mevRouw corvgr
heeft, na een ]mr soest,
öuiöelrjke löeeën oveR
veRkeeR, woninqBouw en
vinöt soest geen Lastige gemeente
19
De weg over ile Eng
Kerckenlandt
Openbaarheid
Protesten
Samenwerking
Niet lastig
Politiek
Na één Jaar
1
Soester Courant van woensdag 30 mei 1971
Mevrouw Mr. J. M. Corver-van Haaften, Burgemeester van Soest.
oten
>oly-
strie
i en
.000
kele
tden
3.G.
=em
lijk.
ir a.
en
be-
3 in
ac-
net
nk-
en
za-
75,
Overmorgen, 1 juni, is het precies één jaar geleden dat mevrouw mr. J. M.
Corver-Van Haaften, haar taak als burgemeester van Soest op zich nam.
In dat ene jaar is er wel het een en ander gebeurd; niets ingrijpends óf het zou
moeten zijn dat sindsdien tijdens de raadsvergaderingen gerookt mag worden.
Ook niets schokkends.
Wei heeft zjj in dat jaar de gemeente en vooral ook de plaatselijke problemen
leren kennen.
Enige weken vóór zij deze taak op zich nam, bezochten wij haar in Hciloo. In
het korte vraaggesprekje bleek toen dat zjj de Weg-over-de-Eng slechts, of
eigenlijk „reeds", bij naam kende, maar uiteraard niet wist wat er voor Soest
aan vast zat. Ze had een uitgesproken idee over „openbaarheid van commissie
vergaderingen" en over „hoogbouw", over roken in de raadszaal en over
samenwerkingsverbanden. Hoe denkt zjj daar nu over?
Is het nodig dat er op korte termijn
maatregelen genomen worden i.v.m. de
verkeerssituatie op de rijksweg c.q. is
het verantwoord een dergelijke drukke
weg dwars door de gemeente te hand
haven?
„Ik dacht van wel, want wanneer je
iedere dag de situatie ziet hier, dan
concludeer je toch wel, dat deze weg
hier erg vol wordt; dat het nuttig zou
zijn dat het verkeer hier gespreid werd,
zodat het ook op andere manieren van
noord naar zuid kan trekken".
Is de weg over de Eng dan dè oplos
sing of 'n oplossing?
„Dat zou volgens mij 'n oplossing zijn.
Nu heb ik ook wel eens het gevoel, dat
als we over de weg over de Eng praten
veel mensen het toch over verschillen
de dingen hebben. Dat hebben we laatst
kunnen constateren op de avond over
de hele verkeersstructuur in Soest.
Misschien heeft bij te velen langzamer
hand de idee post gevat, dat dat een
vierbaansweg wordt met alles wat
I daarbij hoort. Ik kan mij ook voor
stellen dat er op verschillende ma
nieren een weg over de Eng aangelegd
j kan worden. Dat met name wanneer
je bij de Vredehofstraat wat doet, dat
men daar althans omhoog kan en
rechtuit, en aan de andere kant in het
zuiden wat zou kunnen beginnen, dat
dat een aardige aanzet zou kunnen zijn.
Waar dat op uit moet draaien, daar
zou ik vandaag, persoonlijk althans,
geen standpunt over in willen nemen.
U moet niet vergeten, er zijn -beslissin-
I gen genomen, de gemeenteraad heeft
I het verkeersstructuurplan als uitgangs-
I punt voor het verder handelen aange-
nomen. Daar zitten bepaalde achter-
I gronden aan vast, daar moet je op
voortborduren, tenzij je tot de ontdek-
I king komt dat je toch echt op de ver-
I keerde weg bent. Ik geloof dat dat nog
I wat onderzoek vereist, maar dat er wel
I wat moet gebeuren. Dat je via de Eng
I van noord naar zuid zult moeten kun-
I nen op bepaalde manieren, daar ben ik
I van overtuigd".
I Als u zegt dat er misverstanden be-
I staan, dan ligt dat natuurlijk wel aan
I het feit dat het structuurplan er is; een
I ingegraven weg met kunstwerken er
I over heen. Kortom het plan van waar
I uit de burger redeneert.
I „Ik dacht dat je in het structuurplan
I alleen het tracé ziet, dat je dan nog
I niet teveel moet denken aan een vier-
I baansweg en al die kunstwerken. Ik
I dacht nml. dat wij een aantal kunst-
I werken er uit moeten laten, ook van-
I wege de financiën, als we tot de aan-
I leg overgaan.
