Nieuwjaarsrede van de
Burgemeester
Kopers van gemeentelijke premiewonigen
hebben uitstel gekregen tot 31 maart
m
Gemeenteraadsvergadering
Derde aanvraag voor HAVO/VWO school
m zee
Demonstratie
„Domme G.S."
Beslotenheid
Geen overleg
Onderwijs
HYPOTHEKEN
Uitstel
Soester Courant van donderdag 24 januari 1974
De agenda van de raadsvergadering
telde alles by elkaar veertien punten,
daaronder begrepen de nieuwjaars
rede van de burgemeester. De nieuw
jaarsrede, die wy elders in dit blad
in extenso opnemen, en die in een
behoorlijk tempo werd uitgesproken,
nam hooguit een kwartier in beslag.
Met de overige dertien punten was
men ruim twee en een half uur bezig-
We kregen het fenomeen, dat raads
leden hun afkeer over een voorstel
lieten vergezeld gaan van een uiter
lijke demonstratiehet verfrommelen
en verscheuren van een concept-brief.
Dat was mooi, óók voor de publieke
tribune.
Raadsleden zyn immers niet alleen
praters, maar ook doeners, al blijft het
Jammer dat iedereen zo nodig, als h(j
het met de vorige spreker eens is,
moet herhalen wat er gezegd is.
Wethouder K. de Haan
In deze vergadering kwam ook aan
het licht wie er nu progressief en
langs nieuwe lynen durft te denken.
De fraktie van het PAK, D'66 en
mevrouw P. J. Oranje-Eltink van de
VVD stemden voor de openbaarheid
van de rondvraag by de commissie
vergaderingen. De 19 overige leden wa
ren er tegen en het waarom was on
duidelijk.
Het bleek al te zyn besproken in de
„besloten" vergadering van het senio
renconvent en wat „besloten" is wordt
dikwijls als „geheim" beschouwd.
Zeer moeilyk had het deze avond de
wethouder van onderwijs, de heer L. J.
Dijkstra; over de openbaarheid van de
onderwijscommissie, èn over de aan
vraag voor een havo/vwo-school. Voor
al bij die middelbare school had de
wethouder het niet makkelijk. Hij voer
de nogmaals het stuk geschiedenis over
deze materie op; zei dat niet in vijf
tellen te kunnen en deed er daarom
dan óók véél langer over. De raad
luisterde nauwelijks geïnteresseerd toe.
Xliteindelyk gaf de wethouder het op
en hy rondde de discussie af met maar
iedereen gelyk te geven.
Verder werd er een „domme" G.S. ten
tonele gevoerd; driemaal mondeling en
éénmaal schriftelijk gestemd; een voor
stel teruggenomen en een agendapunt
toegevoegd. Daarover voerden 17 van
de 24 leden het woord en de heer P.
Grift (PAK) maakte dat allemaal niet
mee. Hy was de enige afweziges ten
minste lijkelyk afwezig.
Na de nieuwjaarsrede van de burge
meester, het dankwoord van mevrouw
Oranje en de belofte dat de raad zich
zal blijven inzetten voor de gemeente,
werden de notulen van de vergadering
van 10 december 1973 goedgekeurd. Bij
de ingekomen stukken, twee in totaal,
volgde de demonstratie van afkeer.
a. Brief d.d. 3 december 1973 van de
heer N. Heyning inzake de verkeers
situatie op de Van Goyenlaan met
voorstel te antwoorden overeenkomstig
de ter inzage gelegde concept-brief.
De heer M. DE GROOT (BR) verfrom
melde de brief na gezegd te hebben dat
de heer Heyning groot gelijk had. De
brief gaf aan dat hij dat niet had. Het
betrof te hoge beplanting en die zou
naar het inzicht van de betrokken
ambtelijke instanties, geen gevaar op
leveren. De heer De Groot vond dat
men blij moest zijn met de brief van
de heer Heyning omdat nu eens niet,
zoals meestal, een privébelang maar
een algemeen belang in het geding was.
Hij vond het jammer dat er een ne
gatieve reactie kwam op een positief
verzoek.
De heer H. JONKER (D '66) was het er
roerend mee eens; hij was ook ter
plaatse gaan kijken, had geconstateerd
dat er toevallig de laatste dagen druk
gesnoeid werd maar vreesde problemen
als de beplanting weer ging groeien. De
heer Jonker verscheurde de concept
brief.
Daarna bleek dat het erg druk geweest
was op de kruising Van Goyeniaan-
Dalweg. want ook mevrouw Oranje
(VVD) was er geweest (op de fiets), de
heer Hoekstra en de wethouder, me
vrouw M. Walter-van der Togt.
