m-
HYPO
THEKEN
ENDE
METS
terdag
ember
PRIJS
FES!.
ONS
Onderwijs in de derde wereld
aagt!
VOLOP
LOP
ypistes
istes
ïoudk.
hten
Soest-Vadstena: een
nieuwe handreiking
Hel Birgitta-jaar 1973
BONDSSPAARBANK
0^
Birgitta van Zweden
Birgitta-orde
Het klooster
Mariënbnrg te Soest
Soester Courant van donderdag 28 septei
1972
JE VER VOOROTT
.icatessenzaak
nette
m. 20 jaar,
rijbewijs B.E.
estraat 90
I. 02155-2404
werk voor
d uurloon.
3e vakantie.
?TOESLAG.
DAGS
'ALING
EURO-TYP
Uitzendbur.
Choorstr. 30
Utrecht
030-315441
limte maken
ideshow.
om
U de
afgeprijsde
estaurant
tren nu met
tussen soest en vaöstena in zweöen...
Het dorp Soest in 1626 met vermoedelijk het klooster Mariënburg.
Bij de opgravingen kwamen gangen va
te vooi
Dat hiervan gretig gebruik wordt ge
maakt, blijkt wel uit het toenemende
aantal pelgrims en gasten die de har
telijke uitnodiging om naar Vadstena
te komen gaarne aanvaarden. Hiertoe
behoren zowel katholieken als luthera
nen, onder wie ook Lutherse Birgitti-
nessen. Op verschillende plaatsen in
Zweden verrijzen momenteel Lutherse
kloostergemeenschappen die hun inspi
ratie zoeken bij St. Birgitta in Vadste
na. Katholieke en Lutherse Birgitines-
sen zoeken hier gezamenlijk naar nieu
we vormen van authentiek kloosterle
ven.
Om deze mensen beter te kunnen op
vangen. werkt men thans aan de uit
bouw-van het centrum met een klpos-
terrüimte Voor de zusters en een Bir-
gittakerkje voor de liturgieviering. De
uitbreiding van het centrum hoopt men
op korte termijn te realiseren, zodat
nog op 23 juli 1973 de dag van de 600-
jarige herdenking van de dood van
Birgitta de nieuwe gebouwen kunnen
worden ingewijd.
De jongste opgravingen van het kloos
ter Mariënburg te Soest in 1959 en 1962
hebben de bijzondere belangstelling op
geroepen van onze lokale historicus E.
Heupers. Reeds geruime tijd werkt deze
aan „De Geschiedenis van het Mid
deleeuwse klooster Mariënburg te
Soest", dat naar wij hopen spoedig het
licht moge zien. Om deze studie een
diepere dimensie te geven werd niet
volstaan met het bestuderen van de
akten in het Soester Archief en de
weinige artikelen die over het klooster
Mariënburg zijn verschenen, maar nam
de heer Heupers contact op met de
moederabdij te Uden om zo meer ken
nis te vergaren over en feeling te ont
wikkelen voor het eigenlijke Birgit-
tijnse kloosterleven, de spiritualiteit
van waaruit deze orde leeft.
het oude rioolstelsel van hel klooster
Er ontstond een hartelijke relatie, die
ook in Zweden bekend werd en onder
meer resulteerde in een bezoek aan
Soest van de Zweed Dr. Tore Nyberg,
die toen werkte aan zijn dissertatie
over de Birgittijnse kloosters in de
Middeleeuwen ter verkrijging van de
doctorsgraad aan de universiteit van
Lund.
In deze dissertatie kon ruime aandacht
geschonken worden aan het Soester
klooster Mariëburg. mede dankzij het
vele materiaal dat de heer Heupers
aan Dr. Nyberg kon doen toekomen.
Het ligt dan ook in de lijn der ver
wachtingen dat juist de heer Heupers
vanuit Zweden het verzoek ontving om
zo mogelijk zorg te dragen voor een
herinnering aan het klooster Mariën
burg om in het nieuwe centrum te
Vadstena de gedachtenis aan Soest le
vendig te houden.
De bedoeling was van alle bestaande
en ooit bestaand hebbende Birgitta-
kloosters een „souvenir" te verzamelen.
