Si/O* JUl At A<Ot1* iix At Kijk uw ogen uit. ÏT Ton Beuken ASSISTENTE Vervolg begrotingsdebatten NEDERLANDS ONDERWIJS 1NST6TÜUT N.V. Verhoging abonnementsgeld 25 cent per kwartaal, f 4,25 per kwartaal. Officiële Mededelingen Mededeling voor ingeschrevenen van de lichting 1971 Hinderwet DINSDAG 8 DECEMBER 1970 De algemene beschouwingen van '66 werden door beide fractieleden itgesproken. rs. H. M. Jonker ging nader in op de penheid, de groei van Soest en de stag- atie. ,In een gemeente met zo'n 37.000 inwo ners is het helaas geen vanzelfsprekende zaak meer, dat het beleid een duidelijke ■weerspiegeling is van de wil van de urgers. Ook hier dreigt de macht een onpersoonlijk gegeven te worden, on zichtbaar en ongrijpbaar, ver buiten de greep van de burger. Ook hier neemt het vertrouwen in de democratische in stellingen af en treden onverschilligheid en wantrouwen ervoor in de plaats. De te geringe belangstelling voor de stem bus is in dezen illustratief; men ziet de mogelijkheid om invloed te hebben op de gang van zaken veelal niet eens", aldus de heer Jonker. De gemeenteraad zou hier volgens de D '66-fractievoorzitter zelf het een en ander aan kunnen verbeteren, onder meer door de invoering van openbare commissievergaderingen, door de raads stukken gratis beschikbaar te stellen aan geïnteresseerden, door de rondvraag in ere te herstellen en ook het publiek enige malen per jaar aan de discussies te laten deelnemen, door nieuwe raads commissies zodanig op te zetten en be staande commissies zodanig te wijzigen dat ook deskundige en geïnteresseerde niet-raadsleden er zitting in kunnen hebben en door de nieuw aan te stellen voorlichtingsambtenaar. Deze funktionaris zal volgens de heer Jonker ruimschoots de gelegenheid moe ten krijgen om zich in te werken en geen verkoper moeten worden van af geronde plannen. „Maar helaas is in de praktijk inspraak nog te vaak de sluit post op het budget van de planning". De heer Jonker zei, van de door hem gedane suggesties overigens geen won deren te verwachten. Wel verwachtte hij, dat de pers beter zijn informatieve taak zal kunnen verrichten en dat de groep wei-geïnteresseerden geleidelijk zal gaan toenemen. Ten aanzien van de sterke groei van Soest in de komende jaren zei de heer Jonker, dat hier het voordeel van een beter voorzieningsniveau staat tegenover het nadeel van het verloren gaan van een stuk intimiteit. Jn dit verband bracht hij ook de Engweg ter sprake, „een zaak, waar wij nog altijd zeer ge reserveerd tegenover staan". „De aantasting van het toekomstige park ligt ons zwaar op de maag en wij zien niet in, hoe voorkomen kan worden, dat de weg in de praktijk veel doorgaand verkeer zal gaan aantrekken. Bovendien is deze weg nu juist de oorzaak van een van de communicatiestoornissen tussen bestuur en bevolking. Wellicht kan aan de hand van de resultaten van het ver- keersonderzoek, dat ongeveer gereed schijnt te zijn. een in begrijpelijke ter men gesteld overzicht van voor- en na delen worden opgesteld ter verspreiding onder de bevolking. Objectiviteit en daarmee annex geloofwaardigheid van een dergelijk voorlichtingspamflet zullen hierdoor slechts gediend kunnen worden. Uit een oogpunt van billijkheid tegen over' de individuele burger achten wij het noodzakelijk, tot aankoop over te gaan, indien zijn huis zich in een weg- tracé in het kader van een door de raad goedgekeurd bestemmingsplan bevindt en hij het aan de gemeente te koop aan biedt. Bovendien is verkoop altijd moge lijk, indien het gehele plan niet door gaat, bijv. indien hogere goedkeuring aan het plan zou worden onthouden Drs. Jonker zei de tijd rijp te achten voor de instelling van een wijkraad voor het Soesterveen, „waarbij wij piet den ken aan een identieke opzet als in Soesterberg, doch bijvoorbeeld aan een door de bewoners te kiezen raad oiaan een bundeling van bestaande gen en actiecomité's, die thans deelge bieden van de wijk bestrijken De heer Jonker zei, dat naast poei gemeente ook duidelijke geval e stagnatie kent. Hij noemde ontIer de voorzieningen op het gebied van het onderwijs