AUTOCROSS HEMELVAARTSDAG - Koningsweg - 13.00 uur
Loslopende hond beet reegeit dood
Woensdag' 30 mei 1973
51e laargang no. 40
Uitgave Drukkerij Smit - Soest
Bureau voor redactie en administratie: Van Weedestraat 29, Soest
Tel. 11152' Postgiro 120150
LICHTE STRAFFEN?
Verplicht lidmaatschap
van landelijke bonden
bleek struikelblok
Dauwtrap-fietsrallev
Hulp voor tweede slachtoffer kwam bijtijds
Het oog gericht op
kabeljauwoorlog
Zingend geloven
A.s. zaterdagavond muzikale show
op de Eng
BURG. GROTHESTRAAT14, SOEST
BURG. GROTHESTRAAT 14, SOEST
SOESTERI COURANT
Abonnement per kwartaal 4,15. Buiten Soest per kwartaal 9,
Verschijnt iedere donderdof
De misdaad is de laatste jaren in Ne
derland sterk toegenomen. Het gebruik
van en de handel in verdovende mid
delen heeft daar zeker toe bijgedra
gen, maar ook onafhankelijk van de
hierdoor veroorzaakte impulsen neemt
het aantal misdrijven toe. Het lijkt wel
alsof er inbrekers als het ware gebo
ren worden. In vele plaatsen van ons
land worden jeugdige inbrekersbendes
opgerold, echter meestal pas nadat zo'n
bende tientallen inbraakjes heeft ge
pleegd. En dat zijn dan geen bendes
van drie of vier jongeren, maar soms
van tien, twintig of meer.
Onbegrijpelijk dat de ouders van deze
soms 16 tot 17-jarige en nog school
gaande kinderen deze wandaden van
hun kinderen niet zouden weten. En
als ze het weten, hen er van af kunnen
houden. Het zijn geen incidentele ver
schijnselen meer. Men kan dus niet
zeggen dat het hier om enkele a-socia
le gezinnen gaat. In vele gevallen blij
ken deze inbrekertjes middelbare scho
lieren te zijn. Er wordt in die gezinnen
dus kennelijk weinig, te weinig aan
dacht geschonken aan de wijze waar
op de kinderen hun vrije tijd besteden,
de uren waarop ze thuis behoren te
zijn, de uitgaven, die zij zich veroor
loven en de dingen die zij ongetwijfeld
ook weieens mee naar huis brengen.
Het gezinsverband en gezag van ouders
blijkt in steeds meer gevallen sterk af
genomen te zijn. Daaraan zal het t.v.-
kijken en de gemakzucht van de ouders
wel debet zijn.
Ook de grotere inbraken nemen toe, de
bankovervallen, de berovingen met ge
weldpleging. De hasj-handel blijkt in
Nederland zeer goede vertakkingen te
hebben. Grote partijen verdovende
middelen worden via ons land verhan
deld. We staan er al in de hele wereld
om bekend. Het is misschien niet zo
dat het via ons land gemakkelijker
gaat dan via een ander land, ook hier
is de politie er zeker wel op attent en
weet menig smokkeltje te onderschep
pen. De kans op ontdekking zal hier
niet minder zijn dan elders, maar de
toegemeten straf wel. Waar in andere
landen aan tegen de lamp gelopen
hasj-handelaren straffen worden opge
legd van zes, tien en meer jaren, ko
men ze er hier af met gevangenis
straffen van enkele maanden tot paar
jaar. De handel weet dus dat het hier
gemakkelijker te riskeren valt. En ten
aanzien van de strafbepaling voor an
der soort misdrijven is dat al net zo.
Bankovervallers komen vanuit Duits
land, Italië, Frankrijk, Spanje naar ons
land om hier hun kans te wagen. Wor
den ze gepakt, dan, zo weten ze, ko
men ze hier toch eerder vrij dan in
hun eigen land.
