Nieuwjaarsrede van de Burgemeester Kopers van gemeentelijke premiewonigen hebben uitstel gekregen tot 31 maart m Gemeenteraadsvergadering Derde aanvraag voor HAVO/VWO school m zee Demonstratie „Domme G.S." Beslotenheid Geen overleg Onderwijs HYPOTHEKEN Uitstel Soester Courant van donderdag 24 januari 1974 De agenda van de raadsvergadering telde alles by elkaar veertien punten, daaronder begrepen de nieuwjaars rede van de burgemeester. De nieuw jaarsrede, die wy elders in dit blad in extenso opnemen, en die in een behoorlijk tempo werd uitgesproken, nam hooguit een kwartier in beslag. Met de overige dertien punten was men ruim twee en een half uur bezig- We kregen het fenomeen, dat raads leden hun afkeer over een voorstel lieten vergezeld gaan van een uiter lijke demonstratiehet verfrommelen en verscheuren van een concept-brief. Dat was mooi, óók voor de publieke tribune. Raadsleden zyn immers niet alleen praters, maar ook doeners, al blijft het Jammer dat iedereen zo nodig, als h(j het met de vorige spreker eens is, moet herhalen wat er gezegd is. Wethouder K. de Haan In deze vergadering kwam ook aan het licht wie er nu progressief en langs nieuwe lynen durft te denken. De fraktie van het PAK, D'66 en mevrouw P. J. Oranje-Eltink van de VVD stemden voor de openbaarheid van de rondvraag by de commissie vergaderingen. De 19 overige leden wa ren er tegen en het waarom was on duidelijk. Het bleek al te zyn besproken in de „besloten" vergadering van het senio renconvent en wat „besloten" is wordt dikwijls als „geheim" beschouwd. Zeer moeilyk had het deze avond de wethouder van onderwijs, de heer L. J. Dijkstra; over de openbaarheid van de onderwijscommissie, èn over de aan vraag voor een havo/vwo-school. Voor al bij die middelbare school had de wethouder het niet makkelijk. Hij voer de nogmaals het stuk geschiedenis over deze materie op; zei dat niet in vijf tellen te kunnen en deed er daarom dan óók véél langer over. De raad luisterde nauwelijks geïnteresseerd toe. Xliteindelyk gaf de wethouder het op en hy rondde de discussie af met maar iedereen gelyk te geven. Verder werd er een „domme" G.S. ten tonele gevoerd; driemaal mondeling en éénmaal schriftelijk gestemd; een voor stel teruggenomen en een agendapunt toegevoegd. Daarover voerden 17 van de 24 leden het woord en de heer P. Grift (PAK) maakte dat allemaal niet mee. Hy was de enige afweziges ten minste lijkelyk afwezig. Na de nieuwjaarsrede van de burge meester, het dankwoord van mevrouw Oranje en de belofte dat de raad zich zal blijven inzetten voor de gemeente, werden de notulen van de vergadering van 10 december 1973 goedgekeurd. Bij de ingekomen stukken, twee in totaal, volgde de demonstratie van afkeer. a. Brief d.d. 3 december 1973 van de heer N. Heyning inzake de verkeers situatie op de Van Goyenlaan met voorstel te antwoorden overeenkomstig de ter inzage gelegde concept-brief. De heer M. DE GROOT (BR) verfrom melde de brief na gezegd te hebben dat de heer Heyning groot gelijk had. De brief gaf aan dat hij dat niet had. Het betrof te hoge beplanting en die zou naar het inzicht van de betrokken ambtelijke instanties, geen gevaar op leveren. De heer De Groot vond dat men blij moest zijn met de brief van de heer Heyning omdat nu eens niet, zoals meestal, een privébelang maar een algemeen belang in het geding was. Hij vond het jammer dat er een ne gatieve reactie kwam op een positief verzoek. De heer H. JONKER (D '66) was het er roerend mee eens; hij was ook ter plaatse gaan kijken, had geconstateerd dat er toevallig de laatste dagen druk gesnoeid werd maar vreesde problemen als de beplanting weer ging groeien. De heer Jonker verscheurde de concept brief. Daarna bleek dat het erg druk geweest was op de kruising Van Goyeniaan- Dalweg. want ook mevrouw Oranje (VVD) was er geweest (op de fiets), de heer Hoekstra en de wethouder, me vrouw M. Walter-van der Togt. De heer J. VAN