6e Revolutie van 't8 éovvtKo fVOLVOl DE DAG NADERT Verkeersdrama's weergegeven in KILLE CIJFERS" OOK IN PERU „DAS MILITAR" HERRIE IN L0ND0NDERRY „Waar is het wachten eigenlijk op Van uitstel kwam afstel De eerste contra-revolutionaire acties Afgelast voor horloges Op liet Malieveld Do gevolgen van de ..revolutie*' Kentering V erbroedering BAARN Wettelijke maatregelen worden overwogen VRIJDAG 1 NOVEMBER 1968 Welke stappen ondernam de bedreigde regering nu tegen de te verwachten re volutie? Aanvankelijk niet veel. Op 13 novem ber werd een regeringsproclamatie uit gevaardigd, waarin op de medeburgers een dringend beroep werd gedaan tot medewerking en steun aan het landsbe stuur. Tal van maatregelen werden aangekondigd: demobilisatie van het le ger, verzorging van de gedemobiliseer- den, verhoging van de levensmiddelen- rantsoenen en het ter beschikking stel len van schoeisel en goedkopere kleding. „Indien het wettige gezag wordt aange tast, worden alle schikkingen met het buitenland opgeschort," zo werd mee gedeeld en hierbij werd gedoeld op de onderhandelingen met de geallieerden voor het leveren van graan, cacao, pe troleum en benzine, waarvoor de heer H. Colijn naar Londen was gestuurd. „Volk van Nederland!", zo eindigde de proclamatie, „Tegen de aankondiging, dat een minderheid naar de macht zal grijpen, heeft de regering besloten in het belang van de rechten en vrijheden van het ganse volk het gezag en de orde te handhaven E" daar bleef het dan bij. Het was dan ook het particuliere initiatief, dat de re gering tot het treffen van verdere maat regelen drong. Van R ooms-katholieke zijde kwam de eerste reactie op de dreigende woorden van de socialisten in en buiten de Ka mer. Reeds op dinsdagmiddag, 12 no vember verspreidden leden van de „Jon ge Roomsche Garde" in Den Haag pam fletten, waarin de bevolking werd aan gespoord trouw te blijven aan het wet tige gezag. Diezelfde dag richtte de R.K. vakbewe ging een adres tot de minister-president, Jhr. Mr. Ruys de Beerenbrouck, waar in o.a. werd medegedeeld: „Wij zijn voornemens een beroep te doen op het Nederlandse volk, dat het geen gehoor geve aan de aansporingen tot oproer en verzet, die in ons land mochten weer klinken." 's Middags verscheen een „Manifest der Christelijke Sociale Actie" van de Chr. vakbeweging, dat eindigde met de woor den: „Laat geen ergere ellende door revolutie over ons volk komen. Met ons op voor het recht op vrijheid, op arbeid, op orde". Op zondag 17 november belegden de Katholiek eorganisaties een bijeenkomst op Houtrust te Den Haag, waar een me nigte van 40.000 mensen door niet min der dan 18 sprekers werd opgewekt trouw te blijven aan de regering. Met dit alles was er van overheidswege nog niets gedaan ter beveiliging van regering en openbare orde. Ook hier waren het anderen, die de ministers vóórgingen. Tijdens een vergadering van de „rechtse" fracties in de 2e Kamer, met enkele liberale kamerleden, opperde het A.R. kamerlid en oud-Luitenant- Amalialaan 19-21 Telefoon 02154-2323 generaal, Duymaer van Twist het plan om betrouwbare, doch reeds gedemobi liseerde, soldaten, voornamelijk uit het Noorden en Zuiden van het land, te verzoeken vrijwillig weer onder de wa penen te komen, om het wettig gezag te beschermen. Dit plan vond steun bij de overige aanwezigen en de heren Duymaer van Twist en Van der Mo len werden aangewezen om deze sug gestie aan de minister van oorlog voor te leggen. De minister keurde het voor stel goed en zo gebeurde het, dat niet de regering, maar de kamerleden met toestemming van de regering geheime telegrammen lieten uitgaan naar Noord en Zuid. Het antwoord liet niet lang op zich wachten. Reeds op donderdag 14 novem ber kwam om half 12 de eerste trein met Friezen - 600 in getal - in Den Haag aan. Zo arriveerden uit Sneek 22 man, met als commandant de reserve kapitein P. S. Gerbrandy. Diezelfde avond waren er al een kleine 4000 vrij- wiligers in de Residentie. Ook in Limburg, waar vlakbij de Duit se revolutie zich