Een praatje met de burgemeester, lid van het landelijk comité Prins Constantijn naar de kleuterschool - - Soester V.V.D, in de ban van de P.v.d.A» ■MMÊM ZO WORDT NEERLANDS TOEKOMST Donderdag 22 augustus 1974 52e jaargang" no. 52 Uitgave Drukkerij Smit b.v. - Soest Bureau voor redactie en administratie: Van Weedestraat 29, Soest Tel. 14152* - Postgiro 12U156 Omarming met verstrekkende gevolgen SOESTER i COURANT Abonnement per kwartaal 4,75. Buiten Soest per kwartaal 9.— VerschUnt iedere donderdag Waarom is 1975 uitgeroepen tot het „Jaar van de vrouw"? Door de algemene vergadering van de Verenigde Naties is het jaar 1975 uitgeroepen tot „Jaar van de Vrouw", om daarmee de volgende doelstelling te ondersteunen: volledige gelijkheid van mannen en vrouwen; het inschakelen van de vrouw in het sociaal-economische en culturele ontwikkelingsproces over de gehele wereld; de erkenning van het steeds belangrijker aandeel dat de vrouwen hebben bij het ontwikkelen van vriendschappelijke betrekkingen tussen de landen en bij het handhaven van de vrede. Er is een comité samengesteld van vier dames en één heer en dat is professor Misset van „Man, Vrouw, Maatschappij". De dames zijn mevrouw ir. N. de Ruiter, oud-lid van de Tweede Kamer voor de CHU (bouwkundig ingenieur en bezig met het opzetten van een eigen bureau); mevrouw mr. J. M. Corver-Van Haaften, burgemeester van Soest; mevrouw E. ter Veld van het NW-secretariaat; mevrouw Hamm-Rijsdijk, presidente van het Nederlands Vrouwencomité; Ge Enters en ombudsvrouwe Meta van Beek. Er zijn nog twee plaatsen open, die zullen worden opgevuld met mensen uit het vormingswerk en iemand van de wer kende jongeren. Druk bezette dames' dus, volledig ge ëmancipeerd, als we dat woord b\j deze gelegenheid nog eens van stal mogen halen. Want dat zyn de dames in ons land. Er zyn nauwelijks beper kende maatregelen op te noemen; alle beroepen staan voor hen open, zij draaien volledig mee in de politiek, we hebben vrouwelijke ministers, burge. mtesters rechters enz. Ingenieurs, mon teurs en buschauffeurs. Alle sporten mogen door hen beoefend worden, ook al is die beoefening soms niet estetischi om aan te zien. Maar 't mag en kan wel. Wettelijk zijn mannen en vrouwen ge lijkgeschakeld voorwat betreft de lonen en als dat in de praktijk niet klopt, dan ligt daar een schone taak voor de vakbonden en desnoods de rechter. Er zijn discriminerende belastingmaat regelen, maar die treffen niet specifiek de vrouw, maar een gezin. Dat zo alle maal overziend, ziet het er in Neder land niet zo slecht uit. Er zullen onge twijfeld by groepen vrouwen wensen leven, maar het is de vraag of die wensen bij alle vrouwen leven. Wie wil, kan alles bereiken; wie niet wil doet dat uit eigen verkiezing. Vanwaar nu toch zo'n comité. Aan wie deze vraag beter gesteld dan aan onze butgemeester. Oneens De burgemeester is het niet eens met de stelling: wie wil kan alles berei ken, wie dat niet wil doet dat uit eigen verkiezing. „Je moet niet kijken naar een bepaalde positie en naar een klein aantal vrou wen dat in een bepaalde positie zit. Wanneer je naar de basis kijkt, dan is het tooh zo dat bijna vier keer zoveel meisjes als jongens geen enkel onder wijs krijgt boven de veertien jaar. Dat betekent toch, wiens schuld dat ook is, men de opleiding van een meisje min der belangrijk vindt dan de opleiding van de jongens".. Wat is dan de oorzaak? „Van een meisje van 14 jaar kan toch niet gezegd worden dat het een kwes tie is var. niet willen, 't Is meer de maatschappij of de ouders willen niet. Zij vinden de opleiding van het meisje minder