Drie honderd jaar geleden
Soest onder de Sattvegardes
m
MKURAAT
WINKELMEISJE
FOTO SWAGER
Vernieuwd bijkantoor van
de Raiffeisenbank
Wij vragen voor direct
een
voor winkel en ateüier.
RIJWIEL
JAC. DE BRUIN
Begroting provincie Utrecht toont
tekort van f 2.000.000,
Sfr^tb-L/U/
- 1.2kw.
Popmanifestatie in
Openluchttheater
Gymnastieklokaal in
gebruik
Meningen van lezers
Antigroetplichtdag
Gewetenloze ondermijning
Soester Courant van donderdag 10 augustus 1972
i
Het huis Ter Eem by Ecmnes in 1672 door de Fransen verwoest en niet
meer herbouwd.
Aan het rampjaar 1672 willen wij
meer dan gewone aandacht besteden,
wat betreft de lokale geschiedenis van
Soest
De geschiedenis, als plaatselijk gebeu
ren, is soms niet minder interessant,
dan de vaderlandse of algemene ge
schiedenis, al zijn wij er ons van be
wust geen nieuwe voorstelling van za
ken te geven, daar veel van deze voor
stelling toch aan anderen zijn ontleend
en steunt op reeds gepubliceerde bron
nen en literatuur.
Donkere wolken pakten zich samen in
het rampjaar 1672 boven ons land. Het
jaartal is ons bekend uit de geschiede
nislessen op de school en werd er als
het ware „ingeheid", zodat wij het nu
nog niet zijn vergeten.
De Franse invasie voltrok zich over
het gewest Utrecht en de Soestenaren
deelden in het grimmig oorlogslot. De
Republiek der Verenigde Nederlanden
stond op het punt geheel of groten
deels te worden weggevaagd, van alle
kanten besprongen door de vijand: de
Fransen, Engelsen, Munstersen en
Keulenaars.
„Het volk redeloos, de regering rade
loos. het land reddeloos". Toch werd
de Republiek gered en het voortbe
staan van Nederland verzekerd, al was
het werkelijk een dubbeltje op zijn
kant.
In die onzekere tijd leefde onder het
volk de overtuiging - men vindt de
bewijzen bij gereformeerden, dissen
ters, sectariërs, staatsgezinden, mede
standers van Johan de Witt, orangis
ten, aanhangers van Prins Willem III
- dat de eigen zonden er oorzaak van
waren, dat God deze ramp had toege
laten. (1).
Vrijwel niemand geloofde trouwens dat
de vijand zich in zo korte tijd van een
zo groot deel van het land had kunnen
meester maken zonder belangrijke hulp
van verraders. (2).
Vooral waren het de room-katholieken,
die hiervoor werden aangezien. Zij
werden verdacht met de vijand te
heulen, daar zij nog steeds in de uit
oefening van hun godsdienst werden
belemmerd en als tweede-rangs bur
gers werden behandeld. Bij nader on
derzoek blijkt, dat veel beschuldigingen
van verraad aan het adres van katho
lieken niet juist waren, behoudens die
aan de leden van de katholieke over-
ijselse adel, die een kwalijke rol heb
ben gespeeld.
In maart en april 1672 begonnen de
oorlogshandelingen. Midden april wer
den de Staatse officieren met de Fran
se oorlogsverklaring in kennis gesteld
en werd het leger vooral aan de gren
zen in staat van paraatheid gebracht.
Men vertrok naar de bedreigde posten,
waar de legerleiding de aanval ver
wachtte. Ook werd meer spoed gezet
achter het werk van de inundatie, het
onder water zetten van de lage gron
den in het westen van land, als mid
del van verdediging.
De opmars naar Rijn en IJsel van het
Franse leger was goed voorbereid en
in de nacht van 11 op 12 juni trokken
zij de Rijn over bij Lobith, zonder dat
de Staatse troepen noemenwaardige
tegenstand boden om de overtocht over
re rivier te verhinderen. Er heerste
onder het staatse leger zonder meer
verwarring en overal dacht men aan
verraad. Het trok zich terug en't land
lag open voor de snel oprukkende
Franse colonnes, die indagmarsen
steden en dorpen bezetten. Vóór de
junimaand ten einde was. waren een
groot aantal steden en sterkten door
de vijand: de Fransen en Munstersen,
bezet, o.a.: Bredevoort, Doesburg, Arn
hem, Zutphen. Harderwijk, Hattem. El-
burg, Wageningen, Buren. Tiel en Kui
lenburg, Grave, Gennep. Ravestein,
Deventer, Zwolle en Kampen, alsmede
de fortificaties Schenkenschans, Voor-
ne en Sint Andries.