De heer J. VAN POPPELEN (CDA)
maakte gebruik van de gelegenheid
door te wijzen op te breed groeiende
heggen, die vele tegels van het trottoir
in beslag nemen en dat op vele plaat
sen in de gemeente
De heer P. STORIMANS (SDA) con
stateerde een druk verkeer van raads
leden en vroeg om extra benzinebon
nen. Die kreeg hij uiteraard niet; dat
moest ook voor hem langs de normale
weg gebeuren. Wel gelijk kregen alle
sprekers van de wethouder, die op haar
beurt de brief in stukken scheurde. Er
zal een andere brief opgesteld worden,
waarin naar behoren de heer Heyning
bedankt zal worden en het nemen van
afdoende maatregelen wordt toegezegd.
In het gemeentelijk blad Op 't Hoogt
zal de heggen-wantoestand worden be
handeld, maar mogelijk zullen er dan
in vele woningen demonstraties van stuk-
scheuren van het voorlichtingsblad vol
gen.
b. Brief van gedeputeerde staten van
Utrecht d.d. 20 november 1973, afdeling
3, nummer 1138A/3205, naar aanleiding
van uw motie inzake de goedkeuring
van de begrotingswijziging voor de
aanleg van een persleiding van Soes-
terberg naar Soest met voorstel, na de
mondelinge toelichting van ons college,
de brief voor kennisgeving aan te ne
men.
De brief werd voor kennisgeving aan
genomen en het college kreeg de op
dracht de kwestie persleiding opnieuw
te, gaan bespreken in Utrecht.
G.S. stelde, dat haar de zin van de mo
tie ontging, omdat reeds bij brief van
18 september j.1. geantwoord was dat
er geen vrijheid gevonden kon worden
om het krediet, groot 85.000 gulden
voor het bestekldaarmaken van de lei
ding, goed te keuren.
De BURGEMEESTER ontving het waar
om GS dit standpunt innam, omdat de
hele kwestie in vroegere jaren, uitge
breid met GS besproken was; er in
augustus 1972 nog een brief van GS
kwam waarin gezegd werd dat de pro
vincie een gedeelte van de totaal kos
ten voor haar rekening zou nemen.
De grote vraag was, waar de brief van
18 september j.1. gebleven was. Men
had die na veel zoeken gevonden b(j
gemeentewerken, waar het schryven
was- afgelegd, „gedeponeerd" zoals dat
heette. Hoe de brief daar terecht ge
komen was, was niet meer te achter
halen.
De burgemeester veronderstelde dat
GS hem rechtstreeks naar gemeente-,
werken gezonden had en dat men daar
had aangenomen dat de inhoud op het
raadhuis bekend was.
Hoe het ook zij, de burgemeester ver
onderstelde dat het zin had Utrecht te
gaan praten en het onhoudbare van de
toestand en de ernst duidelijk te gaan
maken.
De heer W. A. Blaauw (VVD)
Dat was ook de mening van de heer
W. BLAAUW (WD), die het overigens
jammer vond dat de „zoekgeraakte" en
weer teruggevonden brief niet bij de
stukken had gelegen. Hij concludeerde
verder dat er bij GS geen „verstandige
mensen" waren nu er sprake was van
uitstel tot 1985.
Steun kreeg de heer Blaauw van de
heer H. JONKER (D '66) („de gegeven
oplossingen zijn schijnoplossingen") en
van der heer C. VERHEUS (CDA) („ho
peloze situatie"), terwijl de heer A. VAN
VLOTEN (PAK) informeerde of er nog
meer brieven zoek waren „waar we
misschien al zo lang op zitten te wach
ten".
De heer D. HOEKSTRA (SDA) kreeg
de toezegging dat de raad op de hoogte
gehouden zal worden van de resultaten
van de gesprekken met GS.
4. Voorstel aan de Gereformeerde Kerk
te Soest een investeringssubsidie te
verlenen in de stichtings- en inrich
tingskosten van jeugdaccommodaties.
Conform besloten.
5. Voorstel tot vaststelling van de Ver
ordening Studiefaciliteiten.
Conform besloten.
6. Voorstel tot vaststelling van regelen,
als bedoeld in artikel 8, 3e lid van de
Verordening op de vaste raadscommissies
voor de vergaderingen van de finan
ciële commissie, de onderwijscommissie
en de commissie openbare werken.
Conform besloten voor de openbare
vergadering van de commissies open
bare werken en financiën. Het voorstel,
voor de onderwijscommissie werd aan
gehouden tot de volgende vergadering.
De „beslotenheid van de rondvraag",
zoals in de besluiten geregeld, werd
aangevochten door de D '66 fractie. Die
kon zich daar niet mee verenigen.
