remmen BETERE REGELING ADOPTIE VREEMDELINGETJES IN EIGEN LAND GEWENST „GORRAY" ROKKEN „KERKO" BLOUSES J. HOPPENBROUWF.RS mwwk OPHEFFEN VAN GEMEENTEN ORANGISTEN EN PAPISTEN KINDERTAL NEEMT AF Ergste probleemkinderen worden niet geholpen v&mwi Nieuwe collectie Maaris het geluk van de burgers daarmee gediend Bronchiletten Oranje-bitterheid bestraft Daling geboortecijfer in katholieke provincies [VOLVOj Mixed Hockey Club Soest Electricien van ladder gevallen Gevonden voorwerpen Humanistische gedachten over misdaad en straf DINSDAG 4 FEBRUARI 1969 Velen zullen zich nog herinneren, dat de bekende schrijver Jan de Hartog in een televisieuitzending gesproken heeft over de ellende van oorlogsweesjes. Er kwamen toen talloze reacties van Nederlandse echtparen, die bereid waren om bijvoorbeeld een Koreaans weesje te adopteren. Ook in Vietnam en Biafra zijn talloze verweesde kinderen, voor wie Nederlandse echtparen graag zouden willen zorgen. Ongetwijfeld is deze belangstelling voor buitenlandse, veelal buiten-Europese kinderen mede te wijten aan het feit, dat de kans om een Nederlands kind te adopteren vrij gering is. Bijna 90*/« van alle aanvragen om een Nederlands kind moeten worden afgewezen om de simpele reden, dat het aantal kinderen dat voor adoptie in aanmerking komt veel lager ligt dan de vraag. Hoewel het verlangen om een buitenlands kind te adopteren meestal wordt inge geven door nobele gevoelens (sociale bewogenheid en liefde voor kinderen) zijn vele echtparen zich niet voldoende bewust van de bezwaren, die dit met zich meebrengt. punt, noodgedwongen mag men wel zeg gen, want in dit land wordt het aantal wezen en vondelingen op minstens 80.000 geschat. Een groot deel van deze kinderen sterft door ondervoeding of ziekte en de hulpverlening in eigen land is tot nog toe beslist onvoldoende. Niet verstandig Maar zelfs in Korea gaat men inzien dat het niet verstandig is zijn kinderen naar een ver werelddeel te sturen. Niet, dat er voor deze kinderen slecht zou worden gezorgd. Het tegendeel is meestal het geval. Maar het is niet aanbevelens waardig om kinderen te laten opgroeien in een land dat een geheel ander cul tuurpatroon heeft dan dat van hun ouders en familie. Ook al hebben deze kinderen meestal geen ouders meer, zij hebben toch wel familie, met wie de banden voorgoed worden doorgesneden, wanneer zij door een buitenlands echtpaar zouden worden geadopteerd. Men zou deze kinderen veel effectiever kunnen helpen door geld te schenken aan organisaties, die zich ten doel stellen betere voorzieningen in het eigen land te treffen. Men kan zich wat dat betreft altijd in verbinding stellen met een kerkelijke organisatie of het Rode Kruis. Misverstand Nederlandse echtparen menen soms dat men in het buitenland zit te springen om verweesde kinderen af te staan. De ze veronderstelling berust zonder meer op een misverstand. Bovendien zouden door adoptie de werkelijke probleemge vallen nog nauwelijks zijn geholpen. Vele Nederlandse echtparen willen bij voorbeeld wel een Koreaans of Biafraans kindje adopteren, maar ze stellen dan toch als voorwaarde dat het kind licha melijk en geestelijk gezond is. Kortom, men wil selecteren. Daarmee zijn de kin deren, die wel ernstige gebreken heb ben, natuurlijk niet geholpen. Het eigenaardige geval doet zich voor, dat kinderen die in hun eigen land best geholpen zouden kunnen worden, naar het buitenland gaan, terwijl kinderen die zijn aangewezen op hulp uit het bui- Overal in Europa is de welvaart de laat ste jaren