De heer Heupers meende het best aan
het verzoek te kunnen voldoen door 2
plavuizen van het voormalige klooster
beschikbaar te stellen die hij tijdens
de opgravingen van 1962 had verkre
gen.
Op 30 augustus j.1. vond de plechtige
overdracht plaats in de abdij Maria-
Refugie te Uden. Daartoe was speciaal
uit Vadstena overgekomen de Neder
landse Dominicaan Pater Fens, rector
van de Birgit tin essen aldaar, die de
beide plavuizen van de heer Heupers
persoonlijk in ontvangst kwam nemen.
Wij hopen dat het nieuwe centrum te
Vadstena dat zoveel dierbare herinne
ringen zal bevatten uit vele Noord- en
Westeuropese landen haar oecumeni
sche roeping mede dankzij de nieuwe
mogelijkheden in de toekomst nog be
ter zal weten waar te maken, ten nutte
van de modoj-ne. naar rust, stilte en be-
zinnig snakkende mens.
A. M. HEIDT
Zending en missie hebben niet alleen de boodschap van het Evangelie ver
kondigd. Het zendingswerk kende de achtergrond van een sociale ethiek vol
bewogenheid met het lot van de onderontwikkelde volkeren waarvoor het
verantwoordelijkheid meende te dragen.
De christengemeente opende perspec
tieven voor een nieuwe toekomst en
vooral het onderwijs steunde de nood
zakelijke heroriëntering van de autoch
tone bevolking bij de aanpassing in
structuurvormen, die sterk afweken
van wat men een generatie daarvoor
nog gewend was. Zending en missie
hadden het goed gezien. Het verbrei
den van kennis is een van de belang
rijkste voorwaarden om het bestaans-
niveau van de bevolking van ontwik
kelingslanden tot een hoger plan te
verheffen.
Maar de onwetendheid is een kwaad,
dat de christelijke en mohammadaanse
zendingen in hun eentje niet afdoende
kunnen bestrijden. Daartoe ontbreken
hen de middelen en de mankracht. Bo
vendien Is het inzicht gegroeid, dat
ontwikkelingswerk en zendingsarbeid
zoveel mogelijk gescheiden dienen te
blijven. Hoe verbijsterend de omvang
van het onderwijsprobleem voor de
„derde wereld" is blijkt uit gegevens
die zijn verzameld door het Unesco-
bureau voor statistiek. Het aantal vol
wassen mensen in de wereld dat noch
lezen noch schrijven kan wordt mo
menteel geschal op 750 800 miljoen.
En dit aantal analfabeten stijgt nog
voortdurend.
Wereld geeft meer aan bewapening
dan aan onderwijs uit
De uitgaven voor onderwijs, die ver
schillende landen zich getroosten, zijn
de laatste tien jaar sterk gestegen. Het
Unesco becijferde dat bij een groep
van negentig landen (waaronder niet
rood-nhina. Noord-Vietnnm en Noord-
Korea) in de periode 1960-19G5 het aan
onderwijs bestede bedrag steeg van
3,6 °/o tot 4,5 °/o van het nationale inko
men. In het schooljaar 1960-1961 telde
de wereld (exclusief de drie bovenge
noemde landen, waarvan de gegevens
ontbreken) 324 miljoen leerlingen van
het lager, middelbaar en hoger onder
wijs. In het schooljaar 1966-1967 be
droeg het overeenkomstige aantal 428
miljoen, een stijging van ruim 32% in
zes jaar tijd. De schoolbevolking is toe
genomen met 4.8 per jaar. terwijl de
wereldbevolking jaarlijks met 1.9%
toenam. Uit deze cijfers blijkt dat de
ontwikkelingslanden er in toenemende
mate in slagen om althans het lager
onderwijs algemeen te maken.
De vooruitgang manifesteert zich ook
bij het openstellen van de onderwijs
instellingen voor meisjes. In zes jaar
tijd een stijging van 34 Maar he
laas steeg het aantal leerkrachten min
der sterk dan het aantal leerlingen.
