NU BIJ
ONS
N00
MAAR
F149.-!
'uToi
RADIO DE JONGH,
VORIG JAAR KOSTTE DEZE RUTON
TURN-TOP-STOFZUIGER NOG f 182.-
GOEDE KANSEN VOOR A.D.O. EN AJAX
op tweede ronde in Europaeupstrijd
GROEI ECONOMISCH LEVEN KAN
VOORTDUREN
rsjïTM
Fa. Spijker
OP STAANDE VOET
PLANETEN METEN
DE NIEUWE OMZETBELASTING
EN DE KLEINE ONDERNEMER
GOLVENDE FISCALE
OPVATTINGEN
Bikkelharde gevechten
op komst
Mits loonstijging niet uitloopt
Neptunus 6.000 km groter
dan was berekend
KONINGINNELAAN 74, S0ESTDUKTEL. 3467
'Maak ook eens kennis met Hi-Fi'.
Doorlopend demonstratie
VRIJDAG 27 SEPTEMBER 1968
Kowel Ajax als A.D.O. hebben een relatief gunstig resultaat kunnen boeken in de
eerste wedstrijd in het toernooi om de Europacup voor respectievelijk lands
kampioenen en bekerwinnaars. Met de 1-1-score in de uitwedstrijd tegen F.C.
Nürnberg mochten de Ajacieden hun handen heel stijf dichtknijpen. Maar alleen
het resultaat geldt en dat is met redelijk goed voetbal bereikt, net als bij A.D.O.
Van de Hagenaars had men na het furieuze begin meer verwacht dan slechts vier
doelpunten. De 4-1 voorsprong op Grazer A.K. is echter een vrij stevige basis om
verder mee te komen.
F.C. Nürnberg behoort tot die zes a acht
clubs in de Duitse Bundesliga, die top
voetbal spelen. Onder de bezielende
aanvoering van trainer-coach Max Mer
kel zijn de Nürunbergers kampioen van
het vorige seizoen geworden. In die bij
zonder zware competitie van de Bundes
liga heeft de ploeg van Merkel vorig
seizoen een ware krachtsexplosie gele
verd. In de thuiswedstrijden was Nürn
berg op één keer na onverslaanbaar en
voorts werd vier keer gelijk gespeeld.
Nürnberg is in haar thuiswedstrijden
altijd erg sterk geweest. Zo werd in 1961
met liefst 4-1 van Benfica gewonnen.
In Lissabon werden de Duitsers echter
van het veld geveegd en moesten zij
een 6-0 nederlaag accepteren.
Ook Ajax is in haar thuiswedstrijden in
de Europacuptoernooien altijd erg suc
cesvol geweest. Nog niet één keer ging
een wedstrijd in Amsterdam verloren.
De grootste triomf voor de rood-witten
is nog altijd de 5-1 nederlaag, die de
Engelse kampioen Liverpool twee jaar
geleden kreeg te slikken.
Maar nu komt op 2 oktober Nürnberg.
Dat wordt een bikkelhard gevecht,
waarin Ajax de beste kansen schijnt te
hebben, omdat het thuis speelt. Bij
winst en een gelijkspel van 0-0 komt
Ajax in de volgende ronde, bij een 1-1
gelijkspel moet er worden verlengd en
bij een gelijke score van 2-2 of hoger
of een nederlaag is Ajax uitgeschakeld.
Defensie
In Nürnberg verscheen Ajax met een
zeer defensieve opstelling. De toch niet
zo in vorm zijnde voorhoedespeler Klaas
Nuninga moest zijn plaats afstaan aan
een extra verdediger, te weten Suuren-
donk. Omdat Michels de praatjes over
het niet meedoen van Cebinac bij Nürn
berg niet wilde geloven, was de lange
Barry Hulshoff opgesteld in de plaats
van Tony Pronk, om in het centrum de
hoge voorzetten te onderscheppen. Van
die taak heeft Hulshoff zich uitstekend
gekweten.
Zowel Ajax als Nürnberg zal in Am
sterdam moeten aanvallen. Daarom zal
Nuninga wel weer in het aanvalskwar-
tet terug komen. Dat zal het soepel lo
pen van de Amsterdamse aanval zeker
ten goede komen, want in Neurenberg
konden de Duitsers zoveel aanvallen
vanuit de verdediging opbouwen, omdat
hun achterspelers door het geringe aan
tal voorwaartsen van Ajax daartoe alle
gelegenheid kreeg.
