Drie honderd jaar geleden Soest onder de Sattvegardes m MKURAAT WINKELMEISJE FOTO SWAGER Vernieuwd bijkantoor van de Raiffeisenbank Wij vragen voor direct een voor winkel en ateüier. RIJWIEL JAC. DE BRUIN Begroting provincie Utrecht toont tekort van f 2.000.000, Sfr^tb-L/U/ - 1.2kw. Popmanifestatie in Openluchttheater Gymnastieklokaal in gebruik Meningen van lezers Antigroetplichtdag Gewetenloze ondermijning Soester Courant van donderdag 10 augustus 1972 i Het huis Ter Eem by Ecmnes in 1672 door de Fransen verwoest en niet meer herbouwd. Aan het rampjaar 1672 willen wij meer dan gewone aandacht besteden, wat betreft de lokale geschiedenis van Soest De geschiedenis, als plaatselijk gebeu ren, is soms niet minder interessant, dan de vaderlandse of algemene ge schiedenis, al zijn wij er ons van be wust geen nieuwe voorstelling van za ken te geven, daar veel van deze voor stelling toch aan anderen zijn ontleend en steunt op reeds gepubliceerde bron nen en literatuur. Donkere wolken pakten zich samen in het rampjaar 1672 boven ons land. Het jaartal is ons bekend uit de geschiede nislessen op de school en werd er als het ware „ingeheid", zodat wij het nu nog niet zijn vergeten. De Franse invasie voltrok zich over het gewest Utrecht en de Soestenaren deelden in het grimmig oorlogslot. De Republiek der Verenigde Nederlanden stond op het punt geheel of groten deels te worden weggevaagd, van alle kanten besprongen door de vijand: de Fransen, Engelsen, Munstersen en Keulenaars. „Het volk redeloos, de regering rade loos. het land reddeloos". Toch werd de Republiek gered en het voortbe staan van Nederland verzekerd, al was het werkelijk een dubbeltje op zijn kant. In die onzekere tijd leefde onder het volk de overtuiging - men vindt de bewijzen bij gereformeerden, dissen ters, sectariërs, staatsgezinden, mede standers van Johan de Witt, orangis ten, aanhangers van Prins Willem III - dat de eigen zonden er oorzaak van waren, dat God deze ramp had toege laten. (1). Vrijwel niemand geloofde trouwens dat de vijand zich in zo korte tijd van een zo groot deel van het land had kunnen meester maken zonder belangrijke hulp van verraders. (2). Vooral waren het de room-katholieken, die hiervoor werden aangezien. Zij werden verdacht met de vijand te heulen, daar zij nog steeds in de uit oefening van hun godsdienst werden belemmerd en als tweede-rangs bur gers werden behandeld. Bij nader on derzoek blijkt, dat veel beschuldigingen van verraad aan het adres van katho lieken niet juist waren, behoudens die aan de leden van de katholieke over- ijselse adel, die een kwalijke rol heb ben gespeeld. In maart en april 1672 begonnen de oorlogshandelingen. Midden april wer den de Staatse officieren met de Fran se oorlogsverklaring in kennis gesteld en werd het leger vooral aan de gren zen in staat van paraatheid gebracht. Men vertrok naar de bedreigde posten, waar de legerleiding de aanval ver wachtte. Ook werd meer spoed gezet achter het werk van de inundatie, het onder water zetten van de lage gron den in het westen van land, als mid del van verdediging. De opmars naar Rijn en IJsel van het Franse leger was goed voorbereid en in de nacht van 11 op 12 juni trokken zij de Rijn over bij Lobith, zonder dat de Staatse troepen noemenwaardige tegenstand boden om de overtocht over re rivier te verhinderen. Er heerste onder het staatse leger zonder meer verwarring en overal dacht men aan verraad. Het trok zich terug en't land lag open voor de snel oprukkende Franse colonnes, die indagmarsen steden en dorpen bezetten. Vóór de junimaand ten einde was. waren een groot aantal steden en sterkten door de vijand: de Fransen en