In het Sticht gingen verloren: Rhenen,
Wijk bij Duurstede, Montfoort, IJssel-
stein. Amersfoort en vele dorpen waar
onder het oude Soest. De schrik om
de bezetting van Amersfoort sloeg als
een vloedgolf over het Sticht en het
Gooi. (3). Amersfoort werd gedurende
anderhalf jaar bezet, van 19 juni 1672
tot 23 november 1673. (4). Begrijpelijk
deelde Soest mee in het oorlogsgebeu
ren en de boeren moesten het gelag
betalen, zoals van ouds. De landbouw
werd verstoord: haver, hooi en stro
voor de paarden werden zonder meer
gevorderd door de Franse troepen en
wat zij nog meer namen voor hen zelf.
Laten wij hiervoor eens een tijdgenoot
aan het woord laten: „Het gantsche
Sticht Utrecht wierd voort door al dit
Frans volk bedorven, het Kooren nu
gereed om te maayen. is door de Paar
den. die daar in wieden,
gedreven vertreden en 't geen de Boe
ren nog in de Schuuren konden bren
gen, wierd haar niet alleen ontnomen,
maar zy gedwongen, het zelve af te'
dorssen, en zonder te betalen namen
het de Fransen mede, in Zakken op
hare Paarden, en verkoften het bin
nen de Steden. (5).
Wij zullen geen aandacht besteden aan
begane oorlogsruwelen, maar ingaan
op de moeilijkheden waar de overheid
van Soest zich voor gesteld zag.
Vooreerst zij hierbij opgemerkt, dat
toen de eerste furiën voorbij waren, de
bezetting een realiteit was en men zo
goed en kwaad als mogelijk was,
schikte in de bestane toestand. De
tendens van de berichtgeving uit bezet
gebied, vooral uit Utrecht, was name
lijk, dat de overgave zich met minder
ernstige schokken had voltrokken dan
men aanvankelijk gevreesd had. Ook
scheen het leven onder de bezetting
mee te vallen, althans de eerste maan
den, niettegenstaande traden de troe
pen vooral op het platteland drastisch
op.
De doorbraak van de Fransen was er
de oorzaak van, dat een groot aantal
vluchtelingen langs de wegen trokken
in westelijke richting naar Naarden,
Amsterdam. Enkhuizen, Hoorn en naar
de provincie Zeeland. Vooral welge-
stelden zochten hun heil in de vlucht
vaak met medeneming van geld en
kostbaarheden. Anderen begroeven hun
bezit, waraonder sieraden en geld, of
werkten ze weg door ze in te metselen,
om ze zodoende voor vriend en vijand
te verbergen. Ook werd bezit verzon
den naar familie, vrienden en beken
den in onbezet gebied achter de Hol
landse waterlinie. Deze vorm van
vluchten versterkte de toch al depres
sieve stemming onder het volk.
Te Amsterdam lagen zoveel schuiten
met gevluchte goederen voor de boom
(een boom sluit de watertoegang tot
de stad af), dat men geen water meer
kon zien. In Haarlem lag het Spaarne
vol en in Hoorn was nergens meer
ruimte om de goederen op te slaan.
Er deden geruchten de ronde, dat tal
van rijken voor hun bezit Franse sau-
vegardes hadden aanvaard. Het was
een kwestie van veiligstellen tegen
molest bij te verwachten krijgshande
lingen. Zélfs werden door de Prins
sauve gardebrie ven verstrekt, waarmee
men hoopte regentenbezit tegen plun
dering veilig te stellen.
Men nam aan dat ieder „mispaap"
(scheldnaam voor een r.k. priester) ze
wel kon verstrekken, doch dit bleek
naderhand slechts een ongecontroleerd
bericht te zijn, want het was door
gaans onmogelijk zo'n Franse sauve-
garde te bemachtigen. (6).
Te Soest schijnen dergelijke sauvegar-
debrieven tegen betaling te zijn ver
strekt tijdens de bezetting en kon men
zich ook tegen betaling verzekeren van
een begeleider, een zogenaamde „sau-
vegarde", die tot taak had de te ver
voeren goederen te ^beschermen tegen
diefstal, roof of plundering, althans dit
door zijn aanwezigheid te voorkomen.
