Pompidou begint het
verkiezingsoffensief
<t ^u\jkje>
Hersenspoeling
AUTORIJSCHOOL
VAN BUUREN
t ^uykje»
THORBECKE HONDERD HAR GELEDEN
OVERLEDEN
Stads- en dornscentra
blijven achter
«'t
^uykje»
Bejaarden en telefoonkosten
PRAAG schoon cn beklemmend
De Coöperatie
Eiermarkt
Geslaagd
Geestelijke vader van onze parlementaire democratie
Uniforme regeling wenselijk
Bouwwerken en Tsjechische gastvrijheid trekken
veel toeristen
Soester Courant van donderdag 20 Juli 1972
Het Gaullistische regime van Frank
rijk steunt op een overweldigeende
meerderheid in de kamer. Maar presi
dent Pompidou is zeker niet vergeten
dat die meerderheid tot stand kwam
tijdens verkiezingen die geheel en al
in de sfeer van de paniek stonden. De
Fransman werd niet zonder talent
bang gemaakt dat de kommunisten op
het punt stonden alles weer teniet te
doen wat De Gaulle had opgebouwd.
Ook al was men dan niet al te zeer
op het gaullisme gebrand, dan stemde
men toch licht op de regeringskoalitie
omdat je wel weet wat je hebt maar
niet wat je krijgt.
Wat zij kregen hadden de Fransen ook
niet kunnen voorzien. Pompidou kwam
op de presidentszetel en Chaban-Del-
mas werd premier. En al kunnen we
het bewind van deze twee heren zeker
niet on-gaullistisch noemen - de ge
neraal had een en ander zeker zo niet
gedaan. Pompidou, waarschijnlijk daar
toe gedwongen doordat hij zelf
wel wist niet over het haast bovenna
tuurlijk magnetisme van De Gaulle te
beschikken, ging een veel lossere weg,
liberaler. Zoals De Gaulle gebruik
maakte van zijn talent om de tradi
tionele hiërarchie in Frankrijk naar
zijn hand te zetten, liet Pompidou zijn
premier veeleer zijn best doen die
maatschappelijke machtstruktuur open
te breken en dat is tot op zekere
hoogte ook aardig gelukt. Het Frank
rijk van nu is zeker niet meer dat van
1968. Binnen de gaulistische beweging
zijn er daarom velen die hierover niet
zo verheugd zijn, die hadden liever
gehad dat de koers van de generaal
onveranderd was gehandhaafd - an
ders dan Pompidou hadden zij de idee
dat dit mogelijk geweest zou zijn.
Pompidou weet dat hij persoonlijk -
want hij heeft er nooit twijfel over
laten bestaan dat hij de opperbaas is -
in de loop van de jaren aanzien heeft
gewonnen bij de wat meer verlichte
geesten in de rangen van de UDR, de
gaullistische organisatie, en daarbui
ten. Die aanhang zal hij ook niet snel
verspelen. Maar hij moet er wel reke
ning mee hebben gehouden dat hij de
verstokte gaullisten wel kwijt zou kun
nen raken.
Verenigd links
Zijn meerderheid kan wel een stootje
hebben, doordat links zich eigenlijk
voor het eerst in twintig jaar aaneen
gesloten heeft op een beetje redelijke
en mogelijk ook de kiezer aanspreken
de basis, zijn de gevaren van een grote
stoot niet denkbeeldig.
Dus heeft hij besloten de oude garde
even te tonen dat hij toch wel dege
lijk de forse gaullist is die zij graag
aan het hoofd van de natie zien. Cha-
ban-Delmas is de laan uitgestuurd -
dat is al een vrij willekeurig machts
vertoon dat de generaal gewaardeerd
zou hebben. En in diens plaats komt
Pierre Messmer, een man die door de
oude garde beslist gezien wordt als
een buiten elke liberale verdenking
staande behoeder van de gaullistische
erfenis.
De orthodoxen wil Pompidou hiermee
lijmen, van de aanhang der liberalen
in de Gaullistische lijn is hij zonder
meer wel zeker en voorzover moge
lijk is de grondslag gelegd voor een
nieuwe parlementaire meerderheid.
Alleen, een nieuwe paniek jegens de
kommunisten zit er dit keer zeker niet
in, tenzij de linkse voormannen zeer
domme dingen doen. Maar de socialist
Mitterand zal, door bittere ervaringen
wijs geworden, daarvoor wel uitkij
ken. En gezien de weifelende houding
van de andere oppositiepartijen kan
hij de Franse kiezer er misschien wel
van doordringen dat ditmaal een vere
nigd links het enige alternatief is, dat
dan bovendien in staat geacht moet
worden te regeren. Aangezien juist op
het sociale vlak De Gaulle zelf weinig
en zijn opvolger ook al niet veel heeft
gedaan, staan de kansen van Mitte
rand niet slecht. Met Chaban-Delmas
(toch al een beetje wantrouwig beke
ken wegens wat vage betrekkingen
met belastingfraude en door ongeluk
kig optreden van de politie en door
korruptieschandalen bij de omroep
enz.) redt Pompidou het waarschijn
lijk niet. Of hij het met Messmer wel
redt is een zeer open vraag.
bar gezellig
Telefoon 02155-8252
Een onzer lezers stelde ons voor onze
rubriek „Met raad en daad" de vraag:
kunt u mij meer vertellen over het
verloop en de uitwerking van de zgn.
