6e Revolutie van 't8
éovvtKo
fVOLVOl
DE DAG NADERT
Verkeersdrama's weergegeven in
KILLE CIJFERS"
OOK IN PERU
„DAS MILITAR"
HERRIE IN
L0ND0NDERRY
„Waar is het wachten eigenlijk op
Van uitstel kwam afstel
De eerste
contra-revolutionaire
acties
Afgelast
voor horloges
Op liet Malieveld
Do gevolgen van de
..revolutie*'
Kentering
V erbroedering
BAARN
Wettelijke maatregelen worden overwogen
VRIJDAG 1 NOVEMBER 1968
Welke stappen ondernam de bedreigde
regering nu tegen de te verwachten re
volutie?
Aanvankelijk niet veel. Op 13 novem
ber werd een regeringsproclamatie uit
gevaardigd, waarin op de medeburgers
een dringend beroep werd gedaan tot
medewerking en steun aan het landsbe
stuur. Tal van maatregelen werden
aangekondigd: demobilisatie van het le
ger, verzorging van de gedemobiliseer-
den, verhoging van de levensmiddelen-
rantsoenen en het ter beschikking stel
len van schoeisel en goedkopere kleding.
„Indien het wettige gezag wordt aange
tast, worden alle schikkingen met het
buitenland opgeschort," zo werd mee
gedeeld en hierbij werd gedoeld op de
onderhandelingen met de geallieerden
voor het leveren van graan, cacao, pe
troleum en benzine, waarvoor de heer
H. Colijn naar Londen was gestuurd.
„Volk van Nederland!", zo eindigde de
proclamatie, „Tegen de aankondiging,
dat een minderheid naar de macht zal
grijpen, heeft de regering besloten in het
belang van de rechten en vrijheden van
het ganse volk het gezag en de orde te
handhaven
E" daar bleef het dan bij. Het was dan
ook het particuliere initiatief, dat de re
gering tot het treffen van verdere maat
regelen drong.
Van R ooms-katholieke zijde kwam de
eerste reactie op de dreigende woorden
van de socialisten in en buiten de Ka
mer. Reeds op dinsdagmiddag, 12 no
vember verspreidden leden van de „Jon
ge Roomsche Garde" in Den Haag pam
fletten, waarin de bevolking werd aan
gespoord trouw te blijven aan het wet
tige gezag.
Diezelfde dag richtte de R.K. vakbewe
ging een adres tot de minister-president,
Jhr. Mr. Ruys de Beerenbrouck, waar
in o.a. werd medegedeeld: „Wij zijn
voornemens een beroep te doen op het
Nederlandse volk, dat het geen gehoor
geve aan de aansporingen tot oproer en
verzet, die in ons land mochten weer
klinken."
's Middags verscheen een „Manifest der
Christelijke Sociale Actie" van de Chr.
vakbeweging, dat eindigde met de woor
den: „Laat geen ergere ellende door
revolutie over ons volk komen. Met ons
op voor het recht op vrijheid, op arbeid,
op orde".
Op zondag 17 november belegden de
Katholiek eorganisaties een bijeenkomst
op Houtrust te Den Haag, waar een me
nigte van 40.000 mensen door niet min
der dan 18 sprekers werd opgewekt
trouw te blijven aan de regering.
Met dit alles was er van overheidswege
nog niets gedaan ter beveiliging van
regering en openbare orde. Ook hier
waren het anderen, die de ministers
vóórgingen. Tijdens een vergadering van
de „rechtse" fracties in de 2e Kamer,
met enkele liberale kamerleden, opperde
het A.R. kamerlid en oud-Luitenant-
Amalialaan 19-21
Telefoon 02154-2323
generaal, Duymaer van Twist het plan
om betrouwbare, doch reeds gedemobi
liseerde, soldaten, voornamelijk uit het
Noorden en Zuiden van het land, te
verzoeken vrijwillig weer onder de wa
penen te komen, om het wettig gezag
te beschermen. Dit plan vond steun
bij de overige aanwezigen en de heren
Duymaer van Twist en Van der Mo
len werden aangewezen om deze sug
gestie aan de minister van oorlog voor
te leggen. De minister keurde het voor
stel goed en zo gebeurde het, dat niet
de regering, maar de kamerleden met
toestemming van de regering geheime
telegrammen lieten uitgaan naar Noord
en Zuid.
Het antwoord liet niet lang op zich
wachten. Reeds op donderdag 14 novem
ber kwam om half 12 de eerste trein
met Friezen - 600 in getal - in Den
Haag aan. Zo arriveerden uit Sneek 22
man, met als commandant de reserve
kapitein P. S. Gerbrandy. Diezelfde
avond waren er al een kleine 4000 vrij-
wiligers in de Residentie.
