ROBERT KENNEDYf Leraar M. Petersen neemt afscheid GROOTHEID WERD HEM NOODLOTTIG DISCRIMINATIE SCHULD EN ONBEGRIP Jonge Soestenaar (15) na mislukte overval op alleenwonende vrouw gearresteerd DE ONGERUSTHEID DER STUDENTEN Het oog gericht op zwart-wit in Frankrijk Vrijdag 7 juni 1968 47e jaargang no. 4.1 Uitgave Drukkerij Smit - Soest Bureau voor redactie en administratie Van Weedestraat 29a. Soest Tel. 2566 - Postgiro 126156 Harde werker Reispapieren Automobilisten wilden doorrijden na aanrijding Twee Soestenaren in De Bilt ernstig gewond Bromfietser ernstig gewond na valpartij In gestolen dameskleding op rooftocht SOESTERldOURANT Abonn. p. kwart, 3,25. per post 4,25. Verschijnt Iedere dinsdag en vrijdag Wie in Amerika een beetje groot man wordt, loopt de kans op meedogenloze wyze met de misdaad in aanraking te komen, want hy wordt geprest maandelyks honderden dollars neer te tellen voor een zgn. bescherming tegen ongewenste overlast van de bende waaraan hy betaalt, öf ztfn kinderen worden ontvoerd en pas tegen een losgeld vrijgelaten, öf h(j valt onder moordenaarshanden, omdat hy teveel invloed verwierf of teveel te weten kwam. Dat is de mening van een „vrye burger" van de Verenigde Staten, die zelf enkele trieste ervaringen heeft opge daan omdat hü tot enig aanzien was gekomen. De andere Amerikanen lopen niet zoveel gevaar, meent hij, die worden alleen maar opgelicht of bestolen. Het zyn harde woorden. Maar na de moord op Robcrt Kennedy klinken ze geloofwaardiger dan ooit. In het land met de onbegrensde mogelijkheden wonen immers ook afstammelingen van vrijwel alle volkeren ter wereld met onbegrensde denkbeelden en opvattingen In die smeltkroes der volkeren waag de Robert Kennedy zich in navolging van zijn groete broer John Fitzgerald in de politiek. Toen hij in 1961 minister van justitie werd in het kabinet van J. F. Kenne dy, fronsten vrienden en kennissen het voorhoofd. Want deze jonge diplomaat handelde vaak heel ondiplomatiek. Robcrt veraischuwde het „protocol" en onderwierp zich met moeite aan de noodzakelijkste regels van de etikette. Hij werkte het liefst ongestoord met open boord, losgetrokken das en zijn benen languit op stoel of tafel. Bij officiële ontvangsten gedroeg hij zich onzeker en velen vonden dat hij de „glamour" miste, die van zijn broer afstraalde. En toch boekte hij succes op succes. In senaat en congres hingen de poli tici aan zijn lippen. Daar boezemde hij vooral ontzag in, door zijn vast beraden optreden, zijn deskundige voor bereiding van het onderwerp. En als minister van justitie toonde hij zich een talentvol organisator en een on versaagde voorstander van rassenge- lijkheid. Kruistochten Persoonlijk heeft hij zich ingezet om de rechten van de gekleurde Amerika nen te beschermen. Hij reisde daarvoor vaak naar het hol van de „blanke" leeuwen die hem wilden tegenwerken, of weigerde de beslissingen van dé rechtbanken uit te voeren. Allerlei misstanden is hij te lijf ge gaan. Wij herinneren maar aan zijn persoonlijke aktie tegen de jeugdcrimi naliteit en die tegen de demoraliseren de geldzucht. Hij aarzelde niet, als hij in de buurt kwam van lange tenen of heilige huisjes, maar ondernam ook kruistochten tegen de corruptie in de vakbonden en tegen de prijsafspraken van grote Industrieën. Menigeen waardeerde toen zijn open hartige taal. Hier sprak geen beroeps politicus, die zich trachtte te ver schuilen achter ingewikkelde, voor tweeërlei uitleg vatbare zinnetjes. Hij hield niet van mooipraterij, maar al leen van zo snel mogelijk afhandelen van zijn agenda. Anti-Johnson Hij heeft ontslag genomen uit de re gering, toen het samenwerken met pre sident Johnson te