„hersenspoeling"?
Hierop kan niet in kort bestek ant
woord worden gegeven, waarom wij
op deze vraag hieronder uitvoerig in
gaan.
Het woord ..brainwashing (of hersen
spoeling, vertalingen van het Chinese
„hsi nao") kreeg bekendheid na de
Koreaanse oorlog van 1950-1952.
Vele teruggekeerde krijgsgevangenen
bleken een totale ommekeer te hebben
meegemaakt in hun levensovertuiging
en gedragspatroon; ze hebben propa
ganda voor het communisme gemaakt
via de radio, propaganda-pamfletten
geschreven en waren ruw en harte
loos opgetreden tegen medegevangenen,
ze beweerden dat de Amerikanen in
het leger van de Verenigde Naties bac
teriologische oorlog hadden gevoerd,
terwiil dat beslist niet waar was; som
migen verzochten zelfs om naar China
teruggezonden te mogen worden. Het
bleek, dat zij een behandeling hadden
ondergaan, die jaren had geduurd,
waardoor ze hun eigen afgedwongen
bekentenissen tenslotte geloofden, waar
bij hun oude denkwijze volledig werd
„weggespoeld", en vervangen door ge
heel nieuwe denkinhouden, overtuigin
gen en strevingen, zodat terecht door
onderzoekers van deze verschijnselen
gesproken werd van een „thought-re-
form". Vele onderzoekers in het vrije
westen wijdden s'ndsdien hun aandacht
aan wat er in de Chinese heropvoe-
dingscentra ook met eigen volksgeno
ten had plaatsgegrerien. zoals o.m. be
schreven wordt in het boek „Thoueht
Peform and the Psvchology of Tota-
lism". a studv of brainwashing in Chi
na, door Robert Jay Lifton. In ver
schillend opzicht lijkt de techniek van
de hersenspoeling op methoden in
vroeger eeuwen toegepast door de In-
nuisitie, die niet alleen ten doel had
den een afvallige tot afzwering van
zijn ketterijen, maar ook tot een beke
ring tot het. „ware" geloof te brengen.
De Russische fysioloog Pavlov (1849-
1936). hoogleraar aan de Militaire Me
dische Hogeschool in St. Petersburg,
deed uitgebreide onderzoekingen op
het terrein der zintuigvermogens bij
dieren en mensen (soldaten) om toe te
passen bii de drpssuur. m.a.w. bij het
doen ontstaan van gewoontehandelin
gen zonder zelfkontrole of zelfkritiek,
gehoorzamend aan bevelen van hoger
hand.
Voortgezette studie van dit onderwerp
in China leidde tot een geraffineerde
toepassing ervan in 1949, toen het vas
teland van China geheel door de com
munisten veroverd was en er groot
jebrek was aan ambtenaren, die het
nieuwe systeem met overtuiging wil
den dienen.
In hoofdzaak komt de techniek van de
hersenspoeling neer op een verzwak
king van het „IK", zodat de eigen
persoonlijkheid van de mens gebroken
wordt.
Lichamelijke kastijdingen worden in
hoofdzaak slechts toegepast om ande
ren die in opstand zouden willen ko
men als waarschuwend voorbeeld te
dienen, want folteringen staan in de
regel de beoogde bekering in de weg.
De eerste fase van de hersenspoeling
moet leiden tot een geestelijke „break
down", waarbij voornamelijk de vol
gende midden worden gebruikt: over
vermoeidheid door overmatig zware en
langdurige lichamelijke arbeid, einde
loze geestelijk afmattende verhoren,
het stichten van verwarring door af
wisselend slechte en goede behandeling,
eenzame opsluiting en bij voorkeur
's nachts onverwachts uit de slaap ha
len om verhoren te ondergaan, schuld
gevoelens opwekken over een vaak ge
suggereerd misdadig verleden.
Ook slechte voeding en lichamelijke
vervuiling spelen een grote rol, steeds
wordt getracht zelfmedelijden op te
wekken en het. zelf re spekt te onder
mijnen. besprekineen in discussiegroe
pen duren steeds langer en de nacht
rust duurt korter, tenslotte volgt een
emotionele krisis, die meestal begint
met een huObui van een der groepsle
den, die ook de anderen, die al op
de rand van een break-down staan.
mee=leept. Daarna voM een algemene
biecht als oude schuldgevoelens door
breken waardoor de bereidheid ont
staat de nieuwe ideologie te aanvaar
den. De tweede fase van de hersen
spoeling. die van de her-opvoeding,
luidt in met een sterke verbetering van
de levensomstandigheden, vermindering
van de zware arbeid, uitbreiding van
de discussiegroepen, schn'iven en be
spreken van autobiografieën, naast het
inprenten van communistische theo
rieën komt praktisch werk. waardoor
de van buiten geleerde kennis levend
bezit wordt.
LAANSTRAAT 43
TELEFOON 4685
EERSTE RIJLES GRATIS
Op de Amersfoortse eiermarkt wer
den aangevoerd 30.000 stuks in prijzen
van 11,26 tot 12,75. Middenprijs
11,60. Prijs per kg 1,82.
