Veel leed is te voorkomen! Bij brand: Telefoon 13333 F* ZIEKENAUTO 12727 Toen en nu De ontwikkeling van de brandspuit De brandweer(man) -\ Kinderen eisen extra oplettendheid Kleine oorzaken grote gevolgen Warmtebronnen en hun gevaren hoezo, gevaarlijke hobby p Roken in bed De vlam in de pan Automatisch wassen bij nacht Overige brandgevaren Brandbeveiliging in bedrijf, hotels en tehuizen Voorkomen beter clan blussen At at te doen bij het! begin van brand 't (dag en nacht) Soester Courant rand Brandweer Mhestri jdhig Brand is zo n angstaanjagend, niets ontziend en alles vernietigend iets, met vaak zulke trieste gevolgen, dat het voorkomen ervan niet genoeg kan worden gepropageerd. Volgens een bekendmaking van het Centraal Bureau voor de Statistiek zijn, blijkens voorlopige tellingen, onze Nederlandse brandweerkorpsen in 1972 voor 22.600 branden uitgerukt (21.200 in 1971). In 1967 was dat aantal 15.700 en in 1962 13.300, hetgeen een onrustbarende toename betekent. De bekend geworden directe financiële schade bedroeg 'n 1972 rond 280 miljoen gulden, tegen 255 miljoen in 1971. De schadebedragen over 1967 en 1962 waren respectievelijk 170 en 76 miljoen gulden. Voor de schade in 1972 werd 120 miljoen veroorzaakt in de nijverheid (exclusief de bouwnijverheid), 34 miljoen aan boerderijen, 26 miljoen aan woonhuizen en 22 miljoen aan winkels. 6000 branden woedden in woonhuizen en 750 in boerderijen, 750 in fabrieken en werkplaatsen en 2250 voertuigen werden door het vuur aangetast. Bij branden in heide-, duin- en veenterrein werd 600 maal opgetreden. In 7100 gevallen werd spelen met vuur en baldadigheid als oorzaak opgegeven, in 850 ge vallen brandstichting en in 650 gevallen onvoorzichtigheid bij roken. Andere oorzaken, welke veel voor kwamen, waren aard- en kortsluiting (1550 gevallen) en defecten of technische storingen (1150 gevallen). Er werden 77 doden en 649 gewonden bij branden geregistreerd tegen resp. 111 en 686 in 1971. Alle eeuwen door hebben branden veel slachtoffers gemaakt onder mens en dier en veel bouwwerken in puinhopen doen veranderen. De meestal licht brandbare bouwmaterialen van vroeger en de primitieve brandblusmiddelen waren er toen vaak oorzaak van dat hele dorpen of delen van steden in vlammen opgingen. Daarentegen zijn de enorm grote gebouwen van thans er vaak de oorzaak van dat. ondanks de moderne blusmiddelen, er tientallen, soms honderden doden bjj een brand te betreuren zjjn. De kreet „brand!" Is altijd al vrees aanjagend geweest, hoewel w\j de be tekenis ervan ons nauwelijks realiseren als we de tweetonige hoorn van een brandweerauto horen. Meestal dringt de volle ernst ervan pas tot ons door als de publiciteitsmedia ons daarover Informeren en de schrikwekkende ta ferelen tonen, zoals dat de laatste t\jd meermalen het geval is geweest. Koe een brand te blussen, is altijd al een probleem geweest. De vele ver schillende en vaak zeer brandbare rrondstoffen maken tegenwoordig het blussen van een brand soms tot een zeer moeilijke opgaaf. Er zijn namelijk branden die niet roet water, maar alleen maar met chemische middelen kunnen worden bestreden. Doch om een grote brand te bestrijden blijft rr.en toch voor het grootste deel aange wezen op water. Dat vuur met waier kan urorden bestreden wist men al heel spoedig. Maar voor men dat met onze hedendaagse middelen kon doen moesten er heel wat verbeteringen in de ontwikkeling van brandweer en brandspuit plaatshebben. Zeer waar schijnlijk is er ongeveer 120 jaar voor onze jaartelling een apparaat uitge vonden. dat later de naam van brand spuit zou krijgen. Waardering past ons voor de pioniers op dit gebied. De gebroeders Jan en Xicolaas van der Hcyden uit Amster dam ontwikkelden in 1672 de eerste flangenbrandspuit. Toch zou het nog een paar eeuwen duren voordat de met de hand bediende zuigperspomp werd vervangen door de stoomspuit waartegen men aanvankelijk afwijzend stond, zoals men in het algemeen ook