moeilijk voor hem werd. Reeds de wijze waarop Lyndon B. Johnson zich snel tot president liet beëdigen, bracht een verwijdering te weeg tussen de nieuwe president en zijn minister van justitie. Daar kwam nog veel andere conflictstof bij. Robert nam toen een afwachtende houding aan, tot de nieuwe verkiezingen al in zicht waren en besloot pas op het laatste ogenblik zich kandidaat te stellen voor het presidentschap. Er bestond nog geen enkele zekerheid of hij door de democratische conven- Een Amsterdams woningbureau komt er rond voor uit, dat het bij de verwer king van de gegevens van huur en \rerhuur via een computer ook de huids kleur van de aanvrager inlast. Het is ontstellend te horen, dat de meeste ka merverhuurders en huiseigenaren geen kamertje meer willen ter beschikking stellen aan niet-blanken. Het gebruike lijke motief is „slechte ervaringen". Het woningbureau houdt er dus rekening mee. Als diezelfde Nederlanders iets te zeg gen hebben over de discriminatie in o.a. Amerika, mogen ze eerst wel eens naar zichzelf kijken. In de V.S. is nu een wet aangenomen, die de discriminatie bij huis- en kamerverhuur verbiedt. In Nederland zijn wij blijkbaar nog niet zover als daar en mogen mensen met iets ander uiterlijk ongestraft op straat blijven staan De burgemeester van Soest vestigt er de aandacht van belanghebbenden op, dat thans de volgende reispapieren worden verstrekt a. paspoort, geldig voor 5 jaar, waarvan de kosten ƒ17,50 bedragen; een paspoort kan tot 5 jaar na afloop voor toeristische doeleinden gebruikt worden voor reizen naar Andorra, België, West-Duitsland, Frankrijk, Italië, Luxemburg, Monaco, Oostenrijk en Zwitserland; b. toeristenkaart, geldig voor 2 jaar, waarvan de kosten ƒ10,— bedragen; ver lenging is niet mogelijk en de kaart kan na afloop niet meer als reispapier ge bruikt worden. Men dient er rekening mee te houden dat de behandeling van een aanvraag voor reispapier circa 14 dagen duurt, Soest, 4 juni 1968. tie als kandidaat voor deze partij zou worden gesteld, dan wel of dit senator McCarthy zou zijn, die al veel eerder met zijn verkiezingscampagne was be gonnen. Men vraagt zich af, in hoeverre de loop van de geschiedenis zal verande ren. De vraag is, of deze geschiedenis inderdaad verandert. „Bobby" was nog geen president. Het was onzeker, of hij voldoende stemmen zou hebben behaald tijdens de demo cratische partijconventie. Wel zijn veel Amerikanen er van overtuigd, dat senator McCarthy een aantal punten uit het programma van Robert Kennedy gaat overnemen, indien McCarthy democratisch kandidaat wordt. Hij kan het zich immers als taak stel len, de gedachten van deze Kennedy verder uit te dragen en hij zal ook wel iets geleerd hebben van zijn rivaal in de strijd om de kiezersgunst in de voorverkiezingen. Alleen heeft McCarthy niet de finan ciële middelen om de verkiezingspro paganda te bekostigen die de familie Kennedy wél ter beschikking stonden. En die dollars zouden nog wel eens de doorslag kunnen geven als de hand schoen moet worden opgenomen tegen de republikeinse verkiezingspropaganda Er is door de oorlog èn door de daarna optredende bevolkingsgroei een enorme woningnood ontstaan. Een eerste vereiste was dus huizen bouwen. Er werden bouwplannen gemaakt, er werden terrei nen gekocht of onteigend en men toog aan het bouwen. Ieder jaar weer, in elke stad en ieder flink dorp, verrezen er nieuwe huizen op eens onbebouwde grond. Men kon er met de ruimte ervoor niet meer zo royaal zijn als vroeger. Men ging bouwen in vele lagen. Eerst drie, toen vier of vijf, al spoedig werden het tien, twaalf, zestien bouwlagen of meer. In plaats van een voor- en/of achter tuintje