Goed in aanval
Bovendien is Ajax een ploeg, die het
beste speelt als het kan aanvallen. Liefst
een hele wedstrijd lang. Dan zijn er al
tijd wel een paar van die briljante mo
menten, waarbij Keizer. Nuninga, Cruijff
en Swart elkaar precies weten te vin
den. de verdedigers van de tegenpartij
op het verkeerde been worden gezet en
een verrassend doelpunt wordt gemaakt.
Zulke briljante momenten zijn door
geen enkele verdediging te pareren. De
enige voorwaarde is, dat Ajax moet
kunnen aanvallen. Dat zal Merkel ook
wel weten en net als in Neurenberg
willen beuken op de defensie van de
Amsterdammers.
De Duitsers hebben in hun thuiswed
strijd verscheidene kansen op een doel
punt om zeep gebracht, want zij zijn
veel meer in de aanval geweest dan
Ajax. De enige kans voor hen om Ajax
te verslaan is dezelfde taktiek als in
Neurenberg toepassen een geweldig of
fensief in het eerste half uur. dat tot
enkele doelpunten moet leiden. Als Ajax
die fase van de strijd kan doorstaan,
zal het daarna het tempo moeten over
nemen om de Duitsers moe te maken.
Dan ontstaan gaten in hun verdediging
en aldus kansen voor de Amsterdamse
aanvallers.
Maar ook als de Duiters aanvallen kan
een viermans voorhoede van Ajax zich
bij uitvallen kansen scheppen. Daar zal
Merkel rekening mee moeten houden en
een mannetje meer achter houden. Juist
omdat in Amsterdam beide ploegen
moeten aanvallen, kan een aantrekke
lijke wedstrijd ontstaan als de scheids
rechter het te verwachten harde spel
binnen de perken kan houden. Een klei
ne overwinning voor Ajax lijkt ons het
meest waarschijnlijk.
Combineren
Het is voor A.D.O. een zeer gunstige
omstandigheid, dat het een Oostenrijkse
trainer heeft. Ernst Happel kent het
Oostenrijkse voetbal door en door en
mede daardoor kon hij zijn ploeg de
juiste taktiek om Grazer A.K. te ver
slaan meegeven. Die taktiek luidde: een
hoog tempo en veel combinaties. Van
dat laatste kwam in de eerste helft van
de wedstrijd in Den Haag niet veel te
recht. De in de Europese bekertoer
nooien nog volkomen onervaren A.D.O.-
elf speelde toen te paniekerig en steeds
door het midden. In de tweede helft
werd de defensie van de Oostenrijkse
verliezer van de bekerfinale (kampioen
Rapid Wien won ook de beker) met
goede combinaties uit elkaar gespeeld.
Met een 4-1 voorsprong hoeft A.D.O.
zich in Graz slechts te beperken tot het
verdedigen van die kans om naar de
tweede bekerronde over te gaan. En
hoewel A.D.O. een sterke defensie heeft,
is Happel er de man niet naar om zijn
spelers puur te laten verdedigen. Juist
voor een zo onervaren ploeg als de
Haagse in het Europese bekervoetbal is
dat ook riskant. Bovendien heeft de
wedstrijd in het Zuiderpark aangetoond,
dat A.D.O. best kan aanvallen tegen
deze tegenstander en de aanval pleegt
nog altijd de beste verdediging te zijn.
Goede kans
De kansen liggen voor A.D.O. zeer gun
stig. Het lijkt nog slechts een kwestie
van het uitspelen van de wedstrijd in
Graz, waarbij het voor de zekerheid en
overtuiging altijd goed is enkele doel
punten te maken. Vooral ook voor het
aanzien tegenover de volgende tegen
stander, die zich wel enkele keren zal
bedenken alvorens tegen een team met
een produktieve aanval alles te zetten
op het stormlopen tegen de Haagse ver
dediging. En als de Hagenaars het met
hun tegenstander in de tweede ronde
net zo treffen als N.A.C. vorig jaar, dan
kunnen zij hun gezicht in het Europese
bekervoetbal met vertrouwen overal la
ten zien.
Evenals in Den Haag wordt de wed
strijd in Graz op donderdag gespeeld
en wel op 3 oktober. Nu de kansen voor
A.D.O. zo gunstig liggen, is een t.v.-
reportage van deze wedstrijd waar
schijnlijk.
De verdere uitbouw van het economisch
leven in Nederland kan voortduren zegt
de economische verkenning van het na
tionaal planbureau voor 1969. De con
junctuur in Nederland is in herstel het
geen mede te danken is aan de her
nieuwde groei in west-Duitsland.
