Regionale middenstandsmeeting
in De Open Hof
Schoolhoofden torpederen
plannetje Bevrijdingscomité
B. en W. willen boerderij
niet op de monumentenlijst
Donderdag 13 maart 1975
53e jaargang no. £9
Uitgave Drukkerij Smit b.v. - Soest
Dureau voor redactie en administratie: Van Weedestraat 29. Soest
Tel. 14152* - Postgiro 126156
NKOV-voorzitter Perquin: „De regering
is de gevangene van de vakbeweging''
Uurloonstijging dit jaar in de buurt van de 16%
Gedeelte viering op losse schroeven
VVD-raadsfractie stelt schriftelijke
vragen over Rijksweg 23
Hoofdinspecteur-korpschef
van politie H. G. Scholtmeijer
WEINIG VOEDING
VOOR NIEUWE
PARTIJEN
Concert door het
Amersfoorts Jeugd Orkest
r
SOESTER1 COURANT
Abonnement per kwartaal 4,75. Buiten Soest per kwartaal 9,
Verschijnt iedere donderdag
„De regering is de gevangene van de vakbeweging. De voornaamste oorzaak
van werkloosheid is, dat de lonen nu in een reeks van jaren meer stygen dan
de produktiviteit. Op basis van de cao's die nu voor ongeveer één miljoen
werknemers zyn afgesloten, zie ik aankomen dat de uurloonstyging dit jaar,
los nog van de aanpassingen van het minimumloon per 1 april en 1 juli a.s.,
evenals vorig jaar in de buurt van de 16 zal uitkomen. En minister Dui-
scnberg maar beweren dat wy in de buurt van de 13 zullen bly ven. En
staatssecretaris Hazekamp maar beweren dat de middenstand er in 1975 in
Inkomen reëel op vooruit zal gaan". Aldus de heer W. Perquin, voorzitter van
het NKOV tydens de dinsdagavond in De Open Hof gehouden middenstands-
byeenkomst.
Hy verweet de regering niet in te grypen in de loonontwikkeling. „Niet al^
leen blyft de regering van de loonontwikkeling af, want daar mag zy niet
aankomen van de vakbeweging, zij wil ook de verhoging van het minimum
niet achterwege laten, hoewel dat een van haar weinige mogelijkheden is om,
zonder in de lonen direkt in tegrypen, de loonsomstijging wat meer in' de
buurt van dc 13 te houden, want die verhoging van het minimumloon moet
van de vakbeweging".
Slechts cbdrca 60 middenstanders uit
Soest en omgeving woonden deze
meeting bij. Men had gerekend op
een massale opkomst en er De Open
Hof voor afgehuurd en ingericht.
Ruim een kwartier na de officiële
begintijd werd de zaal op de halve
grootte teruggebracht en daarvan was
ongeveer de helft bezet.
De voorzitter van „De Soester Onder
nemer", met het NKOV organisator
van de bijeenkomst, heett de belang
stellenden welkom. Onder hen de
wethouder voor economische zaken,
de heer Ebbers. De voorzitter, de
heer A. Smit, veronderstelde dat de
avond voldoende stof zou opleveren
voor een discussie na afloop en voor
overweging in eigen kring. Hij deed
een beroep op de toehoorders zich
vooral te organiseren, nodig om op
hoger niveau succes te behalen. „Ik
ben zelf beslist geen voorstander van
harde acties, maar zou graag aan ta
fel zitten met redelijke mensen die
niet alleen eisen stellen voor de lie
den die zij vertegenwoordigen, maar
wel degelijk rekening houden met de
begrensde mogelijkheden van de an
dere partij", aldus de heer Smit. Hij
vond dat ondermeer de voorzitter van
het NKV, de heer Spit, met zijn stel
ling dat het vastlopen van de bespre
kingen in de stichting van de arbeid
neerkwam op het afwentelen van de
problemen „op de ruggen van de
werknemers, die men wil achterstel
len bij de werknemers in andere sec
toren" groot onrecht deed aan de
middenstanders. „Want hij weet wel
licht beter dan velen van u, hoe
slecht het gaat bij veel ondernemers
en ondernemingen", aldus de heer
Smit.