kregen de woningen een balkon netje van hooguit vier bij anderhalve meter. In de plaats van het vroegere schuurtje voor berging van fietsen, ko len, gereedschappen e.d. kreeg men een stukje kelder. De woonflats ontstonden waarin niemand meer dan drie of vier kamers ter beschikking kreeg voor het hele gezin. En zo bouwen we nog steeds voort. Steeds meer. Er ontstonden en ontstaan, hier en in andere plaatsen, talrijke nieu we wijken. Straten met steenmassa's er naast waarin gezinnen op drie of vier kamers wonen, naast, boven, onder el kaar. We bouwen er scholen bij, kerken en winkels. En dan zeggen we, dat we nieuwe leef ruimte geschapen hebben voor weer zo veel mensen. Dat is niet waar We heb ben voor die mensen nieuwe woonruimte geschapen maar geen nieuwe lééfruimte. Men woont er. Men kan er slapen, eten en drinken, naar school en naar de kerk gaan. En, o ja, men kan er ook ergens nog z'n auto op een parkeerstrook neer zetten. En men dat is de overheid, dat zijn de thans leiding gevende en beslis sende generaties meent dat dan hier mee de bewoners nieuwe leefruimte is verschaft. Alsof het leven alleen maar bestaat uit bijeen hokken. In de huizenplatjes bevindt zich één woonkamer, waar men ook eet, de krant leest, naar de televisie kijkt of naar de radio luistert, waar de kinderen hun huiswerk moeten maken, moeten spelen of knutselen, waar de visite moet wor den ontvangen, waar het gesprek tussen de gezinsleden moet plaatsvinden. Vooral wanneer de kinderen reeds wat ouder zijn geworden, is het vrijwel uit gesloten dat alles zich daar in die ene woonkamer vredig en rustig kan afspe len. dat ieder er zich steeds tevreden kan voelen. Er zullen frustaties ontstaan, wantmen ontbeert de ruimte waar ieder gezinslid kan doen wat hij of zij op een bepaald moment het liefste zou willen doen. Telkens weer zal de een of de ander datgene moeten nalaten waar hij de anderen mee hindert of wat hij niet kan doen met die anderen er bij. Er ontstaat onvrede. Lang kan het gezag van vader of moeder soms te erge uit barstingen daarvan in eigen kring voor komen, maar er komt het moment, dat de een of de ander zijn onvrede niet kan beheersen, scènes maakt of zorgt zo veel mogelijk uit huis te kunnen gaan. En met dat laatste begint dan maar al te vaak een tragedie. Dat kan zijn een breuk in het huwelijk, het verloren gaan van het contact met de kinderen, waar door zo'n kind dan gaat behoren tot het „jongerenprobleem", waar de maatschap pij nu vol van is. Niet meer verder le ren, onbenullig rondhangen, te vroeg se- xueel verkeer, buitenissigheden in uiter lijk en gedrag, verdovende middelen, ste len, molesteren en wat dies meer zij. Dan schudden de oudere generaties hun al grijzende hoofd over dat wangedrag van de jongeren. Daar moet toch wat tegen gedaan worden Ze willen dat de politie scherper toeziet, dat de overheid er tegen optreedt. Men vindt het gemak kelijker en beter dat er wat tégen ge daan wordt dan aan gedaan. Want, wat zou je er dan aan moeten doen Men vergeet iets. Men vergeet, dat men zelfs deze omstandigheden geschapen heeft met de moderne bouwwijze. Dat bouwen moest op een koopje. Zoveel mogelijk in zo weinig mogelijke ruimte. Want ieder moest toch een eigen dak boven het hoofd hebben. En als ze dat nu maar hadden, dan konden die vader en moeder tenminste tevreden zijn, dan was er één probleem minder. Maar men zag niet, dat men met die flatjes en andere gedistribueerde woon ruimte wëer andere problemen tevoor schijn toverde. De bouwers, de plannen makers, de overheid, zij hebben er nooit zo bij stil gestaan wat een mens. wat een gezin méér nodig heeft dan alleen maar woonruimte. Dat de mens