Opvallend lijken de gunstige cijfers
over Afrika, waar het aantal leerlin
gen, bij lager, middelbaar en hoger
onderwijs steeg met respectievelijk
42.84 en 74 procent. Vooral het laatste
cijfer is opvallend, want tot voor kort
waren hoger onderwijsinstellingen voor
de meeste Afrikanen onbereikbaar.
Niet toereikend
De vermelde cijfers wekken de ilusie,
dat de onontwikkelde massa's met ras
se schreden hun achterstand op de ont
wikkelde volkeren Inhalen. Helaas zijn
de cijfers als zo vaak enigszins bedrie-
gelijk. Ondanks de stijging van het aan
onderwijs bestede bedrag stijgt het
I aantal mensen dat noch lezen noch
schrijven kan. Juist in de landen,
waar het analfabetisme een omvang
rijk probleem is, is de bevolkingsex
plosie ook het grootst. En nu mogen
ook in deze landen de onderwijsuitga
ven weliswaar stijgen, de stijging is
volstrekt onvoldoende om het onder
wijssysteem drastisch te reorganiseren.
Blijkens statistische gegevens van het
Unesco hebben de minder ontwikkelde
landen 72 van de wereldbevolking,
maar besteden zij slechts 11 van de
totale uitgaven voor onderwijs in de
wereld. De hulp, die zij krijgen van
de ontwikkelde landen is. niet toerei
kend om het onderwijsprobleem aan te
pakken. De ontwikkelingshulp, die on
geveer neerkomt op 8 dollar per hoofd
van de bevolking van de donorlanden,
wordt voor een groot deel besteed aan
de bestrijding van het hongerprobleem
en het ontwikkelen van een betere ge
zondheidszorg.
Helaas worden de miljoenen dollars,
die de ontwikkelingslanden nodig zou
den hebben, voornamelijk besteed aan
bewapening. In 1967 gaf de wereld 183
miljard dollar aan wapens uit. voor
onderwijs 120 miljard. Als deze ver
houding zou worden omgedraaid, zou
een volgende generatie geen analfabe
ten meer kennen.
Sleutel
Verhoogde uitgaven voor het onderwijs
zijn voor de toekomst van de ontwik
kelingslanden van essentiële betekenis.
In het onderwijs ligt de sleutel voor
de oplossing van problemen als verbe
terde voedselproduktie, betere gezond
heidszorg en hygiëne, geboortebeper
king enz. Alleen door kennis te ver
breiden kan men de bevolkingsexplo
sie een halt toeroepen, de minder ont
wikkelde volkeren meer zelfstandig
heid en zelfbewustheid bijbrengen.
Voorts zal men niet alleen de finan
ciering maar ook de doelstellingen van
het onderwijs op zijn merites moeten
bekijken. Hygiëne en eetgewoonten
zouden in alle ontwikkelingslanden
„gedoceerd" moeten worden en de ho-
derd door de troepen van de Gelderse
legeraanvoerder Maarten van Rossum.
In weinige jaren echter wist het
klooster zich weer te herstellen.
In 1580 werd in Eemland de katholie
ke godsdienst officieel vervangen door
de gereformeerde Hervormde) gods
dienst. Men moet zich dit evenwel niet
voorstellen alsof de „nieuwe leer"
stormenderhand Eemland heeft ver
overd.
De overgrote meerderheid van de plat
telandsbevolking hier bleef trouw aan
de oude leer. Dit nam echter niet weg
dat kerken en kloosters op last van
de Staten 's Lands van Utrecht door
de hervormingsgèzinden in beslag wer
den genomen. Toch heeft het Birgitta-
klooster te Soest zich nog geruime
tijd weten te handhaven. Nog tot 1594
trad de Birgittijn Bruno Jacobi als
predikant-pastoor te Soest op. Hoe
lang het klooster zich heeft weten te
handhaven is niet precies bekend.
Waarschijnlijk moesten de monniken
reeds spoedig het klooster verlaten en
bleven alleen de zusters over. De
gronden werden door de Staten ver
kocht; de zusters kregen een jaargeld
dat werd uitgekeerd uit de opbreng
sten van de verkochte goederen. Rond
1620 waren ook alle kloosterzusters
uitgestorven, waarna de kloosterge
bouwen langzamerhand in verval
raakten en tenslotte tot ruine vervie
len.
