Pompidou begint het verkiezingsoffensief <t ^u\jkje> Hersenspoeling AUTORIJSCHOOL VAN BUUREN t ^uykje» THORBECKE HONDERD HAR GELEDEN OVERLEDEN Stads- en dornscentra blijven achter «'t ^uykje» Bejaarden en telefoonkosten PRAAG schoon cn beklemmend De Coöperatie Eiermarkt Geslaagd Geestelijke vader van onze parlementaire democratie Uniforme regeling wenselijk Bouwwerken en Tsjechische gastvrijheid trekken veel toeristen Soester Courant van donderdag 20 Juli 1972 Het Gaullistische regime van Frank rijk steunt op een overweldigeende meerderheid in de kamer. Maar presi dent Pompidou is zeker niet vergeten dat die meerderheid tot stand kwam tijdens verkiezingen die geheel en al in de sfeer van de paniek stonden. De Fransman werd niet zonder talent bang gemaakt dat de kommunisten op het punt stonden alles weer teniet te doen wat De Gaulle had opgebouwd. Ook al was men dan niet al te zeer op het gaullisme gebrand, dan stemde men toch licht op de regeringskoalitie omdat je wel weet wat je hebt maar niet wat je krijgt. Wat zij kregen hadden de Fransen ook niet kunnen voorzien. Pompidou kwam op de presidentszetel en Chaban-Del- mas werd premier. En al kunnen we het bewind van deze twee heren zeker niet on-gaullistisch noemen - de ge neraal had een en ander zeker zo niet gedaan. Pompidou, waarschijnlijk daar toe gedwongen doordat hij zelf wel wist niet over het haast bovenna tuurlijk magnetisme van De Gaulle te beschikken, ging een veel lossere weg, liberaler. Zoals De Gaulle gebruik maakte van zijn talent om de tradi tionele hiërarchie in Frankrijk naar zijn hand te zetten, liet Pompidou zijn premier veeleer zijn best doen die maatschappelijke machtstruktuur open te breken en dat is tot op zekere hoogte ook aardig gelukt. Het Frank rijk van nu is zeker niet meer dat van 1968. Binnen de gaulistische beweging zijn er daarom velen die hierover niet zo verheugd zijn, die hadden liever gehad dat de koers van de generaal onveranderd was gehandhaafd - an ders dan Pompidou hadden zij de idee dat dit mogelijk geweest zou zijn. Pompidou weet dat hij persoonlijk - want hij heeft er nooit twijfel over laten bestaan dat hij de opperbaas is - in de loop van de jaren aanzien heeft gewonnen bij de wat meer verlichte geesten in de rangen van de UDR, de gaullistische organisatie, en daarbui ten. Die aanhang zal hij ook niet snel verspelen. Maar hij moet er wel reke ning mee hebben gehouden dat hij de verstokte gaullisten wel kwijt zou kun nen raken. Verenigd links Zijn meerderheid kan wel een stootje hebben, doordat links zich eigenlijk voor het eerst in twintig jaar aaneen gesloten heeft op een beetje redelijke en mogelijk ook de kiezer aanspreken de basis, zijn de gevaren van een grote stoot niet denkbeeldig. Dus heeft hij besloten de oude garde even te tonen dat hij toch wel dege lijk de forse gaullist is die zij graag aan het hoofd van de natie zien. Cha- ban-Delmas is de laan uitgestuurd - dat is al een vrij willekeurig machts vertoon dat de generaal gewaardeerd zou hebben. En in diens plaats komt Pierre Messmer, een man die door de oude garde beslist gezien wordt als een buiten elke liberale verdenking staande behoeder van de gaullistische erfenis. De orthodoxen wil Pompidou hiermee lijmen, van de aanhang der liberalen in de Gaullistische lijn is hij zonder meer wel zeker en voorzover moge lijk is de grondslag gelegd voor een nieuwe parlementaire meerderheid. Alleen, een nieuwe paniek jegens de kommunisten zit er dit keer zeker niet in, tenzij de linkse voormannen zeer domme dingen doen. Maar de socialist Mitterand zal, door bittere ervaringen wijs geworden, daarvoor wel uitkij ken. En gezien de weifelende houding van de andere oppositiepartijen kan hij de Franse kiezer er misschien wel van doordringen dat ditmaal een vere nigd links het enige alternatief is, dat dan bovendien in staat geacht moet worden te regeren. Aangezien juist op het sociale vlak De Gaulle zelf weinig en zijn opvolger ook al niet veel heeft gedaan, staan de kansen van Mitte rand niet slecht. Met Chaban-Delmas (toch al een beetje wantrouwig beke ken wegens wat vage betrekkingen met belastingfraude en door ongeluk kig optreden van de politie en door korruptieschandalen bij de omroep enz.) redt Pompidou het waarschijn lijk niet. Of hij het met Messmer wel redt is een zeer open vraag. bar gezellig Telefoon 02155-8252 Een onzer lezers stelde ons voor onze rubriek „Met raad en daad" de vraag: kunt u mij meer vertellen over het verloop en de uitwerking van de