afwijzend tegen de stoommachine nond- Vit de t\jd van de invoering van de stoomspuit dateert ook het ver haal dat een gemeenteraadslid stemde tegen aanschaffing van een stoomspuit omdat men altjjd met water had ge spoten en hij niet begreep dat het nu met stoom moest geschieden. Deze man zou vandaag zijn ogen uitkijken, want het is wel degelijk mogelijk gebleken om brand te blussen met stoom. Denk maar aan de nevelspuit. In 1930 deed de autospuit zijn intrede. Ook de brandweer onderging een hele ontwikkeling voordat ze werd hetgeen ze nu is. Van burenhulp met emmers water van hand tot hand is er een modern en betrouwbaar apparaat ont staan van vrijwillige en beroeps brand weer. Verdeeld over een aantal grote gemeenten kent ons land ongeveer 39M beroeps brandweerlieden. Voor het overige worden alle mogelijke branden bestreden mede of uitsluitend door ruim 22.000 vrijwillige brand weermannen.- In het algemeen bestaat elke brandweer uit een commandant, (hoofd)brandmeestèrs, (hóofd)brand- wachten en adspirant-brandwachten, die door beroeps of vrijwillige oplei ding, gepaard gaande met veel oefe ning, deze graden Jcunnen behalen. Een woord van waardering voor onze vele dappere brandweerlieden is beslist gepast. Want het ls toch maar de brandweerman, die vaak met gevaar voor eigen leven, zoals regelmatig blijkt, zich tot het uiterste inspant om te redden wat er te redden valt. En niet alleen bij brand, maar ook bij diverse andere rampen, zoals waters nood en ernstige ongevallen, heeft de brandweerman in het algemeen reeds menigmaal bewezen dat hij in uren van gevaar te allen tijde klaar staat, zowel bij nacht als bij dag. En toch ;eldt ook thans nog zoals reeds jaren geleden werd geschreven: „Eerst als men in nood verkeert, wordt de brand weerman geëerd". verwarmingsbron is die brand In woonhuizen veroorzaakt. Daarom: *een petroleumkachel bijvullen als hij nog brandt; laat de schoorsteen regelmatig (min stens lx per jaar) door een vakman vegen; geen wasgoed dicht bij haard of kachel ophangen; gordijnen, tafelkleden en meubels niet te dicht bij de brandende kachel; steek een oliehaard niet aan als hij nog warm is. Als er zich in de bran- derbak olie bevindt, dient het teveel eerst te worden verwijderd; straalkachels op voldoende afstand houden van brandende materialen. Kinderen zien in vuur geen gevaar. Ook als ze ouder zijn zit het fikkie stoken hen nog in het bloed. Kinderen 'veroorzaken in één jaar door spelen met vuur 511 branden. Bij kleuters opletten dat ze: niet bij lucifers kunnen komen; niet spelen met brandende kaarsen; ;een flessen en potjes met brandbare inhoud in handen krijgen; niet op een onbewaakt moment het gasfornuis aansteken - en brandbaar materiaal op de vlammen kunnen wer pen; Veel branden ontstaan door onvoor zichtigheid. onachtzaamheid en -onwe tendheid. In één jaar waren de meest voorkomende brandoorzaken in woon huizen: spelen met vuur, baldadigheid 511 gevallen, brandstichting 120, kachel, fornuis, haard en centrale ver warming 278. oliehaard en olie stook inrichting 280. schoorsteen 408, aard- of (kort)sluiting 292, electrische instal latie of apparatuur 103, broeiing en zelfontbranding 19, petroleum, benzine, spiritus, gas e-d. 182, olie. vet, was. teer, mastiek e.d. 547, overige licht ontvlambare stoffen 152. onvoorzich tigheid bij roken 185. as en sintels 16. lasapparatuur, schilders- en loodgie ters apparatuur 166, andere oorzaken 3393, onbekend 746. Ter voorkoming van veel schade en leed zijn er brandverordeningen met bepalingen ten aanzien van wat mag niet mag. zoals b.v. het verplicht aanwezig zijn van brandblusmateriaal. of het verbod om meer dan een be paalde hoeveelheid brandgevaarlijke stoffen in opslag te hebben. Wie der gelijke bepalingen niet in acht neemt loopt het risico daarvan slachtoffer te worden, zoals regelmatig blijkt. Kleine nalatigheden kunnen onvoor stelbare rampen veroorzaken. De ene keer plaatst de vrouw der huizes