POPPELEN (CDA) maakte gebruik van de gelegenheid door te wijzen op te breed groeiende heggen, die vele tegels van het trottoir in beslag nemen en dat op vele plaat sen in de gemeente De heer P. STORIMANS (SDA) con stateerde een druk verkeer van raads leden en vroeg om extra benzinebon nen. Die kreeg hij uiteraard niet; dat moest ook voor hem langs de normale weg gebeuren. Wel gelijk kregen alle sprekers van de wethouder, die op haar beurt de brief in stukken scheurde. Er zal een andere brief opgesteld worden, waarin naar behoren de heer Heyning bedankt zal worden en het nemen van afdoende maatregelen wordt toegezegd. In het gemeentelijk blad Op 't Hoogt zal de heggen-wantoestand worden be handeld, maar mogelijk zullen er dan in vele woningen demonstraties van stuk- scheuren van het voorlichtingsblad vol gen. b. Brief van gedeputeerde staten van Utrecht d.d. 20 november 1973, afdeling 3, nummer 1138A/3205, naar aanleiding van uw motie inzake de goedkeuring van de begrotingswijziging voor de aanleg van een persleiding van Soes- terberg naar Soest met voorstel, na de mondelinge toelichting van ons college, de brief voor kennisgeving aan te ne men. De brief werd voor kennisgeving aan genomen en het college kreeg de op dracht de kwestie persleiding opnieuw te, gaan bespreken in Utrecht. G.S. stelde, dat haar de zin van de mo tie ontging, omdat reeds bij brief van 18 september j.1. geantwoord was dat er geen vrijheid gevonden kon worden om het krediet, groot 85.000 gulden voor het bestekldaarmaken van de lei ding, goed te keuren. De BURGEMEESTER ontving het waar om GS dit standpunt innam, omdat de hele kwestie in vroegere jaren, uitge breid met GS besproken was; er in augustus 1972 nog een brief van GS kwam waarin gezegd werd dat de pro vincie een gedeelte van de totaal kos ten voor haar rekening zou nemen. De grote vraag was, waar de brief van 18 september j.1. gebleven was. Men had die na veel zoeken gevonden b(j gemeentewerken, waar het schryven was- afgelegd, „gedeponeerd" zoals dat heette. Hoe de brief daar terecht ge komen was, was niet meer te achter halen. De burgemeester veronderstelde dat GS hem rechtstreeks naar gemeente-, werken gezonden had en dat men daar had aangenomen dat de inhoud op het raadhuis bekend was. Hoe het ook zij, de burgemeester ver onderstelde dat het zin had Utrecht te gaan praten en het onhoudbare van de toestand en de ernst duidelijk te gaan maken. De heer W. A. Blaauw (VVD) Dat was ook de mening van de heer W. BLAAUW (WD), die het overigens jammer vond dat de „zoekgeraakte" en weer teruggevonden brief niet bij de stukken had gelegen. Hij concludeerde verder dat er bij GS geen „verstandige mensen" waren nu er sprake was van uitstel tot 1985. Steun kreeg de heer Blaauw van de heer H. JONKER (D '66) („de gegeven oplossingen zijn schijnoplossingen") en van der heer C. VERHEUS (CDA) („ho peloze situatie"), terwijl de heer A. VAN VLOTEN (PAK) informeerde of er nog meer brieven zoek waren „waar we misschien al zo lang op zitten te wach ten". De heer D. HOEKSTRA (SDA) kreeg de toezegging dat de raad op de hoogte gehouden zal worden van de resultaten van de gesprekken met GS. 4. Voorstel aan de Gereformeerde Kerk te Soest een investeringssubsidie te verlenen in de stichtings- en inrich tingskosten van jeugdaccommodaties. Conform besloten. 5. Voorstel tot vaststelling van de Ver ordening Studiefaciliteiten. Conform besloten. 