Voorts blijkt uit de planning duidelijk
dat de hervatting van de welvaartslijn
mede te danken is aan de grotere
winstmogelijkheden, die ons bedrijfsle
ven weer krijgt nu de loonstijging niet
abnormaal hoog is geweest maar tot
De beroemde
Zenlth-preclsie
In wel zeer
elegante vorm
Zentth dameshorloges met
lederen band
edelstaal v.a. f175,—
doublé v.a. f 175,—
18 kar. goud v.a. f320,-
Soesterbergsestraat 26, telefoon 2932.
Horloger
r
Juwelier
Dealer voor Soest
Opticiën
Nederland erkent een stakingsrecht en
wij zullen de laatsten zijn om dit te be
twisten. Maar staking is altijd een laat
ste middel, als de normale onderhande
lingen geen enkel uitzicht meer bieden
en elke vorm van overleg strandt op
onwil aan de zijde van de werkgever.
Voor het overleg zijn er vakbonden en
rijksbemiddelaars en voldoende andere
bemiddelende instanties. Het gaat daar
om niet aan, direct een staking uit te
roepen als er enkele heethoofden op
slag iets gedaan willen hebben, zonder
dat hierover enig overleg is geweest.
Dergelijke wilde stakingen kunnen ook
bij de vakbonden geen genade vinden,
omdat de redelijkheid van de eisen ver
te zoeken is en er van een gefundeerd
oordeel over de hangende kwestie nog
geen sprake is.
In zo'n geval is de dreiging van ontslag
op staande voet o.i. gerechtvaardigd.
Wie koste wat het kost en zonder enig
overleg of noodzaak tot dienstweigering
oproept, mag best zelf stil gaan zitten.
Maar dan ook op eigen risico en buiten
het bedrijf. Voor het bedrijf zelf is deze
man alleen maar hinderlijk en gevaar
lijk. Er zou van de bedrijven ook niet
veel over blijven, als wilde stakingen
wel werden geaccepteerd.
Men heeft kort geleden de planeet Nep
tunus opgemeten. Een karwei waarbij
listig gebruik is gemaakt van een hel
pend handje dat werd geboden door de
hemel zelf. De planeet trok namelijk
toevallig voor een ster langs.
Van de meeste van de negen planeten
kennen we de grootte (d.w.z. de mid
dellijn) vrij nauwkeurig. Maar de ma
ten van de twee buitenste. Neptunus en
Pluto, zijn niet precies bekend.
Dat komt door hun grote afstand. Nep
tunus loopt om de zon in een baan,
waarvan de straal dertig keer zo groot
is als de straal van de aardbaan. In
kilometers uitgedrukt: een slordige vier
en een half miljard.
6.000 km mis
Zelfs de krachtigste telescoop ter we
reld is niet in staat, van een planeet
op die afstand een scherp omlijnd
schijfje te maken. Het bepalen van de
middellijn wordt dan een bezigheid
waarbij je als astronoom gemakkelijk
een fout van enige duizenden küome-
ters maakt.
De uitgave 1968 van de Sterrengids
((van de Nederlandse Vereniging voor
Weer- en Sterrenkunde) vermeldt voor
Neptunus een middellijn-waarde van
44.600 km, dus rond drie en een half
keer de middellijn van de aardbol.
Maar als de waarnemingen van drie
astronomen in Australië. Nieuw-Zee-
land en Japan correct zijn, dan moeten
we daar nog zo'n kleine zesduizend ki
lometer bij doen. Elk van hen kwam
tot waarden die in de buurt van de
50.000 kilometer middellijn lagen.
Licht uit
Hoe meten ze zoiets nu
In dit geval profiteerden ze van de toe
vallige omstandigheid dat Neptunus op
7 april jongstleden precies voor een
ster langs liep. Sterren bewegen niet
aan de hemel; ze hebben een vaste
plaats. Planeten en dwaalsterren bewe
gen wel.
En zo kan het gebeuren, dat een pla
neet gedurende zekere tijd precies een
ster op de verre achtergrond verduis
tert of bedekt. In principe hetzelfde wat
de maan van tijd tot tijd met de zon
doet, bij een zonsverduistering.
