Avond millieubelasting trok weinig belangstelling Overweldigende receptie voor mavo-directeur J. W.ten Broeke Donderdag I oktober 1973 52e jaargang iio. 6 UitgaveDrukkerij Smit - Soest Bureau voor redaetie en administratie: Van Weedestraat 29, Soest Tel. 14152' - Postgiro 126156 MAAR DE INFLATIE GAAT DOOR Burgemeester Corver- van Haaften spreekt voor NCVB, afdelingen Soest- Zuid en Soesterveen 37ste paard voor ,.De Paardenkamp" Granaat gevonden Chemische industrie laten betalen tot ze zichzelf de markt uitprijst „U hebt veel van mijn daden geprezen, maar ik hoop ook van Hem een voldoende te krijgen" Het oog gericht op Russen en Chinezen SOESTER i COURANT Abonnement per kwartaal 4.75. Buiten Soest per kwartaal 9.— Verschijnt Iedere donderdaf Dankzij de revaluatie van de gulden gaan er zelfs enkele eerste levensbe hoeften (brood, melk, suiker) met één of een paar centen in prijs omlaag. In de strijd tegen de inflatie zet dat na tuurlijk nauwelijks zoden aan de dijk, maar voor de gewone man maakt het toch de indruk dat er nu tenminste iets gedaan wordt. Minister Lubbers, van Ekonomische Zaken, tracht trouwens over de gehele linie de revaluatie van de gulden in de prijzen tot uitdrukking te laten ko men. Wat ingevoerd wordt moet in prijs omlaag. Zo hoopt de regering dan de inflatiespiraal een paar procenten terug te dringen. Het zal wel niet, of nauwelijks lukken, maar ook het po gen is schoon. Het beduidend terugdringen van de in flatie dient namelijk niet de verlan gens van de vakbeweging en daarne vens van de huidi'ge regering, speciaal ten aanzien van de inkomensnivelle ring. Die nivellering, die als een so ciale daad wordt bestempeld, kan nl. de inflatie juist aanwakkeren. De hogere inkomens krijgen minder prijskompensatie en moeten bovendien meer belasting gaan betalen. Deze mensen kunnen dus minder gaan be steden. Maar het is de kleinste groep van ons volk en dus heeft hun minde re koopkracht ook niet veel invloed op de prijzen. De lager betaalden be hoeven echter minder belasting te gaan betalen en krijgen bovendien de volledige prijskompensatie, kunnen dus meer gaan besteden. Dat is bovendien de grootste groep, sociaal het best verzorgd en daardoor met de minste spaarneiging, dus gemakkelijker bereid het hun resterend deel van het inko men ook uit te geven. Dit heeft dan een verhogend effekt op de prijzen. Maar zij krijgen die weer volledig ge- kompenseerd. Hoe meer inflatie hoe sterker de nivel lering van de inkomens zal werken. Althans wat het bedrijfsleven betreft. Voor de overheidsdienaren zien we dat nog niet zo zitten. Maar om aan de wensen tot nivellering van het besteed baar inkomen te kunnen voldoen heeft de vakbeweging dus belang bij een voortgaan van de inflatie. Een terugdringen van de inflatie van enig belang zou pas plaatsvinden als de noodzakelijke prijsstijgingen eens niet gekompenseerd zouden worden. Dat zou de bestedingen over de gehele linie doen afnemen en de prijzen dus inderdaad drukken. Natuurlijk heeft dat dan wel weer ge volgen voor de werkgelegenheid, zal men opmerken. Dat is de vraag, want de konkurrentiepositie zou er zeker door verbeterd worden. En zo lang 'n groot deel van de werklozen liever de daarvoor staande uitkering opstrijkt dan wat minder betalend werk aan te nemen, niet te willen verhuizen, zich niet wil laten omscholen, behoeft men niet zo meewarig te doen over de werkloosheid. Een verlaging van de ook inflatoir werkende werkloosheids uitkering zou ongetwijfeld de efficien cy van onze ekonomie ten goede ko men, waardoor de infltiebestrijding dubbel geholpen zou worden. Maar ook dat is niet in het politieke belang van de