belangrijk. Het is een mentali teitskwestie in veel gezinnen en ook een gevolg van ons onderwijssysteem". Waar gaan die meisjes dan naar toe? „Naar een winkel, of bij moeder thuis tot ze wat ouder zijn om later een een voudig baantje op zich te nemen. Niet dat in een winkel werken minder waardig is, maar veel meisjes kunnen I Ook voor Prinsjes luidt eens de schoolbel en ook Prinsjes worden op zo'n eerste schooldag graag door hun moeder weggebracht. Een bloemetje voor de juf is nooit weg, zullen de prinselijke ouders gedacht hebben. Foto: Herman van Dam meer. Jongens krijgen technisch onder wijs in zo'n geval". Een mentaliteits'kwestie van de ou ders zelf; van de moeders dus? „Oh ja het is een patroon dat nog steeds in de maatschappij voorkomt. Op 14-jarige leeftijd beginnen al de niet helemaal gelijke kansen voor de vrouw". De mogelijkheden zijn er wed? „Bepaalde mogelijkheden zijn er wel, maar ze worden niet gebruikt". Niet gebruiken is een mentaliteits- kwestie van de ouderen? „De ouders, maar ook de arbeidswet geving verbiedt vrouwen het een en ander. Vrouwen mochten niet met ge vaarlijke machines omgaan. Waarom eigenlijk niet? Vrouwen mochten niet in een stoffige omgeving werken; net of mannen dat wel fijn vinden. Dat heeft er allemaal aan meegewerkt dat veel technische opleidingen, die de vrouw best zou kunnen volgen, taboe werden. De arbeidswetgeving is nog steeds niet helemaal aangepast". Meisjes kunnen en mogen dus niet, maar bent u met die situatie nu wer kelijk zo ongelukkig? Gaat dat allemaal niet ten koste van het gezin, van de kinderen? „Die ralsverwisseling zie ik ook niet zo, maar dat is een persoonlijke me ning. Veel jongeren willen anders. Een meisje moet, dat staat voor mij vast, de mogelijkheden hebben zich te ont-. wikkelen. Een gezin moet later zelf uitmaken hoe ze die verdeling van de functies in het gezin willen hébben. En ik dacht dat de meerderheid van onze gezinnen zou kiezen voor de traditio nele rolverdeling. Maar daar moet je persé niet aan vast willen houden." Hoe ver moet de maatschappij on dersteboven? Er bestaat bijvoorbeeld zwangerschapsverlof voor werkende vrouwen; drie maanden. Hoe moet dat dan bij de bezetting van die tijdelijke vacature? „We streven naar gelijke kansen om te beginnen. Die Optilon-kwestie (Win schoten) vorig jaar was toch om een gelijke beloning. Daar hebben de man nen toch niet hard achteraan gelopen, 't Gelijke beloning principe ligt al wel zo'n vijftig jaar vast dat eir geen on derscheid gemaakt mag worden, maar er zijn nog geen wettelijke maatrege len. 't Wordt niet eens in alle cao's opgenomen. Dat is toch niet billijk; 't gebeurt gewoon niet." Maar moeten we daar nu een jaar van de vrouw voor creëren? „De Verenigde Naties hebben het jaar 1975 uitgeroepen tot „jaar van de vrouw". Er is in Nederland veel ge beurd sinds de eerste emancipatie-golf al zo rond 1870 begonnen met Aletta Jacobs (eerste vrouw naar HBS). Gelijke rechten hebben we nu hier in theorie, behalve dan in cao's, arbeidswetten en ook in een aantal verzekeringswetten." Er zijn vrouwen die vinden dat ze eerder gepensioneerd moeten worden dan mannen, als ze hun hele leven ge werkt hebben. „Daar ben ik het niet mee eens. Maar u moet niet denken dat de leden van het comité van het jaar van de vrouw, over alles hetzelfde denken. De doel stelling zoals die door de V.N. is vast gelegd, is: Opheffing van ongelijkheid en achterstelling. Er dient meer ruimte te komen voor de ontplooiing van men sen, meer vrijheid voor mannen en vrouwen om zelfstandig verantwoord te kiezen welke rol en taak zij in het le ven op