Dagelijks bestuur van Soest nu geen 4 maar 3 wethouders 2 V.V.D. en 1 P.v.tLA. - C.D.A. consequent en daardoor in de oppositie 1 ALFA ROMEO nu ook in Soest vertegenwoordigd EEN MINISTER V ALT AAN Birkstraat 9 - Telefoon 02155-16980 Werkplaats Amersfoort, showroom E. Meijsterweg 54 - Tel. 03490-18901 Monnikenpad 1 - Telefoon 03490-31170 Uitgave Drukkerij Smit b.v. - Soest Samenstelling en taakverdeling van het college Prins Claus morgen jarig Spreekuren Stichting Maatschappelijke Dienstverlening Soest Uw bezoek zal ten zeeiste worden gewaardeerd. ISondertlag 5 september 1974 53e jaargang iio. 2 SOESTERI COURANT Abonnement per kwartaal 4,75. Buiten Soest per kwartaal 9,— Bnreau voor redactie en administratie: Van Weedestraat 29, Soest Verschijnt Iedere donderdag Tel. 14152' - Postgiro 126150 Het dagelijks bestuur van onze gemeente zal de komende vier jaren bestaan uit de burgemeester en drie wethouders. De raad besloot daartoe dinsdagavond ln de met spanning tegemoet geziene vergadering. Het terugbrengen van het aantal wethouders van vier naar drie gebeurde niet uit bezuiniging, maar uit politieke overwegingen. Politieke overwegingen golden ©ók vier jaar geleden toen het aantal van drie op vier gebracht werd. Was het toen om een zo nauwkeurig mogelijk afspiegelingscollege te formeren, nu gebeurde het omdat de afspiegeling, zoals VVD en PvdA zich dat gedacht had den, niet haalbaar bleek. Het CDA bleef op haar standpunt staan dat de stem busuitslag haar, net als de VVD recht gaf op twee wethouderszetels. CDA en VVD zouden samen 76% van de raad vertegenwoordigen; met de PvdA erbij zou dat percentage 97'/: zijn, maar door het stug vasthouden van de VVD aan het voornemen ook de PvdA bij het dagelijks bestuur te betrekken, ver tegenwoordigt het collegen nu 60%. Dat terugbrengen van het aantal wethouders gebeurde duidelijk tegen de zin van de burgemeester, die „adviserend" opmerkte, dat het niet in het belang van de gemeente was. Ook het CDA bleek een fervent tegenstander van deze vermindering en smeekte de beide andere partijen haast, toch nog een kandi daat naar voren te schuiven. Dat gebeurde niet, puur uit politieke overwe gingen. Voor de PvdA zou een formatie met drie VVD-ers onaanvaardbaar zijn en daar moest de VVD wel rekening mee houden. Toen er eenmaal besloten was dat men in zee zou gaan met drie wethouders, gooide het CDA nog een balletje op. De heer G. Oldenboom (CDA) veronder stelde toen dat nu het eenmaal zover was, er een alternatief aanwezig was. Nu toch immers zou weer een afspiegelingscollege geformeerd kunnen worden; VVD, CDA en PvdA ieder één wethouder. Maar het balletje werd door de VVD niet opgevangen. De WD zou in al deze zaken de hoofdrol hebben moeten spelen, maar voor iedere insider was duidelijk dat tussen de VVD-coulissen zich de ervaren souf fleur De Wilde bewoog. Het CDA verdedigde zich niet, maar zette wel duidelijk op een rijtje wat er allemaal gebeurd was sinds de verkiezingen; hoeveel gesprekken er geweest waren met de VVD, hoe nader men tot elkaar gekomen was en hoe men uit eindelijk overeengekomen was de wethouderszetels te verdelen. Er bleek zelfs een comunique te zijn opgesteld. De VVD ontkende dat niet, maar pareerde de aanval door te stellen dat het slechts om informele gesprekken ging, die eigen lijk geen waarde hadden. Officieel werd er pas onderhandeld toen het gesprek werd gevoerd door de drie partijen. En toen was hen gebleken dat de PvdA zich constructief opstelde en het eigenlijk onlogisch zou geweest zijn, de PvdA buiten te sluiten. De heer J. Visser van Progressief Soest zat, figuurlijk gezien, dat alles van een afstand te bekijken. Ook hij mocht zijn zegje