De heer M. DE GROOT (BR) kon dat
wel. maar hij zag iets in de door de
wethouder van financiën voorgestelde
oplossing, de mogelijkheid te openen
voor het' stellen van vragen tijdens de
openbare vergaderingen. Dat standpunt
werd overigens aangevochten door de
BURGEMEESTER, die zich weliswaar
niet wilde bemoeien met de leiding
van de commissievergaderingen, maar
wel waarschuwde tegen dat „kapstok-
gebruik".
De heer A. VAN VLOTEN wees op de
rondvraag na de raadsvergadering, zo
als dat vroeger gebeurde, maar ook dat
bracht geen verandering in het een
maal ingenomen standpunt. Dat stand
punt. was al rondgepraat in het senio
renconvent. Een mondelinge stemming
wees uit dat slechts de heren Joosten
en Jonker van D '66, de heren Levlnga
en Van Vloten van het PAK en me
vrouw Oranje-Entink van de WD er
zich niet mee verenigden.
Een stemming over hetzelfde punt voor
de financiële commissie leverde een ge
lijk resultaat op; 19 stemmen voor en 5
tegen.
De heer A. van Vloten (PAK)
Wethouder Dykstra werd het vuur na
aan de schenen gelegd toen de onder
wijscommissie ter sprake kwam. Uit
eindelijk werd het voorstel teruggeno
men, nadat gebleken was dat de raad
in meerderheid eerst het advies van
de commissie wilde hebben.
De kritiek op de wethouder betrof in
de eerste plaats het feit dat hij zonder
enig overleg de vergadering van de
commissie had verschoven van de
avond naar de middag. De laatst ge
houden vergadering ging daarom niet
door, omdat het quorum niet gehaald
werd. Slechts mevrouw Oranje en de
wethouder (na het sluiten van de ver
gadering bleek de heer Verheus nog
gekomen te zijn), waren aanwezig.
De heer B. JOOSTEN (D'66) dacht er
net zo over. Hij vond het een betreu
renswaardige zaak. De heer Joosten be
trok in zijn verwijt ook de brief van
de heer Van Vloten, die om inspraak
van „genodigden" op de publieke tri
bune vroeg. Daar was de heer Joosten
het roerend mee eens, maar hij vond
het absoluut onaanvaardbaar, dat deze
brief nu in de raad behandeld werd,
voordat de leden van de onderwijscom
missie zich erover hadden uitgesproken.
Omdat deze kwestie al eerder in de
onderwijscommissie aan de orde ge
weest was, maar toen door de wet
houder van tafel geveegd werd, wilde
de heer Joo9ten aan het besluit ter re
gulering van de vergadering van de on
derwijscommissie toevoegen, hoe er ge
handeld moest worden met voorstellen
van de léden van de commissie. Hij
wilde nu niets behandeld zien; vroeg
om hoofdelijke stemming, maar zover
kwam het niet, toen mevrouw E. Kort-
huis-Elion (VVD) en de heer M. de
Groot (BR) hem steun toezegden.
De WETHOUDER ging accoord met
het uitstel, overigens zei hij met het
houden van middagvergaderingen een
oude gewoonte in ere te willen her
stellen. Hij wilde graag maximaal re
kening houden met de meningen van
de commissieleden betreffende deze
kwestie en hij zei dat het -hem speet
nu geen overleg gepleegd te hebben.
7. Voorstel tot verpachting van grond.
Conform besloten.
8. Voorstel tot het verlenen van voor
schotten als bedoeld ln:
a. artikel 75, 4e lid van de Kleuteron
derwijswet aan diverse schoolbesturen
voor bet jaar 1974.
Conform besloten.
b. artikel 103, 5e lid der Lager-onder-
wijswet 1920 aan diverse schoolbestu
ren voor het jaar 1974.
Conform besloten.
artikel 191, 4e lid van het besluit
buitengewoon onderwijs aan een school
bestuur voor het jaar 1974.
Conform besl'oten.
d. artikel lOlbis der Lager-onderwijs-
wegt 1920 aan diverse schoolbesturen
voor het jaar 1974.
Conform besloten.
9. Voorstel tot het beschikbaar stellen
van een krediet voor het aanbrengen
van centrale verwarmingsinstallaties in
gemeentelijke premiewoningen.
Conform besloten.