Ook in Limburg, waar vlakbij de Duit
se revolutie zich voltrok, terwijl Lim
burgse socialisten zich reeds in Aken
bevonden om aan Duitse geestverwanten
steun te vragen bij een opstand in de
mijnstreek, werden, onder leiding van
de hoofdaalmoezenier H. A. Poels uit
Heerlen, overal burgerwachten gevormd.
Een ander deel der vrijwilligers ging
naar Den Haag.
Diezelfde woensdag was het landstorm-
korps Rotterdam onder de wapenen ge
komen.
Ook uit Groningen, Overijssel, Noord-
Brabant en Gelderland, ja waar niet
vandaan, stroomden de vrijwilligers naar
Den Haag.
Zij brachten een eigen sfeer mee. Zij
trokken demonstrerend en vaderlandse
liederen zingend door de Residentie. Zij
liepen patrouille en bezetten de belang
rijkste regeringscentra.
Ook in en om Amsterdam waren inmid
dels voldoende troepen aanwezig.
Twee ministers togen naar Rotterdam
om burgemeester Zimmerman een hart
onder de riem te steken. Deze brave
man zou een paar dagen later, toen er
voldoende troepen in de stad waren -
tegen welker aanwezigheid hij nu geen
bezwaar maakte - op een voetbalveld
een heldhaftige redevoering afsteken. De
man had weer de nodige courage ge
kregen!
Maar, waar bleef nu de revolutie? Het
wachten was op het aangekondigde con
gres van de S.D.A.P. en het N.V.V.
Dit congres werd gehouden op 16 en 17
november in het circusgebouw te Rot
terdam.
Doch van te voren stond al vast, dat
ook op dit congres de revolutie niet
zou worden geproclameerd. De heer
Schaper had in de 2e Kamer doen we
ten, „dat het allemaal niet zo bedoeld
was". Hij had de ondankbare taak om
Troelstra's woorden weer „om te buigen
in democratische richting".
Het congres besloot een comité van ac
tie te benoemen, dat zich voor inwilli
ging van een aantal eisen tot de rege
ring moest wenden. Indien de regering
niet zou instemmen, dan konden wa
pens. zoals demonstratie e.. werkstaking
worden aangewend. Wat de koningin
betreft, werd gezegd: „Wij zijn repu
blikeinen en als wij de macht hebben,
schaffen wij het koningschap af, even
als onze Duitse vrienden hebben gedaan.
Maar grote practische betekenis heeft
de zaak niet De kroon staat de demo
cratie niet in de weg
Verder zei de heer Vliegen: „Revolutio
naire plannen hebben op dit ogenblik
geen kans van slagen".
De heer Troelstra, die aanvankelijk niet
aanwezig was, evenmin als hij zich de
laatste dagen in de Kamer had laten
zien, werd uitgenodigd alsnog de bijeen
komst bij te wonen. Troelstra kwam en
werd luid toegejuicht. Hij sprak ook
nog een kort woord, waarin hij toegaf:
„En hier ben ik gekomen tot een punt,
waarop ik mij als eerlijk man verplicht
Angstwekkend snel nadert „Election Day", de dag, waarop wordt beslist hoe
Amerika in de komende vier jaren zal worden geregeerd, en hoe dit beleid
Amerika's bondgenoten en de rest van de wereld zal beïnvloeden.
Hoewel de partijgangers overtuigd zjjn van het succes van hun kandidaat, durft
niemand te voorspellen wie van de drie het zal halen.
JUWELIER - HORLOGER
VAN WEEDESTRAAT 40 SOEST - TEL:<361
Zoals de zaken thans staan, zijn Nixon
en Humphrey de grote kampioenen, met
Wallace als de outsider, die nog kan
winnen (hoewel niemand dat durft te
voorspellen) en in ieder geval de kansen
van de beide anderen ernstig hinderen.
Het wemelt van opiniepeilingen en voor
spellingen, waarbij de stemmenwinst of
het stemmenverlies in procenten worden
afgemeten, maar telkens weer variëren
de cijfers geven ook in dat opzicht wei
nig houvast.
Nixon heeft geld
Het ziet er naar uit, dat Nixon de mees
te propagandamiddelen tot zijn beschik
king heeft en vooral gebruik zal maken
van de televisie. Een dure liefhebberij,
maar het geld schijnt geen rol te spelen.
Anders is het bij Humphrey-, die van
zijn Democratische aanhangers of min
der heeft kunnen losweken, of er al te
vroeg en te wild mee is omgesprongen.