Het toenmalige gemeentebestuur van
Soest legde zelfs een sauvegardecedulle
of ceel aan. Dit was een lijst waarop
werd vermeld, hoeveel de inkomsten
uit de sauvegarden waren. (7).
Naar alle waarschijnlijkheid waren er
veel particulieren, misschien vluchte
lingen. die tijdelijk te Soest onderdak
hadden gekregen, die van de sauvegar
den gebruik maakten. Voor de dienst
verleningen werden voor die tijd vrij
grote bedragen genoteerd.
De Soester bevolking zal zeer zeker
niet zo ambulant zijn geweest, zodat
wij moeten denken aan vreemdelingen
of passanten, die zich op die manier
enigszins wilden vrijwaren tegen ro
vende en plunderende soldaten en an
der gespuis dat langs de weg liep.
Niettemin profiteerden hier ook wel
Soestenaren van.
In de grond van de zaak is het „sau
vegarden" een verschijnsel van alle
tiiden. Het volgende voorbeeld zal dit
illustreren.
In de 2e Wereldoorlog (1940-1945)
brachten onderduikers enkele dagen
door in een huis te Arnhem, dat Zwit
sers eigendom was.
Bij de deur van de woning was een
sauvegardebrief aangeplakt, die aan
gaf, dat neutraal eigendom gevrij
waard diende te blijven voor overlast
van de bezetter. Desalniettemin werd
het huis tussen september '44 en april
'45 leeggeplunderd. De zogenaamde
..sauvegardebrief" had geen enkel ef-
fe.ct.
Een fraaie illustratie van deze ge
dachte. is dat Nicolaas Vivien in de
vergadering van de Staten van Hol
land. tijdens de beraadslagingen over
het Eeuwig Edict, een pennemes door
een stukje perkament of papier stak.
Toen men hem vroeg waarom hij dat
deed, antwoorde hij: „Ik onderzoek wat
naDier vermag tegen staal. (8).
Wie of de sauvegardebrieven te Soest
uitschreef en verstrekte is niet duide
lijk. De Resolutieboeken van de Buur
meesters van Soest zijn niet volledig.
Een overzicht van 1672 ontbreekt om
onbegrijpelijke reden. Er zijn o.i, vele
lacunes.
Wel ontvangt de buurmeester het geld
van de sauvegardecedulle in de jaren
1673 en int hij deze nog in 1674
toen de Fransen al waren vertrokken.
De Rendant, een hoger geplaatst amb
tenaar, die in Utrecht zetelde is mede
verantwoordelijk en staat over de
„Reeceninge Bewijs en Reliqua van
alle soodanige ontvangh ende uytga-
ve".
Op de Reeceninge wordt vermeld:
Item ontfangen van twee Sauvegarde
cedulle dertien gl sestien stv 13-16-0
Item aen Verscheyde Cleyne Parcelen
ontfangen uyt de Sauvegarde Cedulle
de som me van 't negentigh gl tien
stv 90-10-0
Onfangen van drie Sauvegarde Ce
dulle de somme van 21-12-0
Onder de „Uytgift Jegens den voorsz.
ontfangh" vinden wij uitbetalingen aan
personen die optreden als sauvegarde,
alsmede aan de Fransen bezetters.
Betaelt aen Johannes de Switsert
Sauvegarde de somma van drie en
de twintigh gulden volgens qtie
23-0-0
Item betaelt in Vscheyde malen soo
aen verteeringe der Franschen als
verteeringe bij den rendant gedaen
int reysen na Utrecht toe de soe van
27-8-0
Betaelt aen twee Sauvegarde waer
van een qtie is de somme van drie
vijftigh gulden negentien stv dus
53-19-0
Betaelt voor een Voer Klaps voor
de Sauvegarde de soe van 6-10-0
Klaps of klapspanen kunnen kleine
losse turven zijn geweest, doch ook
hout. Het eerste lijkt ons iets waar
schijnlijker.
Item noch betaelt aen een Sauvegar
de mitsgrs. voor Boeckweyt ende
verders aen Vteeringe gedaan be-
draegende in alles een dertigh gl
seventien stv dus 31-10-0
Item betaelt aen Andries de Sauve
garde de soe van twee ende dertigh
gulden tien stv dus 32-10-0
Item^ heeft den Rendant aen sijn
eygen hangden betaelt voor een
mudde boeckweyt die een Sauve
garde genomen heeft ""Ende voorts
aen verteeringe gedaen de soe van
13-2-0
Kennelijk was deze sauvegarde niet
betrouwbaar en is hij er vandoor ge
gaan met de boekweit om die mis
schien aan anderen te verkopen. Wel
licht eeri zwarthandelaar uit die tijd.
