WxÊm Waar blijven we met ons afval |baarn OP VAKANTIE?? 100% HELANCA TRAININGSPAKKEN WIM JAQUET N.V. SPREIDING GEVRAAGD 't Mooiste bruin Dan eerst even naar FOTO VAN ESSEN HIAAT RIVIEREN ZIJN LEVENSGEVAARLIJK ZWITSERLAND VAKANTIELAND BIJ UITSTEK Speciaalzaak dameskonfektie. voor Camera-controle Films Flitslampjes Zonnekap Of een betere, veiliger Camera. ENORME KEUZE Soest-Znid (t.o. Gar. Van Koolj) Telef. Brandweer 3-3-3-3 Politiebureau 4-4-4-4 De ideale vakantiedracht, ook voor uw kinderen Maat 116 24r95 SPORTCENTRUM „Rustige plekjes" zijn gezichtsbedrog voor ongeoefenden Onzichtbare stroomgeulen en grindputten Het gevaar zien Uw RECORDER staat klaar bij „DE GOUDEN SNAAR" VRIJDAG S JULI 1968 is de laatste jaren tamelijk veel aandacht besteed aan de toenemende lucht- en wa terveron trein inging in ons land. Feiten bijvoorbeeld als het aantal bacteriën per vierkante centimeter rijn water. Daar waar de Rijn ontspringt is dat dertig bacteriën, aan het eind van haar reis naar zee heeft de Rijn, in ons land dus, 200.000 bacteriën in die zelfde vierkante cm. Dat komt door de industrieën die hun water in de rivier lozen, het Roerge bied bijvoorbeeld. De zee drukt met el ke vloed nog eens honderden tonnen zout en afgewerkte olie in de rivieren. Zo is het met Rijn, Waal, Maas en Schelde. In de lucht komen giftige gas sen en dampen treecht, veel afkomstig van petrochemische industrieën, uitlaat gassen van het verkeer doen even hard mee. In sommige Amerikaanse steden is het zicht enkele kilometers minder geworden in een tijdsverloop van tien jaar. Maar dat is niet alles, er komt nog het een en ander bij aan afval dat wij zelf produceren!" Toekomst Deze bepaald niet opwekkende woorden zijn afkomstig van ir. P. v. d. Locht, nauw betrokken bij het probleem van de verontreiniging van onze samenle ving nu en vooral ook in de toekomst. Buiten de enorme hoeveelheden afval die door de industrie in het water en in de lucht worden gebracht blijken ook andere oorzaken mee te spelen. De vuilnisbakken die wij buiten de deur zetten op bepaalde tijden vormen een ongelooflijke hoeveelheid afval. Niet minder dan 370 kilo per hoofd der be- De vrijwillige vakantiespreiding, vele jaren lang gepropageerd, is grandioos mislukt. In het begin van de vijftiger jaren weigerden tal van schoolbesturen hun medewerking, waardoor de ouders van de schoolkinderen werden gedwon gen tegen hun eigen zin in de drukste zomertijd op vakantiereis te gaan. La ter raakten ook de eerst wel vrijwillig verschoven totale sluitingen van be paalde bedrijfstakken weer in het ge drang. En na jaren lang vergeefs experimente ren en vruchteloos verschuiven, valt nu alles samen in drie weken topseizoen, nog verergerd door gelijktijdige vakan- tiepieken in de buurlanden. Onze regering zal nu moeten kiezen of delen. De beste oplossing is dan toch maar een wettelijk voorgeschreven spreiding met zone-stelsel. Om te be ginnen kunnen noord en zuid andere vakantieperioden voor de scholen vast stellen, met een overlaptijd voor de ouders die kinderen in beide zones heb ben. Vervolgens kunnen bouwnijverheid en bepaalde takken van industrie ver schillende perioden krijgen aangewezen. Het klinkt onvrij, maar we willen toch met onze vakantie vrij ademhalen en rust genieten? Dan moeten we ook zor gen, dat we wat ruimte krijgen om te reizen en wat rust om ons heen hebben om te rusten. Pas dan kan er van ont spanning worden gesproken. volking. „En we verwachten dat tegen het jaar 200 die hoeveelheid verdrie voudigd zal zijn of nog meer. In totaal zal er dan omstreeks 15 mil joen ton afval zijn, tien miljoen ton afkomstig uit de gemeenten en de rest uit de industrieën, waarvan een ge deelte gevaarlijke chemicaliën. Dat is dan de afvalproduktie van alleen Ne derland, waarbij de autowrakken niet zijn meegerekend!" Het is dus duidelijk dat niet de industrie de hoofdschuldige is aan vervuiling, maar wijzelf! Niet te verbranden? Men kan 't afval toch verbranden of er compost van maken, zoals dat al ge beurt? „Dat is geen volledige oplossing. Aan compost is bepaald minder be hoefte sinds de komst van de kunst