en de financieringsmiddelen. Voorts noemde de heer Jonker de ont wikkeling van Soesterberg. „He verhouding grote aantal woning den (met name in de sociale sector), de problemen van de middenstand terberg, de consequenties van h plaatsen van de rijksweg foenirhr hoefte aan een duidelijk t°ek°mstger cht beleid voelen.. Een sociaal-economisch structuuronderzoek ware op k mijn te houden als basis voor tuurnota. Op grond daarvan it_p_ een verantwoord beleid wo*dd idei;ike stippeld, dat aan de huidige onduidelijke en onzekere situatie een eind zo zei de heer jonker. Zijn fractiegenote mevr. T. R- a van der Molen-De Vries S*"®.. n de op de woningbouw, het onderw j sociale en culturele aangelegenheden. „De zeer snelle ontwikkelingen in de woningbouw binnen de ^ern m0eten zullen hen, die daaraan leid g geven, voor steeds or?va"F" elke bij de men stellen. De ervaring'eni -t een ziin zojuist gerealiseerde wijk S aanieiding opgedaan, geven voldoena voorbe. tot grote waakzaamheid biJ de reiding en realisering van ggn_ sen. De compromissen, we £_alhaarheii treft tussen welzijn en haalbaarne o, worden veelvuldig ten na leefbaarheid geconcretiseerd, taak van de overheid, er mede zorg voor te dragen, dat het welzun vanje^e volking voorop staax Walma van der Molen. de samenleving van morgen. „Zulk on derwijs moet de totale persoonsont plooiing bevorderen, waarmee niet al leen de intellectuele ontwikkeling wordt bedoeld, maar ook het logisch en so ciaal denken, de levensbeschouwelijke vorming, het verantwoordelijkheidsge voel en het expressievermogen. In de gemeente Soest moeten zoveel mogelijk vormen en typen van onderwijs verte genwoordigd zijn". Voorts wees zij op de noodzaak van onderwijsvernieuwing. Ook zal een regelmatige her- en bijscho ling van alle kleuterleidsters, onderwij zers en leraren met name op het gebied van de didactiek, de pedagogiek en de methodiek gestimuleerd moeten worden. En ook mevr. Walma van der Molen drong aan op een onderzoek naar de wenselijkheid van een middelbare school Soest. Ook mevr. Walma van der Molen had kritiek op het hoofdstuk culturele aan gelegenheden uit de aanbiedingsbrief. De passage gaf h.i. blijk van duidelijke te genstrijdigheden en even duidelijke on duidelijkheden. Bovendien kwam h.i. uit het hoofdstuk niet erg duidelijk naar voren, wat het college eigenlijk onder cultuur verstaat. Zij noemde het boven dien discriminerend, dat in de passage één bepaalde groep wordt genoemd, die zich aan wet en orde zal moeten hou den. Mevr. Walma van der Molen meen de, dat met spoed moet worden geko men tot een Soester gemeenschap. De combinatie onderwijscommissie - cul turele commissie dient niet langer te blijven bestaan. Ook drong zij aan op een snelle samenstelling van een be heerscommissie voor het Artishockge- bouw, waar tal van voorzieningen moe ten worden getroffen. „Het sanitair is hopeloos. De aankleding is slecht. Het aldus mevrouw volking voorop staat' Naar haar mening vait een ^ten^ondei; bruik te maken van de ruimten ondej de flatwoningen n kU'ürt- denken aan kleinwinkelbedr J 'neuter- café's, gemeenschapsruimte speelzalen e'.d." Zij verzocht het meg. eens te denken aan exper ningbouw. „houw wees Ten aanzien van de scha1e moe zij erop, dat deze gelijke In ten houden met de woning wijk Smitsveen is dit h.i. e normaal niet het geval, „of men zo een jaar moeten vinden, dat scholen edko_ na het voltooien va" rd<Let twee leerja- men en dan nog maar me moet ren. Deze ongelukkige P realisering ten koste van alles bh vermeden. van volgende wijken wora derzoek Ook zal er een deugdelijk moeten plaatsvinden naar VAN WEEDESTRAAT 52 SOESTERBERGSESTRAAT 30 levante gegevens aanwezig zijn en ook dan pas alle hoofdstukken aan de orde komen", aldus ir. Van Ee. „In de komende jaren groeit Soest naar een belangrijk grotere gemeenschap. De ze schaalvergroting betekent niet alleen meer problemen, maar ook moeilijker problemen, die we in enkele gevallen niet allen binnen onze gemeenschap kunnen oplossen, maar in groter verband moeten behandelen. Als wij dezelfde ma nier van vergaderen