Munstersen, bezet, o.a.: Bredevoort, Doesburg, Arn hem, Zutphen. Harderwijk, Hattem. El- burg, Wageningen, Buren. Tiel en Kui lenburg, Grave, Gennep. Ravestein, Deventer, Zwolle en Kampen, alsmede de fortificaties Schenkenschans, Voor- ne en Sint Andries. In het Sticht gingen verloren: Rhenen, Wijk bij Duurstede, Montfoort, IJssel- stein. Amersfoort en vele dorpen waar onder het oude Soest. De schrik om de bezetting van Amersfoort sloeg als een vloedgolf over het Sticht en het Gooi. (3). Amersfoort werd gedurende anderhalf jaar bezet, van 19 juni 1672 tot 23 november 1673. (4). Begrijpelijk deelde Soest mee in het oorlogsgebeu ren en de boeren moesten het gelag betalen, zoals van ouds. De landbouw werd verstoord: haver, hooi en stro voor de paarden werden zonder meer gevorderd door de Franse troepen en wat zij nog meer namen voor hen zelf. Laten wij hiervoor eens een tijdgenoot aan het woord laten: „Het gantsche Sticht Utrecht wierd voort door al dit Frans volk bedorven, het Kooren nu gereed om te maayen. is door de Paar den. die daar in wieden, gedreven vertreden en 't geen de Boe ren nog in de Schuuren konden bren gen, wierd haar niet alleen ontnomen, maar zy gedwongen, het zelve af te' dorssen, en zonder te betalen namen het de Fransen mede, in Zakken op hare Paarden, en verkoften het bin nen de Steden. (5). Wij zullen geen aandacht besteden aan begane oorlogsruwelen, maar ingaan op de moeilijkheden waar de overheid van Soest zich voor gesteld zag. Vooreerst zij hierbij opgemerkt, dat toen de eerste furiën voorbij waren, de bezetting een realiteit was en men zo goed en kwaad als mogelijk was, schikte in de bestane toestand. De tendens van de berichtgeving uit bezet gebied, vooral uit Utrecht, was name lijk, dat de overgave zich met minder ernstige schokken had voltrokken dan men aanvankelijk gevreesd had. Ook scheen het leven onder de bezetting mee te vallen, althans de eerste maan den, niettegenstaande traden de troe pen vooral op het platteland drastisch op. De doorbraak van de Fransen was er de oorzaak van, dat een groot aantal vluchtelingen langs de wegen trokken in westelijke richting naar Naarden, Amsterdam. Enkhuizen, Hoorn en naar de provincie Zeeland. Vooral welge- stelden zochten hun heil in de vlucht vaak met medeneming van geld en kostbaarheden. Anderen begroeven hun bezit, waraonder sieraden en geld, of werkten ze weg door ze in te metselen, om ze zodoende voor vriend en vijand te verbergen. Ook werd bezit verzon den naar familie, vrienden en beken den in onbezet gebied achter de Hol landse waterlinie. Deze vorm van vluchten versterkte de toch al depres sieve stemming onder het volk. Te Amsterdam lagen zoveel schuiten met gevluchte goederen voor de boom (een boom sluit de watertoegang tot de stad af), dat men geen water meer kon zien. In Haarlem lag het Spaarne vol en in Hoorn was nergens meer ruimte om de goederen op te slaan. Er deden geruchten de ronde, dat tal van rijken voor hun bezit Franse sau- vegardes hadden aanvaard. Het was een kwestie van veiligstellen tegen molest bij te verwachten krijgshande lingen. Zélfs werden door de Prins sauve gardebrie ven verstrekt, waarmee men hoopte regentenbezit tegen plun dering veilig te stellen. Men nam aan dat ieder „mispaap" (scheldnaam voor een r.k. priester) ze wel kon verstrekken, doch dit bleek naderhand slechts een ongecontroleerd bericht te zijn, want het was door gaans onmogelijk zo'n Franse sauve- garde te bemachtigen. (6). Te Soest schijnen dergelijke sauvegar- debrieven tegen betaling te zijn ver strekt tijdens de bezetting en kon men zich ook tegen betaling verzekeren van een begeleider, een zogenaamde „sau- vegarde", die