Ons strafwet is volkomen ingesteld op
de psyche van de misdadiger. De be
scherming van de maatschappij komt
hier pas op de tweede plaats. Men is
hier vooral gespitst op de verbetering
van de delinkwent. Men hoopt hem
door een zachte en desnoods psychia
trische behandeling voor recidive te
behoeden. Voor een zeker percentage
van hen kan dit misschien de aange
wezen weg zijn, doch voor het echte
beroepskader is deze behandeling ge
woon een lokkertje om zo fervent en
brutaal mogelijk te werk te gaan. Voor
deze lieden is de strafbepaling hier een
lachtertje, zeker als ze nog kans zien
de gestolen poet ergens verborgen te
houden tot het strafje is uitgezeten.
Deze ontwikkeling moet hier toch wei
eens tot de bezinning leiden of het be
ter is de misdadiger of de maatschap
pij in bescherming te nemen. In feite
komt het daar toch op neer. Het eerste
blijkt voor onze samenleving toch maar
weinig effekt te sorteren, want het
aantal misdrijven en dus ook het aantal
bedrijvers daarvan neemt niet af doch
sterk toe. Wat heeft het eigenlijk voor
nut om een enkele voor recidive te be
hoeden als dit er juist toe leidt, dat
het aantal bedrijvers van misdaden er
door toeneemt? Men zegt wel dat de
gevangenis de mensen zeker niet be
ter maakt. Dat zal wel zo zijn. Maar
waarom zou men überhaupt straffen
als men de bescherming van de maat
schappij toch niet zo zwaar laat tel
len? Het afschrikkings-element wordt
dan maar grotendeels over het hoofd
gezien. De sterke toeneming van het
aantal misdrijven en misdadigers be
wijst dat men hiermee op de verkeer
de weg is, van een onjuiste gedachte
gang uitgaat.
De „zachte" behandeling, met alles wat
daarbij hoort, heeft in ons land zo'n
aanhang gekregen, zo vele beroepslie-
den verdienen hun broodje ermee, dat
het heel moeilijk zal zijn om tot een
ander uitgangspunt voor de strafbepa
ling te komen. De beroepslieden zullen
dat met hun „deskundige" adviezen
immers sterk afraden. Voor hen is de
mens belangwekkender dan het wel
zijn van de maatschappij.
„De Soester Ondernemer"
(nog) niet opgericht
De nieuwe vereniging „De Soester Ondernemer" heeft het op de oprichtings
avond niet gehaald. Het in de statuten opgenomen verplichte lidmaatschap van
de individuele leden by één der landelijke ondernemersverbonden in het groot-,
midden- en kleinbedrijf of ipdustrie, daaronder te verstaan het NKOV, het
CKOV, het KVO en/of een samenvoeging hiervan, bleek „het grote struikelblok.
Daarop knapte de oprichting af.
Op advies van de heren J. Wessels en
A. Hoegen Dijkhof werd de oprich
tingsvergadering uitgesteld tot het na
jaar. Voor de voorzitter van deze ver
gadering was het een hard gelag, te
meer daar hij zich nu niet verzekerd
wist van de blijvende steun van de
initiatiefnemers. Immers juist die ver
plichte aansluiting bij een landelijke
bond voor ieder individueel lid, was de
basis waarop de nieuwe, overkoepelen
de vereniging zou beginnen; de basis
ook waarop de oude organisaties hun
leden adviseerden over te stappen naar
de Soester Ondernemer.
Aan de andere kant bleken de aanwe
zigen veel begrip te hebben voor de
problemen van de niet aangeslotenen en
werd een verplicht lidmaatschap van
een landelijke bond als ondemocratisch
gezien. Men meende dat daardoor een
grote kans bestond dat het aantal leden
van „De Soester Ondernemer" beperkt
zou worden.
Voortzetting
Een 40-tal zakenmensen woonde de
vergadering by. Kwantitatief gezien,
rekening houdend met de 500 verzon
den uitnodigingen, niet zo'n groot aan
tal. Zy vertegenwoordigden echter een
goede doorsnee van het Soester be
drijfsleven. De discussie stond op een
hoog peil.