6. Voorstel tot vaststelling van regelen, als bedoeld in artikel 8, 3e lid van de Verordening op de vaste raadscommissies voor de vergaderingen van de finan ciële commissie, de onderwijscommissie en de commissie openbare werken. Conform besloten voor de openbare vergadering van de commissies open bare werken en financiën. Het voorstel, voor de onderwijscommissie werd aan gehouden tot de volgende vergadering. De „beslotenheid van de rondvraag", zoals in de besluiten geregeld, werd aangevochten door de D '66 fractie. Die kon zich daar niet mee verenigen. De heer M. DE GROOT (BR) kon dat wel. maar hij zag iets in de door de wethouder van financiën voorgestelde oplossing, de mogelijkheid te openen voor het' stellen van vragen tijdens de openbare vergaderingen. Dat standpunt werd overigens aangevochten door de BURGEMEESTER, die zich weliswaar niet wilde bemoeien met de leiding van de commissievergaderingen, maar wel waarschuwde tegen dat „kapstok- gebruik". De heer A. VAN VLOTEN wees op de rondvraag na de raadsvergadering, zo als dat vroeger gebeurde, maar ook dat bracht geen verandering in het een maal ingenomen standpunt. Dat stand punt. was al rondgepraat in het senio renconvent. Een mondelinge stemming wees uit dat slechts de heren Joosten en Jonker van D '66, de heren Levlnga en Van Vloten van het PAK en me vrouw Oranje-Entink van de WD er zich niet mee verenigden. Een stemming over hetzelfde punt voor de financiële commissie leverde een ge lijk resultaat op; 19 stemmen voor en 5 tegen. De heer A. van Vloten (PAK) Wethouder Dykstra werd het vuur na aan de schenen gelegd toen de onder wijscommissie ter sprake kwam. Uit eindelijk werd het voorstel teruggeno men, nadat gebleken was dat de raad in meerderheid eerst het advies van de commissie wilde hebben. De kritiek op de wethouder betrof in de eerste plaats het feit dat hij zonder enig overleg de vergadering van de commissie had verschoven van de avond naar de middag. De laatst ge houden vergadering ging daarom niet door, omdat het quorum niet gehaald werd. Slechts mevrouw Oranje en de wethouder (na het sluiten van de ver gadering bleek de heer Verheus nog gekomen te zijn), waren aanwezig. De heer B. JOOSTEN (D'66) dacht er net zo over. Hij vond het een betreu renswaardige zaak. De heer Joosten be trok in zijn verwijt ook de brief van de heer Van Vloten, die om inspraak van „genodigden" op de publieke tri bune vroeg. Daar was de heer Joosten het roerend mee eens, maar hij vond het absoluut onaanvaardbaar, dat deze brief nu in de raad behandeld werd, voordat de leden van de onderwijscom missie zich erover hadden uitgesproken. Omdat deze kwestie al eerder in de onderwijscommissie aan de orde ge weest was, maar toen door de wet houder van tafel geveegd werd, wilde de heer Joo9ten aan het besluit ter re gulering van de vergadering van de on derwijscommissie toevoegen, hoe er ge handeld moest worden met voorstellen van de léden van de commissie. Hij wilde nu niets behandeld zien; vroeg om hoofdelijke stemming, maar zover kwam het niet, toen mevrouw E. Kort- huis-Elion (VVD) en de heer M. de Groot (BR) hem steun toezegden. De WETHOUDER ging accoord met het uitstel, overigens zei hij met het houden van middagvergaderingen een oude gewoonte in ere te willen her stellen. Hij wilde graag maximaal re kening houden met de meningen van de commissieleden betreffende deze kwestie en hij zei dat het -hem speet nu geen overleg gepleegd te hebben. 7. Voorstel tot verpachting van grond. Conform besloten. 8. Voorstel tot het verlenen van voor schotten als bedoeld ln: a. artikel 75, 4e lid van de Kleuteron derwijswet aan diverse schoolbesturen voor bet jaar 1974. Conform besloten. b. artikel 103, 5e lid der Lager-onder- wijswet 1920 aan diverse schoolbestu ren voor het jaar 1974. Conform besloten. artikel 191, 4e lid van het besluit buitengewoon onderwijs aan een school bestuur voor het jaar 1974. Conform besl'oten. d. artikel lOlbis der Lager-onderwijs- wegt 1920 aan diverse schoolbesturen voor het jaar 1974. Conform besloten. 9. Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet voor het aanbrengen van centrale verwarmingsinstallaties in gemeentelijke premiewoningen. Conform besloten. De heer C. Verheus (CDA) verzocht een zelfde gedragslijn toe te passen voor de aanleg van centrale verwar ming im de gemeentelijke woningwet woningen en de heer A. van Vloten (PAK) vestigde de aandacht op inci denteel gemoderniseerde keukens in de premiewoningen. Aanvragen daarvoor werden nu afgewezen omdat er geen geld beschikbaar was en hij vond dat moeilijk te rijmen met het wèl be schikbaar stellen van een krediet voor de verwarming. Het probleem school volgens wethou der Walter in een compleet nieuwe verwarmingsinstallatie en de vernieu wing van de keuken. Dat leverde moeilijkheden op by de doorberekening in de huur. Verder zouden de woning wetwoningen alleen per complex hui zen van centrale verwarming voorzien worden en dat was in het rapport groot-onderhoud opgenomen. 10. Voorstel tot het benoemen van een lid van het bestuur van de Stichting Openbare Leeszaal en Bibliotheek. Benoemd werd mr. H. H. Elferink, met algemene stemmen. 11. Voorstel tot verkoop van grond, gelegen aan de Foekenlaan aan de heer W. .1. J. Daems Conform besloten. De heer Daems bleek de enige gegadigde te zijn. 12. Voorstel tot aankoop van grond ln het Soesterveen van de heer J. W. Hil- horst Conform besloten. Uit de wereld werd geholpen het ver haal dat de gemeente haar eigen grond kocht. Er was sprake va<n ge weest, maar dat berustte op een fou tieve inlichting van een ambtenaar. De heer K. Levinga ((PAK) wilde deze ambtenaar niet straffen met het in houden van een dag verlof en het niet betalen van een tientje zakgeld, maar hij schaamde zich wel „dat hij er in getrapt was". De echte waarheid werd door de wethouder verteld en het bleek dat er van misverstanden sprake was. Het perceel werd in twee delen aangekocht en het deel waar het nu om ging, was nooit eerder door de ge meente gekocht. 13. Voorstel tot het beschikbaar stel len van een aanvullend krediet voor de aankoop van een kunstwerk ten behoe ve van de sportspelzaal De Bunt. Conform besloten. Er bestond enige weerstand bij de he ren Blaauw (VVD), De Groot (BR) Van Poppelen (CDA) en Verheus (CDA). De heer BLAAUW meende dat de stij ging van de post welzijnssector te hoog werd en hij informeerde of GS niet al eens er op gewezen had, dat in Soest de bestedingen in deze sector te hoog dreigden te worden. Hij dacht verder dat er allerwege bezuinigd zou moeten worden en vroeg zich af of men deze uitgaven nog maar steeds kon doen. De heer M DE GROOT (BR) voelde iets voor een mooie boom in plaats van het beeld en de heer VAN POP- PELEN (CDA) vond dat men iets moest laten maken wat niet meer dan 4800 gulden, het oorspronkelijke krediet, kostte. De heer C. VERHEUS (CDA) veronder stelde dat het bedrag onder gebracht had moeten worden in de stichtings- kosten. De heer K. LEVINGA (PAK) hielp iedereen uit de droom. Het aanvullende krediet kwam uit het reeds jaren gele den geformeerde fonds voor aankoop van kunstwerken. Daar was de heer D. HOEKSTRA (CDA), evenals de wet houder van financiën, het mee eens. En verder vroeg men, naar de mening van de wethouder naar de bekende weg, want GS had in haar brief van 24 april '73 gewezen op de kostenstijging zoals de vragers zeiden. Wethouder DIJKSTRA benadrukte ten slotte dat de raad geen bemoeienis had met de aard van het kunstwerk, de be oordeling was aan de sportstichting toebedeeld; de raad had slechts de fi nanciën beschikbaar te stellen. Voorstel om in principe te besluiten tot 't indienen van een aanvrage voor plaat sing van een school voor Havo/VWO op het plan van scholen. Dc woorden „in principe" gingen er op verzoek van de heer Levinga (PAK) af. Negen sprekers betuigden daarna hun instemming met het voorstel en enke len deden die instemming vergezeld gaan gaan van hun ergernis dat het niet jaren eerder was ingediend. Mevrouw P. ORANJE-ENTINK zei een bloemlezing te kunnen houden onder de titel „omzien in wrok"; de heer B. JOOSTEN (D '66) wilde nu wel eens een uitvoerig overzicht van het ge voerde beleid in al die jaren en de heer VAN VLOTEN (PAK) verwonder de zich er nog eens over dat het alle maal zo lang geduurd had. In de zestiger jaren dacht men dat Soest