De sterren zijn allemaal, ook de
dichtstbijzijnde zo ver van ons ver
wijderd, dat ze ook in de sterkste tele
scoop geen schijfgedaante vertonen: het
blijven dimensieloze lichtpuntjes. Schuift
een hemellichaam dat wèl een schijfge
daante heeft, zoals de maan of een pla
neet, voor zo'n ster langs, dan is het
met die ster een kwestie van floep-uit
en (enige tijd later) floep-aan. Het lijkt
alsof er een elektrische schakelaar wordt
omgedraaid.
Tijdmeting
Men meet nu eenvoudig de tijd die ver
strijkt tussen het verdwijnen en het
weer verschijnen van zo'n ster achter
de betrokken planeet; in dit geval Nep
tunus. De snelheid waarmee Neptunus
beweegt is bekend; met behulp daarvan
kan dus worden berekend hoe „dik"
zo'n planeet moet zijn om een verre
ster gedurende de waargenomen tijd te
verduisteren. Die dikte is dan de mid
dellijn.
Over zulk soort bedekkingen gesproken:
we hebben er een achter de rug op 25
augustus j.1. Op die dag (zondagmorgen
om 09.49 uur) verdween de planeet Ve-
nus achter de maan en ze kwam ruim
een uur later (om 11.03 uur) weer aan
de andere kant van de maan tevoor
schijn.
Helaas was het op dat tijdstip klaar
lichte dag en was de één dag oude
maan (in een zeer smalle sikkelgedaan
te) niet te zien zonder sterke kijker.
Maar de heldere Venus wil overdag wel
eens zichtbaar zijn. Misschien lukt het
een volgende keer haar schijnsel te zien
uitdoven.
6,5 beperkt is gebleven. Er moeten
nu eenmaal behoorlijke winsten worden
gemaakt om de ondernemers tot daden
te inspireren. Hoe die winst tenslotte
verdeeld wordt is een andere zaak. Ze
ker is dat na de geweldige loonsverho
gingen in 1964, 1965 en 1966 een reeks
van vooral arbeidsintensieve bedrijven
in moeilijkheden is geraakt en dat een
deel van hen daaraan slechts is ontko
men door fusies. De moeilijkheden in de
scheepsbouw, die nu nog voortduren,
spreken boekdelen.
Het is niet alleen belangrijk dat de
produktiestijging aan de binnenlandse
consumptie ten goede komt, zij is voor
al van groot belang voor de uitvoer.
Dankzij de gunstige groei van de ar-
beidsproduktiviteit. die over 1968 op
5,5 0 o wordt geschat kon het Nederland
se volume van de export met liefst
11 stijgen. Dat is een enorme groei,
die voorlopig nog kan voortduren om
dat de arbeidskosten in ons omringende
landen, zoals het er nu uitziet, in de
naastj toekomst meer zullen stijgen dan
bij ons.
Zo is er in west-Duitsland kans op een
loonsverhoging van 6 Dit betekent
eer stijging van de consumptie in die
landen met een grotere import. Wel is
er kans op dat de uitvoer door andere
factoren wordt beperkt. Wij denken aan
de invoerbeperkingen door de V.S. in
verband met het dollarvraagstuk. Ook
de Engelsen zullen hun invoer zoveel
mogelijk afremmen voor de sanering
van hun betalingsbalans.
Dit heeft tot gevolg dat in 1969 de ex
portstijging van ons land verhoogd zal
voortgaan. Zij zal echter nog wel 8
kunnen bedragen volgens ons planbu
reau wanneer de stijging van ons loon
niveau niet op hol slaat en opnieuw ca.
6,5 zal bedragen.
Premiebouw
Daarbij moet wel aan de voorwaarde
worden voldaan dat de rijksuitgaven
niet uit de hand lopen en dat er een
woningbouwprogramma van 125.000 wo
ningen wordt uitgevoerd. Het accent van
deze woningbouw zal volgens de mil
joenennota op de premiebouw liggen
hetgeen ons juist voorkomt.
Bij een geschatte stijging van het con
sumptieprijspeil van 4 kan dan toch
de particuliere consumptie nog met
3,5 stijgen. Bij een zodanig beeld is
hef mogelijk dat de betalingsbalans op
de lopende rekening een overschot gaat
vertonen van circa ƒ700,miljoen. Dit
is noodzakelijk om te voorkomen dat
een inflatoire financiering van de over
heid de koopkracht van de gulden ver
der aantast.
Werkloosheid blyft
Het is enigszins opmerkelijk dat bij een
gunstige ontwikkeling van onze econo
mie de werkloosheid niet geheel ver
dwijnt. Dit beeld is met name het ge
volg van een matige opnemingscapaci
teit van werknemers door de industrie,
die hoe langer hoe meer kapitaal-inten
sief wordt.