Voorzitter Smit heette hen welkom en
benadrukte in zijn openingswoord dat
de oprichting van „De Soester Onder-
Gespreksleider de heer A. H. F. Smit.
nemer" niet gezien moest worden als
een opheffing van de oude organisaties,
maar meer als een voortzetting van de
werkzaamheden, echter met nieuwe
statuten en een nieuw huishoudelijk
reglement. Hij stelde daarop zijn in
leiding, zoals die was opgenomen in
het boekje dat bij de uitnodiging voor
de vergadering was gevoegd, ter dis
cussie.
Spoedig al werd de doelstelling van de
nieuwe vereniging aangevochten. De
voorzitter van de Soester Zakenkring,
de heer H. A. Hoegen Dijkhof, meende
dat die te ambitieus was. Hij zei veel
waardering te hebben voor het werk
van de commissie van voorbereiding,
maar betwijfelde of alle voornemens
wel uitvoerbaar waren. „U neemt te
veel hooi op uw vork; u schjet te ver
met uw streven naar reorganisatie van
de landelijke bonden".
De heer Hoeken Dijkhof zei graag te
willen samenwerken, echter alleen voor
zover het initiatieven in Soest betrof.
Hij zou de leden van de Zakenkring
niet adviseren een bestuursfunctie in
de nieuwe organisatie aan te nemen,
omdat hij vreesde dat „De Soester On
dernemer" zich op politiek terrein zou
begeven. De Zakenkring was opgericht
als een ü-politieke organisatie, die zich
uitsluitend met plaatselijke problemen
wilde bezighouden en beslist niet in de
schoenen wilde stappen van de lande
lijke organisaties.
De heer Smit meende dat een en ander
echter niet los te zien van de politiek,
alhoewel hij iedereen daarin de vrije
keus wilde laten. Gerichte politiek lag
niet in de lijn, toch moest zijns inziens
ergens, „misschien wel in Soest", een
begin gemaakt worden met de reor
ganisatie van de landelijke bonden. Het
grote doel van „De Soester Onderne
mer" was de verdeeldheid tussen de
ondernemers de wereld uit te krijgen
om daardoor meer invloed te kunnen
uitoefenen op het overheidsbeleid.
Steun kreeg hij van de heer A. van
Leuveren uit Baarn, dié meende dat
eenheid noodzakelijk was en ook te
verwezenlijken.
Het veranderde aan de zienswyze van
de heer Hoegen Dijkhof echter niets,
die daarop de doelstelling van „De
Soester Onderneming aanvocht. „Wat
zijn" dé (gemeenschappelijke belangen
vroeg hij; „Wat doet ii als de Gemar
zich aanmeldt als lid? Dan komt u in
de knoop met de kleine middenstan
ders". Ook de in de doelstelling ver
melde „evenwichtige opbouw van
de maatschappij" vond hy zeer discu
tabel, waar iedereen andere opvattin-
De heer A. H. Hoegen Dijkhof, voorzitter Soester Zakenkring.
gen over heeft. „Soest kan niets ver
anderen aan de landelijke constellatie",
vond de heer Hoegen Dijkhof, die ech
ter nog eens zei tot samenwerking be
reid te zyn, mits dat niet in strijd was
met de doelstelling van de Zaken
kring.
De gedachte van „te hoog grijpen"
werd door meerdere van de aanwezi
gen onderkend, maar toch vond men
het belangrijk door landelijke samen
werking gezamenlijk standpunten te
gaan bepalen om meer invloed te kun
nen gaan uitoefenen.
Statuten
Daarna werd een aanvang gemaakt de
artikelgewijze behandeling van de sta
tuten. Aan de doelstelling werd gesleu
teld. Die kwam er alsvolgt. uit te zien:
„De vereniging stelt zich ten doel be
hartiging („de" werd er uit gelaten)
van de gemeenschappelijke belangen
van de aangesloten leden, zomede die
van het bedrijfsleven en het vrije be
roep in het algemeen en in Soest in
het bijzonder".
Het streven naar een evenwichtige op
bouw van de maatschappij werd uit de
doelstelling geschrapt.