van het leven veel meer verwacht en verlangt dan alleen maar eten, drinken en slapen in een eigen plek. Dat er vrijwel geen mens zonder liefhebberijen kan, waar mee hij zich immers een zekere roman tiek in het leven brengt. Dat hij daar voor over ruimte moet kunnen beschik ken, een hokje, een schuurtje, een zol der, een tuintje. Dat echter krijgt hij in deze moderne en zo sociaal ingestelde maatschappij niet meer. En dus ontstaat er een onvrede, waaruit, allerlei problemen voortkomen Dan wil „de maatschappij" daar wel weer iets aan gaan doen. Die problemen bestrijden. Men roept commissies, stich tingen, instellingen in het leven. Men produceert wat ideeën. Maar het zijn lapmiddelen. Pleistertjes op wonden. Men zag niet waaruit het kwaad, het probleem is ontstaan. De oorzaak liet men voor wat het was. Daar zag men geen been in. Men bouwt op dezelfde wijze voort en blijft verzuimen om bij de nieuwbouw ook aan de leefruimte te denken. Twee automobilisten hebben zich tij dens het Pinksterweekeinde uit de voe ten willen maken na op de rijksweg een aanrijding te hebben veroorzaakt. Eén lukte dat ook inderdaad, zij het wel met achterlaten van zijn visitekaartje in de vorm van zijn kenteken. De ander kreeg op het beslissende ogenblik mo- torpech en moest zijn vluchtpoging op geven. Öp de Van Weedestraat ter hoogte van drogisterij Kraal wilde de Soestenaar H. W. T. de voor hem rijdende auto mobilist A. J. van R. uit Hoogland gaan inhalen. Er naderde echter een tegenlig ger, waardoor de Soestenaar zich ge noodzaakt zag, weer in te voegen. Hij had daarvoor echter al onvoldoende ruimte meer, zodat hij tegen de achter zijde van de Hooglandse auto reed. Toen de tegenligger gepasseerd was, probeerde T. alsnog de auto voorbij te rijden en te ontkomen, maar toen hij naast de heer Van R. reed, ontstond e-* kortsluiting in zijn wagen en moest hij opgeven. De Soestenaar bleek rijke lijk aan Bacchus te hebben geofferd, wat tot gevolg had, dat zijn rijbewijs werd ingenomen, zijn auto in beslag ge nomen en de man zelf in hechtenis ge nomen, zij het voor een nacht, want na te zijn ontnuchterd mocht hij thuis over zijn zonden gaan zitten nadenken. Ongeveer hetzelfde overkwam op de Steenhoffstraat de automobilist T. D. J. S. uit IJmuiden. Hij werd op een gegeven ogenblik ingehaald. De be stuurder van deze wagen moest echter snel naar rechts uitwijken om een bot sing met een tegenligger te voorkomen. Hij sneed daarbij de IJmuidenaar en kwam bovendien in botsing met diens auto. De Opelbestuurder stopte wel en stelde voor, gezamenlijk naar de politie te gaan. Maar terwijl de IJmuidenaar rechtsomkeert maakte, verdween de an der. Het kenteken van zijn auto is ech ter bekend. Bij een botsing tussen twee bromfiet sers op de rijksweg ter hoogte van het K.N.M.I. te De Bilt zijn vier personen, waaronder twee jongens uit Soest, ern stig gewond geraakt. Het ongeluk ge beurde s'avonds laat. De beide brom fietsers kwamen midden op het rij wielpad frontaal met elkaar in botsing. De bestuurder R. H. C. T. (16) werd vrij ernstig gewond. Slechter was nog zijn duo-passagier, de 18-jarige E. K. er aan toe. Ook de bromfietsbestuurder en zijn duo-passagier, die uit de andere richting kwamen, werden zwaar gewond. Allen zijn opgenomen in het Stads- en Academisch Ziekenhuis in Utrecht. De heer M. Petersen, leraar aan de Openbare Ulo-Mavosehool alhier, die eind juni de school met pensioen gaat verlaten. Hier met enkele leerlingen uit de derde klas. Afscheidreceptie a.s. zaterdag in ge bouw „De Zwaluw", Schrikslaan, van 14,30 tot 16,30 uur. Een te royaal offer aan Bacchus heeft tweede Pinksterdag vrij onaangename gevolgen gehad voor