mest, al zal het een klein gedeelte van het afval wegnemen. Verbranding zal de voornaamste factor worden. Momenteel kan men 100.000 ton afval verbranden, maar in de toekomst zal het aantal verbrandingsinstallaties veel en veel groter moeten worden. Boven- mige afvalprodukten kunnen weer ge bruikt worden als grondstof voor een ander produkt. Andere, vaak gevaarlij ke stoffen die werkelijk nergens meer voor gebruikt kunnen worden zijn mis schien te verkleinen, wat hun volume aangaat. Er zal misschien een heel pro bleem ontstaan om afval klein te krij gen, de stoffen die in de rivieren te recht komen althans te ontgiften, te neutraliseren, evenals de dampen die in de atmosfeer terechtkomen. Bij de verbranding van afval kan men mis schien de vernietiging combineren met het opwekken van elektrische stroom. Gelukkig beseft men tegenwoordig de omvang van het afvalprobleem. En dat is maar goed ook, want alleen met alle mogelijke samenwerking zal men het in de hand kunnen houden. Wanneer dat niet gebeurt, zal het probleem ons bo ven het hoofd groeien en kunnen er in de toekomst zeer gevaarlijke situaties ontstaan. We zullen dan verloren raken in onze eigen rommel!" Reeds nu beginnen zich de gevolgen van de toenemende afvalproduktie af te tekenen. beschermt P tegen zonnebrand dien kan lang niet alles worden ver brand. Men verwacht voor de naaste toekomst een hoeveelheid van 5 miljoen ton afval dat niet anders dan door stor ten zal kunnen worden weggewerkt. Dat vergt weer ruimte. Soms kan die worden gevonden in plassen die moeten gedicht, of ontgrondingen die kunnen worden opgevuld, maar dat is toch on voldoende. Voor een miljoen ton afval heb je een vierkante kilometer oppervlakte nodig. En we kunnen onze ruimte wel beter gebruiken dan om er afval weg te ver ken. In de kern is het probleem gemak kelijk genoeg samen te vatten. We zijn wel eens geneigd te denken dat afval „vanzelf"' verdwijnt, maar in wezen is de stof onvernietigbaar, zoals men al eeuwen lang weet. Ook afval verdwijnt niet, maar moet ergens blijven. Het is de wet van het behoud van de stof en daar doe je niets aan." Oplossing Dat er reeds nu ingegrepen zal moeten worden is iedereen wel duidelijk. Wie de grachten en watertjes van onze ste den eens bekijkt ziet nogal het een en ander in het water wrijven. Evenals de steeds groeiende hoeveelheden rommel die op veel plaatsen even buiten de bebouwde kom het landschap ontsie ren, naast vele wrakken van auto's en bromfietsen. In de toekomst dreigt dit alleen maar erger te worden. Wat doet men eraan? „Men onderzoekt dit zorgvuldig. Som- LAANSTRAAT 71 - 81A De splitsing in de tweede-kamerfractie van de Boerenpartij heeft duidelijk ge maakt, dat er totaal geen rekening wordt gehouden met de wensen van de kie zers. De Boerenpartij kent geen orga nisatie, geen congressen, geen werk- commissies, geen studiekringen, geen discussiegroepen, zelfs geen goede pro pagandisten. Het partijblad werd ge redigeerd door de heer Koekoek, de po litiek werd bepaald door de heer Koe koek, de bestuursbeslissingen werden genomen door de heer Koekoek, de te gensprekers werden verwijderd door de heer Koekoek. Het verwonderlijke is, dat ook nu nog zoveel denkende mensen zich scharen achter de heer Koekoek. Dat wil zeg gen, dat zij nog altijd geen beter poli tiek onderdak hebben kunnen vinden. Dat betekent, dat er een hiaat is in ons politiek bestel. Kleine stijging per maat. LANGESTRAAT 111 - AMERSFOORT - TELEFOON 03490-18996 Op één warme dag deze zomer werden acht verdrinkingsgevallen gemeld. De meeste slachtoffers verdronken niet in zee, maar in onze rivieren. Een aantal van hen meende volkomen veilig te zijn, omda zij juist een „ondiep plekje" met „rustig water" hadden uitgezocht. Het zyn juist de slechte zwemmers en zelfs de mensen die nooit zwemmen ge leerd hebben, die bjj voorkeur „rustige" plaatsen opzoeken om te baden. Zjj be seffen niet dat dergelijke plekken door de zwemmers en de andere ingewijden juist gemeden worden, omdat er direct levensgevaar bestaat voor ieder die daar te water gaat. Langs de Nederlandse rivieren staan, op een enkele