mevRouw corvgr heeft, na een ]mr soest, öuiöelrjke löeeën oveR veRkeeR, woninqBouw en vinöt soest geen Lastige gemeente 19 De weg over ile Eng Kerckenlandt Openbaarheid Protesten Samenwerking Niet lastig Politiek Na één Jaar 1 Soester Courant van woensdag 30 mei 1971 Mevrouw Mr. J. M. Corver-van Haaften, Burgemeester van Soest. oten >oly- strie i en .000 kele tden 3.G. =em lijk. ir a. en be- 3 in ac- net nk- en za- 75, Overmorgen, 1 juni, is het precies één jaar geleden dat mevrouw mr. J. M. Corver-Van Haaften, haar taak als burgemeester van Soest op zich nam. In dat ene jaar is er wel het een en ander gebeurd; niets ingrijpends óf het zou moeten zijn dat sindsdien tijdens de raadsvergaderingen gerookt mag worden. Ook niets schokkends. Wei heeft zjj in dat jaar de gemeente en vooral ook de plaatselijke problemen leren kennen. Enige weken vóór zij deze taak op zich nam, bezochten wij haar in Hciloo. In het korte vraaggesprekje bleek toen dat zjj de Weg-over-de-Eng slechts, of eigenlijk „reeds", bij naam kende, maar uiteraard niet wist wat er voor Soest aan vast zat. Ze had een uitgesproken idee over „openbaarheid van commissie vergaderingen" en over „hoogbouw", over roken in de raadszaal en over samenwerkingsverbanden. Hoe denkt zjj daar nu over? Is het nodig dat er op korte termijn maatregelen genomen worden i.v.m. de verkeerssituatie op de rijksweg c.q. is het verantwoord een dergelijke drukke weg dwars door de gemeente te hand haven? „Ik dacht van wel, want wanneer je iedere dag de situatie ziet hier, dan concludeer je toch wel, dat deze weg hier erg vol wordt; dat het nuttig zou zijn dat het verkeer hier gespreid werd, zodat het ook op andere manieren van noord naar zuid kan trekken". Is de weg over de Eng dan dè oplos sing of 'n oplossing? „Dat zou volgens mij 'n oplossing zijn. Nu heb ik ook wel eens het gevoel, dat als we over de weg over de Eng praten veel mensen het toch over verschillen de dingen hebben. Dat hebben we laatst kunnen constateren op de avond over de hele verkeersstructuur in Soest. Misschien heeft bij te velen langzamer hand de idee post gevat, dat dat een vierbaansweg wordt met alles wat I daarbij hoort. Ik kan mij ook voor stellen dat er op verschillende ma nieren een weg over de Eng aangelegd j kan worden. Dat met name wanneer je bij de Vredehofstraat wat doet, dat men daar althans omhoog kan en rechtuit, en aan de andere kant in het zuiden wat zou kunnen beginnen, dat dat een aardige aanzet zou kunnen zijn. Waar dat op uit moet draaien, daar zou ik vandaag, persoonlijk althans, geen standpunt over in willen nemen. U moet niet vergeten, er zijn -beslissin- I gen genomen, de gemeenteraad heeft I het verkeersstructuurplan als uitgangs- I punt voor het verder handelen aange- nomen. Daar zitten bepaalde achter- I gronden aan vast, daar moet je op voortborduren, tenzij je tot de ontdek- I king komt dat je toch echt op de ver- I keerde weg bent. Ik geloof dat dat nog I wat onderzoek vereist, maar dat er wel I wat moet gebeuren. Dat je via de Eng I van noord naar zuid zult moeten kun- I nen op bepaalde manieren, daar ben ik I van overtuigd". I Als u zegt dat er misverstanden be- I staan, dan ligt dat natuurlijk wel aan I het feit dat het structuurplan er is; een I ingegraven weg met kunstwerken er I over heen. Kortom het plan van waar I uit de burger redeneert. I „Ik dacht dat je in het structuurplan I alleen het tracé ziet, dat je dan nog I niet teveel moet denken aan een vier- I baansweg en al die kunstwerken. Ik I dacht nml. dat wij een aantal kunst- I werken er uit moeten laten, ook van- I wege de financiën, als we tot de aan- I leg overgaan. I Er zijn twee dingen: a. je wilt wat en I b. je moet kijken wat je er van waar I kunt maken binnen een enigszins rede- I lijk te overziene tijd. Dan heb ik per- I soonlijk het gevoel dat financiële over- I wegingen ons van het aanleggen van I teveel kunstwerken zullen afhouden. I Wij zullen het allemaal wat minder I moeten doen, dan wij een jaar of zeven geleden, toen wij uit een welvaarts- 1 situatie opereerden, van plan waren". 