zeggen; deed dat humoristisch, soms grof, maar hij maakte enkele puntige opmerkingen zoals; „als Soest nu plots met drie wethouders verder kan, wie heeft er dan de vorige periode uit zijn neus zitten eten?" en later „iedereen weet wat de samenwerkingsschool HAVO/VWO in Soest niet haalbaar is, waarom die dan boven aan de lijst van het gezamenlijke basisprogramma gezet?" Maar het werden drie wethouders: de heer K. de Haan van de PvdA, die in geen enkel college ontbroken heeft sedert 1947; de heer J. Ebbers van de VVD. in de afgesloten periode wethouder van financiën en de heer drs. G. A. W. G. A. Plomp eveneens van de VVD. Hij is de nieuwkomer, 40 jaar oud, lid van de VVD sinds 1965 en drs in de Franse en Spaanse taal. Hij is rector aan het Goois Avondcollege, lid van het schoolbestuur te Soest en oud-lid van de schoolraad te Hilversum. Ongetwijfeld zullen kiezers van VVD, CDA en PvdA teleurgesteld zijn in deze gang van zaken. Had men dat van te voren geweten, wie weet was de stem busuitslag anders geweest. In Soest werd in ieder geval iets unieks verricht; VVD samen met PvdA, het CDA aan de kant en in de oppositie. Een paar apart. Dat is bij ons mogelijk want Soest is Nederland niet. Over vier jaar weet Iedereen of het zo goed geweest is. Beëdiging De vergadering werd zoals gebruikelijk geopend met het ambtsgebed. De bur gemeester las het voor en in haar stem klonk toen reeds haar bezorgdheid over alle te nemen besluiten „in het belang van de gemeente", met de klemtoon op „gemeente". Daarna volgde de beëdiging van nieuw gekozen leden van de raad en vervol gens kreeg iedere fractievoorzitter het woord voor het afleggen van een ver klaring. VVD De heer M. van Ee benadrukte dat de gekozenen tezamen de komende vier jaar de gemeentelijke huishouding zou den bestieren. Zij zouden de nieuwe visies in concrete beleidsdaden moeten omzetten en hij sprak de hoop uit dat het een open bestuur zou worden „waarbij de burger zoveel mogelijk zal worden ingeschakeld en diens betrok kenheid zal worden bevorderd". Hij herinnerde er vervolgens aan dat een gemeenteraad zelf bestuurde en niet zoals het parlement in Den Haag, een controlerende instantie was; het college van b. en w. waren het dage lijks bestuur namens de raad en niet „namens een bepaalde meerderheid van die raad". De VVD had steeds gestreefd naar een afspiegelingscollege, een college dat een beleid voerde in overeenstemming „niet alleen met de inzichten van een zo groot mogelijk percentage van de raads leden, maar vooral ook conform de Inzichten van zoveel mogelijk politieke stromingen". Volgens de VVD impliceerde dat een verdeling van de wethouderszetels in 2 (VVD). 1 (CDA) en 1 (PvdA). Bij gebrek aan een gezamenlijke be- leidshasis tussen de drie partijen had de VVD in tweede instantie gedacht aan een samengaan met het CDA op een 2-2 basis. Het nieuwe eollege van b. en w. V.l.n.r. de heren G. Plomp (VVD) en K. de Haan (PvdA), de burgemeester, secretaris Borreman en de heer J. Ebbers (VVD). gebleken dat het CDA alleen met twee wethoudszetels genoegen zou nemen en aan die wens tegemoet komen zou slechts mogelijk geweest zijn, indien in open onderhandelingen met de PvdA geen gezamenlijke programmatische ba sis te vinden was. Dat was echter niet het geval: de PvdA stelde zich positief op, aldus de heer Van Ee. Daardoor werd een afspiegelingscollege in de ware zin des woords een haal bare zaak. „In de overtuiging dat het in het Soes- ter belang is dat zoveel mogelijk po litieke stromingen aan het dagelijks bestuur van onze gemeente deelnemen en zitting hebben in het college onder meer voor achtergrond informa tie op zichzelf belangrijker is dan het aantal