Nixon heeft tot nu toe een openbaar de
bat met Humphrey angstvallig verme
den. Waarschijnlijk herinnert hij zich
nog te goed hoe een vroeger debat met
John F. Kennedy hem duidelijk als
verliezer deed eindigen, al was het al
leen maar doordat Kennedy een sym
pathieke vent was op het teevee-scherm
en Nixon met zijn altijd weer doorko
mende stoppelbaard, een ongunstige in
druk maakte. Echt de man, van wie. zijn
tegenstanders de foto publiceerden met
het onderschrift „Zoudt U van deze man
ooit een tweedehands auto durven ko
pen?"
Wie van de drie
Humphrey is nog altijd vol goede moed
en schijnt aan zelfvertrouwen te winnen.
Beide heren geven de indruk, dat ze
zeker zijn van de overwinning, en hoe
wel maar één van beiden het winnen
kan, durft niemand te voorspellen wie
▼mn de twee.
Wie van de drie? zou men eigenlijk
moeten zeggen, want Wallace is er óók
nog. Hij heeft grote successen geboekt
en veel applaus gekregen, vooral in het
zuiden.
Toch gelooft niemand, dat hij ooit in
het Witte Huis zal belanden, misschien
omdat men intuïtief aanvoelt hoe Ame
rika zich in het oog der wereld zou bla
meren met deze negerhater als presi
dent. Dat hij nog zoveel aanhang heeft,
bewijst hoezeer het isolationisme nog
leeft in velen van zijn medeburgers
hoe weinig men er zich van bewust is,
dat een president niet maar een soort
opperburgemeester is op een eiland, en
dat men onvoldoende beseft hoe be
langrijk Amerika's rol is geworden in
de wereldpolitiek.
Vietnam
Met spanning ziet iedereen uit naar de
ontwikkeling rondom Vietnam. Niet al
léén omdat er kans is dat deze onzalige
oorlog tot een eind komt, niet alléén
omdat de levens van zoveel jonge Ame
rikanen in de waagschaal liggen.
Indien vóór de verkiezingen een gunstige
beslissing valt, dan is het de Vietnam-
politiek niet langer onderdeel van de
verkiezingspropaganda. Dan mogen de
tegenstanders nog zo schreeuwen, maar
iedereen is in zijn hart blij als de zaak
op een eind is. De man, die hiervan het
meeste profijt zal trekken, is Humphrey
en men zou zich zelfs kunnen afvragen
of Johnson de onderhandelingen niet
juist zo getimed heeft, dat zijn vice-
president daarvan de vruchten kan
plukken. De vraag is of ook de buiten
landse inmenging (de Russen spelen een
rol achter de schermen) niet liever
speelt op een man zoals Humprey in
het Witte Huis dan op Nixon.
De dag nadert en de spanning neemt
toe.
En het bedrag, dat aan weddenschappen
uitstaat, is voldoende om ieder van ons
voor de rest van zijn leven een heerlijk
nietsdoen te waarborgen.
gevoel te zeggen, dat ik de machtsver
houdingen niet geheel juist heb ge
zien
Toen na afloop van de vergadering een
aantal congresgangers per trein van
station D. P. weer naar het Noorden
vertrok, zongen de reizigers, ter ere
van de burgerwacht, die het perron be
zet had:
„Daar komen de schutters,
daar komen ze ên,
De mannetjesputters van
Rotterdam
Toen de Groninger kameraden in hun
woonplaatsen terugkeerden en hun werd
gevraagd: „Gaat het door...?" moesten
ze teleurgesteld antwoorden: „Neen,
jongens, het gaat over
Tezelfdertijd, waarop het congres te
Rotterdam werd gehouden, verschenen
in 's Gravenhage oranje aanplakbiljet
ten met het opschrift: „Huldiging van
de koningin. Proclamatie van de burge
meester." Aangekondigd werd, dat op
maandagmiddag, 18 november, op het
Malieveld een huidebetoging aan H.M.
de koningin zou plaatshebben. Die maan
dag was Den Haag in feeststemming. De
stad was één vlaggenzee. Drommen
mensen stroomden naar het Malieveld,
onder wie zeer veel militairen. De grote
vlakte was geheel gevuld met mensen.
Precies om één uur ariveerden, per rij
tuig, koningin Wilhelmina, prins Hen
drik en prinses Juliana. Aangekomen
bij het Malieveld werden de paarden
van het rijtuig afgespannen en trok
ken soldaten het voertuig verder. Tever
geefs trachtten sprekers het woord te
voeren. De menigte was te uitzinnig
van vreugde om naar redevoeringen te
luisteren. Vijf kwartier reed het rijtuig
van de Koninklijke familie over het
Malieveld
Troelstra heeft later schamper opge
merkt, dat het uitspannen van de paar
den zorgvuldig was ingestudeerd, en er
dus „naar buiten een valse schijn van
spontaniteit aan werd gegeven."
