Avond millieubelasting trok weinig belangstelling
Overweldigende receptie voor mavo-directeur J. W.ten Broeke
Donderdag I oktober 1973
52e
jaargang iio. 6
UitgaveDrukkerij Smit - Soest
Bureau voor redaetie en administratie: Van Weedestraat 29, Soest
Tel. 14152' - Postgiro 126156
MAAR DE INFLATIE
GAAT DOOR
Burgemeester Corver-
van Haaften spreekt voor
NCVB, afdelingen Soest-
Zuid en Soesterveen
37ste paard voor
,.De Paardenkamp"
Granaat gevonden
Chemische industrie laten betalen tot ze
zichzelf de markt uitprijst
„U hebt veel van mijn daden geprezen,
maar ik hoop ook van Hem een
voldoende te krijgen"
Het oog gericht op
Russen en Chinezen
SOESTER i COURANT
Abonnement per kwartaal 4.75. Buiten Soest per kwartaal 9.—
Verschijnt Iedere donderdaf
Dankzij de revaluatie van de gulden
gaan er zelfs enkele eerste levensbe
hoeften (brood, melk, suiker) met één
of een paar centen in prijs omlaag. In
de strijd tegen de inflatie zet dat na
tuurlijk nauwelijks zoden aan de dijk,
maar voor de gewone man maakt het
toch de indruk dat er nu tenminste
iets gedaan wordt.
Minister Lubbers, van Ekonomische
Zaken, tracht trouwens over de gehele
linie de revaluatie van de gulden in
de prijzen tot uitdrukking te laten ko
men. Wat ingevoerd wordt moet in
prijs omlaag. Zo hoopt de regering dan
de inflatiespiraal een paar procenten
terug te dringen. Het zal wel niet, of
nauwelijks lukken, maar ook het po
gen is schoon.
Het beduidend terugdringen van de in
flatie dient namelijk niet de verlan
gens van de vakbeweging en daarne
vens van de huidi'ge regering, speciaal
ten aanzien van de inkomensnivelle
ring. Die nivellering, die als een so
ciale daad wordt bestempeld, kan nl.
de inflatie juist aanwakkeren.
De hogere inkomens krijgen minder
prijskompensatie en moeten bovendien
meer belasting gaan betalen. Deze
mensen kunnen dus minder gaan be
steden. Maar het is de kleinste groep
van ons volk en dus heeft hun minde
re koopkracht ook niet veel invloed
op de prijzen. De lager betaalden be
hoeven echter minder belasting te
gaan betalen en krijgen bovendien de
volledige prijskompensatie, kunnen dus
meer gaan besteden. Dat is bovendien
de grootste groep, sociaal het best
verzorgd en daardoor met de minste
spaarneiging, dus gemakkelijker bereid
het hun resterend deel van het inko
men ook uit te geven. Dit heeft dan
een verhogend effekt op de prijzen.
Maar zij krijgen die weer volledig ge-
kompenseerd.
Hoe meer inflatie hoe sterker de nivel
lering van de inkomens zal werken.
Althans wat het bedrijfsleven betreft.
Voor de overheidsdienaren zien we dat
nog niet zo zitten. Maar om aan de
wensen tot nivellering van het besteed
baar inkomen te kunnen voldoen heeft
de vakbeweging dus belang bij een
voortgaan van de inflatie.
Een terugdringen van de inflatie van
enig belang zou pas plaatsvinden als
de noodzakelijke prijsstijgingen eens
niet gekompenseerd zouden worden.
Dat zou de bestedingen over de gehele
linie doen afnemen en de prijzen dus
inderdaad drukken.
Natuurlijk heeft dat dan wel weer ge
volgen voor de werkgelegenheid, zal
men opmerken. Dat is de vraag, want
de konkurrentiepositie zou er zeker
door verbeterd worden. En zo lang 'n
groot deel van de werklozen liever de
daarvoor staande uitkering opstrijkt
dan wat minder betalend werk aan te
nemen, niet te willen verhuizen, zich
niet wil laten omscholen, behoeft men
niet zo meewarig te doen over de
werkloosheid. Een verlaging van de
ook inflatoir werkende werkloosheids
uitkering zou ongetwijfeld de efficien
cy van onze ekonomie ten goede ko
men, waardoor de infltiebestrijding
dubbel geholpen zou worden.