Onreoht werd zijns inziens ook de
leden van de vakbonden aangedaan
omdat deze zich zonder goede achter
grond-informatie gaan afzetten tegen
situaties en daardoor tot onvrede ko
men in hun eerst zo prettige werk
omgeving.
Hij wees tenslotte op het samengaan
in Soest van de drie landelijke mid
denstandsorganisaties in de Soester
Ondernemer en hij sprak de hoop uit
dat men daar ook landelijk in zou
slagen.
Loonontwikkeling
Volgens de heer Perquin gaat het
niet goed in Nederland; niet met de
economie, niet met de ondernemers
en niet met de wijze waarop de pro
blemen worden aangepakt. Hy vond
wel dat het niet alleen de schuld was
van deze regering, maar wel verweet
hy hen dat zy er niets aan deden.
Naar zijn mening zou de regering nu
toch heus „de grote heilige koe van
de vrije loonontwikkeling, die nog
maar steeds voortgraast in zijn afge
graasde wei" in zijn onheilige rust
moeten storen. Maar omdat de rege
ring de gevangene was van de vak
beweging zou dat niet mogen. Juist
het achterwege laten van de verho
ging van het minimumloon per 1 april
zou volgens de heer Perquin één van
de weinige mogelijkheden geweest
zijn om de loonstijging wat meer in
de buurt van de 13 °/o te houden.
„Hoe men dat wil rijmen met de be
strijding van de werkloosheid is voor
mij een raadsel", aldus de voorzitter
van het NKOV.
„In november 1974, toen de regering
haar pakket van maatregelen aan
kondigde om een impuls te geven aan
onze economie werd nog veronder
steld dat de loonsomstijging 15 zou
bedragen; dat was al flink wat hoger
dan waarvan was uitgegaan bij het
begin van het jaar. Nu blij let uit de
geregistreerde cao's over 1974, dat er
een uurloonstijging van 16,5 °/o heeft
plaatsgevonden". Voor de midden
stand kwam daar dan nog bij het
extra-effect van de minimum-loon
maatregelen, zodat men daar moest
rekenen op een stijging van circa 19
a 20%.
In Eindhoven had minister Boersma
erkend dat de groei van de loonsom
sneller ging dan de groei van de pro
duktiviteit; dat ook de middenstan
der loon naar werken verdiende en
dat de middenstander gekenmerkt
werd door hoge arbeidskosten en
door zijn relatief veel laagbetaalde
functies en daardoor zeer gevoelig
was voor loonontwikkelingen.
„Ik vind die erkenning prachtig,
maar zie nog niet, dat deze stellingen
vertaald worden in een effectief be
leid", aldus de heer Perquin. Kenne
lijk was die beleidslijn „handen af
van de loonontwikkeling en voorlopig
een uitweg zoeken via belastingver
lagingen, via bijdragen uit de schat
kist aan de sociale verzekeringspre
mies en via premie- en subsidierege
lingen voor werkgevers, die arbeids
plaatsen willen vervullen".
Naar zijn mening kwam men er daar
niet mee. De regering zou zich daar
om niet aan haar verantwoordelijk
heid mogen onttrekken en zou recht
streekse verantwoordelijkheid moeten
dragen inzake de loonontwikkeling.
Wanneer de loonsomkostenstijging
weer boven de 13 zou stijgen, dan
zou dat een bijzonder slecht effect
hebben op 's lande-begroting voor
het komend jaar. Hij stond achter het
initiatief wetsontwerp - van het CDA
om de lasten van het bedrijfsleven,
niet alleen de vennootschapsbelasting
maar ook verdere belastingverlaging
voor bedrijven die niet in de vorm
van vennootschap functioneerden, te
verlichten.