regering en de vakbe weging, dus geen haalbare kaart. We hebben er daarom niet zoveel vertrou wen in, dat onder dit kabinet de in flatie daadwerkelijk teruggeschroefd zal worden. De thans genomen maatregelen komen neer op een centenkwestie. Door ande re maatregelen van de overheid zal dat voordeeltje al spoedig weer als sneeuw voor de zon verdwijnen. En als straks de vakbeweging met haar looneisen voor het komende jaar komt, dan zal wel blijken dat de loonkosten toch weer danig omhoog moeten gaan en de huidige kleine prijsverlagingen daar door worden opgeslokt. Pas als de prijskompensatie niet of nauwelijks meer wordt toegepast, dan zouden ook de lager betaalden - en dus tevens de vakbeweging - belang krij gen bij een stoppen van de inflatie spiraal en eerst dan zal dit politiek ook werkelijk verwezenlijkt (kunnen) worden. De burgemeester, mevrouw mr. J. M. Corver-van Haaften. zal op donderdag avond 11 oktober a.s. in het gebouw „De Rank" spreken op een gecombi neerde leden-vergadering van de afde lingen Soest-Zuid en Soesterveen van de Nederlandse Christen-Vrouwen Bond. Onderwerp is: „Het werk van de burgemeester". Aanvang acht uur. Binnenkort zal het 37ste paard in het nationaal rusthuis voor paarden „De Paardenkamp" aan de Birkstraat, kun nen worden welkom geheten. Het is het 24 jaar oude paard Bennie van do rijkspolitie uit Bilthoven, dat vele ja ren dienst deed o.a. op Prinsjesdag in Den Haag. Bij het omspitten van zijn tuin aan de Titus Brandsmastraat vond de heer v. d. D. een granaat. Hij stelde de politie Van zijn vondst in kennis, die de op ruimingsdienst in Culemborg waar schuwde. Deze heeft zich over het oor logstuig ontfermd. 't Ziet er niet naar uit dat na de voorlichtingsavond over de milieubelasting er ook maar iema.nd bekeerd is, hetzij om alsnog maar te betalen, hetzy om nu toch maar van dat betalen af te zien. Toch hebben beide partyen, en daar was dan duidelyk sprake van, een gezamenlijke opvatting; „er moet iets aan het milieu gedaan worden". Over de wijze waarop dat moet gebeuren, zal men tot in lengte van dagen over van mening bly'ven verschillen. De ene party meent dat men nu op de goede weg is (in de buurt van Barneveld en in de Eem kan immers weer gevist worden) en dat de kosten door de vervuilers betaald moeten worden. De ander zal met sterke argumenten blijven volhouden dat de industrie de grootste vervuiler is, niet alleen vanwege de producten die ze maken, maar ook doordat zij de burger deze producten aanprijst en de burger nauwelijks alternatieve, niet-vervuilende middelen aanbiedt. Ja, waar om wordt er via de televisie eigenlijk geen reclame gemaakt voor de dood gewone onschuldige groene zeep? zoals o.m. geluidshinder; ze stonden op het programma, maar vast stond wel, dat „de kosten door ons betaald moe ten worden". Deze door de KVP georganiseerde avond bewees in ieder geval beide partijen een dienst. Voorzitter drs. J. L. Menne mocht dan in zijn openings woord stellen dat er geen sprake was van stellingname en dat de opzet was de heffing van de milieubelasting -te verduidelijken; uiteindelijk verdedigde het zeer deskundig forum zich tegen de aanvallen uit de, overigens mager bezette, zaal. Deze verdediging was wel zo deskundig, dat een notoire voorman van de „weiger-actie" in de pauze de bijeenkomst verliet, omdat naar hij zei „de opzet van de avond niet eerlijk was en de zaal niet des kundig genoeg was om goed tegen spel te bieden". Als eerste deskundige voerde het KVP- Statenlid, Ir. G. C. van Wijnbergen, het woord en hij gaf ruiterlijk toe, dat de voorlichting van de provincie onvoldoende was geweest. De KVP-statenfraclie had overigens