voltrok, terwijl Lim burgse socialisten zich reeds in Aken bevonden om aan Duitse geestverwanten steun te vragen bij een opstand in de mijnstreek, werden, onder leiding van de hoofdaalmoezenier H. A. Poels uit Heerlen, overal burgerwachten gevormd. Een ander deel der vrijwilligers ging naar Den Haag. Diezelfde woensdag was het landstorm- korps Rotterdam onder de wapenen ge komen. Ook uit Groningen, Overijssel, Noord- Brabant en Gelderland, ja waar niet vandaan, stroomden de vrijwilligers naar Den Haag. Zij brachten een eigen sfeer mee. Zij trokken demonstrerend en vaderlandse liederen zingend door de Residentie. Zij liepen patrouille en bezetten de belang rijkste regeringscentra. Ook in en om Amsterdam waren inmid dels voldoende troepen aanwezig. Twee ministers togen naar Rotterdam om burgemeester Zimmerman een hart onder de riem te steken. Deze brave man zou een paar dagen later, toen er voldoende troepen in de stad waren - tegen welker aanwezigheid hij nu geen bezwaar maakte - op een voetbalveld een heldhaftige redevoering afsteken. De man had weer de nodige courage ge kregen! Maar, waar bleef nu de revolutie? Het wachten was op het aangekondigde con gres van de S.D.A.P. en het N.V.V. Dit congres werd gehouden op 16 en 17 november in het circusgebouw te Rot terdam. Doch van te voren stond al vast, dat ook op dit congres de revolutie niet zou worden geproclameerd. De heer Schaper had in de 2e Kamer doen we ten, „dat het allemaal niet zo bedoeld was". Hij had de ondankbare taak om Troelstra's woorden weer „om te buigen in democratische richting". Het congres besloot een comité van ac tie te benoemen, dat zich voor inwilli ging van een aantal eisen tot de rege ring moest wenden. Indien de regering niet zou instemmen, dan konden wa pens. zoals demonstratie e.. werkstaking worden aangewend. Wat de koningin betreft, werd gezegd: „Wij zijn repu blikeinen en als wij de macht hebben, schaffen wij het koningschap af, even als onze Duitse vrienden hebben gedaan. Maar grote practische betekenis heeft de zaak niet De kroon staat de demo cratie niet in de weg Verder zei de heer Vliegen: „Revolutio naire plannen hebben op dit ogenblik geen kans van slagen". De heer Troelstra, die aanvankelijk niet aanwezig was, evenmin als hij zich de laatste dagen in de Kamer had laten zien, werd uitgenodigd alsnog de bijeen komst bij te wonen. Troelstra kwam en werd luid toegejuicht. Hij sprak ook nog een kort woord, waarin hij toegaf: „En hier ben ik gekomen tot een punt, waarop ik mij als eerlijk man verplicht Angstwekkend snel nadert „Election Day", de dag, waarop wordt beslist hoe Amerika in de komende vier jaren zal worden geregeerd, en hoe dit beleid Amerika's bondgenoten en de rest van de wereld zal beïnvloeden. Hoewel de partijgangers overtuigd zjjn van het succes van hun kandidaat, durft niemand te voorspellen wie van de drie het zal halen. JUWELIER - HORLOGER VAN WEEDESTRAAT 40 SOEST - TEL:<361 Zoals de zaken thans staan, zijn Nixon en Humphrey de grote kampioenen, met Wallace als de outsider, die nog kan winnen (hoewel niemand dat durft te voorspellen) en in ieder geval de kansen van de beide anderen ernstig hinderen. Het wemelt van opiniepeilingen en voor spellingen, waarbij de stemmenwinst of het stemmenverlies in procenten worden afgemeten, maar telkens weer variëren de cijfers geven ook in dat opzicht wei nig houvast. Nixon heeft geld Het ziet er naar uit, dat Nixon de mees te propagandamiddelen tot zijn beschik king heeft en vooral gebruik zal maken van de televisie. Een dure liefhebberij, maar het geld schijnt geen rol te spelen. Anders is het bij Humphrey-, die van zijn Democratische aanhangers of min der heeft kunnen losweken, of er al te vroeg en te wild mee is omgesprongen. Nixon heeft tot nu toe een openbaar de bat met Humphrey angstvallig verme den. Waarschijnlijk herinnert hij zich nog te goed hoe een vroeger debat met John F. Kennedy hem duidelijk als verliezer deed eindigen, al was het al leen maar doordat Kennedy een sym