met sprongen gestegen. Echte rampgebieden vindt men niet op ons continent. De tijd dat Duitsland en Oos tenrijk verweesde kinderen naar het buitenland stuurden, is voorgoed voorbij. Alleen buiten-Europese kinderen kunnen nu nog voorzien in de stijgende behoefte aan adoptiekinderen. Maar zelfs in de rampgebieden voelt men er doorgaans niet veel voor om de kinderen voorgoed naar Europa te sturen. Toen in Perzië als gevolg van een ern stige aardbeving honderden kinderen hun ouders verloren en op deze manier in ellendige omstandigheden geraakten, voelden de Perzische autoriteiten er toch weinig voor om deze uit Mohammedaan se ouders geboren kinderen naar een overwegend christelijk land te sturen. Ook in Vietnam blijkt er weinig bereid heid om verweesde kinderen voorgoed aan een buitenlands, c.q. Europees echt paar af te staan. Hoogstens voelt men voor een tijdelijke uitzending naar Euro pa. In Korea is men wat soepeler op dit VAN WEEDESTRAAT 80-82 - SOEST Ga naarS PU KER TEL.2982 SOESTERBERGSESTR 26 In het gehele land zijn samenvoegingen en samenwerking van gemeenten aan de orde van de dag. Per 1 januari breidde de stad Groningen zich aan zienlijk uit door annexatie van Hoog kerk. Een wetsontwerp dat de samen voeging van Velsen, Beverwijk en Heemskerk voorstelt, ligt reeds bij de Kamer. Een gemeentelijke herindeling van Zeeuws-Vlaanderen wordt serieus overwogen. De Groningse gemeente Wil- dervank is al van de kaart geveegd, in Drente en Noord-Brabant bestaan even eens plannen tot samenvoeging van ge meenten en Gedeputeerde Staten van Limburg hebben een rigoureus voorstel tot gemeentelijke herindeling van Zuid- Limburg gelanceerd, waarbij de 62 ge meenten in dit gebied tot veertien zou den worden teruggebracht. „De overheid doet niet aan mini- maar aan maxi- mode" schreef mr. K. A. M. Buy. in het „Tijdschrift voor Overheidsadministra tie" ter karakterisering van dit schaal vergrotingsproces, dat niet zelden tegen de zin van de bewoners der betrokken gemeenten tot stand kwam Beter bestuurbaar, maar ook beter leefbaar? Wat is het doel van al deze gemeentelij ke samenvoegingen? In de memories van toelichting betreffende wetsontwer pen inzake gemeentelijke herindeling le zen we regelmatig dat de schaalvergro ting zou leider tot het verkrijgen van beter bestuurbare en meer levensvat bare gebieden. Vele gemeenten zouden de voor deze tijd noodzakelijke be stuurskracht missen, er zal meer be leidscoördinatie moeten komen, vandaar dus de noodzaak van gemeentelijke her indeling. Niet altijd zal het terwille van die be leidscoördinatie tot opheffen van ge meenten behoeven te komen. Soms ko men gemeenten tot samenwerking in een z.g. agglomeratieverband, waardoor het mogelijk wordt om vitale gemeenschap pelijke belangen zoals planologische maatregelen en recreatie goed te behar tigen. Maar ook in deze agglomeraties komt de samenwerking vaak moeizaam tot stand, niet in de laatste plaats door dat de kleinere gemeenter vrezen door een van de grotere broers te worden opgeslokt. Rotterdam speelt bijvoorbeeld een domi nerende rol in de Rijnmondconstructie waardoor alle Rotterdamse activiteiten met argusogen door de overige Rijn mondgemeenten worden bezien. Eind hoven speelt een hoofdrol in het sa menwerkingsorgaan Agglomeratie Eind hoven. Enkele Eindhovense wethouders hebben al het plan gelanceerd dat de omringende gemeenten bijzondere be voegdheden zouden overdragen aan de Eindhovense gemeenteraad. Dat zou er in feite op neerkomen dat de kleinere gemeenten