remmen
BETERE REGELING ADOPTIE
VREEMDELINGETJES IN EIGEN LAND
GEWENST
„GORRAY" ROKKEN
„KERKO" BLOUSES
J. HOPPENBROUWF.RS
mwwk
OPHEFFEN VAN GEMEENTEN
ORANGISTEN EN
PAPISTEN
KINDERTAL NEEMT AF
Ergste probleemkinderen
worden niet geholpen
v&mwi
Nieuwe collectie
Maaris het geluk van de burgers daarmee gediend
Bronchiletten
Oranje-bitterheid
bestraft
Daling geboortecijfer in
katholieke provincies
[VOLVOj
Mixed Hockey Club Soest
Electricien van ladder
gevallen
Gevonden voorwerpen
Humanistische gedachten
over misdaad en straf
DINSDAG 4 FEBRUARI 1969
Velen zullen zich nog herinneren, dat de bekende schrijver Jan de Hartog in een
televisieuitzending gesproken heeft over de ellende van oorlogsweesjes. Er kwamen
toen talloze reacties van Nederlandse echtparen, die bereid waren om bijvoorbeeld
een Koreaans weesje te adopteren.
Ook in Vietnam en Biafra zijn talloze verweesde kinderen, voor wie Nederlandse
echtparen graag zouden willen zorgen. Ongetwijfeld is deze belangstelling voor
buitenlandse, veelal buiten-Europese kinderen mede te wijten aan het feit, dat de
kans om een Nederlands kind te adopteren vrij gering is. Bijna 90*/« van alle
aanvragen om een Nederlands kind moeten worden afgewezen om de simpele
reden, dat het aantal kinderen dat voor adoptie in aanmerking komt veel lager
ligt dan de vraag.
Hoewel het verlangen om een buitenlands kind te adopteren meestal wordt inge
geven door nobele gevoelens (sociale bewogenheid en liefde voor kinderen) zijn
vele echtparen zich niet voldoende bewust van de bezwaren, die dit met zich
meebrengt.
punt, noodgedwongen mag men wel zeg
gen, want in dit land wordt het aantal
wezen en vondelingen op minstens
80.000 geschat. Een groot deel van deze
kinderen sterft door ondervoeding of
ziekte en de hulpverlening in eigen land
is tot nog toe beslist onvoldoende.
Niet verstandig
Maar zelfs in Korea gaat men inzien
dat het niet verstandig is zijn kinderen
naar een ver werelddeel te sturen. Niet,
dat er voor deze kinderen slecht zou
worden gezorgd. Het tegendeel is meestal
het geval. Maar het is niet aanbevelens
waardig om kinderen te laten opgroeien
in een land dat een geheel ander cul
tuurpatroon heeft dan dat van hun
ouders en familie.
Ook al hebben deze kinderen meestal
geen ouders meer, zij hebben toch wel
familie, met wie de banden voorgoed
worden doorgesneden, wanneer zij door
een buitenlands echtpaar zouden worden
geadopteerd. Men zou deze kinderen veel
effectiever kunnen helpen door geld te
schenken aan organisaties, die zich ten
doel stellen betere voorzieningen in het
eigen land te treffen. Men kan zich wat
dat betreft altijd in verbinding stellen
met een kerkelijke organisatie of het
Rode Kruis.
Misverstand
Nederlandse echtparen menen soms dat
men in het buitenland zit te springen
om verweesde kinderen af te staan. De
ze veronderstelling berust zonder meer
op een misverstand. Bovendien zouden
door adoptie de werkelijke probleemge
vallen nog nauwelijks zijn geholpen.
Vele Nederlandse echtparen willen bij
voorbeeld wel een Koreaans of Biafraans
kindje adopteren, maar ze stellen dan
toch als voorwaarde dat het kind licha
melijk en geestelijk gezond is. Kortom,
men wil selecteren. Daarmee zijn de kin
deren, die wel ernstige gebreken heb
ben, natuurlijk niet geholpen.
Het eigenaardige geval doet zich voor,
dat kinderen die in hun eigen land best
geholpen zouden kunnen worden, naar
het buitenland gaan, terwijl kinderen
die zijn aangewezen op hulp uit het bui-
Overal in Europa is de welvaart de laat
ste jaren met sprongen gestegen. Echte
rampgebieden vindt men niet op ons
continent. De tijd dat Duitsland en Oos
tenrijk verweesde kinderen naar het
buitenland stuurden, is voorgoed voorbij.