zgn. „hersenspoeling"? Hierop kan niet in kort bestek ant woord worden gegeven, waarom wij op deze vraag hieronder uitvoerig in gaan. Het woord ..brainwashing (of hersen spoeling, vertalingen van het Chinese „hsi nao") kreeg bekendheid na de Koreaanse oorlog van 1950-1952. Vele teruggekeerde krijgsgevangenen bleken een totale ommekeer te hebben meegemaakt in hun levensovertuiging en gedragspatroon; ze hebben propa ganda voor het communisme gemaakt via de radio, propaganda-pamfletten geschreven en waren ruw en harte loos opgetreden tegen medegevangenen, ze beweerden dat de Amerikanen in het leger van de Verenigde Naties bac teriologische oorlog hadden gevoerd, terwiil dat beslist niet waar was; som migen verzochten zelfs om naar China teruggezonden te mogen worden. Het bleek, dat zij een behandeling hadden ondergaan, die jaren had geduurd, waardoor ze hun eigen afgedwongen bekentenissen tenslotte geloofden, waar bij hun oude denkwijze volledig werd „weggespoeld", en vervangen door ge heel nieuwe denkinhouden, overtuigin gen en strevingen, zodat terecht door onderzoekers van deze verschijnselen gesproken werd van een „thought-re- form". Vele onderzoekers in het vrije westen wijdden s'ndsdien hun aandacht aan wat er in de Chinese heropvoe- dingscentra ook met eigen volksgeno ten had plaatsgegrerien. zoals o.m. be schreven wordt in het boek „Thoueht Peform and the Psvchology of Tota- lism". a studv of brainwashing in Chi na, door Robert Jay Lifton. In ver schillend opzicht lijkt de techniek van de hersenspoeling op methoden in vroeger eeuwen toegepast door de In- nuisitie, die niet alleen ten doel had den een afvallige tot afzwering van zijn ketterijen, maar ook tot een beke ring tot het. „ware" geloof te brengen. De Russische fysioloog Pavlov (1849- 1936). hoogleraar aan de Militaire Me dische Hogeschool in St. Petersburg, deed uitgebreide onderzoekingen op het terrein der zintuigvermogens bij dieren en mensen (soldaten) om toe te passen bii de drpssuur. m.a.w. bij het doen ontstaan van gewoontehandelin gen zonder zelfkontrole of zelfkritiek, gehoorzamend aan bevelen van hoger hand. Voortgezette studie van dit onderwerp in China leidde tot een geraffineerde toepassing ervan in 1949, toen het vas teland van China geheel door de com munisten veroverd was en er groot jebrek was aan ambtenaren, die het nieuwe systeem met overtuiging wil den dienen. In hoofdzaak komt de techniek van de hersenspoeling neer op een verzwak king van het „IK", zodat de eigen persoonlijkheid van de mens gebroken wordt. Lichamelijke kastijdingen worden in hoofdzaak slechts toegepast om ande ren die in opstand zouden willen ko men als waarschuwend voorbeeld te dienen, want folteringen staan in de regel de beoogde bekering in de weg. De eerste fase van de hersenspoeling moet leiden tot een geestelijke „break down", waarbij voornamelijk de vol gende midden worden gebruikt: over vermoeidheid door overmatig zware en langdurige lichamelijke arbeid, einde loze geestelijk afmattende verhoren, het stichten van verwarring door af wisselend slechte en goede behandeling, eenzame opsluiting en bij voorkeur 's nachts onverwachts uit de slaap ha len om verhoren te ondergaan, schuld gevoelens opwekken over een vaak ge suggereerd misdadig verleden. Ook slechte voeding en lichamelijke vervuiling spelen een grote rol, steeds wordt getracht zelfmedelijden op te wekken en het. zelf re spekt te onder mijnen. besprekineen in discussiegroe pen duren steeds langer en de nacht rust duurt korter, tenslotte volgt een emotionele krisis, die meestal begint met een huObui van een der groepsle den, die ook de anderen, die al op de rand van een break-down staan. mee=leept. Daarna voM een algemene biecht als oude schuldgevoelens door breken waardoor de bereidheid ont staat de nieuwe ideologie te aanvaar den. De tweede fase van de hersen spoeling. die van de her-opvoeding, luidt in met een sterke verbetering van de levensomstandigheden, vermindering van de zware arbeid, uitbreiding van de discussiegroepen, schn'iven en be spreken van autobiografieën, naast het inprenten van communistische theo rieën komt praktisch werk. waardoor de van buiten geleerde kennis levend bezit wordt. LAANSTRAAT 43 TELEFOON 4685 EERSTE RIJLES GRATIS Op de Amersfoortse eiermarkt wer den aangevoerd 30.000 stuks in prijzen van 11,26 tot 12,75. Middenprijs 11,60. Prijs per kg 1,82. Voor het vakdiploma B en U van het Bouwtechnisch Instituut te Amersfoort slaagde onze plaatsgenoot de heer J. G. Bodewes. ningspatroon. Dit