zou uitgroeien tot een reuze stad, maar de school voor voorgezet onder wijs kon er nooit komen, en dat ver wonderde hem. De heer D. HOEKSTRA (CDA) was blij met het voorstel en meende dat het de taak van de raad was het openbaar onderwijs te bevorderen. Zo dacht ook de heer A. Smit (CDA) erover. Wethouder DIJKSTRA was blij met de adhesiebetuigingen en betreurde de bit tere woorden van de heren Joosten en Van Vloten. De aanvraag zou nu de deur uitgaan, al kon hij het cijfermateriaal van de vereniging voor openbaar onderwijs niet gebruiken. Daarna vertelde hij in vogelvlucht en in langer dan vijf tel len, de historie, waarna hij besloot met de mededeling dat er al lang onderhan deld werd met de gemeente Baarn, „zij het in de vertrouwelijke sfeer" en over die onderhandelingen zou hij niets los laten. De heer M. de Groot (BR) Nadat de heer M. DE GROOT (BR) ook zijn instemming met het voorstel be tuigd had; de heer Joosten via een „kapstok" geïnformeerd had naar de gegevens over de partiële leerplicht, betoogde de heer W. BLAAUW (WD) dat hem het geheel bedroefde. De sa menwerkingsschool was dè oplossing geweest en hij vreesde dat nu, met alle versnipperingen, er weer niets van te recht zou komen. Overigens wilde hij van de wethouder wel eens weten hoe dat zat met alle vroegere beweringen dat Soest op de regio aangewezen zou zijn voor dit onderwijs. Vroeger niets en nu drie. De wethouder gaf tenslotte alle vraag stellers gelyk. De heer Joosten hoorde nog dat de afdeling onderwys van de secretarie maar met l:,/« man werkte en dat daardoor het produceren van het overzicht niet zo maar kon; de heer Blaauw vernam dat de wethouder de kans op succes maar minimaal vond, al had de toewijzing dóór de minister aan de prot./christ./groepering ook hem de wethouder verrast. Dames en Heren, leden van de raad. U hebt op uw tafel een pakketje cijfermateriaal gevonden, dat u een - overigens zeer onvolkomen - indruk geeft van het wel en wee van onze gemeente in 1973. Onze gemeente telt op 1 januari 1974 370 inwoners meer dan op 1 januari 1973. Dit is bepaald geen spectaculaire groei en ook minder dan we mochten verwachten. Maar een vergelijking van de cijfers van de vestigingsvergun nrngen, verleend aan personen ter plaatse en personen elders, gevoegd bij de toenemende gezinsverdunning verduidelijkt het zeer langzame groeitempo van onze bevolking in het afgelopen jaar. De toeneming van het aantal woning zoekenden in de loop van 1973 hoeft ons niet speciaal te verontrusten. Dit grotere aantal wordt veroorzaakt om dat meer mensen hun verlangen naar een betere of grotere woning hebben kenbaar gemaakt (inclusief personen die een eigen woning wensen te be trekken) en omd'at meer kandidaten voor bejaardenwoningen zich hebben gemeld. Deze aanmeldingen als wo ningzoekenden zijn gedaan met het oog op de bouwplannen voor een gezinswoningen in Overhees, het ge reedkomen van Honsbergen a.s. zomer en wat Soesterberg betreft, het nader bij komen van de bouw in Eggher- mand-e, nu het bestemmingsplan in no vember van het afgelopen jaar onher roepelijk is geworden. In tegenstel ling tot wat u uit de naakte cijfers zou opmaken, ziet de toekomst voor onze woningzoekenden er gelukkig gunstiger uit dan in het verleden. Burgemeester Mevr. Corver-van Haaften Onze beide brandweerkorpsen rukten totaal 172 maal uit, 10 maal meer dan in 1972. De brandweer heeft het afge lopen jaar erg in de belangstelling ge staan. Beide korpsen vierden hun 50- jarig jubileum, met verschillende ma nifestaties waaraan niiet alleen de brandweermensen zelf, maar ook de hele bevolking van Soest en Soester-, berg, èn de schoolkinderen vreugde hebben beleefd. We mogen - bij de begrotingsbehande ling is dit van uw kant ook al opge merkt - trots zijn op onze korpsen en trots op het feit, dat uw raad altijd bereid is geweest hun „uitrusting" te verbeteren, zodat onze burgers in be nauwde ogenblikken snel