mensen dat van een bepaalde partij in het college vertegenwoordigd is, hebben wij verder doelbewust naar een samengaan van VVD, CDA en PvdA gestreefd. Daarbij zou ons in ziens het CDA volksdeel voldoende ge respecteerd kunnen worden door de CDA-wethouder, onder meer de door hen zo begeerde en belangrijke porte feuille ruimtelijke ordening, en de CDA-fractie een aanzienlijke bezetting van de commissies te gunnen", aldus de heer Van Ee. Hij besloot met de hoop uit te spreken dat het CDA in het algemeen belang zitting zou willen nemen in het college en daardoor de goede verstandhouding tussen de beide partijen, zoals die de laatste jaren was opgebouwd, voort te zetten. Hij stelde de heren Ebbers en Plomp kandidaat voor een wethouders functie. C.D.A. De heer J. van Poppelen was aanzien lijk Korter In eerste instantie. Het CDA had twee kandidaten voor twee wet houderszetels. Dat was al eerder aan de VVD bekend gemaakt en men was ook tot overeenstemming gekomen voor de 2-2-verdeling. In dat standpunt was men. „Wij willen graag meewerken en deelnemen aan de vorming van het college voor de komende raadsperiode met 2 wethouders", aldus de heer Van Poppelen. Na 21 juni was er echter een verande ring gekomen in het VVD-standpunt en was het overleg vastgelopen. „Mocht", zo zei de CDA-woordvoerder, „de nu bereikte overeenstemming tus sen VVD en PvdA zó hecht zijn, dat ons getal 2 wordt genegeerd, dan zou den wij graag weten: 1. Hoe denken de fracties van VVD en PvdA zich in ge tallen de samenstelling van het college voor de komende periode; 2. Wij wil len op deze vraag een antwoord, alvo rens u gelegenheid geeft tot stemmen over te gaan; 3. Het CDA standpunt is, dat er in deze raadsvergadering vier wethouders moeten worden gekozen". P.v.d.A. Fractie-voorzitter De Wilde constateer de dat de partij met 5 zetels in de raad niet ontevreden was. Zij hadden zich direct beraden over de verdere opstel ling en meeenden dat indien aan be paalde verlangens van de PvdA zou worden voldaan, voorkeur getoond zou worden voor deelname in het werk van b. en w. „Dat betekent niet", aldus de heer De Wilde, „dat wij, als wij buiten het college zouden worden gelaten, doordat de andere partijen de wethouderszetels voor zich zouden opeisen, dan wel, dat wij om deel te nemen aan het werk van college van b. en w. voor ons niet aanvaardbare programmatische conces sies zouden moeten doen, tegen het voeren van oppositie op zouden zien' De fractie was steeds voor een afspie gelingscollege in een zodanige samen stelling dat alle fracties er zitting in zouden nemen. In zo'n geval kon vol staan worden met een beknopte pro gram-afspraak en de fracties zouden dan in belangrijke mate de vrijheid kunnen behouden met betrekking tot die programmapunten, welke zij in de verkiezingsaktie naar voren hadden ge bracht. Met deze beleidslijn was de PvdA- fractie reeds op 30 mei accoord. ,Men zou allereerst in het overleg met CDA en VVD nagaan of er overeenstemming te verkrijgen was; daarna de zetelver deling aan de orde stellen met de ge dachte aan 2-1-1 en daarbij in het oog houdend dat voor het CDA compensa tie gevonden zou kunnen worden door verzwaring van het takenpakket van die ene CDA-wethouder. De fractie had ook een wens met be trekking tot de portefeuille-verdeling; na zoveel jaren maatschappelijk werk, sport en woonruimteverdeling beheerd te hebben opteerde men nu voor on derwijs, dan wel ruimtelijke ordening. De fractie had daarna de uitnodiging voor een gesprek rustig afgewacht, daarin niet gestoord door een kranten artikel met de uitspraak dat CDA en VVD de portefeuilles onderling zouden verdelen. Bij de eerste bespreking was daarna