blijven volgen, dan betekent dat, dat we meer tijd nodig zullen hebben voor de vergaderingen van raad en commissies. De WD-fractie meent, dat we op deze manier niet kun nen doorgaan, niet alleen vanwege het tijdselement, maar vooral omdat het steeds weer onze aandacht afleidt van de grote beleidslijnen. We zien door de bomen het bos niet meer. Deze ondoor zichtigheid ervaart ook de gewone bur ger van Soest. Wij wensen niet gecon fronteerd te worden met de geforceerde en ongenuanceerde spreektijdregeling, die in andere gemeenten is opgelegd. Ons bestuur en een nieuwe stijl van werken moeten gebaseerd zijn op duide lijke doelstellingen, gekoppeld aan rea listische streefdata binnen onze finan ciële middelen en met de organisatie, die we hebben of zullen moeten creëren. De genen, die voor de uitvoering moeten zorgen, moeten op basis van een door de raad onderschreven beleid met een haal baar plan komen", zo zei de heer Van Ee. Hij was van oordeel, dat de raad een gemeentelijke beleidsnota voor de jaren zeventig nodig heeft. „In deze nota moet door het gemeentebestuur in eenvoudige en begrijpelijke taal een duidelijk beeld gebouw is moeilijk schoon te houden. Er I worden gegeven van haar plannen voor is geen garderobe en geen meubilair; de komende tien jaar. Daar hoort ook stoelen moeten worden gehuurd". een opgave bij van wat het allemaal „Voor Soest is de huidige situatie een moet gaan kosten en waar het geld van- zeer slechte representatie voor een ge bouw, dat een belangrijke sociaal-cul turele funktie in deze gemeente vervult. Onze fractie dringt aan op het aantrek ken van kunstenaars door het beschik baar stellen van werk en woonruimte, bijvoorbeeld in boerderijtjes, die te zij*- ner tijd gesloopt moeten word'\ De D '66-woordvoerdster drong voorts aan op het aantrekken van twee advi seurs, die het gemeentebestuur raad kunnen geven bij het aankopen van kunstwerken. Het zouden een architect en een beeldend kunstenaar moeten zijn. Mevr. Walma van der Molen vergeleek de gemeentelijke sociale dienst met een groot gezin, dat met een minimum aan hulp en een krap budget een maximum tot stand weet te brengen. Toch vroeg zij nog wat extra aandacht voor de jeugd. Aan de huisvesting, vrijetijdsbesteding d. van de in Soest wonende, relatief grote groep gastarbeiders dient ruime aandacht te worden besteed. Zij gaan een integrerend deel van onze samen leving uitmaken en zijn hier ook in de toekomst niet meer weg te denken, om dat zij werk willen- verrichten, waarvoor Nederlanders zich niet meer wensen te lenen". .Initiatieven, die-gericht-zijn op de kxn- deromvang, dienen door de gemeente te worden ondersteund, op een brede basis. Dit is een vorm van maatschappelijk werk, die in onze samenleving een steeds grotere plaats zal gaan innemen. De overheid dient zich te realiseren, dat bij niet vroegtijdige deelname aan deze ontwikkeling, plaats opengelaten wordt voor instellingen, die kwalitatief niet controleerbaar zijn. Is zij zich daarvan bewust, dan kan zij natuurlijk nimmer kwaliteitsnormen vaststellen zonder daarbij daadwerkelijk tot ondersteuning over te gaan", aldus mevr. Walma van der Molen. Ir. M. A. van Ee vroeg zich namens de VVD-fractie af, hoe de begroting door de burgerij zou zijn ontvangen en welke indruk de begroting met de nieuwe raad heeft gemaakt. In de loop van de avond kreeg hij op de laatste vraag van de andere fractievoorzitters vanzelf een ant woord. Voor de burgerij is de presenta tie van het gemeentelijke huishoudboekje voor volgend jaar naar het oordeel van de heer Van Ee summier geweest, mede ook omdat de vorm van de begroting z.i. niet uitnodigt tot kennisneming in wij dere kring. „Over een zo opgezet en ge bracht stuk zal uw burgerij o.i. niet gaan meedenken". De heer Van Ee zei van oordeel te zijn, dat het beter kon en ver wees daarvoor naar de gemeente De Bilt, die de gemeentelijke huishouding voor de burgerij begrijpelijk en over zichtelijk heeft gemaakt in een folder. Maar volgens de heer Van Ee zouden nog tal van andere voorbeelden aange haald kunnen worden. Hij