zich zullen nemen. Het rollen patroon heeft de vrouw de rol van moeder-van-het-gezin opgedrongen. Er is nu een veranderingsproces dat lang zaam gaat. Het overkomt mij nog wel eens. dat men verbaasd is als aan de telefoon blijkt dat Soest een vrouwe lijke burgemeester heeft. Dat Is wel niet echt belangrijk. Het is toch wel zo dat je als vrouw soms meer in je mars moet hebben dan een man. Is dat eer lijk?" Nee, dat is niet eerlijk en het is dus niet zo dat vrouwen in Nederland alles kunnen. „Wettelijk kunnen we niet eens hele maal alles. Nu zijn dat niet van die zaken waar we allemaal voor de straat op moeten. Het is wel zo dat aan de opleiding voor de vrouw in Nederland minder gedaan wordt. Bovendien denkt men er dikwijls niet aan vrouwen er gens bij in te schakelen; in commissies benoemen bijvoorbeeld, niet omdat ze vrouw zijn, maar alleen omdat ze er gens veel verstand van hébben. „Men" denkt in Nederland nog altijd dat wij vrouwen iets achterlijker zijn dan man nen; minder kunnen dan mannen." Vrouwelijke minister, staatssecreta ris, burgemeesters enz. Is het aanbod soms minder? „Nee, het aanbod is er wel, maar u zult mij niet horen pleiten voor 50-50. Er zal altijd een grote categorie vrou wen blijven, die als ze eenmaal opge leid zijn, op een goed moment toch de primaire taak in het huishouden op zich zullen nemen. Ze zijn een aantal jaren uit de running en weten dan la ter soms niet wat ze doen moeten. Ik vecht ervoor dat vrouwen bij blijven. Daar moeten wij bijvoorbeeld volgend jaar eens extra aandacht aan besteden; education permanente". Er zijn overi gens een aantal groeperingen al jaren bezig, met deze zaken zoals „Man, Vrouw, Maatschappij" en Dolle Mina". Betekent het jaar van de vrouw nu ook de emancipatie van de man t.o.v. de vrouw? „Als we er dat mee zouden kunnen be reiken, dat nog meer mannen dan tot nu toe er eens over gingen denken dat er toch nog wel iets anders is dan zo-| als de schoolboekjes nog leren: Vader is naar zijn werk, moeder staat in de keuken'. We moeten eigenlijk niet meer praten over emanciperen, maar over participeren: de participatie van de vrouw; duidelijk maken dat de vrouw deelneemt aan het hele leven in de maatschappij. Overal. Aan vrouwen is door de eeuwen heen een heel aparte rol toebedeeld geweest. Ook de man kreeg een rol opgedrongen, de held, de kostwinner. Dat gaat niet meer aan. Er zijn vrouwen die anders kunnen en anders willen. Ik sta nog wel op het standpunt dat de verzorging van het kind de eerste jaren een taak is voor de vrouw, maar dat is misschien over enkele jaren ouderwets. Voor onge huwde vrouwen ligt het anders, maar voor hen is de gelijke kans in opleiding dan ook verstrekkender." Ligt dat in heel Europa gelijk? „In de noordelijke landen zijn ze het verst; naar mijn mening is het in Zwe den Iets uit de hand gelopen. In de zuidelijke landen is nog vastgehouden aan de traditionele rolverdeling. Neder land heeft een soort middenpositie." Is de ontsporing van de jeugd toe te schrijven aan gezinnen waar vader en moeder zo nodig moeten werken? „Daar zeg ik geen ja op. Meestal zijn het niet kinderen van werkende vrou wen die ontsporen. Wel kinderen van vrouwen die zich niet happy voelen in huis en eigenlijk niet genoeg te doen hebben." Wat is belangrijk in een gezin; de opvoeding van de kinderen of het „welzijn" van de ouders? „Ik vind de opvoeding van het kind het aller belangrijkst. Alleen de vraag wat is het belangrijkste, het beste voor het kind, hangt af van wat voor ouders dat kind heeft. U hoort mij niet zeg gen; kinderen in de crèche, vrouwen buitenshuis werken. Maar