Vraagtekens zette hij tenslotte bij de
^vorige week door minister Boersma
aangekondigde regeringsplan om zelf
standigen een minimum-inkomens
garantie te geven. Het idee was zijns
inziens niet nieuw; de Raad voor het
Midden- en Kleinbedrijf studeerde al
op dit ontwerp. Daarom Wilde hij er
ook nog geen definitief oordeel over
geven. Wel vroeg hij zich af welke
filosofie er achter het plan zat. „Is
het een erkenning van het feit dat
ook kleine zelfstandigen aanspraak
hebben op een maatschappelijk aan
vaardibare minimum-welvaartspositie
of ziet men dit als een begin van een
door de overheid te stellen normering
van wat een risicodragend onderne
mer mag verdienen?", aldus de heer
Perquin. Als dat laatste het geval
zou zijn, dan zag hij dat als een
frontale aanval op het zelfstandig on
dernemerschap. Hij formuleerde met
het oog daarop een aantal vragen:
wat betekent een inkomens-aanvul
ling van overheidswege voor de con
currentieverhoudingen? Hoe zou een
dergelijke regeling kunnen worden
uitgevoerd; via de algemene bij
standswet of als een negatieve in
komstenbeiasting? Hoe verhoudt zich
een dergelijke regeling tot het stre
ven naar structuurverbetering ei
welke voorwaarden zouden gestek
moeten worden ten aanzien van leef
tijd en ten aanzien van de mogelijk
heden om op een andere manier vol
doende inkomen te verwerven?
De heer Perquin besloot met de aan
wezigen op te roepen zich vooral te
organiseren. Het was voor hem
voor alle anderen woordvoerders van
de ondernemers noodzakelijk, zich ge-
ruggesteund te weten door het over
grote deel van de Nederlandse on
dernemers.
Het hoofdenconvent van de Soester basisscholen heeft het 5-mei-comité laten
weten niet te zullen meewerken aan het plannetje een krant te vullen met
ideeën van schooljeugd over de bevrijding en vrijheid in het algemeen. Dat
Is een lelijke streep door de rekening voor het comité, dat zich op korte ter-
myn gaat beraden over de situatie.
Aan het begin van dit jaar, in fe
bruari, kreeg Werner Paans, bekend
als coördinator van de feestelijkhe
den rond het afscheid van burge
meester Bentinok, en als voorzitter
van de volleybalvereniging Olympia
Parade, het verzoek om een feest op
te zetten in verband met de dertigste
verjaardag van de bevrijding. In het
5-mei-comité namen verder zitting de
dames M. van Dam (voorzitster van
Artishock); M. van Stiphout-Croo-
neniberg (gemeenteraadslid) en de he
ren W. de Bruin (bestuurslid van
SEC), W. Niehof Werndng (bestuurs
lid Soester Gemeenschap); J. Lokhof
(journalist); J. Leyenrekker (radio-
t.v. medewerker); P. Daalhuizen (om
roepmedewerker) en F. de Roovère
(Directeur vaneen publiciteitsbureau).
In deze samenstelling vergaderde het
comité tweemaal om tot een opzet te
komen voor een feest, waarvoor de
gemeente 10.000 gulden beschikbaar
stelde. Bij het opstellen van de plan
nen kreeg de commissie direct al te
maken met, overigens oplosbare, pro
blemen van de rond dezelfde tijd
plaatsvindende Soestockweek van de
kunstenaarsvereniging Artishock. Bo
vendien moest men rekening houden
met de vervagende belangstelling
voor de bevrijdingsfeesten in het al
gemeen. Besloten werd daarom de
festiviteiten toe te spitsen op twee
groeperingen; de ouderen die de oor
logsellende slechts kent van school
lessen en t.v.-series.
In het conceptprogramma werd op
genomen een „tour-de-chante", waar
aan zal worden meegewerkt door een
aantal jonge artiesten in het populai
re genre, met medewerking van een
klein orkest en op de tweede plaats
de krant, door de schooljeugd in te
vullen en te verspreiden, alsmede een
tentoonstelling van werkstukken door
de jeugd vervaardigd en die betrek
king zouden hebben op vrijheid.