Rond 1960 stootte men bij openbare
werkzaamheden in de onmiddellijke
omgeving van boerderij „Het Klooster"
tweemaal op resten van het klooster:
in 1959 bij het leggen van gasbuizen
en in 1962 bij rioleringswerkzaamhe
den. Er kwamen naast brokstukken
van een dikke, zware muur ook men
senschedels, beenderen van mens en
dier en gebroken vaatwerk te voor
schijn.
Iedere Soestenaar herinnert zich nog
wel de woeste verhalen die toen de
ronde deden. De gangen zouden over
blijfselen zijn van vluchtgangen van
het klooster naar de parochiekerk St.
Petrus en Paulus, de huidige Neder
lands-hervormde kerk, naar middel
eeuws recht een vrijplaats; de beende
ren waren overblijfselen van kloos
terlingen die door de soldaten van
Maarten van Rossum waren omge
bracht.
Het Rijksbureau voor Oudheidkundig
Bodemonderzoek te Amersfoort kwam
echter tot de conclusie dat de gan
gen zeer waarschijnlijk behoord heb
ben tot een rioolstelsel ter afvloeiing
van overtollig water.
In 1973 zal het 600 jaar geleden zijn
dat Birgitta van Zweden te Rome over
leed. Overal in Zweden maakt men
zich op om in dit jaar Birgitta op spe
ciale wijze te gedenken. Vooral Vad
stena dat zoveel herinneringen aan
haar leven bewaart, zal een grote rol
in deze herdenking spelen.
Het hier rond 1344 door Birgitta ge-
stichtte klooster werd in 1595 als ge
volg van de Reformatie ontruimd.
Kerk en kloostergebouwen kregen in
de loop der eeuwen een steeds wis
selende bestemming: als kazerne, op
slagplaats, inrichting voor psychisch
gestoorden, jeugdherberg en als inter
naat voor leerlingen van de Volkshoge
school ter plaatse.
In de 20e eeuw krijgt men in Zweden
echter weer meer waardering voor Bir
gitta en voor de grootse monumenten
uit het rijke verleden.
De Lutherse St. Birgittastichting trok
zich het lot van kerk en klooster te
Vadstena aan en wist sedert 1920 ge
leidelijk aan en met medewerking van
Rijksmonumentenzorg en gesteund door
grote giften van particulieren klooster
en kerk op voortreffelijke wijze te res
taureren.
Langzaamaan werden klooster en kerk
herschapen in een belangrijk cultureel
centrum met een Birgittijns museum en
een hotel.
In 1935 keerden ook de Birgittinessen
in Vadstena terug. De nieuwe stichting
vond plaats vanuit Rome. In 1963 wer
den deze zusters vervangen door 7 Bir
gittinessen uit het Nederlandse Uden,
die later nog werden aangevuld met 2
zusters, resp. uit Zweden en Duitsland.
Het gelukte hen te komen tot een klein
centrum van gebed en geestelijk leven,
waar de gehaaste, moderne mens ge
legenheid krijgt tot stilte, rust en be
zinning.
gescholen in deze landen zouden die
studies dienen te stimuleren, welke
betrekking hebben op de specifieke
noden en behoeften van het land.
Helaas blijft de internationale inspan
ning voor de verbetering van het on
derwijs in de ontwikkelingslanden ver
achter bij de gesignaleerde behoeften.
In een wereld die bijna veertig procent
meer geld aan bewapening dan aan
onderwijs uitgeeft, bestaat er voor mil
joenen mensen nauwelijks hoop op een
leefbaar bestaan.
Hypotheken en persoonlijke
leningen worden vlot en
coulant verstrekt door de
voor Midden en
Oost Nederland
In de oude middeleeuwse stad Vad
stena aan de oevers van het Vatter-
meer in Zweden, waar rond 1344 de
edelvrouw Birgitta het eerste klooster
van de orde van de H. Zaligmaker
stichtte, wordt thans driftig gebouwd
aan een nieuw oecumenisch centrum.