I Er zijn twee dingen: a. je wilt wat en
I b. je moet kijken wat je er van waar
I kunt maken binnen een enigszins rede-
I lijk te overziene tijd. Dan heb ik per-
I soonlijk het gevoel dat financiële over-
I wegingen ons van het aanleggen van
I teveel kunstwerken zullen afhouden.
I Wij zullen het allemaal wat minder
I moeten doen, dan wij een jaar of zeven
geleden, toen wij uit een welvaarts-
1 situatie opereerden, van plan waren".
1 U zegt dus: Wel een aantal er uit laten,
niet allemaal, om de verbinding van de
twee delen van Soest te houden.
„Zoals u weet hebben wij ook ons
stadscentrum weer eens op de helling
gezet. In verband met de prognoses
van de bevolking van Nederland moe
ten we een beetje voorzichtiger en
kleiner gaan denken. We hebben ook
het gevoel dat met de Centrumweg het
een en ander opgevangen kan worden
van het verkeer tussen de twee Soes-
ten. Het plan zal nog verder uitgediept
moeten worden en we moeten gaan
proberen elkaar te gaan begrijpen. Als
het woord Engweg valt, moet niet
iedereen gaan denken aan een soort
race-baan, midden door Soest. Het is
jammer dat dat idee er bij een aantal
inwoners inzit. Ik kan me voorstellen,
dat als je een beetje bovenaan de Eng
staat en dan daar iets lager een weg
loopt, dat dat nou niet helemaal de
grootste ramp van de wereld hoeft te
worden, óók niet uit natuur-en milieu
oogpunt. Maar het is altijd zo moelijk
als er eenmaal een idee geweest is en
de burger maakt zich daar terecht
meester van, om elkaar dan nog te
begrijpen en het juiste midden te zien.
Maar nogmaals, het aanleggen van een
vierbaansweg met alle kunstwerken,
ook al zouden we dat willen, dan is dat
financieel gewoon niet mogelijk, al
thans niet in een te voorziene periode.
Ook de aanleg van de rijkswegen
wordt getemporiseerd, het duurt langer
en het wordt allemaal wat simpeler.
Tegen het drukke verkeer over de
rijksweg moet wel wat gebeuren, aan
de andere kant is natuurlijk niet te
voorzien wat voor invloed het gereed
komen van andere wegen op het door
gaand verkeer in Soest heeft.
Het eigen verkeer, en er is hier veel
plaatselijk verkeer, dat houden we na
tuurlijk. We zijn er echter nog niet he
lemaal over uitgedacht. Wat de uitvoe
ring betreft begin ik het voor de ge
meente somber in te zien. De weg staat
wel in de investeringsnota, maar nog
maals rente en aflossing
Er is trouwens gerekend op een grote
rijkssubsidie en zolang we daar geen
inzicht in hebben, a. óf die komt en b.
op hoeveel we dan zouden mogen re
kenen, daar is niets zwart op wit over,
helemaal niets, dan kun je ook finan
cieel niet plannen".
Met andere woorden, als de rijkssub
sidie niet komt, dan zou er een provi
sorische oplossing moeten komen?
„Als de rijkssubsidie niet komt, dan zie
ik niet in hoe wij als gemeente de
totale rente en aflossing zouden kunnen
betalen. Ik kan men voorstellen dat wij
van het rijk voorlopig weinig hebben
te verwachten".
Soest groter?
Hiermee verband houdt min of meer
ook het inwonersaantal van Soest. Is u
een voorstander van het groter worden
van Soest?
„Ik dacht dat we met de landelijke
prognoses bekeken, het op zo'n 55.000
moesten houden. We zitten nu op de
40.000; de uitbreidingsplannen die we
nu hebben verkeren in een zeker sta
dium, Soesterveen-zuid, Kerckenlandt
en Soesterberg.
Je kunt ook niet alles stopzetten en
bovendien hebben we verplichtingen
om een gedeelte van wat er nu in Ne
derland opgevangen moet worden in
het westen, mee op te nemen. Je kunt
niet zeggen, alleen de kinderen die nog
in Soest geboren worden mogen in
Soest blijven. De aantallen 80.000 en
60.000 kunnen we rustig aan de kant
zetten. Laten we mikken op een sim
pele uitbreiding tot 50 a 55.000, zodat
we nog een beetje een taak vervullen
met de opvang uit de regio. Dat moe
ten wij toch wel; naast het westen,
zit ook 't Gooi vol. Wij mogen niet te
eng kijken. De Bilt bijvoorbeeld, kan
niet uitbreiden vanwege de „kosten
eenheden" (lawaaigrens).