Maar ook dat is niet in het politieke
belang van de regering en de vakbe
weging, dus geen haalbare kaart. We
hebben er daarom niet zoveel vertrou
wen in, dat onder dit kabinet de in
flatie daadwerkelijk teruggeschroefd
zal worden.
De thans genomen maatregelen komen
neer op een centenkwestie. Door ande
re maatregelen van de overheid zal dat
voordeeltje al spoedig weer als sneeuw
voor de zon verdwijnen. En als straks
de vakbeweging met haar looneisen
voor het komende jaar komt, dan zal
wel blijken dat de loonkosten toch
weer danig omhoog moeten gaan en
de huidige kleine prijsverlagingen daar
door worden opgeslokt.
Pas als de prijskompensatie niet of
nauwelijks meer wordt toegepast, dan
zouden ook de lager betaalden - en dus
tevens de vakbeweging - belang krij
gen bij een stoppen van de inflatie
spiraal en eerst dan zal dit politiek
ook werkelijk verwezenlijkt (kunnen)
worden.
De burgemeester, mevrouw mr. J. M.
Corver-van Haaften. zal op donderdag
avond 11 oktober a.s. in het gebouw
„De Rank" spreken op een gecombi
neerde leden-vergadering van de afde
lingen Soest-Zuid en Soesterveen van
de Nederlandse Christen-Vrouwen
Bond. Onderwerp is: „Het werk van
de burgemeester". Aanvang acht uur.
Binnenkort zal het 37ste paard in het
nationaal rusthuis voor paarden „De
Paardenkamp" aan de Birkstraat, kun
nen worden welkom geheten. Het is
het 24 jaar oude paard Bennie van do
rijkspolitie uit Bilthoven, dat vele ja
ren dienst deed o.a. op Prinsjesdag in
Den Haag.
Bij het omspitten van zijn tuin aan de
Titus Brandsmastraat vond de heer v.
d. D. een granaat. Hij stelde de politie
Van zijn vondst in kennis, die de op
ruimingsdienst in Culemborg waar
schuwde. Deze heeft zich over het oor
logstuig ontfermd.
't Ziet er niet naar uit dat na de voorlichtingsavond over de milieubelasting
er ook maar iema.nd bekeerd is, hetzij om alsnog maar te betalen, hetzy om
nu toch maar van dat betalen af te zien. Toch hebben beide partyen, en daar
was dan duidelyk sprake van, een gezamenlijke opvatting; „er moet iets aan
het milieu gedaan worden". Over de wijze waarop dat moet gebeuren, zal men
tot in lengte van dagen over van mening bly'ven verschillen. De ene party
meent dat men nu op de goede weg is (in de buurt van Barneveld en in de
Eem kan immers weer gevist worden) en dat de kosten door de vervuilers
betaald moeten worden. De ander zal met sterke argumenten blijven volhouden
dat de industrie de grootste vervuiler is, niet alleen vanwege de producten
die ze maken, maar ook doordat zij de burger deze producten aanprijst en de
burger nauwelijks alternatieve, niet-vervuilende middelen aanbiedt. Ja, waar
om wordt er via de televisie eigenlijk geen reclame gemaakt voor de dood
gewone onschuldige groene zeep?
zoals o.m. geluidshinder; ze stonden op
het programma, maar vast stond wel,
dat „de kosten door ons betaald moe
ten worden".
Deze door de KVP georganiseerde
avond bewees in ieder geval beide
partijen een dienst. Voorzitter drs. J.
L. Menne mocht dan in zijn openings
woord stellen dat er geen sprake was
van stellingname en dat de opzet was
de heffing van de milieubelasting -te
verduidelijken; uiteindelijk verdedigde
het zeer deskundig forum zich tegen
de aanvallen uit de, overigens mager
bezette, zaal. Deze verdediging was
wel zo deskundig, dat een notoire
voorman van de „weiger-actie" in de
pauze de bijeenkomst verliet, omdat
naar hij zei „de opzet van de avond
niet eerlijk was en de zaal niet des
kundig genoeg was om goed tegen
spel te bieden".
Als eerste deskundige voerde het KVP-
Statenlid, Ir. G. C. van Wijnbergen,
het woord en hij gaf ruiterlijk toe,
dat de voorlichting van de provincie
onvoldoende was geweest.