pathieke vent was op het teevee-scherm en Nixon met zijn altijd weer doorko mende stoppelbaard, een ongunstige in druk maakte. Echt de man, van wie. zijn tegenstanders de foto publiceerden met het onderschrift „Zoudt U van deze man ooit een tweedehands auto durven ko pen?" Wie van de drie Humphrey is nog altijd vol goede moed en schijnt aan zelfvertrouwen te winnen. Beide heren geven de indruk, dat ze zeker zijn van de overwinning, en hoe wel maar één van beiden het winnen kan, durft niemand te voorspellen wie ▼mn de twee. Wie van de drie? zou men eigenlijk moeten zeggen, want Wallace is er óók nog. Hij heeft grote successen geboekt en veel applaus gekregen, vooral in het zuiden. Toch gelooft niemand, dat hij ooit in het Witte Huis zal belanden, misschien omdat men intuïtief aanvoelt hoe Ame rika zich in het oog der wereld zou bla meren met deze negerhater als presi dent. Dat hij nog zoveel aanhang heeft, bewijst hoezeer het isolationisme nog leeft in velen van zijn medeburgers hoe weinig men er zich van bewust is, dat een president niet maar een soort opperburgemeester is op een eiland, en dat men onvoldoende beseft hoe be langrijk Amerika's rol is geworden in de wereldpolitiek. Vietnam Met spanning ziet iedereen uit naar de ontwikkeling rondom Vietnam. Niet al léén omdat er kans is dat deze onzalige oorlog tot een eind komt, niet alléén omdat de levens van zoveel jonge Ame rikanen in de waagschaal liggen. Indien vóór de verkiezingen een gunstige beslissing valt, dan is het de Vietnam- politiek niet langer onderdeel van de verkiezingspropaganda. Dan mogen de tegenstanders nog zo schreeuwen, maar iedereen is in zijn hart blij als de zaak op een eind is. De man, die hiervan het meeste profijt zal trekken, is Humphrey en men zou zich zelfs kunnen afvragen of Johnson de onderhandelingen niet juist zo getimed heeft, dat zijn vice- president daarvan de vruchten kan plukken. De vraag is of ook de buiten landse inmenging (de Russen spelen een rol achter de schermen) niet liever speelt op een man zoals Humprey in het Witte Huis dan op Nixon. De dag nadert en de spanning neemt toe. En het bedrag, dat aan weddenschappen uitstaat, is voldoende om ieder van ons voor de rest van zijn leven een heerlijk nietsdoen te waarborgen. gevoel te zeggen, dat ik de machtsver houdingen niet geheel juist heb ge zien Toen na afloop van de vergadering een aantal congresgangers per trein van station D. P. weer naar het Noorden vertrok, zongen de reizigers, ter ere van de burgerwacht, die het perron be zet had: „Daar komen de schutters, daar komen ze ên, De mannetjesputters van Rotterdam Toen de Groninger kameraden in hun woonplaatsen terugkeerden en hun werd gevraagd: „Gaat het door...?" moesten ze teleurgesteld antwoorden: „Neen, jongens, het gaat over Tezelfdertijd, waarop het congres te Rotterdam werd gehouden, verschenen in 's Gravenhage oranje aanplakbiljet ten met het opschrift: „Huldiging van de koningin. Proclamatie van de burge meester." Aangekondigd werd, dat op maandagmiddag, 18 november, op het Malieveld een huidebetoging aan H.M. de koningin zou plaatshebben. Die maan dag was Den Haag in feeststemming. De stad was één vlaggenzee. Drommen mensen stroomden naar het Malieveld, onder wie zeer veel militairen. De grote vlakte was geheel gevuld met mensen. Precies om één uur ariveerden, per rij tuig, koningin Wilhelmina, prins Hen drik en prinses Juliana. Aangekomen bij het Malieveld werden de paarden van het rijtuig afgespannen en trok ken soldaten het voertuig verder. Tever geefs trachtten sprekers het woord te voeren. De menigte was te uitzinnig van vreugde om naar redevoeringen te luisteren. Vijf kwartier reed het rijtuig van de Koninklijke familie over het Malieveld Troelstra heeft later schamper opge merkt, dat het uitspannen van de paar den zorgvuldig was ingestudeerd, en er dus „naar buiten een valse schijn van spontaniteit aan werd gegeven." Inderdaad was het uitspannen der paar den van te voren „gepland". Maar het enthousiasme van