Dagelijks bestuur van Soest nu geen 4 maar 3 wethouders
2 V.V.D. en 1 P.v.tLA. - C.D.A. consequent en daardoor in de oppositie
1
ALFA ROMEO nu ook
in Soest vertegenwoordigd
EEN MINISTER
V ALT AAN
Birkstraat 9 - Telefoon 02155-16980 Werkplaats
Amersfoort, showroom
E. Meijsterweg 54 - Tel. 03490-18901
Monnikenpad 1 - Telefoon 03490-31170
Uitgave Drukkerij Smit b.v. - Soest
Samenstelling en
taakverdeling van
het college
Prins Claus morgen jarig
Spreekuren
Stichting Maatschappelijke
Dienstverlening Soest
Uw bezoek zal ten zeeiste worden gewaardeerd.
ISondertlag 5 september 1974
53e jaargang iio. 2
SOESTERI COURANT
Abonnement per kwartaal 4,75. Buiten Soest per kwartaal 9,—
Bnreau voor redactie en administratie: Van Weedestraat 29, Soest
Verschijnt Iedere donderdag
Tel. 14152' - Postgiro 126150
Het dagelijks bestuur van onze gemeente zal de komende vier jaren bestaan
uit de burgemeester en drie wethouders. De raad besloot daartoe dinsdagavond
ln de met spanning tegemoet geziene vergadering.
Het terugbrengen van het aantal wethouders van vier naar drie gebeurde niet
uit bezuiniging, maar uit politieke overwegingen. Politieke overwegingen golden
©ók vier jaar geleden toen het aantal van drie op vier gebracht werd. Was
het toen om een zo nauwkeurig mogelijk afspiegelingscollege te formeren, nu
gebeurde het omdat de afspiegeling, zoals VVD en PvdA zich dat gedacht had
den, niet haalbaar bleek. Het CDA bleef op haar standpunt staan dat de stem
busuitslag haar, net als de VVD recht gaf op twee wethouderszetels. CDA en
VVD zouden samen 76% van de raad vertegenwoordigen; met de PvdA erbij
zou dat percentage 97'/: zijn, maar door het stug vasthouden van de VVD
aan het voornemen ook de PvdA bij het dagelijks bestuur te betrekken, ver
tegenwoordigt het collegen nu 60%.
Dat terugbrengen van het aantal wethouders gebeurde duidelijk tegen de zin
van de burgemeester, die „adviserend" opmerkte, dat het niet in het belang
van de gemeente was. Ook het CDA bleek een fervent tegenstander van deze
vermindering en smeekte de beide andere partijen haast, toch nog een kandi
daat naar voren te schuiven. Dat gebeurde niet, puur uit politieke overwe
gingen. Voor de PvdA zou een formatie met drie VVD-ers onaanvaardbaar zijn
en daar moest de VVD wel rekening mee houden.
Toen er eenmaal besloten was dat men in zee zou gaan met drie wethouders,
gooide het CDA nog een balletje op. De heer G. Oldenboom (CDA) veronder
stelde toen dat nu het eenmaal zover was, er een alternatief aanwezig was. Nu
toch immers zou weer een afspiegelingscollege geformeerd kunnen worden;
VVD, CDA en PvdA ieder één wethouder. Maar het balletje werd door de
VVD niet opgevangen.
De WD zou in al deze zaken de hoofdrol hebben moeten spelen, maar voor
iedere insider was duidelijk dat tussen de VVD-coulissen zich de ervaren souf
fleur De Wilde bewoog.
Het CDA verdedigde zich niet, maar zette wel duidelijk op een rijtje wat er
allemaal gebeurd was sinds de verkiezingen; hoeveel gesprekken er geweest
waren met de VVD, hoe nader men tot elkaar gekomen was en hoe men uit
eindelijk overeengekomen was de wethouderszetels te verdelen. Er bleek zelfs
een comunique te zijn opgesteld. De VVD ontkende dat niet, maar pareerde de
aanval door te stellen dat het slechts om informele gesprekken ging, die eigen
lijk geen waarde hadden. Officieel werd er pas onderhandeld toen het gesprek
werd gevoerd door de drie partijen. En toen was hen gebleken dat de PvdA
zich constructief opstelde en het eigenlijk onlogisch zou geweest zijn, de PvdA
buiten te sluiten.