de 46-jarige Amers- foorter J. D. D. Op weg naar huis kwam hij op de Peter van dc Breemerweg na bij de gemeentegrens met Amersfoort door onbekende oorzaak met zijn brom fiets te vallen. De man liep daarbij ver schillende hoofdwonden en schedelletsel op. Hij is overgebracht naar het zieken huis De Lichtenberg in zijn woonplaats en aldaar opgenomen. In de nacht van zaterdag op zondag heeft de Soester politie de vijftienjarige R. C. van W. uit Soest aangehouden, nadat hij vergeefs geprobeerd had een alleenwonende vrouw aan de Hartman laan te beroven. De jongen gebruikte bij de overval een mes, waarmee hij de dochter van de hoofdbewoonster be dreigde. Zij was het uiteindelijk, die de indringer op de vlucht wist te jagen. Van W. was alleen thuis. Zijn ouders en broertjes en zusjes waren met vakantie. Daarvan maakte Van W. gebruik om er ongestoord op uit te trekken. Vrijdag avond ontvreemdde hij dameskleding van een waslijn achter een woning op de Eng. Zaterdagnacht omstreeks twee uur stak hij zich in de gestolen dameskle ding en ging op pad. Hij bleek het doel bewust gemunt te hebben op het huis van mevrouw De V. Meermalen had hij daar met bloemen gevent, terwijl hij te vens naast de woning van mevr. De V. als tuinman had gewerkt. Hij was dus vrij goed op de hoogte van de situatie aan de Hartmanlaan. Met een grote steen verbrijzelde Van W. aan de achterzijde van de woning een ruit en drong ver volgens de woning binnen, op zoek naar geld. In een van de kamers, waar hij succes dacht te hebben, draaide hij het licht aan, doch trof tot zijn grote ver rassing iemand in bed aan. Het bleek de 26-jarige dochter Corrie, gymnastiekon- derwijzeres in Amsterdam, die toevallig het Pinksterweekend bij haar moeder was komen logeren. Het meisje schrok wakker en dreigde alarm te slaan, maar door haar een mes op de keel te zetten, wist Van W. dat voorlopig te voorkomen. Hij bond het meisje met een paar gor dijnkoorden vast, scheurde een stuk van „zijn" rok en bond dat voor haar mond, zodat ze geen woord meer kon uitbren gen. Toen echter Van W. even het mes weghaalde zag het meisje kans, de jon gen een flinke trap in de buik te geven, waardoor hij met zijn volle honderdveer tig pond tegen een kast viel en daardoor ook mevr. De V. wekte. Van W. sloeg op de vlucht, na echter eerst mevr. De V. nog een klap in het gezicht te heb ben gegeven. Van W. vluchtte naar de Peter van de Breemerweg, waar hij van kleding ver wisselde en op zijn fiets stapte om naar huis te rijden. In de Kerkstraat werd hij door de inmiddels al gewaarschuwde po litie aangetroffen. Gezien zijn ietwat vreemde gedrag werd hij aangehouden. PCort nadien bekende hij de overval. Van W. is ingesloten. Uit de woning van mevrouw De V. wordt geen geld vermist. Stenen gooien naar de politie en auto's in brand steken lijken een vreemde ma nier om op te komen voor geestelijke waarden en dat is wat de Franse stu denten beweren dat ze doen. Net als de studenten in Duitsland. En die in Italië, en ook die in Tsjecho-Slowakije en Joe- go-Slavië. Overal: in Londen heeft men ze in actie gezien en ook aan de Co- lumbia Universiteit van New York. De manieren van optreden verschilden van plaats tot plaats waarschijnlijk hing dat af van de manier waarop de over heid reageerde. Wat de studenten te hoop deed lopen onder rode en zwarte vlag gen waren ideeën die wel ongeveer over al dezelfde zijn. Wat zijn die ideeën Grofweg de aanleiding is overal de con statering dat de maatschappij bezig is snel te veranderen tot wat men een tech nologische samenleving zou kunnen noe men. Dat heeft zijn goede kanten en zijn kwade de laatste naar men hoopt voornamelijk maar tijdelijk. Het