Inderdaad was het uitspannen der paar
den van te voren „gepland". Maar het
enthousiasme van de soldaten op het
Malieveld was even oprecht als de te
leurstelling van de vele congresgangers
te Rotterdam.
Troelstra verweet zijn tegenstanders, dat
zij het voorstelden alsof hij en de zijnen
de koningin hadden bedreigd. Hij zei
verder, dat de koningin zich tegenover
de arbeidersbeweging stelde of liet stel
len.
Een en andermaal echter hadden de so
cialisten duidelijk laten uitkomen, dat,
wanneer zij het voor het zeggen had
den, de koningin zou moeten verdwij
nen. Een revolutie van socialistische zij
de zou derhalve het einde van het ko
ninkrijk hebben betekend.
Koningin Wilhelmina zelf heeft in haar
boek „Eenzaam maar niet alleen" slechts
enkele regels aan de hele gebeurtenis
gewijd.
Natuurlijk heeft de situatie van novem
ber 1918 gevolgen gehad. Het vrouwen
kiesrecht (waardoor - volgens Troelstra
-in 1922 de S.D.A.P. daalde van 22 op
20 zetels), de invoering van de acht-
urendag, verbeteringen van de invali
diteitswet en de ouderdomwet, finan
ciële steun voor arbeidswoningbouw,
verbetering van de positie der rijks- en
gemeenteambtenaren, waren wel de
voornaamste. Sommige van deze sociale
voorzieningen behoorden al tot het plan
van de regering, doch „1918" heeft de
uitvoering daarvan versneld.
Daar er vooral na november in vele
plaatsen huidebetogingen plaats hadden,
waarbij koningin Wilhelmina aanwezig
was, verweten niet alleen de socialisten,
doch ook dc liberalen, de rechtse partij
en, dat zij de koningin in de partij
politiek hadden gehaald. Dit leidde tot
het verbreden van de kloof tussen het
koningshuis en de socialisten.
„Afweer"-instituten, zoals „Burger
wacht" en „Bijzondere Vrijwillige Land
storm", bleven bestaan. Troelstra meen
de dit te moeten verklaren als een ge
volg van een „algemeen-fascistische
mentaliteit". De geschiedenis heeft de
onjuistheid van deze gedachte bewezen.
De B.V.L. kon men niet vergelijken met
de Duitse oudstrijdersorganisatie „Stahl-
helm" of met de fascistische afweer-
korpsen van Mussolini, noch met de
Hongaarse militaire organisaties van
admiraal Horthy, waarin wel degelijk
fascistische tendenzen vielen te bespreu-
ren. Zo kreeg de N.S.B. nimmer vat op
de B.V.L. In „Het Landstormblad" - het
orgaan van de Bijzondere Vrijwillige
Landstorm van maart 1937 werd een
duidelijk antwoord gegeven op insinua
ties van de zijde van de N.S.B.„Het
wettig gezag in ons land is voor de
B.V.L.: Hare Majesteit de Koningin. En
voorts behoren daartoe allen, die door
haar overeenkomstig Grondwet en wet -
natuurlijk zonder terreur, geweld, inti
midatie of dwang - voor de uitoefening
van gezag in haar naam zijn benoemd."
Inmiddels veranderde het een en ander
in de politieke verhoudingen in ons
land. Socialisten weigerden niet langer
koninklijke politieke onderscheidingen.
De socialistische houding tegenover het
koningshuis werd allengs milder. Ook
verdween de „geen-man-en-geen-cent"
politiek ten aanzien van de bewapingen.
In 1939 namen zelfs twee socialisten
deel aan de regering: Ir. Albarda en Dr.
Van der Tempel werden in het kabinet
De Geer opgenomen.
Op 1 september 1940 de B.V.L. op last
van de Duitse bezetter geliquideerd.
Met de andere politieke partijen werd
ook de S.D.A.P. verboden. Beide orga
nisaties zouden na de 2e wereldoorlog
niet meer terugkeren. Inplaats van de
B.V.L. werd het instituut „Steun Wet
tig Gezag" opgericht, waaraan ook so
cialisten deelnamen. De S.D.A.P. ging
op in de Parij van de Arbeid. Het
N.V.V. werd door de N.S.B. „overgeno
men", doch trad na de oorlog, maar nu
meer en meer in samenwerking met
C.N.V. en N.K.V. weer naar voren.
Zowel socialisten als B.V.L.-ers sloten
zich in de 2e wereldoorlog aan bij een
of andere - soms dezelfde - illegale be
weging, om, zodoende, de Duitsers te
bestrijden en vrijheid en democratie te
verdedigen. Het kwam meer dan eens
voor, dat een B.V.L.-er en een S.D.A.P.-
er samen overlegden hoe zij de bezet
ter afbreuk konden doen. Namen van
le$en van beide organisaties komen voor
op één gedenksteen op een monument
voor de gevallenen
Minister Drees, (een der socialistische
sprekers - op woensdag 13 november
1918 in de zaal van de Haagse Dieren
tuin) is thans een van de persoonlijke
vrienden van de koninklijke familie.