Voor het vakdiploma B en U van het
Bouwtechnisch Instituut te Amersfoort
slaagde onze plaatsgenoot de heer J.
G. Bodewes.
ningspatroon. Dit betekent afnemende
besteding voor het centrum. Daar kan
veel aan gedaan worden door te zor
gen dat een centrum een rijke ver
scheidenheid aan zaken biedt, zodat de
konsument keus kan maken. Vervol
gens moet een dorps- of stadscentrum
aantrekkelijk blijven door zijn bereik
baarheid. Met bredere verkeersstro
men worden bredere toegangswegen
gevraagd en goed geplaveide toegangs-
lijnen. In de derde plaats behoort er
voldoende parkeergelegenheid te zijn.
Een centrum moet blijven trekken.
Overleg
Voor alle drie basisvoorwaarden voor
een goed centrum kan een gemeente
bestuur veel doen. Het scheppen van
goede toegangswegen voor stad en
dorp is zonder meer een gemeentezaak.
Met de planning daarvoor komt men
vanzelf tot afbakening van de kern
van de gemeente. Daaraan sluit de
vraag hoe groot een voorzieningsappa
raat moet zijn en welke parkeergele
genheid er moet zijn. Het is niet zo
dat de winkelstand en andere belang
hebbenden de gemeentebesturen hun
gang maar laten gaan. Zij komen met
eigen gedachten en willen die spuien.
Er dient dus een goed overleg te zijn
met de organisaties van belangstellen
den zoals middenstandsbonden, winke
liers- en wijkverenigingen.
Alle belanghebbenden willen wel of
fers brengen mits die passen bij het te
verwachten rendement en gemeente
besturen geen grootheidswaanzin krij
gen omdat hun plaats het mooiste en
het meest progessief in bouw van de
hele regio moet zijn. Want dan ver
slikt men zich in de financiën. Ook de
buurgemeenten hebben plannen en die
zijn evenmin mis. Daarom moet er re
gionaal kontakt zijn over de opbouw
van een streek en de provincies moe
ten daar evenzeer in gekend worden
en er ook in meespelen.
Bij de snelle ekonomische struktuur.
wisseling is het zakenleven mobiel
geworden in zijn vestigingsmogelijk
heden. Je kunt midden in een stad of
dorp gaan zitten met een komfortabele
zaak maar evengoed in de industrie
wijk' of in de wijde vlakte als daar
een grote konsumentenmarkt wordt
gebouwd tegen konkurrende prijzen
met grote parkeerterreinen. Want de
konsument kan zich ook gemakkelijk
verplaatsen.
Overbewinkeling
Als het centrum wordt gesaneerd, een
nieuw winkelcentrum wordt gebouwd
en bovendien nog een superstore op
bar gezellig
Telefoon 02155-8252
het platteland wordt toegelaten moe
ten daar mogelijkheden voor zijn. An
ders ontstaat een toestand van overbe
winkeling met de nodige faillissemen
ten als gevolg. Het zelfde gebeurt als
twee bij elkaar gelegen plaatsen el
kaar overtroeven met de opzet van
nieuwe winkelvoorzieningen, die el
kaar in de haren vliegen. Er moeten
behoorlijke markt onderzoekingen
worden gedaan en de detailhandel,
groot of klein, moet weten waar zij
aan toe is met de vestigingsmogelijk
heden. Er moet duidelijkheid zijn in
voorbereiding en evenzeer in uitvoe
ring. Bij executie van ingrijpende sa
neringen mag het niet voorkomen dat
men zakenmensen jarenlang in een
half gesaneerde buurt laat voortzwoe-
gen met een ontluisterd achterland.
Dat gebeurd omdat de kosten worden
onderschat of omdat om politieke re
denen de verwezenlijking wordt uit
gesteld.
Gebrek aan proffesionele kennis brengt
gemeentebesturen ertoe de verwezen
lijking over te laten aan banken,
dochters van banken of andere pro-
j ektont wikkelingsmaatschappij en. Daar
is niets tegen mits voorkomen wordt
dat of de vertrekkende middenstand
of de komende winkelstand eerst
rentabiliteit van deze banken of ont
wikkelingsmaatschappijen voor jaren
moet verzekeren voordat men aan ei
gen welvaart toekomt.
De gemeentebesturen zijn o.i. niet ge
roepen om bestemmingsplannen vast
te stellen ten bate van bouwers of
banken maar ten behoeve van de ge
hele gemeenschap, dus ook voor het
midden- en kleinbedrijf. En zonder
goede bestaanskansen voor de laatsten
verpietert een dorp of stad tot een
dood geheel waar de konsument met
tegenzin zijn kooplust gaat uitleven.
In dit licht gezien zou menig gemeen
tebestuurder eens door zijn gemeente
moeten lopen om eens te zien hoe het
er bij staat. Hij zal meer dan eens tot
verbluffende konklussies komen.
De figuur van Jan Rudolf Thorbecke neemt in de annalen v&n onze parlemen
taire geschiedenis een centrale plaats in. De liberale staatsman was de gees
telijke vader van de grondwetsherziening van 1848, welke het fundament zou
leggen voor onze parlementaire demokratie. Ook ontwierp hij als minister ver
schillende organieke wetten, waarvan de beginselen tot op de dag van heden
nog steeds gelden.