alleen die zaken zouden mo gen regelen, waarvoor Eindhoven geen belangstelling heeft. Geen wonder dat sommige kleine gemeenten helemaal niets voelen voor een samenwerkingsver band, wanneer althans ook grote steden daar deel van uitmaken. Inspraak Zeer zeker zullen door samenvoeging van sommige gemeenten betere be- stuurseenheden gecreëerd kunnen wor den. Een andere vraag is of het geluk van de burgers er zo mee is gediend. Toch wel een punt om steeds te over wegen dachten wij zo, zeker in een lijd nu men de mond vol heeft van „in spraak" en „democratie". Hoe ver de praktijk hier nog van het ideaal afstaat, is weer eens bewezen in Limburg waar Gedeputeerde Staten een voorstel tot ge meentelijke indeling hebben gelanceerd zonder dat er met de betrokken gemeen tebesturen enig overleg vooraf is ge weest. Het opheffen van gemeenten is altijd een hachelijke zaak, waarbij dikwijls historisch gegroeide sentimenten mee spelen. Vaak worden deze sentimenten door de overheidsorganen als „kinder achtig" of „irrelevant" terzijde gescho ven, waarmee weer eens wordt aange toond hoe verleidelijk het is alles zoveel mogelijk buiten de burgers om te rege len. Wensdroom Het is de vraag of met het samenvoe gen van allerlei gemeenten het welzijn van de burgers wordt gediend. In zeer grote gemeenten is sociale integratie van alle bevolkingsgroepen meestal een wensdroom. Mensen die zich in het dorp of de kleine stad gelukkig voelden, worden nu plotseling ingelijfd bij een grote gemeente, waar ze zich helemaal niet thuisvoelen. In het plan van Gedeputeerde Staten van Limburg zou o.m. een gemeente Sittard-Geleen worden gevormd, be staande uit de twee genoemde plaatsen plus enkele kleinere gemeenten rondom, die ook nog zo'n 20.000 inwoners zou den tellen. De konsekwentie voor de be volking van deze dorpen is dat het spe cifiek culturele dorpsleven verdwijnen zal. En wat krijgt men ervoor terug? Sociale integratie binnen de nieuwe be stuurlijke eenheid zal zeer moeizaam tot stand komen. Misschien zal die wel ge heel uitblijven. De afstanden naar het centrum van de gemeente zijn vaak groot, groter soms nog dan in de Rotterdamse of Amster damse situatie. Openbaar vervoer is er nauwelijks, welke busmaatschappij zou er trouwens iets in zien? Het resultaat is dus dat een groot aantal burgers nauwelijks deelneemt aan het sociaal en culturele leven van de gemeente. De afstand tussen overheid en burger wordt alleen maar groter, terwijl naar het om gekeerde wordt gestreefd. Dat wil niet zeggen dat er nooit een gemeente zou moeten worden opgehe ven. Sommige kleine gemeenten kunnen de uitdaging van deze tijd nu eenmaal niet aan. Maar bij het samenvoegen van gemeenten zou de overheid meer dan voorheen de menselijke aspecten in haar overwegingen dienen te betrekken. Voortbestaan van het cultrele leven in de desbetreffende woongemeenschappen moet beslist gewaarborgd worden. De centrale hoofdkern van de gemeente dient gemakkelijk bereikbaar te zijn. Alleen woongemeenschappen met eeri gelijkgericht sociaal en cultureel karak ter dienen te worden samengevoegd, wanneer dat althans om regionale en lokale redenen nodig is. In elk geval moet steeds de zekerheid bestaan dat de gemeentelijke herindeling niet zal lei den tot sociale desintegratie van een deel der bevolking. Het opheffen van gemeenten alleen om bestuurlijke of economische redenen zo als nu dikwijls gebeurt, bevordert zeker niet het leefklimaat in een bepaalde streek. En dat is in een overbevolkt land als het onze een