Toeneming van de werkgelegenheid zal
vooral moeten plaatsvinden in de dienst
verlening. Als wij hoge looneisen stel
len; meer dan bij de geschetste trend
matige groei aanvaardbaar is, dan zul
len zich twee gevolgen openbaren. In
de eerste plaats zal het tempo van de
rationalisering door de industrie worden
vergroot zodat de vermeerdering van
de werkgelegenheid wordt gecompen
seerd of overtroffen door het afstoten
van werkkrachten. Vervolgens zal de
groei in de dienstensector en de bouw
trager verlopen. Hiermee is duidelijk
geïllustreerd dat de opgang in de werk
gelegenheid rechtstreeks verband houdt
met de looneisen die de vakbeweging
gaat stellen. Het is juist dat de stijging
van de arbeidsproduktiviteit groter is
geweest dan werd verwacht maar de
loonstijging was ook hoger dan geraamd.
Geen besparing
Het is niet onmogelijk dat de in dit
verband ruimere winstkansen van het
bedrijfsleven ertoe leiden dat er meer
besparingen beschikbaar komen. De ra
mingen voorzien in een besparing van
20 tot 21 van het nationale inkomen.
Ruimere likwiditeiten kunnen betekenen
dat de rentestand de neiging heeft
eningszins te dalen. De kant hierop is
echter niet groot. Allereerst zullen de
investeringsplannen (vooral in bedrijfs
gebouwen) voor een goed deel beslag
leggen op die besparingen en anderzijds
is er een grote honger naar middelen
van de zijde van de overheid en de la
gere publiekrechtelijke organen. De
overheid zal immers volgens de plannen
haar tekorten goeddeels uit leningen
moeten dekken. Daarnaast zullen wij
in Nederland de tendens zien tot kapi-
taaluitvoer. Reeds nu worden er grote
leningen in Nederland onder gebracht.
Het is niet te verwachten dat het hier
boven geschetste beeld door de werke
lijkheid wordt gedekt. Dat beeld is
slechts realiseerbaar wanneer alle par
tijen hun spel volgens de plannen spe
len. De relaiteit uit het verleden heeft
ons geleerd dat er nogal eens met te
genvallers rekening moet worden ge
houden.
Zachte gulden
Het planbureau heeft varianten uitge
rekend van de gewenste ontwikkeling.
Al deze alternatieven leiden in de eers
te plaats naar een verdere muntver
zwakking en/of naareen vermindering
van de investering. Muntverzwakking
betekent zonder meer een aantasting
van de koopkracht en een versterking
van de sociale verschillen. De armsten
worden armer of blijven arm en de rij
ken worden meestal rijker.
Zowel de lessen uit het verleden als de
papieren vooruitzichten kunnen óns al
len aansporen om in de pas te blijven
bij hetgeen monetaire en economische
deskundigen adviseren. Slaan wij deze
raad nationaal in de wind dan raken
wij achter in het wereldbeeld. Verlaten
wij het goede pad internationaal dan
zal de wereldhandel en derhalve de
welvaartsontwikkeling voor alle landen
achterblijven.
Voor de grote ondernemer, die voor zijn
bedrijf toch al een uitgebreide boekhou
ding moest voeren, betekenen de opge
legde verplichtingen voor de belasting
op de toegevoegde waarde (B.T.W.) de
minste extra werkzaamheden. De kleine
ondernemer echter, die uit een oogpunt
van zijn eigen bedrijfsvoering zo'n uit
gebreide administratie niet nodig had,
ziet zich verhoudingsgewijs voor het
meeste extra-werk, en dus voor de
meeste extra-kosten geplaatst.
Hoewel de ondernemer in principe, net
als voor de loonbelasting, de eer geniet
als onbezoldigd ambtenaar te mogen
(en moeten) fungeren, is daarop toch
een uitzondering voorzien voor de klei
nere ondernemer.
Voordeel beneden 1800,-
Indien een ondernemer een natuurlijk
persoon is en geen naamloze of andere
vennootschap en de door hem in een
kalenderjaar af te dragen belasting (dus
wat hij van afnemers heeft ontvangen
minus wat hij aan leveranciers ver
schuldigd is geworden) niet hoger is
dan 1800,dan behoeft hij die be
lasting slechts af te dragen voorzover
die 1200,te boven gaat.
