royaal offer aan Bacchus heeft
tweede Pinksterdag vrij onaangename
gevolgen gehad voor de 46-jarige Amers-
foorter J. D. D. Op weg naar huis kwam
hij op de Peter van dc Breemerweg na
bij de gemeentegrens met Amersfoort
door onbekende oorzaak met zijn brom
fiets te vallen. De man liep daarbij ver
schillende hoofdwonden en schedelletsel
op. Hij is overgebracht naar het zieken
huis De Lichtenberg in zijn woonplaats
en aldaar opgenomen.
In de nacht van zaterdag op zondag
heeft de Soester politie de vijftienjarige
R. C. van W. uit Soest aangehouden,
nadat hij vergeefs geprobeerd had een
alleenwonende vrouw aan de Hartman
laan te beroven. De jongen gebruikte bij
de overval een mes, waarmee hij de
dochter van de hoofdbewoonster be
dreigde. Zij was het uiteindelijk, die de
indringer op de vlucht wist te jagen.
Van W. was alleen thuis. Zijn ouders en
broertjes en zusjes waren met vakantie.
Daarvan maakte Van W. gebruik om er
ongestoord op uit te trekken. Vrijdag
avond ontvreemdde hij dameskleding van
een waslijn achter een woning op de
Eng. Zaterdagnacht omstreeks twee uur
stak hij zich in de gestolen dameskle
ding en ging op pad. Hij bleek het doel
bewust gemunt te hebben op het huis
van mevrouw De V. Meermalen had hij
daar met bloemen gevent, terwijl hij te
vens naast de woning van mevr. De V.
als tuinman had gewerkt. Hij was dus
vrij goed op de hoogte van de situatie
aan de Hartmanlaan. Met een grote steen
verbrijzelde Van W. aan de achterzijde
van de woning een ruit en drong ver
volgens de woning binnen, op zoek naar
geld. In een van de kamers, waar hij
succes dacht te hebben, draaide hij het
licht aan, doch trof tot zijn grote ver
rassing iemand in bed aan. Het bleek de
26-jarige dochter Corrie, gymnastiekon-
derwijzeres in Amsterdam, die toevallig
het Pinksterweekend bij haar moeder
was komen logeren. Het meisje schrok
wakker en dreigde alarm te slaan, maar
door haar een mes op de keel te zetten,
wist Van W. dat voorlopig te voorkomen.
Hij bond het meisje met een paar gor
dijnkoorden vast, scheurde een stuk van
„zijn" rok en bond dat voor haar mond,
zodat ze geen woord meer kon uitbren
gen. Toen echter Van W. even het mes
weghaalde zag het meisje kans, de jon
gen een flinke trap in de buik te geven,
waardoor hij met zijn volle honderdveer
tig pond tegen een kast viel en daardoor
ook mevr. De V. wekte. Van W. sloeg
op de vlucht, na echter eerst mevr. De
V. nog een klap in het gezicht te heb
ben gegeven.
Van W. vluchtte naar de Peter van de
Breemerweg, waar hij van kleding ver
wisselde en op zijn fiets stapte om naar
huis te rijden. In de Kerkstraat werd hij
door de inmiddels al gewaarschuwde po
litie aangetroffen. Gezien zijn ietwat
vreemde gedrag werd hij aangehouden.
PCort nadien bekende hij de overval. Van
W. is ingesloten.
Uit de woning van mevrouw De V. wordt
geen geld vermist.
Stenen gooien naar de politie en auto's
in brand steken lijken een vreemde ma
nier om op te komen voor geestelijke
waarden en dat is wat de Franse stu
denten beweren dat ze doen. Net als de
studenten in Duitsland. En die in Italië,
en ook die in Tsjecho-Slowakije en Joe-
go-Slavië. Overal: in Londen heeft men
ze in actie gezien en ook aan de Co-
lumbia Universiteit van New York. De
manieren van optreden verschilden van
plaats tot plaats waarschijnlijk hing
dat af van de manier waarop de over
heid reageerde. Wat de studenten te hoop
deed lopen onder rode en zwarte vlag
gen waren ideeën die wel ongeveer over
al dezelfde zijn. Wat zijn die ideeën
Grofweg de aanleiding is overal de con
statering dat de maatschappij bezig is
snel te veranderen tot wat men een tech
nologische samenleving zou kunnen noe
men. Dat heeft zijn goede kanten en zijn
kwade de laatste naar men hoopt
voornamelijk maar tijdelijk.