Alleen buiten-Europese kinderen kunnen
nu nog voorzien in de stijgende behoefte
aan adoptiekinderen. Maar zelfs in de
rampgebieden voelt men er doorgaans
niet veel voor om de kinderen voorgoed
naar Europa te sturen.
Toen in Perzië als gevolg van een ern
stige aardbeving honderden kinderen
hun ouders verloren en op deze manier
in ellendige omstandigheden geraakten,
voelden de Perzische autoriteiten er toch
weinig voor om deze uit Mohammedaan
se ouders geboren kinderen naar een
overwegend christelijk land te sturen.
Ook in Vietnam blijkt er weinig bereid
heid om verweesde kinderen voorgoed
aan een buitenlands, c.q. Europees echt
paar af te staan. Hoogstens voelt men
voor een tijdelijke uitzending naar Euro
pa.
In Korea is men wat soepeler op dit
VAN WEEDESTRAAT 80-82 - SOEST
Ga naarS PU KER
TEL.2982
SOESTERBERGSESTR 26
In het gehele land zijn samenvoegingen
en samenwerking van gemeenten aan
de orde van de dag. Per 1 januari
breidde de stad Groningen zich aan
zienlijk uit door annexatie van Hoog
kerk. Een wetsontwerp dat de samen
voeging van Velsen, Beverwijk en
Heemskerk voorstelt, ligt reeds bij de
Kamer. Een gemeentelijke herindeling
van Zeeuws-Vlaanderen wordt serieus
overwogen. De Groningse gemeente Wil-
dervank is al van de kaart geveegd, in
Drente en Noord-Brabant bestaan even
eens plannen tot samenvoeging van ge
meenten en Gedeputeerde Staten van
Limburg hebben een rigoureus voorstel
tot gemeentelijke herindeling van Zuid-
Limburg gelanceerd, waarbij de 62 ge
meenten in dit gebied tot veertien zou
den worden teruggebracht. „De overheid
doet niet aan mini- maar aan maxi-
mode" schreef mr. K. A. M. Buy. in het
„Tijdschrift voor Overheidsadministra
tie" ter karakterisering van dit schaal
vergrotingsproces, dat niet zelden tegen
de zin van de bewoners der betrokken
gemeenten tot stand kwam
Beter bestuurbaar, maar ook
beter leefbaar?
Wat is het doel van al deze gemeentelij
ke samenvoegingen? In de memories
van toelichting betreffende wetsontwer
pen inzake gemeentelijke herindeling le
zen we regelmatig dat de schaalvergro
ting zou leider tot het verkrijgen van
beter bestuurbare en meer levensvat
bare gebieden. Vele gemeenten zouden
de voor deze tijd noodzakelijke be
stuurskracht missen, er zal meer be
leidscoördinatie moeten komen, vandaar
dus de noodzaak van gemeentelijke her
indeling.
Niet altijd zal het terwille van die be
leidscoördinatie tot opheffen van ge
meenten behoeven te komen. Soms ko
men gemeenten tot samenwerking in een
z.g. agglomeratieverband, waardoor het
mogelijk wordt om vitale gemeenschap
pelijke belangen zoals planologische
maatregelen en recreatie goed te behar
tigen. Maar ook in deze agglomeraties
komt de samenwerking vaak moeizaam
tot stand, niet in de laatste plaats door
dat de kleinere gemeenter vrezen door
een van de grotere broers te worden
opgeslokt.
Rotterdam speelt bijvoorbeeld een domi
nerende rol in de Rijnmondconstructie
waardoor alle Rotterdamse activiteiten
met argusogen door de overige Rijn
mondgemeenten worden bezien. Eind
hoven speelt een hoofdrol in het sa
menwerkingsorgaan Agglomeratie Eind
hoven. Enkele Eindhovense wethouders
hebben al het plan gelanceerd dat de
omringende gemeenten bijzondere be
voegdheden zouden overdragen aan de
Eindhovense gemeenteraad. Dat zou er
in feite op neerkomen dat de kleinere
gemeenten alleen die zaken zouden mo
gen regelen, waarvoor Eindhoven geen
belangstelling heeft. Geen wonder dat
sommige kleine gemeenten helemaal
niets voelen voor een samenwerkingsver
band, wanneer althans ook grote steden
daar deel van uitmaken.