Uitbreiden zoals we een jaar of acht
geleden dachten, hoeft niet. Toen werd
alsmaar nog uitgegaan van de tweede
nota' ruimtelijke ordening, waarin Ne
derland gepland was op 22 miljoen in
woners. We zijn zo langzamerhand met
die planning terug tot 16 15 miljoen.
Ik heb laatst eens gelezen dat als we
alle uitbreidingsplannen die Nederland
heeft, aan elkaar zouden plakken, dat
we dan nog veel verder zouden komen
dan 22 miljoen. Dat kan natuurlijk
niet. Wij zullen dus ook wel wat tem
poriseren, maar ik dacht dat een ge
meente als deze echt nog zal moeten
bouwen".
Vorig jaar merkte u op geen voorstan
der te zijn van „hoogbouw". Zit u wat
dat betreft vast aan eerder gemaakte
plannen, zoals bijvoorbeeld Kercken
landt?
„Wat tot nu toe in Soest aan hoog
bouw gedaan is, in het Soesterveen en
op de Eng, dat was met het idee om
vrij goedkoop woningbouw te plegen.
Dat is er soms wel uitgekomen, niet
altijd.
Wanneer je de hoogbouw in Kercken
landt bekijkt, dan is die meer geprikt
op wat grotere luxere flats, waaraan
naar men het gevoel heeft, behoefte
bestaat bij wat oudere mensen, die een
groot huis verlaten. Dus eigenlijk hoog
bouw met een ander doel.
Of al die hoogbouw er komen zal, is
een tweede. Maar het plan was zover
voorbereid, had ook bij de provinciale
planologische commissie geen slecht
onthaal gevonden, dat wij het interes
sant vonden om het ter inzage te leg
gen en te kijken hoe men er op rea
geerde.
Nu er zoveel negatieve reacties op
gekomen zijn, geeft ons dat wel aan
leiding om ons nader te bezinnen.
Aan de andere kant vonden we het
ook fair tegenover degenen, die met
veel zorg het plan hebben opgesteld,
om niet meteen te zeggen, hoor eens,
hoogbouw is niet meer „in" tegen
woordig, we gooien het plan weg.
Naar aanleiding van de vele negatieve
reacties zullen we ons nu moeten be
raden. Ik ben soms wel eens bang, dat
een aantal mensen zo'n plan niet se
rieus inkijken en toch handtekeningen
zetten onder bezwaarschriften, er van
uitgaand dat a. er mag nooit meer
hoogbouw op de Eng en b. er mag he
lemaal niets meer op de Eng. Je moet
toch eigenlijk zo'n plan, met alle door
kijkjes die er in gepland zijn, op zijn
merites bekijken. En qua plan is het
erg mooi. Er van uitgaand dat er hoog
bouw in gepland is, vind ik de manier
waarop de ontwerper de hoogbouw
verwerkt heeft, bijzonder goed."
Of het bebouwd moet worden is nu een
andere vraag.
„Kijk dat is iets anders. Ik dacht dat
het ons financieel niet mogelijk zal zijn,
de Eng zo te laten liggen. Er is enorm
veel geld in geïnvesteerd; dat mogen
we niet vergeten. Maar er is natuurlijk
nog wel een tussenweg, tussen dit plan
en een andere bebouwing.
't Is erg romantisch te zeggen, daar
liggen nog wat akkertjes en daar groeit
nog wat koren, maar het zijn geen
stukken meer waar nog, economisch
gezien, wat uit te halen valt.
Wat dat betreft zit u dus vast aan een
eerder gevoerd beleid, zonder verwijt
aan wie dan ook?
„Ja, maar beslist zonder verwijten. Op
een goed moment is de structuur van
de gemeente toch voor een aantal jaren
gepland. Daar heeft een gemeenteraad
bewust aan meegewerkt, want je krijgt
wel eens de indruk dat men zegt, „ze
doen maar". Maar dat doen is de uit
voering van een planning die een ge
meenteraad aanvaard heeft. En dan
vind ik het nogal goedkoop om 10 tot
15 jaar later te zeggen, dat had nooit
moeten gebeuren en nou moet het een,
twee drie maar stoppen.