betekent afnemende besteding voor het centrum. Daar kan veel aan gedaan worden door te zor gen dat een centrum een rijke ver scheidenheid aan zaken biedt, zodat de konsument keus kan maken. Vervol gens moet een dorps- of stadscentrum aantrekkelijk blijven door zijn bereik baarheid. Met bredere verkeersstro men worden bredere toegangswegen gevraagd en goed geplaveide toegangs- lijnen. In de derde plaats behoort er voldoende parkeergelegenheid te zijn. Een centrum moet blijven trekken. Overleg Voor alle drie basisvoorwaarden voor een goed centrum kan een gemeente bestuur veel doen. Het scheppen van goede toegangswegen voor stad en dorp is zonder meer een gemeentezaak. Met de planning daarvoor komt men vanzelf tot afbakening van de kern van de gemeente. Daaraan sluit de vraag hoe groot een voorzieningsappa raat moet zijn en welke parkeergele genheid er moet zijn. Het is niet zo dat de winkelstand en andere belang hebbenden de gemeentebesturen hun gang maar laten gaan. Zij komen met eigen gedachten en willen die spuien. Er dient dus een goed overleg te zijn met de organisaties van belangstellen den zoals middenstandsbonden, winke liers- en wijkverenigingen. Alle belanghebbenden willen wel of fers brengen mits die passen bij het te verwachten rendement en gemeente besturen geen grootheidswaanzin krij gen omdat hun plaats het mooiste en het meest progessief in bouw van de hele regio moet zijn. Want dan ver slikt men zich in de financiën. Ook de buurgemeenten hebben plannen en die zijn evenmin mis. Daarom moet er re gionaal kontakt zijn over de opbouw van een streek en de provincies moe ten daar evenzeer in gekend worden en er ook in meespelen. Bij de snelle ekonomische struktuur. wisseling is het zakenleven mobiel geworden in zijn vestigingsmogelijk heden. Je kunt midden in een stad of dorp gaan zitten met een komfortabele zaak maar evengoed in de industrie wijk' of in de wijde vlakte als daar een grote konsumentenmarkt wordt gebouwd tegen konkurrende prijzen met grote parkeerterreinen. Want de konsument kan zich ook gemakkelijk verplaatsen. Overbewinkeling Als het centrum wordt gesaneerd, een nieuw winkelcentrum wordt gebouwd en bovendien nog een superstore op bar gezellig Telefoon 02155-8252 het platteland wordt toegelaten moe ten daar mogelijkheden voor zijn. An ders ontstaat een toestand van overbe winkeling met de nodige faillissemen ten als gevolg. Het zelfde gebeurt als twee bij elkaar gelegen plaatsen el kaar overtroeven met de opzet van nieuwe winkelvoorzieningen, die el kaar in de haren vliegen. Er moeten behoorlijke markt onderzoekingen worden gedaan en de detailhandel, groot of klein, moet weten waar zij aan toe is met de vestigingsmogelijk heden. Er moet duidelijkheid zijn in voorbereiding en evenzeer in uitvoe ring. Bij executie van ingrijpende sa neringen mag het niet voorkomen dat men zakenmensen jarenlang in een half gesaneerde buurt laat voortzwoe- gen met een ontluisterd achterland. Dat gebeurd omdat de kosten worden onderschat of omdat om politieke re denen de verwezenlijking wordt uit gesteld. Gebrek aan proffesionele kennis brengt gemeentebesturen ertoe de verwezen lijking over te laten aan banken, dochters van banken of andere pro- j ektont wikkelingsmaatschappij en. Daar is niets tegen mits voorkomen wordt dat of de vertrekkende middenstand of de komende winkelstand eerst rentabiliteit van deze banken of ont wikkelingsmaatschappijen voor jaren moet verzekeren voordat men aan ei gen welvaart toekomt. De gemeentebesturen zijn o.i. niet ge roepen om bestemmingsplannen vast te stellen ten bate van bouwers of banken maar ten behoeve van de ge hele gemeenschap, dus ook voor het midden- en kleinbedrijf. En zonder goede bestaanskansen voor de laatsten verpietert een dorp of stad tot een dood geheel waar de konsument met tegenzin zijn kooplust gaat uitleven. In dit licht gezien zou menig gemeen tebestuurder eens door zijn gemeente moeten lopen om eens te zien hoe het er bij staat. Hij zal meer dan eens tot verbluffende konklussies komen. De figuur van Jan Rudolf Thorbecke neemt in de annalen v&n onze parlemen taire geschiedenis een centrale plaats in. De liberale staatsman was de gees telijke vader van de grondwetsherziening van 1848, welke het fundament zou leggen voor onze parlementaire demokratie. Ook ontwierp hij als minister ver schillende organieke wetten, waarvan de beginselen tot op de dag van heden nog steeds gelden. Terwijl overal in het land de buitenwijken van steden en dorpen een