de soldaten op het Malieveld was even oprecht als de te leurstelling van de vele congresgangers te Rotterdam. Troelstra verweet zijn tegenstanders, dat zij het voorstelden alsof hij en de zijnen de koningin hadden bedreigd. Hij zei verder, dat de koningin zich tegenover de arbeidersbeweging stelde of liet stel len. Een en andermaal echter hadden de so cialisten duidelijk laten uitkomen, dat, wanneer zij het voor het zeggen had den, de koningin zou moeten verdwij nen. Een revolutie van socialistische zij de zou derhalve het einde van het ko ninkrijk hebben betekend. Koningin Wilhelmina zelf heeft in haar boek „Eenzaam maar niet alleen" slechts enkele regels aan de hele gebeurtenis gewijd. Natuurlijk heeft de situatie van novem ber 1918 gevolgen gehad. Het vrouwen kiesrecht (waardoor - volgens Troelstra -in 1922 de S.D.A.P. daalde van 22 op 20 zetels), de invoering van de acht- urendag, verbeteringen van de invali diteitswet en de ouderdomwet, finan ciële steun voor arbeidswoningbouw, verbetering van de positie der rijks- en gemeenteambtenaren, waren wel de voornaamste. Sommige van deze sociale voorzieningen behoorden al tot het plan van de regering, doch „1918" heeft de uitvoering daarvan versneld. Daar er vooral na november in vele plaatsen huidebetogingen plaats hadden, waarbij koningin Wilhelmina aanwezig was, verweten niet alleen de socialisten, doch ook dc liberalen, de rechtse partij en, dat zij de koningin in de partij politiek hadden gehaald. Dit leidde tot het verbreden van de kloof tussen het koningshuis en de socialisten. „Afweer"-instituten, zoals „Burger wacht" en „Bijzondere Vrijwillige Land storm", bleven bestaan. Troelstra meen de dit te moeten verklaren als een ge volg van een „algemeen-fascistische mentaliteit". De geschiedenis heeft de onjuistheid van deze gedachte bewezen. De B.V.L. kon men niet vergelijken met de Duitse oudstrijdersorganisatie „Stahl- helm" of met de fascistische afweer- korpsen van Mussolini, noch met de Hongaarse militaire organisaties van admiraal Horthy, waarin wel degelijk fascistische tendenzen vielen te bespreu- ren. Zo kreeg de N.S.B. nimmer vat op de B.V.L. In „Het Landstormblad" - het orgaan van de Bijzondere Vrijwillige Landstorm van maart 1937 werd een duidelijk antwoord gegeven op insinua ties van de zijde van de N.S.B.„Het wettig gezag in ons land is voor de B.V.L.: Hare Majesteit de Koningin. En voorts behoren daartoe allen, die door haar overeenkomstig Grondwet en wet - natuurlijk zonder terreur, geweld, inti midatie of dwang - voor de uitoefening van gezag in haar naam zijn benoemd." Inmiddels veranderde het een en ander in de politieke verhoudingen in ons land. Socialisten weigerden niet langer koninklijke politieke onderscheidingen. De socialistische houding tegenover het koningshuis werd allengs milder. Ook verdween de „geen-man-en-geen-cent" politiek ten aanzien van de bewapingen. In 1939 namen zelfs twee socialisten deel aan de regering: Ir. Albarda en Dr. Van der Tempel werden in het kabinet De Geer opgenomen. Op 1 september 1940 de B.V.L. op last van de Duitse bezetter geliquideerd. Met de andere politieke partijen werd ook de S.D.A.P. verboden. Beide orga nisaties zouden na de 2e wereldoorlog niet meer terugkeren. Inplaats van de B.V.L. werd het instituut „Steun Wet tig Gezag" opgericht, waaraan ook so cialisten deelnamen. De S.D.A.P. ging op in de Parij van de Arbeid. Het N.V.V. werd door de N.S.B. „overgeno men", doch trad na de oorlog, maar nu meer en meer in samenwerking met C.N.V. en N.K.V. weer naar voren. Zowel socialisten als B.V.L.-ers sloten zich in de 2e wereldoorlog aan bij een of andere - soms dezelfde - illegale be weging, om, zodoende, de Duitsers te bestrijden en vrijheid en democratie te verdedigen. Het kwam meer dan eens voor, dat een B.V.L.-er en een S.D.A.P.