en goed kun nen worden geholpen. Soesterberg is blij met het nieuwe brandweerhuis en met de nieuwe midden- en liagedruk- spuit. Ook de cijfers over de politie geven geen juiste indruk van de plaats van het politiekorps in de gemeente. In 1973 zijn in de gemeente meer over tredingen begaan dan vorig jaar, maar gelukkig minder misdrijven. Dit laatste is m.i. te danken aan de zeer inten sieve en aktieve surveillance, speciaal ook in de nachtelijke uren. Achter de cijfers verbergt zich een enorme hoeveelheid werk, dat niet naar buiten komt, maar in stilte wordt verricht. De burgers van Soest zien voornamelijk de geüniformeerde dienst, maar de administratie, de recherche, de afdeling verkeer en bijzondere wet ten, de hele vreemdelingendienst (we hebben in totaal 1225 vreemdelingen in onze gemeente wonen) de technische dienst, ze helpen er allemaal aan mee het beeld van de politie te bepalen. Ik ben blij dat de nieuw- en verbouw van ons politiebureau nu klaar is. De arbeidssituatie van de poïïtiefumctio narissen is nu een stuk verbeterd. Ik nodig u bij deze mede namens de hoofdinspecteur uit om het geheel eens gauw te komen bezichtigen. De bevol king van Soest zal binnenkort op een „open dag" die gelegenheid ook krij gen. Ik kreeg 2108 pagina's politierapporten onder ogen, 1685 uit Soest en 423 uit Soesterberg en deze rapporten geven me een zeer bijzondere kijk op onze samenleving in haar geheel en op die van Soest in het bijzonder. Met ingang van 1 januari is een ver plichte werktijdverkorting van. 1V* uur per week ingevoerd. De korpssterkte mag bij ons met 1 worden vermeer derd, zodat óf het aantal overuren (met de financiële consequenties van dien) zal toenemen öf nog scherper prioriteiten gesteld zullen moeten wor den. Tot zover een paar kanttekenin gen bij de cijfers over 1973. En wat gaat 1974 ons brengen? Hoe zal ook een gemeente op grond van de herwaarderingen die overal plaats vinden daaruit de consequenties kunnen trekken en een nieuwe lyn bepalen? Aanknopingspunten hiervoor kunnen we o.a. vinden in de pas verschenen Oriënteringsnota R.O., een van de deelnota's die nu eindelyk de ,toch wel overjarig geworden Tweede Nota R.O. zuilen gaan vervangen. De nota constateert, dat het ontwik- kelingsoptimisme van de 60-er jaren omgeslagen is naar het besef, dat er grenzen zijn en gestéld behoren te worden en dat diit ook zijn invloed zal hebben op het planologisch denken. N-aast de schaarste aan ruimte in Ne derland, die in de Tweede Nota R.O. als allesoverheersend uitgangspunt van het planologisch handelen werd ge nomen zijn er nu medebepalende fac toren; de beperkte aanwezigheid in de wereld van grondstoffen, zodat ze zorgvuldig beheerd en beperkt in ge bruik moeten worden. In de tweede plaats de beperkte draagkracht van het milieu. Het milieu zal aan bepaal de normen moeten blijven voldoen-, zo dat grenzen aan menselijke aktiviteiten die het milieu beïnvloeden - in nega tieve zin beïnvloeden - moeten worden gesteld en tenslotte concludeert de nota dat de hoge kosten, die een ver antwoorde inrichting van ons land vergt, noopt tot het stelllen van priori teiten. Deze uitgangspunten zijn niet zo nieuwlichterig als ze misschien op het eerste gezicht lijken. Ook uw raad1 heeft deze gedachten - zij het in an dere woorden en op bescheidener schaal - al vaak vertolkt en ik dacht dat in ons planologisch handelen deze ideeën ook al terug te vinden zijn. Als we aan dit alles toevoegen de to taal veranderde bevolkingsprognoses dan zouden we misschien met alle in zichten van vandaag beslissingen, jaren geleden genomen, wel willen herzien. Want de „ruimte", ook in onze ge meente is geen abstract gegeven, maar een stuk concrete werkelijkheid, een deel van het bestaande milieu (nu ci teer ik de Urgentienota milieuhygiëne), waaraan soms een andere functie ge geven, soms nieuwe functies worden toegevoegd, of waarvan bestaande functies word'en