Inspraak
Zeer zeker zullen door samenvoeging
van sommige gemeenten betere be-
stuurseenheden gecreëerd kunnen wor
den. Een andere vraag is of het geluk
van de burgers er zo mee is gediend.
Toch wel een punt om steeds te over
wegen dachten wij zo, zeker in een lijd
nu men de mond vol heeft van „in
spraak" en „democratie". Hoe ver de
praktijk hier nog van het ideaal afstaat,
is weer eens bewezen in Limburg waar
Gedeputeerde Staten een voorstel tot ge
meentelijke indeling hebben gelanceerd
zonder dat er met de betrokken gemeen
tebesturen enig overleg vooraf is ge
weest.
Het opheffen van gemeenten is altijd
een hachelijke zaak, waarbij dikwijls
historisch gegroeide sentimenten mee
spelen. Vaak worden deze sentimenten
door de overheidsorganen als „kinder
achtig" of „irrelevant" terzijde gescho
ven, waarmee weer eens wordt aange
toond hoe verleidelijk het is alles zoveel
mogelijk buiten de burgers om te rege
len.
Wensdroom
Het is de vraag of met het samenvoe
gen van allerlei gemeenten het welzijn
van de burgers wordt gediend. In zeer
grote gemeenten is sociale integratie
van alle bevolkingsgroepen meestal een
wensdroom. Mensen die zich in het
dorp of de kleine stad gelukkig voelden,
worden nu plotseling ingelijfd bij een
grote gemeente, waar ze zich helemaal
niet thuisvoelen.
In het plan van Gedeputeerde Staten
van Limburg zou o.m. een gemeente
Sittard-Geleen worden gevormd, be
staande uit de twee genoemde plaatsen
plus enkele kleinere gemeenten rondom,
die ook nog zo'n 20.000 inwoners zou
den tellen. De konsekwentie voor de be
volking van deze dorpen is dat het spe
cifiek culturele dorpsleven verdwijnen
zal. En wat krijgt men ervoor terug?
Sociale integratie binnen de nieuwe be
stuurlijke eenheid zal zeer moeizaam tot
stand komen. Misschien zal die wel ge
heel uitblijven.
De afstanden naar het centrum van de
gemeente zijn vaak groot, groter soms
nog dan in de Rotterdamse of Amster
damse situatie. Openbaar vervoer is er
nauwelijks, welke busmaatschappij zou
er trouwens iets in zien? Het resultaat
is dus dat een groot aantal burgers
nauwelijks deelneemt aan het sociaal en
culturele leven van de gemeente. De
afstand tussen overheid en burger wordt
alleen maar groter, terwijl naar het om
gekeerde wordt gestreefd.
Dat wil niet zeggen dat er nooit een
gemeente zou moeten worden opgehe
ven. Sommige kleine gemeenten kunnen
de uitdaging van deze tijd nu eenmaal
niet aan. Maar bij het samenvoegen van
gemeenten zou de overheid meer dan
voorheen de menselijke aspecten in haar
overwegingen dienen te betrekken.
Voortbestaan van het cultrele leven in
de desbetreffende woongemeenschappen
moet beslist gewaarborgd worden. De
centrale hoofdkern van de gemeente
dient gemakkelijk bereikbaar te zijn.
Alleen woongemeenschappen met eeri
gelijkgericht sociaal en cultureel karak
ter dienen te worden samengevoegd,
wanneer dat althans om regionale en
lokale redenen nodig is. In elk geval
moet steeds de zekerheid bestaan dat de
gemeentelijke herindeling niet zal lei
den tot sociale desintegratie van een
deel der bevolking.
Het opheffen van gemeenten alleen om
bestuurlijke of economische redenen zo
als nu dikwijls gebeurt, bevordert zeker
niet het leefklimaat in een bepaalde
streek. En dat is in een overbevolkt
land als het onze een bedenkelijke zaak.
tenland, in de kou blijven staan. Dat is
een trieste toestand. Vandaar dat door
allerlei internationale organistaies het
grote belang van goede voorzieningen in
eigen land wordt geaccentueerd. Slechts
door een verbetering van deze voorzie
ningen kunnen duizenden ontheemde
kinderen wérkelijk worden geholpen.