hel wasgoed te dicht bij een electrisch straalkacheltje, waardoor het woon huis tot de grond toe afbrandt, een arsdere keer is het een achteloos weg geworpen sigarettenpeuk, die een -uit gestrekt heideterrein of een hele flat in vlammen doet opgaan. Neem daar om in het belang van uzelf en van uw omgeving niet alleen de wettelijk voor geschreven bepalingen in acht, maar ook de hierna volgende wenken. Verwarm uw huis goed en behaaglijk maar bedenk dat het heel vaak de niet alleen thuis zijn, al is het maar voor een paar minuten. Zorg er voor dat een eventuele babysit goed ge- instrueerd is. Telefoonnummer van de brandweer klaarleggen. Zijn de kinderen groter, wijs hen dan op de gevaren van: vuurtje stoken op de hei of in het bos; knoeien met electriciteit; t» met lucifers, sigarettenaansteker of kaars op zolder op onderzoek gaan; weggooien van brandende sigaretten peukjes en roken in bed. Onvoorzichtigheid bij roken, inclusief roken in bed, had in één jaar 185 branden tengevolge, waar-van een groot aantal met zeer ernstige gevolgen. Ro ken in bed is dus ook „spelen met vuur". Reeds velen hebben op cfie manier hun eigen brandstapel aange stoken. Laat het daarom na! Ook volwassenen zijn vaak zeer non chalant met sigarettenpeukjes. Zo'n achteloos weggeworpen vuurhaardje kan uren later een vuurzee zijn. Trap uw sigaren- of sigarettenpeuk ook op straat uit, want hij vormt een gevaar voor de vele op straat geparkeerde auto's met soms lekkende benzine- of olietank. Ledig nooit asbakken in de prullemand. Mocht het u overkomen dat bij uw aktiviteiten in de keuken de vlam in de pan slaat, neem dan de volgende punten in acht: gebruik nooit water voor het blus sen; 9luit de gaskraan af, dan dooft het vuur onder de pan; de brandende pan afdekken met een passend deksel, een deken of dweil. Dit altijd zo doen dal de vlam van u afgedrukt wordt en gezicht en ogen tevens beschermd worden tegen de vlam of opspattende olie of vet; laat de pan zolang afgedekt dat ze voldoende is afgekoeld, om te voor komen dat de inhoud weer vlam vat; wanneer u de Vlam niet terstond meester kunt worden of de omgeving vlam vat, waarschuw dan direkt de brandweer-. De Nederlandse Vereniging van Huis vrouwen Wijst op 'hét- -gevaar van 's avonds of 's nachts wassen, als men naar bed is, om dat - naar is gebleken - een draaiende wasmachine in brand kan vliegen. Dat kwam achtereenvol gend per maand 18, 7 en 6 maal voor. Daarom wordt geadviseerd een draai ende wasmachine niet alleen te laten. Kortsluiting is vaak het gevolg van slechte bedrading of leidingen soms mede tengevolge van lekkage. Ver nieuw daarom een en ander tijdig. Bewaar brandbare vloeistoffen, zoals benzine, terpentine, verf enz. niet in de buurt van vuur of in een warme omgeving, met het oog op gevaar voor explosie. Gebruik ze ook nooit in de buurt van open vuur, kachel of gas- geiser. Kleding schoonmaken met was benzine of andere reinigingsmiddelen kan erg gevaarlijk zijn. Gebruik alleen goedgekeurde verwar mingsdekens en versier uw kerstboom uitsluitend met electrische kaarsen. Ook wanneer knutselen uw hobby is kijken talrijke gevaren om de hoek. Laat bussen en flessen met brandbare vloeistof niet onnodig geopend. Laat geen brandbaar materiaal slingeren in de buurt van open vuur, Vervang beschadigde electrische snoeren, mede ter voorkoming van kortsluiting, want ook een vonkje kan noodlottig zijn. Explosief en brandgevaarlijk zijn ook alle soorten spuitbussen. Handel daar mee even voorzichtig als met benzine, Bewaar ze koel, althans niet op warme plaatsen en in de zomer niet in uw - door de zon soms hete - auto. F F De vele érnstige branden in grote woongebouwen, bedrijven, hotels, te huizen en pensions waarbij soms veel slachtoffers vielen, geven ons aanlei ding de volgende vragen aan de leiding te stellen: is er al iemand aangesteld die de verantwoordelijkheid draagt bij een brand, als u afwezig bent? Gaat u regelmatig en volgens een