De heer C. Verheus (CDA) verzocht
een zelfde gedragslijn toe te passen
voor de aanleg van centrale verwar
ming im de gemeentelijke woningwet
woningen en de heer A. van Vloten
(PAK) vestigde de aandacht op inci
denteel gemoderniseerde keukens in de
premiewoningen. Aanvragen daarvoor
werden nu afgewezen omdat er geen
geld beschikbaar was en hij vond dat
moeilijk te rijmen met het wèl be
schikbaar stellen van een krediet voor
de verwarming.
Het probleem school volgens wethou
der Walter in een compleet nieuwe
verwarmingsinstallatie en de vernieu
wing van de keuken. Dat leverde
moeilijkheden op by de doorberekening
in de huur. Verder zouden de woning
wetwoningen alleen per complex hui
zen van centrale verwarming voorzien
worden en dat was in het rapport
groot-onderhoud opgenomen.
10. Voorstel tot het benoemen van een
lid van het bestuur van de Stichting
Openbare Leeszaal en Bibliotheek.
Benoemd werd mr. H. H. Elferink, met
algemene stemmen.
11. Voorstel tot verkoop van grond,
gelegen aan de Foekenlaan aan de heer
W. .1. J. Daems
Conform besloten. De heer Daems
bleek de enige gegadigde te zijn.
12. Voorstel tot aankoop van grond ln
het Soesterveen van de heer J. W. Hil-
horst
Conform besloten.
Uit de wereld werd geholpen het ver
haal dat de gemeente haar eigen
grond kocht. Er was sprake va<n ge
weest, maar dat berustte op een fou
tieve inlichting van een ambtenaar. De
heer K. Levinga ((PAK) wilde deze
ambtenaar niet straffen met het in
houden van een dag verlof en het niet
betalen van een tientje zakgeld, maar
hij schaamde zich wel „dat hij er in
getrapt was". De echte waarheid werd
door de wethouder verteld en het
bleek dat er van misverstanden sprake
was. Het perceel werd in twee delen
aangekocht en het deel waar het nu
om ging, was nooit eerder door de ge
meente gekocht.
13. Voorstel tot het beschikbaar stel
len van een aanvullend krediet voor de
aankoop van een kunstwerk ten behoe
ve van de sportspelzaal De Bunt.
Conform besloten.
Er bestond enige weerstand bij de he
ren Blaauw (VVD), De Groot (BR) Van
Poppelen (CDA) en Verheus (CDA).
De heer BLAAUW meende dat de stij
ging van de post welzijnssector te hoog
werd en hij informeerde of GS niet al
eens er op gewezen had, dat in Soest
de bestedingen in deze sector te hoog
dreigden te worden. Hij dacht verder
dat er allerwege bezuinigd zou moeten
worden en vroeg zich af of men deze
uitgaven nog maar steeds kon doen.
De heer M DE GROOT (BR) voelde
iets voor een mooie boom in plaats
van het beeld en de heer VAN POP-
PELEN (CDA) vond dat men iets moest
laten maken wat niet meer dan 4800
gulden, het oorspronkelijke krediet,
kostte.
De heer C. VERHEUS (CDA) veronder
stelde dat het bedrag onder gebracht
had moeten worden in de stichtings-
kosten.
De heer K. LEVINGA (PAK) hielp
iedereen uit de droom. Het aanvullende
krediet kwam uit het reeds jaren gele
den geformeerde fonds voor aankoop
van kunstwerken. Daar was de heer
D. HOEKSTRA (CDA), evenals de wet
houder van financiën, het mee eens. En
verder vroeg men, naar de mening van
de wethouder naar de bekende weg,
want GS had in haar brief van 24
april '73 gewezen op de kostenstijging
zoals de vragers zeiden.
Wethouder DIJKSTRA benadrukte ten
slotte dat de raad geen bemoeienis had
met de aard van het kunstwerk, de be
oordeling was aan de sportstichting
toebedeeld; de raad had slechts de fi
nanciën beschikbaar te stellen.
Voorstel om in principe te besluiten tot 't
indienen van een aanvrage voor plaat
sing van een school voor Havo/VWO
op het plan van scholen.
Dc woorden „in principe" gingen er op
verzoek van de heer Levinga (PAK) af.
Negen sprekers betuigden daarna hun
instemming met het voorstel en enke
len deden die instemming vergezeld
gaan gaan van hun ergernis dat het
niet jaren eerder was ingediend.
Mevrouw P. ORANJE-ENTINK zei een
bloemlezing te kunnen houden onder
de titel „omzien in wrok"; de heer B.
JOOSTEN (D '66) wilde nu wel eens
een uitvoerig overzicht van het ge
voerde beleid in al die jaren en de
heer VAN VLOTEN (PAK) verwonder
de zich er nog eens over dat het alle
maal zo lang geduurd had.