De heer J. Visser van Progressief Soest zat, figuurlijk gezien, dat alles van een
afstand te bekijken. Ook hij mocht zijn zegje zeggen; deed dat humoristisch,
soms grof, maar hij maakte enkele puntige opmerkingen zoals; „als Soest nu
plots met drie wethouders verder kan, wie heeft er dan de vorige periode uit
zijn neus zitten eten?" en later „iedereen weet wat de samenwerkingsschool
HAVO/VWO in Soest niet haalbaar is, waarom die dan boven aan de lijst van
het gezamenlijke basisprogramma gezet?"
Maar het werden drie wethouders: de heer K. de Haan van de PvdA, die in
geen enkel college ontbroken heeft sedert 1947; de heer J. Ebbers van de VVD.
in de afgesloten periode wethouder van financiën en de heer drs. G. A. W. G.
A. Plomp eveneens van de VVD.
Hij is de nieuwkomer, 40 jaar oud, lid van de VVD sinds 1965 en drs in de
Franse en Spaanse taal. Hij is rector aan het Goois Avondcollege, lid van het
schoolbestuur te Soest en oud-lid van de schoolraad te Hilversum.
Ongetwijfeld zullen kiezers van VVD, CDA en PvdA teleurgesteld zijn in deze
gang van zaken. Had men dat van te voren geweten, wie weet was de stem
busuitslag anders geweest. In Soest werd in ieder geval iets unieks verricht;
VVD samen met PvdA, het CDA aan de kant en in de oppositie. Een paar
apart.
Dat is bij ons mogelijk want Soest is Nederland niet. Over vier jaar weet
Iedereen of het zo goed geweest is.
Beëdiging
De vergadering werd zoals gebruikelijk
geopend met het ambtsgebed. De bur
gemeester las het voor en in haar stem
klonk toen reeds haar bezorgdheid over
alle te nemen besluiten „in het belang
van de gemeente", met de klemtoon op
„gemeente".
Daarna volgde de beëdiging van nieuw
gekozen leden van de raad en vervol
gens kreeg iedere fractievoorzitter het
woord voor het afleggen van een ver
klaring.
VVD
De heer M. van Ee benadrukte dat de
gekozenen tezamen de komende vier
jaar de gemeentelijke huishouding zou
den bestieren. Zij zouden de nieuwe
visies in concrete beleidsdaden moeten
omzetten en hij sprak de hoop uit dat
het een open bestuur zou worden
„waarbij de burger zoveel mogelijk zal
worden ingeschakeld en diens betrok
kenheid zal worden bevorderd".
Hij herinnerde er vervolgens aan dat
een gemeenteraad zelf bestuurde en
niet zoals het parlement in Den Haag,
een controlerende instantie was; het
college van b. en w. waren het dage
lijks bestuur namens de raad en niet
„namens een bepaalde meerderheid
van die raad".
De VVD had steeds gestreefd naar een
afspiegelingscollege, een college dat een
beleid voerde in overeenstemming „niet
alleen met de inzichten van een zo
groot mogelijk percentage van de raads
leden, maar vooral ook conform de
Inzichten van zoveel mogelijk politieke
stromingen".
Volgens de VVD impliceerde dat een
verdeling van de wethouderszetels in 2
(VVD). 1 (CDA) en 1 (PvdA).
Bij gebrek aan een gezamenlijke be-
leidshasis tussen de drie partijen had
de VVD in tweede instantie gedacht
aan een samengaan met het CDA op
een 2-2 basis.
Het nieuwe eollege van b. en w.
V.l.n.r. de heren G. Plomp (VVD) en
K. de Haan (PvdA), de burgemeester,
secretaris Borreman en de heer J.
Ebbers (VVD).
gebleken dat het CDA alleen met twee
wethoudszetels genoegen zou nemen en
aan die wens tegemoet komen zou
slechts mogelijk geweest zijn, indien in
open onderhandelingen met de PvdA
geen gezamenlijke programmatische ba
sis te vinden was. Dat was echter niet
het geval: de PvdA stelde zich positief
op, aldus de heer Van Ee.
Daardoor werd een afspiegelingscollege
in de ware zin des woords een haal
bare zaak.
