EET PROBLEMEN de ouderdom" TOFFEE-PUDDING ff „Gesierd met de kroon van r Het naadje van de kous over de kous K©©k©ek9 een vrouw in een mannenbroek Een glimlach JARIG? dan op de foto! Grijze haren worden gezien als een te ken van ouderdom. U kent het succes lied van Gert Timmerman wel „Ik heb eerbied voor je grijze haren". Over 't algemeen stellen jongere vrouwen wei nig prijs op deze „eerbied"; ze behou den liever zo lang mogelijk hun na tuurlijke haarkleur, De eerste grijze haren worden vaak (in het geheim) zorgvuldig verwijderd. Toch is het vroeger grijs worden dan met reden mag worden verwacht lang niet altijd een „Schönheitsfehler". Er zijn zelfs zeer jeugdige vrouwen die door :een „grijze lok" aantrekkelijker worden", iets pikants krijgen. Vroeg grijswordën is meestal een gevolg van erfelijke eigenschappen. Was uw vader of moeder vroeg grijs, dan is er een goede kans dat u eveneens vroeg zult worden „gesierd met de kroon van de ouderdom". Maar het komt óók wel voor, dat men sen die onder grote druk leven en wer ken vroegtijdig grijs (en oud) worden. Daf men als gevolg van een schok, een sterfgeval of een groot verdriet „in één nacht" grijs kan worden, moet als 'n sprookje worden gezien. Waarschijn lijk is dit sprookje ontstaan als gevolg van het feit, dat overmatige nerveuze spanningen de mens eerder grijs kun nen maken. Is het een kwestie van erfelijkheid, dan hóéft u er zich niet direct zorgen over te maken (al doet u het misschien tóch wel), maar wanneer u zonder aan wijsbare oorzaak vroegtijdig en snel vergrijst, is het verstandig de arts eens te gaan raadplegen. Het ver schijnsel kan dan een voorbode zijn van een ziekte, die zich nog niet heeft geopenbaard. Hetzelfde geldt trouwens voor plotseling optredende afwijkingen aan de vorm of de substantie van de nagels. U bent dus gewaarschuwd. Wie kinderen heeft (of heeft ge had) kent de eet-problemen maar al te goed. Er zijn tientallen rede nen op te noemen waarom een kind aan tafel zit te kieskauwen. De kleine kan zo verwend zijn, dat ze alleen nog maar lekkere kostjes lust; het kind kan te wei nig lichaamsbeweging hebben, zodat er geen enkele reden is „trek" te hebben; het kan een ziekte onder zijn leden hebben zonder dat u het weet, en het kan zelfs alleen maar domweg geen zin hebben om te eten. Maar hebt u wel eens gehoord dat sterke geluiden lawaai kinderen (en trouwens óók volwassenen) de eetlust kunnen benemen? Misschien denkt u dat niet-eten-omdat- er-te-veel-lawaai-is onder de rubriek „aanstellerij" moet worden gerang schikt; misschien ook meent u, dat al leen de hypernerveuze typen zich door lawaai de eetlust laten ontnemen, maar dan hebt u het mis. Proeven met mui zen en hoenders hebben volgens een we tenschappelijk instituut in de Bondsre publiek bewezen, dat onder extreme omstandigheden of bij hevig lawaai de eetlust vermindert. Geconstateerd werd zelfs, dat muizen liever honger lijden dan voedsel te nut tigen in een omgeving waar veel la waai is. Een muis bleek na 75 uur hon geren tenslotte bereid de „geluidsbar rière" te doorbreken en te gaan eten, maar het dier was op dat moment dan ook de hongerdood nabij. Proeven met hoenders hadden een zelfde resultaat. Zelfs wanneer het schrik-element was weggenomen, wei gerden de hoenders het voedsel te nut tigen, dat op de plaats waar zij tevoren aan lawaai waren onderworpen was neergelegd. De organen die het voedsel opnemen of deze opname regelen zijn blijkbaar hypergevoelig voor hevige geluiden. Het is overigens reeds lang bekend, dat de ziektekansen van de mens die in een lawaaiige omgeving werkt gro ter is dan van hem, die in een rustige omgeving zijn werk verricht. Het la waai hoeft trouwens