gebleken dat op een niet onbelangrijk aantal punten volkomen overeenstem ming was te bereiken. Dat bij de ge sprekken over de zetelverdeling de on derhandelingen vastliepen, betreurde de heer De Wilde zeer. Hij had namens de fractie gezegd dat als WD en CDA werkelijk een afspiegelingscollege wil den. de PvdA niet buiten het college te houden was. Indien men niet wilde dat zij mee zouden doen, dan zou de fractie daaruit de consequentie trek ken met betrekking tot de rol die zij de komende jaren zouden spelen. „Het optreden van het CDA is mij eerlijk gezegd nog steeds niet duide lijk geworden. Van meet af aan wer den 2 wethouders gevraagd; aangezien het CDA kon weten, dat de VVD niet zonder meer met één wethouder ge noegen zou nemen, stelde het CDA zich met haar 2 wethouders tegenover ons op. Bovendien stelde de VVD zich al spoedig op het standpunt, dat de PvdA in het college mee zou moeten doen. Naar myn gevoel is het CDA door haar opstelling steeds meer in een doodlopende straat terecht geko- "Uit informele gesprekken was de VVD sinds 21 juni geen verandering geko-men", aldus de heer De Wilde. De PvdA fractie had ook steeds dui delijk laten blijken niet met één partij, hetzij VVD, hetzij CDA, in het college zitting te willen nemen „tenzij één van die twee partijen door zijn eigen op stelling ons daartoe zou dwingen". Ook had de fractie zich van meet af aan op het standpunt gesteld dat, gezien de stembusuitslag, zij met één wethou derszetel zouden moeten volstaan. Dat het CDA ondanks die gegevens toch vasthield aan twee zetels zou naar zijn mening gelegen kunnen hebben aan de gedachte dat de VVD terug zou schrik ken van een samengaan alleen met de PvdA, en dus de PvdA in d'e steek zou laten. Eveneens zou het CDA geloofd en ge hoopt kunnen hebben dat de PvdA er zo tegen op zou zien om samen met de WD in het college te zitten, dat als voldoende aantrekkelijke portefeuilles zouden worden aangeboden, de PvdA alsnog overstag zou gaan. „Als mjjn taxatie van de CDA-opstel ling in deze juist is, dan moet ik vast stellen, dat het CDA zich verkeken heeft, in ieder geval op de ernst van ons standpunt". De fractie bleef voorstander van 4 wethouders in de verdeling 2-1-1 en zou haar steun geven aan de VVD- kandidaten. De eigen kandidaat werd de heer De Haan, die zich in staat voelt, zo was hem gebleken in gesprek ken „deze taak wederom op zich te ne men". Hij hoopte verder dat het CDA alsnog iemand uit haar midden beschikbaar zou stellen. Mocht dat niet zo zijn, dan zou de PvdA het wethoudersaantal teruggebracht willen zien op drie. „Wij achten dit niet een in alle op zichten aantrekkelijk perspectief. Als door de opstelling van het CDA ech ter het, zeer tot onze spijt, niet anders kan, dan werken wij mee aan een col lege bestaande uit vier personen (burg. en 3 weth.). Zakelijk, qua hoeveelheid werk, lijkt ons dit niet geheel onverantwoord", al dus de heer De Wilde. Indien de CDA-fractie achteraf op haar standpunt wil terugkomen, dan zou de PvdA zich uiterst zorgvuldig wil len beraden of een dergelijk overleg nog wel zinvol zou moeten worden ge acht. De heer De Wilde bleef evenwel hopen dat het CDA tot inkeer zou komen, Zijn fractie liet zich nog steeds leiden door de gedachte dat in deze gemeente met deze raadssamenstelling een af spiegelingscollege het meest in het be lang van de gemeente was. Progressief Soest De heer J. Visser meende dat Soest in ieder geval de wethouders kreeg die het verdiende, 't Had naar zijn mening veel moeite gekost om zover te komen en geen wonder. „Van het begin af aan heeft men mijn fractie buiten het overleg gehouden. En daar plukt men nu de wrange vruchten van. Het gemis aan een