De Rendant draaide er voor op.
Item betaelt aen de Franschen die
op Sloth der Eem lagen tot onder
hout van haer, met noch eenige an
dere dingen daer onder gereeckent
tot 11-2-0
De schade die aan de Utrechtse kas
telen werd toegebracht tijdens de op
mars en bezetting van de Franse troe
pen is zeer groot geweest. Het kasteel
Ter Eem bij Eemnes werd verwoest en
werd niet herbouwd.
Na het vertrek van de Fransen werden
nog een tweetal posten vermeld en
verantwoord:
In de maent van Juny 1674 betaelt
aen eenigh bier dat de koerlanders
verconsumeerde en verder aen alle
andere schulden die bij haer waren
gemaekt ofte bij andere, tot 18-19-0
Koerlanders zijn soldaten uit Koerland,
voorheen een Baltische staat. De sol
daten van de Zonnekoning Bodewijk
de XlVe behoorden tot een allegaartje
van nationaliteiten en konden slechts
door strenge tucht en soldij in toom
worden gehouden.
Betaelt aen de Sauvegarde die sijn
goet tot Maria Scho(n) genomen
wierdt de some van 80-0-0
Vermoedelijk werd de begeleidende
sauvegarde toch beroofd van de goe
deren die zijn opdraggeefster Maria
Scho of Schon, (de naam is onduidelijk
geschreven), zo graag wilde vervoeren
naar een plaats buiten het bezette ge
bied. De waarde ƒ80,- voor die tijd is
vrij aanzienlijk. Aert Huijberts een in
gezetene van Soest werd gevorderd om
voor de Fransen te rijden. Hij ont
vangt hiervoor een vergoeding.
Betaelt aen Aert huyberts voor het
ryden in 't Leger de somme van
85-14-0
Als "laatste post vonden wij:
Betaelt op twee Sauvegarde Cedulle
dies den rendant alhier V antwoort
ter some van 6-8-0
Na het wergtrekken der Fransen in
1673 breken er weer rustiger tijden aan
die zich weerspiegelen in het dagelijks
gebeuren van het kleine dorp Soest.
Soldaten en matrozen worden afge
dankt, doch vele oudmilitairen, waar
onder voor het leven verminkten zwer
ven langs de wegen. Te Soest krijgen
twee afgedankte matrozen van de arm-
meesters een fooi van drie stuivers.
Een niet al te royale geste tegenover
deze landsverdedigers.
Noch den 4en May betaelt aen twee
passanten die ter Zee hadde geweest.
En d een sijn been had (V) looren
ende de ander kreupel gaende ooch
op een paer krucken zes stv 0-6-0
Dan een zeer zeker niet verwacht no
tulering:
Noch den 23en Feb: betaelt aen
Lambert Gijsbertsen 6 stv dat hij de
prins en garde van Soest gebracht
heeft naede bilt dat Sij de wegh niet
winsten 0-6-0
Stadhouder Prins Willem III zal een
bezoek hebben gebracht aan het Paleis
Soestdijk en en passant een bezoek
gebracht hebben aan Soest waarvan
hij Ambachtsheer was.
Op 26 april 1674 kocht Prins Willem
III van mr. Jacob de Graef, zoon en
medeërfgenaam van wijlen de Heer
Cornelis de Graef, heer van Zuidpols
broek, burgemeester en raad van Am
sterdam, de hofstede Soestdijck en liet
op het terrein een jachthuis bouwen
en prachtige tuinen aanleggen. Enige
maanden later, namelijk op 13 septem
ber 1674, werd door de Staten van
Utrecht eeuwig en erfelijk opgedragen
de vrije, hoge, middelbare en lage ju
risdictie in de heerlijkheden, Soest,
Baarn en Ter Eem, waarbij nog wer
den gevoegd de heerlijkheden Eemnes,
binnen- en buitendijks.
De Prins heeft zich vermoedelijk wil
len oriënteren over verschillende za
ken, waarover hij als ambachtsheer het
recht had te beschikken. Ook was hij
geïnteresseerd in de financiën van het
dorp. In het bijzijn van zijn secretaris
en de schepenen van Soest bracht hij
een bezoek aan de herberg van Merrij
Petersen, vermoedelijk in de herberg
De Drie Ringen, achter de Oude Kerk
van Soest.