niet eens overdre ven sterk te zijn; ook een aanhoudend „zacht" geluid, in het bijzonder op de zelfde toonhoogte, kan bijzonder irri teren, en het zenuwstelsel schade toe brengen. Als het enigszins mogelijk is, is het dus wel zaak uw kinderen, u zelf èn eventuele andere huisgenoten tegen onnodig lawaai te beschermen. Misschien schrikt u als u het woord „toffee" leest, maar dat is echt overbodig. Het is een „toffee-achtige toestand", maar u breekt er uw tanden niet op en uw gebit gaat er ook niet aan vastzitten. U hebt de volgende ingrediënten no dig: Voor de korst: 2 koppen Corn Flakes, 15 g (1 eetlepel) suiker, 30 g (2 eetlepels) zachte boter of margarine. Voor de vulling: 75 g in stukjes gebroken bittere chocolade (3 repen van 25 g), 30 g (2 eetl.) suiker, 2Vz eetl. koffiemelk, 15 g (1 eetl.) boter of margarine en 1 groot ei. De korst: Maak de Corn Flakes fijn en meng ze met de suiker en de boter of margarine. Druk twee-derde van het mengsel gelijkmatig uit op de bodem van een pan of bakvorm (10 x 10 cm) en laat het goed afkoelen. Gebruik daarvoor eventueel het metalen laatje van de koelkast. De vulling: Breng een pan met water aan de kook. Zet hierin een kom met de eerste vier ingrediënten en laat alles smelten. Splits een ei. Klop de dooier los. Roer deze door het chocolademengsel en laat dit nog 2 minuten zachtjes doorkoken. Neem de pan van de warmtebron en laat het mengsel 5 minuten afkoelen. Stapel er het bijna stijfgeklopte eiwit doorheen en verdeel de mas sa over de korst. Bestrooi de pudding met de rest van het Corn Flakes-meng- sel. Laat de pudding goed afkoelen en verdeel het gerecht in vierkantjes. Er zijn mensen die met een nors ge zicht door 't leven gaaner zijn men sen die wij zelden zonder een zonnige glimlach zien. Het zegt niet zoveel om trent het karakter. De zwartkijkers kunnen heel goed bestebehulpzame mensen zijn; de vriendelijken kunnen oppervlakkig heel aardig zijn, maar le lijk tegenvallen als het om een kleine persoonlijke opoffering gaat. Het is min of meer een kwestie van gewoon te. Toch is, mits het niet overdreven wordt, enige vriendelijkheid in de men selijke omgang niet ongewenst. Het kan zeker goed doen eens echt harte lijk te lachen, zodat soms de tranen ons over de wangen lopen. Maar vaak pro beert een dl te luide lach iets te ver geten of te overstemmen. Een glim lach roept de gedachte aan een zeer vroege zomermorgen op, als alles nog pril is. Toch kdn ook een glimlach minder prettige gevoelens uitdrukken: het schampere glimlachje van de min achting, dat zo vaak uit jaloezie gebo ren wordt. Maar vaker toch zien we gelukkig de glimlach van goede wil, vertedering of humor. De ene mens kr\jgt meer leed in het leven te ver werken dan de andere, maar boven dien verwerkt niet ieder het op dezelf de wijzeWie geen tegenspoed aan vaarden wil of kan, raakt verbitterd en we zullen zelden meer een glimlach om de lippen zien. Wie het leed als deel van elk mensenleven weet te ac cepteren zal oog houden zowel voor de licht- als voor de schaduwzijde. En al blijft diep verborgen ook die schaduw zijde bewust, er zal toch weer plaats komen voor die bevrijdende glimlach, waarbij ook het goede, het vertederen de, het lieflijke weer z'n waardering vindt. We kunnen ons een houding met een vriendelijke glimlach tot een ge woonte maken en daar is zeker geen kwaad bij. Maar meer toch van belang is, dat die glimlach van binnenuit komt. Dan zullen ook al onze woorden en daden ermee in overeenstemming zijn. Ook gezondheid en vermoeienis spelen hun rol, maar aan de andere kant toeten we hoe een patiënt die heel wat te lijden heeft z'n moedige glim lach weet te handhaven en daarmee z'n héle