Bepaald werd verder dat „gewone le
den" hun bedrijf in Soest moesten uit
oefenen. Gesproken werd over het
rooster van aftreden, royement en de
geldmiddelen, totdat bij artikel 19 het
verplichte lidmaatschap en de afdracht
van contributiën aan de landelijke bon
den aan de orde kwam.
De meningen liepen te sterk uiteen. De
vertegenwoordigers van de Zakenkring
waren er principieel tegen, maar ook
de heer A. Wittebol en de heer v. d.
Pol. Aan de andere kant werd het lid
maatschap wel principieel gevonden,
waardoor een landelijke binding be
nadrukt werd. Als tussen-oplossing werd
genoemd het lidmaatschap van „De
Soester Ondernemer" van een bond.
maar dat leverde weer moeilijkheden
op by de keus, van welke bond.
Voorzitter Smit vreesde dat het veria
ten van dit principiële standpunt, de
vereniging leden zou gaan kosten en
hij meende dat dat eerst besproken
diende te worden met de initiatiefne
mers. Daartoe werd besloten. In het
najaar volgt het tweede bedrijf.
A.s. donderdag 31 mei, Hemelvaarts
dag, vindt de traditionele Dauwtrap-
fietsralley weer plaats.
De start is vanaf 5.30 uur bij het Mid
denwij kgebouw aan de Parallelweg.
De 2Vi uur durende tocht voert door
de polders en de prachtige bossen rond
om Soest.
Na afloop staan pannekoeken en koffie
voor U klaar. Voor de kinderen en de
volwassenen zijn er weer aardige prij
zen te winnen. Inschrijfgeld voor
kinderen ƒ0,50 en voor de volwasse
nen 1,
Vorige week werd de bospolitieman, de hoofdagent A. A. van Galen, voor de
zesde maal dit jaar geconfronteerd met een doodgebeten reegeit. Extra triest
was daarby dat het dier drachtig was. Een dag later werd zyn hulp wéér in
geroepen toen in de bossen achter Zonnegloren een zwaar gewonde reegeit
werd gevonden. Ook dit dier was drachtig, maar hier kwam zyn hulp niet te
laat. Er bestaat een kans dat zy behouden kan worden, alhoewel nog niet te
zeggen is of ook de jongen het er levend afbrengen.
De levenloze kalfjes van de doodgebe
ten reegeit.
Het dier was zwaar toegetakeld en bij
na uitgedroogd. De rechtervoorpoot
hing er min of meer bij en de linker-
voorpoot vertoonde een diep wond tot
op het bot, die behoorlijk ontstoken
was. „Als we haar in leven houden,
kan zij nooit meer terug in de natuur",
aldus Van Galen.
De doodgebeten ree werd in De Paltz
gevonden, „te laat, helaas, want ze
pioet er zeker een dag gelegen hebben
en langzaam gestorven zijn. Het bloed
was nog vers". Ook de twee kalfjes
waren dood. Ook hier veel hondenbe
ten; de rug was gebroken.
De heer Van Galen schrijft deze dra
ma's toe aan losgelaten honden; „de
eigenaar gaat ermee wandelen en laat
zyn hond vrij om eens lekker uit te
razen, niet wetend wat het dier dan
uitvoert.
Er bestaan de meest wonderlijke denk
beelden over. Meermalen heb ik zo'n
hondenbezitter horen zeggen, dat zijn
huisdier niet voor de jacht was afge
richt, alsof dat er iets mee te maken
heeft. Laatst kwam een dame in paniek
bij me en vertelde dat haar twee hon
den waren weggelopen. Het waren geen
jachthonden, zei ze, daarmee bijvoor
baat de idee wegpratend dat ze voor
het wild gevaarlijk zouden zijn. Toen
de honden teruggevonden werden,
bleek er een bezig te zijn een konij
nenhol uit te graven, 't Is nogal on
nozel om te denken dat een hond zijn
instinct niet volgt", zegt Van Galen,
„maar de eigenaar bliikt veelal niets
van zijn dier te snappen".