„In de overtuiging dat het in het Soes-
ter belang is dat zoveel mogelijk po
litieke stromingen aan het dagelijks
bestuur van onze gemeente deelnemen
en zitting hebben in het college
onder meer voor achtergrond informa
tie op zichzelf belangrijker is dan het
aantal mensen dat van een bepaalde
partij in het college vertegenwoordigd
is, hebben wij verder doelbewust naar
een samengaan van VVD, CDA en
PvdA gestreefd. Daarbij zou ons in
ziens het CDA volksdeel voldoende ge
respecteerd kunnen worden door de
CDA-wethouder, onder meer de door
hen zo begeerde en belangrijke porte
feuille ruimtelijke ordening, en de
CDA-fractie een aanzienlijke bezetting
van de commissies te gunnen", aldus
de heer Van Ee.
Hij besloot met de hoop uit te spreken
dat het CDA in het algemeen belang
zitting zou willen nemen in het college
en daardoor de goede verstandhouding
tussen de beide partijen, zoals die de
laatste jaren was opgebouwd, voort te
zetten. Hij stelde de heren Ebbers en
Plomp kandidaat voor een wethouders
functie.
C.D.A.
De heer J. van Poppelen was aanzien
lijk Korter In eerste instantie. Het CDA
had twee kandidaten voor twee wet
houderszetels. Dat was al eerder aan
de VVD bekend gemaakt en men was
ook tot overeenstemming gekomen voor
de 2-2-verdeling. In dat standpunt was
men. „Wij willen graag meewerken en
deelnemen aan de vorming van het
college voor de komende raadsperiode
met 2 wethouders", aldus de heer Van
Poppelen.
Na 21 juni was er echter een verande
ring gekomen in het VVD-standpunt
en was het overleg vastgelopen.
„Mocht", zo zei de CDA-woordvoerder,
„de nu bereikte overeenstemming tus
sen VVD en PvdA zó hecht zijn, dat
ons getal 2 wordt genegeerd, dan zou
den wij graag weten: 1. Hoe denken de
fracties van VVD en PvdA zich in ge
tallen de samenstelling van het college
voor de komende periode; 2. Wij wil
len op deze vraag een antwoord, alvo
rens u gelegenheid geeft tot stemmen
over te gaan; 3. Het CDA standpunt
is, dat er in deze raadsvergadering vier
wethouders moeten worden gekozen".
P.v.d.A.
Fractie-voorzitter De Wilde constateer
de dat de partij met 5 zetels in de raad
niet ontevreden was. Zij hadden zich
direct beraden over de verdere opstel
ling en meeenden dat indien aan be
paalde verlangens van de PvdA zou
worden voldaan, voorkeur getoond zou
worden voor deelname in het werk van
b. en w.
„Dat betekent niet", aldus de heer De
Wilde, „dat wij, als wij buiten het
college zouden worden gelaten, doordat
de andere partijen de wethouderszetels
voor zich zouden opeisen, dan wel,
dat wij om deel te nemen aan het werk
van college van b. en w. voor ons niet
aanvaardbare programmatische conces
sies zouden moeten doen, tegen het
voeren van oppositie op zouden zien'
De fractie was steeds voor een afspie
gelingscollege in een zodanige samen
stelling dat alle fracties er zitting in
zouden nemen. In zo'n geval kon vol
staan worden met een beknopte pro
gram-afspraak en de fracties zouden
dan in belangrijke mate de vrijheid
kunnen behouden met betrekking tot
die programmapunten, welke zij in de
verkiezingsaktie naar voren hadden ge
bracht.
Met deze beleidslijn was de PvdA-
fractie reeds op 30 mei accoord. ,Men
zou allereerst in het overleg met CDA
en VVD nagaan of er overeenstemming
te verkrijgen was; daarna de zetelver
deling aan de orde stellen met de ge
dachte aan 2-1-1 en daarbij in het oog
houdend dat voor het CDA compensa
tie gevonden zou kunnen worden door
verzwaring van het takenpakket van
die ene CDA-wethouder.
De fractie had ook een wens met be
trekking tot de portefeuille-verdeling;
na zoveel jaren maatschappelijk werk,
sport en woonruimteverdeling beheerd
te hebben opteerde men nu voor on
derwijs, dan wel ruimtelijke ordening.
De fractie had daarna de uitnodiging
voor een gesprek rustig afgewacht,
daarin niet gestoord door een kranten
artikel met de uitspraak dat CDA en
VVD de portefeuilles onderling zouden
verdelen.