bedenkelijke zaak. tenland, in de kou blijven staan. Dat is een trieste toestand. Vandaar dat door allerlei internationale organistaies het grote belang van goede voorzieningen in eigen land wordt geaccentueerd. Slechts door een verbetering van deze voorzie ningen kunnen duizenden ontheemde kinderen wérkelijk worden geholpen. Procedure Nochtans zullen toch vele Nederlandse echtparen graag een buiten-Europees kind willen adopteren. Daaraan gaat een uitgebreide procedure vooraf. In de overwegingen worden natuurlijk ook de sociale en medische gegevens uit het land van herkomst betrokken. Wie een buitenlands kind wil adopteren, moet zich wenden tot het ministerie van jus titie. Die zal de raad van kinderbescher ming vragen een onderzoek in te stellen naar de gezinsomstandigheden van de adspirant adoptieouders. Spreekt de raad van kinderbescherming zich positief uit. dan moet de Vreemde lingendienst nog worden geconsulteerd en dan kan de minister van justitie toe stemming verlenen of het kind in het betrokken gezin wordt opgenomen. In sommige kringen is wel eens beweerd, dat deze uitgebreide procedure misschien met rassendiscriminatie te maken heeft. Men vroeg zich daar af of deze kinde ren niet vlugger geholpen zouden kun nen worden. Maar dat is natuurlijk on zin. Het uitgebreide onderzoek is na tuurlijk in het belang van het kind zelf. Zouden wij Nederlanders het leuk vin den, als onze kinderen zonder enig voor onderzoek maar in het eerste het beste gezin werden ondergebracht ln \oord-Ierland zjjn de tegenstellingen tot het uiterste verscherpt. Dat vindt zijn oorzaak hierin, dat de re ligie dient als vlag om een zeer weinig stichtelijke lading te dekken. Men wil, zo luidt het, Noord-Ierland voor het protestantisme behouden; in werkelijkheid wil men eigen bevoor rechte positie handhaven. En het écr bestaat niet zonder het ander. I De situatie in Ierland, en niet alleen J het noorden (Ulster), wordt nog steeds bepaald door het verleden. Een verle den, waarin het fel-kathotieke Ierland partij koos tegen protestantse, Engelse vorsten. Die historie is met bloed ge schreven; vooral ten tijde van Cromwell en zijn „rondkoppen" zijn (niet alleen van zijn kant) onvoorstelbare wreedhe den begaan. De Engelsen hebben de Ieren eeuwen lang uitgezogen. Ten lan gen leste werd Ierland voor het over grote (katholieke) deel een republiek Eire. Het Engels-protestantse bruggehoofd (Ulster) bleef apart en duidelijk afge scheiden. Economisch maakte het een gunstige uitzondering. De toestand was er eeuwenlang meer stabiel dan in het immer onrustige Ierland, mede dank zij de banden met Engeland. De pretentie van de Ieren, dat heel het eiland een politieke eenheid zou moeten worden, deed de protestantse Ulster mensen zich opsluiten in een egelstel ling en ze namen maatregelen om te zorgen, dat ze daarin baas bleven, o.a. door een beperking van het stemrecht. De katholieken, die ongeveer een-derde deel der bevolking vormen, kwamen daardoor in geen enkel opzicht aan hun trekken, bleven op ieder gebied achter. Nu is het nog maar zeer de vraag of de katholieken in Ulster zo graag deel wil len gaan uitmaken van de Republiek Eire, maar, zo redeneren de protestan ten, wat niet is, kan komen en als dat gebeurt, vormen wij een verdwijnende, kleine minderheid, is het praktisch met ons gedaan Het ligt het meest voor de hand, dat de religieuze tegenstelling hierbij het volle accent krijgt, al is er bitter weinig te bemerken van christelijke verdraag zaamheid, naastenliefde