wel aangedrongen op meer informatie om de nodige mentaliteitsverandering te bewerkstelligen, echter zonder re sultaat. Wat het milieubeheer betrof was hij van mening dat men nu zo ongeveer wel wist wat water, flora en fauna konden verdragen, zonder hun reini gingsvermogen te verliezen. Vele za ken moesten nog onderzocht worden. Verder was de heer Van Wijnbergen van mening dat de wetgeving op dit punt (er gelden nu een negental wet ten) gecoördineerd moest worden; dat er op het moment direct weinig te doen was tegen geen geconstateerde overtreding en dat er daarom, net als een wet op economische delicten, óók een wet op milieu-delicten diende te komen. Industrie 1/3 vervuiler. Drs. R. Wymenga, de scheikundige in het forum en als vertegenwoordiger van het bedrijfsleven, lid van de pro vinciale commissie voor waterkwali teitsbeheer, maakte duidelijk hoe de verhouding inwonervervuiler en indu strievervuiler lag en in de toekost zou worden. 1973: 836,000 inwoners - industrie ver vuilt met 346.000 inwoner-equivalenten; 1978: 924.000 inwoners - industrie i.e.; 1983: 985.000 inwoners - industrie 417.000 i.e. en 1988: 1.032.000 inwoners - industrie 461.000 i.e. Een en ander komt er op neer dat de industrie voor ongeveer 1/3 bijdraagt aan de vervuiling; de financiële bijdra ge is uiteraard gelijk aan het bedrag dat per inwoner gevraagd wordt. Volgens de heer Wymenga had de provincie via de hinderwet voldoende greep op de industrie, waardoor veel preventieve maatregelen konden wor den gnomen. De heer T. Renes zette vervolgens uiteen, waarom de provincie tot de heffing van de milieubelasting was overgegaan. De provincie droeg de verantwoording voor het welzijn van de burgers en had daarom de zuive- ringsbedrijven (van de gemeenten) overgenomen. Conform de in 1969 door de Kamer aangenomen wet, kon de provincie niet anders dan de belasting heffen op basis van het inwoner-equi valent. Voor Utrecht was dat bedrag hoog in vergelijking met andere pro vincies, echter zou daar in de komende jaren de heffing aanzienlijk opgetrok ken moeten worden. Dat hield ver band met nog te bouwen zuiveringsin stallaties. De heer Renes (adjunct griffier van de provincie) erkende dat de heffing, zo als die thans geschiedde, niet ideaal was en dat er een onbillikheid in zat (gelijke aanslag voor alleenstaanden en voor grote gezinnen), maar de wet liet geen andere heffing toe. Buiten dat beschikte de provincie niet over de juiste gegevens van gezinssamen stellingen en dat zou bovendoen een aparte bevolkingsboekhouding eisen. Hij ging niet in op de bewering dat de provincie zou kunnen terugvallen op de bij ieder gemeente beschikbare gegevens. Wel vond de heer Renes het een beter systeem, de heffing te kop pelen aan het waterverbruik, maar de wet liet dat vooralsnog niet toe. Hij benadrukte, dat het feit dat de belas ting geheven werd, geen vrijbrief be tékende om te vervuilen en dat voor lozing op oppervlaktewater altijd een vergunning nodig was. Ir. C. Koorenneef, hoofd waterkwali teitsbeheer van de provincie, gaf een toelichting op de technische kant van de zaak. Er was een zuiveringsplan opgesteld, dat nog deze maand door provinciale taten zou worden behan deld, Reeds sinds de vijftiger jaren was er aan onderzoek gedaan en de knelpunten waren reeds lang bekend. Het milieuforum v.l.n.r.; Ir. G. C, Van Wijnbergen, mevrouw E. L. M. Uyter- waal-Cox, Drs. R. Wymenga, Drs. L. J. Menne, de heer T. Renes, Ir. A. Broek en Ir. C. Koorennecf. Toen al werden zuiveringsinstallaties gebouwd, waarvan Soesterberg een der eersten was, in verband met het ont breken van „open water". De provin cie beschikte nu over 27 