tot taak had de te ver voeren goederen te ^beschermen tegen diefstal, roof of plundering, althans dit door zijn aanwezigheid te voorkomen. Het toenmalige gemeentebestuur van Soest legde zelfs een sauvegardecedulle of ceel aan. Dit was een lijst waarop werd vermeld, hoeveel de inkomsten uit de sauvegarden waren. (7). Naar alle waarschijnlijkheid waren er veel particulieren, misschien vluchte lingen. die tijdelijk te Soest onderdak hadden gekregen, die van de sauvegar den gebruik maakten. Voor de dienst verleningen werden voor die tijd vrij grote bedragen genoteerd. De Soester bevolking zal zeer zeker niet zo ambulant zijn geweest, zodat wij moeten denken aan vreemdelingen of passanten, die zich op die manier enigszins wilden vrijwaren tegen ro vende en plunderende soldaten en an der gespuis dat langs de weg liep. Niettemin profiteerden hier ook wel Soestenaren van. In de grond van de zaak is het „sau vegarden" een verschijnsel van alle tiiden. Het volgende voorbeeld zal dit illustreren. In de 2e Wereldoorlog (1940-1945) brachten onderduikers enkele dagen door in een huis te Arnhem, dat Zwit sers eigendom was. Bij de deur van de woning was een sauvegardebrief aangeplakt, die aan gaf, dat neutraal eigendom gevrij waard diende te blijven voor overlast van de bezetter. Desalniettemin werd het huis tussen september '44 en april '45 leeggeplunderd. De zogenaamde ..sauvegardebrief" had geen enkel ef- fe.ct. Een fraaie illustratie van deze ge dachte. is dat Nicolaas Vivien in de vergadering van de Staten van Hol land. tijdens de beraadslagingen over het Eeuwig Edict, een pennemes door een stukje perkament of papier stak. Toen men hem vroeg waarom hij dat deed, antwoorde hij: „Ik onderzoek wat naDier vermag tegen staal. (8). Wie of de sauvegardebrieven te Soest uitschreef en verstrekte is niet duide lijk. De Resolutieboeken van de Buur meesters van Soest zijn niet volledig. Een overzicht van 1672 ontbreekt om onbegrijpelijke reden. Er zijn o.i, vele lacunes. Wel ontvangt de buurmeester het geld van de sauvegardecedulle in de jaren 1673 en int hij deze nog in 1674 toen de Fransen al waren vertrokken. De Rendant, een hoger geplaatst amb tenaar, die in Utrecht zetelde is mede verantwoordelijk en staat over de „Reeceninge Bewijs en Reliqua van alle soodanige ontvangh ende uytga- ve". Op de Reeceninge wordt vermeld: Item ontfangen van twee Sauvegarde cedulle dertien gl sestien stv 13-16-0 Item aen Verscheyde Cleyne Parcelen ontfangen uyt de Sauvegarde Cedulle de som me van 't negentigh gl tien stv 90-10-0 Onfangen van drie Sauvegarde Ce dulle de somme van 21-12-0 Onder de „Uytgift Jegens den voorsz. ontfangh" vinden wij uitbetalingen aan personen die optreden als sauvegarde, alsmede aan de Fransen bezetters. Betaelt aen Johannes de Switsert Sauvegarde de somma van drie en de twintigh gulden volgens qtie 23-0-0 Item betaelt in Vscheyde malen soo aen verteeringe der Franschen als verteeringe bij den rendant gedaen int reysen na Utrecht toe de soe van 27-8-0 Betaelt aen twee Sauvegarde waer van een qtie is de somme van drie vijftigh gulden negentien stv dus 53-19-0 Betaelt voor een Voer Klaps voor de Sauvegarde de soe van 6-10-0 Klaps of klapspanen kunnen kleine losse turven zijn geweest, doch ook hout. Het eerste lijkt ons iets waar schijnlijker. Item noch betaelt aen een Sauvegar de mitsgrs. voor Boeckweyt ende verders aen Vteeringe gedaan be- draegende in alles een dertigh gl seventien stv dus 31-10-0 Item betaelt aen Andries de Sauve garde de soe van twee ende dertigh gulden tien stv dus 32-10-0 Item^ heeft den Rendant aen sijn eygen hangden betaelt voor een mudde boeckweyt die een Sauve garde