Onder de uitgaven vinden wij:
Noch den 25en Feb: betaelt aen
Merrij Petersen drie gul vier stv,
van verteringe te haren huyzen ge
daen, met de Stadthouder en de
Secretaris en de Schepens doen wij
de brincken Vpacht hadden 3-4-0
Onvoorstelbaar voor ons is de onher
bergzaamheid van de omgeving, de
grote leegte in een vrijwel onontgon
nen landschap, zodat de Prins en zijn
gevolg op de terugtocht een gids no
dig hadden, omdat men de weg niet
wist naar het toch betrekkelijk dicht
bij gelegen dorp De Bilt.
Tot slot:
Den 14 dito aen gijsbert Jansen
Coelen betaelt van Vteeringe ge
daen over het Victory luijen over de
vrede met Vranckrijck 6-0-0
In 1678 was de vrede met Frankrijk
gesloten. De woelingen en onlusten in
de Republiek waren zo goed als voor
bij. Soest deelde in de vrede en in de
vreugde hierover. Maar hoezeer het
lot van de Zeven Provinciën i.c. Ne
derland aan een zijden draad heeft
gehangen werd maar al te veel en on
voldoende onderkend, ook door latere
geschiedschrijvers. Het was een dra
matisch tijdDerk in onze geschiedenis
en het is goed hier even bij stil te
staan, al is het 300 jaar geleden.
E. HEUPERS.
NOTEN
1). Dr. D. J. Roorda, „Partij en Factie".
Groningen. 1961. bladz. i07.
2). Ibidem.
3). Drs. R. Fruin, „De oorlog van 1672".
Groningen. 1972, bladz.121.
4). Rampjaar 1672. Tentoonstelling. Mu
seum „Flehite" Amersfoort.
5). Kort verhaal van De Nare en zeer
beklagelijke toestant der Provincie
en Stad van Utrecht, desgelijks van
gantsch Nederlandt, in de Jaaren
1672 en 1673 door de invadeeringe
der Franschen, nevens dezelfs ge
combineerde Machten c. en hoe
dat van hun dreygent eeuwig Ver
derf, door den Heere Prince van
Orange, Willem de III (naast het
bestier van den Hemel) daar van
sijn verlost. Strekkende tot den
Jaarlijkse Utrechtsen Dankdag voor
de Burgers en inwoonders aldaar
door B. V., Utrecht 1757. Bladz. 51
en 52.
6). Dr. D. J. Roorda. a.w. bladz. 93.
7). Oud-Archief Gemeente Soest. No.
114.
8). Schriftelijke mededeling van de
heer Dr. D. J. Roorda, auteur van
„Het Rampjaar 1672. Bussum 1972.
Ervaring niet noodzakelijk.
Burgemeester Grothestraat 45
Soest - Tel. 3917, na 18 uur 3875
Kies een goed
cadeau, kies een
DE SCHOOL BEGINT
OP EEN FIETS VAN
Rywiel- en Bromfictsspecialist
GALLENKAMPPELSYVEG 1
Telefoon 02155- 2857
t.o. busstation Soest-Zuid
De ontwerp-begroting 1973, die gede
puteerde staten heden aanbieden,
toont een tekort van 2 miljoen. Ten
opzichte van 1972, voor welk jaar het
tekort nader is geraamd op 2,3 mil
joen, betekent dit een geringe terug
loop. Hiermede is voldaan aan de
voorwaarde, die de rijksoverheid aan
de goedkeuring van de begroting 1972
heeft verbonden.
Gedeputeerde staten hebben deze
voorwaarden - zij het met grote te
genzin - aanvaard, omdat zij het niet
verantwoord achten, dat de voortgang
van noodzakelijke werkzaamheden zou
den worden gestagneerd door het ont
breken van de vereiste goedkeuring.
Het provinciaal bestuur blijft van oor
deel, dat de provincie recht heeft op
een hogere uitkering uit het Provincie
fonds.
Op korte termijn geen verbetering
financiële positie
De ontwikkeling van de laatste jaren
laat duidelijk zien, dat het achterblij
ven van de inkomsten ten opzicht van
de provincies die oorspronkelijk onge
veer hetzelfde inkomstenniveau had
den, een steeds grotere vorm gaat aan
nemen. Een interprovinciale studiecom
missie heeft deze materie in onderzoek
genomen. De rijksoverheid wil het re
sultaat van deze studie afwachten, al
vorens zij bereid is stappen te onder
nemen tot een herziening van het ver
delingssysteem van het Provinciefonds.