en rechtvaardig heid. Maar het is maar al te vaak zo, dat hoe minder het geloof het leven be heerst. hoe luidruchtiger men er voor pal staat. Het optreden van de predikant Ian Pais- ley tenminste plaatst de strijd in al zijn aspecten tot drie eeuwen terug, toen Willem III als „Verdediger van het Ge loof" bij de Boyne slag leverde tegen zijn katholieke schoonvader. Het lijdt geen twijfel, dat de katholieke bewoners van Ulster onrechtmatig ach- teruitgesteld worden. De man, die pro beert langs legale en vreedzame weg dit enigzins gelijk te breien, is premier O'Neill, die nu echter te maken krijgt met een extremistische rechtervleugel van zijn „Orangistische Partij". De situatie wordt nog verscherpt door dat de katholieken hun grieven in de openbaarheid brengen en gaan demon streren. De tegenpartij, die tot nu toe de straat voor zich alléén had, be schouwt dit als een uitdaging. De Ieren zijn notoire vechtersbazen en het ziet er niet naar uit, dat het chris telijk geloof, in welke vorm ook bele den, hen vreedzamer maakt. Het Is uit gedraaid op geweldige knokpartijen, waarbij de politie, grotendeels „Oranje mannen" een bedenkelijke rol speelde. Dominee Paisley streed in de voorste gelederen, werd gewond, gearresteerd, op borgtocht vrijgelaten en windt er geen doekjes om, dat hij de „strijd voor het ware geloof" zal voortzetten. Hierdoor komt O'Neill, die moeizaam een bevredigende oplossing voor de pro blemen zoekt en het heilloze van de ex tremistische aktie duidelijk inziet, steeds zwakker te staan. Wie in deze strijd een gematigd standpunt inneemt, staat na tuurlijk dadelijk bloot aan de beschul diging van lauwheid of zelfs verraad. Maar ook in Engeland ziet men deze ontwikkeling met zorg. want Ulster be hoort nog altijd tot het Verenigd Ko ninkrijk. De regering-Wilson kan niet werkeloos blijven toezien wanneer in Ulster het geweld steeds meer gaat ze gevieren. Dan zou het wel eens kunnen zijn, dat Britse troepen de orde moeten helpen handhaven. In ieder geval is men in Ulster door al dit gedoe verder van een vreedzame op lossing verwijderd dan ooit te voren. Merkwaardig genoeg, zit voor de felste Orangisten de vijand heel ver weg. Want voor hen is de met zorgen beladen Paus Paulus VI de antichrist, die als hij zijn zin krijgt, de brandstapels in Ulster weer doet roken. Tegen zo'n opvatting helpt niet veel ge matigde redelijkheid. Hoestdrank in tabletvorm. f 1- Voor de balie: „Zonder Oranjevereniging zou er geen koninginnedag kunnen bestaan" zei de lichtelijk geraakte voorzitter van een wat somber getint oranje-comité uit een andere gemeente in het arrondissement. „Het oranje-comité had met meerder heid van stemmen besloten géén feeste lijkheden meer te organiseren, is dat zo?" vroeg de politierechter. „Schandalig genoeg, ja. Die willen het hare majesteit aandoen haar verjaar dag in 1969 onopgemerkt voorbij te la ten gaan, edelachtbare, allenig omdat de fanfare zo moe was van het spelen vorige keer en omdat een paar onder wijzers te lang de kinderen moesten be zighouden met kinderspelen". ,Het was de laatste keer ook niet zo best georganiseerd „Wat wil U met zo weinig subsidie dat we d'r nauwelijks een borreltje van kunnen nemen." „Maar die kinderen hoeven toch geen borreltje te hebben." „De kinderen niet. maar de fanfare wel en de onderwijzers klaagden ook al, dat ze te weinig kregen. En d'r moesten prijzen komen voor de puzzelrit ?n voor de optocht „Maar dat allemaal geeft U nog niet het recht om iemand met een fles op het hoofd te