Allerwegen hebben democratie, begrip
en verdraagzaamheid gezegevierd
(Slot)
LAANSTRAAT 71 - 81A
Een apart jurkje of een modieuze
mantel voor een verantwoorde prijs
vindt U In onze speciaalzaak. Komt
U ook eens kijken?
den toegejuicht. Wanneer iemand voor
een jaar het rijden wordt ontzegd, dan
mag men aannemen dat hij na dat jaar
niet meer rijvaardig zal zijn. Dit zou
ook in overeenstemming zijn met de be
staande regeling volgens welke een rij
bewijs na verloop van de geldigheids
duur gedurende ten hoogste één jaar als
bewijs van rijvaardigheid kan worden
gebruikt bij de aanvraag van een nieuw
rijbewijs.
Maar ook uit preventief oogpunt zou
een dergelijke regeling van betekenis
kunnen zijn. Iedere autobestuurder weet
dan, dat hij bij een eventuele overtre
ding niet alleen kans loopt zijn rijbe
wijs een tijd te verliezen, maar boven
dien voor het feit kan worden gesteld
dat hij in dat geval opnieuw zijn rijbe
wijs zal moeten halen. Dat zou voor vele
bestuurders wel eens aanleiding kunnen
zijn het borreltje toch maar te laten
staan.
Autokeuring
Er zijn nog meer aspecten van de ver
keersveiligheid, die momenteel op de
betrokken departementen onderwerp van
studie vormen. Zo wordt een stelsel van
een verplichte periodieke keuring van
auto's overwogen. Hiermee wordt de be
tekenis van het voertuig als factor in
de verkeerssituatie erkend. Hoe nodig
dit is zal worden beaamd door ieder die
dagelijks op onze autowegen oude wrak
ken ziet rijden, die een bedreiging vor
men voor alle weggebruikers en niet in
de laatste plaats voor de bestuurders
van deze vehikels zelf. Aanbeveling ver
dient een preventief stelsel, dat beoogt
ongelukken bij voorbaat te voorkomen.
Ook de weg speelt een belangrijke rol
als faktor in de verkeerssituatie. Een
woordvoerder van het ministerie van
verkeer en waterstaat zegt ons, dat voor
wat betreft de rijkswegen o.a. gedacht
wordt aan a. opheffing van gelijk
vloerse kruisingen en overpaden, voor
zover deze zich nog bevinden in de
oudere dubbelbaans autowegen; b. ver
dubbeling van de rijbaan van bestaande
enkelbaans autowegen; c. reconstructie
van rijbanen van oude dubbelbaans
auto(snel)wegen, waarbij deze aan de
moderne breedte van rijbanen en
vluchtstroken worden aangepast.
Rio de Janeiro verkondigde opvatting,
dat het leger een taak heeft in de na
tionale ontwikkeling, is natuurlijk vol
komen in strijd met de democratische
opvatting, dat het leger niet anders is
dan dienaar van de staat en geen poli
tieke rol heeft te spelen.
Een actieve en strijdbare groep vormen
overal de kolonels, de hoofdofficieren,
die nog net geen generaal zijn en weinig
zin hebben te wachten tot ze grijs zijn
voor ze de nodige ster(ren) bij krijgen.
Dat is niet een typisch Zuidamerikaans
verschijnsel; zowel in Egypte als in
Griekenland viel het waar te nemen.
Welke rol de Verenigde Staten spelen,
is niet duidelijk. De democratie is uiter
aard Washington heilig, maar dividen
den zijn ook niet weg te cijferen. Het
optreden in de Dominicaanse Republiek
en in diverse „bananen-republieken",
het ongemoeid laten van de wrede dik-
tator Duvalier op Haïti, en de aanwe
zigheid van Vietnam-generaal Westmo-
reland in Rio geven aanleiding tot de
vraag: waar staat Amerika? Ziet men
ook hier het communisme als de enige
boeman?
REMBRANDTLAAN 18 - TEL. 02155-4785
Binnenkort is de indiening te verwachten van een ontwerp tot wijziging van de
Wegenverkeerswet betreffende het rijden onder drankinvloed. Ook de mogeltfk-
heid van invoering van minimumsnelheden, het wegslepen van in stryd met de
voorschriften hinderlijk geparkeerde auto's en maatregelen jegens degenen, die
uit de rijbevoegdheid zijn ontzet, worden overwogen. Dit alles staat te lezen in
een onlangs gepubliceerde nota verkeersveiligheid.