't Is bijzonder goedkoop, maar het ge
beurt tegenwoordig overal, om enige
tijd later alles af te gaan kraken, wat
eerdere bestuurders besloten hebben.
Natuurlijk zijn de inzichten veranderd
en natuurlijk moet je het beleid om
buigen voor zover dat kan, meer in de
sfeer van natuurbehoud en milieu.
Maar zelfs vijf jaar geleden werd daar
toch nauweijlks over gesproken. Als bij
het opstellen van de 2e nota ruimtelijke
ordening de rijksoverheid en de Tweede
Kamer, toén. de ideëen gehad hadden
die ze nu hebben, dan was die nota
ook niet gekomen, zoals die er nu uit
ziet. We waren toen alleen maar bang,
dat we niet genoeg mensen konden
huisvesten.
Mevrouw Corver-van Haaften tijdens het gesprek dat wij met haar hadden.
De Eng is mooi hoor, maar er zijn zo
veel mooie stukken in Soest; de polder,
de bossen. We moeten het niet over
drijven".
Ja maar de protesten komen er ook op
neer dat Soest slechts moet groeien tot
55.000 inwoners, die dan opgevangen
kunnen worden in o.m. Soesterveen-
zuid.
„Als we helemaal opnieuw zouden
moeten beginnen, dan zou je je kunnen
afvragen of de Eng zou moeten be
bouwd worden. Maar dat heeft nu na
tuurlijk geen zin. Men dacht er 15 jaar
geleden anders over".
Betekent dat, we hebben er zoveel in
geïnvesteerd, we moeten nu wel?
„Ja. Verkopen van grond betekent te
genwoordig, wil je er nog iets uithalen,
bebouwing. De grond heeft geen hoge
waarde meer voor de cultuur, want dat
zou je dan moeten doen. Zuiver econo
misch bekeken kan er niets anders dan
bebouwing.
Het zal toch voor velen een teleurstel
ling zijn, dat de Eng alsnog verder be
bouwd zal worden.
„Mijn idee is, maar ik mag hier niet
persoonlijk maar in collegeverband en
samen met de raad, alleen over den
ken dat dat niet anders zal kunnen .Dan
'zouden de harde cijfers eens op tafel
moeten komen; wat is er in geïnves
teerd, wat komt er nooit meer uit als
we daar niet bouwen. Dat moet je je
dan afvragen. Ik heb het gevoel dat
met een lage bebouwing je er toch hele
mooie glooingen en golvingen kunt
houden. Ja, alles is mooier als je het
ongerept laat".
In het plan staat dat het economisch
uitvoerbaar is, mèt hoogbouw.
„Met de ideeën van tegenwoordig,
waarin velen er twee auto's op na
houden, moet er zeer ruim gebouwd
worden, óók voor de hoogbouw. Dan
kun je er ook met een ander soort be
bouwing uitkomen. Daar hebben wij
de cijfers al van bekeken.
Niet bebouwen betekent, er komt niets
uit en je blijft met een geweldige strop
zitten. Dan zou je rente en afschrijving
jaarlijks op de begroting moeten zet
ten. Ik vind het flauw dat men zegt,
dat moet de gemeente dan maar ne
men. Ik vrees dat dat niet kan".
Drastische belastingverhoging?
„Ja en ik vrees dat een deel van de
gemeenschap dat niet beseft. Dan kun
je ook wel zeggen, dan had je op de
Eng maar nooit iets aan moeten kopen,
maar dat is het beleid van de ge
meenteraad. Dat zou een nieuwe ge
meenteraad op niemand mogen af
schuiven, want ook een gemeenteraad
is een continubedrijf. Op een ge
geven moment wordt je geconfronteerd
met de besluiten die een raad b.v. 10
jaar geleden genomen heeft. Dan kun
je zeggen met de nieuwe inzichten
gaan we dat een beetje ombuigen, maar
als ze dan zeggen, we gaan de Eng niet
bebouwen, dan zeg ik dat kan niet.
Je kunt er geen bezienswaardigheid
van maken voor buitenlanders en er
entree voor heffen".
Is u nog steeds geen voorstander van
openbare commissievergadering?