Terwijl overal in het land de buitenwijken van steden en dorpen een beeld
bieden van groei en vernieuwing, blijven de centra van de gemeenten achter.
Dat valt on in de grote steden, waar de verkrotting in tal van wijken een triest
beeld biedt. Dat is evenzeer opmerkelijk in vele provincieplaatsen en dorpen,
die aftakelen alsof zij vergeten zijn. En dat in een tijd van ruimtelijke or
dening.
Wij st.ruktureren, ordenen en bestem
men op papier dat het een lust is. Of
in wer'-olijkheid de schoonheid der
centra toeneemt moet dikwijls worden
betwijfeld. Voorheen werd de rekon-
struktie van centra geheel aan het
partikulier initiatief overgelaten. Toen
voltrok z'nh een sanering stapsgewijs
en niet altijd harmonisch. Nu worden
incidentele initiatieven afgeremd of
verworpen. Er moeten grootse werken
worden uitgevoerd, zo wordt gedacht.
Tegengestelde opvattingen, gebrek aan
samenwerking, ambtelijke pietepeute
righeid en vooral gebrek aan midde
len verhinderen de uitvoering.
Veel voorzieningen noodzakelijk
De chaos wordt aan de oude gang, van
zaken geweten en het gebrek aan vi
sie. Partikulieren maken egoistische
plannen. Nu is er wel planning, die op
grote schaal wordt gemaakt maar
t.o.v. elkaar ongekoördineerd en dik
wijls konkurrerend. Bovendien ver
slikt men zich licht in de ekonomische
haalbaarheid van de plannen. Aller
lei bezwaren en konflikten houden de
uitvoering van plannen tegen en in
tussen liggen de centra van steden en
dorpen ekonomisch dood te bloeden.
Dat is niet overdreven. Er is immers
een duidelijke ontwikkeling die de be
volking uit de centra drijft. Ieder wil
buiten wonen en neemt zijn koop
kracht mee. De meest welvarende be
volkingsdelen wonen buiten de centra
en vragen daar om en eigen voorzie-
Jarenlang was Thorbecke de grote te
genspeler van koning Willem III, die
het maar moeilijk kon verkroppen,
dat de liberale leider de macht niet bij
het staatshoofd, maar bij het parle
ment wilde leggen. Op 4 juni was het
100 jaar geleden dat Thorbecke is
overleden.
Veel konflikten
niet koning Willem III
Thorbecke werd in 1798 in Zwolle ge
boren. Hij studeerde korte tijd in Am
sterdam, zette daarna zijn studie voort
aan de universiteit van Leiden. Reeds
op 22-jarige leeftijd promoveert hij in
de letteren. Daarna vertrok hij naar
Duitsland om er filosofie en geschie
denis te gaan studeren. Hij voorzag in
zijn levensonderhoud door op te treden
als privaat-docent.
Thorbecke wordt op 27-jarige leeftijd
benoemd tot hoogleraar in de staats
wetenschappen te Gent. België maakte
toen deel uit van het koninkrijk der
Nederlanden. Na de Belgische opstand
volgt zijn benoeming tot hoogleraar
in de geschiedenis van staat en het
recht te Leiden.
Als hoogleraar kwam hij nogal eens
in konflikt met zijn meer behoudende
kollega's, die zijn vooruitstrevende
ideeën maar matig konden waarderen.
Daarentegen werd Thorbecke, hoe hoog
de eisen ook waren die hij stelde, door
zijn studenten op de handen gedragen.
Met zijn publikatie „Aantekeningen op
de Grondwet" begaf hij zich voor het
eerst op politiek terrein en al spoedig
werd hij de leider van de liberalen.
Thorbecke mikt op een grondige wij
ziging van onze grondwet en krijgt in
1848 de kans, toen revoluties in Parijs,
Berlijn en Wenen koning Willem III
met schrik vervullen. De revolutie zou
immers gemakkelijk naar Nederland
kunnen overslaan. De vorst is plots
bereid tot vergaande konsessies en in
derdaad komt in hetzelfde jaar nog
de grondwetsherziening tot stand.
Wetgever
In 1849 (koning Willem III zit inmid
dels op de troon) wordt Thorbecke be
last met het vormen van een nieuw
ministerie. In de daaropvolgende jaren
ontwerpt de voortvarende liberaal
verschillende belangrijke wetten, die
niet meer uit ons staatsbestel zijn weg
te denken.
O.a. ontstaan de drie, zogenaamde or
ganieke wetten, de kieswet, provin
ciale wet en gemeentewet. Verder ko
men onder zijn bewind tot stand de
scheepvaartwetten (vrijhandel), de
postwet en de onteigeningswet (met
het oog op de aanleg van een spoor
wegnet). In 1853 komt het kabinet ten
val. Oorzaak was de z.g. april-bewe-
ging, die zich verzette tegen het her
stel van de bisschoppelijke hiërarchie,
zoals die door de paus was uitgevaar
digd. De orthodoxe protestanten, die
door de jaren heen hardnekkig hadden
volhard in hun intolerante houding
jegens het katholieke volksdeel, zagen
in Thorbecke hun grootste tegenstan
der. Het ministerie Thorbecke distan-
cieerde zich van deze beweging, maar
toen koning Willem III anders rea
geerde dan Thorbecke wenste, kwam
het tot een regeringskrisis.