Dit houdt in, dat op korte termijn geen
verbetering in de financiële positie is
te verwachten. De ongunstige ontwik
keling van de financiële positie komt
tot uitdrukking in de geleidelijke te
rugloop van de reserve. Gedeputeerde
staten komen dan ook tot de conclusie,
dat er binnen enkele jaren een wezen
lijke verbetering in de financiën zal
moeten worden gebracht wil niet de
situatie ontstaan, dat de mogelijkheden
voor het voeren van een reeëel finan
cieel beleid gaan ontbreken.
De ontwerp-begroting met een tekort
van 2 miljoen staat geheel in het
licht van de begrenzing van die moge
lijkheden. Verwacht wordt, dat de in
komsten ten opzicht van 1972 met ƒ2,5
miljoen zullen toenemen. Hiervan moet
ƒ300.000,- worden gebruikt voor ver
laging van het tekort, zodat voor toe
neming van de uitgaven beschikbaar
is 2,2 miljoen of ruim 7,9 "/o.
Hoewel het college bij het opstellen
van de begrotingsramingen voor de
uitgaven vrij stringente richtlijnen heeft
gehanteerd, werd niettemin het voor
lopig begrotingstekort becijferd op
ruim 2,5 miljoen.
Daarbij kon enerzijds rekening wor
den gehouden met de omstandigheid,
dat door het wegvallen van een aan
tal uitgaven in verband met het water
kwaliteitsbeheer, de ruimte voor an
dere sectoren iets groter werd, doch
anderzijds moest als tegenvaller wor
den geregistreerd dat de inkomsten op
grond van de Wet uitkeringen wegen
een lagere groei vertonen dan vorig
jaar mocht worden verwacht.
GedeDuteerde staten waren toen ge
noodzaakt het voorlopig geraamde te
kort met ruim een halfmiljoen te ver
lagen. Dit bedrag is onder meer ge
vonden door de sterk gestegen uitga
ven op het gebied van wegen en wel
zijnszorg enigszins te beperken.
Acht miljoen voor zuiveringsinstallatie
Het niveau van de nieuw voorgedra
gen investeringen is 38,7 miljoen
(vorig jaar 28,4 miljoen). Voor het
eerst is, vooruitlopend op de beslissing
over het zuiveringsplan, een bedrag
van ƒ8 miljoen opgenomen voor de
bouw van rioolwaterzuiveringsinstalla
ties op grond van het actieve water
kwaliteitsbeheer. De hieruit voortvloei
ende lasten worden bestreden uit de
heffingen die per 1 januari 1973 wor
den ingevoerd.
Overigens blijft het investeringsniveau
1973 binnen de gestelde norm van
10
De in het investeringsprogramma voor
de jaren na 1973 opgenomen bedragen
vertonen een gemiddelde stijging van
meer dan 10 °'o. Van 30,7 miljoen in
1973 neemt dit toe tot 48,9 miljoen
in 1976 of 59 °/o stijging in 3 jaren (ex
clusief zuiveringsinstallaties). Gedepu
teerde staten komen dan ook tot de
conclusie, dat het investeringsniveau
voor de komende jaren te hoog is in
verhouding tot de dekkingsmogelijkhe
den en dat aan beperking van het ni
veau niet kan worden ontkomen.
Meer duidelijkheid hierover biedt het
meerjarenoverzicht dat ook dit jaar
weer bij de begroting wordt overge
legd. Met inachtneming van het inves
teringsprogramma en een geringe reële
groei van de gewone uitgaven zou het
begrotingstekort in 1976 weer oplopen
tot 8 miljoen.
Hoewel uit deze ontwikkeling volgens
het college de noodzaak tot verbetering
van de budgettaire positie duidelijk
blijkt, neemt dit niet weg, dat het on
vermijdelijk zal zijn óm voor 1974 en
volgende jaren vrij ingrijpende maat
regelen te treffen teneinde tot een
meer aanvaardbaar financieel beeld
te komen.
Het college wil, zolang geen verbete
ring in de financiële positie js ge.
bracht, van jaar tot jaar naar een
aanvaardbare oplossing streven. Een
afstemming van het beleid op de toe
komst wordt welhaast onmogelijk ge
acht. Bovendien achten zij het onjuist
dit beleid te baseren op de thans aan
wezige, te geringe, mogelijkheden.