beeld bieden van groei en vernieuwing, blijven de centra van de gemeenten achter. Dat valt on in de grote steden, waar de verkrotting in tal van wijken een triest beeld biedt. Dat is evenzeer opmerkelijk in vele provincieplaatsen en dorpen, die aftakelen alsof zij vergeten zijn. En dat in een tijd van ruimtelijke or dening. Wij st.ruktureren, ordenen en bestem men op papier dat het een lust is. Of in wer'-olijkheid de schoonheid der centra toeneemt moet dikwijls worden betwijfeld. Voorheen werd de rekon- struktie van centra geheel aan het partikulier initiatief overgelaten. Toen voltrok z'nh een sanering stapsgewijs en niet altijd harmonisch. Nu worden incidentele initiatieven afgeremd of verworpen. Er moeten grootse werken worden uitgevoerd, zo wordt gedacht. Tegengestelde opvattingen, gebrek aan samenwerking, ambtelijke pietepeute righeid en vooral gebrek aan midde len verhinderen de uitvoering. Veel voorzieningen noodzakelijk De chaos wordt aan de oude gang, van zaken geweten en het gebrek aan vi sie. Partikulieren maken egoistische plannen. Nu is er wel planning, die op grote schaal wordt gemaakt maar t.o.v. elkaar ongekoördineerd en dik wijls konkurrerend. Bovendien ver slikt men zich licht in de ekonomische haalbaarheid van de plannen. Aller lei bezwaren en konflikten houden de uitvoering van plannen tegen en in tussen liggen de centra van steden en dorpen ekonomisch dood te bloeden. Dat is niet overdreven. Er is immers een duidelijke ontwikkeling die de be volking uit de centra drijft. Ieder wil buiten wonen en neemt zijn koop kracht mee. De meest welvarende be volkingsdelen wonen buiten de centra en vragen daar om en eigen voorzie- Jarenlang was Thorbecke de grote te genspeler van koning Willem III, die het maar moeilijk kon verkroppen, dat de liberale leider de macht niet bij het staatshoofd, maar bij het parle ment wilde leggen. Op 4 juni was het 100 jaar geleden dat Thorbecke is overleden. Veel konflikten niet koning Willem III Thorbecke werd in 1798 in Zwolle ge boren. Hij studeerde korte tijd in Am sterdam, zette daarna zijn studie voort aan de universiteit van Leiden. Reeds op 22-jarige leeftijd promoveert hij in de letteren. Daarna vertrok hij naar Duitsland om er filosofie en geschie denis te gaan studeren. Hij voorzag in zijn levensonderhoud door op te treden als privaat-docent. Thorbecke wordt op 27-jarige leeftijd benoemd tot hoogleraar in de staats wetenschappen te Gent. België maakte toen deel uit van het koninkrijk der Nederlanden. Na de Belgische opstand volgt zijn benoeming tot hoogleraar in de geschiedenis van staat en het recht te Leiden. Als hoogleraar kwam hij nogal eens in konflikt met zijn meer behoudende kollega's, die zijn vooruitstrevende ideeën maar matig konden waarderen. Daarentegen werd Thorbecke, hoe hoog de eisen ook waren die hij stelde, door zijn studenten op de handen gedragen. Met zijn publikatie „Aantekeningen op de Grondwet" begaf hij zich voor het eerst op politiek terrein en al spoedig werd hij de leider van de liberalen. Thorbecke mikt op een grondige wij ziging van onze grondwet en krijgt in 1848 de kans, toen revoluties in Parijs, Berlijn en Wenen koning Willem III met schrik vervullen. De revolutie zou immers gemakkelijk naar Nederland kunnen overslaan. De vorst is plots bereid tot vergaande konsessies en in derdaad komt in hetzelfde jaar nog de grondwetsherziening tot stand. Wetgever In 1849 (koning Willem III zit inmid dels op de troon) wordt Thorbecke be last met het vormen van een nieuw ministerie. In de daaropvolgende jaren ontwerpt de voortvarende liberaal verschillende belangrijke wetten, die niet meer uit ons staatsbestel zijn weg te denken. O.a. ontstaan de drie, zogenaamde or ganieke wetten, de kieswet, provin ciale wet en gemeentewet. Verder ko men onder zijn bewind tot stand de scheepvaartwetten (vrijhandel), de postwet en de onteigeningswet (met het oog op de aanleg van een spoor wegnet). In 1853 komt het kabinet ten val. Oorzaak was de z.g. april-bewe- ging, die zich verzette tegen het her stel van de bisschoppelijke hiërarchie, zoals die door de paus was uitgevaar digd. De orthodoxe protestanten, die door de jaren heen hardnekkig hadden volhard in hun intolerante houding jegens het katholieke volksdeel, zagen in Thorbecke hun grootste tegenstan der. Het ministerie Thorbecke distan- cieerde zich van deze beweging, maar toen koning Willem III anders rea geerde dan Thorbecke wenste, kwam het tot een regeringskrisis. In 1862 keert Thorbecke terug