Van Galen is een groot dierenliefheb
ber. Op het terrein achter zijn woning
aan de Soesterbergsestraat, zijn pro
visorische rennen getimmerd, waar de
slachtoffers worden verzorgd, nu on
der andere wat piepjonge konijntjes,
waar de moeder van werd doodge
beten. Van Galen, met assistentie van
ziin vrouw, brengt ze met de fles groot.
Die provisorische voorzieningen zijn
net voldoende, al ontbreekt er een
goed nachthok. De gewonde ree, die
hij nu verzorgt, ligt in een met jute
afgeschotte ren, waar overheen plastic.
„Als het gaat omweren kan zij hier
niet blijven: dan draag ik haar naar
de garage".
Het in wonderlijk te zien hoe het dier
op zijn aanwezigheid reageert. Ze gaat
direct, eten; drinkt de melk die hij
zelf bij een boer gaat halen.
Vroeger kwam er voor gewonde of
zieke dieren een veearts, die niets re
kende voor zyn hulp, „ook een idea
list". Dat komt tegenwoordig niet meer
voor, wat Van Galen overigens wel be
grypelijk vindt. Op onze vraag wie
dat dan allemaal betaald, volgt een ont
wijkend antwoord, maar het wordt
toch wel duidelyk. Van Galen bagatel
liseert het niet, maar hy wil er toch
liever niet over praten. „Ik hou van
dieren en heb het er graag voor over",
zegt hy.
Toch heeft hij duidelijk iets tegen hon
denbezitters, (en dat is zeer begrijpe
lijk) die hun huisdier in de bossen los
laten. ,,'t Bezorgt me veel werk, wat
eigenlijk niet nodig moest zijn, als
men maar wilde luisteren".
Hij heeft er geen bezwaar tegen dat
de honden worden losgelaten in de
duinen; „dan blijven ze in het zicht van
de eigenaar, die er heus wel op toe
ziet dat ie niet tever wegloopt", al was
het maar omdat er anders te ver ge-
zoch moet worden. Toch ziet hij iedere
mooie zomersedag met enige angst te
gemoet, want dan vallen er weer
slachtoffers.
En het is eigenlijk zo simpel te voor
komen; in de bossen aan de lijn hou
den, desnoods een heel lange lijn. En
wie niet geloofd dat zijn hond „jaagt",
moet dan maar op gezag van Van
Galen aannemen dat dat wél zo is. Hij
kan hen desnoods zo'n deerlijk toege
takeld slachtoffer tonen.
De kabeljauwoorlog tussen IJsland en
Engeland is in een nieuwe fase getre
den. De Britten sturen nu een paar
schepen en helikopters van de Royal
Navy mee met de vissersvloot van
Grimsby om eventueel te voorkomen
dat de IJslandse partrouilleboten weer
eens netten stukvaren. Dit is al ette
lijke malen gebeurd en boze vissers
hebben daarop weer gepoogd de IJs
landse schepen te rammen, waarna
dan weer schoten vielen. Een toestand
die erom vroeg dat er een onofficiële
zeeslag geleverd ging worden. Om dit
onaantrekkelijk gebeuren te verhelen
heeft Londen zeker niet met vreugde
zijn vloot ingeschakeld - als er dan ge
knokt wordt, gaat het naar men mag
aannemen wat taktischer.
IJsland spreekt al meteen van Engelse
agressie, waarover de NATO-raad en
misschien wel de Veiligheidraad van de
VN moeten oordelen. Het is een nieuwe
zet in de IJslandse strategie om ge
bruik te maken van het feit dat het
land klein is, zo klein dat een grote
mogendheid die iets onderneemt al bij
voorbaat gebrandmerkt is als een grote
kerel die een klein kind te grazen
neemt. Terwijl de zaak zeker niet zo
ligt. IJsland heeft eenzijdig zijn terri
toir uitgebreid tot vijftig mijl buiten de
kust. Als daar nooit iemand viste, dan
was daar niet zo heel veel tegen mis
schien. maar sinds jaar en dag zijn
daar juist visgronden waarheen tradi
tioneel de Engelse vissers varen om
hun landgenoten het nationale gerecht
van fish and chips in voldoende hoe
veelheid te kunnen laten verorberen.