Bij de eerste bespreking was daarna
gebleken dat op een niet onbelangrijk
aantal punten volkomen overeenstem
ming was te bereiken. Dat bij de ge
sprekken over de zetelverdeling de on
derhandelingen vastliepen, betreurde
de heer De Wilde zeer. Hij had namens
de fractie gezegd dat als WD en CDA
werkelijk een afspiegelingscollege wil
den. de PvdA niet buiten het college
te houden was. Indien men niet wilde
dat zij mee zouden doen, dan zou de
fractie daaruit de consequentie trek
ken met betrekking tot de rol die zij
de komende jaren zouden spelen.
„Het optreden van het CDA is mij
eerlijk gezegd nog steeds niet duide
lijk geworden. Van meet af aan wer
den 2 wethouders gevraagd; aangezien
het CDA kon weten, dat de VVD niet
zonder meer met één wethouder ge
noegen zou nemen, stelde het CDA
zich met haar 2 wethouders tegenover
ons op. Bovendien stelde de VVD zich
al spoedig op het standpunt, dat de
PvdA in het college mee zou moeten
doen. Naar myn gevoel is het CDA
door haar opstelling steeds meer in
een doodlopende straat terecht geko-
"Uit informele gesprekken was de VVD sinds 21 juni geen verandering geko-men", aldus de heer De Wilde.
De PvdA fractie had ook steeds dui
delijk laten blijken niet met één partij,
hetzij VVD, hetzij CDA, in het college
zitting te willen nemen „tenzij één van
die twee partijen door zijn eigen op
stelling ons daartoe zou dwingen". Ook
had de fractie zich van meet af aan op
het standpunt gesteld dat, gezien de
stembusuitslag, zij met één wethou
derszetel zouden moeten volstaan. Dat
het CDA ondanks die gegevens toch
vasthield aan twee zetels zou naar zijn
mening gelegen kunnen hebben aan de
gedachte dat de VVD terug zou schrik
ken van een samengaan alleen met de
PvdA, en dus de PvdA in d'e steek zou
laten.
Eveneens zou het CDA geloofd en ge
hoopt kunnen hebben dat de PvdA er
zo tegen op zou zien om samen met de
WD in het college te zitten, dat als
voldoende aantrekkelijke portefeuilles
zouden worden aangeboden, de PvdA
alsnog overstag zou gaan.
„Als mjjn taxatie van de CDA-opstel
ling in deze juist is, dan moet ik vast
stellen, dat het CDA zich verkeken
heeft, in ieder geval op de ernst van
ons standpunt".
De fractie bleef voorstander van 4
wethouders in de verdeling 2-1-1 en
zou haar steun geven aan de VVD-
kandidaten. De eigen kandidaat werd
de heer De Haan, die zich in staat
voelt, zo was hem gebleken in gesprek
ken „deze taak wederom op zich te ne
men".
Hij hoopte verder dat het CDA alsnog
iemand uit haar midden beschikbaar
zou stellen. Mocht dat niet zo zijn, dan
zou de PvdA het wethoudersaantal
teruggebracht willen zien op drie.
„Wij achten dit niet een in alle op
zichten aantrekkelijk perspectief. Als
door de opstelling van het CDA ech
ter het, zeer tot onze spijt, niet anders
kan, dan werken wij mee aan een col
lege bestaande uit vier personen (burg.
en 3 weth.).
Zakelijk, qua hoeveelheid werk, lijkt
ons dit niet geheel onverantwoord", al
dus de heer De Wilde.
Indien de CDA-fractie achteraf op haar
standpunt wil terugkomen, dan zou
de PvdA zich uiterst zorgvuldig wil
len beraden of een dergelijk overleg
nog wel zinvol zou moeten worden ge
acht.
De heer De Wilde bleef evenwel hopen
dat het CDA tot inkeer zou komen,
Zijn fractie liet zich nog steeds leiden
door de gedachte dat in deze gemeente
met deze raadssamenstelling een af
spiegelingscollege het meest in het be
lang van de gemeente was.
Progressief Soest
De heer J. Visser meende dat Soest in
ieder geval de wethouders kreeg die
het verdiende, 't Had naar zijn mening
veel moeite gekost om zover te komen
en geen wonder. „Van het begin af
aan heeft men mijn fractie buiten het
overleg gehouden. En daar plukt men
nu de wrange vruchten van. Het gemis
aan een goede gespreksleider met ra-
dikale ideeën breekt nu al op".