- er samen overlegden hoe zij de bezet ter afbreuk konden doen. Namen van le$en van beide organisaties komen voor op één gedenksteen op een monument voor de gevallenen Minister Drees, (een der socialistische sprekers - op woensdag 13 november 1918 in de zaal van de Haagse Dieren tuin) is thans een van de persoonlijke vrienden van de koninklijke familie. Allerwegen hebben democratie, begrip en verdraagzaamheid gezegevierd (Slot) LAANSTRAAT 71 - 81A Een apart jurkje of een modieuze mantel voor een verantwoorde prijs vindt U In onze speciaalzaak. Komt U ook eens kijken? den toegejuicht. Wanneer iemand voor een jaar het rijden wordt ontzegd, dan mag men aannemen dat hij na dat jaar niet meer rijvaardig zal zijn. Dit zou ook in overeenstemming zijn met de be staande regeling volgens welke een rij bewijs na verloop van de geldigheids duur gedurende ten hoogste één jaar als bewijs van rijvaardigheid kan worden gebruikt bij de aanvraag van een nieuw rijbewijs. Maar ook uit preventief oogpunt zou een dergelijke regeling van betekenis kunnen zijn. Iedere autobestuurder weet dan, dat hij bij een eventuele overtre ding niet alleen kans loopt zijn rijbe wijs een tijd te verliezen, maar boven dien voor het feit kan worden gesteld dat hij in dat geval opnieuw zijn rijbe wijs zal moeten halen. Dat zou voor vele bestuurders wel eens aanleiding kunnen zijn het borreltje toch maar te laten staan. Autokeuring Er zijn nog meer aspecten van de ver keersveiligheid, die momenteel op de betrokken departementen onderwerp van studie vormen. Zo wordt een stelsel van een verplichte periodieke keuring van auto's overwogen. Hiermee wordt de be tekenis van het voertuig als factor in de verkeerssituatie erkend. Hoe nodig dit is zal worden beaamd door ieder die dagelijks op onze autowegen oude wrak ken ziet rijden, die een bedreiging vor men voor alle weggebruikers en niet in de laatste plaats voor de bestuurders van deze vehikels zelf. Aanbeveling ver dient een preventief stelsel, dat beoogt ongelukken bij voorbaat te voorkomen. Ook de weg speelt een belangrijke rol als faktor in de verkeerssituatie. Een woordvoerder van het ministerie van verkeer en waterstaat zegt ons, dat voor wat betreft de rijkswegen o.a. gedacht wordt aan a. opheffing van gelijk vloerse kruisingen en overpaden, voor zover deze zich nog bevinden in de oudere dubbelbaans autowegen; b. ver dubbeling van de rijbaan van bestaande enkelbaans autowegen; c. reconstructie van rijbanen van oude dubbelbaans auto(snel)wegen, waarbij deze aan de moderne breedte van rijbanen en vluchtstroken worden aangepast. Rio de Janeiro verkondigde opvatting, dat het leger een taak heeft in de na tionale ontwikkeling, is natuurlijk vol komen in strijd met de democratische opvatting, dat het leger niet anders is dan dienaar van de staat en geen poli tieke rol heeft te spelen. Een actieve en strijdbare groep vormen overal de kolonels, de hoofdofficieren, die nog net geen generaal zijn en weinig zin hebben te wachten tot ze grijs zijn voor ze de nodige ster(ren) bij krijgen. Dat is niet een typisch Zuidamerikaans verschijnsel; zowel in Egypte als in Griekenland viel het waar te nemen. Welke rol de Verenigde Staten spelen, is niet duidelijk. De democratie is uiter aard Washington heilig, maar dividen den zijn ook niet weg te cijferen. Het optreden in de Dominicaanse Republiek en in diverse „bananen-republieken", het ongemoeid laten van de wrede dik- tator Duvalier op Haïti, en de aanwe zigheid van Vietnam-generaal Westmo- reland in Rio geven aanleiding tot de vraag: waar staat Amerika? Ziet men ook hier het communisme als de enige boeman? REMBRANDTLAAN 18 - TEL. 02155-4785 Binnenkort is de indiening te verwachten van een ontwerp tot wijziging van de Wegenverkeerswet betreffende het rijden onder drankinvloed. Ook de mogeltfk- heid van invoering van minimumsnelheden, het wegslepen van in stryd met de voorschriften hinderlijk geparkeerde auto's en maatregelen jegens degenen, die uit de rijbevoegdheid zijn ontzet, worden overwogen. Dit alles staat te lezen in een onlangs gepubliceerde nota verkeersveiligheid. Deze lijvige nota duidt er op, dat men ook in Den Haag beseft, dat de verkeers