Wat de muzikale viering betreft ligt
het in de bedoeling dat de groep ar
tiesten in drie of vier wijken van
Soest, in de nabijheid van bejaarden
centra, zal optreden, waarbij het re
pertoire zal bestaan uit liedjes
muziek uit de jaren rond de bevrij
ding.
Wat de schoolkrant betrof zou iedere
school een pagina kunnen vullen,
waarbij een trefwoord, verbandhou
dend met oorlog, vrede, vluchteling,
honger, toekomst e.d., uiteraard voor
elke school anaers, het uitgangspunt
zou zijn.
Helaas dit plannetje gaat niet door,
nu de schoolhoofden besloten hebben
niet mee te werken. Slechts de scho
lengemeenschap Eemland, de LTS,
reageerde positief. De commissie zal
zich beraden wat nu te doen. Die
vergadering wordt a.s. zaterdag ge
houden.
Op bet programma van het comité
staat verder nog het organiseren van
buurt- en/of straatfeesten, zoals die
ook plaatsvónden de eerste dagen na
de bevrijding en de jaren erna. Ook
wordt gedacht aan muziek in de
vorm van een draaiorgel en een op
treden van bijvoorbeeld PVO, com
pleet met drumband, majorettes en
puppyrettes.
Op het moment wordt onderzocht of
de Soester warme bakkers mogelijk
heden hebben om op deze vijfde mei
bet echte „Zweedse" v/ittebrood te
bakken en dat die dag dan in elke
winkel te koop zal zijn.
Bij de presentatie van de plannen
voor de vijf mei-viering was bij de
organisatoren duidelijk een teleur
stelling merkbaar over het standpunt
van de schoolhoofden. Vooral het ar
gument dat het hoofdenconvent zich
gepasseerd voelt (het comité schreef
alle schoolhoofden aan) en de mening
dat de kinderen zo ver na de tweede
wereldoorlog niet op deze wijze ge
confronteerd moeten worden met oor
logsleed, werd zeer betreurd.
De gemeenteraadsfractie van de VVD heeft aan het college van burgemeester
en wethouders een aantal vragen gesteld met betrekking tot de aanleg van de
Ryksweg 28, de verbinding Utrecht-Amersfoort. De weg is gepland volgens
een tracé dat ondermeer ten zuiden van Soesterberg loopt, gedeeltelijk door
de Leusderheide.
De fractie zegt, dat ten aanzien van
de vorm en hoe de nieuwe weg aan
gelegd wordt, haar Heen gegeven be
schikbaar zijn van omstreeks 1970.
gelegd wordt, haar alleen gegevens be
reikt dat de aanleg niet zaJ geschie
den conform het toen gemaakte plan.
Met het oog daarop vraagt de fractie:
1. Bent u met ons van mening dat
wanneer de regering besluit tot door
gaan van de aanleg van rijksweg 28
duidelijk rekening moet worden ge
houden met de bereikbaarheid van de
recreatiegebieden?
2. Dienen niet in ieder geval ten be
hoeve van het wandel- en fietsver-
keer voorzieningen te worden getrof
fen om de Leusderheide en het daar
achter liggende bosgebied, nu zonder
veel problemen bereikbaar, ook dan
op een eenvoudige wijze te ontslui
ten?
3. Bent u met ons van mening dat
ten behoeve van de begraafplaats
Soesterberg een klein viaduct wense
lijk is?
4. Dient niet aan de Tweede Kamer
der Staten Generaal een telegram te
wordx gezonden waarin de wenselijk
heid van het onder sub. 1, 2 er
gestelde kenbaar wordt gemaakt?
Wij verwijzen hierbij ook naar de
gemeenteraadsvergaderingen van 20
en 21 februari j.1., waar deze gedach
te ook naar voren gekomen is.