Het heeft weinig zin om zich tegen deze
ontwikkling te verzetten, want ze vloeit
voort uit het beschikbaar komen van
nieuwe middelen, waarvan de computer
de bekendste is, maar lang niet de enige.
En het zou onzin zijn nu een actie te
gaan ontketenen tot vernietiging van de
computer en wat daarbij behoort.
Democratie
Wat de studenten echter verontrust is
dat de overgang naar dit technologisch
tijdperk over de hele wereld gepaard
schijnt te gaan met het losmaken van de
band die in een democratie de burger en
zijn bestuur behoort te verbinden. Wat
zich alof aan het ontwikkelen is zo
wel aan deze zijde van het ijzeren gor
dijn als aan de andere is dat de re
latie tussen de burger en zijn politiek
systeem verdwijnt door de toenemende
bureaucratisering van de staat en het
staatwerk.
Dat voelen niet alleen jonge studenten
zo; het is precies om dezelfde reden dat
de grijze Dame Irene Ward in het Britse
Lagerhuis een verschrikkelijke scène
maakte het parlement als middel om de
bevolking invloed te geven op de ma
nier waarop zij bestuurd wordt, gaat
meer en meer falen. Voornamelijk door
dat de huidige instellingen nog in el
kaar zitten op een manier die hen ge
schikt maakte om met de toestanden van
zeg maar vijftig jaar geleden overweg
te kunnen, zonder dat een aanpassing is
gevolgd die ze ook voor het beginnende
technologische tijdperk geschikt maakt.
Het mengsel van sociologie, psychologie
en filosofie, dat vooral bekendheid heeft
gekregen door de boeken en de rede
voeringen van de Duits-Amerikaanse
professor Marcuse, voert nog aan dat de
huidige samenleving (de consumptie
maatschappij) deze ontwikkeling nog be
gunstigt door een zekere willoosheid te
stimuleren zich met politieke zaken in te
laten.
De malaise in het partijwezen is geen
typisch Nederlandse zaak. In de hele
Het gaat tussen communisme en gaul-
lisme - met die kreet is premier Pom-
pidou in zijn pinksterrede de Franse
verkiezingscampagne ingegaan, nog voor
de chaos geheel is verdwenen. Dat is
een beetje merkwaardig, want zowel de
communistische partij van Waldeck-Ro
chet als de daaraan verwante vakbond
C.G.T. van Séguy hebben bepaald niet
voorop gemarcheerd bij de rellen - in
tegendeel ze deden pas mee toen hun
aanhang zonder op hun leiders te wach
ten ging staken en demonstreren.
En de C.G.T. zowel als de andere vak
bonden hebben hun uiterste best gedaan
om de echte anarchie waarheen de stu
denten stuurden, te voorkomen - o.m.
door de energiebedrijven vaak tegen de
wens der daar werkenden aan de gang
te houden.
Dat zowel C.P.F. als C.G.T. op een ge
geven moment ook de regering weg
wensten was pas nadat die regering
zich helemaal machteloos had getoond.
Overigens zal Waldeck-Rochet zich niet
over Pompidou's simpele zwart-wit-
schildering beklagen de kans is groot
dat de altijd gemakkelijk bang te ma
ken middenstand nu inderdaad zorgt
voor een gaullistische kamermeerder
heid, maar ongetwijfeld zal de C.P.F.
ten koste van de socialisten, radicalen
en middengroepen nieuwe stemmen
krijgen van anti-gaullisten.
Dat is het pijnlijk gevolg van de re-
geringstaktieksterker dan voorheen
zullen Fransen tegenover Fransen ko
men te staan. Het grootste deel van
tien jaar gaullistisch bewind kon de ge
neraal rekenen op een vrij algemene
instemming voor zijn beleid ook bij tra
ditioneel andersdenkenden. Hij speelde
daar ook op door zijn eigen partij met
net zoveel minachting te behandelen
als alle anderen. De basis van zijn ge
zag was niet een partij maar de hele
„nation" - een woord dat hij ook zeer
imposant uitsprak in zijn redevoeringen.