In de zestiger jaren dacht men dat
Soest zou uitgroeien tot een reuze stad,
maar de school voor voorgezet onder
wijs kon er nooit komen, en dat ver
wonderde hem.
De heer D. HOEKSTRA (CDA) was blij
met het voorstel en meende dat het
de taak van de raad was het openbaar
onderwijs te bevorderen. Zo dacht ook
de heer A. Smit (CDA) erover.
Wethouder DIJKSTRA was blij met de
adhesiebetuigingen en betreurde de bit
tere woorden van de heren Joosten en
Van Vloten.
De aanvraag zou nu de deur uitgaan,
al kon hij het cijfermateriaal van de
vereniging voor openbaar onderwijs
niet gebruiken. Daarna vertelde hij in
vogelvlucht en in langer dan vijf tel
len, de historie, waarna hij besloot met
de mededeling dat er al lang onderhan
deld werd met de gemeente Baarn, „zij
het in de vertrouwelijke sfeer" en over
die onderhandelingen zou hij niets los
laten.
De heer M. de Groot (BR)
Nadat de heer M. DE GROOT (BR) ook
zijn instemming met het voorstel be
tuigd had; de heer Joosten via een
„kapstok" geïnformeerd had naar de
gegevens over de partiële leerplicht,
betoogde de heer W. BLAAUW (WD)
dat hem het geheel bedroefde. De sa
menwerkingsschool was dè oplossing
geweest en hij vreesde dat nu, met alle
versnipperingen, er weer niets van te
recht zou komen. Overigens wilde hij
van de wethouder wel eens weten hoe
dat zat met alle vroegere beweringen
dat Soest op de regio aangewezen zou
zijn voor dit onderwijs. Vroeger niets
en nu drie.
De wethouder gaf tenslotte alle vraag
stellers gelyk. De heer Joosten hoorde
nog dat de afdeling onderwys van de
secretarie maar met l:,/« man werkte
en dat daardoor het produceren van
het overzicht niet zo maar kon; de
heer Blaauw vernam dat de wethouder
de kans op succes maar minimaal vond,
al had de toewijzing dóór de minister
aan de prot./christ./groepering ook hem
de wethouder verrast.
Dames en Heren, leden van de raad.
U hebt op uw tafel een pakketje cijfermateriaal gevonden, dat u een -
overigens zeer onvolkomen - indruk geeft van het wel en wee van onze
gemeente in 1973.
Onze gemeente telt op 1 januari 1974 370 inwoners meer dan op 1 januari
1973. Dit is bepaald geen spectaculaire groei en ook minder dan we mochten
verwachten. Maar een vergelijking van de cijfers van de vestigingsvergun
nrngen, verleend aan personen ter plaatse en personen elders, gevoegd bij de
toenemende gezinsverdunning verduidelijkt het zeer langzame groeitempo van
onze bevolking in het afgelopen jaar.
De toeneming van het aantal woning
zoekenden in de loop van 1973 hoeft
ons niet speciaal te verontrusten. Dit
grotere aantal wordt veroorzaakt om
dat meer mensen hun verlangen naar
een betere of grotere woning hebben
kenbaar gemaakt (inclusief personen
die een eigen woning wensen te be
trekken) en omd'at meer kandidaten
voor bejaardenwoningen zich hebben
gemeld. Deze aanmeldingen als wo
ningzoekenden zijn gedaan met het
oog op de bouwplannen voor een
gezinswoningen in Overhees, het ge
reedkomen van Honsbergen a.s. zomer
en wat Soesterberg betreft, het nader
bij komen van de bouw in Eggher-
mand-e, nu het bestemmingsplan in no
vember van het afgelopen jaar onher
roepelijk is geworden. In tegenstel
ling tot wat u uit de naakte cijfers
zou opmaken, ziet de toekomst voor
onze woningzoekenden er gelukkig
gunstiger uit dan in het verleden.
Burgemeester
Mevr. Corver-van Haaften
Onze beide brandweerkorpsen rukten
totaal 172 maal uit, 10 maal meer dan
in 1972. De brandweer heeft het afge
lopen jaar erg in de belangstelling ge
staan. Beide korpsen vierden hun 50-
jarig jubileum, met verschillende ma
nifestaties waaraan niiet alleen de
brandweermensen zelf, maar ook de
hele bevolking van Soest en Soester-,
berg, èn de schoolkinderen vreugde
hebben beleefd.
We mogen - bij de begrotingsbehande
ling is dit van uw kant ook al opge
merkt - trots zijn op onze korpsen en
trots op het feit, dat uw raad altijd
bereid is geweest hun „uitrusting" te
verbeteren, zodat onze burgers in be
nauwde ogenblikken snel en goed kun
nen worden geholpen. Soesterberg is
blij met het nieuwe brandweerhuis en
met de nieuwe midden- en liagedruk-
spuit.