slaan!" ,,'t Was een fles oranje-bitter, edelacht bare". ,A1 was het sla-saus, dan mocht L er nog niet mee gaan slaan!" „Mag dan de verjaardag van hare ma jesteit onze geëerbiedigde koningin niet eens meer doorgaan?" „O, wilt U daarom de wetten van onze koningin overtreden?" Edelachtbare, zonder oranje-vereniging kan onze koningin niet één verjaardag mc:r vieren". „Gelukkig kan ik U zonder oranjever eniging nog wel veroordelen". „Maar niet zonder koningin. Want U spreekt recht in naam der koningin en daar achter U moet het portret hangen van onze geliefde vorstin en zonder haar was er géén rechtbank en géén oranjevereniging en dan zou er geen recht gedaan worden in ons land en geen koninklijk goedgekeurde vereni ging meer bestaan en ook haar verjaar dag zou niet meer gevierd kunnen wor den alom in den lande, want dat ge beurt juist door de oranjeverenigingen, edelachtbare." ..Is het geen wonder, dat er al mensen naar de republiek verlangen?" vroeg de officier van justitie met een afkeu rende blik op deze oranjeklant. „Jaja" klonk het terug, „zonder oranje verenigingen zou Nederland een repu bliek zijn. Dat heb ik willen voorkomen, heren edelachtbaren, daarom greep ik die fles". „Had hem maar leeggezopen" vond de officier. „Dat heb ik gedaan" vertelde de voor zitter. „Dan moet ik hier de maximumstraf eisen „Wat? Voor een plichtsgetrouw dienaar van hare majesteit, die waakt vóórhaar persoonlijke belangen en het land be hoedt voor de republiek?" riep de ver dachte uit vol (oranje)bitterheid. Tot ieders verassing kwamen drie ge tuigen vertellen, dat het oranje-comité (nog) niet ter ziele was, maar alweer grote plannen uitbroedde voor de ko mende koninginnedagvierihg. „Maar "wel zonder voorzitter, w.ant die heit ons ge- kom komgekommeleprommele- teerd" deelde de secretaris mee. „Dus U hebt niet de republiek uitge roepen" stelde de rechter vast. „We zijn altegaar loeh, royaal aan hare majesteit" zei de penningmeester. „Maar ik niet!" riep de ex-voorzitter uit, „Dat neem ik niet!" „Wees jij maar trouw aan de. fles" zei de vice-voorzitter, „rnet zo'n drinke broer wil de koningin vast niks te ma ken hebben." „Dat zullen we wel 's zien, dertig april. Dan maak ik toch een oranjefeest". „Dan komen er twee feesten Daar zal de koningin wel blij mee zijn..." De officier maakte een eind aan het ge harrewar. Hij eiste veertien dagen ge vangenisstraf en wel voor het tijdvak van 21 april tot en met 5 j _i „om te voorkomen dat er nog gekkere dingen gebeuren op de koninginnedag." „Ik zal me beklagen bij de koningin!" riep de verdachte uit. „Conform" zei de politierechter „en U hebt veertien da gen tijd voor hoger beroep". De straat voor het gerechtsgebouw galmde nog enige tijd van het Oranje hoven voor de gemoederen tot bedaren kwamen. De grote gezinnen, die vroeger vr(j algemeen voorkwamen, beginnen ook In ons land een steeds grotere zeldzaamheid te worden. Deze dalende huwelijks vrucht baarheid kan men niet verklaren uit een toenemende onmacht een groot aantal kinderen voort te brengen, want deze onmacht is er niet. De daling van het geboortecijfer is ook beslist niet een typisch Nederlands verschijnsel, maar cpn fenomeen van de westerse cultuur. De echtelieden staan als ontvangers cn dragers van deze cultuur onder invloed van al die krachten, die op de hen omringende cultuur inwerken en die hun stempel drukken op dc levensstijl van dc samenleving. Toch werken deze krachten niet overal in gelijke mate. Hoewel in ons land de huwelijksvruchtbaarheid overal