Procedure
Nochtans zullen toch vele Nederlandse
echtparen graag een buiten-Europees
kind willen adopteren. Daaraan gaat een
uitgebreide procedure vooraf. In de
overwegingen worden natuurlijk ook de
sociale en medische gegevens uit het
land van herkomst betrokken. Wie een
buitenlands kind wil adopteren, moet
zich wenden tot het ministerie van jus
titie. Die zal de raad van kinderbescher
ming vragen een onderzoek in te stellen
naar de gezinsomstandigheden van de
adspirant adoptieouders.
Spreekt de raad van kinderbescherming
zich positief uit. dan moet de Vreemde
lingendienst nog worden geconsulteerd
en dan kan de minister van justitie toe
stemming verlenen of het kind in het
betrokken gezin wordt opgenomen. In
sommige kringen is wel eens beweerd,
dat deze uitgebreide procedure misschien
met rassendiscriminatie te maken heeft.
Men vroeg zich daar af of deze kinde
ren niet vlugger geholpen zouden kun
nen worden. Maar dat is natuurlijk on
zin. Het uitgebreide onderzoek is na
tuurlijk in het belang van het kind zelf.
Zouden wij Nederlanders het leuk vin
den, als onze kinderen zonder enig voor
onderzoek maar in het eerste het beste
gezin werden ondergebracht
ln \oord-Ierland zjjn de tegenstellingen
tot het uiterste verscherpt.
Dat vindt zijn oorzaak hierin, dat de re
ligie dient als vlag om een zeer weinig
stichtelijke lading te dekken.
Men wil, zo luidt het, Noord-Ierland
voor het protestantisme behouden; in
werkelijkheid wil men eigen bevoor
rechte positie handhaven. En het écr
bestaat niet zonder het ander. I
De situatie in Ierland, en niet alleen J
het noorden (Ulster), wordt nog steeds
bepaald door het verleden. Een verle
den, waarin het fel-kathotieke Ierland
partij koos tegen protestantse, Engelse
vorsten. Die historie is met bloed ge
schreven; vooral ten tijde van Cromwell
en zijn „rondkoppen" zijn (niet alleen
van zijn kant) onvoorstelbare wreedhe
den begaan. De Engelsen hebben de
Ieren eeuwen lang uitgezogen. Ten lan
gen leste werd Ierland voor het over
grote (katholieke) deel een republiek
Eire.
Het Engels-protestantse bruggehoofd
(Ulster) bleef apart en duidelijk afge
scheiden. Economisch maakte het een
gunstige uitzondering. De toestand was
er eeuwenlang meer stabiel dan in het
immer onrustige Ierland, mede dank zij
de banden met Engeland.
De pretentie van de Ieren, dat heel het
eiland een politieke eenheid zou moeten
worden, deed de protestantse Ulster
mensen zich opsluiten in een egelstel
ling en ze namen maatregelen om te
zorgen, dat ze daarin baas bleven, o.a.
door een beperking van het stemrecht.
De katholieken, die ongeveer een-derde
deel der bevolking vormen, kwamen
daardoor in geen enkel opzicht aan hun
trekken, bleven op ieder gebied achter.
Nu is het nog maar zeer de vraag of de
katholieken in Ulster zo graag deel wil
len gaan uitmaken van de Republiek
Eire, maar, zo redeneren de protestan
ten, wat niet is, kan komen en als dat
gebeurt, vormen wij een verdwijnende,
kleine minderheid, is het praktisch met
ons gedaan
Het ligt het meest voor de hand, dat de
religieuze tegenstelling hierbij het volle
accent krijgt, al is er bitter weinig te
bemerken van christelijke verdraag
zaamheid, naastenliefde en rechtvaardig
heid. Maar het is maar al te vaak zo,
dat hoe minder het geloof het leven be
heerst. hoe luidruchtiger men er voor
pal staat.