Om de gedachtenis levend te houden
aan de grootse geschiedenis van de
Birgitta-orde worden in de muren van
het centrum stenen etc. gemetseld af
komstig van de circa 80 kloosters die
de orde eertijds over geheel Noord- en
West-Europa telde. Ook Soest heeft
binnen haar grenzen eens een groot en
belangrijk klooster van deze orde ge
kend: Mariënburg. Op 30 augustus j.1.
overhandigde onze plaatsgenoot E.
Heupers aan de Nederlandse Domini
caan Pater Bertrand P. Fens, rector
van het nieuwe centrum te Vadstena,
enkele plavuizen afkomstig van het
oude Mariënburg, met de bedoeling
dat zij te bestemder plaatse de her
innering aan Soest levendig zullen
houden.
"Wie was nu deze Birgitta, die in de
Rooms-katholieke kerk als heilige
wordt vereerd en in Zweden geldt als
een nationale figuur, naar wie nog
altijd vele meisjes worden vernoemd?
Birgitta - „een licht uit het noorden"
en „de nationale heilige van een pro
testants volk", zoals zij wel werd ge
noemd - werd in 1303 te Uppsala uit
voorname familie geboren en op 13-
jarige leeftijd naar de gewoonte van
die tijd uitgehuwelijkt aan de 18-ja-
rige edelman Ulf Gudmarsson. Birgit
ta schenkt haar man 8 kinderen, onder
wie de eveneens als heilige vereerde
Catharina van Zweden. Zij personi-
feerde het middeleeuwse ideaal van de
christenmoeder dan ook op voorbeel
dige wijze. Weduwe geworden, stichtte
zij rond het jaar 1344 te Vadstena het
eerste klooster van de Orde van de
H. Zaligmaker, die zich in korte tijd
over geheel Noord- en West-Europa
zou uitbreiden. Van 1349 tot 1373 ver
bleef Birgitta te Rome waar zij vrij
moedig ijverde voor de terugkeer van
de pausen van Avignon in Frankrijk
naar Rome. Van grote betekenis voor
het geestelijke leven waren ook haar
mystieke geschriften. In 1373 overleed
zij te Rome. Haar gebalsemde lichaam
werd korte tijd later in één grootse,
feestelijke triomftocht via vele landen
van West- en Midden-Europa naar
Vadstena overgebracht, waar het thans
een waardige rustplaats vindt in een
eenvoudig, houten praalgraf in de
kerk, die nog op haar aanwijzingen
was gebouwd voor de monniken en
zusters van haar orde.
Deze kerk, een geliefd en kostbaar
kleinood van de Zweedse Lutherse
kerk werd de eeuwendoor bezocht
door talrijke pelgrims. In onze „ver
lichte" tijd is daar geen eind aange
komen. Integendeel! Mede dankzij de
moderne reismogelijkheden is het graf
van Birgitta in onze dagen het eind
doel van steeds grotere scharen pel
grims uit vele landen. Birgitta is ge
worden tot een ware oecumenische
heilige, die zowel door lutherse als
Rooms-katholieke gelovigen in hoge
ere wordt gehouden.
De door Birgitta gestichte Orde van de
H. Zaligmaker was oorspronkelijk een
zgn. dubbelorde. Een klooster telde bij
volledige bezetting 60 nonnen en 25
monniken, van wie 13 priesters, 4 dia
kenen en 8 lekebroeders. Het getal 13
herinnert aan de apostelen met inbe
grip van Paulus en Mattias, het getal
4 aan de grote westerse kerkvaders,
het getal 72 (60 plus 4 plus 8) aan de
72 leerlingen van Christus.
Zoals men ziet nam dc symboliek in
deze vorm van kloosterleven een grote
plaats in. Hoewel mannen en vrouwen
streng gescheiden leefden, vormden zij
toch een plaatselijke en juridische
eenheid met aan het hoofd een non:
de abdis.
Het leven der kloosterlingen was ge
wijd aan gebed, godvruchtige lezing
en handenarbeid. Het gebed kwam op
de eerste plaats en eiste meer dan de
helft van de dag op. Ook landbouw en
veeteelt namen doorgaans een belang
rijke plaats in.