op een ministerszetel Weer wordt er onder zijn bewind veel tot stand gebracht We noemen de wet op het middelbaar onderwijs, de aanleg van de Nieuwe Waterweg en de afschaffing van de slavernij in West-Indië. Vier jaar la ter komt er een einde aan Thorbecke's tweede kabinet. De goede verhouding tussen de rooms-katholieken en libe; ralen raakt door de onderwijskwestie verstoord en de jong-liberalen o.l.v. Fransen van de Putte vinden Thor becke te konservatief. Parlement zegeviert Thorbecke wordt in 1866 oppositie leider en ook als zodanig speelt hij een vooraanstaande rol in de lands- politiek. En opnieuw komt hij in kon- flikt met koning Willem III. In ver band met de Luxemburgse kwestie biedt het ministerie zijn ontslag aan. Maar de koning weigerde, zodat de Kamer moest worden ontbonden. Daarop nam de Kamer (uiteraard me de op instigatie van Thorbecke) een nieuwe motie aan, waarin werd uitge sproken dat met de vorige Kameront binding geen landsbelang werd ge diend. En nog bleef de regering zitten! Toen werd de begroting door de Ka mer afgestemd! Dat betekende de ge nadeslag voor het kabinet. Thorbecke had gezegevierd. De vraag of er mi nisters zouden zijn in overeenstem ming met de wil van de vorst of met de meerderheid van de Kamers, was in laatste zin beslist. Thorbecke trad in 1868 en 1871 op als kabinetsforma teur. Minister werd hij echter niet meer. Hij stierf in 1872, juist toen er weer een kabmetskrisis heerste. ÉL-,. bar gezellig Telefoon 02155-8252 Een mens heeft niet alleen voedsel nodig om in leven te blijven, hij moet ook kontakten met andere mensen kunnen leggen. Voor zelfstandig wonende be jaarden is de telefoon een uiterst belangrijk instrument om met de buiten wereld te kunnen kommuniceren. Maar een telefoonaansluiting kost geld en bejaarden krijgen van de P.T.T. geen reduktie op aansluiting en abonnement. Vooral voor de ouderen die grotendeels of geheel rond moeten komen van hun a.o.w., is een telefoonaansluiting veelal een te kostbare luxe. door bejaarden, die weliwaar geen te lefoon op hun kamers hadden, maar die inwoonden bij een gezin, die wel over telefoon beschikte. De kroon vond dat in deze gevallen voldoende kom- munikatiemogelijkheden over bleven en dat trouwens niet kon worden voorbijgegaan aan het feit, dat in de woning een telefoon voor algemeen gebruik aanwezig was. Maar voor zelfstandige wonende be jaarden ligt dat geheel anders. Zij moe ten om te kunnen telefoneren de deur uit. Er kunnen allerlei, soms zeer pre caire omstandigheden zijn, die hen dat beletten. Hopenlijk komt er over deze materie nog eens een duidelijke uit spraak van de Kroon, want ons in ziens moeten telefoonkosten als nood zakelijke bestaanskosten worden aan gemerkt. Uiteraard kan ook de cen trale overheid te dezer zake uniforme richtlijnen uitvaardigen, waaraan de gemeenten zich dan zoveel mogelijk dienen te houden. De mogelijkheid bestaat echter om via de bijstandswet bijstand te ontvangen in de abonnementskosten. Helaas is de ene gemeente in dit opzicht veel gul ler dan de andere gemeente en daar om zou het aanbeveling verdienen wanneer de centrale overheid ter zake uniforme richtlijnen zou uitvaardigen Gunstige situatie in Amsterdam Het blad „Op leeftijd", orgaan van de Nederlandse Federatie voor Bejaar denzorg, merkt terecht op dat tele foonkosten althans voor zelfstandig wonende bejaaden behoren tot de noodzakelijke kosten van het bestaan. Kommunikatie met de buitenwereld is voor deze ouderen even noodzakelijk als voeding en kleding en het bezit van een telefoon draagt in niet geringe mate bij tot het zolang mogelijk zelf standig funktioneren van de bejaarde. Maar als hij de telefoonkosten niet be talen kan? Kan hij dan bij de ge meente een beroep doen op de bij standswet? In beginsel wel. Maar het vervelende is dat de bejaarde ervan afhankelijk is hoe zijn gemeentebe stuur hierover denkt. „Op leeftijd" wijst op de gunstige situatie in Am sterdam. In de hoofdstad wordt in overleg met de GGD de indikatie van een telefoonaansluiting zonder nader onderzoek aanvraagd, indien de bij standaanvrager 70 jaar of ouder is en zelfstandig woont. Men gaat er in Am sterdam van uit dat bij deze bejaar den een medische of sociale indikatie altijd aanwezig is. Bovendien kunnen in Amsterdam personen boven de 65 jaar, die reeds telefoon hebben én zelfstandig wonen, bijstand ontvangen in de abonnementskosten. Zo gunstig als in Amsterdam ligt de situatie in de meeste andere gemeen ten helaas niet. Bij iedere aanvraag voor bijstand