zuiveringsin stallaties met een totaal capaciteit van 1,7 miljoen inwoner-equivalent, terwijl er op dit moment 0.92 miljoen i.e. no dig was. 90 °/o van het afvalwater moest gezuiverd worden, 10 °/o kwam daar niet voor in aanmerking. Het zuiveringsplan voorzag verder in de bouw van nog 12 installaties in de komende 15 jaren (per 5 jaar vier om grote prijsfluctuaties te voorkomen), waarmee een totaal bedrag van 120 miljoen gulden gemoeid zou zijn. Het bedrag van de heffing 18.24 per i.e.) werd bepaald door drie compo nenten; de overname van de installa ties door de provincie - de kapitaals- lasten van .de nog te bouwen installa ties - en de kosten van het ambtelijk apparaat belast met het passief be heer. Hij voorzag dat de hefffing per inwoner eguivalent in de loop der ja- jaren zou oplopen tot circa 25 gulden. Onrechtvaardig. In de hierop volgende discussie werd het forum, en met name de beide sta tenleden Ir. van Wijnbergen en me vrouw Uy terwaal-Cox, aangevallen over de ongenuanceerde wijze van heffing. ,.U weet niet wat u alleenwo nende AOW-ers aandoet", merkte Henk Van Arkel op. Mevrouw Uyterwaal was het ermee eens dat er een oneer lijkheid in school, maar zij dacht dat AOW-ers voor betaling bij de bijstand terecht konden. Verder was zij van mening dat het meer gebeurde dat men betaalde voor zaken, waar men niet direct profijt van had, en de heer Van Wijnbergen vulde aan dat er naar een beter sys teem gezocht werd. Er werd opgemerkt dat de toename van de vervuiling door de burger in de laatste twintig jaar slechts 0,1 °/o bedroeg, maar dat juist de chemische industrie de grootste vervuiler was en dat men dat vooral niet moest verge lijken met de organische vervuiling, die nauwelijks schade toebracht. Het forum stelde daar teggenover dat er, als er totaal geen industrie was in de provincie, toch zuiveringsinstallaties gebouwd zouden moeten worden. Er werd een vraag gesteld over de wijze van inning, die oorspronkelijk via de electriciteitsnota zou geschieden. Daar waren bezwaren tegen gerezen, omdat dan niemand zou weten wat de zuivering zou kosten. De afzonderlijke inning vroeg wel een bedrag van 220.000 gulden, wat neerkwam op een kwartje per inwoner (circa een gulden per aanslag). Ook het gebruik van fosfaten In de wasmiddelen werd te berde gebracht. Alhoewel de schadelijkheid daarvan erkend werd, meende het forum (de heer Wymenga) dat hier op dit moment weinig tegen te doen was, omdat het een internationaal probleem was. De omringende landen zouden aan de op lossing daarvan moeten meewerken en zover is men nog niet. In het zuiveringsplan was wel opge nomen dat na 1988 in Nederland het defosfateren ter hand genomen zou worden. Als bronnen van fosfaatlozing werden genoemd het buitenland, de landbouw, iedere burger (1 gram per dag) en de wasmiddelen. Men zou ze alle vier tegelijk moeten uitschakelen anders had het geen zin. De zaal meende dat er dan maar een wet voor moest komen en dat het be ter was te voorkomen dan te genezen, waardoor mogelijk defosfateringsin- stallaties niet nodig waren. De heer Van Wijnmalen voelde daar iets voor en dacht dat er begonnen moest worden met een mentaliteits verandering. Er werd ook opgemerkt dat de indu strie aangepakt moest worden en dat, doordat de industrie de milieubelas ting in haar prijzen doorberekende, de burger de belasting tweemaal betaalde. Daar was Ir. A. Broek, hoofd van de provinciale milieudienst, het min of meer mee eens. Door onderhandelingen met het bedrijfsleven was de totale vervuilingskracht in Nederland in het afgelopen jaar weliswaar met 10 afgenomen, maar ir. Broek dacht dat de wet de vervuiling wel agressiever