Wanneer hij b.v. aan afnemers, onder
nemers en particuliere consumenten te
zamen ƒ2500,B.T.W. in rekening heeft
gebracht en hij heeft daartegenover vol
gens zijn facturen aan zijn leveranciers
1500 B.T.W. betaald in dat jaar, dan
mag hij het gehele verschil ad ƒ1000
zelf behouden.
Had hij 2500 in rekening gebracht en
aan leveranciers maar 1000 betaald,
dan behoeft hij maar 1500 minus
1200.—, dat is 300,aan de fiscus
door te betalen. Hij heeft dan 1200
meer winst of hij kan voor dat bedrag
administratieve hulp aantrekken.
Tot ƒ3000,—
Zou hij normaliter meer dan 1800,
doch minder dan ƒ3000,per kalender
jaar moeten afdragen, dan mag hij die
afdracht verminderen met het bedrag
dat zij lager is dan 3000,
Voorbeeld: A brengt aan afnemers in
rekening ƒ6000,en betaalt aan leve
ranciers van verhandelde goederen en
van een nieuwe koelvitrine 3800,
B.T.W. Per saldo zou hij in dat jaar
moeten afdragen 2200.B.T.W. Dit
mag hij dan verminderen met ƒ3000.
minus ƒ2200,dus met ƒ800,zodat
hij uiteindelijk van de per saldo ge-
inde belasting 1400.moet afdragen
en ƒ800,zelf mag houden.
Zou het af te dragen bedrag zonder re
ductie geen ƒ2200,zijn geweest doch
2300,dan zou de aftrek geen 800,
maar ƒ700.— groot zijn geweest en was
dus uiteindelijk geen ƒ1400, maar 1600,-
verschuldigd.
Bij 3000,(en daarboven natuurlijk)
vervalt deze reductie.
Wie is klein?
Hoe klein moet ru die ondernemer zijn?
Dat hangt af van het tarief dat op de
door hem geleverde goederen van toe
passing is.
Is dit uitsluitend 12 dan correspon
deert het bedrag van 1200,met een
bedrag van 10.000,verschil tussen
zijn verkopen en inkopen. Het gaat
daarbij niet uitsluitend om zijn bruto
winst, doch ook aan- en verkopen van
bedrijfsmiddelen tellen mee.
Verhandelt hij uitsluitend goederen of
diensten waarop het 4 -tarief van toe
passing is, dan komt hij pas aan het
bedrag van 1200,dat hij zelf mag
houden, bij een verschil van 30.000,-
tussen aan- en verkopen.
Twee maten
Groot en klein zijn in de B.T.W. maar
:eer betrekkelijke begrippen. Wanneer
we de bedrijfsmiddelen even buiten be
schouwing laten kunnen we stellen dat
een ondernemer die op 4 -artikelen
ƒ25.000,brutowinst maakt nog klein
is. Maar wie op 12 %-artikelen een bru
towinst maakt van ƒ11.000 is al niet
meer zo klein, hij moet al beginnen te
betalen.
En wanneer de eerstgenoemde onder
nemer naast zijn 4 %-artikelen nog
voor een miljoen aan vrijgestelde arti
kelen verhandelt, dan blijft hij klein.
Soms is klein al gauw groot en scnis
is heel groot toch klein. Men zou zeg
gen: hier meet men met twee maten.
Het zijn echter drie maten, want het
hangt er van af of men overwegend
12 of 4 of 0 %-artikelen ver
koopt.
Wel schreven!
Deze kleine ondernemers moeten der
halve wel voldoen aan de administratie
ve plichten. Doen ze dat niet, dan zijn
ze strafbaar. Bovendien krijgen ze in
dat geval de aantrekkelijke reductie niet.
De minister kan, en zal waarschijnlijk,
nog nadere uitvoeringsvoorschriften ge
ven. De wet laat daarbij ook de moge
lijkheid open dat die ondernemer, die
door de reductie toch nooit iets zou
moeten afdragc van de administratie-
v- verplichtingen wordt ontslagen.
Hij wordt dan echter als particulier
beschouwd, wat zakelijke nadelen kan
medebrengen. Verwacht mag worden,
dat men niet gedwongen van deze gunst
gebruik zal behoeven te maken.
Boer en tuinder
Landbouwers worden door de fiscus
meestal niet als volwaardige boekhou
ders beschouwd, veelal met hun eigen
instemming. De B.T.W. beschouwt hen
helemaal niet als ondernemer, tenzij ze
zelf willen.