Dergelijk gewoonterecht kan men niet
zonder meer van de kaart vegen, zeker
niet als het gaat tussen twee leden
van de NAVO, dat toch meer is dan
alleen een militair verbond.
De IJslandse tegenzet is geweest de
Britten het gebruik van de vliegbasis
Keflavik te verbieden, waar Londen
niet veel verdriet van heeft, want men
landde er maar zelden en kan het ge
rust zonder stellen. De Amerikanen,
die de basis hebben gebouwd, denken
er anders over - het is een vooruitge
schoven post van hun luchtverdedi
gingssysteem. De bedoeling is uiteraard
Washington te dwingen pressie op
Londen uit te oefenen om dit Interne
NATO-geschil alsjeblieft te beslechten
door wat toe te geven. Waarmee dan
het internationale gerechshof in Den
ag nog lang kan nadenken voor een
definitieve beslissing, terwijl een voor
lopige al volledig van kracht is gewor
den.
Het bizarre in de situatie is natuur
lijk, dat de zaak nooit zo hard tegen
hard had mogen gaan. Het is een kon-
flikt van het soort, dat eigenlijk al
leen maar door arbitrage valt op te
lossen en de Engelse bereidheid om
door het afspreken van een maximale
vangst iets in die richting te onderne
men, had door IJsland niet zonder
meer bot afgewezen mogen worden.
Het vermoeden gaat dan postvatten dat 't
intussen de IJslandse regering niet
eens zozeer meer gaat om de kabel-
jauwgrens. Het kabinet zowel als de
volksvertegenwoordiging zijn zwaar
links en in principe helemaal niet zo
geporteerd voor NATO en dergelijke
bindtenissen met grote mogendheden.
Dat men al niet lang uit de NATO is
getreden is voornamelijk een zaak van
dollars: Keflavik brengt een aardige
huur op, waarvan het niet zo erg rijke
IJsland node afstand zou doen. De IJs-
landers zouden het hun regering wel
licht kwalijk nemen, als ze zulke goede
inkomsten overboord wierp. Maar het
wordt natuurlijk iets anders als de
nationale trots op het spel staat. Het
heeft er veel van weg dat IJsland han
dig de zaak zo schippert, dat die natio
nale trots gaat gebieden uit de Nato te
treden.
KANTMAN.
Op donderdag 7 juni, 1973 zal er in
de Julianakerk te Soest weer een zang-
dienst zijn, voor ieder die graag zijn
geloof uitzingt en het vooral samen
met anderen wil doen.
Medewerking aan deze dienst zal wor
den verleend door een jeugdkoor uit
Baarn o.l.v. de heer Hans v. d. Steen
en organist is de heer J. Pieneman.
De meditatie zal worden verzorgd door
ds. H. J. Oldemans uit Hilversum. Zijn
onderwerp zal zijn „Het gebed".
Bidden is als ademhalen; zonder adem
halen kunnen we niet leven; zonder
gebed sterft ons geloof!
De aanvang van de samenzang is 19.45
uur. Iedereen is van harte welkom.
In verband met haar 75-jarig jubileum
organiseert de Soester Harmonie P.V.O.
een muzikale show op de speelweide
op de Eng. Medewerking verlenen de
drumbands van de gymnastiekvereni
ging „De Springbokken", van „Olympia"
en de muziekverenigingen Koninklijke
Biltse Harmonie, de Amersfoortse har
monie Juliana-Bernhard, de Hoogland
se muziekvereniging, de muziekvereni
ging Soesterberg en P.V.O.
Vanaf 18.30 uur marcheren de deelne
mende korpsen vanuit diverse punten
in de gemeente naar de Eng. Daarna
volgt de show die tot ongeveer half
negen duurt.
Alle korpsen treden individueel op en
de avond wordt besloten met een ge
zamenlijke show. Daarna wordt afge
marcheerd naar het Verenigingsge
bouw.
Baby-buggy gewicht slechts 2700 gram - opvouwbaar tot
parapluformaat. Als handbagage mee te nemen in het
vliegtuig.