uitzondering na, geen waar schuwingsborden voor gevaarlijke stro ming of „verboden te zwemmen". Het is ook ondoenlijk de politie langs alle dij ken en kaden te laten controleren, daar voor ontbreken de benodigde mensen. Daarom is het nodig, dat alle liefhebbers van een verfrissende duik tijdig worden gewaarschuwd. Iedereen moet weten, dat de stroming van een rivier het sterkst is juist onder de wal van een buitenbocht, dat er ge vaarlijke draaiingen optreden tussen kribben en andere uitstekende walge- deelten en dat de hekgolf van een voor bijvarende boot zelfs baders in ondiepe gedeelten onverwachts beentje kan lich ten. Om het gedrag van de stroming te on derkennen moet een potentiële bader eerst de situatie ter plaatse goed ver kennen. De stroomgeul Omdat de sterkste stroming traag rea geert op bochten in de bedding zal de grote watermassa rechtuit willen en door een enkele dijk zal hij met moeite kun nen worden gekeerd. Ter beveiliging van zo'n dijk worden daarom kribben ge bouwd. die de kracht van de stroom ter plaatse breken en de diepste stroomgeul op enige afstand van de zomerdijk, hou den. Uit de aardrijkskundelessen zal men wel hebben onthouden, dat havenplaatsen in vroeger tijden altijd aan de buitenbocht van een rivier werden gebouwd, omdat juist daar de rivier het diepste was en de schepen dan gemakkelijker aan een loswal konden meren. Aan een binnen- bocht zouden ze immers gevaar lopen te stranden. Maar zo'n loswal vinden we niet alleen in het groot langs de (thans ook gegra ven) havens van de grote steden. Kleine loswallen liggen er hier en daar in de buitenbochten van grote en kleine rivie ren. Soms ten dienste van een kleine industrie, in andere gevallen ten behoeve van een gemeente die geen eigen haven bezit. Kolken Stuit de hoofdstroom op zo'n krib of op een inspringende loswal, dan buigt zich een stroomtak af, die terugbuigt langs de zomerdijk en het begin vormt van een onzichtbare watercirculatie. Staan de kribben dicht bijeen, dan kan een draaikolk ontstaan. Liggen zij verder van elkaar, dan ziet de leek op het eerste gezicht slechts een rustige inham. Door dat er een tegenstroom staat vlak voor zijn voeten, meent hij dat het open wa- Bij alle reizen die de verwende toerist tegenwoordig in zijn vakantie maakt, worden weliswaar tal van eerder onbe treden vakantie gronden bezocht, maar een van ouds bij uitstek vakantieland Spiez aan het Thunermeer. Een fraai beeld dat men feitelijk in kleuren moet zien om de schoonheid van het geheel naar juiste waarde te kunnen waar deren. als Zwitserland wordt, gelukkig, nog niet vergeten. Zeer in het bijzonder zijn het vooral de sportieve mensen die dit land, naast Oostenrijk, opzoeken om aan wintersport te doen. Maar ook wanneer dit niet mogelijk is biedt het imponerende bergland nog zóveel schoons, dat men er nauwelijks op uit gekeken raakt. Vooral voor de bewo ners van een vlak land als het onze is de ruige natuur van de bergen bijzon der boeiend. Waar men in het land ook komt, steeds zal men gefascineerd wor den door een natuur, die het land be paald niet heeft misdeeld. De bevolking is vriendelijk en voorkomend, ook al ligt vooral in Zwitserland het accent op het toerisme, hetgeen onder meer in de prijzen van diensten en goederen tot uitdrukking komt. ter in het midden van de rivier sneller stroomt, doch dat het vlak bij hem stil staat. Een gevaarlijk gezichtsbedrog De onervaren zwemmer beseft ook niet, dat de smalle tegenstroom een diepe geul heeft uitgesleten pal langs de plaats waar hij voetje voor voetje in het water denkt te kunnen stappen. De mensen die helemaal niet kunnen zwemmen, lopen enorme risico's wanneer zij zich van een krib of loswal af in het water begeven om te gaan pootje-baden. Niet alleen stappen zij in veel dieper wa ter dan zij kunnen vermoeden, maar bo vendien sleurt de stroom hen daar on middellijk mee naar de hoofdstroom, zo dra zij het evenwicht verliezen. Grotere diepten En dan komen er nog diepe putten voor in de rivierbodem. Op verschillende eigenaardige plaatsen heeft de stroom in vroeger dagen een geul uitgeslepen, die nog steeds bestaat ook