Deze lijvige nota duidt er op, dat men ook in Den Haag beseft, dat de verkeers
onveiligheid een van de meest ernstige problemen van de Nederlandse volkshuis
houding is. Het aantal (vaak jonge) mensen, dat getroffen wordt door de Moloch
van het verkeer, vertoont ieder jaar een fikse stijging en het toenemend aantal
leger van invaliden betekent nog eens een extra verliespost voor onze volksge
zondheid en een gevaar voor zijn geestkracht.
Hoeveel verkeersongevallen hebben er jaarlijks in Nederland plaats, onder welke
categorieën van weggebruikers vallen de meeste slachtoffers, vinden de meeste
verkeersongevallen binnen of buiten de bebouwde kom plaats, welke voertuig-
types leveren de grootste risico's
Blijkens gegevens van het Centraal Bu
reau voor de Statistiek nemen de ver
keersongevallen een belangrijke plaats
in op het lijstje van voornaamste doods
oorzaken. De cijfers spreken het meest
met betrekking tot de overledenen van
15 tot 44 jaar. Twintig procent van hen
vond in 1966 door een verkeersongeval
de dood. Tweede doodsoorzaak in deze
groep was kanker (19 onmiddellijk
gevolgd door hart- en vaatziekten (15%).
Opmerkelijk was het percentage, dat
door zelfmoord in de overlijdensstatis
tieken terecht kwam (5
Het aantal slachtoffers door verkeers
ongevallen gaf de laatste jaren een
voortdurende stijging te zien. In 1964
bedroeg dit aantal 61.562, in 1967 63.491.
Het aantal dodelijke slachtoffers bedroeg
voor die jaren resp. 2375 en 2855.
Wat het aantal slachtoffers naar wijze
van deelneming aan het verkeer betreft:
de cijfers tonen aan dat het reizen per
autobus naar verhouding weinig riskant
is. Het totaal percentage verkeersslacht
offers, dat door middel van een auto
bus aan het verkeer deelnam, bedroeg
0,4 een zeer laag percentage dus. Het
rijden per bromfiets blijkt daarentegen
zeer riskant te zijn. Van de 2855 in
1967 gedode verkeersslachtoffers reden
560, dat is 20 op een bromfiets Maar
ook het percentage gedode voetgangers
ligt hoog (21 dat is 3 meer dan
het aantal dodelijk getroffen fietsgan-
gers. Natuurlijk neemt het percentage
dodelijk getroffen bestuurders of inzit
tend envan personenauto's de belang
rijkste plaats in (33 Bij vrachtauto's
lag het percentage laag (3
37,6
Deze cijfers betreffen alleen het aantal
dodelijke slachtoffers. Als men de cij
fers betreffende het aantal slachtoffers
(doden èn gewonden) beziet, dan blijkt
dat de bromfietsers niet kop en schou
ders boven de overige verkeersdeelne
mers uitsteken. In 1967 bedroeg hun
aantal 24.039 (37.6 tegen 18.176
(28,4 berijders en inzittenden van
personenauto's. Fietsers en voetgangers
noteren hier resp. 13,7 en 12,3
Over het aantal gedode bestuurders
heeft het C.B.S. ook gegevens verza
meld, maar die lopen niet verder dan
tot en met 1965. De cijfers van dat jaar
tonen aan, dat er 732 bestuurders van
personenauto's werden gedood, 431 fiet
sers en 491 bromfietsers. Het aantal ge
dode bromfietsers is ook hier dus naar
verhouding weer zeer groot en dat be
wijst toch wel dat de bromfiets in het
moderne verkeer een uitermate riskant
vervoersmiddel is.
In de kom
Ook zijn er cijfers gepubliceerd betref
fende het aantal ongevallen per jaar
binnen en buiten de bebouwde kom.
Binnen de bebouwde kom vinden veruit
de meeste ongevallen plaats. Van het
totaal aantal ongevallen in 1967 (225.591)
hadden er 44.816 buiten de bebouwde
kom plaats en maar liefst 180.775 bin
nen de bebouwde kom. Maar de onge
vallen buiten de bebouwde kom hebben
vaker een tragischer afloop.
Het grootste aantal dodelijke ongevallen
heeft buiten de bebouwde kom plaats.
Deze tendens vindt men in alle cijfers
van de laatste jaren.
Ontzegging
Het aantal door de rechter opgelegde
ontzeggingen van de rijbevoegdheid ter
zake van rijden onder invloed nam de
laatste jaren sterk toe. In 1963 was het
aantal ontzeggingen 3195, in 1966 reeds
4452.
Er wordt nu overwogen om degenen,
die de rijbevoegdheid voor een bepaalde
termijn is ontzegd, om een eventueel
hernieuwd rij-examen te onderwerpen.