goede gespreksleider met ra- dikale ideeën breekt nu al op". Hij meende dat Soest drie conservatie ve partijen had; een werkgevers WD. een religieuze WD en een werknemers WD. De zeven punten van het basis programma waarop de partijen elkaar gevonden hadden, noemde hij niets zeggend. „Wanneer je dat onthutsend stuk legt naast het vooruitstrevende gemeente program van de PvdA, blijft er van dit verkiezingsprogram niets meer over. De versnelde democratisering van het be stuur met openbaarheid, medezeggen schap en participatie democratie, die zowel intern als extern als een rode draad door het beleid moet lopen, knapt vanavond als een rose gekleurde spinrag", aldus de heer Visser. Hij zei benieuwd te zijn hoe de PvdA-fractie dat op de openbare ledenvergadering zou goedpraten. De heer Visser merkte op dat de heer Levinga (oud raadslid PSP) in deze nieuwe behoudende raad, geen gek fi guur geslagen zou hebben. „Maar ja, hij had dan wel wat meer moeten uit trekken dan alleen zijn stropdas om na 4 jaar getob indruk te maken op het kiezerspubliek". Hij zei het begrijpelijk te vinden dat het CDA voor slechts 111 stemmen minder, twee wethouderszetels claimde. „Twee of niets. Als het niets wordt zal ik er niet om treuren". Hjj veronder stelde verder dat als de PvdA-opstel- ling vóór de verkiezingen was gepubli ceerd. de fractie niet met vijf man in de raad zou zitten. Het terugbrengen van het aantal wethouders van vier naar drie noemde de heer Visser onge hoord. Als dat kon wie van de vier wethouders had er dan de afgelopen vier jaren uit zijn neus zitten eten?" „Als de mannenbroeders van het CDA in Soest een ietsepietsie van het voor uitstrevend inzicht hadden getoond van hun geloofsgenoten in politiek Den Haag dan hadden ze vanavond samen met de PvdA een meerderheidscollege kunnen formeren. En wanneer mijn Vara-vrienden van de PvdA Soest een ietsepietsie van hun progressieve ka merfractie in zich hadden gehad, dan had men vanavond de WD buitenspel kunnen zetten. Het is allemaal tever geefs; het is allemaal één pot nat hier in Soest", aldus de heer J. Visser. De rechtse gemeente met de rechtse ge meenteraad kreeg de wethouders die ze verdiende. 2e ronde De heer M. van Ee (VVD) noemde de gegevens van het CDA onjuist. Hij hoopte dat de vergaderingen over de wethoudersverdeling in de toekomst in het openbaar gehouden zouden worden en hij sloot zich geheel aan bij wat de heer De Wilde gezegd had. Van CDA kant werd daarna uitvoerig uit de doeken gedaan wat er zich sinds de verkiezingen allemaal afgespeeld had. Op 31 mei was de fractie bij elkaar geweest en was men tot de conclusie gekomen dat de 2-2 verdeling met de WD de meest gewenste was. Het al ternatief 2-1-1 was gezien het geringe stemmenverschil (111) niet acceptabel. Na een vergadering van de VVD-frac- tie op 1 juni, was het CDA meege deeld dat bij de WD een verdeling 2-1-1 de voorkeur had, doch dat indien het CDA eveneens 2 wethouders wilde hebben, dat dan de fractie van de WD zich in deze kon vinden en samen met het CDA het college zou vormen. De 76% speelde daarbij een rol. Door de VVD werd voorgesteld een bespreking te beleggen met CDA en zonder PvdA. Tevens werd door de VVD-woordvoerder gesteld, dat, wan neer over enkele programmapunten overeenstemming was te bereiken, men met de wethoudersformatie spoedig ge reed zou zijn. Het CDA had dat voor stel gesteund. Op 6 juni had die bespreking plaatsge vonden, waarbij eerst de uitgangspun ten zoals genoemd, werden bevestigd. „T.a.v. de programmapunten betrek king hebbend op onderwijs en planolo gie werd binnen nauwelijks 10 minuten onderhandelen, volledige overeenstem ming bereikt", aldus de heer Van