Vanavond (en niet morgenavond zoals
is aangekondigd) vindt de grootste pop
manifestatie plaats die ooit in Soest is
gehouden.
Om 20.30 uur treden in sessie op de
Golden Earring, Cuby en de Blizzards
en de Mr, Albert Show. In „sessie'
wil zeggen dat ze met elkaar musice
ren. In het Openluchttheater aan de
Soesterbergsestraat.
Dit is het afscheidscadeau aan de
Werkgroep Soest Medisch Comité Ne
derland-Vietnam van Golden Earring,
leider George Kooymans, die deze week
gaat verhuizen van het Soesterveen
naar Blaricum. Het vorig jaar al had
hij zo half en half de secretaresse van
de Werkgroep, Elly de Groot-Joosten,
toegezegd wel iets voor het Medisch
Comité te willen doen. „Daar houd ik
je aan", zei Elly en maakte nu defini
tieve afspraken met hem. Hij was met
een enthousiast en bood geheel belan
geloos dit popconcert aan met Rinus
Gerritsen, Cesar Zuiderwijk van de
Golden Earring (Barry Hay is met
vakantie naar Engeland), Eelco Gel
ling, Harry Muskee en Herman Brood
van Cuby en de Blizzards en Bertus
Borgers en vele anderen van de Mr.
Albert Show.
Een luisterconcert waarvan de op
brengst geheel ten goede komt aan de
oorlogsslachtoffers in Indo-China.
Maandag belde George Kooymans Elly
de Groot op dat de Golden Earring
plotseling een grandioze aanbieding had
gekregen van de „Who" uit Engeland
om mee te gaan met ze op een grote
tournee door West-Europa. Dan moe
ten ze vrijdagmorgen dn het vliegtuig
zitten. Dat is de reden dat alles ver
schoven werd naar vanavond Bij slecht
weer vindt het concert plaats in de
sporthal Beukendal aan de Beuken
laan.
Geheel belangeloos werkt ook mee de
Lighshow van de Moby Disk-drive in
discotheek uit Baam. En verder is
aanwezig een macro-biotisch voedsel-
tentje van de „Groen Waterman" te
Utrecht. De presentatie is in handen
van T.V.-omroepster Jantine de Jong.
In de pauze geeft Comité-lid Dr. Nic.
van Rhijn informatie over de werk-
Op donderdag 17 augustus a.s. zal het
eerste door de Stichting Lichamelijke
Opvoeding en Sport gebouwde gym
nastieklokaal, gelegen aan de Smits-
weg, in gebruik worden genomen.
Hoewel men dit feit op zich zelf niet
van voldoende belang acht om daaraan
een officiële in gebruikstelling te ver
binden, meent men er toch goed aan
te doen aan een ruime kring van de
bij de tot standkoming betrokken per
sonen en andere belangstellenden op
woensdag 16 augustus a.s., tussen 20.00
en 21.00 uur, gelegenheid te geven de
nieuwe gymnastiekzaal in ogenschouw
te nemen.
Gezien de onlangs gehouden „anti-
groetplichtdag", uitgeschreven door de
„Vereniging Voor Diensplichtige Mili
tairen" (V.V.D.M.) kan ik mij, als
dienstplichtige Lucht machtmaat, vol
komen verenigen met de gedachte als
zou de democratie niet aanwezig zijn
in het Nederlandse Leger. Allicht niet,
aangezien het verschil tussen onder
mijning van het leger en democratie
equivalent is aan die tussen oorlog en
vrede. Maar ach, dat dit in het Ne
derlandse leger voor kan komen, daar
behoeft nog geen Nederlandse hond
zich druk om te maken, aangezien in
het burgerleven gelijk geaarde akties
doorlopend aan de orde van de dag
zijn.
Velen denken dat een vrye menings
uiting gelijk staat aan een vrije han
deling (is voor mij soms ondermijning).
Hetgeen voor mij impliceert dat zo'n
aktie als de „antigroet plichtdag" een
ondermijning is.
Men spreekt van een protestaktie, en
gezien de ernst en de realiteit van zo'n
doelgerichte ondermijning kan ik mij
de intentie van deze eufenistische uit
drukking levendig voorstellen.