vast schema, na hoe het staat met de brandveiligheid in uw gebouw? Is uw personeel geoefend in het voorkomen van brand en ook in het bestrijden van pas begonnen branden? Bestaat er een duidelijk werkplan als er brand uitbreekt? Is er een alarminstallatie die In noodgevallen alle bewoners waar schuwt het gebouw te verlaten? Bestaat er voor de bewoners van alle afdelingen of kamers een redelijke kans om in geval van brand snel een vluchtweg te bereiken? Zijn alle nooduitgangen en vlucht wegen duidelijk aangegeven? Bezit het gebouw een noodverlich tingsinstallatie in het geval dat de netspanning uitvalt? Is het personeel goed geïnstrueerd om personen snel af te voeren? Zijn er voldoende blusapparaten in het gebouw? Hangen ze op plaatsen waar ze gemakkelijk te zien en goed te bereiken zijn? Zijn die apparaten gebruiksklaar? Is het personeel geoefend in het ge bruik van het blusmateriaal? Zijn er overal voldoende asbakken aanwezig? Houdt u rekening met de brandvei ligheidseisen als u bouwt of ver bouwt? Bewaar bovenstaand lijstje en gebruik het telkens weer! Over de bedrijfsveiligheid in het alge meen schreef het Nationaal Brand Pre- entie Instituut (N.B.P.I.), Bezuider,- houtseweg 195. te Den Haag. enkele jaren geleden enige belangrijke advie zen over brandbeveiliging bij nieuw bouw of verbouw. Daarbij werd In het bijzonder de aandacht gevestigd op toepassing van z.g Sprinkler-installa ties Dat is een netwerk van leidingen en sproeiers, aangesloten op een onder druk staande waterinstallatie. In de meeste nieuwe grote gebouwen kan men ze aan de plafonds waarnemen. Deze installaties reageren automatisch op warmteontwikkeling, waardoor ze de brand ook ontdekken tijdens afwe zigheid van hel personeel; fcij slaan alarm (ook op de brandweerpost als ze daarop aangesloten zijn) en beginnen terstond automatisch met het blus-] singswerk (overvloedig sproeien met water). Meer inlichtingen hierover zijn bij genoemd instituut verkrijgbaar reageren dient u de volgende vuist regel in gedachten te houden. Blijf kalm en waarschuw de brand weer. Telefoonnummer 1 33 33. Waarschuw alle aanwezigen en doe hen zo nodig het pand ontruimen. Tracht een beginbrand te blussen met geëigende en eigen blusmiddelen. Hou deuren en ramen dicht. Tocht wakkert de vlam aan. Sla geen ruiten stuk. Sluit electriciteit af en draal de gaskraan dicht. In brand geraakte personen onmid dellijk met een deken, gordijn of vloer kleed bedekken. Het slachtoffer moet plat op de grond gaan liggen; een deken of jas moet over het hoofd geworpen worden en dan trachten van boven naar beneden de vlammen te doven. Elke brand, groot of klein, is en blijft een verschrikking, die men met alle mogelijke rriiddelen moet trachten te voorkomen. Daarom dient men alle mogelijke voorzorgsmaatregelen te ne men en' de voor elk gebouw of perceel noodzakelijke blusmiddelen voorhan den te hebben. Het minste wat men als brandbestrij- dingsmiddel in een normaal woonhuis voorhanden dient te hebben ls een op alle waterkranen aan te sluiten water slang van behoorlijke lengte. Daarnaast zijn één of meer brandblusapparaten zeer aan te bevelen. Een autobrand- blusapparaat, verkrijgbaar voor nau welijks twee tientjes, dat ln elke auto, caravan of woonboot 'aanwezig dient te zijn is ook geschikt en handzaam voor in de keuken. Denk daar eens aan! Heel belangrijk is ook dat wij brand- bewust zijn. Dat wil zeggen dat wij onszelf de gedachten moeten inprenten Ik moet oppassen voor brand". Zo kunnen wij daadwerkelijk meehelpen brand te voorkomen. Thuis, op straat, op fabriek, werkplaats of kantoor, kortom overal. Daartoe kan medewerken als wij ons zelf de spiegel voorhouden van ons gedrag, met de vraag: DOE IK AAN BRANDPREVENTIE? Brand betekent paniek, angst en schade. Het ontdekken van brand is altijd eer. verrassing. Een onaangename uiter-j aard. Maar omdat u to elk geval moet I

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1974 | | pagina 15