Een dergelijk voorstel moet stellig wor-
Een militaire junta heeft in Peru de
macht gegrepen. De militairen waren al
baas in Argentinië. Brazilië, Paraguay
en Bolivia, en inmiddels staat ook Pana
ma onder soldatesk bewind.
De Peruaanse officieren hebben de re
solutie in praktijk gebracht, die werd
opgesteld tijdens de legerconferentie in
Rio de Janeiro. Daarin wordt het als
de taak van het leger gezien, de „na
tionale ontwikkeling te stimuleren".
In de Zuidamerikaanse staten zijn al
lerlei krachten tegen elkaar in aan het
werk. Daar is de afschuwelijke kloof
tussen oogverblindende weelde en hart
verscheurende armoede, daar is ook
het nationalisme, dat zich keert tegen
buitenlandse (ook economische) inmen
ging, en vooral ook het welbegrepen
eigenbelang, dat vraagt om óók een vin
ger in de welvaartspap.
In Peru hebben de militairen Fernando
Belaunde Terry als president afgezet.
Hij heeft het niet kunnen bolwerken te
gen diverse partijen, die alle naar de
macht streven en voorlopig hun best de
den de kracht van de regering daartoe
zoveel mogelijk te verzwakken.
Een kwart voor onderwijs
De regering-Belaunde heeft prachtig
werk gedaan. Zij heeft ernstig naar een
democratische vernieuwing gestreefd,
vooral door achtergebleven gebieden te
ontsluiten en het onderwijs te bevor
deren. Belaunde zag kans op zijn bud
get niet minder dan een kwart van het
totaal uit te trekken voor onderwijs.
Zonder onderwijs geen democratie! An
alfabeten zijn de onmisbare basis voor
de diktatoren.
Ongelukkigerwijze moet zulk geld er
gens vandaan komen. De betalingsba
lans vertoonde ernstige tekorten. Be
launde had te hoog gegrepen.
Hij kon daarenboven zijn belofte niet
waarmaken om een. in Amerikaanse
handen zijnde oliemaatschappij (dochter
van Standard Oil) te nationaliseren,
want hij zou daarmee de Amerikanen
tegen zich in het harnas gejaagd en de
buitenlandse investeerders van zich ver
vreemd hebben.
Smokkelende kruiser
Zijn tegenstanders hebben op hun kans
zitten wachten. Er was al heel wat ac
tie tegen de regering-Belaunde en niet
geheel ten onrechte, want er gebeuren
rare dingen als blijkt dat een oorlogs
schip zijn oefenvaarten kan gebruiken
voor smokkelpraktijken!
Toen Belaunde met de oliemaatschappij
I.P.C. ging onderhandelen in plaats van
te nationaliseren, kwam hij tot een ver
drag, waarbij nominaal de regering
méér te zeggen kreeg, maar in werke
lijkheid de Amerikaanse maatschappij
op ander gebied helemaal de vrije hand
kreeg.
De officieren, die nog pas in Rio de Ja
neiro (waar generaal Westmoreland na
mens de U.S.A. was) hadden beloofd de
„nationale ontwikkeling in hun land te
stimuleren", vonden, dat het tijd werd
om in te grijpen en de „machtige in
heemse en buitenlandse economische
krachten" te kortwieken.
Dc soldaten
Soldaten hebben in Peru altijd veel
klaar gemaakt. Dat begon al met Pizar-
ro, die het machtige Inca-rijk onder
wierp met nog geen tweehonderd man.
Of de soldaten, die nu in Peru het heft
in handen hebben, het goede werk van
Belaunde willen of kunnen voortzetten,
is zeer de vraag, hoewel zij zich in een
manifest hebben gekant tegen allen, die
„de uitvoering van structurele hervor
mingen" tegenhouden en zo „de oneer
lijke sociale en economische orde" blij
ven handhaven.
Want ook een soldaat kan van een dub
beltje geen kwartje maken.
Het is daarbij nog bijzonder onbehaag
lijk, dat ook Peru thans behoort tot die
Zuidamerikaanse landen, waarin de of
ficieren de macht in handen hebben ge
nomen.
Waar staan de V.S.?
De tijdens de generaalsconferentie te
Het is weer eens - voor de zoveelste
maal - mis in Noord-Ierland, het dus
genaamde Ulster. Relletjes, straatge
vechten, politiecharges.
Het is een zuiver politieke strijd, maar
dan een, die wordt gevoerd tussen ka
tholieken en protestanten. Aangezien
het voor beiden een kwestie lijkt van
„to be or not to be" is er neg geen uit
zicht op een verbetering van klimaat.
Het Ierse eiland is verdeeld in de Re
publiek Eire en Noord-Ierland. dat
Brits is en dat tot elke prijs wil blij
ven. Eire is voor het overgrote deel
katholiek, Ulster is vurig protestant.