heeft weinig zin om zich tegen deze ontwikkling te verzetten, want ze vloeit voort uit het beschikbaar komen van nieuwe middelen, waarvan de computer de bekendste is, maar lang niet de enige. En het zou onzin zijn nu een actie te gaan ontketenen tot vernietiging van de computer en wat daarbij behoort. Democratie Wat de studenten echter verontrust is dat de overgang naar dit technologisch tijdperk over de hele wereld gepaard schijnt te gaan met het losmaken van de band die in een democratie de burger en zijn bestuur behoort te verbinden. Wat zich alof aan het ontwikkelen is zo wel aan deze zijde van het ijzeren gor dijn als aan de andere is dat de re latie tussen de burger en zijn politiek systeem verdwijnt door de toenemende bureaucratisering van de staat en het staatwerk. Dat voelen niet alleen jonge studenten zo; het is precies om dezelfde reden dat de grijze Dame Irene Ward in het Britse Lagerhuis een verschrikkelijke scène maakte het parlement als middel om de bevolking invloed te geven op de ma nier waarop zij bestuurd wordt, gaat meer en meer falen. Voornamelijk door dat de huidige instellingen nog in el kaar zitten op een manier die hen ge schikt maakte om met de toestanden van zeg maar vijftig jaar geleden overweg te kunnen, zonder dat een aanpassing is gevolgd die ze ook voor het beginnende technologische tijdperk geschikt maakt. Het mengsel van sociologie, psychologie en filosofie, dat vooral bekendheid heeft gekregen door de boeken en de rede voeringen van de Duits-Amerikaanse professor Marcuse, voert nog aan dat de huidige samenleving (de consumptie maatschappij) deze ontwikkeling nog be gunstigt door een zekere willoosheid te stimuleren zich met politieke zaken in te laten. De malaise in het partijwezen is geen typisch Nederlandse zaak. In de hele Het gaat tussen communisme en gaul- lisme - met die kreet is premier Pom- pidou in zijn pinksterrede de Franse verkiezingscampagne ingegaan, nog voor de chaos geheel is verdwenen. Dat is een beetje merkwaardig, want zowel de communistische partij van Waldeck-Ro chet als de daaraan verwante vakbond C.G.T. van Séguy hebben bepaald niet voorop gemarcheerd bij de rellen - in tegendeel ze deden pas mee toen hun aanhang zonder op hun leiders te wach ten ging staken en demonstreren. En de C.G.T. zowel als de andere vak bonden hebben hun uiterste best gedaan om de echte anarchie waarheen de stu denten stuurden, te voorkomen - o.m. door de energiebedrijven vaak tegen de wens der daar werkenden aan de gang te houden. Dat zowel C.P.F. als C.G.T. op een ge geven moment ook de regering weg wensten was pas nadat die regering zich helemaal machteloos had getoond. Overigens zal Waldeck-Rochet zich niet over Pompidou's simpele zwart-wit- schildering beklagen de kans is groot dat de altijd gemakkelijk bang te ma ken middenstand nu inderdaad zorgt voor een gaullistische kamermeerder heid, maar ongetwijfeld zal de C.P.F. ten koste van de socialisten, radicalen en middengroepen nieuwe stemmen krijgen van anti-gaullisten. Dat is het pijnlijk gevolg van de re- geringstaktieksterker dan voorheen zullen Fransen tegenover Fransen ko men te staan. Het grootste deel van tien jaar gaullistisch bewind kon de ge neraal rekenen op een vrij algemene instemming voor zijn beleid ook bij tra ditioneel andersdenkenden. Hij speelde daar ook op door zijn eigen partij met net zoveel minachting te behandelen als alle anderen. De basis van zijn ge zag was niet een partij maar de hele „nation" - een woord dat hij ook zeer imposant uitsprak in zijn redevoeringen. De generaal besefte waarschijnlijk dat niet zozeer het aantal stemmen in de kamer, maar een algemene