in de kosten voor een telefoonaansluiting en abonnement wordt daar bekeken of een dergelijke bijstand in dit individuele geval kan worden verleend. Deze gemeenten gaan er dus niet a priori van uit, dat oudere mensen, die zelfstandig wonen, beslist telefoon moeten hebben. De Kroon De Kroon heeft tot dusver in beroeps zaken weinig uitspraken over deze materie gedaan. Wel deed zij enkele uitspraken terzake bijstandsaanvragen omtrent telefoonkosten, maar het be trof hier aanvragen die waren ingediend Of de PTT? Helaas heeft de centrale overheid totnogtoe een dergelijke richtlijn niet uitgevaardigd en het ziet er ook niet naar uit dat zij binnenkort zal doen. In Den Haag staat men heel wat snel ler klaar met uniforme richtlijnen, wanneer daarmee bezuinigingen kun nen worden bereikt. Zo blijft de zeer onbevredigende toestand bestaan, dat de verschillende gemeenten volkomen willekeurig kunnen beslissen over de bijstand van de onvermogende be jaarden, inzake telefoonkosten. De be jaarden in sommige gemeenten moe ten dus maar wachten op een struk- turele verbetering van hun inkomsten positie, voor zij zich telefoon kunnen aanschaffen. Tenzij natuurlijk de PTT haar beleid zou wijzigen en de boven- 65-ers een reduktie zou verstrekken op aansluiting én abonnement. „Op leeftijd" memoreert dat in 1967 de staatsecretaris van CRM de Kamer meedeelde het onjuist te vinden om de medegebruikers van de telefoon onder de 65 jaar op hogere kosten te bren gen door reduktie te verstrekken aan boven 65-jarigen. Het zou ons toch niet verbazen als de huidige bewindsman er ook zo over dacht. Maar toch zou een uniforme regeling in het kader van de bijstands wet wel het minste zijn, wat de cen trale overheid kan doen. Als vanouds bloeit het kulturele leven in Praag, hoofdstad van dc kortimunis- tische satellietstaat Tsjecho-Slowakije. Avond aan avond stromen de schouw burgen en concertzalen vol om opera's van Mozart en Janacek en toneelbewer kingen van de boeken van Remarque te zien. De koncerten in deze muzikale stad. waar eens Mozart de première van zqn Don Juan leidde, zijn uitstekend en worden druk bezocht. In de bars worden de nieuwste pop platen gedraaid, uit café's klinken de melancholieke klanken van de Bo heemse volksmuziek. Elke avond biedt Praag het bedrieg lijke schouwspel van een feestelijke stad, waar de straten en ontspannings gelegenheden overstroomd zijn door mensen, die vóór alles van het leven willen genieten. De eerste verbijstering In de vroege'ochtend rijden wij Praag binnen. De eerste indruk is overwel digend. Duizend kerken met torens, waarvan het bronsgroen onwezenlijk blinkt in het morgenlicht, verbijsteren ons. De ijle, gotische St. Veitkathedraal rankt op de hoogste heuvels en verder glooit de stad over alle heuvels die hier in grote getale rondom de Moldau als pepernoten zijn uitgestrooid. We zijn gulzig om al deze schoonheid van barok en nog eens barok te willen drinken. Na vier kerken voelen we ons als een losgeschoten plafond-engeltje, dat soms ernstig wordt als het een volkomen evenwichtig renaissance- wonder aanschouwt. In het land van de Skoda kunnen slechts weinig mensen zich een auto permitteren en zo bereiken we, niet gehinderd door verkeersopstoppingen, vrij snel het Vysehrad, het hart van de oude stad, vlak achter het Pantheon van de Moldau, waar Smetana eens stond toen hij de onsterfelijke motie ven vond voor zijn symfonische gedicht „My Vlast" (Mijn vaderland). Beziet van hieruit Praag en beziet hoe de Moldau de stroom is, die Praag voedt, die de geuren van het Boheemse land tot in d estad draagt. Ziet hoe de bruggen over de Moldau springen en ziet vooral hoe de Karelsbrug dat doet in kleine bedachtzame boogsprongetjes met prachtige beeldengroepen op iedere pijler. Dat is de eerste verbijstering, die Praag ons schenkt, die van vol komen schoonheid. Leefbaarder Maar Praag is als een mooie vrouw, die zich niet op mag maken. Het aan gezicht van deze stad is van een na tuurlijke schoonheid, maar het inner lijk is aangetast door de politieke si tuatie, die aan de stad iets tragisch geeft, dat herinnering wekt aan de somberste bladzijden uit de boeken van Franz Kafka, die in deze stad leefde en werkte. Iets van de donkere melancholie van Joseph K., die zich de weg naar Het Slot versperd zag, tekent zich af op de gezichten van de Tsjechen, wanneer wij hen vragen hoe zij het kommunis- tisch bewind ervaren Vooral de oudere mensen, die zijn opgegroeid in een on afhankelijk Tsjecho-Slowakije, komen er openlijk