1 U zegt dus: Wel een aantal er uit laten, niet allemaal, om de verbinding van de twee delen van Soest te houden. „Zoals u weet hebben wij ook ons stadscentrum weer eens op de helling gezet. In verband met de prognoses van de bevolking van Nederland moe ten we een beetje voorzichtiger en kleiner gaan denken. We hebben ook het gevoel dat met de Centrumweg het een en ander opgevangen kan worden van het verkeer tussen de twee Soes- ten. Het plan zal nog verder uitgediept moeten worden en we moeten gaan proberen elkaar te gaan begrijpen. Als het woord Engweg valt, moet niet iedereen gaan denken aan een soort race-baan, midden door Soest. Het is jammer dat dat idee er bij een aantal inwoners inzit. Ik kan me voorstellen, dat als je een beetje bovenaan de Eng staat en dan daar iets lager een weg loopt, dat dat nou niet helemaal de grootste ramp van de wereld hoeft te worden, óók niet uit natuur-en milieu oogpunt. Maar het is altijd zo moelijk als er eenmaal een idee geweest is en de burger maakt zich daar terecht meester van, om elkaar dan nog te begrijpen en het juiste midden te zien. Maar nogmaals, het aanleggen van een vierbaansweg met alle kunstwerken, ook al zouden we dat willen, dan is dat financieel gewoon niet mogelijk, al thans niet in een te voorziene periode. Ook de aanleg van de rijkswegen wordt getemporiseerd, het duurt langer en het wordt allemaal wat simpeler. Tegen het drukke verkeer over de rijksweg moet wel wat gebeuren, aan de andere kant is natuurlijk niet te voorzien wat voor invloed het gereed komen van andere wegen op het door gaand verkeer in Soest heeft. Het eigen verkeer, en er is hier veel plaatselijk verkeer, dat houden we na tuurlijk. We zijn er echter nog niet he lemaal over uitgedacht. Wat de uitvoe ring betreft begin ik het voor de ge meente somber in te zien. De weg staat wel in de investeringsnota, maar nog maals rente en aflossing Er is trouwens gerekend op een grote rijkssubsidie en zolang we daar geen inzicht in hebben, a. óf die komt en b. op hoeveel we dan zouden mogen re kenen, daar is niets zwart op wit over, helemaal niets, dan kun je ook finan cieel niet plannen". Met andere woorden, als de rijkssub sidie niet komt, dan zou er een provi sorische oplossing moeten komen? „Als de rijkssubsidie niet komt, dan zie ik niet in hoe wij als gemeente de totale rente en aflossing zouden kunnen betalen. Ik kan men voorstellen dat wij van het rijk voorlopig weinig hebben te verwachten". Soest groter? Hiermee verband houdt min of meer ook het inwonersaantal van Soest. Is u een voorstander van het groter worden van Soest? „Ik dacht dat we met de landelijke prognoses bekeken, het op zo'n 55.000 moesten houden. We zitten nu op de 40.000; de uitbreidingsplannen die we nu hebben verkeren in een zeker sta dium, Soesterveen-zuid, Kerckenlandt en Soesterberg. Je kunt ook niet alles stopzetten en bovendien hebben we verplichtingen om een gedeelte van wat er nu in Ne derland opgevangen moet worden in het westen, mee op te nemen. Je kunt niet zeggen, alleen de kinderen die nog in Soest geboren worden mogen in Soest blijven. De aantallen 80.000 en 60.000 kunnen we rustig aan de kant zetten. Laten we mikken op een sim