„Nee! Als iemand me nou van het nut
zou kunnen overtuigen, dan zou ik mis
schien mijn mening herzien. Niemand
heeft mij in de loop van dit jaar van
het nut overtuigd. Oók de pers niet!"
Het zou kunnen betekenen dat open
baarheid van commissievergaderingen,
de raadsvergaderingen zou kunnen be
korten. Dat is niet het geval, want
meestal wordt er herhaald wat er al
gezegd is.
„Ja, en dat vind ik ook juist. Het open
bare debat moet plaats vinden in de
openbare raadsvergaderingen. Daar
komt het publiek naar toe.
U verslaat beide vergaderingen, maar
het betekent dus dat de lezer het in
twee delen krijgt. In de commissiever
gaderingen maken een paar mensen op
merkingen; in de raadsvergadering
hebben alle leden gelegenheid opmer
kingen te maken. (Het debat moet in
de raadsvergadering gevoerd worden".)
Ik dacht dat u ellenlange debatten in
de raad verafschuwde!
„Ja, maar debatten hoeven nooit ellen
lang te zijn, als de mensen maar ge
woon zeggen zo, en zo en zo." Er zijn
toch ook geen lange debatten in de
commissie vergaderingen.
Wat is van de commissievergaderingen
interessant voor het publiek. Ik kan me
wel voorstellen, en zo sta ik er nog al
tijd tegenover, dat in zo'n vergadering,
waar nog een advies op het voorstel
van b. en w. uit moet voortkomen, dat
daar nog eens op wat punten wordt in
gegaan, van ondergeschikt belang, die
niet interessant zijn voor de openbaar
heid".
Ik dacht dat alles interessant was voor
de openbaarheid; de totale besluitvor
ming, hoe men daar toe komt!
„Nee, dat is een fictie. In de eerste
plaats hoort een voorstel duidelijk te
zijn, in de tweede plaats hoort de raad
ter bestemder plaatse er uit te halen
wat er in zit, informatie te vragen.
Maar dat hoeft niet ellenlang te duren.
Dat is gewoon mijn mening. Ik heb 't
nu een jaar aangezien en de enkele
keren dat ik een wethouder in een
openbare vergadering verving, er geen
enkel nut en resultaat van gezien. Ik
virnd dat de conversatie in de openbare
raad hetzelfde is als in de commissie
vergaderingen. Het debat in de raad
wordt er minder waardevol door.
Wat zou naar uw mening er de oorzaak
van kunnen zijn dat er bijna steeds
geprotesteerd wordt tegen gemeente
lijke, maar eigenlijk tegen overheids-
plannen in het algemeen? Zou dat in
houden dat er te weinig openbaar is,
dat er gedacht wordt er wordt teveel
gekonkelfoesd?
„Met meer openbaarheid zou je daar
niet uitkomen. Ik heb het gevoel dat
veel mensen tegenwoordig geen ver
trouwen meer hebben in de vertegen
woordigende democratie; wat ik dan
nog altijd de minst slechte vorm vind
van een regeringsvorm. Ik weet er
geen alternatief voor. Het is nml. on
mogelijk met de hele bevolking van
Soest over de zaken te gaan praten. Ik
weet geen andere oplossing dan dat
men zich laat vertegenwoordigen. Mo
gelijk wat meer voorlichtingsavonden,
maar neem de avond over het ver
keersstructuurplan. Wij veronderstelden
dat het storm zou lopen en zeggen dus
kom even een gratis toegangsbewijs ha
len. Nu wordt dat door sommige men
sen weer uitgelegd dat we bezig zijn
om de mensen in te pakken, om te zor
gen dat er niet zoveel komen. Als de
zaal vol is, dan is ie vol; dan zou je
ter plaatse hebben kunnen zeggen, je
kunt nog een kaartje krijgen voor de
volgende voorstelling. Vergeefs geloop
wilden we voorkomen. Ik weet echt
niet hoe we het beter hadden moeten
doen. Als er 3000 gekomen waren dan
hadden we 20 avonden gehouden. Maar
dat men niet meer tevreden is, althans
grote groepen, met de vertegenwoor
digende democratie, dat is wel duide
lijk".
Ondoorzichtigheid?
„Dat zit wel in een stukje ondoorzich
tigheid, maar als iemand mij eens een
methode leert om alle ingewikkelde
zaken een-twee-drie duidelijk te maken
voor iedere burger, dan verdient die
vandaag nog een standbeeld in Soest.