Het optreden van de predikant Ian Pais-
ley tenminste plaatst de strijd in al zijn
aspecten tot drie eeuwen terug, toen
Willem III als „Verdediger van het Ge
loof" bij de Boyne slag leverde tegen
zijn katholieke schoonvader.
Het lijdt geen twijfel, dat de katholieke
bewoners van Ulster onrechtmatig ach-
teruitgesteld worden. De man, die pro
beert langs legale en vreedzame weg dit
enigzins gelijk te breien, is premier
O'Neill, die nu echter te maken krijgt
met een extremistische rechtervleugel
van zijn „Orangistische Partij".
De situatie wordt nog verscherpt door
dat de katholieken hun grieven in de
openbaarheid brengen en gaan demon
streren. De tegenpartij, die tot nu toe
de straat voor zich alléén had, be
schouwt dit als een uitdaging.
De Ieren zijn notoire vechtersbazen en
het ziet er niet naar uit, dat het chris
telijk geloof, in welke vorm ook bele
den, hen vreedzamer maakt. Het Is uit
gedraaid op geweldige knokpartijen,
waarbij de politie, grotendeels „Oranje
mannen" een bedenkelijke rol speelde.
Dominee Paisley streed in de voorste
gelederen, werd gewond, gearresteerd,
op borgtocht vrijgelaten en windt er
geen doekjes om, dat hij de „strijd voor
het ware geloof" zal voortzetten.
Hierdoor komt O'Neill, die moeizaam
een bevredigende oplossing voor de pro
blemen zoekt en het heilloze van de ex
tremistische aktie duidelijk inziet, steeds
zwakker te staan. Wie in deze strijd een
gematigd standpunt inneemt, staat na
tuurlijk dadelijk bloot aan de beschul
diging van lauwheid of zelfs verraad.
Maar ook in Engeland ziet men deze
ontwikkeling met zorg. want Ulster be
hoort nog altijd tot het Verenigd Ko
ninkrijk. De regering-Wilson kan niet
werkeloos blijven toezien wanneer in
Ulster het geweld steeds meer gaat ze
gevieren.
Dan zou het wel eens kunnen zijn, dat
Britse troepen de orde moeten helpen
handhaven.
In ieder geval is men in Ulster door al
dit gedoe verder van een vreedzame op
lossing verwijderd dan ooit te voren.
Merkwaardig genoeg, zit voor de felste
Orangisten de vijand heel ver weg. Want
voor hen is de met zorgen beladen Paus
Paulus VI de antichrist, die als hij zijn
zin krijgt, de brandstapels in Ulster
weer doet roken.
Tegen zo'n opvatting helpt niet veel ge
matigde redelijkheid.
Hoestdrank in tabletvorm. f 1-
Voor de balie:
„Zonder Oranjevereniging zou er geen
koninginnedag kunnen bestaan" zei de
lichtelijk geraakte voorzitter van een
wat somber getint oranje-comité uit een
andere gemeente in het arrondissement.
„Het oranje-comité had met meerder
heid van stemmen besloten géén feeste
lijkheden meer te organiseren, is dat
zo?" vroeg de politierechter.
„Schandalig genoeg, ja. Die willen het
hare majesteit aandoen haar verjaar
dag in 1969 onopgemerkt voorbij te la
ten gaan, edelachtbare, allenig omdat
de fanfare zo moe was van het spelen
vorige keer en omdat een paar onder
wijzers te lang de kinderen moesten be
zighouden met kinderspelen".
,Het was de laatste keer ook niet zo
best georganiseerd
„Wat wil U met zo weinig subsidie dat
we d'r nauwelijks een borreltje van
kunnen nemen."
„Maar die kinderen hoeven toch geen
borreltje te hebben."
„De kinderen niet. maar de fanfare wel
en de onderwijzers klaagden ook al, dat
ze te weinig kregen. En d'r moesten
prijzen komen voor de puzzelrit ?n voor
de optocht
„Maar dat allemaal geeft U nog niet
het recht om iemand met een fles op
het hoofd te slaan!"
,,'t Was een fles oranje-bitter, edelacht
bare".
,A1 was het sla-saus, dan mocht L er
nog niet mee gaan slaan!"
„Mag dan de verjaardag van hare ma
jesteit onze geëerbiedigde koningin niet
eens meer doorgaan?"