pele uitbreiding tot 50 a 55.000, zodat we nog een beetje een taak vervullen met de opvang uit de regio. Dat moe ten wij toch wel; naast het westen, zit ook 't Gooi vol. Wij mogen niet te eng kijken. De Bilt bijvoorbeeld, kan niet uitbreiden vanwege de „kosten eenheden" (lawaaigrens). Uitbreiden zoals we een jaar of acht geleden dachten, hoeft niet. Toen werd alsmaar nog uitgegaan van de tweede nota' ruimtelijke ordening, waarin Ne derland gepland was op 22 miljoen in woners. We zijn zo langzamerhand met die planning terug tot 16 15 miljoen. Ik heb laatst eens gelezen dat als we alle uitbreidingsplannen die Nederland heeft, aan elkaar zouden plakken, dat we dan nog veel verder zouden komen dan 22 miljoen. Dat kan natuurlijk niet. Wij zullen dus ook wel wat tem poriseren, maar ik dacht dat een ge meente als deze echt nog zal moeten bouwen". Vorig jaar merkte u op geen voorstan der te zijn van „hoogbouw". Zit u wat dat betreft vast aan eerder gemaakte plannen, zoals bijvoorbeeld Kercken landt? „Wat tot nu toe in Soest aan hoog bouw gedaan is, in het Soesterveen en op de Eng, dat was met het idee om vrij goedkoop woningbouw te plegen. Dat is er soms wel uitgekomen, niet altijd. Wanneer je de hoogbouw in Kercken landt bekijkt, dan is die meer geprikt op wat grotere luxere flats, waaraan naar men het gevoel heeft, behoefte bestaat bij wat oudere mensen, die een groot huis verlaten. Dus eigenlijk hoog bouw met een ander doel. Of al die hoogbouw er komen zal, is een tweede. Maar het plan was zover voorbereid, had ook bij de provinciale planologische commissie geen slecht onthaal gevonden, dat wij het interes sant vonden om het ter inzage te leg gen en te kijken hoe men er op rea geerde. Nu er zoveel negatieve reacties op gekomen zijn, geeft ons dat wel aan leiding om ons nader te bezinnen. Aan de andere kant vonden we het ook fair tegenover degenen, die met veel zorg het plan hebben opgesteld, om niet meteen te zeggen, hoor eens, hoogbouw is niet meer „in" tegen woordig, we gooien het plan weg. Naar aanleiding van de vele negatieve reacties zullen we ons nu moeten be raden. Ik ben soms wel eens bang, dat een aantal mensen zo'n plan niet se rieus inkijken en toch handtekeningen zetten onder bezwaarschriften, er van uitgaand dat a. er mag nooit meer hoogbouw op de Eng en b. er mag he lemaal niets meer op de Eng. Je moet toch eigenlijk zo'n plan, met alle door kijkjes die er in gepland zijn, op zijn merites bekijken. En qua plan is het erg mooi. Er van uitgaand dat er hoog bouw in gepland is, vind ik de manier waarop de ontwerper de hoogbouw verwerkt heeft, bijzonder goed." Of het bebouwd moet worden is nu een andere vraag. „Kijk dat is iets anders. Ik dacht dat het ons financieel niet mogelijk zal zijn, de Eng zo te laten liggen. Er is enorm veel geld in geïnvesteerd; dat mogen we niet vergeten. Maar er is natuurlijk nog wel een tussenweg, tussen dit plan en een andere bebouwing. 't Is erg romantisch te zeggen, daar liggen nog wat akkertjes en daar groeit nog wat koren, maar het zijn geen stukken meer waar nog, economisch gezien, wat uit te halen valt. Wat dat betreft zit u dus vast aan een eerder gevoerd beleid, zonder verwijt aan wie dan ook? „Ja, maar beslist zonder verwijten. Op een goed moment is de structuur van de gemeente toch voor een aantal jaren gepland. Daar heeft een gemeenteraad bewust aan meegewerkt, want je krijgt wel eens de indruk dat men zegt, „ze doen maar". Maar dat doen is de uit voering van een planning die een ge meenteraad aanvaard heeft. En dan vind ik het nogal goedkoop om 10 tot 15 jaar later te zeggen, dat had nooit moeten gebeuren en nou moet het een, twee drie maar stoppen. 