Het bestuur van de V.V.D.M. zouden
universiteitsstudenten zijn, en langza
merhand begin ik van deze clan de
indruk te krijgen dat zij tot het nage
slacht behoren van het stel provo's uit
de Maagdenhuisjaren. Van dat stel on
geletterde studenten heeft men blijk
baar weinig geleerd. Dat men de groet-
plicht af wil schaffen is een begrijpe
lijke kwestie. Allicht is het een vrij
ondoenlijke zaak als men buiten de
kazernepoort iedere meerdere op mili
taire wijze zou moeten groeten, het
geen echter tot voor een paar jaar te
rug een verplichte zaak was.
Toen moest iedere soldaat, die met z'n
vrienden in een nabij gelegen stad de
vergetelheid in een gezellige avond
uitzocht, een hogere rang groeten. Het
kon wel gebeuren dat men continu
met de hand aan de baret kon lopen,
aangezien ook de hogere rangen wel
een avondje uit gingen. Aangezien het
leger topzwaar is, moest er ter com-
pentatie iets op gevonden worden.
Dankzij de V.V.D.M. én de legerleiding
heeft men het groeten buiten de ka
zernepoort voor allen afgeschaft, en
binnen de poort voor onder-officieren.
Maar officieren zijn er genoeg, en
soms teveel,, vandaar dat wij nu in
het stadium „Zeg maar dag met je
handje" zijn aangeland. Een goeie,
pakkende, en reklametechnisch be
hoorlijke slagzin. Ongetwijfeld zal in
het volgende stadium de slagzin „Zeg
maar Jan tegen Majoor Jan" luiden.
Gezien de „antigroetplichtdag" heeft
de wijze van ondermijnend aanpakken
van groetproblemen zich behoorlijk
ontwikkeld netgeen impliceert dat ik
mij niet durf af te vragen in welke
richting V.V.D.M. en consrte de onge
twijfeld nog komende vraagstukken
zal trachten op te lossen.
Welk een beschamende en geweten
loos gedegradeerde houding tegenover
onze bevriende NATO-mogendheden.
Dienstplichtige
OLIVIER TEN BERGE.
- 2-..
Dezer dagen werd zonder uiterlijk ver-
loon het geheel gemoderniseerde bij
kantoor van de Raiffeisenbank aan de
Soesterbergsestraat 14 te Soest in be-
bruik genomen.
De bank heeft zich Immer op het
standpunt gesteld, dat aan het publiek
de meest uitgebreide service moet
worden gegeven. Hiertoe werd een nel
van vier kantoren over Soest uitge
spreid, waarvan het nu gemoderniseer
de kantoor het oudste bijkantoor is.
Nadat dit kantoor in 1962 werd ge
opend, was het niet alleen aan een op
knapbeurt toe, doch het steeds uit
breidende dienstenpakket van de bank
vergde ook een aantal voorzieningen,
welke thans ook konden worden aan
gebracht.
Naar een ontwerp van architekt H. H.
Beekman heeft het Aannemersbedrijf J.
Smeeing achter de nieuwe pui een
kantoorruimte doen ontstaan, die er
zijn mag. In de pui is een nachtkluis
installatie aangebracht, welke het mo
gelijk maakt, ook na de sluitingsuren
van de bank, geld kluisveiligheid te
geven.
Bij het binnenkomen valt direkt de
moderne balie met vijf loketten op.
In de verplaatste kluis is een aantal
safeloketten gebouwd, waarin de huur
ders van de loketten waardepapieren
en sieraden veilig kunnen opbergen.
Alle vier kantoren van de F.aiffeisen
bank zijn nu met een nachtkluis en
safeloketten uitgerust
Voor een wat langer gesprek van ver
trouwelijke aard is een kleine spreek
kamer ingebouwd.
De Raiffeisenbank bewijst hiermede
inderdaad „de bank voor iedereen" te
zijn. Het moet voor de beheerder van
het bijkantoor - de heer J. J. Beuge
laar - en zijn staf een genoegen zijn in
dat kantoor te werken.
Op onze vraag naar de beveiliging van
het kantoor, antwoordde de direkteur
van de bank, dat alle kantoren van
de bank te Soest rechtstreeks op het
alarmpaneel op het politiebureau zijn
aangesloten.
Samenwerking tussen het aktieve po
litiekorps ter plaatse en de medewer
kers van de bank garandeert welis
waar geen volledig afdoende oplossing,
maar geeft - ook bij de steeds veran
derende technieken van overval - in
elk geval de beste kansen een even
tuele overvaller in de kraag te grij
pen.