De KVP-statenfraclie had overigens
wel aangedrongen op meer informatie
om de nodige mentaliteitsverandering
te bewerkstelligen, echter zonder re
sultaat.
Wat het milieubeheer betrof was hij
van mening dat men nu zo ongeveer
wel wist wat water, flora en fauna
konden verdragen, zonder hun reini
gingsvermogen te verliezen. Vele za
ken moesten nog onderzocht worden.
Verder was de heer Van Wijnbergen
van mening dat de wetgeving op dit
punt (er gelden nu een negental wet
ten) gecoördineerd moest worden; dat
er op het moment direct weinig te
doen was tegen geen geconstateerde
overtreding en dat er daarom, net als
een wet op economische delicten, óók
een wet op milieu-delicten diende te
komen.
Industrie 1/3 vervuiler.
Drs. R. Wymenga, de scheikundige in
het forum en als vertegenwoordiger
van het bedrijfsleven, lid van de pro
vinciale commissie voor waterkwali
teitsbeheer, maakte duidelijk hoe de
verhouding inwonervervuiler en indu
strievervuiler lag en in de toekost zou
worden.
1973: 836,000 inwoners - industrie ver
vuilt met 346.000 inwoner-equivalenten;
1978: 924.000 inwoners - industrie i.e.;
1983: 985.000 inwoners - industrie
417.000 i.e. en 1988: 1.032.000 inwoners
- industrie 461.000 i.e.
Een en ander komt er op neer dat de
industrie voor ongeveer 1/3 bijdraagt
aan de vervuiling; de financiële bijdra
ge is uiteraard gelijk aan het bedrag
dat per inwoner gevraagd wordt.
Volgens de heer Wymenga had de
provincie via de hinderwet voldoende
greep op de industrie, waardoor veel
preventieve maatregelen konden wor
den gnomen.
De heer T. Renes zette vervolgens
uiteen, waarom de provincie tot de
heffing van de milieubelasting was
overgegaan. De provincie droeg de
verantwoording voor het welzijn van
de burgers en had daarom de zuive-
ringsbedrijven (van de gemeenten)
overgenomen. Conform de in 1969 door
de Kamer aangenomen wet, kon de
provincie niet anders dan de belasting
heffen op basis van het inwoner-equi
valent. Voor Utrecht was dat bedrag
hoog in vergelijking met andere pro
vincies, echter zou daar in de komende
jaren de heffing aanzienlijk opgetrok
ken moeten worden. Dat hield ver
band met nog te bouwen zuiveringsin
stallaties.
De heer Renes (adjunct griffier van de
provincie) erkende dat de heffing, zo
als die thans geschiedde, niet ideaal
was en dat er een onbillikheid in zat
(gelijke aanslag voor alleenstaanden
en voor grote gezinnen), maar de wet
liet geen andere heffing toe. Buiten
dat beschikte de provincie niet over
de juiste gegevens van gezinssamen
stellingen en dat zou bovendoen een
aparte bevolkingsboekhouding eisen.
Hij ging niet in op de bewering dat
de provincie zou kunnen terugvallen
op de bij ieder gemeente beschikbare
gegevens. Wel vond de heer Renes het
een beter systeem, de heffing te kop
pelen aan het waterverbruik, maar de
wet liet dat vooralsnog niet toe. Hij
benadrukte, dat het feit dat de belas
ting geheven werd, geen vrijbrief be
tékende om te vervuilen en dat voor
lozing op oppervlaktewater altijd een
vergunning nodig was.
Ir. C. Koorenneef, hoofd waterkwali
teitsbeheer van de provincie, gaf een
toelichting op de technische kant van
de zaak. Er was een zuiveringsplan
opgesteld, dat nog deze maand door
provinciale taten zou worden behan
deld, Reeds sinds de vijftiger jaren
was er aan onderzoek gedaan en de
knelpunten waren reeds lang bekend.
Het milieuforum v.l.n.r.; Ir. G. C, Van
Wijnbergen, mevrouw E. L. M. Uyter-
waal-Cox, Drs. R. Wymenga, Drs. L.
J. Menne, de heer T. Renes, Ir. A.
Broek en Ir. C. Koorennecf.