„O, wilt U daarom de wetten van onze
koningin overtreden?"
Edelachtbare, zonder oranje-vereniging
kan onze koningin niet één verjaardag
mc:r vieren".
„Gelukkig kan ik U zonder oranjever
eniging nog wel veroordelen".
„Maar niet zonder koningin. Want U
spreekt recht in naam der koningin en
daar achter U moet het portret hangen
van onze geliefde vorstin en zonder
haar was er géén rechtbank en géén
oranjevereniging en dan zou er geen
recht gedaan worden in ons land en
geen koninklijk goedgekeurde vereni
ging meer bestaan en ook haar verjaar
dag zou niet meer gevierd kunnen wor
den alom in den lande, want dat ge
beurt juist door de oranjeverenigingen,
edelachtbare."
..Is het geen wonder, dat er al mensen
naar de republiek verlangen?" vroeg
de officier van justitie met een afkeu
rende blik op deze oranjeklant.
„Jaja" klonk het terug, „zonder oranje
verenigingen zou Nederland een repu
bliek zijn. Dat heb ik willen voorkomen,
heren edelachtbaren, daarom greep ik
die fles".
„Had hem maar leeggezopen" vond de
officier.
„Dat heb ik gedaan" vertelde de voor
zitter.
„Dan moet ik hier de maximumstraf
eisen
„Wat? Voor een plichtsgetrouw dienaar
van hare majesteit, die waakt vóórhaar
persoonlijke belangen en het land be
hoedt voor de republiek?" riep de ver
dachte uit vol (oranje)bitterheid.
Tot ieders verassing kwamen drie ge
tuigen vertellen, dat het oranje-comité
(nog) niet ter ziele was, maar alweer
grote plannen uitbroedde voor de ko
mende koninginnedagvierihg. „Maar "wel
zonder voorzitter, w.ant die heit ons ge-
kom komgekommeleprommele-
teerd" deelde de secretaris mee.
„Dus U hebt niet de republiek uitge
roepen" stelde de rechter vast.
„We zijn altegaar loeh, royaal aan
hare majesteit" zei de penningmeester.
„Maar ik niet!" riep de ex-voorzitter
uit, „Dat neem ik niet!"
„Wees jij maar trouw aan de. fles" zei
de vice-voorzitter, „rnet zo'n drinke
broer wil de koningin vast niks te ma
ken hebben."
„Dat zullen we wel 's zien, dertig april.
Dan maak ik toch een oranjefeest".
„Dan komen er twee feesten Daar zal
de koningin wel blij mee zijn..."
De officier maakte een eind aan het ge
harrewar. Hij eiste veertien dagen ge
vangenisstraf en wel voor het tijdvak
van 21 april tot en met 5 j _i „om te
voorkomen dat er nog gekkere dingen
gebeuren op de koninginnedag."
„Ik zal me beklagen bij de koningin!"
riep de verdachte uit. „Conform" zei de
politierechter „en U hebt veertien da
gen tijd voor hoger beroep".
De straat voor het gerechtsgebouw
galmde nog enige tijd van het Oranje
hoven voor de gemoederen tot bedaren
kwamen.
De grote gezinnen, die vroeger vr(j algemeen voorkwamen, beginnen ook In ons
land een steeds grotere zeldzaamheid te worden. Deze dalende huwelijks vrucht
baarheid kan men niet verklaren uit een toenemende onmacht een groot aantal
kinderen voort te brengen, want deze onmacht is er niet. De daling van het
geboortecijfer is ook beslist niet een typisch Nederlands verschijnsel, maar cpn
fenomeen van de westerse cultuur.