't Is bijzonder goedkoop, maar het ge beurt tegenwoordig overal, om enige tijd later alles af te gaan kraken, wat eerdere bestuurders besloten hebben. Natuurlijk zijn de inzichten veranderd en natuurlijk moet je het beleid om buigen voor zover dat kan, meer in de sfeer van natuurbehoud en milieu. Maar zelfs vijf jaar geleden werd daar toch nauweijlks over gesproken. Als bij het opstellen van de 2e nota ruimtelijke ordening de rijksoverheid en de Tweede Kamer, toén. de ideëen gehad hadden die ze nu hebben, dan was die nota ook niet gekomen, zoals die er nu uit ziet. We waren toen alleen maar bang, dat we niet genoeg mensen konden huisvesten. Mevrouw Corver-van Haaften tijdens het gesprek dat wij met haar hadden. De Eng is mooi hoor, maar er zijn zo veel mooie stukken in Soest; de polder, de bossen. We moeten het niet over drijven". Ja maar de protesten komen er ook op neer dat Soest slechts moet groeien tot 55.000 inwoners, die dan opgevangen kunnen worden in o.m. Soesterveen- zuid. „Als we helemaal opnieuw zouden moeten beginnen, dan zou je je kunnen afvragen of de Eng zou moeten be bouwd worden. Maar dat heeft nu na tuurlijk geen zin. Men dacht er 15 jaar geleden anders over". Betekent dat, we hebben er zoveel in geïnvesteerd, we moeten nu wel? „Ja. Verkopen van grond betekent te genwoordig, wil je er nog iets uithalen, bebouwing. De grond heeft geen hoge waarde meer voor de cultuur, want dat zou je dan moeten doen. Zuiver econo misch bekeken kan er niets anders dan bebouwing. Het zal toch voor velen een teleurstel ling zijn, dat de Eng alsnog verder be bouwd zal worden. „Mijn idee is, maar ik mag hier niet persoonlijk maar in collegeverband en samen met de raad, alleen over den ken dat dat niet anders zal kunnen .Dan 'zouden de harde cijfers eens op tafel moeten komen; wat is er in geïnves teerd, wat komt er nooit meer uit als we daar niet bouwen. Dat moet je je dan afvragen. Ik heb het gevoel dat met een lage bebouwing je er toch hele mooie glooingen en golvingen kunt houden. Ja, alles is mooier als je het ongerept laat". In het plan staat dat het economisch uitvoerbaar is, mèt hoogbouw. „Met de ideeën van tegenwoordig, waarin velen er twee auto's op na houden, moet er zeer ruim gebouwd worden, óók voor de hoogbouw. Dan kun je er ook met een ander soort be bouwing uitkomen. Daar hebben wij de cijfers al van bekeken. Niet bebouwen betekent, er komt niets uit en je blijft met een geweldige strop zitten. Dan zou je rente en afschrijving jaarlijks op de begroting moeten zet ten. Ik vind het flauw dat men zegt, dat moet de gemeente dan maar ne men. Ik vrees dat dat niet kan". Drastische belastingverhoging? „Ja en ik vrees dat een deel van de gemeenschap dat niet beseft. Dan kun je ook wel zeggen, dan had je op de Eng maar nooit iets aan moeten kopen, maar dat is het beleid van de ge meenteraad. Dat zou een nieuwe ge meenteraad op niemand mogen af schuiven, want ook een gemeenteraad is een continubedrijf. Op een ge geven moment wordt je geconfronteerd met de besluiten die een raad b.v. 10 jaar geleden genomen heeft. Dan kun je zeggen met de nieuwe inzichten gaan we dat een beetje ombuigen, maar als ze dan zeggen, we gaan de Eng niet bebouwen, dan zeg ik dat kan niet. Je kunt er geen bezienswaardigheid van maken voor buitenlanders en er entree voor heffen". Is u nog steeds geen voorstander van openbare commissievergadering? „Nee! Als iemand me nou van het nut zou kunnen overtuigen, dan zou ik mis schien mijn mening herzien. Niemand heeft mij in de loop van dit jaar van het nut overtuigd. Oók de pers niet!" Het zou kunnen betekenen