Toen al werden zuiveringsinstallaties
gebouwd, waarvan Soesterberg een der
eersten was, in verband met het ont
breken van „open water". De provin
cie beschikte nu over 27 zuiveringsin
stallaties met een totaal capaciteit van
1,7 miljoen inwoner-equivalent, terwijl
er op dit moment 0.92 miljoen i.e. no
dig was. 90 °/o van het afvalwater
moest gezuiverd worden, 10 °/o kwam
daar niet voor in aanmerking. Het
zuiveringsplan voorzag verder in de
bouw van nog 12 installaties in de
komende 15 jaren (per 5 jaar vier om
grote prijsfluctuaties te voorkomen),
waarmee een totaal bedrag van 120
miljoen gulden gemoeid zou zijn.
Het bedrag van de heffing 18.24 per
i.e.) werd bepaald door drie compo
nenten; de overname van de installa
ties door de provincie - de kapitaals-
lasten van .de nog te bouwen installa
ties - en de kosten van het ambtelijk
apparaat belast met het passief be
heer. Hij voorzag dat de hefffing per
inwoner eguivalent in de loop der ja-
jaren zou oplopen tot circa 25 gulden.
Onrechtvaardig.
In de hierop volgende discussie werd
het forum, en met name de beide sta
tenleden Ir. van Wijnbergen en me
vrouw Uy terwaal-Cox, aangevallen
over de ongenuanceerde wijze van
heffing. ,.U weet niet wat u alleenwo
nende AOW-ers aandoet", merkte Henk
Van Arkel op. Mevrouw Uyterwaal
was het ermee eens dat er een oneer
lijkheid in school, maar zij dacht dat
AOW-ers voor betaling bij de bijstand
terecht konden.
Verder was zij van mening dat het
meer gebeurde dat men betaalde voor
zaken, waar men niet direct profijt
van had, en de heer Van Wijnbergen
vulde aan dat er naar een beter sys
teem gezocht werd.
Er werd opgemerkt dat de toename
van de vervuiling door de burger in
de laatste twintig jaar slechts 0,1 °/o
bedroeg, maar dat juist de chemische
industrie de grootste vervuiler was en
dat men dat vooral niet moest verge
lijken met de organische vervuiling,
die nauwelijks schade toebracht. Het
forum stelde daar teggenover dat er,
als er totaal geen industrie was in de
provincie, toch zuiveringsinstallaties
gebouwd zouden moeten worden.
Er werd een vraag gesteld over de
wijze van inning, die oorspronkelijk
via de electriciteitsnota zou geschieden.
Daar waren bezwaren tegen gerezen,
omdat dan niemand zou weten wat de
zuivering zou kosten. De afzonderlijke
inning vroeg wel een bedrag van
220.000 gulden, wat neerkwam op een
kwartje per inwoner (circa een gulden
per aanslag).
Ook het gebruik van fosfaten In de
wasmiddelen werd te berde gebracht.
Alhoewel de schadelijkheid daarvan
erkend werd, meende het forum (de
heer Wymenga) dat hier op dit moment
weinig tegen te doen was, omdat het
een internationaal probleem was. De
omringende landen zouden aan de op
lossing daarvan moeten meewerken en
zover is men nog niet.
In het zuiveringsplan was wel opge
nomen dat na 1988 in Nederland het
defosfateren ter hand genomen zou
worden. Als bronnen van fosfaatlozing
werden genoemd het buitenland, de
landbouw, iedere burger (1 gram per
dag) en de wasmiddelen. Men zou ze
alle vier tegelijk moeten uitschakelen
anders had het geen zin.
De zaal meende dat er dan maar een
wet voor moest komen en dat het be
ter was te voorkomen dan te genezen,
waardoor mogelijk defosfateringsin-
stallaties niet nodig waren.
De heer Van Wijnmalen voelde daar
iets voor en dacht dat er begonnen
moest worden met een mentaliteits
verandering.
Er werd ook opgemerkt dat de indu
strie aangepakt moest worden en dat,
doordat de industrie de milieubelas
ting in haar prijzen doorberekende, de
burger de belasting tweemaal betaalde.
Daar was Ir. A. Broek, hoofd van de
provinciale milieudienst, het min of
meer mee eens. Door onderhandelingen
met het bedrijfsleven was de totale
vervuilingskracht in Nederland in het
afgelopen jaar weliswaar met 10
afgenomen, maar ir. Broek dacht dat
de wet de vervuiling wel agressiever
kon aanpakken. Verder was hij van
mening dat de consument bewuster
moest kopen en de industrie bewuster
moest produceren.