verwachtte op het gebied van de presentatie van de be groting de komende jaren meer fanta sie van het college. Ook vond hij, dat de burgerij meer bij deze zaak betrok ken moest kunnen worden. In dit ver band zou een voorlichtingsambtenaar, die ook de VVD-fractie noodzakelijk achtte, goede diensten kunnen bewijzen. In de eerste plaats zou het door B. en W. uitgebrachte plan voor onrendabele in vesteringen voor de jaren 1971-1980 een popularisering moeten ondergaan. De li berale fractievoorzitter miste bij de be grotingsstukken een „aansluiting bij het verleden". Hij zei, ook een inzicht te willen krijgen in vragen als „waarom komt deze post op de begroting voor?" en „waarom is deze post hoger of lager dan in voorgaande jaren?" „Wij vragen ons af, of de voorbehandeling in de com missies zinvol is te achten, daar pas bij de behandeling in de afdelingen alle re- daan moet komen". In dit verband had de heer Van Ee wel een goed woord over voor het plan voor onrendabele in vesteringen voor de jaren 1971-1980. „Natuurlijk moeten de prioriteiten gere geld worden herzien en de plannen wor den aangepast. Hierbij hoort een goede rapportering aan de raad om de voort gang te kunnen controleren". De groei van Soest moet volgens de heer Van Ee gebaseerd zijn in een drietal hoofdpun ten: een structuurplan op langere ter mijn (tien jaar), waarvan het ruimtelijk structuurplan een onderdeel is, een fi nancieel meerjarenplan, waarop het structuurplan een onderdeel is, een fi nancieel meerjarenplan, waarop het structuurplan steunt en een jaarplan, vertaald in de begroting met begeleiden de nota's, dat de basis is voor het dage lijks beleid. „Dit betekent, dat het college weliswaar in een strakker stramien zal moeten werken, maar daartegenover staat, dat het gemakkelijker zal kunnen werken, zolang het binnen uit beleid blijft, om dat het weet, dat het door de raad wordt gesteund". De raadsvergaderingen zullen volgens de heer Van Ee dan een heel an der soort agenda krijgen met als eerste punt „Geldt ons plan nog?" De heer Van Ee stelde zich voor, dat een wethouder tijdens iedere raadsvergade ring een overzicht geeft van de ontwik kelingen van de onder zijn beheer zijnde zaken over de afgelopen maanden, welke ontwikkelingen dan door de raad nader getoetst zouden moeten worden. „Flexi biliteit en zinvol bijsturen zijn vanzelf sprekend noodzakelijk en de voorstellen van het college hiervoor zullen als on derwerpen op de agenda-nieuwe-stijl moeten verschijnen. De voorbereiding van deze voorstellen in de commissiever gadering moet een onderdeel vormen van het bestuur-nieuwe-stijl. De raad zal op deze wijze ook meer werk kunnen dele geren aan het college en de diensthoof den, zonder aan zijn bevoegdheid en ver antwoordelijkheden te laten tornen", zo meende de heer Van Ee. De VVD-fractieleider zei, dat de nog korte praktijk heeft uitgewezen, dat er geen enkele aanleiding bestaat om de commissievergaderingen niet in het open baar te houden, al meende de heer Van Ee wel, dat er soms zaken aan de orde komen, die beter niet in het openbaar behandeld kunnen worden. De VVD- fractie verzocht het college, over dit onderwerp en hoe in andere gemeenten gehandeld wordt en welke ervaringen daar zijn opgedaan, een nota samen te stellen. In de nota zou tevens verwerkt moeten worden, welke mogelijkheden er zijn voor een nieuwe wijze van bestuur en beleid, zoals door hem en zijn fractie voorgestaan. OPENBARE VEILIGHEID De heer Van Ee zei ten aanzien van de openbare Veiligheid, dat het verkeer zo langzamerhand teveel tijd en man kracht van de poltie gaat vragen, waar door andere zaken (algemene preventie e.d.) in het gedrang komen. Dit wordt z.i. nog verergerd door de ongunstige materiële en persoonlijke omstandighe den, waaronder de politie thans moet werken. De heer Van Ee wees voorts op de mi lieuhygiëne en in het bijzonder de ver vuiling van de Eem en vond, dat „de artiestenvereniging Artishock" waarbij in positieve zin het college was voorgegaan. „Oppervlaktewater moet zo zuiver zijn, dat vissen en mensen er veilig in kun nen zwemmen, dat