Ik weet niet hoe het anders moet. Je
kunt een voorlichtingsavond beleggen
in een eerder stadium, maar ondoor
zichtig blijft het een beetje".
U denkt optimaal te voldoen aan voor
lichting?
„Dat wil ik niet zeggen. Daar moet je
over blijven denken hoe je het beter
zou kunnen doen. Maar je wordt bijna
weer gefrusteerd door zo'n avond over
het wegenstructuurplan, waar dan toch
maar 80 mensen zitten uit heel Soest,
terwijl hier iedereen schijnt te pra
ten over de Engweg.
Neem nou het plan Kerckenlandt. Ik
kan men best voorstellen dat men zegt,
daar moet geen hoogbouw komen. Maar
als er dan zoveel papieren komen met
een handtekening, allemaal dezelfde
papieren, „er moet op de Eng niet ge
bouwd worden", meer niet, dan denk
ik, ja waar zou de voorlichting voor ge
weest zijn. Het plan lag toch een
maand ter inzage, er zijn in een eer
der stadium hearings over gehouden".
De economische noodzaak is natuurlijk
bij die voorlichting niet direct naar
voren gekomen.
„Jawel, dat is bij de voorlichtingsavon
den toch wel besproken, heeft men mij
verteld. Je kunt toch plannen niet zo
maar stilleggen.
Maar iedereen die suggesties kan doen
over verbetering van voorlichting en
informatie en inspraak, mag komen.
Ik ben echt wel voor inspraak, maar
als je dat wilt doen, moet je toch eerst
met bepaalde, enigszins geconcretiseer
de voorstellen komen, want anders
zegt men toch „wat gaat u doen"?
Het is uitermate moeilijk, maar de
moeite waard er steeds over te pieke
ren. Uiteindelijk echter, zal er door 25
gemeenteraadsleden besluiten genomen
moeten worden, dat kan volgens mij
niet op een andere manier".
Een referendum?
„Met een referendum is nauwelijks
beleid mogelijk. In Zwitserland bij
voorbeeld, maakt men er uitsluitend
voor zeer belangrijke zaken gebruik
van. Met werkgroepen, of commissies
kan ook; zoals de commissie stadspark.
Die heeft voortreffelijk werk gedaan,
maar is verder gegaan dan de opdracht.
Ze heeft een alternatieve plaats voor
een stadscentrum aangegeven en dat
plan bestond al jaren geleden en is
toen, met redenen omkleed, afgewezen.
Dat heeft men zeker over het hoofd
gezien of dat wist men helemaal niet.
Het plan (plan stadscentrum) zal bin
nenkort wel weer naar buiten komen.
Wij zijn aan een kleiner stadscentrum
gaan denken, waar externe zaken mee
te maken hebben. Het stadscentrum van
Utrecht rijdt men straks per trein bin
nen; het centrum van Zeist is sterk
ontwikkeld en ook Hilversum komt,
wat de verbinding betreft, steeds dich
ter bij".
Is uw standpunt betreffende samen
werkingsverbanden in gewesten nog
ongewijzigd of denkt u daar genuan
ceerder over?
„Ik was en ben er nog steeds een voor
stander van en sta er zeer positief
tegenover. Ik ben een van diegene, die
het Samenwerkingsverband Eemland
iets minder vrijblijvend wil maken, dan
het nu is. Daar zijn nog discussies over
gaande. Ik zou me kunnen voorstellen,
dat als er een regionaal structuurplan
is, dat je je daar als gemeente op aan
past".
De vierde bestuurslaag? Is bijvoorbeeld
de onverwachte overschrijding van een
budget van V/t ton met één ton, waar
iedere gemeente dan achteraf voor op
moet draaien, geen nadeel van zo'n
affaire? Loopt zoiets niet uit de hand?
„Die ton is verhoudingsgewijs niet iets
waar je diep over geschokt moet zijn.
Er is een aantal jaren geleden een
coödinatieteam aan het werk gegaan
met een budget van V/s ton en een
niet zo verschrikkelijk concrete op
dracht. Dat team heeft eerst niet al te
veel gedaan. Later werd een werkgroep
structuurbeleid gevormd, die samen
werkte met het coördinatieteam. Vorig
jaar zag men dat het budget op begon
te raken. Toen bleek ook dat er nog
een aantal rekeningen uit het tweede
kwartaal van 1972 moesten komen, van
daar die ton overschrijding.