De echtelieden staan als ontvangers cn dragers van deze cultuur onder invloed van
al die krachten, die op de hen omringende cultuur inwerken en die hun stempel
drukken op dc levensstijl van dc samenleving. Toch werken deze krachten niet
overal in gelijke mate. Hoewel in ons land de huwelijksvruchtbaarheid overal
daalt, varieert dit bijvoorbeeld voor de verschillende provincies toch sterk.
bepaalt. Deze ouders worden Immers
sterk beïnvloed door de normen en
ideeën die in deze maatschappij waarin
zij leven werkzaam zijn. De sociale nor
men inzake het kindertal zijn drastisch
gewijzigd, het is „in" om een klein ge
zin te hebben en vaak onbewust passen
de meeste mensen zich aan deze nieuwe
normen aan. Allerlei maatschappelijke
krachten spelen hier verder nog in mee
zoals de toenemende onkerkelijkheid, de
mechanisatie van de landbouw waardoor
de boer geen groot gezin meer nodig
heeft om zijn bedrijf te kunnen voeren,
de gewijzigde opvattingen over huwe
lijkszaken, de emancipatie van de vrouw
en natuurlijk de algemene verbreiding
van anti-conceptiohele middelen.
Tegen deze nieuwe tendensen hebben
vooral de rooms-katholieken en de or
thodox-protestanten lange tijd weerstand
geboden, maar deze weerstand neemt nu
duidelijk af zoals trouwens uit de da
lende geboortecijfers van Limburg en
Brabant ten overvloede blijkt.
Aanvankelijk waren het alleen de hogere
standen, die geboorteregeling toepasten,
maar zoals altijd worden nieuwe sociale
normen later door de lagere milieus
overgenomen. Nu is het al zover, dat de
hogere standen naar verhouding méér
kinderen voortbrengen dan de lagere
milieus.
Onderzoek
Het sociologisch instituut van de rijks
universiteit te Utrecht zal dit jaar een
onderzoek instellen naar de achtergron
den en oorzaken van de daling van de
geboortecijfers in Nederland. Op grond
van dit onderzoek hoopt men ook in-
Friesland is de vruchtbaarste provincie.
Per 1000 gehuwde vrouwen werden daar
in 1967 172,8 kinderen ter wereld ge
bracht. Het laagterecord was in Noord-
Holland, namelijk 128,2 per 1000 gehuw
de vrouwen. Overwegend agrarische pro
vincies hebben een hoger geboortecijfer
dan provincies met grote stedelijke ker
nen. Volgens de statistieken over 1967
kwamen na Friesland. Overijssel, Noord-
Brabant, Gelderland en Drenthe als de
„vruchtbaarste" provincies uit de bus,
terwijl in Noord- en Zuid-Holland het
geboortecijfer het laagst lag. Opvallend
was de betrekkelijk lage huwelijks
vruchtbaarheid in Limburg (136,9 per
1000 gehuwde vrouwen).
Overigens is in alle provincies het ge
boortecijfer gedaald, maar een vergelij
king met cle periode 1939-1961 toont aan
dat deze daling zich in sommige provin
cies zeer sterk, in andere provincies
daarentegen zeer zwak manifesteerde. In
1957 daalde de huwelijksvruchtbaarheid
in de katholieke provincies Noord-Bra
bant en Limburg veruit het sterkst, ver
geleken met de periode 1959-1961, ter
wijl bijvoorbeeld in de provincie Gronin
gen er nauwelijks een daling optrad.
Daardoor was Groningen in tegenstelling
met de jaren 1959-1961 niet langer de
provincie met het laagste geboortecijfer.
Beïnvloeding
Het is niet uitsluitend de wil van de
ouders, die de omvang van het gezin
betekent, letten op
practische indeling,
verborgde afwerking,
doelmatige
bergruimte, veel
kevizemogebjkheden.
ook in prijzen.
ALLEMAAL
ARGUMENTEN
OM TE KIJKEN
BIJ STIHO.
Ook voor losse
aanbouwdelen.
teakhouten
aanrechten, e d
Levering en plaatsing
in overleg met uw
vakman. Bij de keuze
hiervan adviseren wij
u gaarne.
Ook zaterdags open
tot 15 00 uur
eh
Anialialaan 19-21
Telefoon <12154-2323
Programma voor zondag.
Thuis.
11.00 uur Dames III-Be Fair VII.
11.00 uur Heren II-Hilversum VII.
12.30 uur Heren V-Kampong 13.
12.30 uur Heren Vl-Schaerw. X.
14.00 uur Heren Vet.-Zandvoort Vet.
14.30 uur Heren I-Voordaan I.
13.30 uur Maarn II-Heren III.
14.C0 uur Kampong 15-Heren IV.
14,00 uur Sarto-Dames I.
11.00 uur Laren IV-Dames II.