dat open baarheid van commissievergaderingen, de raadsvergaderingen zou kunnen be korten. Dat is niet het geval, want meestal wordt er herhaald wat er al gezegd is. „Ja, en dat vind ik ook juist. Het open bare debat moet plaats vinden in de openbare raadsvergaderingen. Daar komt het publiek naar toe. U verslaat beide vergaderingen, maar het betekent dus dat de lezer het in twee delen krijgt. In de commissiever gaderingen maken een paar mensen op merkingen; in de raadsvergadering hebben alle leden gelegenheid opmer kingen te maken. (Het debat moet in de raadsvergadering gevoerd worden".) Ik dacht dat u ellenlange debatten in de raad verafschuwde! „Ja, maar debatten hoeven nooit ellen lang te zijn, als de mensen maar ge woon zeggen zo, en zo en zo." Er zijn toch ook geen lange debatten in de commissie vergaderingen. Wat is van de commissievergaderingen interessant voor het publiek. Ik kan me wel voorstellen, en zo sta ik er nog al tijd tegenover, dat in zo'n vergadering, waar nog een advies op het voorstel van b. en w. uit moet voortkomen, dat daar nog eens op wat punten wordt in gegaan, van ondergeschikt belang, die niet interessant zijn voor de openbaar heid". Ik dacht dat alles interessant was voor de openbaarheid; de totale besluitvor ming, hoe men daar toe komt! „Nee, dat is een fictie. In de eerste plaats hoort een voorstel duidelijk te zijn, in de tweede plaats hoort de raad ter bestemder plaatse er uit te halen wat er in zit, informatie te vragen. Maar dat hoeft niet ellenlang te duren. Dat is gewoon mijn mening. Ik heb 't nu een jaar aangezien en de enkele keren dat ik een wethouder in een openbare vergadering verving, er geen enkel nut en resultaat van gezien. Ik virnd dat de conversatie in de openbare raad hetzelfde is als in de commissie vergaderingen. Het debat in de raad wordt er minder waardevol door. Wat zou naar uw mening er de oorzaak van kunnen zijn dat er bijna steeds geprotesteerd wordt tegen gemeente lijke, maar eigenlijk tegen overheids- plannen in het algemeen? Zou dat in houden dat er te weinig openbaar is, dat er gedacht wordt er wordt teveel gekonkelfoesd? „Met meer openbaarheid zou je daar niet uitkomen. Ik heb het gevoel dat veel mensen tegenwoordig geen ver trouwen meer hebben in de vertegen woordigende democratie; wat ik dan nog altijd de minst slechte vorm vind van een regeringsvorm. Ik weet er geen alternatief voor. Het is nml. on mogelijk met de hele bevolking van Soest over de zaken te gaan praten. Ik weet geen andere oplossing dan dat men zich laat vertegenwoordigen. Mo gelijk wat meer voorlichtingsavonden, maar neem de avond over het ver keersstructuurplan. Wij veronderstelden dat het storm zou lopen en zeggen dus kom even een gratis toegangsbewijs ha len. Nu wordt dat door sommige men sen weer uitgelegd dat we bezig zijn om de mensen in te pakken, om te zor gen dat er niet zoveel komen. Als de zaal vol is, dan is ie vol; dan zou je ter plaatse hebben kunnen zeggen, je kunt nog een kaartje krijgen voor de volgende voorstelling. Vergeefs geloop wilden we voorkomen. Ik weet echt niet hoe we het beter hadden moeten doen. Als er 3000 gekomen waren dan hadden we 20 avonden gehouden. Maar dat men niet meer tevreden is, althans grote groepen, met de vertegenwoor digende democratie, dat is wel duide lijk". Ondoorzichtigheid? „Dat zit wel in een stukje ondoorzich tigheid, maar als iemand mij eens een methode leert om alle ingewikkelde zaken een-twee-drie duidelijk te maken voor iedere burger, dan verdient die vandaag nog een standbeeld in Soest. Ik weet niet hoe het anders moet. Je kunt een voorlichtingsavond beleggen in een eerder