onveiligheid een van de meest ernstige problemen van de Nederlandse volkshuis houding is. Het aantal (vaak jonge) mensen, dat getroffen wordt door de Moloch van het verkeer, vertoont ieder jaar een fikse stijging en het toenemend aantal leger van invaliden betekent nog eens een extra verliespost voor onze volksge zondheid en een gevaar voor zijn geestkracht. Hoeveel verkeersongevallen hebben er jaarlijks in Nederland plaats, onder welke categorieën van weggebruikers vallen de meeste slachtoffers, vinden de meeste verkeersongevallen binnen of buiten de bebouwde kom plaats, welke voertuig- types leveren de grootste risico's Blijkens gegevens van het Centraal Bu reau voor de Statistiek nemen de ver keersongevallen een belangrijke plaats in op het lijstje van voornaamste doods oorzaken. De cijfers spreken het meest met betrekking tot de overledenen van 15 tot 44 jaar. Twintig procent van hen vond in 1966 door een verkeersongeval de dood. Tweede doodsoorzaak in deze groep was kanker (19 onmiddellijk gevolgd door hart- en vaatziekten (15%). Opmerkelijk was het percentage, dat door zelfmoord in de overlijdensstatis tieken terecht kwam (5 Het aantal slachtoffers door verkeers ongevallen gaf de laatste jaren een voortdurende stijging te zien. In 1964 bedroeg dit aantal 61.562, in 1967 63.491. Het aantal dodelijke slachtoffers bedroeg voor die jaren resp. 2375 en 2855. Wat het aantal slachtoffers naar wijze van deelneming aan het verkeer betreft: de cijfers tonen aan dat het reizen per autobus naar verhouding weinig riskant is. Het totaal percentage verkeersslacht offers, dat door middel van een auto bus aan het verkeer deelnam, bedroeg 0,4 een zeer laag percentage dus. Het rijden per bromfiets blijkt daarentegen zeer riskant te zijn. Van de 2855 in 1967 gedode verkeersslachtoffers reden 560, dat is 20 op een bromfiets Maar ook het percentage gedode voetgangers ligt hoog (21 dat is 3 meer dan het aantal dodelijk getroffen fietsgan- gers. Natuurlijk neemt het percentage dodelijk getroffen bestuurders of inzit tend envan personenauto's de belang rijkste plaats in (33 Bij vrachtauto's lag het percentage laag (3 37,6 Deze cijfers betreffen alleen het aantal dodelijke slachtoffers. Als men de cij fers betreffende het aantal slachtoffers (doden èn gewonden) beziet, dan blijkt dat de bromfietsers niet kop en schou ders boven de overige verkeersdeelne mers uitsteken. In 1967 bedroeg hun aantal 24.039 (37.6 tegen 18.176 (28,4 berijders en inzittenden van personenauto's. Fietsers en voetgangers noteren hier resp. 13,7 en 12,3 Over het aantal gedode bestuurders heeft het C.B.S. ook gegevens verza meld, maar die lopen niet verder dan tot en met 1965. De cijfers van dat jaar tonen aan, dat er 732 bestuurders van personenauto's werden gedood, 431 fiet sers en 491 bromfietsers. Het aantal ge dode bromfietsers is ook hier dus naar verhouding weer zeer groot en dat be wijst toch wel dat de bromfiets in het moderne verkeer een uitermate riskant vervoersmiddel is. In de kom Ook zijn er cijfers gepubliceerd betref fende het aantal ongevallen per jaar binnen en buiten de bebouwde kom. Binnen de bebouwde kom vinden veruit de meeste ongevallen plaats. Van het totaal aantal ongevallen in 1967 (225.591) hadden er 44.816 buiten de bebouwde kom plaats en maar liefst 180.775 bin nen de bebouwde kom. Maar de onge vallen buiten de bebouwde kom hebben vaker een tragischer afloop. Het grootste aantal dodelijke ongevallen heeft buiten de bebouwde kom plaats. Deze tendens vindt men in alle cijfers van de laatste jaren. Ontzegging Het aantal door de rechter opgelegde ontzeggingen van de rijbevoegdheid ter zake van rijden onder invloed nam de laatste jaren sterk toe. In 1963 was het aantal ontzeggingen 3195, in 1966 reeds 4452. Er wordt nu overwogen om degenen, die de rijbevoegdheid voor een bepaalde termijn is ontzegd, om een eventueel hernieuwd rij-examen te onderwerpen. Een dergelijk voorstel moet stellig wor- Een militaire junta heeft in Peru de macht gegrepen. De