De generaal besefte waarschijnlijk dat
niet zozeer het aantal stemmen in de
kamer, maar een algemene instemming
in den lande hen zijn gezag verleende.
Daarom had hij het ook niet nodig om
zich tegen een bepaalde partij te keren,
allerminst tegen de C.P.F.
Tot dusver heeft hij ook steeds met
groot succes geloofwaardig weten te
maken dat hij de stem, het geweten,
de ziel was van zijn land. Zijn laatste
rede echter was een afscheid aan die
illusie. Eerst de dreigende ouverture
gesprekken met generaals, waaronder de
nogal onfrisse Massu daarna tanks la
ten optrekken richting Parijs. In de
rede zelf het instellen van een soort
gaullistische burgerwachten. Kortom
het dreigen met een burgeroorlog, die
uiteraard niemand wenst.
Een der grote verdiensten van De Gaul-
le was dat hij tien jaar stabiliteit ge
bracht heeft in een berucht instabiel
land. En dat hij een mate van een
heidsgevoel wist te stimuleren.
Het is spijtig dat hij - als een soort
voorschot op zijn afscheidsgeschenk -
nu juist zo'n bijdrage gaat leveren tot
verscherping der tegenstellingen.
westerse wereld uit zich het gevoel dat
de parlementen hun traditionele taak om
het contactorgaan te zijn tussen de re
geerder en de geregeerden niet meer
naar behoren vervullendat niet meer
kunnen, of niet meer willen omdat ze
zichzelf hebben ingelijfd bij de vaklui
van het staatsbestuur.
En dan blijft alleen de weg buiten het
parlement over om acties te ondernemen.
Die weg is door de studenten allerwege
bewandeld. De stenen naar de politie zijn
daarbij een middel, waarop men zich niet
moet verkijken: het betekent in wezen
niets. Wat wel iets betekent zijn de po
gingen om de eigen universiteiten meer
in eigen hand te krijgen. Dat wil zeggen
een wisselwerking tot stand te brengen
tussen de jongeren in en de ouderen
voor de collegebanken. En hier alweer
ziet men dat de idee niet alleen bij de
studenten leeft: in vele gevallen hebben
zich professoren solidair verklaard. Even
eens beklemd door de verkalking van een
systeem dat niet is meegegroeid met de
ontwikkeling van de samenleving.
Het is dit accent van de zaak dat ken
nelijk bij de Franse arbeiders meer ls
aangeslagen dan men vaak vermoedt: de
bezetting van de fabrieken was in de
eerste plaats een poging om als mens be
trokken te worden bij de ontwikkeling
die de bedrijven zo sterk ondergaan op
weg naar een door automatisering en
wat dies meer zij sterk veranderend in
dustrieel klimaat.
De Franse (comunistische) vakbond
C.G.T. heeft gepoogd in de fabrieken om
te buigen naar het befaamde en van
ouds bekende patroon van de looneisen.
Het is veelzeggend vooral als men
weet hoe straf georganiseerd die C.G.T.
is dat juist de jonge arbeiders veelal
de bondsbestuurders hebben uitgelachen
schappelijke verkalking waartegen het
protest der studenten zowel als van de
jonge arbeiders is gericht. Niet dat de
inwilliging van looneisen op zichzelf niet
welkom zou zijn. Natuurlijk is dat wel
zo. Maar behalve om de inhoud van het
loonzakje gaat het ook om de inhoud
van het bestaan en dat heeft de in de
oude denktrant volhardende vakbond
niet doorzien.
De Britse minister Anthony Wedgwood
Benn het is kenmerkend dat hij de
portefeuille van technologie beheert
heeft de Engelsen onder de neus gewre
ven dat het geen zin heeft om naar Pa
rijs te kijken en te zeggen dat zoiets hier
nooit zou kunnen gebeuren. Hij heeft
gelijk door de verregaande ouderwets
heid van De Gaulle's bewind is de span
ning daar wel zeer krachtig uitgebarsten,
maar de elementen van die spanning lig
gen dicht onder de oppervlakte in de
hele westerse wereld waarin de politieke
structuur in ontwikkeling steeds verder
achterblijft bij de snelle technologische
vooruitgang.
I