Een meer dan 25-jarige samen
werking met hoofdinspecteur
Scholtmeijer in voor- en tegen
spoed heeft mij er van overtuigd,
dat hij uit zijn geboorteland
Drente enige kenmerkende eigen
schappen mee gekregen heeft.
Opgegroeid in een plaats met
een hechte dorpsgemeenschap,
waarin de onderlinge hulp in het
algemeen en de burenhulp in
het bijzonder als een normale
menselijke plicht gezien werd,
vindt hij, dat deze verbonden
heid als basis voor de onderlinge
menselijke betrekkingen nog
steeds vereist is.
In de praktijk van het dagelijks
leven blijkt dit b.v, uit de wijze
waarop hij inhoud geeft aan de
functie van korpschef en waarop
hij leiding geeft aan en omgaat
met de leden van het hem toe
vertrouwde politiekorps.
Doch evenzeer blijkt dit uit het
zich beschikbaar stellen voor
functies in het maatschappelijk
leven, het aanvaarden van ver
antwoordelijkheid buiten de ambtelijke. Wij hebben immers de
heer Scholtmeijer in zeer verschillende hoedanigheden, in onder
scheidene rollen leren kennen.
Evenwel - hij vervult deze verschillende rollen niet als een
acteur die dan in de huid van deze en dan weer in die van gene
kruipt en zodoende meerdere uiteenlopende personen zodanig
weet uit te beelden, dat het moeilijk te geloven is dat deze rollen
allen door een en dezelfde persoon gespeeld worden. Het tegen
deel is bij de heer Scholtmeijer het geval; in de vervulling van
uiteenlopende functies, in overheidsdienst en in het maatschap
pelijk leven, komt de persoonlijkheid van de heer Scholtmeijer,
komen zijn opvattingen en idealen zo nadrukkelijk naar voren,
dat het overduidelijk is, dat wij met dezelfde persoon te maken
hebben ongeacht „de pet" die hij afwisselend op heeft.
Met hart en ziel dient hij bij de politie. Het beschermen van de
samenleving, van de gemeenschap, tegen gevaren die haar bedrei
gen en tegen negatieve krachten die haar trachten te ondermijnen,
evenzeer als de bescherming van de enkeling, van de zwakke of
weerloze, als ook de drang het korps te vormen tot een samen
werkingsverband, waarin de collegiale kameraadschap - op zich
reeds een groot goed - niet beperkt blijft tot de diensturen, doch
ook daarbuiten van zich doet blijken door de betrokkenheid bij
het wel een wee van de collega's en hun gezinnen, hierin toege
wijd bijgestaan door mevrouw Scholtmeijer - dit alles samen met
vele andere voorbeelden, allen zijn het evenzovele variaties op het
thema van het in onderlinge verantwoordelijkheid dienen, in het
grote maar zeker niet minder in het kleine.
Daarbij schuwt hij, zelf recht door zee, onoprechtheid. Indien hij
deze meent aan te treffen maakt hij bepaald van zijn hart geen
moordkuil.
Begrijpelijk is, dat herhaaldelijk een beroep op hem gedaan is om
een functie in het maatschappelijk leven te vervullen. Hoewel de
dag reeds meer dan gevuld was met het normale werk, was het
wederom dat bewust zijn van medeverantwoordelijkheid dat hem
soms dan toch maar wel deed besluiten een beroep positief te
beantwoorden.
Daar het bereiken van de voor functioneel-leeftijdsontslag vast
gestelde leeftijd geen invloed heeft op iemands instelling en am
bities en daar, naar ik mag aannemen, het gezin Scholtmeijer
stevig in Soest heeft wortel geschoten, waag ik de vrijmoedige
veronderstelling, dat ook na pensionering nog wel eens een beroep
op de persoon Scholtmeijer gedaan zal mogen worden.