In 1862 keert Thorbecke terug op een
ministerszetel Weer wordt er onder
zijn bewind veel tot stand gebracht
We noemen de wet op het middelbaar
onderwijs, de aanleg van de Nieuwe
Waterweg en de afschaffing van de
slavernij in West-Indië. Vier jaar la
ter komt er een einde aan Thorbecke's
tweede kabinet. De goede verhouding
tussen de rooms-katholieken en libe;
ralen raakt door de onderwijskwestie
verstoord en de jong-liberalen o.l.v.
Fransen van de Putte vinden Thor
becke te konservatief.
Parlement zegeviert
Thorbecke wordt in 1866 oppositie
leider en ook als zodanig speelt hij
een vooraanstaande rol in de lands-
politiek. En opnieuw komt hij in kon-
flikt met koning Willem III. In ver
band met de Luxemburgse kwestie
biedt het ministerie zijn ontslag aan.
Maar de koning weigerde, zodat de
Kamer moest worden ontbonden.
Daarop nam de Kamer (uiteraard me
de op instigatie van Thorbecke) een
nieuwe motie aan, waarin werd uitge
sproken dat met de vorige Kameront
binding geen landsbelang werd ge
diend. En nog bleef de regering zitten!
Toen werd de begroting door de Ka
mer afgestemd! Dat betekende de ge
nadeslag voor het kabinet. Thorbecke
had gezegevierd. De vraag of er mi
nisters zouden zijn in overeenstem
ming met de wil van de vorst of met
de meerderheid van de Kamers, was
in laatste zin beslist. Thorbecke trad
in 1868 en 1871 op als kabinetsforma
teur. Minister werd hij echter niet
meer.
Hij stierf in 1872, juist toen er weer
een kabmetskrisis heerste.
ÉL-,.
bar gezellig
Telefoon 02155-8252
Een mens heeft niet alleen voedsel nodig om in leven te blijven, hij moet ook
kontakten met andere mensen kunnen leggen. Voor zelfstandig wonende be
jaarden is de telefoon een uiterst belangrijk instrument om met de buiten
wereld te kunnen kommuniceren. Maar een telefoonaansluiting kost geld en
bejaarden krijgen van de P.T.T. geen reduktie op aansluiting en abonnement.
Vooral voor de ouderen die grotendeels of geheel rond moeten komen van hun
a.o.w., is een telefoonaansluiting veelal een te kostbare luxe.
door bejaarden, die weliwaar geen te
lefoon op hun kamers hadden, maar
die inwoonden bij een gezin, die wel
over telefoon beschikte. De kroon vond
dat in deze gevallen voldoende kom-
munikatiemogelijkheden over bleven
en dat trouwens niet kon worden
voorbijgegaan aan het feit, dat in de
woning een telefoon voor algemeen
gebruik aanwezig was.
Maar voor zelfstandige wonende be
jaarden ligt dat geheel anders. Zij moe
ten om te kunnen telefoneren de deur
uit. Er kunnen allerlei, soms zeer pre
caire omstandigheden zijn, die hen dat
beletten. Hopenlijk komt er over deze
materie nog eens een duidelijke uit
spraak van de Kroon, want ons in
ziens moeten telefoonkosten als nood
zakelijke bestaanskosten worden aan
gemerkt. Uiteraard kan ook de cen
trale overheid te dezer zake uniforme
richtlijnen uitvaardigen, waaraan de
gemeenten zich dan zoveel mogelijk
dienen te houden.
De mogelijkheid bestaat echter om via
de bijstandswet bijstand te ontvangen
in de abonnementskosten. Helaas is de
ene gemeente in dit opzicht veel gul
ler dan de andere gemeente en daar
om zou het aanbeveling verdienen
wanneer de centrale overheid ter zake
uniforme richtlijnen zou uitvaardigen
Gunstige situatie in Amsterdam
Het blad „Op leeftijd", orgaan van de
Nederlandse Federatie voor Bejaar
denzorg, merkt terecht op dat tele
foonkosten althans voor zelfstandig
wonende bejaaden behoren tot de
noodzakelijke kosten van het bestaan.
Kommunikatie met de buitenwereld is
voor deze ouderen even noodzakelijk
als voeding en kleding en het bezit
van een telefoon draagt in niet geringe
mate bij tot het zolang mogelijk zelf
standig funktioneren van de bejaarde.
Maar als hij de telefoonkosten niet be
talen kan? Kan hij dan bij de ge
meente een beroep doen op de bij
standswet? In beginsel wel. Maar het
vervelende is dat de bejaarde ervan
afhankelijk is hoe zijn gemeentebe
stuur hierover denkt. „Op leeftijd"
wijst op de gunstige situatie in Am
sterdam. In de hoofdstad wordt in
overleg met de GGD de indikatie van
een telefoonaansluiting zonder nader
onderzoek aanvraagd, indien de bij
standaanvrager 70 jaar of ouder is en
zelfstandig woont. Men gaat er in Am
sterdam van uit dat bij deze bejaar
den een medische of sociale indikatie
altijd aanwezig is. Bovendien kunnen
in Amsterdam personen boven de 65
jaar, die reeds telefoon hebben én
zelfstandig wonen, bijstand ontvangen
in de abonnementskosten.