Ook de cijfers over de politie geven
geen juiste indruk van de plaats van
het politiekorps in de gemeente. In
1973 zijn in de gemeente meer over
tredingen begaan dan vorig jaar, maar
gelukkig minder misdrijven. Dit laatste
is m.i. te danken aan de zeer inten
sieve en aktieve surveillance, speciaal
ook in de nachtelijke uren.
Achter de cijfers verbergt zich een
enorme hoeveelheid werk, dat niet
naar buiten komt, maar in stilte wordt
verricht. De burgers van Soest zien
voornamelijk de geüniformeerde dienst,
maar de administratie, de recherche,
de afdeling verkeer en bijzondere wet
ten, de hele vreemdelingendienst (we
hebben in totaal 1225 vreemdelingen
in onze gemeente wonen) de technische
dienst, ze helpen er allemaal aan mee
het beeld van de politie te bepalen.
Ik ben blij dat de nieuw- en verbouw
van ons politiebureau nu klaar is. De
arbeidssituatie van de poïïtiefumctio
narissen is nu een stuk verbeterd. Ik
nodig u bij deze mede namens de
hoofdinspecteur uit om het geheel eens
gauw te komen bezichtigen. De bevol
king van Soest zal binnenkort op een
„open dag" die gelegenheid ook krij
gen.
Ik kreeg 2108 pagina's politierapporten
onder ogen, 1685 uit Soest en 423 uit
Soesterberg en deze rapporten geven
me een zeer bijzondere kijk op onze
samenleving in haar geheel en op die
van Soest in het bijzonder.
Met ingang van 1 januari is een ver
plichte werktijdverkorting van. 1V* uur
per week ingevoerd. De korpssterkte
mag bij ons met 1 worden vermeer
derd, zodat óf het aantal overuren
(met de financiële consequenties van
dien) zal toenemen öf nog scherper
prioriteiten gesteld zullen moeten wor
den. Tot zover een paar kanttekenin
gen bij de cijfers over 1973.
En wat gaat 1974 ons brengen?
Hoe zal ook een gemeente op grond
van de herwaarderingen die overal
plaats vinden daaruit de consequenties
kunnen trekken en een nieuwe lyn
bepalen?
Aanknopingspunten hiervoor kunnen
we o.a. vinden in de pas verschenen
Oriënteringsnota R.O., een van de
deelnota's die nu eindelyk de ,toch wel
overjarig geworden Tweede Nota R.O.
zuilen gaan vervangen.
De nota constateert, dat het ontwik-
kelingsoptimisme van de 60-er jaren
omgeslagen is naar het besef, dat er
grenzen zijn en gestéld behoren te
worden en dat diit ook zijn invloed zal
hebben op het planologisch denken.
N-aast de schaarste aan ruimte in Ne
derland, die in de Tweede Nota R.O.
als allesoverheersend uitgangspunt van
het planologisch handelen werd ge
nomen zijn er nu medebepalende fac
toren; de beperkte aanwezigheid in de
wereld van grondstoffen, zodat ze
zorgvuldig beheerd en beperkt in ge
bruik moeten worden. In de tweede
plaats de beperkte draagkracht van
het milieu. Het milieu zal aan bepaal
de normen moeten blijven voldoen-, zo
dat grenzen aan menselijke aktiviteiten
die het milieu beïnvloeden - in nega
tieve zin beïnvloeden - moeten worden
gesteld en tenslotte concludeert de
nota dat de hoge kosten, die een ver
antwoorde inrichting van ons land
vergt, noopt tot het stelllen van priori
teiten.
Deze uitgangspunten zijn niet zo
nieuwlichterig als ze misschien op het
eerste gezicht lijken. Ook uw raad1
heeft deze gedachten - zij het in an
dere woorden en op bescheidener
schaal - al vaak vertolkt en ik dacht
dat in ons planologisch handelen deze
ideeën ook al terug te vinden zijn.
Als we aan dit alles toevoegen de to
taal veranderde bevolkingsprognoses
dan zouden we misschien met alle in
zichten van vandaag beslissingen, jaren
geleden genomen, wel willen herzien.
Want de „ruimte", ook in onze ge
meente is geen abstract gegeven, maar
een stuk concrete werkelijkheid, een
deel van het bestaande milieu (nu ci
teer ik de Urgentienota milieuhygiëne),
waaraan soms een andere functie ge
geven, soms nieuwe functies worden
toegevoegd, of waarvan bestaande
functies word'en versterkt.