daalt, varieert dit bijvoorbeeld voor de verschillende provincies toch sterk. bepaalt. Deze ouders worden Immers sterk beïnvloed door de normen en ideeën die in deze maatschappij waarin zij leven werkzaam zijn. De sociale nor men inzake het kindertal zijn drastisch gewijzigd, het is „in" om een klein ge zin te hebben en vaak onbewust passen de meeste mensen zich aan deze nieuwe normen aan. Allerlei maatschappelijke krachten spelen hier verder nog in mee zoals de toenemende onkerkelijkheid, de mechanisatie van de landbouw waardoor de boer geen groot gezin meer nodig heeft om zijn bedrijf te kunnen voeren, de gewijzigde opvattingen over huwe lijkszaken, de emancipatie van de vrouw en natuurlijk de algemene verbreiding van anti-conceptiohele middelen. Tegen deze nieuwe tendensen hebben vooral de rooms-katholieken en de or thodox-protestanten lange tijd weerstand geboden, maar deze weerstand neemt nu duidelijk af zoals trouwens uit de da lende geboortecijfers van Limburg en Brabant ten overvloede blijkt. Aanvankelijk waren het alleen de hogere standen, die geboorteregeling toepasten, maar zoals altijd worden nieuwe sociale normen later door de lagere milieus overgenomen. Nu is het al zover, dat de hogere standen naar verhouding méér kinderen voortbrengen dan de lagere milieus. Onderzoek Het sociologisch instituut van de rijks universiteit te Utrecht zal dit jaar een onderzoek instellen naar de achtergron den en oorzaken van de daling van de geboortecijfers in Nederland. Op grond van dit onderzoek hoopt men ook in- Friesland is de vruchtbaarste provincie. Per 1000 gehuwde vrouwen werden daar in 1967 172,8 kinderen ter wereld ge bracht. Het laagterecord was in Noord- Holland, namelijk 128,2 per 1000 gehuw de vrouwen. Overwegend agrarische pro vincies hebben een hoger geboortecijfer dan provincies met grote stedelijke ker nen. Volgens de statistieken over 1967 kwamen na Friesland. Overijssel, Noord- Brabant, Gelderland en Drenthe als de „vruchtbaarste" provincies uit de bus, terwijl in Noord- en Zuid-Holland het geboortecijfer het laagst lag. Opvallend was de betrekkelijk lage huwelijks vruchtbaarheid in Limburg (136,9 per 1000 gehuwde vrouwen). Overigens is in alle provincies het ge boortecijfer gedaald, maar een vergelij king met cle periode 1939-1961 toont aan dat deze daling zich in sommige provin cies zeer sterk, in andere provincies daarentegen zeer zwak manifesteerde. In 1957 daalde de huwelijksvruchtbaarheid in de katholieke provincies Noord-Bra bant en Limburg veruit het sterkst, ver geleken met de periode 1959-1961, ter wijl bijvoorbeeld in de provincie Gronin gen er nauwelijks een daling optrad. Daardoor was Groningen in tegenstelling met de jaren 1959-1961 niet langer de provincie met het laagste geboortecijfer. Beïnvloeding Het is niet uitsluitend de wil van de ouders, die de omvang van het gezin betekent, letten op practische indeling, verborgde afwerking, doelmatige bergruimte, veel kevizemogebjkheden. ook in prijzen. ALLEMAAL ARGUMENTEN OM TE KIJKEN BIJ STIHO. Ook voor losse aanbouwdelen. teakhouten aanrechten, e d Levering en plaatsing in overleg met uw vakman. Bij de keuze hiervan adviseren wij u gaarne. Ook zaterdags open tot 15 00 uur eh Anialialaan 19-21 Telefoon <12154-2323 Programma voor zondag. Thuis. 11.00 uur Dames III-Be Fair VII. 11.00 uur Heren II-Hilversum VII. 12.30 uur Heren V-Kampong 13. 12.30 uur Heren Vl-Schaerw. X. 14.00 uur Heren Vet.