vrouwen moeten wel meer mogelijkheden heb ben; ze moeten ook wel onderling meer solidair zijn; in flats bijvoorbeeld elkaar eens helpen bij het opvangen van de kinderen, bij toerbeurt, een halve dag bijvoorbeeld. Mogelijk kan dat ook bereikt worden via „Het jaar van de vrouw", participatie en solida riteit. Wij zullen ongetwijfeld nog veel over „het jaar" te horen krijgen. Het comité wordt overstroomd met paperassen en zal uit die toevloed van papier een programma moeten samenstellen, zodat althans wat Nederland betreft, blijkt dat wij er eigelijk nog niet zijn. Saillant Nog enkele saillante gegevens vut het zo pas verschenen boekje „Rebelse meiden blijven strijden", een uitgave van Dolle Mina. „In 1900 eisen vrouwenbewegingen ge. lijk loon voor gelijke arbeid; in 1958 sluit de Nederlandse regering een ver drag met de EEG-landen waarin de eis dat er daadwerkelijk een eind gemaakt wordt aan de ongelijke beloning. In 1973 moeten vrouwen nog steeds staken (Optilon) om hun wettelijk recht op gelijk loon te krijgen." De ongelijke beloning komt tot uiting in functie-omschrijvingen (versluierde discriminatie), in de jeugdlonen en in de cao-lonen. Voorbeelden daarvan zijn: in de textielindustrie, vrouwen 10% minder dan-mannen; hetzelfde percentage ook in de confectie-industrie; schoen-, wasserij- en wasmiddelenin- dustrie, vrouwen 5 minder dan man nen; in het bakkersbedrijf, vrouwen 20% minder dan mannen. Door pre. mieregelingen wordt het werkelijke verschil vaak 25%. „Normaliter wordt de gehuwde vrouw ingedeeld in tariefgroep I en de gehuw de man in tariefgroep IV. In tarief groep I bestaat geen recht op kinder aftrek, in tariefgroep IV wel- Als de man minder inbrengt dan zijn be lastingvrije voet, kan rolswisseling wor. den aangevraagd. En dan komt er een merkwaardige wettelijke discriminatie; is de vrouw kostwinner geworden, dan mag zij geen buitengewone lasten en giften, persoonlijke verplichtingen enz. aftrekken. Dit in tegenstelling tot de mannelijke kostwinner. Ook wanneer de rolswisseling heeft plaatsgevonden, blijft evenals voorheen het recht op af trek aan de man voorbehouden. „Tot zover het boekje „Rebelse meiden blij ven strijden". Dinsdagavond j.1. zijn de vertegenwoordigers van de fracties van de VVD, het CDA en de PvdA wederom samengekomeen in het gemeentehuis om te spre ken over de vorming van het college van burgemeester en wethouders van onze gemeente. En alhoewel men het in juni reeds eens was over een basis beleidsprogramma is men ook nu niet, net als in juni, het eens kunnen worden over de zetelverdeling. PvdA-kandidaten, De Wilde en De Haan hebben ongetwijfeld véél meer bestuurlijke ervaring dan de twee VVD-ers, Ebbers en Plomp. Zo'n sa menstelling zou toch ook nog wel eens veel verderstrekkende gevolgen kunnen hebben op de langere duur. VVD en PvdA blijven van mening dat het college dient te bestaan uit 2 WD-wethouders. 1 CDA-wethouder en 1 PvdA-wethouder. Het CDA is de mening toegedaan dat het college dient te bestaan uit 2 VVD-ers en 2 van eigen partij. De impasse is compleet; de WD blijft bang voor een oppositie onder leiding van Pvd A-fractievoorzitter De Wilde; het CDA laat zich niet „straffen" voor slechts 111 stemmen verschil, het re sultaat van de gemeenteraadsverkie zing. In de raadsvergadering van 3 septem ber zal de oplossing gevonden worden; dan wordt er gestemd en dan kan de verdeling eruit komen 2 VVD en 2 PvdA dan wel 3 VVD en 1 PvdA. Deze laatste verdeling zou door het CDA danig in de war gestuurd kunnen wor den, indien de PvdA opteert voor twee wethouderszetels. Met PvdA en CDA wordt