Poppelen. Hij somde daarna de belangrijkste pun ten uit die bespreking op o.m. dat bij een 2-1-1 verdeling alleen de heer De Haan als wethouder voor de WD ac ceptabel zou zijn; woonruimteverdeling buiten de politiek zou blijven; op 17 juni de bespreking tussen CDA en WD zou worden voortgezet en de fractievoorzitter die in het buitenland verbleef van de voorgestelde samen werking 2-2 op de hoogte zou worden gesteld. Op 17 juni werd weer vergaderd en kwamen o.m. de namen van de a.s. wethouders aan de orde (Ebbers en Plomp voor de WD en Hoekstra en Storimans voor het CDA). De porte feuille van onderwijs diende in handen te komen van de WD, die verder ook belangstelling toonde voor openbare werken. Getracht zou worden voor 1 juli de besprekingen geheel af te ron- Voor vervolg zie pag. 5 kolom 1, bovenaan. Burgemeester: Coördinatie Bestuur, Openbare Orde en Veiligheid, Ruimte lijke Ordening, Verkeer, Bossen en Voorlichting. Wethouder K. de Haan: tevens loco burgemeester: Financiën, Woningbouw Grondbedrijf, Maatschappelijk Werk, Personeelszaken en Volksgezondheid. Wethouder G. A. W. G. A. Plomp: On derwijs, Cultuur, Recreatie, Sport, Jeugd en Uitvoering Woonruimtewet. Wethouder J, J. Ebbers: Openbare Wer ken, Bouw- en Woningtoezicht, Bedrij ven, Planning/Automatisering en Eco nomische Zaken. Spreekuren Burgemeester. Soest: iedere disdag van 15.00-16.00 uur; Soesterberg: le woens dag van de maand van 15.00-15.30 uur. Wethouder De Haan. Soest: iedere maandag van 16.00-16.30 uur. Wethouder Plomp. Soest: iedere woens dag van 14.00-15.00 uur voor onderwijs, cultuur, sport en jeugdzaken; iedere woensdag van 15.00-16.00 uur voor huisvestingszaken. Voor dit spreekuur dient vooraf telefonisch een afspraak te worden gemaakt via bureau Huis vesting. Soesterberg: le dinsdag van de maand van 14.30-15.00 uur. Wethouder Ebbers. Soest: iedere don derdag vanaf 10.00 uur in het gebouw Gemeentewerken. Voor dit spreekuur dient vooraf telefonisch een afspraak te worden gemaakt via het directiese cretariaat van de dienst gemeentewer ken. Soesterberg: le maandag van de maand van 09.30-10.00 uur. Z.K.H. prins Claus viert morgen zijn 48ste verjaardag. Er zal die dag weer druk gevlagd worden, want het Huis van Oranje staat bij het Nederlandse volk nog altijd in hoog aanzien. Is prins Claus intussen niet zowat een volbloed Nederlander aan het worden? Met grote interesse heeft hij zich geworpen op de problemen van de ruimtelijke ordening en met enthousiasme verzet hij bergen werk hiervoor. De prins is al niet meer weg te denken van de plaats die hij zich veroverd heeft in de Nederlandse samenleving. Zijn sympathie voor de ontwikkelingslanden schuift hij ook niet onder stoelen of banken en hij geeft blijk zeer sociaal bewogen te zijn. Ons volk heeft reden dankbaar te zijn voor zo'n toekomstige prins-gemaal. Wij hopen dal hij nog voldoende tijd heeft om zich op deze zware taak voor te bereiden en wensen hem temidden van zijn vrouw en zijn kinderen een goede verjaardag toe. De borrel- of stamtafelpraat van mi nister Vredeling geuit in een inter view met een links georiënteerd week blad, blijkt voor zijn koLlega's helemaal geen bezwaar op te leveren om de sa menwerking voort te zetten. Dat zou nog slechts enkele jaren geleden, maar dan ook in een andere koaliitie, wel het geval zijn geweest. Toen zou men zo danige uitlatinge van een minister niet getolereerd hebben en op zijn aftreden hebben aangedrongen. Nu doet men het af met: nou ja, we kennen hem toch, hij zegt nu eenmaal graag wat hem voor de mond komt en speelt graag het „enfant terrible", maar dat is niet zo erg. We betreuren natuurlijk enkele uitdrukkingen, hijzelf achteraf