Zo gunstig als in Amsterdam ligt de
situatie in de meeste andere gemeen
ten helaas niet. Bij iedere aanvraag
voor bijstand in de kosten voor een
telefoonaansluiting en abonnement
wordt daar bekeken of een dergelijke
bijstand in dit individuele geval kan
worden verleend. Deze gemeenten
gaan er dus niet a priori van uit, dat
oudere mensen, die zelfstandig wonen,
beslist telefoon moeten hebben.
De Kroon
De Kroon heeft tot dusver in beroeps
zaken weinig uitspraken over deze
materie gedaan. Wel deed zij enkele
uitspraken terzake bijstandsaanvragen
omtrent telefoonkosten, maar het be
trof hier aanvragen die waren ingediend
Of de PTT?
Helaas heeft de centrale overheid
totnogtoe een dergelijke richtlijn niet
uitgevaardigd en het ziet er ook niet
naar uit dat zij binnenkort zal doen.
In Den Haag staat men heel wat snel
ler klaar met uniforme richtlijnen,
wanneer daarmee bezuinigingen kun
nen worden bereikt. Zo blijft de zeer
onbevredigende toestand bestaan, dat
de verschillende gemeenten volkomen
willekeurig kunnen beslissen over de
bijstand van de onvermogende be
jaarden, inzake telefoonkosten. De be
jaarden in sommige gemeenten moe
ten dus maar wachten op een struk-
turele verbetering van hun inkomsten
positie, voor zij zich telefoon kunnen
aanschaffen. Tenzij natuurlijk de PTT
haar beleid zou wijzigen en de boven-
65-ers een reduktie zou verstrekken
op aansluiting én abonnement. „Op
leeftijd" memoreert dat in 1967 de
staatsecretaris van CRM de Kamer
meedeelde het onjuist te vinden om de
medegebruikers van de telefoon onder
de 65 jaar op hogere kosten te bren
gen door reduktie te verstrekken aan
boven 65-jarigen.
Het zou ons toch niet verbazen als de
huidige bewindsman er ook zo over
dacht. Maar toch zou een uniforme
regeling in het kader van de bijstands
wet wel het minste zijn, wat de cen
trale overheid kan doen.
Als vanouds bloeit het kulturele leven in Praag, hoofdstad van dc kortimunis-
tische satellietstaat Tsjecho-Slowakije. Avond aan avond stromen de schouw
burgen en concertzalen vol om opera's van Mozart en Janacek en toneelbewer
kingen van de boeken van Remarque te zien. De koncerten in deze muzikale
stad. waar eens Mozart de première van zqn Don Juan leidde, zijn uitstekend
en worden druk bezocht.
In de bars worden de nieuwste pop
platen gedraaid, uit café's klinken de
melancholieke klanken van de Bo
heemse volksmuziek.
Elke avond biedt Praag het bedrieg
lijke schouwspel van een feestelijke
stad, waar de straten en ontspannings
gelegenheden overstroomd zijn door
mensen, die vóór alles van het leven
willen genieten.
De eerste verbijstering
In de vroege'ochtend rijden wij Praag
binnen. De eerste indruk is overwel
digend. Duizend kerken met torens,
waarvan het bronsgroen onwezenlijk
blinkt in het morgenlicht, verbijsteren
ons. De ijle, gotische St. Veitkathedraal
rankt op de hoogste heuvels en verder
glooit de stad over alle heuvels die
hier in grote getale rondom de Moldau
als pepernoten zijn uitgestrooid.
We zijn gulzig om al deze schoonheid
van barok en nog eens barok te willen
drinken. Na vier kerken voelen we ons
als een losgeschoten plafond-engeltje,
dat soms ernstig wordt als het een
volkomen evenwichtig renaissance-
wonder aanschouwt.
In het land van de Skoda kunnen
slechts weinig mensen zich een auto
permitteren en zo bereiken we, niet
gehinderd door verkeersopstoppingen,
vrij snel het Vysehrad, het hart van de
oude stad, vlak achter het Pantheon
van de Moldau, waar Smetana eens
stond toen hij de onsterfelijke motie
ven vond voor zijn symfonische gedicht
„My Vlast" (Mijn vaderland).
Beziet van hieruit Praag en beziet hoe
de Moldau de stroom is, die Praag
voedt, die de geuren van het Boheemse
land tot in d estad draagt. Ziet hoe de
bruggen over de Moldau springen en
ziet vooral hoe de Karelsbrug dat doet
in kleine bedachtzame boogsprongetjes
met prachtige beeldengroepen op iedere
pijler. Dat is de eerste verbijstering,
die Praag ons schenkt, die van vol
komen schoonheid.
Leefbaarder
Maar Praag is als een mooie vrouw,
die zich niet op mag maken. Het aan
gezicht van deze stad is van een na
tuurlijke schoonheid, maar het inner
lijk is aangetast door de politieke si
tuatie, die aan de stad iets tragisch
geeft, dat herinnering wekt aan de
somberste bladzijden uit de boeken van
Franz Kafka, die in deze stad leefde
en werkte.
Iets van de donkere melancholie van
Joseph K., die zich de weg naar Het
Slot versperd zag, tekent zich af op de
gezichten van de Tsjechen, wanneer
wij hen vragen hoe zij het kommunis-
tisch bewind ervaren Vooral de oudere
mensen, die zijn opgegroeid in een on
afhankelijk Tsjecho-Slowakije, komen
er openlijk vooruit, dat zij het rode
bewind beu zijn.