De regel is. dat laudbouwers, veehou
ders, tuinders en bosbouwers in de
groep consumenten worden onderge
bracht indien ze maar geen andere
goederen leveren dan een uitgebreide
groep in een tabel genoemde. Deze ta
bel noemt zelfs water en tafelazijn, pe
perkoek en appelstroop enz. enz., zo
dat de landbouwer al heel ver van zijn
stam moet zijn gevallen, wil hij hier
voor niet meer in aanmerking komen.
Het is op het land echter niet alleen
maar rozengeur en maneschijn zonder
B.T.W., want de uitzondering brengt
ook mede dat zij van de belasting die
op hun bedrijfsmiddelen drukt ook niets
kunnen aftrekken. Die betalen zij dus,
zoals de consument betaalt, en die druk
zit toch verdisconteerd in de prijzen die
zij voor hun produkten vragen.
Toch facturen
Voor grotere agrarische bedrijven,
vooral de kapitaalintensieve, zoals b.v.
tuinbouwers met veel verwarmde grote
wassen, kan het vanwege de aftrek van
de B.T.W. die op de bedrijfsmiddelen
drukt, voordeliger zijn wel als onder
nemer te worden aangemerkt. Zij kun
nen daarvan aan de inspecteur een be
schikking vragen. Die geldt dan voor
tenminste vijf jaar.
Die vijf jaar moeten zij dan alle ver
plichtingen nakomen. De reductie voor
kleine ondernemers is op hen niet van
toepassing. Bij aanschaf van belangrij
ke bedrijfsmiddelen kan het voordelig
zijn voor vijf jaar ondernemer te kie
zen, als de terug te ontvangen B.T.W.
de af te dragen belasting over die jaren
maar voldoende overtreft om de admi
nistratieve romslomp goed te maken.
Wie na vijf jaar weer voor niet-onder-
nemer kiest moet dan tenminste vijf
jaar niet-ondernemer blijven.
Voor u een voordeel dat we hem nü al overjarig vinden.
Natuurlijk Is hij nèt zo goed als toen. Enorme zuigkracht
en wendbaarheid door de draaltop-slangaensluiting. En
alle hulpstukken zijn even praktisch.
DAAR BENT UBUJ MEI
- .i -
,A -
Nu de vakantietij d ten einde is, moeten
wij ons weer bezig houden met de pro
blemen tot behoud en verbetering van
de welvaart, waaraan wij o.m. de va
kantie te danken hebben. Een van de
centrale problemen daarbij zal zijn de
toekomstige belastingheffing.
Die heffing immers beïnvloedt onze wel
vaart en wij zullen ons in de naaste toe
komst moeten afvragen of wij de na
druk van de belastingheffing op de di
recte dan wel op indirecte belastinghef
fing moeten leggen.
Binnen het verband van de Europese
eenheid heeft Nederland reeds gekozen
voor een accentverschuiving naar de In
directe belastingheffing. In dit kader
hebben wij voor de omzetbelasting reeds
gekozen voor het systeem van de toe
gevoegde waarde. Dit systeem is door
onze volksvertegenwoordiging aanvaard.
De konsekwentie van die keuze is, dat
er voorstellen zullen komen tot verla
ging van de loon- en de inkomstenbe
lasting.
Onze minister van financiën, prof. Wit-
teveen, is daar een voorstander van. Hij
heeft verschillende redenen om die ver
laging in te voeren. In de eerste plaats
moet de prijsstijging per 1 januari 1969
worden opgevangen. Wij zullen meer
aan de staat afdragen bij aankoop van
goederen. Er zal dus een compensatie
moeten zijn in de afdracht bij inkomen.
Daarnaast zijn de inkomens de laatste
jaren door de inflatie-invloeden geste
gen. Procentueel betalen wij nu gemid
deld meer belasting dan enkele jaren
geleden onder invloed van de progressie.
Collectief
Lijkt een belastingverlaging logisch, bij
vele politici valt hij echter niet in de
smaak. Daar zijn om te beginnen de
linkse groeperingen, die van mening
zijn dat de collectieve voorzieningen
door de staat drastisch moeten worden
uitgebreid en dat er meer geld in de
schatkist moet vloeien.
Men denkt daarbij in dit kamp aan
meer inspanning voor de werkloosheids
bestrijding. Voorts wil men het onder
wijs verder moderniseren. Ook verbete
ring van de infrastructuur is hier een
programmapunt, terwijl ook de inspan
ning ten behoeve van onderontwikkelde
gebieden in de wereld zou moeten wor
den vergroot.