genomen heeft ""Ende voorts aen verteeringe gedaen de soe van 13-2-0 Kennelijk was deze sauvegarde niet betrouwbaar en is hij er vandoor ge gaan met de boekweit om die mis schien aan anderen te verkopen. Wel licht eeri zwarthandelaar uit die tijd. De Rendant draaide er voor op. Item betaelt aen de Franschen die op Sloth der Eem lagen tot onder hout van haer, met noch eenige an dere dingen daer onder gereeckent tot 11-2-0 De schade die aan de Utrechtse kas telen werd toegebracht tijdens de op mars en bezetting van de Franse troe pen is zeer groot geweest. Het kasteel Ter Eem bij Eemnes werd verwoest en werd niet herbouwd. Na het vertrek van de Fransen werden nog een tweetal posten vermeld en verantwoord: In de maent van Juny 1674 betaelt aen eenigh bier dat de koerlanders verconsumeerde en verder aen alle andere schulden die bij haer waren gemaekt ofte bij andere, tot 18-19-0 Koerlanders zijn soldaten uit Koerland, voorheen een Baltische staat. De sol daten van de Zonnekoning Bodewijk de XlVe behoorden tot een allegaartje van nationaliteiten en konden slechts door strenge tucht en soldij in toom worden gehouden. Betaelt aen de Sauvegarde die sijn goet tot Maria Scho(n) genomen wierdt de some van 80-0-0 Vermoedelijk werd de begeleidende sauvegarde toch beroofd van de goe deren die zijn opdraggeefster Maria Scho of Schon, (de naam is onduidelijk geschreven), zo graag wilde vervoeren naar een plaats buiten het bezette ge bied. De waarde ƒ80,- voor die tijd is vrij aanzienlijk. Aert Huijberts een in gezetene van Soest werd gevorderd om voor de Fransen te rijden. Hij ont vangt hiervoor een vergoeding. Betaelt aen Aert huyberts voor het ryden in 't Leger de somme van 85-14-0 Als "laatste post vonden wij: Betaelt op twee Sauvegarde Cedulle dies den rendant alhier V antwoort ter some van 6-8-0 Na het wergtrekken der Fransen in 1673 breken er weer rustiger tijden aan die zich weerspiegelen in het dagelijks gebeuren van het kleine dorp Soest. Soldaten en matrozen worden afge dankt, doch vele oudmilitairen, waar onder voor het leven verminkten zwer ven langs de wegen. Te Soest krijgen twee afgedankte matrozen van de arm- meesters een fooi van drie stuivers. Een niet al te royale geste tegenover deze landsverdedigers. Noch den 4en May betaelt aen twee passanten die ter Zee hadde geweest. En d een sijn been had (V) looren ende de ander kreupel gaende ooch op een paer krucken zes stv 0-6-0 Dan een zeer zeker niet verwacht no tulering: Noch den 23en Feb: betaelt aen Lambert Gijsbertsen 6 stv dat hij de prins en garde van Soest gebracht heeft naede bilt dat Sij de wegh niet winsten 0-6-0 Stadhouder Prins Willem III zal een bezoek hebben gebracht aan het Paleis Soestdijk en en passant een bezoek gebracht hebben aan Soest waarvan hij Ambachtsheer was. Op 26 april 1674 kocht Prins Willem III van mr. Jacob de Graef, zoon en medeërfgenaam van wijlen de Heer Cornelis de Graef, heer van Zuidpols broek, burgemeester en raad van Am sterdam, de hofstede Soestdijck en liet op het terrein een jachthuis bouwen en prachtige tuinen aanleggen. Enige maanden later, namelijk op 13 septem ber 1674, werd door de Staten van Utrecht eeuwig en erfelijk opgedragen de vrije, hoge, middelbare en lage ju risdictie in de heerlijkheden, Soest, Baarn en Ter Eem, waarbij nog wer den gevoegd de heerlijkheden Eemnes, binnen- en buitendijks. De Prins heeft zich vermoedelijk wil len oriënteren over verschillende za ken, waarover hij als ambachtsheer het recht had te beschikken. Ook was hij geïnteresseerd in de financiën van het dorp. In het bijzijn van zijn secretaris en de schepenen van Soest bracht hij een bezoek aan de herberg van Merrij