planten en dieren het zonder bezwaar kunnen drinken en dat er betaalbaar leidingwater van kan wor den gemaakt zonder bijsmaak." De heer Van Ee vroeg het college, welke maat regelen het college kan en wil nemen tegen vervuilers van de Eem. Ten aanzien van de weg over de Eng- plannen drong de heer Van Ee aan op het laten instellen van een onderzoek naar de mogelijke aantasting van de mi lieuhygiëne in de ruimste zin van het woord (luchtverontreiniging, lawaai e.d.). VOLKSHUISVESTING De liberale fractievoorzitter zei voorts, dat Soest als lid van de samenwerkende gemeenten in Eemland zijn-aandeel dient te verzekeren in de ministeriële toezeg ging voor de woningwetbouw. Daarvoor zal een krachtig beleid van B. en W. nodig zijn. „Grote zorgen baart ons de ontwikkeling van de bouw van woningen in de parti culiere sector zonder premie in de ko mende jaren. Het blijkt, dat deze sector een belangrijk aandeel uitmaakt van het geheel. Het zijn niet alleen de grond- kosten van percelen, die steeds hoger worden, maar ook de bouwkosten. Met de hoge rentestand vrezen wij, dat de woningbouw in deze sector een terug gang zal vertonen in de komende jaren, tenzij van gemeentewege dit initiatief gesteund wordt." De heer Van Ee wilde van het college weten, waar in Soest corporatiewoningen worden gebouwd. Hij drong er bij het college op aan, in elk geval de prijzen van bouwgrond zo laag mogelijk te houden. Ook wilde hij we ten, wat er in Soest van de experimenten woningbouw met financiële overheids steun terecht is gekomen en op welke wijze het college nieuwe bouwvormen wil stimuleren. De heer Van Ee ver wachtte een uitvoeriger visie van B. en W. op de woningbouw in de komende jaren dan tot nu toe is gegeven. Ook zei hij benieuwd te zijn naar de wijze, waarop het college de doorstroming denkt te be vorderen. Over de planning van nieuwe woonwijken zei de heer Van Ee: „Het is voor de nieuwe woonwijken be langrijk, dat de huizenbouw en ook de bouw van winkels en scholen gelijke tred met elkaar houden. Immers in het Soesterveen, waar inmiddels ruim ander half jaar mensen wonen, zijn pas deze maand de eerste winkels geopend. De scholen draaien nog steeds zonder vijfde en zesde klas. Door de grote uitbreiding van de gemeente Soest zullen er steeds meer parken, groenstroken e.d. moeten worden aangelegd. Dit aanleggen en ook het onderhoud zal een uitbreiding van de werkkrachten bij de plantsoenen dienst noodzakelijk maken. Wordt het nu niet tijd, om op volledige wijze te bestu deren of het niet voordeliger is voor deze nieuwe projecten, het particuliere initiatief in te schakelen voor aanleg en onderhoud. Mogelijk werkt een en an der kostenbesparend." van schoolruimte per IlclCJ»T,r_, zuil". Mevr. Wal ma van der Molen de drong aan op aantal noodloka- spoedige bouw van een aan len in het Soesterveen. erheid dient De onderwijstaak van de Qp de naar haar mening gericht ag v00r vorming van mensen van Wij vragen voor gevarieerde werkzaamheden op gezellig, klein kantoor, met opleiding op tenminste M.A.V.O.-, maar bij voorkeur middelbaar niveau, die vlot kan typen en op een prettige manier met haar collega's kan samenwerken. Sollicitaties (eventueel ook 's avonds) na telefonische afspraak. Lt. Gen. Van Heutszlaan 12 - Baarn - Telefoon 02154- 6743 ONDERWIJS Naar het oordeel van ir. Van Ee wordt terecht geklaagd over het feit, dat het onderwijs tekort schiet in de nieuwe wijk Smitsveen. De Rinke Tolmanschool met gemiddeld 35 leerlingen per leer kracht is z.i. duidelijk overbelast. „Maar waar moeten de kinderen uit het Veen dan heen" rijmde de heer Van Ee. „Met de bouw van een zesklassige school aan de Molenstraat ter vervanging van de aldaar staande houten noodschool en de villa Ingenhof is nog niet eens begonnen wegens gebrek aan financieringsmidde len. De bouw van een nieuwe school aan de Weegbreestraat, waartoe de raad in september heeft besloten, geeft het Veen voor de komende jaren nog geen soelaas. Het toen gestelde, dat de school wellicht met ingang van het komende school jaar in gebruik zou kunnen worden ge nomen, heeft