kon aanpakken. Verder was hij van mening dat de consument bewuster moest kopen en de industrie bewuster moest produceren. „Als de overheid hier regelend op treed", merkte de heer Renes op, dan betekent dat wel keuzebeperking voor de burger". Hierop inhakend werd opgemerkt dat de overheid vooruit moest zien, dat er een regeling moest komen, waardoor de vervuiling bij de bron kon worden bestreden. „Maak de heffing voor de industrie zó hoog, dat zij zich bij door berekening de markt uitprijst, dat ze het aflegt tegen de groene zeep". Nadat er nog een onjuiste opmerking over 40.000 bedrijven in de provincie Utrecht was rechtgezet; (40.000 was In clusief alle winkels enz.) het waren er ongeveer 300, waarvan één met 70.000 i.e. en enkele met 30-40.000 i.e., besloot de heer Menne de avond met te con stateren dat mentaliteitsverandering allerwege nodig was, waarvan hij nie mand uitsloot. Aandachtige toehoorders waren wet houder J. J. Ebbers en het raadslid de heer D. Hoekstra. KRO-radio maakte van de avond een opname. De receptie die de heer J. VV. ten Broeke, directeur van de chr. mavo, vorige week kreeg aangeboden ter gelegenheid van zyn zilveren jubileum in Soest, moet voor hem, zyn echtgenote, hun kinderen en familie iets hebben weg- gehad van een Sinterklaasavondje. Aan het eind van het feest in restaurant „Darthuizen" waren zij omgeven door talloze cadeaus. Meest in het oog sprin gend: de fiets, die de jubilaris namens de leerlingen kreeg aangeboden door Anke de Haan, Jannie v. d. Flier, Ton Jansen en Hans Meuleman. Aan het overhandigen van de cadeaus gingen telkens lovende woorden aan het adres van de jubilaris vooraf. In zyn dankwoord zei hy: „U hebt veel va.n myn daden geprezen. Maar er is er één die ze straks allemaal bekijkt. Ik hoop, dat ik dan van Hem ook een voldoende kryg". 325 leerlingen De waarnemend-voorzitter van de Ver eniging voor prot.-chr. onderwijs, de heer P. Smits, opende de bijeenkomst met het lezen uit een gedeelte van Mattheus 16, waarna hij voorging in gebed. De heer H. Fennema, oud-voorzitter van de Vereniging De School met den Bijbel, opende de rij van sprekers. Hij schetste het moeilijke begin en de ontwikkeling van de mavo onder lei ding van de heer Ten Broeke, Aan vankelijk was het een driemansschool, die zover terugliep dat het een twee- mansschool dreigde te worden. Het bestuur ging daarom leerlingen wer ven. Nu telt de school, die twee de pendances heeft, meer dan 325 leer lingen. Een aantal dat niet in de laat ste plaats te danken is aan „het ge weldig harde werken" van de jubilaris, zoals de heer Fennema zeL Overigens betrok hij ook de staf in de dank na mens het bestuur. De rijksinspecteur van het voortgezet onderwijs, de heer L. Pieper, zei dat de heer Ten Broeke de waardering van het ministerie van onderwijs ver diende. „Op uw school wordt hard ge werkt, mede omdat u zo hard werkt Namens de associatie van scholen voor voortgezet onderwijs in Amersfoort en omstreken, sprak de heer J. Swank. tevens hoofdbesturslid van de Vereni ging van chr. mavoscholen. Het hoofd doel van de jubilaris in zijn werk voor de associatie noemde hij het welzijn van de leerling. „De stroomversnelling in het onderwijs is er oorzaak van, dat de wijsheid van oudere collega's hard nodig is". De heer D. Hoekstra sprak namens de hoofden van scholen van de Vereni ging De School met den Bijbel. Hij re leveerde de zorgen van de jubilaris bij het in werking treden van de mam moetwet, „maar de kop van de direc teur staat alweer veel vrolijker dan in de beginjaren van die wet". Hij zei tenslotte, dat de basisscholen graas hun leerlingen naar de school van d< heer Ten