dan de der de man van de WD weggestemd en krijgt de WD haast te maken met een dodelijke PvdA omarming. De beide Van het CDA mag niet verwacht wor den dat zij alsnog overstag gaat; het zou aan de kiezers nauwelijks te ver kopen zijn. Het samengaan van WD met PvdA moet als iets unieks in den lande worden gezien en het zal voor de WD-fractie ook niet te verkopen zijn aan de achterban, zeker niet als zij zich in de hoek laten manoeuvreren van de 2-2 verdeling met PvdA. Het CDA in de oppositie kan die partij mogelijk voordeel opleveren. Van hen mag een eerlijke, objectieve en vooral constructieve oppositie ver wacht worden. Dat zij niet voor de (overtrokken) WD.eis door de knieën gaat, zal de kiezers hoopvol stemmen. Het odium van de eeuwige compromis zoekers is dan voorgoed weg. Er bestaat natuurlijk ook nog een theo. retische kans dat het CDA alsnog met de PvdA de zaken regelt, door de PvdA een betere „offerte" te maken dan de VVD; bijvoorbeeld de portefeuilles van onderwijs en sociale zaken of on derwijs en financiën. Dan zou de kat helemaal in de gor dijnen gejaagd zijn, want dan vist de VVD achter het net. Progressief Soest met de heer Visser, speelt in dit gevecht geen enkele rol. Voor hem is een bijwagen-rol wegge legd, die van geen enkele invloed kan zijn op het gemeentebeleid. Het wordt een spannende vergadering op 3 september, tenzij men elkaar in welke formatie dan ook, nog weet te vinden. noemd uit gaan zien. Maar „na ons de zondvloed" is hier een onbewust, aange hangen gezegde. Wij willen alles wat we thans doen zien als mooi en goe dertieren, leidend tot een betere mens heid en een betere samenwerking. Daarom klinkt ook het „weg met ons" steeds sterker op. Welnu, onze kinds kinderen en hun nakomelingen zullen het weten. Over die honderd of meer jaren bestaan wij niet meer en met dat geluk in het vooruitzicht kunnen we dus rustig doorgaan op onze manier te werken aan de verbetering van de maatschappij. Als we de huidige tendens van diverse ideeën en ontwikkelingen in ons land eens stringent doortrekken dan zou het kunnen zijn dat er in diverse stadia van de toekomst ongeveer een volgend beeld van de situatie in Nederland ont staat. 1. Over een paar honderd jaar zal de Nederlandse bevolking dan voor het grootste deel bestaan uit negers en kleurlingen. Gevolg van het feit dat in de jaren zestig en zeventig van de 20ste eeuw ongeveer de helft van de bevolking van Suriname naar Neder, land kwam, omdat zij hier, als nog toenmalige rijksgenoten, konden mee profiteren van de door de Nederlandse bevolking voor zich opgebouwde goede sociale voorzieningen en hier, in plaats van hun schamele Surinaamse behui zingen, zelfs ruime flats kregen aan geboden om zich te vestigen. En toen Suriname in 1975 onafhanke lijk werd, wilden zij toch niet terug naar hun toen nog arme land, dus vroegen en verkregen zij de Neder landse nationaliteit, vermenigvuldigden zich, namen langzamerhand steeds meer en steeds grotere huizen van het Ne derlandse woningbestand in beslag, gingen zich ook politiek roeren in eigen partijen en waren daardoor tenslotte in staat de dienst in het land uit te maken. Niemand misgunde hen dat, Nederland was bovendien behept met een enorm schuldgevoel tegenover de eens als slaven naar Suriname gevoer de negers en dus trokken de Neder landers zich van lieverlede bescheiden terug. Vele blanke Nederlanders emi greerden dan maar naar het zo leeg geworden Suriname, waar ze allemaal nog volkstuintjes konden gaan houden, die ze suksessievelijk wisten uit te bouwen tot flinke boerderijen en tuin derijen, waarna ze, door het harde werken eindelijk wijzer geworden, toen de immigratie van gekleurden uit Ne derland verhinderen. 