Mr. S. P. BARON BENTINCK
Oud-burgemeester van Soest
De tot woonhuis, verbouwde boerdery Eigendomweg 107, kan op voorstel van
dc minister van cultuur, recreatie en maatschappelijk werk op de lyst van
onroerende monumenten geplaatst worden. Dat heeft de minister by brief van
13 januari j.1. meegedeeld. Burgemeester en wethouders voelen daar niets
voor en stellen de raad daarom voor de minister te verzoeken de boerdery
van de ontwerp-lyst af te voeren.
Volgens die ontwerp-lijst is het pand
een bouwwerk dat van belang is uit
een oogpunt van oudheidkundige en
volkskundige waarde. Die zienswijze
wordt niet gedeeld. „Weliswaar", zo
zegt het college in het voorstel aan
de raad, „is de vormgeving van het
gebouw fraai te noemen, doch geen
enkel deel van het pand is van his
torische waande". De buitenwanden
bestaan uit normaal metselwerk,
voorzien van een bepleistering en in
tern heeft het pand een modern ka
rakter gekregen door hets plaatsen
van nieuwe wanden, bestaande uit
betonstenen, uitgevoerd als schoon
metselwerk. „Kortom", zo zegt het
college" de boerderij is veranderd in
een moderne woning, die op geen en
kel punt herinnert aan een gebruik
met een historisch karakter".
Het college wijst er verder op dat in
het geldende bestemmingsplan Lan
delijk Gebied het perceel een agrari
sche bestemming heeft en in het in
voorbereiding zijnde bestemmingsplan
Klein-Engendaal wordt voor dat ge-
;.V -
De omstreden boedery Eigendom-
weg 107.
Foto Herman van Dam
bied aan een globale woonbestem
ming gedacht. Daarin zal de boerde
rij kunnen worden ingepast, maar
dan is het wel duidelijk dat de lig
ging ervan uit landschappelijk oog
punt geen betekenis zal kunnen heb
ben, „omdat het pand zal worden in
gesloten door woonbebouwing".
Opgemerkt wordt verder, dat wan
neer laterere plannen uitgevoerd
moeten worden, waarin handhaving
van het pand niet past, een en ander
ernstig bemoeilijkt zal kunnen wor
den door opname 'van het pand in
,het bestand van beschermde monu
menten.
Alweer loopt er een van de nieuwe
en kleine partijen op zijn laatste be
nen. Na D'66, wier ideeën geen vol
doende steun meer onder het volk
vonden, kan nu ook DS'70, voorna
melijk door innerlijke onenigheid,
binnenkort wel afgeschreven worden.
Wat een namen ook om daarmee ook
politieke aandacht te willen winnen!
En daarmede roeren we ten aanzien
van DS'70 al direkt één van de ge
schilpunten aan die in de boezem van
deze partij spelen. Waarschijnlijk niet
het belangrijkste, want hoewel de
poging van een deel van de bestuurs
leden en van een deel van de Ka-
merfralctie om die naam te verande
ren mislukte, bleven zij nadien toch
de partij nog trouw en hun werk er
voor doen.
De hoofdoorzaak van de scheuring
ligt echter op zuiver politiek terrein.
Enerzijds de groep, onder aanvoering
van fraktieleider W. Drees jr., die uit
wilde blijven gaan van het socialisme
als grondgedachte voor de te voeren
politiek, zij het dan een meer gema
tigd socialisme als tegenhanger van
de polariserende Nieuw-Links ge
dachte in de PvdA. Anderzijds de
groep van De Brauw en Berger, die
streefde naar een hervormingsgezinde
partij van het midden, meer links li
beraal dan socialistisch. En deze
groep vooral ook kon het niet te best
vinden met partijleider dr. Drees jr.,
die wat star aan eigen ideeën blijft
vasthouden en de soepelheid mist om
door handig rangeren mensen met
wat verschiden gedachten toch tot
samenwerking te brengen.