Dat is iets wat in Praag wél opvalt: de
mensen willen hier méér te zeggen
hebben dan in de meeste andere satel
lietstaten. Goed, wie op een openbare
vergadering zich uitspreekt tegen het
bewind, wordt gewis op het matje ge
roepen. maar wie op straat eens een
paar scherpe opmerkingen plaatst,
wordt niet lastig gevallen. Toch zijn
het niet alleen de Russen, maar ook de
Duitsers ten opzichte van wie de Pra-
gers een sterke wrok koesteren. Het
„verraad van München" is. men hier
nog niet vergeten.
Gastvrq
De vrouwen in deze stad gaan minder
modieus gekleed dan bij ons. Men ont
dekt hier vele tekortkomingen in het
harnas der elegantie. De ietwat kleur
loze stijl, waarmee de Praagse vrouwen
zich kleden, zou in onze grote steden
e enlichtelijk verouderde indruk heb
ben gemaakt, maar hier in hun eigen
milieu kan deze stijl doorgaan voor een
samengaan van sobere zwier en nuch
ter verstand.
De meeste vrouwen in Praag werken,
want de lonen in dit land zijn laag, en
een gezin kan met het inkomen van
een man alléén moeilijk rondkomen.
Maar zelfs de minder draagkrachtigen
kunnen hun kinderen verder laten stu
deren. De helft van de studenten in
deze stad studeert op staatskosten. Dat
is politiek gezien ook van betekenis. De
studenten zijn nu wel gedwongen zich
min of meer naar de instrukties van de
openbare geldschieter te richten.
De Oosteuropese gastvrijheid is legen
darisch. De Pragers zijn vriendelijke,
hartelijke mensen en ook dat is bevor
derlijk voor het. toerisme, dat een be
langrijke bron van inkomsten voor de
Tsjechen begint te worden. De mensen
willen vooral weten hoe wij in het
westen leven.
De Pragers bezitten in hoge mate de
deugd der verbazing, een der kost
baarste eigenschappen van dit dichter
lijke volk. Zij stellen ons vragen over
de gewichtigste dingen en miniemste
futiliteiten.
Verstard
Het doet weldadig aan te praten met
deze mensen, die geen argwaan aan de
dag leggen, wier woorden niet door
trokken zijn van het skepticisme. dat
bij ons bijna een mode begint te wor
den.
Praag mist echter de levendigheid van
andere Westeuropese steden. Een
nachtleven kent de stad nauwelijks. In
maannachten strekt zij haar bleke
muren en rechte straten uit. zelden
verstoord door de stap van een wande
laar of het rumoer van uitgaande jon
gelui. Op de verlaten kruispunten tro
nen dan alleen de stomme beelden van
nationale grootheden, als massieve, le
venloze kubussen, die met hun stenen
gezichten vrij juist de starre overheer
sing uitbeelden, waaronder de bewoners
van deze stad leven.
Weinig Pragers geloven nog in een be
vrijding uit de Russische houdgreep.
De meesten, die wij spraken, durven
niet eens meer te hópen. omdat zij zich
bij voorbaat willen beschermen tegen
de pijn. die de uitzichtloosheid van hun
heimelijk verlangen oproept. Anderen
spraken er kwasie onverschillig over,
al betrof het slechts een onaangenaam
incident, dat van tijdelijke aard was.
Dus wandelden zij verder door de stra
ten, de "houding aannemend van wel
gemoed een zeker voorbijgaande toe
stand te verdragen.
En het is wellicht dit ontbreken van
elke hoop. die angst om in de toekomst
te durven kijken, die de sfeer in deze
stad het beklemmende geeft van een
Kafka-verhaal.
Onder een coöperatie verstaan we een
vereniging van personen. Dit kunnen
mensen maar ook rechtspersonen zijn.
Hier treft ons terstond het verschil met
een stichting. De coöperatie heeft leden
en een bestuur, de stichting heeft al
leen een bestuur, doch heeft geen
leden.
De stichting kan door één persoon in
het leven worden geroepen, voor de
oprichting van een corporatie zijn
minstens twee personen nodig, die
zich verenigen.
De coörperaties worden verdeeld in. i
vennootschappen (maatschap); 2. vere
nigingen.
De vennootschap
De vennootschap is een combinatie
van personen met het doel' voor ge
meenschappelijke rekening een beroep
of bedrijf uit te oefenen, daarmee
winst te behalen en deze onderling te
verdelen. De maatschap wordt gere
geld in het Burgerlijk Wetboek, ter
wijl in het Wetboek van Koophandel
vier vennootschappen worden geregeld,
nl. de vennootschap onder firma, de
commanditaire vennootschap, de naam
loze vennootschap en de rederij. (Mees
tal rekent men de coöperatieve vereni
ging ook tot de vennootschap).
Door de wet van 2 juli 1934 is het
verschil tussen handelsdaden en niet-
handelsdaden en tussen kooplieden en
niet-kooplieden vervallen; daardoor
spreekt het Wetboek van Koophandel
niet meer van handelsvennootschappen.