Deze gedachte, dat je dikwijls achter
de ontwikkelingen aanholt, kan wel
eens frustrerend werken.
Dames en herett, elk plan dat we ma
ken is een schakel in een keten, een
fase in een nooit eindigend proces. Om
deze fases op de juiste manier in te
vullen en ons plan goed te laten ver
lopen, is niet gemakkelijk. Zeker niet,
omdat een gemeentelijke overheid geen
baas is in eigen huis. Wy, de gemeen
te, hebben een soms lastige toeziende
voogd, de provincie, we moeten coör
dineren met de Rijksoverheid, dan
weer moeten we (zeggen ze) gewesten
gaan vormen. We moeten gemeen
schappelijke regelingen aangaan, stich
tingen oprichten, subsidies verlenen
die gekoppeld zyn aan rykssubsidies,
we zyn voor onze financiën sterk af
hankelijk van de centrale overheid.
Als het „lokale" bestuur „in de tang"
blijft, dan wordt een „eigen" taak voor
de gemeente erg moeilyk. Daai wordt
ook een herwaardering zelf moeilijk.
Ik l<as in een van de laatste nummers
van de Nederlandse Gemeente een ar
tikel van Prof. Kleijn, oud-burgemees
ter van Meppel, getiteld: „Hoe gaat de
kromme buigen?". En hij zegt daar
ergens: de overheid - en ik vertaal
het hier graag in de gemeente - heeft
een opgaaf. Haar opgaaf is die van de
tuinier: terugsnoeien, een opgaaf die
zorgvuldig en kundig moet worden uit
gevoerd, willen er geen gevaren gaan
dreigen van misvorming, vernieling en
doodgaan. Anderzijds is groeiend ge
was meestal taai, kan een verstandige
ingreep niet alleen goed verdragen,
maar pl/eegt er zelfs in gunstige zin op
te reageren, wanneer de snoei deskun
dig wordt uitgevoerd. Op dit laatste
komt alles aan.
De grote moeilijkheid is, dat, terwijl
een plant niets kan terugdoen, zich
niet kan verzetten en niet rebelleert,
een maatschappij vol mensen wèl la
waaiig pleegt te reageren. Het belang
rijkste probleem naast het vinden van
de juiste snoeimethoden, zal dan ook
zijn de maatschappij en de mensen
van de noodzaak van het snoeien te
overtuigen, het snoeien zo te organi
seren dat het geloofwaardig wordt en
niet tot onrechtvaardigheden leidt.
Dames en heren, leden van de raad.
Misschien bloeien in een nabije toe
komst nieuwe structuren op, vinden er
verheugende vernieuwingen plaats. We
hoeven niet bang te zijn voor onzeker
heden, omdat he,t leven met onzeker
heden nu eenmaal met het mensenlot
verbonden is.
De toekomst is een gesloten boek. In
een wereld, zo in. ontwikkeling, zo be
zig met herstucturering, zal Soest, zal
ook de gemeenteraad van Soest, maar
een heel, heel klein plaatsje innemen.
Maar we zullen wel met open ogen en
vooral met open harten datgene in ons
op moeten nemen wat 'de burger van
Soest bezig houdt en proberen in ons
beperkte deeltaakje in het grote ge
heel te activeren, te selecteren en te
coördineren.
Het politieke handwerk dat u bedrijft
vraagt offers en er is dikwijls moed
voor nodig zich voor de politiek te
blijven inzetten.
Ik hoop van harte dat de raad van
Soest nu èn in zijn samenstelling na
de verkiezingen veel onderling ver
trouwen en gezamenlijke visie op zal
brengen om Soest te leiden in onze
gecompliceerde samenleving.
Ik wens Soest en al zijn inwoners en
in het bijzonder U en al onze mede
werkers met alle dierbaren een ge
zegend 1974.
ic LINEAIR (aflossing)
ANNUÏTEIT
LEVENSVERZEKERING
HYPOTHEEK MAATWERK
Wij adviseren eerst na uitvoerige
analyse. Ons vragen-formulier
ligt voor U klaar.
VAN DER LANS Assurantiën
Veenbesstraat 462 - Soest
02155 -16267
De heer P. Storimans (CDA) vond dat
men maar eens moest uitscheiden met
dat stoeien met woorden. Hij gaf de
heer Joosten gelijk en gaf de wethou
der te verstaan dat het niet zo moeilijk
moest zijn om een globaal overzicht op
te stellen. Hij kreeg de steun van de
burgemeester, nadat ook de heer Van
Ee (VVD) gezegd had dat de aanvraag
nu 'maar de deur uit moest.