2. Hulp aan het inmiddels nogal ver armde Nederland was toen trouwens ook niet meer mogelijk noch nodig, want dat was intussen geheel onder Russische invloed gekomen en bestond nog slechts in naam als onafhankelijke staat, zoals in de jaren '60 en '70 het geval was met Tsjechoslowakije, Bul garije, Hongarije en andere Oosteuro. pese landen. Met Nederland was dat ook met andere Westeuropese landen het geval, want die hadden allen be wust hun militaire kracht tot een mi nimum teruggebracht en konden zich dus niet meer tegen Russische impe riale eisen verzetten. Alleen Frankrijk had nog een zékere zelfstandigheid weten te behouden, zij het wel in een bondgenootschap met de Sowjet-Unie. Ook die situatie had vele Nederlanders ertoe bewogen zich elders in nog vrije en demokratische landen te gaan vestigen, zodat het nog blanke deel van de bevolking in Ne derland nu een min of meer onder drukte miderheid vormde en nog al leen in aanmerking kwam voor de laagst betaalde baantjes. 3. Die ontwikkeling had zich ook vol trokken via steeds progressievere lij nen in het onderwijs. Er werd steeds minder aandacht besteed aan de ex akte vakken daarvan, waardoor het reken en taalvermogen van de bevolking met elke generatie verminderde, zodat de blanken ook niet meer in staat waren om op hun tellen te passen en de si tuatie moesten overlaten aan de licha melijk sterksten. De onderontwikkelde blanken waren daardoor ook nauwe lijks meer in staat tot bestuurlijke funkties, langzaam maar zeker verpau. perde dat volksdeel. Maar eenmaal onder Russische leiding mochten ze het land niet meer uit, want dan zou den ook de goedkope arbeidskrachten verdwijnen, hetgeen de ekonomie van het kommunistische Europa niet ge doogde. 4. Eer het zover was, hadden zich in Nederland natuurlijk talloze onlusten voorgedaan tussen blanken en gekleur den. De rassendiskriminatie nam een schrikbarende omvang aan en omdat de blanke zich hieraan zo min mogelijk schuldig wilden maken, dierven ze hoe langer hoe meer het onderspit, met bo vengenoemd gevolg. 5. De stoot tot de ondergang van de oorspronkelijke Nederlandse bevolking werd echter al gegeven door de eisen van de vakbonden en radikale jonge ren tot nivellering van de inkomens, in welke positie men ook werkte, en de tot negentig procent opgeschroefde na tionalisatie van de inkomens. Persoon lijke uitgaven waren daardoor tot het minimum teruggebracht, zodat vrijwel niemand het meer nodig achtte zich in te spannen. Daarom werden bedrij ven en boerderijen genationaliseerd, hetgeen tot een sterke achteruitgang van de nationale produkten leidde. De staat verarmde en ook dat droeg bij tot bovengenoemde gevolgen. En zo zouden we nog door kunnen gaan in diverse onderdelen van de sa menleving, die het toekomstig beeld van Nederland zullen gaan tekenen, als we de ideologische leuzen zouden vol gen die thans door z.g. radikalen wor den aangeheven. Het zou de uiteinde lijke konsekwentie ervan zijn, die door de aanheffers ervan nu nog niet wordt doorzien, zoals zovele nu reeds kenbare gevolgen van een te ethisch en sociaal beleid ons onaangenaam overrompelen. Maar terugdraaien is er niet bij, men kan alleen maar steeds verder gaan op de ingeslagen weg. Tenzij er een revolutie zou komen. Maar als we er gens huiverig voor zijn dan is het wel voor revolutie. Dus drammen we verder. En konse. kwent doorgeredeneerd moet de toe komst er dan ongeveer als bovenge-

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1974 | | pagina 1