illusies gewekt. Die wer den wreed verstoord door latere berich ten, dat het nog wel even kon duren", zo betoogde de heer Van Ee. Hij vroeg het college, hoe men denkt over de grieven van de ouders over te volle klassen en op welke wijze hier een oplossing voor kan worden gevonden. De heer Van Ee vroeg, of B. en W. niets zien in mobiele noodlokalen. Als na een aantal jaren het aantal leerlingen terug loopt, kan het lokaal naar een andere plaats worden gereden. Ook bij dit on derwerp wees de heer Van Ee nog eens op de noodzaak, dat de scholenbouw gelijke tred houdt met de woningbouw. „Ouders, die uit andere gemeenten over komen, ondervinden teleurstelling en er gernis, als zij hun kinderen niet in de eigen buurt op school kunnen doen. En zeker als een drukke verkeersweg (Nieu- weweg) vier maal per dag moet worden overgestoken. Men zal tot heel andere systemen moeten komen, busvervoer van en naar school, schoolmaaltijden e.d.". Het vaak gehoorde argument, dat bij te royale scholenbouw over een tiental ja ren scholen leeg zouden komen te staan, werd door de heer Van Ee van de hand gewezen. „Zelfs al zou dat zo zijn, dan nog zou een dergelijk schoolgebouw een andere bestemming kunnen krijgen", zo zei hij. Namens zijn fractie zei hij, een opgave tegemoet te zien van het college over het bezoek van Soester leerlingen aan middelbare scholen in de omgeving. Hij wilde daarin onder meer een antwoord op de vraag „onder welke voorwaarden en omstandigheden toestemming voor dé bouw van een middelbare school wordt gegeven". De burgerij heeft er naar de mening van de heer Van Ee recht op te weten, waarom er in een sterk groei ende gemeente als Soest een school voor voortgezet onderwijs nog niet is. Tenslotte vroeg de heer Van Ee aan dacht voor die scholieren, die per fiets of bromfiets naar school gaan en op hun weg daarheen vooral langs de rijksweg steeds geconfronteerd worden met wat hij noemde „valkuilen". Ook wilde de VVD een visie van B. en W. op het jeugdbeleid. Hij vroeg zich af. of er bij het college daaromtrent wel een visie bestaat. De heer Van Ee vroeg van het dagelijks gemeentebestuur een overzicht van de omvang en samenstel ling van de Soester jeugd, van de acti viteiten, die gaande zijn en van het be leid, dat het college ten aanzien van de jeugd denkt te gaan voeren. Het initiatief om in Soest te komen tot peuterspeelzalen werd door de heer Vai} Ee toegejuichd. De initiatieven op dit gebied verdienen alle steun, meende hij. Ook had de heer Van Ee niets dan lof over het bejaardenwerk in Soest. Hij pleitte voor een verpleegtehuis in Soest. „Er zijn veel mensen, die of niet of bui ten de plaats ondergebracht worden. Waarschijnlijk zou het ook de doorstro ming kunnen bevorderen voor de be jaardentehuizen, waar op de ziekenaf delingen te lang patiënten liggen, die eigenlijk thuis horen in een verpleegte huis". Een volgende nota, die de VVD-fractie i aanvroeg, betrof die over de werkgele genheid en de industrievestiging op lan gere termijn. Daarin zou in het bijzon der aandacht moeten worden geschon ken aan het vollopen van het industrie terrein en de regionale samenwerking op dit gebied. UITBREIDINGSPLANNEN „De uitbreidingen van Soest steunen op het structuurplan voor de gemeente, dat in 1966 door de raad werd aangenomen. Met het plan Smitsveen nagenoeg ach ter de rug en het plan Klaarwater met de Eng II voor de boeg is een groot deel van het structuurplan in uitvoering gebracht. Beschouwt u nu de structuur nota 1966 als een afgerond plan. Of zal na voltooiiing hiervan naar uitbreiding gekeken moeten worden „Wij geloven, dat thans de tijd rijp is om aan een vervolg op het structuur plan '66 te denken, teneinde de conti»" nuiteit te waarborgen. De Soester bevol king heeft speciaal op dit punt recht op een zo groot mogelijke inspraak. Er moeten gelegenheden worden georgani seerd, waar de bevolking de mogelijk heid heeft in een vroegtijdig stadium in discussie te treden met de bestuur ders en de ontwerpers van dit nieuwe plan. Daarbij kan de bevolking ver wachten, dat hetgeen tijdens deze dis