versterkt. Deze gedachte, dat je dikwijls achter de ontwikkelingen aanholt, kan wel eens frustrerend werken. Dames en herett, elk plan dat we ma ken is een schakel in een keten, een fase in een nooit eindigend proces. Om deze fases op de juiste manier in te vullen en ons plan goed te laten ver lopen, is niet gemakkelijk. Zeker niet, omdat een gemeentelijke overheid geen baas is in eigen huis. Wy, de gemeen te, hebben een soms lastige toeziende voogd, de provincie, we moeten coör dineren met de Rijksoverheid, dan weer moeten we (zeggen ze) gewesten gaan vormen. We moeten gemeen schappelijke regelingen aangaan, stich tingen oprichten, subsidies verlenen die gekoppeld zyn aan rykssubsidies, we zyn voor onze financiën sterk af hankelijk van de centrale overheid. Als het „lokale" bestuur „in de tang" blijft, dan wordt een „eigen" taak voor de gemeente erg moeilyk. Daai wordt ook een herwaardering zelf moeilijk. Ik l<as in een van de laatste nummers van de Nederlandse Gemeente een ar tikel van Prof. Kleijn, oud-burgemees ter van Meppel, getiteld: „Hoe gaat de kromme buigen?". En hij zegt daar ergens: de overheid - en ik vertaal het hier graag in de gemeente - heeft een opgaaf. Haar opgaaf is die van de tuinier: terugsnoeien, een opgaaf die zorgvuldig en kundig moet worden uit gevoerd, willen er geen gevaren gaan dreigen van misvorming, vernieling en doodgaan. Anderzijds is groeiend ge was meestal taai, kan een verstandige ingreep niet alleen goed verdragen, maar pl/eegt er zelfs in gunstige zin op te reageren, wanneer de snoei deskun dig wordt uitgevoerd. Op dit laatste komt alles aan. De grote moeilijkheid is, dat, terwijl een plant niets kan terugdoen, zich niet kan verzetten en niet rebelleert, een maatschappij vol mensen wèl la waaiig pleegt te reageren. Het belang rijkste probleem naast het vinden van de juiste snoeimethoden, zal dan ook zijn de maatschappij en de mensen van de noodzaak van het snoeien te overtuigen, het snoeien zo te organi seren dat het geloofwaardig wordt en niet tot onrechtvaardigheden leidt. Dames en heren, leden van de raad. Misschien bloeien in een nabije toe komst nieuwe structuren op, vinden er verheugende vernieuwingen plaats. We hoeven niet bang te zijn voor onzeker heden, omdat he,t leven met onzeker heden nu eenmaal met het mensenlot verbonden is. De toekomst is een gesloten boek. In een wereld, zo in. ontwikkeling, zo be zig met herstucturering, zal Soest, zal ook de gemeenteraad van Soest, maar een heel, heel klein plaatsje innemen. Maar we zullen wel met open ogen en vooral met open harten datgene in ons op moeten nemen wat 'de burger van Soest bezig houdt en proberen in ons beperkte deeltaakje in het grote ge heel te activeren, te selecteren en te coördineren. Het politieke handwerk dat u bedrijft vraagt offers en er is dikwijls moed voor nodig zich voor de politiek te blijven inzetten. Ik hoop van harte dat de raad van Soest nu èn in zijn samenstelling na de verkiezingen veel onderling ver trouwen en gezamenlijke visie op zal brengen om Soest te leiden in onze gecompliceerde samenleving. Ik wens Soest en al zijn inwoners en in het bijzonder U en al onze mede werkers met alle dierbaren een ge zegend 1974. ic LINEAIR (aflossing) ANNUÏTEIT LEVENSVERZEKERING HYPOTHEEK MAATWERK Wij adviseren eerst na uitvoerige analyse. Ons vragen-formulier ligt voor U klaar. VAN DER LANS Assurantiën Veenbesstraat 462 - Soest 02155 -16267 De heer P. Storimans (CDA) vond dat men maar eens moest uitscheiden met dat stoeien met woorden. Hij gaf de heer Joosten gelijk en gaf de wethou der te verstaan dat het niet zo moeilijk moest zijn om een globaal overzicht op te stellen. Hij kreeg de steun van de burgemeester, nadat ook de heer Van Ee (VVD) gezegd had dat de aanvraag nu 'maar de deur uit moest. Behandeld werd daarna een „vreemd aan de orde van dag" z(jnd voorstel, betreffende de termyn voor aankoop van dc gemeentelijke