trouwens ook, en met dat te verklaren is de zaak voor ons afgedaan. Voor de oppositie, in casu de VVD, lag dat na tuurlijk enigszins anders, maar dan voornamelijk uit zuiver politieke over wegingen. Als er een aanleiding is om dit kabinet of ministers daarvan te kritiseren, behoeven ze dit niet te la ten. Het stond echter bij voorbaat al vast dat de uitlatingen, op dit moment, geen poliieke gevolgen konden hebben, niet tot het aftreden van Vredeling konden leiden. De onder zijn beleid samenge stelde Defensienota staat immers op het punt door de Tweede Kamer be handeld te worden en daarbij is de er voor verantwoordelijke beleidsman na tuurlijk onmisbaar. De inhoud van die nota, de voor de fensie nodig g.-achte aanschaffingen en vernieuwingen, wordt in brede kring toch wel als een knap stuk kompro- mis gewaardeerd, gezien de situatie van waaruit dit kabinet zijn beleid moet uitstippelen. Natuurlijk zal er fikse kri tiek op komen bij de parlementsbehan- deling, maar niet alleen van rechts doch zeker ook van uiterst linkse zijde. Die Defensienota is een politiek inge wikkelde kwestie en de verdediging ervan zou maar niet zo één, twee, drie door een ander kunnen worden overge nomen. En wie zou dat dan trouwens moeten zijn? Het zou bepaald niet zo eenvoudig zijn om in PvdA-kringen weer iemand te vinden, die zich met het in de nato uitgestippelde beleid ge heel zou kunnen verenigen. De meest linkse achterban zou er zich zeker mee bemoeid hebben en de ge volgen ervan zouden voor het kabinet in z'n geheel weieens uitermate moei lijke konsekwenties kunnen veroorza ken. Bovendien zou de behandeling van de Defensienota er natuurlijk weer ge- ruimte tijd door verschoven moeten worde. Er is al enkelne jaren op ge studeerd, de verschijning ervan al eni ge malen uitgesteld, zodat het inmid dels kort dag is geworden om nog tij dig de voor onze krijgsmacht noodza kelijke voorzieningen te kunnen tref fen, o.a. ten aanzien van de aanschaf van de vervangende straaljagers. Nee, het was zowel om politieke als om zakelijke redenen onmogelijk om op dit moment de minster van defensie te vervangen. Vooral daarom is de zaak gesust. Toch hebben de uitlatingen van de minister bij sommigen natuurlijk een bittere smaak achtergelaten. Het zou dan ook best kunnen zijn, dat na de vaststelling van het defensiebeleid voor de komende jaren de positie van minister Vredeling wankeler wordt dan ze vorige week leek. Er is uit dit inter view gebleken, dat de samenhang in dit kabinet toch niet zo groot is. Er zijn al meermalen door ministers en staatssekretarissen eigenzinnige mede delingen geuit, waarmee andere minis ters zich niet geheel konden verenigen, waardoor dan ook uitspraken moesten worden ingeslikt of in de doofpot wor den gestopt. Het kabinet Den Uyl toont zich daar door nog altijd als een wat vreemd samenraapsel, waaraan een taktisch optreden van de minister-president maar al te vaak te pas moet komen om het geheel in de juiste baan te houden. Met ingang van 1 september 1974 worden de spreekuren van de Stich ting Maatschappelijke Dienstverlening Soest als volgt uitgebreid: Afdeling gezinsverzorging en bejaar denhulp: Soest: Anna Paulownahuis. Burg. Gro- thestraat 51, tel. 19004, maandag tot en met vrijdag van 9.00-10.00 uur, donder- van 19.00 - 19.30 uur. Soesterberg: Dorpshuis, Dorpsplein, donderdag van 9.00-10.00 uur. Afdeling algemeen maatschappelijk werk: Soest: Anna Paulownahuis. Burg. Gro- thestraat 51, tel. 19004, maandag tot en met vrijdag van 9.00-10.00 uur, donder dag van 19.00-19.30 uur. Soesterberg: Dorpshuis, Dorpsplein, donderdag 10.30-11.30 uur.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1974 | | pagina 1