cussies naar voren komt, ook binnen redelijke grenzen van invloed zal kun nen zijn op de uiteindelijk te nemen be slissing. Wij vragen ons zelf af, of niet via een enquête de gehele bevolking zich zal moeten uitspreken over zo'n nieuw plan". Ook over dit onderwerp werd het college verzocht, zijn visie in een nota vast te leggen. Een dergelijk plan achtte de heer Van Ee ook in het kader van de gewestvorming van groot belang. Hij vroeg voorts, waar het toegezegde wegenstructuurplan bleef. De heer Van Ee verzocht de nodige waakzaamheid ten aanzien van het res taurant bij het Soester natuurbad, dat een zware verliespost is, terwijl naar zijn mening in die situatie geen verbe tering is te verwachten. Voorts meende hij, dat een oplossing voor de grote afvalgaten in Soesterberg in regionaal of nog ruimer verband ge zocht moeten worden. Naar zijn mening zou bijvoorbeeld een afvalberg in Zui delijk Flevoland aangelegd kunnen wor den. Soortgelijke oplossingen heeft men ook in Amerika gevonden. De heer M. de Groot tenslotte stal de show met zijn algemene beschou wingen op rijm. Hij kreeg tenslotte zelfs een luid applaus van de raad en de be zoekers op de publieke tribune. Zo drong hij in dichterlijke vorm aan op wat extra geld van tiet rijk in ver band met de woningen, die in Soest worden gebouwd voor de bewoners van het Gooi „Kunt u niet eens gaan proberen, Of het rijk wat extra wil voteren, Men vindt het in Den Haag toch mooi, Dat wij huizen bouwen voor het Gooi. Maar dan zal men toch moeten beseffen, Dat wij voorzieningen moeten treffen Die wij alleen niet kunnen dragen En dat u daarom wel hulp móét vragen". In mineur bezong de heer De Groot de woningnood voor de laagstbetaalden „Goedkope huizen komen moeilijk los, De smalle beurs is het eerste de klos. Mensen, die meer kunnen betalen, Moeten we uit de goedkope huizen halen. De doorstromingsregeling ligt wel klaar, Maar het wachten is nu op een voorlichtingsambtenaar, Die de mensen precies vertelt, Hoe het met de doorstromingsregeling is gesteld. Al kost het dan ook heel wat poen, Er is voor een voorlichter zat te doen.' En tevens wilde hij van het college we ten, welke bezwaren men toch heeft te gen openbaarheid. In de geest van Sint Nicolaas vroeg hij dan ook „Waarom heeft u toch nog steeds bezwaar Tegen raadscommissies in het openbaar? Zoudt u het toch maar niet eens wagen We doen er toch niets, wat het daglicht niet kan verdragen?" De heer De Groot rijmde voorts de no dige kritische bemerkingen ten aanzien van het slachthuis bijeen, verdichtte de noodzaak van betere verkeersvoorzie- ningen en wees op de noodzaak, het po litiekorps uit te breiden in verband met de steeds omvangrijker wordende taak, in het bijzonder ten aanzien van het m goede banen leiden van het verkeer. Ook enkele kritische opmerkingen over de kunst, waarvan de heer De Groot zich op een wijze, die geen „Tachtiger" hem zou hebben nagedaan, zelf bediende: „Kunst is in, in deze tijd En alle geldgebrek ten spijt Stelt u aan de raad thans voor Ja, je moet maar durven hoor Dat vijftien mille gemeenschapsgeld In een pot moet worden neergeteld En dat daar moet bewaard Met geld, dat eerder werd vergaard Om straks kunstwerken voor te kopen Waar je met een boog omheen zou lopen. Wel prettig als je weet Dat je belastinggeld aan zoiets wordt besteed. Terwijl zoveel dingen, groot en klein Toch zoveel harder nodig zijn. Wat zoudt u ervan zeggen Als ik u een verlanglijst voor ga leggen, Maar 't kan op geen stukken na volledig zijn". En om ook verder in de Sint Nicolaas- sfeer te blijven presenteerde de heer De Groot het college, dat het dan ditmaal maar even als Sinterklaas zag, een in drukwekkend verlanglijstje, waaraan heel wat bossen hooi en worstels te pas zullen moeten komen om het gerealiseerd te krijgen. Enkele dichtregels uit het verlanglijstje van de heer De Groot: „De verbreding van het Kerkpad. De bouw van een instructiebad. Een nieuw raadhuis moet er kómen. En wat doen we tegen de sterfte van de bomen? Doortrekken van de Stadhouderslaan Waar eens hotel Eemland heeft gestaan En valt