al is de stroom richting in de bedding nu iets gewijzigd. Daarnaast is er de fatale invloed van de mens zelf. De aannemer die zand nodig had, of grind voor zijn cement. De ge meente, die daar in de rivier zand liet opzuigen om een bouwterrein op te ho gen. De mens aarzelt niet als ergens iets voor niets te halen is. En deze mens maakt daarna geen kosten om de ge maakte gaten met ander materiaal te dichten. De plaatsen van zo'n zandwinning liggen vaak naast een krib of bij een loswal en ze zijn tien, vijftien meter diepover een grote en onregelmatig gevormde op pervlakte. En de binnenbocht Pas in een geheel uitgedroogde rivier kan men het grillige verloop van de stroom- bedding precies onderscheiden en zien, hoe het verloop van de diepe geul naar de oevers onverwachte hoogteverschillen oplevert. Dan blijkt ook, dat alleen een binnenbocht een veilige plaats zou kun nen zijn voor zwemmers. Bevindt zich echter bij die binnenbocht ook een uitbouw of bijvoorbeeld een eer ste krib voor een direct volgende bui tenbocht, begeeft u dan ook daar niet voetstoots te water. Er zal wellicht ook een kleine tegenstroomgeul voorkomen, al is die dan niet zo verraderlijk diep als die tussen de kribben van de buiten- bocht. Daarom is het zaak, dat alleen de zeer goed geoefende zwemmers zich in een rivier wagen. Voor de minder gerouti neerde blijft het zwemmen in een rivier een hachelijke zaak. Zij kunnen, als de stroom hen te pakken heeft, vermoeid raken of in paniek verkeerde bewegingen gaan maken. Als zij dan niet tijdig wor den opgemerkt, worden zij het slachtof fer van hun gebrek aan ervaring. Wie niet, of niet voldoende kan zwem men moet daarom in het belang van zichzelf maar ook in het belang van an deren uit de grote rivieren blijven. Zuigkracht Al vaak is bewezen dat iemand die niet kan zwemmen zelfs een redder afslaat die hem nog juist weet te grijpen. Het gevolg laat zich raden. Geen leek kan zich een juiste voorstel ling maken van de ongekende kracht van een rivier. Ze kan iemand ver onder de waterspiegel zuigen en zelfs iemand die op vaste grond meent te staan, onderste boven gooien en meesleuren. Slechts de ervaren zwemmer weet in zo'n geval de juiste oplossing in praktijk te brengen: watertrappend naar de op pervlakte en dan rustig op de rug blij ven drijven met de stroom mee. Zich vooral niet vermoeien, tot er een moge lijkheid is schuin met de stroom mee naar de wal te zwemmen op een plaats, waar de wal ook werkelijk bereikbaar is! In het gebied van het Gasterndal by Kandersteg in het Berner-Oberland iets van de sfeer daar te hebben ge proefd. Des temeer zal men genieten van plaats als St. Gallen, Chur, Ander- ma tt, Interlaken (aan het meer) en, bij voorbeeld Andelboden. Zwitserland is in al zijn geledingen on vergelijkelijk mooi en, eenmaal bezocht, komt men er ongetwijfeld terug. De zuigkracht van bergen en landschap is onweerstaanbaar. Vliegtuig, trein en auto brengen U er in korte tijd, en waar men ter plaatse niet over eigen vervoer beschikt, staan de Zwitserse spoorwegen (en vooral niet te vergeten de Postbussen) ter beschik king. Het is heerlyk toeven in Locarno, aan de oevers aan het Lago Maggiore. Het is een heerlijke belevenis dit land te doortrekken per auto, omdat men zich snel en comfortabel kan verplaat sen naar die streken die men gezien wil hebben. Natuurlijk zullen veel Ne derlanders daarbij de bergen willen betrekken en goede automobilisten biedt zulks geen bezwaar, mits men op de hoogte is van de voorschriften. Maar ook buiten de Grosz Giockner en de Gotthard zijn er zoveel pittoreske plaat sen te bezoeken dat men aan veertien dagen altijd tekort komt, zelfs aan veel langere tijd. De verschillende meren zijn bijzonder bekoorlijk en het is een aparte belevenis aan de boorden daar van een heerlijke maaltijd te nuttigen. Grote steden brengen uiteraard ook veel al grote drukte met zich mee en daar om geven wij de voorkeur aan de klei nere plaatsen. Toch moet men steden als Genève, Luzern, Bern, Lausanne en bijvoorbeeld Locarno gezien hebben om

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1968 | | pagina 3