Nu moeten we eerst maar eens be
kijken hoe we de visie voor de toe
komst opzetten. Dat houdt verband met
de structuur van Eemland, die zo erg
vrijblijvend is op het ogenblik.
Financieel kan het dan toch nog wel
eens uit de hand lopen. Het dagelijks
bestuur, waar ik in zit, gaat in dit ge
val niet vrij uit, dat heb ik ook open
lijk gezegd. Ook was 't slordig van bet
coördinatieteam rekeningen zo laat in
te dienen. Ja die overschrijding is wel
een vervelende zaak".
Is Soest een lastige plaats?
„Nee hoor! In wat voor context bedoelt
u dat?"
Wordt er overdreven gebruik gemaakt
van protest-mogelijkheden?
„Hier meer dan in Heiloo. Maar ik heb
zo het gevoel dat het overal van jaar
tot jaar toeneemt. Oók in Heiloo. Hier
zit je in het midden van het land en
hier reageert men anders dan in de
kop van Noord Holland. Maar het be
gint overal toe te nemen".
Heeft dat iets te maken met onver
draagzaamheid?
„Dat woord klinkt een beetje cru. 't Is
niet willen rekening houden met de
ander, een soort egoïsme. Ik dacht dat
men het voor zichzelf makkelijk wil
maken (en daardoor voor je buurman
moeilijker), zonder er vanuit te gaan
dat je het voor je buurman moeilijker
wilt maken. Het woord onverdraag
zaam is er mogelijk op gericht, min
doen aan de ander, terwijl men er nu
meer vanuit gaat het plus doen aan
jezelf, 't Heeft wel hetzelfde resultaat.
Het heeft ook dikwijls te maken met
zelfbehoud. Je zult maar in een flat
zitten, waar je buurman van feesten
houdt en je zelf 's morgens er vroeg
uit moet.
Maar Soest is beslist geen lastige
plaats; het is hier best te harden".
Zou een gemeenteraad niet uit niet-
politieke figuren moeten bestaan?
„Dat kan niet. De raad wordt gekozen
uit vertegenwoordigers van politieke
partijen. Er komt in de gemeenteraad
toch soms politiek om de hoek en ook
hoe je levensbeschouwing en wereld
beschouwing is. Dat kun je niet hele
maal uitschakelen. Je moet natuurlijk
niet alles in de gemeenteraad om-der-
politiek-wille behandelen; maar je hebt
nu eenmaal verschillende uitgangspun
ten, je visie op hoe het allemaal moet.
Dat kun je niet uitschakelen.
Gemeentebelangen?
„Maar wat zie je als gemeentebelang!
Er moet toch een politieke visie achter
zitten".
Politieke visie? Het gaat toch om ge
meentebelangen!
„Je kunt de belangen van de gemeente
behartigen vanuit je eigen gedachte, je
eigen visie".
Religie bijvoorbeeld, heeft toch niets te
maken met de weg over de Eng?
„Nee, dat niet. Maar hoe zie je de ge
meente economisch; de een kan veel
over hebben voor „de weg", omdat de
vervuiling langs de hoofdweg onmoge
lijk wordt, terwijl een ander veel meer
geld over heeft voor het stadspark.
Daar zit een stuk politieke visie achter.
Gemeentebelangen moeten prevaleren,
maar daarvoor zit je ook als vertegen
woordiger van de politieke partij. Het
blijft afwegen, voor jezelf tenminste.
Gemeentebelangen, een partij gemeen
tebelangen vind ik een kreet".
In dat ene jaar heeft mevrouw Oorver
Soest leren kennen, met enorme voort
varendheid. Maar ook Soest leerde haar
kennen. Bü talloze gelegenheden gaf zij
acte de presence", zij verwelkomde be
jaarden na hun jaarlijkse uitstapje, zij
opende scholen, 'n bankgebouw, het
medisch centrum, diverse tentoonstel
lingen, vertegenwoordigde de gemeen
te bij plechtigheden op de vliegbasis en
verkende Soest vanuit de lucht, opende
wegen, bezocht sportverenigingen en
huldigde kampioenen. Ze verwelkomde
Sint Nicolaas en gaf de sleutel van de
gemeente aan Prins Carnaval. Vorig
jaar in Heiloo veronderstelde zij méér
tijd tc krijgen voor lezen. Het zal er
wel niet van gekomen zijn.