omgeving tot voorbeeld is, terwijl vermoeidheid vaak het gevolg is van zaken die heus niet zo èrg gewichtig waren, dat ze een slecht humeur recht vaardigden. i JETTY Daar staat Jeroentje, wat parmantig bij moe der. Hij heeft het cadeau mogen overhandigen. Vader is niet te zien, die hanteerde camera en flitser. Ach, zoveel goede momenten in ons leven zijn vluchtig; ze zijn voorbij voor wij het we ten. Wanneer was Jeroen twee jaar? Hij dribbelde toen zo leuk door het huis. Maar de moderne tijdmachine die camera heet, kan alles vasthou den voor later. Want, de dagen waarop foto's wor den bekeken zijn „zon dagen voor het hart". En, denk even aan oma: laat voor haar een ver groting maken. Méér dan de jongere mensen stelt zij prijs op een foto „voor op de schoorsteen mantel". Wilt u een goed recept voor geslaagde binnenshuisfoto's? Ge bruik een film of filmcas sette van 21 DIN, stel uw sluiter in op 1/25 se conde (of op flits) en neem als afstand 2Vz me ter, lensopening f:11. U zult zien, het wordt een altijd-raak-flits. Wat valt er dan eigenlek wel over de kous te ver tellen, zult u misschien vragen. En het antwoord op die vraag luidt: Veel, heel veel, misschien nog meer dan u denkt. En al hebben we u door het opschrift van dit artikeltje beloofd „het naadje van de kous" te vertellen, we houden het op het populaire vlak. We gaan dus niet uit de doeken doen hoe ingenieus het fabricageproces van deze onontbeerlijke beenbedekking is, ofschoon er in de fabriek héél wat moet gebeuren voordat de winkeljuffrouw u zo'n keurig in cellofaan ver pakt paar overhandigt. Het is eigenlijk overbodig uit te leggen waarom specialisten in het verleden nachten wakker heb ben gelegen bij het uitdenken van een passende bekleding voor damesbenen. Het been verdient speciale aandacht, want sinds het korter worden van de rokken is het constant een blikvanger ge weest. Maar hoezeer een goed gevormd dames been ook de aandacht mag trekken, het is een feit, dat alléén zeer jeugdige en dan nog liefst door de zon gebruinde benen het oog strelen. Op oudere leeftijd worden de benen meestal wel wat ontsierd door oneffenheden van te wijde poneen, door haargroei of door aan de oppervlakte liggen de adertjes. Vandaar dan ook dat men zich vele tientallen ja ren het hoofd heeft gepijnigd over de ideale been bedekking voor de vrouw. Het is een geleidelijk verlopend proces geweest. Eerst bestond de hel oogst alleen maar uit „een rechts-een averechts gebreide kousen en men kan moeilijk beweren a door deze breisels de vorm van het been wer geaccentueerd. Toen kwamen de katoenen kousen in „stopverfkleuren" die vaak ontaardden in vor meloze hulledoekjes met „palingen", zoals e rimpels genoemd werden, die het gevolg waren van afzakken en te wijde kousen. Toen dat stadium achter de rug was kregen we achtereenvolgens de kousen-met-naad (de naa die altijd op de kult ging draaien), de naadloze nylons èn de stretchkousen. Ze werden in vorm gebreid of onder vërhitting in vorm gestabiliseerd. Ze werden ook in verschillende lengtes vervaar digd, maar ze waren toch nog lang niet ideaal. Want er zijn nu eenmaal duizend verschillend ge vormde benen in de „wandel", en om voor elke beenvorm ook een passende kous in de „handel" te brengen, was onbegonnen werk en is dan ook nooit gelukt. Maar „wie zoekt zal vinden", luidt het spreek woord en zo ging het ook in de kousenhandel. De „Libelle"-kousenfabrieken waren de eerste die 't laatste probleem oplosten door een procédé, waarbij het tijdens het elastisch maken sterk in- gekroesde garen zonder verdere bewerking tot 'n modelkous werd gebreid. Na een speciale eind- behandeling bleef er een kous van circa 30 cm lengte over, die