Hij meende dat Soest drie conservatie
ve partijen had; een werkgevers WD.
een religieuze WD en een werknemers
WD. De zeven punten van het basis
programma waarop de partijen elkaar
gevonden hadden, noemde hij niets
zeggend.
„Wanneer je dat onthutsend stuk legt
naast het vooruitstrevende gemeente
program van de PvdA, blijft er van dit
verkiezingsprogram niets meer over. De
versnelde democratisering van het be
stuur met openbaarheid, medezeggen
schap en participatie democratie, die
zowel intern als extern als een rode
draad door het beleid moet lopen,
knapt vanavond als een rose gekleurde
spinrag", aldus de heer Visser. Hij zei
benieuwd te zijn hoe de PvdA-fractie
dat op de openbare ledenvergadering
zou goedpraten.
De heer Visser merkte op dat de heer
Levinga (oud raadslid PSP) in deze
nieuwe behoudende raad, geen gek fi
guur geslagen zou hebben. „Maar ja,
hij had dan wel wat meer moeten uit
trekken dan alleen zijn stropdas om na
4 jaar getob indruk te maken op het
kiezerspubliek".
Hij zei het begrijpelijk te vinden dat
het CDA voor slechts 111 stemmen
minder, twee wethouderszetels claimde.
„Twee of niets. Als het niets wordt zal
ik er niet om treuren". Hjj veronder
stelde verder dat als de PvdA-opstel-
ling vóór de verkiezingen was gepubli
ceerd. de fractie niet met vijf man in
de raad zou zitten. Het terugbrengen
van het aantal wethouders van vier
naar drie noemde de heer Visser onge
hoord. Als dat kon wie van de vier
wethouders had er dan de afgelopen
vier jaren uit zijn neus zitten eten?"
„Als de mannenbroeders van het CDA
in Soest een ietsepietsie van het voor
uitstrevend inzicht hadden getoond van
hun geloofsgenoten in politiek Den
Haag dan hadden ze vanavond samen
met de PvdA een meerderheidscollege
kunnen formeren. En wanneer mijn
Vara-vrienden van de PvdA Soest een
ietsepietsie van hun progressieve ka
merfractie in zich hadden gehad, dan
had men vanavond de WD buitenspel
kunnen zetten. Het is allemaal tever
geefs; het is allemaal één pot nat hier
in Soest", aldus de heer J. Visser. De
rechtse gemeente met de rechtse ge
meenteraad kreeg de wethouders die
ze verdiende.
2e ronde
De heer M. van Ee (VVD) noemde de
gegevens van het CDA onjuist. Hij
hoopte dat de vergaderingen over de
wethoudersverdeling in de toekomst in
het openbaar gehouden zouden worden
en hij sloot zich geheel aan bij wat de
heer De Wilde gezegd had. Van CDA
kant werd daarna uitvoerig uit de
doeken gedaan wat er zich sinds de
verkiezingen allemaal afgespeeld had.
Op 31 mei was de fractie bij elkaar
geweest en was men tot de conclusie
gekomen dat de 2-2 verdeling met de
WD de meest gewenste was. Het al
ternatief 2-1-1 was gezien het geringe
stemmenverschil (111) niet acceptabel.
Na een vergadering van de VVD-frac-
tie op 1 juni, was het CDA meege
deeld dat bij de WD een verdeling
2-1-1 de voorkeur had, doch dat indien
het CDA eveneens 2 wethouders wilde
hebben, dat dan de fractie van de
WD zich in deze kon vinden en samen
met het CDA het college zou vormen.
De 76% speelde daarbij een rol.
Door de VVD werd voorgesteld een
bespreking te beleggen met CDA en
zonder PvdA. Tevens werd door de
VVD-woordvoerder gesteld, dat, wan
neer over enkele programmapunten
overeenstemming was te bereiken, men
met de wethoudersformatie spoedig ge
reed zou zijn. Het CDA had dat voor
stel gesteund.
Op 6 juni had die bespreking plaatsge
vonden, waarbij eerst de uitgangspun
ten zoals genoemd, werden bevestigd.
„T.a.v. de programmapunten betrek
king hebbend op onderwijs en planolo
gie werd binnen nauwelijks 10 minuten
onderhandelen, volledige overeenstem
ming bereikt", aldus de heer Van
Poppelen.