Dat heeft een historische achtergrond.
Toen de weggejaagde koning James naar
Ierland trok om daar bij zijn geloofs
genoten steun te vinden voor zijn terug
keer ging Willem III, onze konnig-stad-
houder, op hem af en versloeg hem bij
de rivier de Boyne, Willem III trad op
als „Defender of the Faith", Verdediger
van het geloof, een titel die de Engelse
vorsten nog immer voeren.
De (protestante) Britten zetten zich neer
in het noorden, in Ulster. Ierland bleef
ondanks alles katholiek en werd ten
slotte een vrije republiek.
Oranjemannen
Nu staan de zaken zo: de Ieren zien
met scheve ogen naar dat stuk van
hun eiland, dat nog Engels is. Zij wil
len dat bij de republiek inlijven.
De bewoners van Ulster voelen daar
helemaal niets voor. Niet alléén om re
ligieuze redenen, maar ook om economi
sche. Aangezien echter de religie een
pracht van een strijdbanier vormt, gooit
men het helemaal op het behoud van
het protestantisme en de strijd tegen
„de macht van Rome"._
Ieder jaar wordt dan ook met veel
plechtigheid in Ulster de slag aan de
Boyne herdacht en Willem III wordt
dan gevierd als de grote held. De man
nen van Ulster noemen zich dan ook
Oranjemannen (Orangé-men). Deze Oran
gisten willen kost wat het kost Noord-
Ierland bewaren voor de Britse Kroon
en voor het protestanttisme. Zij zijn
ervan overtuigd, dat, wanneer de Ieren
hun zin krijgen, niet alleen zij zelf reli
gieuze underdogs worden, maar ook hun
welstand in het veel armere Ierland zal
worden opgesmolten.
Geen huis, geen stem
De katholieken - in Ulster -vormen een
minderheid. Ze zijn nog het krachtigst
in Londonderry, waar de relletjes be
gonnen. Ze blijven echter in de minder
heid, daar zorgen de Orangisten voor.
Men mag hier bv. alleen maar stemmen
wanneer men huiseigenaar of hoofdbe
woner is. De Orangisten doen alles wat
ze kunnen om te zorgen, dat geen ka
tholiek een huis krijgt, en zij hebben
het grootste huizenbezit!
Daardoor ontstaan niet alleen zeer on
aangename woningtoestanden, maar het
mes snijdt van twee kanten, want de
katholieken hebben tegelijk niets te ver
tellen. Geen huis, geen stemrecht, noch
actief noch passief. Ze hebben dus ook
geen politieke invloed.
Onder zulke omstandigheden gaat men
over tot illegale aktie en komt het tot
opstand en verzet.
Hard tegen hard
De hele historie van Ierland en vooral
van Ulster is hiervan doortrokken.
Toen heel Ierland nog Brits was, heb
ben de Ieren op allerlei manieren zich
tegen de „onderdrukkers" verzet. Het
woord „boycot" stamt niet voor niets
uit Ierland!
De Britten van hun kant waren be
paald niet kieskeurig wat de middelen
tot handhaving van hun gezag betreft.
Vanaf de tijd van Cromwell ging het
hard tegen hard.
Eindelijk werd Ierland een republiek
en langzamerhand verbeterden de be
trekkingen tussen Dublin en Londen.
Maar hoofdzakelijk op hoog niveau. Het
gros van de bevolking heeft zijn hou
ding niet gewijzigd, noch in Ierland
noch in Ulster. Het is tussen twee haak
jes wel opmerkelijk, dat de bovenste
baan van de vlag der Ierse Republiek
oranje is gekleurd!
Brandstapels?
De katholieken in Noord-Ierland verke
ren uiteraard in alle opzichten in de
minderheidspositie. Zij hebben niet veel
te verliezen, maar alles te winnen, en
daarom zijn ze strijdbaar. Vooralhet
zogenaamde Ierse Republikeinse Leger
een illegale verzetsgroep, doet telkens
weer van zich spreken, voornamelijk
door bominslagen bij daartoe geëigende
gebeurtenissen.
Zo fel als de katholieke verzetsmensen
zijn echter ook de orangistische strijd
groepen. Naar de stemming daar af te
meten betekent toegeven aan de eisen
der katholieken, dat brandstapel en in
quisitie meteen weer worden ingevoerd'
De werkelijke problemen gaan schuil
achter een rookgordijn van religieuze
strijdlust. - - -
Het sentiment speelt aan beide kanten
een grotere rol dan het nuchtere ver
stand.
Daardoor ziet het er nog niet naar uit
dat voor de moeilijkheden in Ulster een
oplossing op korte termijn kan worden
verwacht.