Petersen, vermoedelijk in de herberg De Drie Ringen, achter de Oude Kerk van Soest. Onder de uitgaven vinden wij: Noch den 25en Feb: betaelt aen Merrij Petersen drie gul vier stv, van verteringe te haren huyzen ge daen, met de Stadthouder en de Secretaris en de Schepens doen wij de brincken Vpacht hadden 3-4-0 Onvoorstelbaar voor ons is de onher bergzaamheid van de omgeving, de grote leegte in een vrijwel onontgon nen landschap, zodat de Prins en zijn gevolg op de terugtocht een gids no dig hadden, omdat men de weg niet wist naar het toch betrekkelijk dicht bij gelegen dorp De Bilt. Tot slot: Den 14 dito aen gijsbert Jansen Coelen betaelt van Vteeringe ge daen over het Victory luijen over de vrede met Vranckrijck 6-0-0 In 1678 was de vrede met Frankrijk gesloten. De woelingen en onlusten in de Republiek waren zo goed als voor bij. Soest deelde in de vrede en in de vreugde hierover. Maar hoezeer het lot van de Zeven Provinciën i.c. Ne derland aan een zijden draad heeft gehangen werd maar al te veel en on voldoende onderkend, ook door latere geschiedschrijvers. Het was een dra matisch tijdDerk in onze geschiedenis en het is goed hier even bij stil te staan, al is het 300 jaar geleden. E. HEUPERS. NOTEN 1). Dr. D. J. Roorda, „Partij en Factie". Groningen. 1961. bladz. i07. 2). Ibidem. 3). Drs. R. Fruin, „De oorlog van 1672". Groningen. 1972, bladz.121. 4). Rampjaar 1672. Tentoonstelling. Mu seum „Flehite" Amersfoort. 5). Kort verhaal van De Nare en zeer beklagelijke toestant der Provincie en Stad van Utrecht, desgelijks van gantsch Nederlandt, in de Jaaren 1672 en 1673 door de invadeeringe der Franschen, nevens dezelfs ge combineerde Machten c. en hoe dat van hun dreygent eeuwig Ver derf, door den Heere Prince van Orange, Willem de III (naast het bestier van den Hemel) daar van sijn verlost. Strekkende tot den Jaarlijkse Utrechtsen Dankdag voor de Burgers en inwoonders aldaar door B. V., Utrecht 1757. Bladz. 51 en 52. 6). Dr. D. J. Roorda. a.w. bladz. 93. 7). Oud-Archief Gemeente Soest. No. 114. 8). Schriftelijke mededeling van de heer Dr. D. J. Roorda, auteur van „Het Rampjaar 1672. Bussum 1972. Ervaring niet noodzakelijk. Burgemeester Grothestraat 45 Soest - Tel. 3917, na 18 uur 3875 Kies een goed cadeau, kies een DE SCHOOL BEGINT OP EEN FIETS VAN Rywiel- en Bromfictsspecialist GALLENKAMPPELSYVEG 1 Telefoon 02155- 2857 t.o. busstation Soest-Zuid De ontwerp-begroting 1973, die gede puteerde staten heden aanbieden, toont een tekort van 2 miljoen. Ten opzichte van 1972, voor welk jaar het tekort nader is geraamd op 2,3 mil joen, betekent dit een geringe terug loop. Hiermede is voldaan aan de voorwaarde, die de rijksoverheid aan de goedkeuring van de begroting 1972 heeft verbonden. Gedeputeerde staten hebben deze voorwaarden - zij het met grote te genzin - aanvaard, omdat zij het niet verantwoord achten, dat de voortgang van noodzakelijke werkzaamheden zou den worden gestagneerd door het ont breken van de vereiste goedkeuring. Het provinciaal bestuur blijft van oor deel, dat de provincie recht heeft op een hogere uitkering uit het Provincie fonds. Op korte termijn geen verbetering financiële positie De ontwikkeling van de laatste jaren laat duidelijk zien, dat het achterblij ven van de inkomsten ten opzicht van de provincies die oorspronkelijk onge veer hetzelfde inkomstenniveau had den, een steeds grotere vorm gaat aan nemen. Een interprovinciale studiecom missie heeft deze materie in onderzoek genomen. De rijksoverheid wil het re sultaat van deze studie afwachten, al vorens zij bereid is stappen te onder nemen tot een herziening van het ver delingssysteem van het Provinciefonds. Dit houdt