stadium, maar ondoor zichtig blijft het een beetje". U denkt optimaal te voldoen aan voor lichting? „Dat wil ik niet zeggen. Daar moet je over blijven denken hoe je het beter zou kunnen doen. Maar je wordt bijna weer gefrusteerd door zo'n avond over het wegenstructuurplan, waar dan toch maar 80 mensen zitten uit heel Soest, terwijl hier iedereen schijnt te pra ten over de Engweg. Neem nou het plan Kerckenlandt. Ik kan men best voorstellen dat men zegt, daar moet geen hoogbouw komen. Maar als er dan zoveel papieren komen met een handtekening, allemaal dezelfde papieren, „er moet op de Eng niet ge bouwd worden", meer niet, dan denk ik, ja waar zou de voorlichting voor ge weest zijn. Het plan lag toch een maand ter inzage, er zijn in een eer der stadium hearings over gehouden". De economische noodzaak is natuurlijk bij die voorlichting niet direct naar voren gekomen. „Jawel, dat is bij de voorlichtingsavon den toch wel besproken, heeft men mij verteld. Je kunt toch plannen niet zo maar stilleggen. Maar iedereen die suggesties kan doen over verbetering van voorlichting en informatie en inspraak, mag komen. Ik ben echt wel voor inspraak, maar als je dat wilt doen, moet je toch eerst met bepaalde, enigszins geconcretiseer de voorstellen komen, want anders zegt men toch „wat gaat u doen"? Het is uitermate moeilijk, maar de moeite waard er steeds over te pieke ren. Uiteindelijk echter, zal er door 25 gemeenteraadsleden besluiten genomen moeten worden, dat kan volgens mij niet op een andere manier". Een referendum? „Met een referendum is nauwelijks beleid mogelijk. In Zwitserland bij voorbeeld, maakt men er uitsluitend voor zeer belangrijke zaken gebruik van. Met werkgroepen, of commissies kan ook; zoals de commissie stadspark. Die heeft voortreffelijk werk gedaan, maar is verder gegaan dan de opdracht. Ze heeft een alternatieve plaats voor een stadscentrum aangegeven en dat plan bestond al jaren geleden en is toen, met redenen omkleed, afgewezen. Dat heeft men zeker over het hoofd gezien of dat wist men helemaal niet. Het plan (plan stadscentrum) zal bin nenkort wel weer naar buiten komen. Wij zijn aan een kleiner stadscentrum gaan denken, waar externe zaken mee te maken hebben. Het stadscentrum van Utrecht rijdt men straks per trein bin nen; het centrum van Zeist is sterk ontwikkeld en ook Hilversum komt, wat de verbinding betreft, steeds dich ter bij". Is uw standpunt betreffende samen werkingsverbanden in gewesten nog ongewijzigd of denkt u daar genuan ceerder over? „Ik was en ben er nog steeds een voor stander van en sta er zeer positief tegenover. Ik ben een van diegene, die het Samenwerkingsverband Eemland iets minder vrijblijvend wil maken, dan het nu is. Daar zijn nog discussies over gaande. Ik zou me kunnen voorstellen, dat als er een regionaal structuurplan is, dat je je daar als gemeente op aan past". De vierde bestuurslaag? Is bijvoorbeeld de onverwachte overschrijding van een budget van V/t ton met één ton, waar iedere gemeente dan achteraf voor op moet draaien, geen nadeel van zo'n affaire? Loopt zoiets niet uit de hand? „Die ton is verhoudingsgewijs niet iets waar je diep over geschokt moet zijn. Er is een aantal jaren geleden een coödinatieteam aan het werk gegaan met een budget van V/s ton en een niet zo verschrikkelijk concrete op dracht. Dat team heeft eerst niet al te veel gedaan. Later werd een werkgroep structuurbeleid gevormd, die samen werkte met het coördinatieteam. Vorig jaar zag men dat het budget op begon te raken. Toen bleek ook dat er nog een aantal rekeningen uit het tweede kwartaal van 1972 moesten komen, van daar die ton overschrijding. Nu