-Zandvoort Vet. 14.30 uur Heren I-Voordaan I. 13.30 uur Maarn II-Heren III. 14.C0 uur Kampong 15-Heren IV. 14,00 uur Sarto-Dames I. 11.00 uur Laren IV-Dames II. Programma voor zaterdag. Thuis. 15.15 uur Jongens A-Kampong B. 14.15 uur Meisjes A-S.C.H.C. E. 14.15 uur Meisjes C-Amersfoort D. Uit. 12.00 uur Voordaan E-Jongens C. Deze wedstrijd moet op zaterdagochtend ge speeld worden. 15.15 uur Schaerw. G-Jongens B. 15.15 uur Kampong F-Meisjes B. Bij werkzaamheden in het bedrijf van A.R.M.A. te Soestduinen is dinsdag de bij de firma Bosman werkzame electri cien J. P. ten Brink (19) van een rij dende steiger gevallen. Hij kwam met zijn rug op een rol draad terecht. Met rugklachten is hij overgebracht naar Zonnegloren en daar opgenomen. Door de arbeidsinspectie is nog een onderzoek ingesteld, maar er zijn geen gebreken aan de stelling geconstateerd. Bij het bureau van politie alhier zijn als gevonden voorwerpen aangegeven sleuteltje, autoplaid, wit wollen kinder wantje, sleutel garagedeur, linker bas ketbalschoen, huis- en autosleutel, da mesrijwiel, wollen sjaal, bontmuts, Noorse kinderwant. rood etuitje. groen geruite sjaal, melkbusje met melk, zil verkleurig beurtje, garagesleutel, bruine motorhandschoen, regelbroek, grijze re genbroek, sleutel, fietstas, gewicht van weegschaal, bril met zwart montuur, kentekenplaat, trouwring, lederen mo- torwant. Aan komen lopen dwergpinchertje. Aan komen vliegen.; papegaai. Onder invloed van de ontwikkeling van de menswetenschappen zijn de opvattin gen over misdaad en straf sterk veran derd. Jeugdgevangenissen, open gevan genissen en allerlei andere experimenten zijn er de bewijzen van. A.s. dinsdag 11 februari, spreekt in een openbare vergadering in „De Rank" mevr. M. Rood-De Boer over de humi- nistische opvattingen in dezen. Voor verdere mededelingen hierover de men de advertentie. MityeSg STIHO SHOWROOM -WITTEVROU WEN SINGEL' 80- UTRECHT TEL (030)20444 zicht te krijgen in de ontwikkeling van de huwelijksvruchtbaarheid in de (naas te) toekomst. Het landelijk onderzoek zal worden ver richt onder drieduizend vrouwen, onder verdeeld in drie groepen aan de hand van het jaar van hun huwelijk (1958, 1963 en 1968). Dit onderzoek kan be schouwd worden als een voortzetting van een enquête, die in 1966 onder 400 Utrechtse vrouwen werd gehouden. Van de ondervraagden wenste 43 °.'o twee kin deren, 32 n drie kinderen en 14 °,'o vier kinderen. Na vijf jaar had 40 °/o het ge wenste kindertal al gerealiseerd. Toch paste 18°'o van deze vrouwen geen ge boorteregeling toe. Het percentage vrouwen dat geboortere ling toepaste, steeg van 310 n vóór de geboorte van hun eerste kind tot 74°'o na de geboorte van het tweede kind. Van de ondervraagden gebruikte 29 ®/o de pil. Hier was geen onderscheid meer te constateren tussen de verschillende kerkelijke groeperingen. Het zou ons niet verbazen wanneer een nieuw onderzoek een nog groter gebruik van de pil te zien zou geven, alle zo uiteenlopende medische publikaties ten spijt. Juist de opvattingen ten aanzien van de anti-conceptionele middelen zijn de laat ste jaren aanzienlijk gewijzigd. Vele echtelieden die nog maar kort geleden deze middelen niet wilden of durfden toepassen, zijn hier toe nu wel overge gaan. Ook hier doen allerlei sociale in vloeden zich gelden. Door een openlijke discussie over voorbehoedsmiddelen wordt als het ware gesuggereerd, dat het. de gewoonste zaak is dat iedereen ze toepast en daardoor vinden veel men sen de moed om over de drempel heen te stappens

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1969 | | pagina 5