in, dat op korte termijn geen verbetering in de financiële positie is te verwachten. De ongunstige ontwik keling van de financiële positie komt tot uitdrukking in de geleidelijke te rugloop van de reserve. Gedeputeerde staten komen dan ook tot de conclusie, dat er binnen enkele jaren een wezen lijke verbetering in de financiën zal moeten worden gebracht wil niet de situatie ontstaan, dat de mogelijkheden voor het voeren van een reeëel finan cieel beleid gaan ontbreken. De ontwerp-begroting met een tekort van 2 miljoen staat geheel in het licht van de begrenzing van die moge lijkheden. Verwacht wordt, dat de in komsten ten opzicht van 1972 met ƒ2,5 miljoen zullen toenemen. Hiervan moet ƒ300.000,- worden gebruikt voor ver laging van het tekort, zodat voor toe neming van de uitgaven beschikbaar is 2,2 miljoen of ruim 7,9 "/o. Hoewel het college bij het opstellen van de begrotingsramingen voor de uitgaven vrij stringente richtlijnen heeft gehanteerd, werd niettemin het voor lopig begrotingstekort becijferd op ruim 2,5 miljoen. Daarbij kon enerzijds rekening wor den gehouden met de omstandigheid, dat door het wegvallen van een aan tal uitgaven in verband met het water kwaliteitsbeheer, de ruimte voor an dere sectoren iets groter werd, doch anderzijds moest als tegenvaller wor den geregistreerd dat de inkomsten op grond van de Wet uitkeringen wegen een lagere groei vertonen dan vorig jaar mocht worden verwacht. GedeDuteerde staten waren toen ge noodzaakt het voorlopig geraamde te kort met ruim een halfmiljoen te ver lagen. Dit bedrag is onder meer ge vonden door de sterk gestegen uitga ven op het gebied van wegen en wel zijnszorg enigszins te beperken. Acht miljoen voor zuiveringsinstallatie Het niveau van de nieuw voorgedra gen investeringen is 38,7 miljoen (vorig jaar 28,4 miljoen). Voor het eerst is, vooruitlopend op de beslissing over het zuiveringsplan, een bedrag van ƒ8 miljoen opgenomen voor de bouw van rioolwaterzuiveringsinstalla ties op grond van het actieve water kwaliteitsbeheer. De hieruit voortvloei ende lasten worden bestreden uit de heffingen die per 1 januari 1973 wor den ingevoerd. Overigens blijft het investeringsniveau 1973 binnen de gestelde norm van 10 De in het investeringsprogramma voor de jaren na 1973 opgenomen bedragen vertonen een gemiddelde stijging van meer dan 10 °'o. Van 30,7 miljoen in 1973 neemt dit toe tot 48,9 miljoen in 1976 of 59 °/o stijging in 3 jaren (ex clusief zuiveringsinstallaties). Gedepu teerde staten komen dan ook tot de conclusie, dat het investeringsniveau voor de komende jaren te hoog is in verhouding tot de dekkingsmogelijkhe den en dat aan beperking van het ni veau niet kan worden ontkomen. Meer duidelijkheid hierover biedt het meerjarenoverzicht dat ook dit jaar weer bij de begroting wordt overge legd. Met inachtneming van het inves teringsprogramma en een geringe reële groei van de gewone uitgaven zou het begrotingstekort in 1976 weer oplopen tot 8 miljoen. Hoewel uit deze ontwikkeling volgens het college de noodzaak tot verbetering van de budgettaire positie duidelijk blijkt, neemt dit niet weg, dat het on vermijdelijk zal zijn óm voor 1974 en volgende jaren vrij ingrijpende maat regelen te treffen teneinde tot een meer aanvaardbaar financieel beeld te komen. Het college wil, zolang geen verbete ring in de financiële positie js ge. bracht, van jaar tot jaar naar een aanvaardbare oplossing streven. Een afstemming van het beleid op de toe komst wordt welhaast onmogelijk ge acht. Bovendien achten zij het onjuist dit beleid te baseren op de thans aan wezige, te geringe, mogelijkheden. Vanavond (en niet morgenavond zoals is aangekondigd) vindt