Hij somde daarna de belangrijkste pun
ten uit die bespreking op o.m. dat bij
een 2-1-1 verdeling alleen de heer De
Haan als wethouder voor de WD ac
ceptabel zou zijn; woonruimteverdeling
buiten de politiek zou blijven; op 17
juni de bespreking tussen CDA en
WD zou worden voortgezet en de
fractievoorzitter die in het buitenland
verbleef van de voorgestelde samen
werking 2-2 op de hoogte zou worden
gesteld.
Op 17 juni werd weer vergaderd en
kwamen o.m. de namen van de a.s.
wethouders aan de orde (Ebbers en
Plomp voor de WD en Hoekstra en
Storimans voor het CDA). De porte
feuille van onderwijs diende in handen
te komen van de WD, die verder ook
belangstelling toonde voor openbare
werken. Getracht zou worden voor 1
juli de besprekingen geheel af te ron-
Voor vervolg zie pag. 5 kolom 1,
bovenaan.
Burgemeester: Coördinatie Bestuur,
Openbare Orde en Veiligheid, Ruimte
lijke Ordening, Verkeer, Bossen en
Voorlichting.
Wethouder K. de Haan: tevens loco
burgemeester: Financiën, Woningbouw
Grondbedrijf, Maatschappelijk Werk,
Personeelszaken en Volksgezondheid.
Wethouder G. A. W. G. A. Plomp: On
derwijs, Cultuur, Recreatie, Sport,
Jeugd en Uitvoering Woonruimtewet.
Wethouder J, J. Ebbers: Openbare Wer
ken, Bouw- en Woningtoezicht, Bedrij
ven, Planning/Automatisering en Eco
nomische Zaken.
Spreekuren
Burgemeester. Soest: iedere disdag van
15.00-16.00 uur; Soesterberg: le woens
dag van de maand van 15.00-15.30 uur.
Wethouder De Haan. Soest: iedere
maandag van 16.00-16.30 uur.
Wethouder Plomp. Soest: iedere woens
dag van 14.00-15.00 uur voor onderwijs,
cultuur, sport en jeugdzaken; iedere
woensdag van 15.00-16.00 uur voor
huisvestingszaken. Voor dit spreekuur
dient vooraf telefonisch een afspraak
te worden gemaakt via bureau Huis
vesting. Soesterberg: le dinsdag van
de maand van 14.30-15.00 uur.
Wethouder Ebbers. Soest: iedere don
derdag vanaf 10.00 uur in het gebouw
Gemeentewerken. Voor dit spreekuur
dient vooraf telefonisch een afspraak
te worden gemaakt via het directiese
cretariaat van de dienst gemeentewer
ken. Soesterberg: le maandag van de
maand van 09.30-10.00 uur.
Z.K.H. prins Claus viert morgen zijn 48ste verjaardag.
Er zal die dag weer druk gevlagd worden, want het Huis van
Oranje staat bij het Nederlandse volk nog altijd in hoog aanzien.
Is prins Claus intussen niet zowat een volbloed Nederlander aan
het worden?
Met grote interesse heeft hij zich geworpen op de problemen van
de ruimtelijke ordening en met enthousiasme verzet hij bergen
werk hiervoor.
De prins is al niet meer weg te denken van de plaats die hij zich
veroverd heeft in de Nederlandse samenleving. Zijn sympathie
voor de ontwikkelingslanden schuift hij ook niet onder stoelen of
banken en hij geeft blijk zeer sociaal bewogen te zijn.
Ons volk heeft reden dankbaar te zijn voor zo'n toekomstige
prins-gemaal. Wij hopen dal hij nog voldoende tijd heeft om zich
op deze zware taak voor te bereiden en wensen hem temidden
van zijn vrouw en zijn kinderen een goede verjaardag toe.
De borrel- of stamtafelpraat van mi
nister Vredeling geuit in een inter
view met een links georiënteerd week
blad, blijkt voor zijn koLlega's helemaal
geen bezwaar op te leveren om de sa
menwerking voort te zetten. Dat zou
nog slechts enkele jaren geleden, maar
dan ook in een andere koaliitie, wel het
geval zijn geweest. Toen zou men zo
danige uitlatinge van een minister niet
getolereerd hebben en op zijn aftreden
hebben aangedrongen. Nu doet men
het af met: nou ja, we kennen hem
toch, hij zegt nu eenmaal graag wat
hem voor de mond komt en speelt
graag het „enfant terrible", maar dat
is niet zo erg. We betreuren natuurlijk
enkele uitdrukkingen, hijzelf achteraf
trouwens ook, en met dat te verklaren
is de zaak voor ons afgedaan. Voor de
oppositie, in casu de VVD, lag dat na
tuurlijk enigszins anders, maar dan
voornamelijk uit zuiver politieke over
wegingen. Als er een aanleiding is om
dit kabinet of ministers daarvan te
kritiseren, behoeven ze dit niet te la
ten.