Behandeld werd daarna een „vreemd
aan de orde van dag" z(jnd voorstel,
betreffende de termyn voor aankoop
van dc gemeentelijke premiewoningen.
Dat voorstel ging uit van mevrouw E.
Korthuis-Elion (VVD), de heer H. Jon
ker (D '66) en de heer M. de Groot
(BR).
Zij wilden de termijn, in de september
vergadering vastgesteld op 1 januari
j.1. verlengd zien tot 31 maart a.s. Het
hield verband met het feit dat er zich
maar 15 kopers, in plaats van 25 had
den aangemeld.
De heer DE GROOT lichtte het voor
stel toe. Hij meende dat voor het niet
aanmelden twee oorzaken waren en
wel de verwarring gesticht door een
groep belanghebbenden, die het deden
voorkomen dat er nog wel een andere
prijs uit de bus zou komen, èn de ener-
giekrisis, die het voor velen moeilijk
maakten de financiering rond te krij
gen. De actiegroep zou achterhaalde
Standpunten hebben ingenomen en dat
zou inmiddels wel bekend zijn en ver
der meende de heer De Groot dat er
op dit moment van verder geldont
waarding mogelijk weer redenen zou
den zijn voor adspirant kopers, zich
alsnog te melden. Hij stelde wel vast
dat er geen twijfel over mocht bestaan
dat de raad de prijs wilde verlagen en
ook niet dat er genoegen genomen zou
worden met een lager aantal.
De heer K LEVINGA sprak van een
.vreemd voorstel". Hij meende dat de
raad de indruk wekte te „leuren" met
de huizen en hij verwees de kooplus
tigen naar de 97 in aanbouwzijnde wo
ningen in de wijk Klaarwater. Die zou
den beschikbaar komen „uitsluitend
voor inwoners, die een huurhuis ach
terlieten". Ook wees hij erop dat con
form de beslissing van september '73,
de prijzen opnieuw vastgesteld moesten
worden en hij bleef zich verzetten, zo
als ook toen, tegen de verkoop van de
woningen.
De heer J. van Poppelen (CDA)
De heer J. VAN POPPELEN (CDA)
had geen moeite met het voorstel en
hij dacht als de heer De Groot. „In
wezen" vond hij dat het duidelijk moest
zijn dat de gemeente niet liep te leu
ren, maar dat het slechts ging om de
kopers tegenmoet te komen. Aan de
prijzen mocht niet gesleuteld worden.
De heren M. van Ee (WD) en H. Jon
ker (D 66) zaten op dezelfde lijn. Het
ging slechts om een eerlijke kans, om
van het probleem al te komen.
Nadat de heer LEVINGA nog eens de
notulen van de septembervergadering
had voorgelezen beantwoordde wethou
der De Haan de sprekers.
Hij was geen voorstander van de ver
koop, omdat de huizen nog te hard no
dig waren; hij vond ook dat de raad
de schijn tegen had en dat het er wel
op leek dat men leurde. Hij hekelde de
actiegroep, die de bewoners zeer selec
tief benaderd had, de ambtenaren wa
ren immers buitengesloten en ontvin
gen geen brief.
Dat had wel een verkeerde indruk ge
maakt, zoals het ook niet waar was,
dat de actiegroep met de „provincie"
gebeld had. Hij kon zich de verwarring
van de adspirant kopers overigens wel
indenken. Voor hem bleef het een vraag
af het uitstel iets op zou leveren, maar
de raad mocht op haar besluit terug
komen en uitstel van de termijn geven.
De heer DE HAAN had al een ïntei*
ruptie van de heer Van Ee (WD) te
verwerken gekregen die vond dat te
veel om het voorstel heen gepraat
Werd. Eenzelfde opmerking plaatste Ia-
ter ook de heer J. van Poppelen (CDA),
die de wethouder toevoegde dat het
betoog wel korter had gekund.
De motivatie van de voorstellers was
duidelijk geweest; het woord „leuren"
kwam geheel voor rekening van de
Pak-fractie en het voorlezen van de
notulen, zoals door de heer Levinga
gedaan, was overbodig.
De heer De Groot veronderstelde dat
de heer Levinga geloofde in fatamor-
gana's, in het fabeltje van de doorstro
ming. „Laten we het geld laten door
stromen", was de mening van de heer
De Groot en weer andere huizen bou
wen in de sociale sector.
Er werd uiteindelijk gestemd. 18 raads
leden waren vóór het verlenen van
uitsteL Tegen waren de wethouders
Dijkstra, Ebbers en De Haan (wethou
der Walter was vóór) en de heren Le
vinga en Van Vloten van de Pak-frac
tie en de heer Oldenboom, als enige
van de CDA-fractie.