Broeke en zijn team var medewerkers stuurden. Als vriend van de familie Ten Broek sprak het oud-schoolbestuurslid Th J Regter, die wees op de belangstelling van de jubilaris voor werk buiten school, op kerkelijk terrein. De directeur van de r.k. mavo. de heer A. G. Hilhorst, sprak mede namens de collega's. „Je was progressief, in uiter lijk en kleding. Progressief ook in de zin van: in een rechte lijn voortschrij dend". Namens de buurt zei hij, dat de enige overlast die de school ooit heeft bezorgd een overgewaaid plastic zakje •was. Hij herinnerde eraan, dat de heer Ten Broeke drie kastanjebomen op de schoolplaats had weggezaagd ten be hoeve van de uitbreiding van de school, en aan het feit dat diens boek- De heer H. Fennema feliciteert het echtpaar Ten Broeke. je over staatsinrichting dit jaar al in de negentiende druk verschijnt. De inwerkingtreding van de mammoetwet noemde hij een zwarte dag voor de jubilaris. „Er wordt net zolang met het onderwijs geëxperimenteerd tot er geen school meer overblijft". Joviaal en nyver De adjunct-directeur van de chr. mavo, de heer H. J. van Alten-a, richt te de schijnwerper op de mens J. W. ten Broeke. Hij gaf een typering van hem aan de hand van zijn naam. J van joviaal; W. van werkzaam; T van teamleider; E van energiek; N van nijver en noest; B van bars en barm hartig; R van rekenkundige; O van organisator; E van eisenstellend; K van kollegiaal en E van eindsteun. Namens de staf uitte hij zijn dank voor het werk van de directeur door het aanbieden van een cadeau. Onderwijs-wethouder drs. L. J. Dijk stra bracht de dank van het gemeente bestuur over voor de diensten, die de jubilaris aan de gemeenschap heeft bewezen. Hij constateerde, dat de school een uitstekende reputatie heeft. De wethouder maakte van de gelegen heid gebruik, kritiek te uiten op de De Russen zouden haast willen maken met een oorlog tegen China die toch onvermijdelijk is. Dit is de hoofdlijn van in Engeland gepubliceerde doku- menten die uit de Sowjet-Unie ge smokkeld zouden zijn. En waarvan de geloofwaardigheid niet al te groot is, al zijn de aangevoerde overwegingen verre van onlogisch. Maar het is zonder meer onaannemelijk dat dergelijke dokumenten vlot zouden verdwijnen uit het Kremlin - Moskou is geen Washington. Daarom wordt wel gesuggereerd dat het stuk juist met opzet naar het wes ten gestuurd is met een tweeledige bedoeling: een indirekte waarschuwing aan Peking en een aanmaning aan het westen om onbezorgd de bewapening te verminderen. De wegen van de Rus sische leiders zijn vaak duister, ook met het publiek maken van geschriften zoals bijvoorbeeld de memoires van Chroesjtsjow, maar hun eigen belang houden ze hierbij wel degelijk in de gaten. Als het ooit tot een strijd van Rus tegen Chinees komt, zal Moskou zijn uiterste best doen om zichzelf als slachtoffer en de tegenstander als ge meen af te schilderen - iets wat nog moeilijk kan als men zelf in geheime stukken al de plannen ontvouwt voor agressie. Nog daargelaten of een dergelijke oor log zonder meer beperkt kan blijven tot Rusland en China. Ook Amerika nen die niet zoveel sympathie hebben met Peking voelen weinig voor de ge dachte dat vrijwel het hele noorden en midden van Azië in Russische han den zal komen als de Russen winnen. De andere uitslag trouwens is evenmin erg aantrekkelijk, noch voor Amerika noch voor Europa. Wat de verleiding kan doen opkomen om dan maar het zij de ene, hetzij de andere partij te gaan helpen. Dergelijke onmogelijk te voorziene ontwikkelingen zullen de oorlogsbegeerte zowel in Moskou als in Peking echt wel temperen. Het „uitgelekte geheime stuk" geeft een opsomming