Het eerste klooster werd - zoals ge
zegd - te Vadstena gesticht. Deze abdij
zou onder haar eerste abdis, Catharina
van Zweden, uitgroeien tot een waar
cultureel centrum. De orde breidde
zich snel uit en telde tijdens haar
hoogste bloei ongeveer 80 kloosters,
voornamelijk in Noord- en West-Euro
pa. Door de Reformatie gingen deze
kloosters bijna alle ten onder.
In de Nederlanden werd het eerste
klooter van de Birgitta-orde gesticht
in 1434 te Coudewater bij 's-Hertogen-
bosch.
Volgens de legende zouden bijen op
een nacht in de tuin van boer Peter
Gorter (in Coudewater) drie korven
hebben gebouwd: een grote in het mid
den en twee kleine, rechts en links
daarvan. Dit werd algemeen opgevat
als een teken: op die plaats zou men
het dubbelklooster bouwen.
Andere abdijen ontstonden te Soest,
Kampen. Gouda, Brielle en Utrecht.
De kloosters te Gouda en Brielle heb
ben slechts korte tijd bestaan; Soest,
Kampen en Utrecht werden tijdens de
Reformatie opgeheven. Alleen Coude
water wist zich te handhaven.
In 1629 moesten de paters evenwel het
klooster verlaten; zij vestigden zich te
Hoboken nabij Antwerpen, waar hun
klooster in 1784 door keizer Jozef II
werd opgeheven. De laatste Birgittijn
van dit convent overleed in 1830.
De zusters werden in 1713 vanuit Cou
dewater verdreven en vestigden zich
te Uden in Noord-Brabant waar zij
het klooster „Maria-Refugie" of Maria-
Toevlucht" stichtten. Van hieruit werd
in 1843 de abdij „Maria-Hart" te Weert
gesticht. De orde telt thans nog kloos
ters-te Uden en Weert in Nederland,
te Altomünster in Beieren en te Chud-
leigh bij Londen, alsmede de nieuwe
vestiging van Uden in 1963 te Vadstena.
In totaal tellen deze kloosters circa 150
leden. Daarnaast kent de orde nog
enkele zijtakken: een Italiaanse tak en
de Lutherse Birgittinessen.
Een belangrijk aandeel in de lichting
van het Birgittaklooster Mariënburg te
Soest had Jacob van Gaesbeeck (1390-
1459), wiens naam ook onverbrekelijk
verbonden is met het oudste en voor
naamste gilde van Soest: „het Sint
Aagten Schutters- of Groot Gaesbeeker
Gilde", ook wel „het Grote Gild" ge
naamd.
Volgens de legende zou de Heer Van
Gaesbeeck zijn enige zoon Anton on
verhoeds met een spitsroede op het
hoofd hebben geslagen toen deze niet
fier genoeg op zijn paard zat. De jon
gen zou door deze slag uit balans zijn
geraakt en een dodelijke val hebben
gemaakt. Als boetedoening zou de va
der het schuttersgilde van Soest heb
ben gesticht en dit met grote landerijen
hebben begiftigd.
Dezelfde Jacob van Gaesbeeck wordt
in oude bronnen ook genoemd als de
stichter van het Birgittaklooster Ma
riënburg, gelegen nabij de Oude Kerk
(thans Nederlands-hervormde kerk), op
het terrein van de huidige boerderij
„Het Klooster".
Het klooster kwam tot grote bloei,
mede dankzij de vele grondschenkin-
gen. Naast ontginning en landbouw,
hielden de kloosterlingen zich ook be
zig met het kopiëren van Bijbelhand
schriften, theologische traktaten, evan
geliaria enz. Ook was men bedreven
in de miniatuur- en naaldkunst. Het
jaar 1543 was voor het klooster echter
een rampjaar, toen het werd geplun-
Bceldje, voorstellende de H. Birgitta in de kleding van haar orde. Men lette op
de oud-christelüke maagdensluier, waarop de Birgittijnse kroon is bevestigd.
Middeleeuws houten beeldje van de H. Birgitta, 20 cm. hoog. Thans 'r br!
Birgitta-klooster te Uden.
:.y vï"- -