De regeringspartijen die naar verlaging
van inkomstenbelasting wandelen, staan
niet al te vast in hun schoenen. Dat
bleek o.m. duidelijk uit de uitspraken
van oud-minister Biesheuvel op de jong
ste deputatenvergadering van de A.R.-
partij. De vroegere bewindsman vond
dat een spoedige belastingverlaging wel
eens voorbarig zou kunnen zijn. Hij had
een ander prioriteitenschema voor ogen
dan de regering, zo zei hij. Intussen is
van V.V.D.-zijde al te kennen gegeven
dat het dan maar buigen moet worden
of barsten.
Aanpassen
Achter de politieke gezichtspunten ver
schuilen zich verschillen van maat
schappijbeschouwing en van economi
sche inzichten. Daar tussen door spelen
fiscaal-rechtelijke vragen.
Om met de laatste te beginnen kan men
stellen dat een aantal hoogleraren in
het belastingrecht de thans bestaande
hoge progressie afkeuren. Bij geldont
waarding eist het rechtsgevoel een auto
matische aanpassing, zo vinden zij. Uit
een oogpunt van maatschappij-ontwik
keling menen velen dat het afremmen
van 'a staatsuitgaven de leefbaarheid
van ons land in gevaar zal brengen.
Aanleg van meer en betere wegen, ver
nieuwde havens en waterwegen, moder
ner onderwijs zullen de economische
groei van ons land meer bevorderen dan
wanneer men de investeringsbeslissin
gen overlaat aan het particulier initia
tief.
Daar staat tegenover dat een zich uit
breidende industrie afhankelijk is van
de middelen, die uit besparingen be
schikbaar komen. En er zijn in het be
drijfsleven onvoldoende middelen aan
wezig, evenzeer als bij de staat.
Fusies
Wanneer de winsten van ondernemers
bij voortduring zo drastisch door be
lasting worden afgeroomd als thans, dan
zullen de lastenstijgingen door loons
verhogingen niet meer kunnen wor
den opgevangen. Men fluistert wel dat
de vele fusies en fusiegeruchten alleen
het gevolg zijn van een gebrek aan
expansiemiddelen in vele bedrijven. Door
concentratie hoopt men de draf naar
vernieuwing en vergroting van het pro-
duktie-apparaat te kunnen volhouden.
Het is wel opmerkelijk dat de concen-
tratiedrang het grootst is bij looninten-
sieve bedrijven.
Een derde verschil van visie openbaart
zich aan het front van de bestedingsbe-
heersing. Voorstanders van een hoog di
rect belastingniveau zijn van mening dat
alleen de staat de consumptiedrang kan
beteugelen. Daar tegenover staat de me
ning dat de staat zijn hoge ontvangsten
toch niet bespaart maar dat door de
staatsuitgaven de consumptie juist nog
verder wordt opgejaagd.
Stimulans
In deze gedachtengang moet men de
belasting in handen van particulieren
laten. Juist de middeninkomens zullen
meer besparingen afwerpen als men ze
minder belast, zo luidt deze opvatting.
Voorts zou er juist een stimulans uit
gaan naar meer produktiviteit als men
de vlijtiger en bekwamere hogere in
komenstrekkers minder onder fiscale
druk zet. De besteding zou juist via
indirecte belastingen veel beter in de
hand kunnen worden gehouden.
De op en neer golvende fiscale gedach
ten houden elkaar nu nog in evenwicht.
In het kader van de Europese eenwor
ding staat de regering het sterkst. Zij
kan ook kracht putten uit de weten
schap dat een flinke belastingverlaging
met het accent aan de voet de heffing
eenvoudiger zal maken, omdat ook de
drang naar fraude met de drukvermin-
dering afneemt Voorts zou er aan de
voet veel klein werk afvallen.
Te hoog
Zeker is dat een goed deel van het be
staande onbehagen onder ons volk wordt
veroorzaakt door hoge belastingen en
dito sociale heffingen. Nu zouden ook
die laatste heffingen verlaagd kunnen
.worden door een hogere bijdrage uit
de staatskas. Dit maakt het probleem
niet eenvoudiger.
En zo dobberen wij op de golven der
meningen naar de climax, die in de
komende begroting zal worden bereikt.
Hoe de spanning zich ook moge ontladen,
zou zij een uitweg zoeken via een ka
binetscrisis dan zou dit het land meer
schaden dan de omvang van de om
streden miljoenen. Want een toenemen
de politieke chaos, die stellig zou vol
gen, kost het land een stuk welvaart