premiewoningen. Dat voorstel ging uit van mevrouw E. Korthuis-Elion (VVD), de heer H. Jon ker (D '66) en de heer M. de Groot (BR). Zij wilden de termijn, in de september vergadering vastgesteld op 1 januari j.1. verlengd zien tot 31 maart a.s. Het hield verband met het feit dat er zich maar 15 kopers, in plaats van 25 had den aangemeld. De heer DE GROOT lichtte het voor stel toe. Hij meende dat voor het niet aanmelden twee oorzaken waren en wel de verwarring gesticht door een groep belanghebbenden, die het deden voorkomen dat er nog wel een andere prijs uit de bus zou komen, èn de ener- giekrisis, die het voor velen moeilijk maakten de financiering rond te krij gen. De actiegroep zou achterhaalde Standpunten hebben ingenomen en dat zou inmiddels wel bekend zijn en ver der meende de heer De Groot dat er op dit moment van verder geldont waarding mogelijk weer redenen zou den zijn voor adspirant kopers, zich alsnog te melden. Hij stelde wel vast dat er geen twijfel over mocht bestaan dat de raad de prijs wilde verlagen en ook niet dat er genoegen genomen zou worden met een lager aantal. De heer K LEVINGA sprak van een .vreemd voorstel". Hij meende dat de raad de indruk wekte te „leuren" met de huizen en hij verwees de kooplus tigen naar de 97 in aanbouwzijnde wo ningen in de wijk Klaarwater. Die zou den beschikbaar komen „uitsluitend voor inwoners, die een huurhuis ach terlieten". Ook wees hij erop dat con form de beslissing van september '73, de prijzen opnieuw vastgesteld moesten worden en hij bleef zich verzetten, zo als ook toen, tegen de verkoop van de woningen. De heer J. van Poppelen (CDA) De heer J. VAN POPPELEN (CDA) had geen moeite met het voorstel en hij dacht als de heer De Groot. „In wezen" vond hij dat het duidelijk moest zijn dat de gemeente niet liep te leu ren, maar dat het slechts ging om de kopers tegenmoet te komen. Aan de prijzen mocht niet gesleuteld worden. De heren M. van Ee (WD) en H. Jon ker (D 66) zaten op dezelfde lijn. Het ging slechts om een eerlijke kans, om van het probleem al te komen. Nadat de heer LEVINGA nog eens de notulen van de septembervergadering had voorgelezen beantwoordde wethou der De Haan de sprekers. Hij was geen voorstander van de ver koop, omdat de huizen nog te hard no dig waren; hij vond ook dat de raad de schijn tegen had en dat het er wel op leek dat men leurde. Hij hekelde de actiegroep, die de bewoners zeer selec tief benaderd had, de ambtenaren wa ren immers buitengesloten en ontvin gen geen brief. Dat had wel een verkeerde indruk ge maakt, zoals het ook niet waar was, dat de actiegroep met de „provincie" gebeld had. Hij kon zich de verwarring van de adspirant kopers overigens wel indenken. Voor hem bleef het een vraag af het uitstel iets op zou leveren, maar de raad mocht op haar besluit terug komen en uitstel van de termijn geven. De heer DE HAAN had al een ïntei* ruptie van de heer Van Ee (WD) te verwerken gekregen die vond dat te veel om het voorstel heen gepraat Werd. Eenzelfde opmerking plaatste Ia- ter ook de heer J. van Poppelen (CDA), die de wethouder toevoegde dat het betoog wel korter had gekund. De motivatie van de voorstellers was duidelijk geweest; het woord „leuren" kwam geheel voor rekening van de Pak-fractie en het voorlezen van de notulen, zoals door de heer Levinga gedaan, was overbodig. De heer De Groot veronderstelde dat de heer Levinga geloofde in fatamor- gana's, in het fabeltje van de doorstro ming. „Laten we het geld laten door stromen", was de mening van de heer De Groot en weer andere huizen bou wen in de sociale sector. Er werd uiteindelijk gestemd. 18 raads leden waren vóór het verlenen van uitsteL Tegen waren de wethouders Dijkstra, Ebbers en De Haan (wethou der Walter was vóór) en de heren Le vinga en Van Vloten van de Pak-frac tie en de heer Oldenboom, als enige van de CDA-fractie.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1974 | | pagina 5