„Als de overheid hier regelend op
treed", merkte de heer Renes op, dan
betekent dat wel keuzebeperking voor
de burger".
Hierop inhakend werd opgemerkt dat
de overheid vooruit moest zien, dat er
een regeling moest komen, waardoor
de vervuiling bij de bron kon worden
bestreden. „Maak de heffing voor de
industrie zó hoog, dat zij zich bij door
berekening de markt uitprijst, dat ze
het aflegt tegen de groene zeep".
Nadat er nog een onjuiste opmerking
over 40.000 bedrijven in de provincie
Utrecht was rechtgezet; (40.000 was In
clusief alle winkels enz.) het waren er
ongeveer 300, waarvan één met 70.000
i.e. en enkele met 30-40.000 i.e., besloot
de heer Menne de avond met te con
stateren dat mentaliteitsverandering
allerwege nodig was, waarvan hij nie
mand uitsloot.
Aandachtige toehoorders waren wet
houder J. J. Ebbers en het raadslid de
heer D. Hoekstra. KRO-radio maakte
van de avond een opname.
De receptie die de heer J. VV. ten Broeke, directeur van de chr. mavo, vorige
week kreeg aangeboden ter gelegenheid van zyn zilveren jubileum in Soest,
moet voor hem, zyn echtgenote, hun kinderen en familie iets hebben weg-
gehad van een Sinterklaasavondje. Aan het eind van het feest in restaurant
„Darthuizen" waren zij omgeven door talloze cadeaus. Meest in het oog sprin
gend: de fiets, die de jubilaris namens de leerlingen kreeg aangeboden door
Anke de Haan, Jannie v. d. Flier, Ton Jansen en Hans Meuleman. Aan het
overhandigen van de cadeaus gingen telkens lovende woorden aan het adres
van de jubilaris vooraf.
In zyn dankwoord zei hy: „U hebt veel va.n myn daden geprezen. Maar er is
er één die ze straks allemaal bekijkt. Ik hoop, dat ik dan van Hem ook een
voldoende kryg".
325 leerlingen
De waarnemend-voorzitter van de Ver
eniging voor prot.-chr. onderwijs, de
heer P. Smits, opende de bijeenkomst
met het lezen uit een gedeelte van
Mattheus 16, waarna hij voorging in
gebed.
De heer H. Fennema, oud-voorzitter
van de Vereniging De School met den
Bijbel, opende de rij van sprekers. Hij
schetste het moeilijke begin en de
ontwikkeling van de mavo onder lei
ding van de heer Ten Broeke, Aan
vankelijk was het een driemansschool,
die zover terugliep dat het een twee-
mansschool dreigde te worden. Het
bestuur ging daarom leerlingen wer
ven. Nu telt de school, die twee de
pendances heeft, meer dan 325 leer
lingen. Een aantal dat niet in de laat
ste plaats te danken is aan „het ge
weldig harde werken" van de jubilaris,
zoals de heer Fennema zeL Overigens
betrok hij ook de staf in de dank na
mens het bestuur.
De rijksinspecteur van het voortgezet
onderwijs, de heer L. Pieper, zei dat
de heer Ten Broeke de waardering
van het ministerie van onderwijs ver
diende. „Op uw school wordt hard ge
werkt, mede omdat u zo hard werkt
Namens de associatie van scholen voor
voortgezet onderwijs in Amersfoort en
omstreken, sprak de heer J. Swank.
tevens hoofdbesturslid van de Vereni
ging van chr. mavoscholen. Het hoofd
doel van de jubilaris in zijn werk voor
de associatie noemde hij het welzijn
van de leerling. „De stroomversnelling
in het onderwijs is er oorzaak van, dat
de wijsheid van oudere collega's hard
nodig is".
De heer D. Hoekstra sprak namens de
hoofden van scholen van de Vereni
ging De School met den Bijbel. Hij re
leveerde de zorgen van de jubilaris bij
het in werking treden van de mam
moetwet, „maar de kop van de direc
teur staat alweer veel vrolijker dan
in de beginjaren van die wet". Hij
zei tenslotte, dat de basisscholen graas
hun leerlingen naar de school van d<
heer Ten Broeke en zijn team var
medewerkers stuurden.