zo elastisch was, dat ze bij het aantrekken tot vrijwel elke afmeting meerekte. Men had dus eindelijk een kous geproduceerd die aan elk lang, kort, dun of dik been even goed paste en daarbij ook nog elegant werkte. Deze ideale kous kreeg de naam „minilon" en werd op een zeer speciale manier verpakt, nl. in een vier kant doosje van plastic, waarin drie kousen za ten. Eén voor het verlies, zou men kunnen zeggen. Maar juist die derde was dan ook haar geld dub bel en dwars waard. Want het komt bijna nooit voor dat de twee kousen bij het dragen tegelijk kapot gaan, maar als er één sneuvelt, kun je toch slecht met één bloot been verder door het leven gaan. Vandaar die derde. We hebben het gevoel dat we u met deze korte verhandeling over dè dameskous in feite „het naadje van de kous over de kous" hebben ver teld. En dat was ook onze opzet. Misschien dat u vandaag of morgen, wanneer u uw kousen aan trekt nog even terugdenkt aan uw soortgenoten van vijftig jaar geleden, die hun welgevormde onder danen dag in dag uit in „één rechts-één ave rechts" moesten hullen. Ofschoon ze beslist net zo ij del waren als wij. Romantiek op een Parijse boulevard. Meneer en mevrouw dragen een wijde gebloemde jurk (voor de vakantie) die veel bewegingsvrijheid geeft. De be haarde mannenborst die gerust mag worden getoond zal er in de toe komst voor de vrouw beslist separaat worden bijgeleverd, dachten we. Want waar blijf je met je emancipatie en de uitgebalanceerde gelijkheid als er tóch nog verschil te zien is? Daar staan de „meneren" dan, zoals Esterel ze ziet: in een effen jersey maxi- japon (eerste van links) en een uitbundiger dessin (derde van links) In de dertiger Jaren begon een bekende schlager met de volgende regel: „Koekoek, koekoek, een vrouw in een mannenbroek". U hebt het al begrepen, de broek was In die dagen voor de vrouw eigenlijk nog taboe. Men vond die dracht niet alleen onvrouwelijk, maar zelfs hoogst onfatsoenlijk. Met het klim men van de (eeuw)jaren is er op dit punt heel wat veranderd. Wie nu het broekpak voor de vrouw „onfatsoenlijk" zou noemen, zou hartelijk worden uit gelachen. Maar het onherroepelijke hiervan is, dat de man zich achtergesteld ging voelen, toen de vrouw een streep had gehaald door het begrip „man nenkleren". Het logische gevolg daarvan was, dat „meneer" zijn blikken liet vallen op de typisch vrouwelijke dracht, o1 wat daarvoor tot dusverre was doorgegaan. Daarom moeten de jurk-modellen voor de man die Jacques Es terel onlangs voor de komende lente en zomer In Parijs liet showen, niet al leen maar als een „grapje" worden gezien. De man kan een keus maken uit kleurige overhemdsjurken van jersey (voor naar kantoor); luchtige blauwe lin nen tuniekjaponnen (voor de vakantie) en snoeperige paarse crêpe-georgette maxi-Japonnen (voor de avond). Esterel ging ervan uit, dat het eigenlijk maar een vreemde zaak was dat men in de Westerse wereld de man nog steeds in een pak perste, terwijl in Afrikaanse en Aziatische landen meneer nog steeds rondloopt in een soort wijd habijt. Esterel wees trouwens óók op de kleding van advocaten, professoren, Maltezer ridders en priesters. Voor hen is het jurkmodel zelfs steeds een soort statussymbool geweest en gebleven. Maar als er werkelijk gelijkheid van man en vrouw Is (of komt), wordt het óók tijd dat de politiewet snel wordt veranderd. Want mannen in vrouwenkleren die nen nü volgens de wet nog onverwijld te worden opgepakt en Ingesloten. Nou, ja, dat Is eigenlijk een zaak die ons vrouwen niet aangaat. De mannen moeten er maar een agendapunt van de „mannenemancipatle" van maken, dacht»» w*.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1970 | | pagina 9