Het stond echter bij voorbaat al vast
dat de uitlatingen, op dit moment, geen
poliieke gevolgen konden hebben, niet
tot het aftreden van Vredeling konden
leiden. De onder zijn beleid samenge
stelde Defensienota staat immers op
het punt door de Tweede Kamer be
handeld te worden en daarbij is de er
voor verantwoordelijke beleidsman na
tuurlijk onmisbaar.
De inhoud van die nota, de voor de
fensie nodig g.-achte aanschaffingen en
vernieuwingen, wordt in brede kring
toch wel als een knap stuk kompro-
mis gewaardeerd, gezien de situatie van
waaruit dit kabinet zijn beleid moet
uitstippelen. Natuurlijk zal er fikse kri
tiek op komen bij de parlementsbehan-
deling, maar niet alleen van rechts
doch zeker ook van uiterst linkse zijde.
Die Defensienota is een politiek inge
wikkelde kwestie en de verdediging
ervan zou maar niet zo één, twee, drie
door een ander kunnen worden overge
nomen. En wie zou dat dan trouwens
moeten zijn? Het zou bepaald niet zo
eenvoudig zijn om in PvdA-kringen
weer iemand te vinden, die zich met
het in de nato uitgestippelde beleid ge
heel zou kunnen verenigen.
De meest linkse achterban zou er zich
zeker mee bemoeid hebben en de ge
volgen ervan zouden voor het kabinet
in z'n geheel weieens uitermate moei
lijke konsekwenties kunnen veroorza
ken. Bovendien zou de behandeling van
de Defensienota er natuurlijk weer ge-
ruimte tijd door verschoven moeten
worde. Er is al enkelne jaren op ge
studeerd, de verschijning ervan al eni
ge malen uitgesteld, zodat het inmid
dels kort dag is geworden om nog tij
dig de voor onze krijgsmacht noodza
kelijke voorzieningen te kunnen tref
fen, o.a. ten aanzien van de aanschaf
van de vervangende straaljagers.
Nee, het was zowel om politieke als
om zakelijke redenen onmogelijk om
op dit moment de minster van defensie
te vervangen. Vooral daarom is de zaak
gesust. Toch hebben de uitlatingen van
de minister bij sommigen natuurlijk
een bittere smaak achtergelaten. Het
zou dan ook best kunnen zijn, dat na
de vaststelling van het defensiebeleid
voor de komende jaren de positie van
minister Vredeling wankeler wordt dan
ze vorige week leek. Er is uit dit inter
view gebleken, dat de samenhang in
dit kabinet toch niet zo groot is. Er
zijn al meermalen door ministers en
staatssekretarissen eigenzinnige mede
delingen geuit, waarmee andere minis
ters zich niet geheel konden verenigen,
waardoor dan ook uitspraken moesten
worden ingeslikt of in de doofpot wor
den gestopt.
Het kabinet Den Uyl toont zich daar
door nog altijd als een wat vreemd
samenraapsel, waaraan een taktisch
optreden van de minister-president
maar al te vaak te pas moet komen
om het geheel in de juiste baan te
houden.
Met ingang van 1 september 1974
worden de spreekuren van de Stich
ting Maatschappelijke Dienstverlening
Soest als volgt uitgebreid:
Afdeling gezinsverzorging en bejaar
denhulp:
Soest: Anna Paulownahuis. Burg. Gro-
thestraat 51, tel. 19004, maandag tot en
met vrijdag van 9.00-10.00 uur, donder-
van 19.00 - 19.30 uur.
Soesterberg: Dorpshuis, Dorpsplein,
donderdag van 9.00-10.00 uur.
Afdeling algemeen maatschappelijk
werk:
Soest: Anna Paulownahuis. Burg. Gro-
thestraat 51, tel. 19004, maandag tot en
met vrijdag van 9.00-10.00 uur, donder
dag van 19.00-19.30 uur.
Soesterberg: Dorpshuis, Dorpsplein,
donderdag 10.30-11.30 uur.