Als vriend van de familie Ten Broek
sprak het oud-schoolbestuurslid Th J
Regter, die wees op de belangstelling
van de jubilaris voor werk buiten
school, op kerkelijk terrein.
De directeur van de r.k. mavo. de heer
A. G. Hilhorst, sprak mede namens de
collega's. „Je was progressief, in uiter
lijk en kleding. Progressief ook in de
zin van: in een rechte lijn voortschrij
dend". Namens de buurt zei hij, dat de
enige overlast die de school ooit heeft
bezorgd een overgewaaid plastic zakje
•was. Hij herinnerde eraan, dat de heer
Ten Broeke drie kastanjebomen op de
schoolplaats had weggezaagd ten be
hoeve van de uitbreiding van de
school, en aan het feit dat diens boek-
De heer H. Fennema feliciteert het
echtpaar Ten Broeke.
je over staatsinrichting dit jaar al in
de negentiende druk verschijnt. De
inwerkingtreding van de mammoetwet
noemde hij een zwarte dag voor de
jubilaris. „Er wordt net zolang met het
onderwijs geëxperimenteerd tot er
geen school meer overblijft".
Joviaal en nyver
De adjunct-directeur van de chr.
mavo, de heer H. J. van Alten-a, richt
te de schijnwerper op de mens J. W.
ten Broeke. Hij gaf een typering van
hem aan de hand van zijn naam. J
van joviaal; W. van werkzaam; T van
teamleider; E van energiek; N van
nijver en noest; B van bars en barm
hartig; R van rekenkundige; O van
organisator; E van eisenstellend; K
van kollegiaal en E van eindsteun.
Namens de staf uitte hij zijn dank
voor het werk van de directeur door
het aanbieden van een cadeau.
Onderwijs-wethouder drs. L. J. Dijk
stra bracht de dank van het gemeente
bestuur over voor de diensten, die de
jubilaris aan de gemeenschap heeft
bewezen. Hij constateerde, dat de
school een uitstekende reputatie heeft.
De wethouder maakte van de gelegen
heid gebruik, kritiek te uiten op de
De Russen zouden haast willen maken
met een oorlog tegen China die toch
onvermijdelijk is. Dit is de hoofdlijn
van in Engeland gepubliceerde doku-
menten die uit de Sowjet-Unie ge
smokkeld zouden zijn. En waarvan de
geloofwaardigheid niet al te groot is,
al zijn de aangevoerde overwegingen
verre van onlogisch.
Maar het is zonder meer onaannemelijk
dat dergelijke dokumenten vlot zouden
verdwijnen uit het Kremlin - Moskou
is geen Washington.
Daarom wordt wel gesuggereerd dat
het stuk juist met opzet naar het wes
ten gestuurd is met een tweeledige
bedoeling: een indirekte waarschuwing
aan Peking en een aanmaning aan het
westen om onbezorgd de bewapening
te verminderen. De wegen van de Rus
sische leiders zijn vaak duister, ook
met het publiek maken van geschriften
zoals bijvoorbeeld de memoires van
Chroesjtsjow, maar hun eigen belang
houden ze hierbij wel degelijk in de
gaten.
Als het ooit tot een strijd van Rus
tegen Chinees komt, zal Moskou zijn
uiterste best doen om zichzelf als
slachtoffer en de tegenstander als ge
meen af te schilderen - iets wat nog
moeilijk kan als men zelf in geheime
stukken al de plannen ontvouwt voor
agressie.
Nog daargelaten of een dergelijke oor
log zonder meer beperkt kan blijven
tot Rusland en China. Ook Amerika
nen die niet zoveel sympathie hebben
met Peking voelen weinig voor de ge
dachte dat vrijwel het hele noorden
en midden van Azië in Russische han
den zal komen als de Russen winnen.
De andere uitslag trouwens is evenmin
erg aantrekkelijk, noch voor Amerika
noch voor Europa. Wat de verleiding
kan doen opkomen om dan maar het
zij de ene, hetzij de andere partij te
gaan helpen. Dergelijke onmogelijk te
voorziene ontwikkelingen zullen de
oorlogsbegeerte zowel in Moskou als in
Peking echt wel temperen.