Eer er een groep van vier leden van
een zesmansfraktie besluit om uit te
treden, geen mogelijkheid meer ziet
om tot samenwerking met de beide
anderen te komen en bovendien niet
voldoende steun vindt bij het partij
bestuur, moet er natuurlijk al heeft
wat gebeurd zijn. Want zo'n furuktie
in en voor de partij, eens met veeil
idealisme aangevat, hetgeen voor de
betreffenden zeker geldt, geef je an
ders niet zo maar op.
Zowel D'66 als DS'70 zijn geboren uit
de behoefte en met de bedoeling om
hervormingen tot stand te brengen in
het Nederlandse partijsysteem, uiteen
gevoel van onvrede met wat er was
en zoals dat werkte. Dit gold ook
voor de Boerenpartij en eigenlijk voor
al die kleine partijen die in de loop
der jaren zijn opgestaan.
En allen maken bij hun ontstaan een
bloeiperiode door, om vervolgens
weer af te sterven en welhaast in de
vergetelheid te raken. Dat toont aan,
dat het Nederlandse volk in wezen
konservatief van instelling is, zich
aan de vertrouwde vormen en dus
ook partijen blijft toevertrouwen, het
extreme, in welke kleur ook, blijft af
wijzen, althans op de duur altijd
weer terugkeert naar de bekende en
grote politieke groeperingen. Vele
jongeren kunnen dan wel schreeuwen
om hervorming van de maatschappij,
het bestaande politieke systeem wil
len veranderen, doch dat zijn de
uitingen in een jeugdige levensperio
de, die met het klimmen der jaren
suksessievelijk afnemen, waarna ook
zij terugkeren tot wijzere en beza-
vormen van politiek bedrijven.
Omdat er altijd jeugd zal zijn en een
aantal gefrusteerden plus lieden die
zich willen doen gelden, zullen er al
tijd weer pogingen zijn om in een
demokratie als de onze nieuwe par
tijen te stichten. Totaal onnuttig is
dat bepaald niet, want oudere par
tijen worden daardoor op tekortko
mingen gewezen, worden er automa
tisch door gedwongen tot vernieu
wing en aanpassing van ideeën te
komen, om de gunst van het kiezers
volk te blijven behouden. Maar dat
Nederlandse volk blijft in wezen een
volk van het midden, nu eens wat
linkser opgesteld, dan weer eens wat
rechtser, maar altijd wars van het
extreme en het liefst vertrouwend en
voortbouwend op het eenmaal beken
de patroon.
Een voor nieuwe partijen eigenlijk
niet zo gunstige grond om er voort
durend voldoende voedsel in te vin
den. Na een kortstondige bloei ver
dorren ze stuk voor stuk weer tot
nietige plantjes, die niet veel meer
kunnen bijdragen tot verfaaiing van
het politieke milieu.
Eigenlijk vertroebelen ze dan alleen
maar het uitzicht daarop. Ons politie
ke stelsel zou natuurlijk veel effi
ciënter werken als er een lriesdrem-
pel bestond tegen al die verbrokke
ling. Dat zou het idealisme voor her
vorming en vernieuwing toch niet
behoeven te doden? Dat kan net zo
goed tot gelding gebracht worden in
de grote pairtijen, die dat eigenlijk
steeds broodnodig hebben. Een verar-
ming van ons demokratisch stelsel
zou dat zeker niet behoeven te bete
kenen.
Op zaterdag 15 maart a.s., aanvang
20 uur, zal het Regionaal Amersfoorts
Jeugd Orkes iin hetkerkelijk centrum
„De Brug" te Amersfoort een concert
geven. Dirigent is de heer Qui van
Woerdekom.
Nap de Klijn, die dit jaar zijn gou
den jubileum als violist viert, zal als
solist optreden in het vioolconcert in
g, opus 26 van Max Bruch. Verder
staan op het programma werken van
Boieldieu, Liodow en Kox.
Kaarten voor dit concert zijn ver
krijgbaar bij de Amersfloortse Cultu
rele Raad, Zonnehof 8; bij de Mu
ziekschool, Muurhuizen 1 en op za
terdag 15 maart vanaf 19.30 uur aan
de zaal.