Van de vennootschappen zijn alleen de
naamloze vennootschap en de coöpe
ratieve verenigingen rechtspersonen.
De vereniging
De vereniging heeft niet ten doel
winstbejag voor de leden. Zij heeft
ten doel de bevordering van de geeste
lijke of stoffelijke belangen van de
leden of van derden. Allerlei verenigin
gen vallen hieronder zoals b.v. sport
verenigingen, verenigingen voor armen
zorg, kiesverenigingen, vakverenigin
gen enzovoort.
Vóór 1855 hadden al deze verenigingen
van rechtswege rechtspersoonlijkheid,
doch door de wet van 22 april 1855 op
het recht van vereniging en vergade
ring* is daarin verandering gekomen.
Deze wet bepaalt dat voor het verkrij
gen van rechtspersoonlijkheid een er
kenning nodig is, die tot stand komt
door goedkeuring van de statuten en
wel bij Koninklijk Besluit, indien de
vereniging voor minder dan 30 jaar
wordt aangegaan en bij een wet, in
dien de termijn langer dan 30 jaar is
of wanneer de vereniging voor onbe
paalde tijd is opgericht. Is de termijn
verstreken dan moet opnieuw konin
klijke of wettelijke goedkeuring wor
den gevraagd.
Voor wijziging van goedgekeurde sta
tuten is ook koninklijke of wettelijke
goedkeuring nodig. De wijziging van
de statuten van verenigingen, die da
teren ,rtm vóór de invoering van de wet
van 1855, behoeft ook thans geen goed
keuring. De hiervoor bedoelde wette
lijke goedkeuring komt praktisch niet
voor. Verenigingen plegen te worden
opgericht voor een termijn van 29 jaar
of 29 jaar en 11 maanden.
Liquidatie
Indien de vereniging niet strijdt met
de goede zeden of met de openbare
orde, worden de statuten goedgekeurd.
Zij moeten worden gepubliceerd in de
Nederlandse Staatscourant. Wanneer
men afwijkt van de staut.en, b.v. door
in de praktijk een ander doel na te
streven dan in de statuten staat, kan
de vereniging door de rechtbank (op
vordering van de officier van justitie)
van haar rechtspersoonlijkheid verval
len worden verklaard.
Aansprakelijkheid
De rechtspersoonlijkheid is van be
lang voor het verkrijgen van erfenis
sen, legaten, schenkingen e.d. en in het
algemeen voor het verkrijgen van ei
gendom. B v. een vereniging wil een
eigen verenigingsgebouw hebben. Is er
geen rechtspersoonlijkheid dan worden
bij aankoop de leden tezamen of de
bestuurders die voor hen handelen, de
eigenaren; is er wel rechtspersoonlijk
heid dan worden de leden geen eige
naren doch alleen de vereniging, zodat
indien leden uit- en toetreden dit han
delingen zijn die geen invloed hebben
en behoeven te hebben op de eigen
dom van het gebouw. Ook op de aan
sprakelijkheid voor de schulden heeft
de rechtspersoonlijkheid invloed.
Is er rechtpersoonlijkheid dan hebben
de crediteuren alleen verhaal op de
bezittingen van de vereniging en niet
op die der leden. Is er geen rechts
persoonlijkheid dan zijn de handelen
de leden, meestal de bestuurders, met
hun gehele vermogen voor de schul
den der vereniging, die door hen wor
den aangegaan, aansprakelijk.
Uitzondering
Een uitzondering vormt de coöpera
tieve vereniging. Deze heeft wél rechts
persoonlijkheid doch naast dit lichaam
zijn de leden persoonlijk nog gehouden
tot aanzuivering van een tekort bij
ontbinding, tenzij bij de statuten anders
is bepaald. De verenigingen worden
beheerst door haar statuten en regle
menten en door de artikelen 1690 e.v.
van het Burgerlijk Wetboek,
ru'u berken hebben rechtspersoon
lijkheid. De (reeds genoemde) wet van
april 1855 is echter op haar niet
toepasselijk. Voor het verkrijgen van
rechtspersoonlijkheid is die wet (vol
gens artikel 14) o.m. evenmin van toe
passing op: I. verenigingen van vóór
mei 1855: 2 coöperatieve verenigin
gen. 3. maatschappen en vennootschap
pen. 4. onderhnge wederkerige verze-
kerings- en wnarboremaatschappiien:
icnnr p^pri'en Hier ziin de artt.
1690-1702 van het Burgerlijk Wetboek-
toepasselijke
Tenslotte nog de volgende opmerking-
öteeds dient men erop te etten of het
lestuur van een (reehtsoersoonliikheid
bezittende) verPnigine of vennootschap
verrichten van een bepaalde
rechtshandeling bevoegd is De statu
ten moeter, hierover hVht verspreiden.
v. m de statuten van pen naamloze
vennootschap le7en Wp hPnalinc dat
voor het vervreemden van de onroe
rende goederen van de NV het \<-
ma" '•rryy-.n pnTV, ppl i C-
sen behoeft Het hp.stuur kan in deze
dus slechts rechtseeldio optreden met
maehtiCTinp var) commisaar'cfpn Ver-
^oct,,ur onroorpt-id goed van
He m,„v.,rtne. dan is
He ve-Vonn v„, r.
den™ °2e vennootschap) niet bin-