vooruit, dat zij het rode bewind beu zijn. Dat is iets wat in Praag wél opvalt: de mensen willen hier méér te zeggen hebben dan in de meeste andere satel lietstaten. Goed, wie op een openbare vergadering zich uitspreekt tegen het bewind, wordt gewis op het matje ge roepen. maar wie op straat eens een paar scherpe opmerkingen plaatst, wordt niet lastig gevallen. Toch zijn het niet alleen de Russen, maar ook de Duitsers ten opzichte van wie de Pra- gers een sterke wrok koesteren. Het „verraad van München" is. men hier nog niet vergeten. Gastvrq De vrouwen in deze stad gaan minder modieus gekleed dan bij ons. Men ont dekt hier vele tekortkomingen in het harnas der elegantie. De ietwat kleur loze stijl, waarmee de Praagse vrouwen zich kleden, zou in onze grote steden e enlichtelijk verouderde indruk heb ben gemaakt, maar hier in hun eigen milieu kan deze stijl doorgaan voor een samengaan van sobere zwier en nuch ter verstand. De meeste vrouwen in Praag werken, want de lonen in dit land zijn laag, en een gezin kan met het inkomen van een man alléén moeilijk rondkomen. Maar zelfs de minder draagkrachtigen kunnen hun kinderen verder laten stu deren. De helft van de studenten in deze stad studeert op staatskosten. Dat is politiek gezien ook van betekenis. De studenten zijn nu wel gedwongen zich min of meer naar de instrukties van de openbare geldschieter te richten. De Oosteuropese gastvrijheid is legen darisch. De Pragers zijn vriendelijke, hartelijke mensen en ook dat is bevor derlijk voor het. toerisme, dat een be langrijke bron van inkomsten voor de Tsjechen begint te worden. De mensen willen vooral weten hoe wij in het westen leven. De Pragers bezitten in hoge mate de deugd der verbazing, een der kost baarste eigenschappen van dit dichter lijke volk. Zij stellen ons vragen over de gewichtigste dingen en miniemste futiliteiten. Verstard Het doet weldadig aan te praten met deze mensen, die geen argwaan aan de dag leggen, wier woorden niet door trokken zijn van het skepticisme. dat bij ons bijna een mode begint te wor den. Praag mist echter de levendigheid van andere Westeuropese steden. Een nachtleven kent de stad nauwelijks. In maannachten strekt zij haar bleke muren en rechte straten uit. zelden verstoord door de stap van een wande laar of het rumoer van uitgaande jon gelui. Op de verlaten kruispunten tro nen dan alleen de stomme beelden van nationale grootheden, als massieve, le venloze kubussen, die met hun stenen gezichten vrij juist de starre overheer sing uitbeelden, waaronder de bewoners van deze stad leven. Weinig Pragers geloven nog in een be vrijding uit de Russische houdgreep. De meesten, die wij spraken, durven niet eens meer te hópen. omdat zij zich bij voorbaat willen beschermen tegen de pijn. die de uitzichtloosheid van hun heimelijk verlangen oproept. Anderen spraken er kwasie onverschillig over, al betrof het slechts een onaangenaam incident, dat van tijdelijke aard was. Dus wandelden zij verder door de stra ten, de "houding aannemend van wel gemoed een zeker voorbijgaande toe stand te verdragen. En het is wellicht dit ontbreken van elke hoop. die angst om in de toekomst te durven kijken, die de sfeer in deze stad het beklemmende geeft van een Kafka-verhaal. Onder een coöperatie verstaan we een vereniging van personen. Dit kunnen mensen maar ook rechtspersonen zijn. Hier treft ons terstond het verschil met een stichting. De coöperatie heeft leden en een bestuur, de stichting heeft al leen een bestuur, doch heeft geen leden. De stichting kan door één persoon in het leven worden geroepen, voor de oprichting van een corporatie zijn minstens twee personen nodig, die zich verenigen. De coörperaties worden verdeeld in. i vennootschappen (maatschap); 2. vere nigingen. De vennootschap De vennootschap is een combinatie van personen met het doel' voor ge meenschappelijke rekening een beroep of bedrijf uit te oefenen, daarmee winst te behalen en deze onderling te verdelen. De maatschap wordt gere geld in het Burgerlijk Wetboek, ter wijl in het Wetboek van Koophandel vier vennootschappen worden geregeld, nl. de vennootschap onder firma, de commanditaire vennootschap, de naam loze vennootschap en de rederij. (Mees tal rekent men de coöperatieve vereni ging ook tot de vennootschap). Door de wet van 2 juli 1934 is het verschil tussen handelsdaden en niet- handelsdaden en tussen kooplieden en niet-kooplieden vervallen; daardoor spreekt het Wetboek van Koophandel niet meer van handelsvennootschappen. Van de