de grootste pop manifestatie plaats die ooit in Soest is gehouden. Om 20.30 uur treden in sessie op de Golden Earring, Cuby en de Blizzards en de Mr, Albert Show. In „sessie' wil zeggen dat ze met elkaar musice ren. In het Openluchttheater aan de Soesterbergsestraat. Dit is het afscheidscadeau aan de Werkgroep Soest Medisch Comité Ne derland-Vietnam van Golden Earring, leider George Kooymans, die deze week gaat verhuizen van het Soesterveen naar Blaricum. Het vorig jaar al had hij zo half en half de secretaresse van de Werkgroep, Elly de Groot-Joosten, toegezegd wel iets voor het Medisch Comité te willen doen. „Daar houd ik je aan", zei Elly en maakte nu defini tieve afspraken met hem. Hij was met een enthousiast en bood geheel belan geloos dit popconcert aan met Rinus Gerritsen, Cesar Zuiderwijk van de Golden Earring (Barry Hay is met vakantie naar Engeland), Eelco Gel ling, Harry Muskee en Herman Brood van Cuby en de Blizzards en Bertus Borgers en vele anderen van de Mr. Albert Show. Een luisterconcert waarvan de op brengst geheel ten goede komt aan de oorlogsslachtoffers in Indo-China. Maandag belde George Kooymans Elly de Groot op dat de Golden Earring plotseling een grandioze aanbieding had gekregen van de „Who" uit Engeland om mee te gaan met ze op een grote tournee door West-Europa. Dan moe ten ze vrijdagmorgen dn het vliegtuig zitten. Dat is de reden dat alles ver schoven werd naar vanavond Bij slecht weer vindt het concert plaats in de sporthal Beukendal aan de Beuken laan. Geheel belangeloos werkt ook mee de Lighshow van de Moby Disk-drive in discotheek uit Baam. En verder is aanwezig een macro-biotisch voedsel- tentje van de „Groen Waterman" te Utrecht. De presentatie is in handen van T.V.-omroepster Jantine de Jong. In de pauze geeft Comité-lid Dr. Nic. van Rhijn informatie over de werk- Op donderdag 17 augustus a.s. zal het eerste door de Stichting Lichamelijke Opvoeding en Sport gebouwde gym nastieklokaal, gelegen aan de Smits- weg, in gebruik worden genomen. Hoewel men dit feit op zich zelf niet van voldoende belang acht om daaraan een officiële in gebruikstelling te ver binden, meent men er toch goed aan te doen aan een ruime kring van de bij de tot standkoming betrokken per sonen en andere belangstellenden op woensdag 16 augustus a.s., tussen 20.00 en 21.00 uur, gelegenheid te geven de nieuwe gymnastiekzaal in ogenschouw te nemen. Gezien de onlangs gehouden „anti- groetplichtdag", uitgeschreven door de „Vereniging Voor Diensplichtige Mili tairen" (V.V.D.M.) kan ik mij, als dienstplichtige Lucht machtmaat, vol komen verenigen met de gedachte als zou de democratie niet aanwezig zijn in het Nederlandse Leger. Allicht niet, aangezien het verschil tussen onder mijning van het leger en democratie equivalent is aan die tussen oorlog en vrede. Maar ach, dat dit in het Ne derlandse leger voor kan komen, daar behoeft nog geen Nederlandse hond zich druk om te maken, aangezien in het burgerleven gelijk geaarde akties doorlopend aan de orde van de dag zijn. Velen denken dat een vrye menings uiting gelijk staat aan een vrije han deling (is voor mij soms ondermijning). Hetgeen voor mij impliceert dat zo'n aktie als de „antigroet plichtdag" een ondermijning is. Men spreekt van een protestaktie, en gezien de ernst en de realiteit van zo'n doelgerichte ondermijning kan ik mij de intentie van deze eufenistische uit drukking levendig voorstellen. Het bestuur van de V.V.D.M. zouden universiteitsstudenten zijn, en langza merhand begin ik van deze clan de indruk te krijgen dat zij tot het nage slacht behoren van het stel provo's uit de Maagdenhuisjaren. Van dat stel on geletterde studenten