er flink wat regen Dan kom je straten tegen Waar je wel met een kano varen kan Doet u daar dan eens wat an". En tot besluit van zijn zeer originele al gemene beschouwingen: „Ik heb uit vele zaken, Een keuze moeten maken. Veel van wat de begroting biedt, Noem ik in mijn beschouwing niet. Want als ik van al die zaken. Hier ook gewag zou maken, Dan bleef ik aan de gang En werd mijn rijmpje veel te lang". De overige raadsleden vermaakten zich overigens opperbest en gaven blijk van enige teleurstelling, toen de heer De Groot uitgerijmd was. Zoals gezegd: B. en W. zullen morgen antwoorden. De vergadering wordt mor genochtend om negen uur voortgezet en wellicht zal men toch nog de hele dag nodig hebben om de begroting voor 1971 vastgesteld te krijgen. Op de kunstnijverheidafdeling van Ton Beuken wel te verstaan. Want die staat vol begeerlijke kunststukjes. U kunt ze vaak tegen lachwekkend lage prijsjes bemachtigen. Stap maar eens binnen. Bij Ton Beuken, tegenover het busstation in Soest-Zuid. Ter verkrijging van betere finan ciële uitkomsten bij het uitgeven van couranten, heeft het minis terie van Economische Zaken met ingang van 1 januari a.s. toe stemming verleend tot verhoging van de abonnementsgelden van alle dag- en nieuwsbladen. Voor de Soester Courant zou de toegestane verhoging neerkomen op 65 cent per kwartaal. Waar wij echter de mening zijn toegedaan, dat het abonnements geld voor geen enkele inwoner een beletsel mag zijn om zich op ons blad te abonneren, hebben wij besloten een verhoging toe te passen van slechts hetgeen neerkomt op 1 cent per verschijnend nummer. Met ingang van 1 januari a.s. wordt hel abonnementsgeld dus De burgemeester van Soest brent nog maals ter kennis van belanghebbenden, dat de oudste zoon uit een gezin van tenminste vijf kinderen, die voor de lichting 1971 is ingeschreven, tot bui tengewoon dienstplichtige kan worden bestemd. Hierbij gelden als voorwaar den, dat de oudste zoon tevens het oudste in leven zijnde kind uit het ge zin is en dat onder de vier of meer andere kinderen tenminste nog twee zonen moeten zijn. De aanvraag moet zo spoedig mogelijk worden ingediend. Daarmede behoeft dus niet te worden gewacht totdat men voor de militaire dienst is goedgekeurd of een oproeping voor opkomst heeft ontvangen. Degenen, die met het indie nen van hun aanvraag zouden wach ten tot na hun opkomst in militaire dienst, mogen niet verwachten dat de ze dan nog zal worden ingewilligd. Burgemeester en wethouders van Soest brengen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 9, lid 3, der Hinderwet ter algemene kennis, dat ter gemeentese cretarie van Baarn ter inzage is gelegd een verzoek met bijlagen van de Inten dant van het Koninklijk Paleis, Amster damsestraatweg 10 te Baarn, om een nieuwe, de gehele inrichting omvatten de vergunning voor werkplaatsen en stalling op en in het perceel Amster damsestraatweg, kadastraal bekend ge meente Baarn, sectie B, nummers 4606. Gedurende tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking bestaat voor een ieder de gelegenheid schriftelijk be zwaren tegen het verlenen van de ver gunning in te brengen bij het gemeen tebestuur van Baarn. Bovendien zal op maandag 28 decem ber a.s., des voormiddags 10.00 uur, in het gemeentehuis van Baarn een open bare zitting worden gehouden, alwaar mondeling bezwaren tegen de inwilli ging van dit verzoek kunnen worden ingebracht, Een ieder kan ter gemeentesecretarie van Baarn kennis nemen van de ter zake ingekomen stukken. De aandacht van belanghebbenden wordt er op gevestigd, dat tot beroep zijn gerechtigd de aanvrager van de vergunning en degene, die in persoon of bij gemachtigde op de bovenbedoelde zitting is verschenen. Mede tot beroep is gerechtigd degene, die. zonder op de openbare zitting te zijn verschenen, binnen de gestelde termijn schriftelijk bezwaren heeft ingebracht, indien hij niet woonachtig is in deze gemeente of in een aangrenzende gemeente, waar openbare zitting wordt gedaan. Soest, 8 december 1970.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1970 | | pagina 10