Programma voor zaterdag.
Thuis.
15.15 uur Jongens A-Kampong B.
14.15 uur Meisjes A-S.C.H.C. E.
14.15 uur Meisjes C-Amersfoort D.
Uit.
12.00 uur Voordaan E-Jongens C. Deze
wedstrijd moet op zaterdagochtend ge
speeld worden.
15.15 uur Schaerw. G-Jongens B.
15.15 uur Kampong F-Meisjes B.
Bij werkzaamheden in het bedrijf van
A.R.M.A. te Soestduinen is dinsdag de
bij de firma Bosman werkzame electri
cien J. P. ten Brink (19) van een rij
dende steiger gevallen. Hij kwam met
zijn rug op een rol draad terecht. Met
rugklachten is hij overgebracht naar
Zonnegloren en daar opgenomen. Door
de arbeidsinspectie is nog een onderzoek
ingesteld, maar er zijn geen gebreken
aan de stelling geconstateerd.
Bij het bureau van politie alhier zijn
als gevonden voorwerpen aangegeven
sleuteltje, autoplaid, wit wollen kinder
wantje, sleutel garagedeur, linker bas
ketbalschoen, huis- en autosleutel, da
mesrijwiel, wollen sjaal, bontmuts,
Noorse kinderwant. rood etuitje. groen
geruite sjaal, melkbusje met melk, zil
verkleurig beurtje, garagesleutel, bruine
motorhandschoen, regelbroek, grijze re
genbroek, sleutel, fietstas, gewicht van
weegschaal, bril met zwart montuur,
kentekenplaat, trouwring, lederen mo-
torwant.
Aan komen lopen dwergpinchertje.
Aan komen vliegen.; papegaai.
Onder invloed van de ontwikkeling van
de menswetenschappen zijn de opvattin
gen over misdaad en straf sterk veran
derd. Jeugdgevangenissen, open gevan
genissen en allerlei andere experimenten
zijn er de bewijzen van.
A.s. dinsdag 11 februari, spreekt in een
openbare vergadering in „De Rank"
mevr. M. Rood-De Boer over de humi-
nistische opvattingen in dezen.
Voor verdere mededelingen hierover de
men de advertentie.
MityeSg
STIHO SHOWROOM -WITTEVROU WEN SINGEL' 80- UTRECHT TEL (030)20444
zicht te krijgen in de ontwikkeling van
de huwelijksvruchtbaarheid in de (naas
te) toekomst.
Het landelijk onderzoek zal worden ver
richt onder drieduizend vrouwen, onder
verdeeld in drie groepen aan de hand
van het jaar van hun huwelijk (1958,
1963 en 1968). Dit onderzoek kan be
schouwd worden als een voortzetting
van een enquête, die in 1966 onder 400
Utrechtse vrouwen werd gehouden. Van
de ondervraagden wenste 43 °.'o twee kin
deren, 32 n drie kinderen en 14 °,'o vier
kinderen. Na vijf jaar had 40 °/o het ge
wenste kindertal al gerealiseerd. Toch
paste 18°'o van deze vrouwen geen ge
boorteregeling toe.
Het percentage vrouwen dat geboortere
ling toepaste, steeg van 310 n vóór de
geboorte van hun eerste kind tot 74°'o
na de geboorte van het tweede kind.
Van de ondervraagden gebruikte 29 ®/o
de pil. Hier was geen onderscheid meer
te constateren tussen de verschillende
kerkelijke groeperingen. Het zou ons niet
verbazen wanneer een nieuw onderzoek
een nog groter gebruik van de pil te
zien zou geven, alle zo uiteenlopende
medische publikaties ten spijt.
Juist de opvattingen ten aanzien van de
anti-conceptionele middelen zijn de laat
ste jaren aanzienlijk gewijzigd. Vele
echtelieden die nog maar kort geleden
deze middelen niet wilden of durfden
toepassen, zijn hier toe nu wel overge
gaan. Ook hier doen allerlei sociale in
vloeden zich gelden. Door een openlijke
discussie over voorbehoedsmiddelen
wordt als het ware gesuggereerd, dat
het. de gewoonste zaak is dat iedereen
ze toepast en daardoor vinden veel men
sen de moed om over de drempel heen
te stappens