van maatregelen die de Russen al bij wijze van voorbereiding hebben genomen. Maar die hele was lijst kan men ook bezien als tekenen dat de Russen de verstandige weg vol gen om in ieder geval niet onvoorbe reid te zijn als eventueel iets gebeurt - het kan net zo goed defensief be doeld zijn voor onvoorziene omstandig heden als agressief met een tijdschema in het hoofd. Er zijn inderdaad nogal wat van de beste troepen van de Sowjet-Unie ln het aziatisch deel van het rijk gelegerd, met name in de buurt van Wladiwos- tok. Maar dit is ook het kwetsbare punt en tevens logische haven van vertrek als de Russen zich eens ge roepen voelen een regime in bijvoor beeld Noord-Vietnam, India of Bangla- desj militair te steunen - op verzoek uiteraard. Opvoeren van de vrachtwagenproduk- tie is zonder meer al nodig voor de normale zich uitbreidende transportbe hoeften, zodat het een beetje krom is om hierbij de opzet te vermoeden er een bliksemopmars in China mee uit te voeren. In de grensgebieden is in- dei'daad naar wapens gezocht bij mon- goolse troepen, onder wie onrust heerst - maar wat is hier vreemd aan? Het dokument hoeft men niet te zwaar op te nemen, maar een andere zaak is dat de Russen zeker niet al te gerust zijn op hun Chinese buren. Als ze nog enige hoop hebben gekoesterd dat er een keer zou komen naar een regime dat meer op Moskou georiënteerd is dan vervloog die bij het verongeluk ken van Lin Piao, Mao's opvolger die als verrader is verongelukt of gexëe- cuteerd - dat weet niemand precies. Kansen op toenadering zijn er vrijwel niet meer, zeker niet nu China in alle opzichten snel sterkeT wordt - ekono- misch en militiar, kernwapens inbe grepen. Als er een botsing moet komen zou het voor de Russen het gunstigst zijn als die zo snel mogelijk kwam voor her, krachtverschil helemaal is verdwenen. Maar elke oorlog heeft ook zijn na delen, dat hoeft niemand de Russen te vertellen - ze voelen nog hoe ze de laatste wereldoorlog wonnen. En ten slotte staat nergers dat het tot een ge wapend konflikt moet komen. KANTMAN. miljoenennota. Bovendien maakte hij bezwaar tegen de wijze waarop de laatst uitgesproken troonrede eindigde, met weglating van de bede om steun van God. Een deputatie van leerlingen, uit elke klas één, bood de jubilaris ©en fiets aan. Janny van der Flier moest de directeur toespreken, maar bekende zich slecht te hebben voorbereid. „Ik zou u moeten bedanken omdat u 25 jaar hier bent, maar eigenlijk heb ik daar niets mee te maken", zei ze om der grote hilariteit. Het laatste woord was tenslotte aan de heer Ten Broeke zelf. Hij bekende, eigenlijk erg lui te zijn, maar een groot plichtsgevoel te hebben; dat had hij aan zijn moeder te danken. De titel directeur lag hem niet zo; hij gaf de voorkeur aan hoofd, dat immer een onderdeel is van een lichaam. De ju bilaris sprak over „deze dolle tijd van diploma's halen". Hij stelde, dat het niet alleen om de welvaart gaat. maar vooral om de vraag: „Wat baat het een mens indien hij de wereld wint, doch schade lijdt aan zijn ziel?" Met een dankwoord aan de sprekers, vooral ook voor het feit, dat zijn vrouw mede in de hulde werd betrokken, en de wens dat het christelijk onderwijs ver der zou bloeien, besloot de heer Ten Broeke zijn dankwoord. Daarna begon de receptie, waarvoor een overweldigende belangstelling be stond. Behalve raadsleden, vertegen woordigers van de gemeente, collega's en oud-collega's, waren er ook veel leerlingen en oud-leerlingen. Zij allen moeten het jubileum van de heer Ten Broeke tot een voor hem onvergete lijke herinnering hebben gemaakt.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1973 | | pagina 1