Het „uitgelekte geheime stuk" geeft
een opsomming van maatregelen die de
Russen al bij wijze van voorbereiding
hebben genomen. Maar die hele was
lijst kan men ook bezien als tekenen
dat de Russen de verstandige weg vol
gen om in ieder geval niet onvoorbe
reid te zijn als eventueel iets gebeurt
- het kan net zo goed defensief be
doeld zijn voor onvoorziene omstandig
heden als agressief met een tijdschema
in het hoofd.
Er zijn inderdaad nogal wat van de
beste troepen van de Sowjet-Unie ln
het aziatisch deel van het rijk gelegerd,
met name in de buurt van Wladiwos-
tok. Maar dit is ook het kwetsbare
punt en tevens logische haven van
vertrek als de Russen zich eens ge
roepen voelen een regime in bijvoor
beeld Noord-Vietnam, India of Bangla-
desj militair te steunen - op verzoek
uiteraard.
Opvoeren van de vrachtwagenproduk-
tie is zonder meer al nodig voor de
normale zich uitbreidende transportbe
hoeften, zodat het een beetje krom is
om hierbij de opzet te vermoeden er
een bliksemopmars in China mee uit
te voeren. In de grensgebieden is in-
dei'daad naar wapens gezocht bij mon-
goolse troepen, onder wie onrust heerst
- maar wat is hier vreemd aan?
Het dokument hoeft men niet te zwaar
op te nemen, maar een andere zaak is
dat de Russen zeker niet al te gerust
zijn op hun Chinese buren. Als ze nog
enige hoop hebben gekoesterd dat er
een keer zou komen naar een regime
dat meer op Moskou georiënteerd is
dan vervloog die bij het verongeluk
ken van Lin Piao, Mao's opvolger die
als verrader is verongelukt of gexëe-
cuteerd - dat weet niemand precies.
Kansen op toenadering zijn er vrijwel
niet meer, zeker niet nu China in alle
opzichten snel sterkeT wordt - ekono-
misch en militiar, kernwapens inbe
grepen.
Als er een botsing moet komen zou het
voor de Russen het gunstigst zijn als
die zo snel mogelijk kwam voor her,
krachtverschil helemaal is verdwenen.
Maar elke oorlog heeft ook zijn na
delen, dat hoeft niemand de Russen te
vertellen - ze voelen nog hoe ze de
laatste wereldoorlog wonnen. En ten
slotte staat nergers dat het tot een ge
wapend konflikt moet komen.
KANTMAN.
miljoenennota. Bovendien maakte hij
bezwaar tegen de wijze waarop de
laatst uitgesproken troonrede eindigde,
met weglating van de bede om steun
van God.
Een deputatie van leerlingen, uit elke
klas één, bood de jubilaris ©en fiets
aan. Janny van der Flier moest de
directeur toespreken, maar bekende
zich slecht te hebben voorbereid. „Ik
zou u moeten bedanken omdat u 25
jaar hier bent, maar eigenlijk heb ik
daar niets mee te maken", zei ze om
der grote hilariteit.
Het laatste woord was tenslotte aan
de heer Ten Broeke zelf. Hij bekende,
eigenlijk erg lui te zijn, maar een
groot plichtsgevoel te hebben; dat had
hij aan zijn moeder te danken. De
titel directeur lag hem niet zo; hij gaf
de voorkeur aan hoofd, dat immer een
onderdeel is van een lichaam. De ju
bilaris sprak over „deze dolle tijd van
diploma's halen". Hij stelde, dat het
niet alleen om de welvaart gaat. maar
vooral om de vraag: „Wat baat het
een mens indien hij de wereld wint,
doch schade lijdt aan zijn ziel?" Met
een dankwoord aan de sprekers, vooral
ook voor het feit, dat zijn vrouw mede
in de hulde werd betrokken, en de
wens dat het christelijk onderwijs ver
der zou bloeien, besloot de heer Ten
Broeke zijn dankwoord.
Daarna begon de receptie, waarvoor
een overweldigende belangstelling be
stond. Behalve raadsleden, vertegen
woordigers van de gemeente, collega's
en oud-collega's, waren er ook veel
leerlingen en oud-leerlingen. Zij allen
moeten het jubileum van de heer Ten
Broeke tot een voor hem onvergete
lijke herinnering hebben gemaakt.