militairen waren al baas in Argentinië. Brazilië, Paraguay en Bolivia, en inmiddels staat ook Pana ma onder soldatesk bewind. De Peruaanse officieren hebben de re solutie in praktijk gebracht, die werd opgesteld tijdens de legerconferentie in Rio de Janeiro. Daarin wordt het als de taak van het leger gezien, de „na tionale ontwikkeling te stimuleren". In de Zuidamerikaanse staten zijn al lerlei krachten tegen elkaar in aan het werk. Daar is de afschuwelijke kloof tussen oogverblindende weelde en hart verscheurende armoede, daar is ook het nationalisme, dat zich keert tegen buitenlandse (ook economische) inmen ging, en vooral ook het welbegrepen eigenbelang, dat vraagt om óók een vin ger in de welvaartspap. In Peru hebben de militairen Fernando Belaunde Terry als president afgezet. Hij heeft het niet kunnen bolwerken te gen diverse partijen, die alle naar de macht streven en voorlopig hun best de den de kracht van de regering daartoe zoveel mogelijk te verzwakken. Een kwart voor onderwijs De regering-Belaunde heeft prachtig werk gedaan. Zij heeft ernstig naar een democratische vernieuwing gestreefd, vooral door achtergebleven gebieden te ontsluiten en het onderwijs te bevor deren. Belaunde zag kans op zijn bud get niet minder dan een kwart van het totaal uit te trekken voor onderwijs. Zonder onderwijs geen democratie! An alfabeten zijn de onmisbare basis voor de diktatoren. Ongelukkigerwijze moet zulk geld er gens vandaan komen. De betalingsba lans vertoonde ernstige tekorten. Be launde had te hoog gegrepen. Hij kon daarenboven zijn belofte niet waarmaken om een. in Amerikaanse handen zijnde oliemaatschappij (dochter van Standard Oil) te nationaliseren, want hij zou daarmee de Amerikanen tegen zich in het harnas gejaagd en de buitenlandse investeerders van zich ver vreemd hebben. Smokkelende kruiser Zijn tegenstanders hebben op hun kans zitten wachten. Er was al heel wat ac tie tegen de regering-Belaunde en niet geheel ten onrechte, want er gebeuren rare dingen als blijkt dat een oorlogs schip zijn oefenvaarten kan gebruiken voor smokkelpraktijken! Toen Belaunde met de oliemaatschappij I.P.C. ging onderhandelen in plaats van te nationaliseren, kwam hij tot een ver drag, waarbij nominaal de regering méér te zeggen kreeg, maar in werke lijkheid de Amerikaanse maatschappij op ander gebied helemaal de vrije hand kreeg. De officieren, die nog pas in Rio de Ja neiro (waar generaal Westmoreland na mens de U.S.A. was) hadden beloofd de „nationale ontwikkeling in hun land te stimuleren", vonden, dat het tijd werd om in te grijpen en de „machtige in heemse en buitenlandse economische krachten" te kortwieken. Dc soldaten Soldaten hebben in Peru altijd veel klaar gemaakt. Dat begon al met Pizar- ro, die het machtige Inca-rijk onder wierp met nog geen tweehonderd man. Of de soldaten, die nu in Peru het heft in handen hebben, het goede werk van Belaunde willen of kunnen voortzetten, is zeer de vraag, hoewel zij zich in een manifest hebben gekant tegen allen, die „de uitvoering van structurele hervor mingen" tegenhouden en zo „de oneer lijke sociale en economische orde" blij ven handhaven. Want ook een soldaat kan van een dub beltje geen kwartje maken. Het is daarbij nog bijzonder onbehaag lijk, dat ook Peru thans behoort tot die Zuidamerikaanse landen, waarin de of ficieren de macht in handen hebben ge nomen. Waar staan de V.S.? De tijdens de generaalsconferentie te Het is weer eens - voor de zoveelste maal - mis in Noord-Ierland, het dus genaamde Ulster. Relletjes, straatge vechten, politiecharges. Het is een zuiver politieke strijd, maar dan een, die wordt gevoerd tussen ka tholieken en protestanten. Aangezien het voor beiden een kwestie lijkt van „to be or not to be" is er neg geen uit zicht op een verbetering van klimaat. Het Ierse eiland is verdeeld in de Re publiek Eire en Noord-Ierland. dat Brits is en dat tot elke prijs wil blij ven. Eire is voor het overgrote deel katholiek, Ulster is vurig protestant. Dat heeft een