vennootschappen zijn alleen de naamloze vennootschap en de coöpe ratieve verenigingen rechtspersonen. De vereniging De vereniging heeft niet ten doel winstbejag voor de leden. Zij heeft ten doel de bevordering van de geeste lijke of stoffelijke belangen van de leden of van derden. Allerlei verenigin gen vallen hieronder zoals b.v. sport verenigingen, verenigingen voor armen zorg, kiesverenigingen, vakverenigin gen enzovoort. Vóór 1855 hadden al deze verenigingen van rechtswege rechtspersoonlijkheid, doch door de wet van 22 april 1855 op het recht van vereniging en vergade ring* is daarin verandering gekomen. Deze wet bepaalt dat voor het verkrij gen van rechtspersoonlijkheid een er kenning nodig is, die tot stand komt door goedkeuring van de statuten en wel bij Koninklijk Besluit, indien de vereniging voor minder dan 30 jaar wordt aangegaan en bij een wet, in dien de termijn langer dan 30 jaar is of wanneer de vereniging voor onbe paalde tijd is opgericht. Is de termijn verstreken dan moet opnieuw konin klijke of wettelijke goedkeuring wor den gevraagd. Voor wijziging van goedgekeurde sta tuten is ook koninklijke of wettelijke goedkeuring nodig. De wijziging van de statuten van verenigingen, die da teren ,rtm vóór de invoering van de wet van 1855, behoeft ook thans geen goed keuring. De hiervoor bedoelde wette lijke goedkeuring komt praktisch niet voor. Verenigingen plegen te worden opgericht voor een termijn van 29 jaar of 29 jaar en 11 maanden. Liquidatie Indien de vereniging niet strijdt met de goede zeden of met de openbare orde, worden de statuten goedgekeurd. Zij moeten worden gepubliceerd in de Nederlandse Staatscourant. Wanneer men afwijkt van de staut.en, b.v. door in de praktijk een ander doel na te streven dan in de statuten staat, kan de vereniging door de rechtbank (op vordering van de officier van justitie) van haar rechtspersoonlijkheid verval len worden verklaard. Aansprakelijkheid De rechtspersoonlijkheid is van be lang voor het verkrijgen van erfenis sen, legaten, schenkingen e.d. en in het algemeen voor het verkrijgen van ei gendom. B v. een vereniging wil een eigen verenigingsgebouw hebben. Is er geen rechtspersoonlijkheid dan worden bij aankoop de leden tezamen of de bestuurders die voor hen handelen, de eigenaren; is er wel rechtspersoonlijk heid dan worden de leden geen eige naren doch alleen de vereniging, zodat indien leden uit- en toetreden dit han delingen zijn die geen invloed hebben en behoeven te hebben op de eigen dom van het gebouw. Ook op de aan sprakelijkheid voor de schulden heeft de rechtspersoonlijkheid invloed. Is er rechtpersoonlijkheid dan hebben de crediteuren alleen verhaal op de bezittingen van de vereniging en niet op die der leden. Is er geen rechts persoonlijkheid dan zijn de handelen de leden, meestal de bestuurders, met hun gehele vermogen voor de schul den der vereniging, die door hen wor den aangegaan, aansprakelijk. Uitzondering Een uitzondering vormt de coöpera tieve vereniging. Deze heeft wél rechts persoonlijkheid doch naast dit lichaam zijn de leden persoonlijk nog gehouden tot aanzuivering van een tekort bij ontbinding, tenzij bij de statuten anders is bepaald. De verenigingen worden beheerst door haar statuten en regle menten en door de artikelen 1690 e.v. van het Burgerlijk Wetboek, ru'u berken hebben rechtspersoon lijkheid. De (reeds genoemde) wet van april 1855 is echter op haar niet toepasselijk. Voor het verkrijgen van rechtspersoonlijkheid is die wet (vol gens artikel 14) o.m. evenmin van toe passing op: I. verenigingen van vóór mei 1855: 2 coöperatieve verenigin gen. 3. maatschappen en vennootschap pen. 4. onderhnge wederkerige verze- kerings- en wnarboremaatschappiien: icnnr p^pri'en Hier ziin de artt. 1690-1702 van het Burgerlijk Wetboek- toepasselijke Tenslotte nog de volgende opmerking- öteeds dient men erop te etten of het lestuur van een (reehtsoersoonliikheid bezittende) verPnigine of vennootschap verrichten van een bepaalde rechtshandeling bevoegd is De statu ten moeter, hierover hVht verspreiden. v. m de statuten van pen naamloze vennootschap le7en Wp hPnalinc dat voor het vervreemden van de onroe rende goederen van de NV het \<- ma" '•rryy-.n pnTV, ppl i C- sen behoeft Het hp.stuur kan in deze dus slechts rechtseeldio optreden met maehtiCTinp var) commisaar'cfpn Ver- ^oct,,ur onroorpt-id goed van He m,„v.,rtne. dan is He ve-Vonn v„, r. den™ °2e vennootschap) niet bin-

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1972 | | pagina 14