instemming in den lande hen zijn gezag verleende. Daarom had hij het ook niet nodig om zich tegen een bepaalde partij te keren, allerminst tegen de C.P.F. Tot dusver heeft hij ook steeds met groot succes geloofwaardig weten te maken dat hij de stem, het geweten, de ziel was van zijn land. Zijn laatste rede echter was een afscheid aan die illusie. Eerst de dreigende ouverture gesprekken met generaals, waaronder de nogal onfrisse Massu daarna tanks la ten optrekken richting Parijs. In de rede zelf het instellen van een soort gaullistische burgerwachten. Kortom het dreigen met een burgeroorlog, die uiteraard niemand wenst. Een der grote verdiensten van De Gaul- le was dat hij tien jaar stabiliteit ge bracht heeft in een berucht instabiel land. En dat hij een mate van een heidsgevoel wist te stimuleren. Het is spijtig dat hij - als een soort voorschot op zijn afscheidsgeschenk - nu juist zo'n bijdrage gaat leveren tot verscherping der tegenstellingen. westerse wereld uit zich het gevoel dat de parlementen hun traditionele taak om het contactorgaan te zijn tussen de re geerder en de geregeerden niet meer naar behoren vervullendat niet meer kunnen, of niet meer willen omdat ze zichzelf hebben ingelijfd bij de vaklui van het staatsbestuur. En dan blijft alleen de weg buiten het parlement over om acties te ondernemen. Die weg is door de studenten allerwege bewandeld. De stenen naar de politie zijn daarbij een middel, waarop men zich niet moet verkijken: het betekent in wezen niets. Wat wel iets betekent zijn de po gingen om de eigen universiteiten meer in eigen hand te krijgen. Dat wil zeggen een wisselwerking tot stand te brengen tussen de jongeren in en de ouderen voor de collegebanken. En hier alweer ziet men dat de idee niet alleen bij de studenten leeft: in vele gevallen hebben zich professoren solidair verklaard. Even eens beklemd door de verkalking van een systeem dat niet is meegegroeid met de ontwikkeling van de samenleving. Het is dit accent van de zaak dat ken nelijk bij de Franse arbeiders meer ls aangeslagen dan men vaak vermoedt: de bezetting van de fabrieken was in de eerste plaats een poging om als mens be trokken te worden bij de ontwikkeling die de bedrijven zo sterk ondergaan op weg naar een door automatisering en wat dies meer zij sterk veranderend in dustrieel klimaat. De Franse (comunistische) vakbond C.G.T. heeft gepoogd in de fabrieken om te buigen naar het befaamde en van ouds bekende patroon van de looneisen. Het is veelzeggend vooral als men weet hoe straf georganiseerd die C.G.T. is dat juist de jonge arbeiders veelal de bondsbestuurders hebben uitgelachen schappelijke verkalking waartegen het protest der studenten zowel als van de jonge arbeiders is gericht. Niet dat de inwilliging van looneisen op zichzelf niet welkom zou zijn. Natuurlijk is dat wel zo. Maar behalve om de inhoud van het loonzakje gaat het ook om de inhoud van het bestaan en dat heeft de in de oude denktrant volhardende vakbond niet doorzien. De Britse minister Anthony Wedgwood Benn het is kenmerkend dat hij de portefeuille van technologie beheert heeft de Engelsen onder de neus gewre ven dat het geen zin heeft om naar Pa rijs te kijken en te zeggen dat zoiets hier nooit zou kunnen gebeuren. Hij heeft gelijk door de verregaande ouderwets heid van De Gaulle's bewind is de span ning daar wel zeer krachtig uitgebarsten, maar de elementen van die spanning lig gen dicht onder de oppervlakte in de hele westerse wereld waarin de politieke structuur in ontwikkeling steeds verder achterblijft bij de snelle technologische vooruitgang. I

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1968 | | pagina 1