moeten we eerst maar eens be kijken hoe we de visie voor de toe komst opzetten. Dat houdt verband met de structuur van Eemland, die zo erg vrijblijvend is op het ogenblik. Financieel kan het dan toch nog wel eens uit de hand lopen. Het dagelijks bestuur, waar ik in zit, gaat in dit ge val niet vrij uit, dat heb ik ook open lijk gezegd. Ook was 't slordig van bet coördinatieteam rekeningen zo laat in te dienen. Ja die overschrijding is wel een vervelende zaak". Is Soest een lastige plaats? „Nee hoor! In wat voor context bedoelt u dat?" Wordt er overdreven gebruik gemaakt van protest-mogelijkheden? „Hier meer dan in Heiloo. Maar ik heb zo het gevoel dat het overal van jaar tot jaar toeneemt. Oók in Heiloo. Hier zit je in het midden van het land en hier reageert men anders dan in de kop van Noord Holland. Maar het be gint overal toe te nemen". Heeft dat iets te maken met onver draagzaamheid? „Dat woord klinkt een beetje cru. 't Is niet willen rekening houden met de ander, een soort egoïsme. Ik dacht dat men het voor zichzelf makkelijk wil maken (en daardoor voor je buurman moeilijker), zonder er vanuit te gaan dat je het voor je buurman moeilijker wilt maken. Het woord onverdraag zaam is er mogelijk op gericht, min doen aan de ander, terwijl men er nu meer vanuit gaat het plus doen aan jezelf, 't Heeft wel hetzelfde resultaat. Het heeft ook dikwijls te maken met zelfbehoud. Je zult maar in een flat zitten, waar je buurman van feesten houdt en je zelf 's morgens er vroeg uit moet. Maar Soest is beslist geen lastige plaats; het is hier best te harden". Zou een gemeenteraad niet uit niet- politieke figuren moeten bestaan? „Dat kan niet. De raad wordt gekozen uit vertegenwoordigers van politieke partijen. Er komt in de gemeenteraad toch soms politiek om de hoek en ook hoe je levensbeschouwing en wereld beschouwing is. Dat kun je niet hele maal uitschakelen. Je moet natuurlijk niet alles in de gemeenteraad om-der- politiek-wille behandelen; maar je hebt nu eenmaal verschillende uitgangspun ten, je visie op hoe het allemaal moet. Dat kun je niet uitschakelen. Gemeentebelangen? „Maar wat zie je als gemeentebelang! Er moet toch een politieke visie achter zitten". Politieke visie? Het gaat toch om ge meentebelangen! „Je kunt de belangen van de gemeente behartigen vanuit je eigen gedachte, je eigen visie". Religie bijvoorbeeld, heeft toch niets te maken met de weg over de Eng? „Nee, dat niet. Maar hoe zie je de ge meente economisch; de een kan veel over hebben voor „de weg", omdat de vervuiling langs de hoofdweg onmoge lijk wordt, terwijl een ander veel meer geld over heeft voor het stadspark. Daar zit een stuk politieke visie achter. Gemeentebelangen moeten prevaleren, maar daarvoor zit je ook als vertegen woordiger van de politieke partij. Het blijft afwegen, voor jezelf tenminste. Gemeentebelangen, een partij gemeen tebelangen vind ik een kreet". In dat ene jaar heeft mevrouw Oorver Soest leren kennen, met enorme voort varendheid. Maar ook Soest leerde haar kennen. Bü talloze gelegenheden gaf zij acte de presence", zij verwelkomde be jaarden na hun jaarlijkse uitstapje, zij opende scholen, 'n bankgebouw, het medisch centrum, diverse tentoonstel lingen, vertegenwoordigde de gemeen te bij plechtigheden op de vliegbasis en verkende Soest vanuit de lucht, opende wegen, bezocht sportverenigingen en huldigde kampioenen. Ze verwelkomde Sint Nicolaas en gaf de sleutel van de gemeente aan Prins Carnaval. Vorig jaar in Heiloo veronderstelde zij méér tijd tc krijgen voor lezen. Het zal er wel niet van gekomen zijn.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1973 | | pagina 9