heeft men blijk baar weinig geleerd. Dat men de groet- plicht af wil schaffen is een begrijpe lijke kwestie. Allicht is het een vrij ondoenlijke zaak als men buiten de kazernepoort iedere meerdere op mili taire wijze zou moeten groeten, het geen echter tot voor een paar jaar te rug een verplichte zaak was. Toen moest iedere soldaat, die met z'n vrienden in een nabij gelegen stad de vergetelheid in een gezellige avond uitzocht, een hogere rang groeten. Het kon wel gebeuren dat men continu met de hand aan de baret kon lopen, aangezien ook de hogere rangen wel een avondje uit gingen. Aangezien het leger topzwaar is, moest er ter com- pentatie iets op gevonden worden. Dankzij de V.V.D.M. én de legerleiding heeft men het groeten buiten de ka zernepoort voor allen afgeschaft, en binnen de poort voor onder-officieren. Maar officieren zijn er genoeg, en soms teveel,, vandaar dat wij nu in het stadium „Zeg maar dag met je handje" zijn aangeland. Een goeie, pakkende, en reklametechnisch be hoorlijke slagzin. Ongetwijfeld zal in het volgende stadium de slagzin „Zeg maar Jan tegen Majoor Jan" luiden. Gezien de „antigroetplichtdag" heeft de wijze van ondermijnend aanpakken van groetproblemen zich behoorlijk ontwikkeld netgeen impliceert dat ik mij niet durf af te vragen in welke richting V.V.D.M. en consrte de onge twijfeld nog komende vraagstukken zal trachten op te lossen. Welk een beschamende en geweten loos gedegradeerde houding tegenover onze bevriende NATO-mogendheden. Dienstplichtige OLIVIER TEN BERGE. - 2-.. Dezer dagen werd zonder uiterlijk ver- loon het geheel gemoderniseerde bij kantoor van de Raiffeisenbank aan de Soesterbergsestraat 14 te Soest in be- bruik genomen. De bank heeft zich Immer op het standpunt gesteld, dat aan het publiek de meest uitgebreide service moet worden gegeven. Hiertoe werd een nel van vier kantoren over Soest uitge spreid, waarvan het nu gemoderniseer de kantoor het oudste bijkantoor is. Nadat dit kantoor in 1962 werd ge opend, was het niet alleen aan een op knapbeurt toe, doch het steeds uit breidende dienstenpakket van de bank vergde ook een aantal voorzieningen, welke thans ook konden worden aan gebracht. Naar een ontwerp van architekt H. H. Beekman heeft het Aannemersbedrijf J. Smeeing achter de nieuwe pui een kantoorruimte doen ontstaan, die er zijn mag. In de pui is een nachtkluis installatie aangebracht, welke het mo gelijk maakt, ook na de sluitingsuren van de bank, geld kluisveiligheid te geven. Bij het binnenkomen valt direkt de moderne balie met vijf loketten op. In de verplaatste kluis is een aantal safeloketten gebouwd, waarin de huur ders van de loketten waardepapieren en sieraden veilig kunnen opbergen. Alle vier kantoren van de F.aiffeisen bank zijn nu met een nachtkluis en safeloketten uitgerust Voor een wat langer gesprek van ver trouwelijke aard is een kleine spreek kamer ingebouwd. De Raiffeisenbank bewijst hiermede inderdaad „de bank voor iedereen" te zijn. Het moet voor de beheerder van het bijkantoor - de heer J. J. Beuge laar - en zijn staf een genoegen zijn in dat kantoor te werken. Op onze vraag naar de beveiliging van het kantoor, antwoordde de direkteur van de bank, dat alle kantoren van de bank te Soest rechtstreeks op het alarmpaneel op het politiebureau zijn aangesloten. Samenwerking tussen het aktieve po litiekorps ter plaatse en de medewer kers van de bank garandeert welis waar geen volledig afdoende oplossing, maar geeft - ook bij de steeds veran derende technieken van overval - in elk geval de beste kansen een even tuele overvaller in de kraag te grij pen.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1972 | | pagina 7