historische achtergrond. Toen de weggejaagde koning James naar Ierland trok om daar bij zijn geloofs genoten steun te vinden voor zijn terug keer ging Willem III, onze konnig-stad- houder, op hem af en versloeg hem bij de rivier de Boyne, Willem III trad op als „Defender of the Faith", Verdediger van het geloof, een titel die de Engelse vorsten nog immer voeren. De (protestante) Britten zetten zich neer in het noorden, in Ulster. Ierland bleef ondanks alles katholiek en werd ten slotte een vrije republiek. Oranjemannen Nu staan de zaken zo: de Ieren zien met scheve ogen naar dat stuk van hun eiland, dat nog Engels is. Zij wil len dat bij de republiek inlijven. De bewoners van Ulster voelen daar helemaal niets voor. Niet alléén om re ligieuze redenen, maar ook om economi sche. Aangezien echter de religie een pracht van een strijdbanier vormt, gooit men het helemaal op het behoud van het protestantisme en de strijd tegen „de macht van Rome"._ Ieder jaar wordt dan ook met veel plechtigheid in Ulster de slag aan de Boyne herdacht en Willem III wordt dan gevierd als de grote held. De man nen van Ulster noemen zich dan ook Oranjemannen (Orangé-men). Deze Oran gisten willen kost wat het kost Noord- Ierland bewaren voor de Britse Kroon en voor het protestanttisme. Zij zijn ervan overtuigd, dat, wanneer de Ieren hun zin krijgen, niet alleen zij zelf reli gieuze underdogs worden, maar ook hun welstand in het veel armere Ierland zal worden opgesmolten. Geen huis, geen stem De katholieken - in Ulster -vormen een minderheid. Ze zijn nog het krachtigst in Londonderry, waar de relletjes be gonnen. Ze blijven echter in de minder heid, daar zorgen de Orangisten voor. Men mag hier bv. alleen maar stemmen wanneer men huiseigenaar of hoofdbe woner is. De Orangisten doen alles wat ze kunnen om te zorgen, dat geen ka tholiek een huis krijgt, en zij hebben het grootste huizenbezit! Daardoor ontstaan niet alleen zeer on aangename woningtoestanden, maar het mes snijdt van twee kanten, want de katholieken hebben tegelijk niets te ver tellen. Geen huis, geen stemrecht, noch actief noch passief. Ze hebben dus ook geen politieke invloed. Onder zulke omstandigheden gaat men over tot illegale aktie en komt het tot opstand en verzet. Hard tegen hard De hele historie van Ierland en vooral van Ulster is hiervan doortrokken. Toen heel Ierland nog Brits was, heb ben de Ieren op allerlei manieren zich tegen de „onderdrukkers" verzet. Het woord „boycot" stamt niet voor niets uit Ierland! De Britten van hun kant waren be paald niet kieskeurig wat de middelen tot handhaving van hun gezag betreft. Vanaf de tijd van Cromwell ging het hard tegen hard. Eindelijk werd Ierland een republiek en langzamerhand verbeterden de be trekkingen tussen Dublin en Londen. Maar hoofdzakelijk op hoog niveau. Het gros van de bevolking heeft zijn hou ding niet gewijzigd, noch in Ierland noch in Ulster. Het is tussen twee haak jes wel opmerkelijk, dat de bovenste baan van de vlag der Ierse Republiek oranje is gekleurd! Brandstapels? De katholieken in Noord-Ierland verke ren uiteraard in alle opzichten in de minderheidspositie. Zij hebben niet veel te verliezen, maar alles te winnen, en daarom zijn ze strijdbaar. Vooralhet zogenaamde Ierse Republikeinse Leger een illegale verzetsgroep, doet telkens weer van zich spreken, voornamelijk door bominslagen bij daartoe geëigende gebeurtenissen. Zo fel als de katholieke verzetsmensen zijn echter ook de orangistische strijd groepen. Naar de stemming daar af te meten betekent toegeven aan de eisen der katholieken, dat brandstapel en in quisitie meteen weer worden ingevoerd' De werkelijke problemen gaan schuil achter een rookgordijn van religieuze strijdlust. - - - Het sentiment speelt aan beide kanten een grotere rol dan het nuchtere ver stand. Daardoor ziet het er nog niet naar uit dat voor de moeilijkheden in Ulster een oplossing op korte termijn kan worden verwacht.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1968 | | pagina 15