Algemene beschouwingen zonder opstekers Bouw nieuw gemeentehuis en/of Dorpscentrum kan nog jaren duren van de Gemeentehof r Sl Gemeenteraadsvergadering Soester Courant van donderdag 11 december 1975 Afgelopen maandag begon de raad met de behandeling van de begroting voor 1976. Zoals gebruikelijk werd dat ingeleid met de zogeheten „algemene beschouwingen" door de fractievoorzitters; de bespreking van het gevoerde- en van het te voeren beleid. In zijn inleiding haakt de heer K. de Wilde (PvdA) in op de actualiteit, de gijzelingsdrama's. Zijn vraag of het wel zin had je druk te maken over de richting, waarin wij ons eigen kleine gemeenschapje graag ontwik keld zouden zien, beantwoordde hij zelf met „ja". Naar zijn mening was één van de oorzaken van de ellende om ons heen, de vervreemding van de mens van zijn omgeving. v Hoe waar dat was, werd weer eens bewezen door een bijzonder slechte opkomst van het publiek. Over enige jaren gaat zo'n 60 a 70 van de kiesgerechtigden weer plichtsgetrouw naar de stembus om een nieuwe raad te kiezen, maar wat die lieden met elkaar in de voorbije vier jaar gepresteerd hbben, interesseert zo te zien eigenlijk niemand. De Wilde had kunnen zeggen dat ook plaatselijk die vervreemding zich mani festeert, dat men zich in een zekere lusteloosheid van de politiek afwent. Of je nu komt of niet komt, ze doen maar. En wat er gebeurt is dikwijls onbegrijpelijk. Een staaltje van die onbegrijpelijkheid werd ook deze avond weer eens opgevoerd. CDA en WD verklaar den enkele weken geleden plots dat zij, zonder de resultaten van het ontwikkelingsplan wilden afwachten, toch geporteerd waren voor een centrum in de omgeving van de Parklaan. Het CDA wilde de beslissing zelfs nemen vóór het ontwikkelingsplan vastgesteld was. En terecht zei de heer De Wilde dat dergelijke tussen- sprongen de burger onbegrijpelijk moesten voorkomen. De heer De Wilde had het in de kranten gelezen en prompt verklaarden de woordvoerders van CDA en VVD dat de kranten fout waren. Hoogst onwaarschijnlijk werd de zaak toen in de pau ze aan de perstafel door dezelfde „praters" werd ge zegd, dat de verslagen in de krant wel goed waren. N ou en met zulke zaken jaag je de mensen uit de raads zaal weg. De heer De Wilde had gelijk; er zijn mensen die zich vervreemden van hun eigen woorden. De vergadering had een heel exclusief begin. Direct na de opening met het ambtsgebed werd er weer vijf minuten geschorst, omdat twee fractievoorzitters, te weten de heer K. de Wilde (PvdA) en Jan Visser (Pro gressief Soest) nog niet aanwezig waren. De heer De Wilde kwam vlot daarna binnen, maar Jan Visser moest thuis gebeld worden. De progressieve vertegenwoordiger was helemaal vergeten dat de vergadering om zeven uur begon. Ook de afgevaardigden van de Soesterbergse Wijkraad kwamen te laat, maar dat lag mogelijk aan de busverbinding. Voor de eerste ronde van de beschouwingen waren spreektijden ingevoerd; de WD kreeg dertig minuten, maar was in negentien minuten klaar. „Niet dat we niet meer te zeggen hebben", zei mevrouw Korthuis, „maar we hebben ons willen bepalen tot de hoofdzaken. Het hele jaar door dragen we ons steentje bij aan een goed beleid". Het CDA kreeg ook 30 minuten, maar nam er 32 en d e PvdA had 25 minuten, maar nam er 33. Daar waren de interrupties van WD en CDA op de hard aankomende kritiek van de heer De Wilde bij inbegrepen. Des ondanks hebben we de heer De Wilde nooit zo snel horen praten en voorlezen ais maandagavond. Als hij dat tempo aanhoudt, krijgt de heer Van Poppelen van het CDA zijn zin. Hij wees er op dat ooit eens besloten werd de raadsvergaderingen niet langer te laten duren dan half elf 's avonds. Jan Visser van Progressief Soest kreeg voor zijn bijdrage aan de bescbouwingeri'twintig minuten, maar hij was in vijftien minuten klaar met zijn verhaal. Het werd de beste voordracht van de avond, wat de intonatie, de punten en de komma's en zo, betrof. Maar inhoudelij k was het veel sarcastische kritiek, die later nauwelijks beantwoording behoefde. Het college antwoordde „in eerste instantie" zoals dat heet en een uitspringer daarbij was de realiteit die de burgemeester haar raadsleden voor ogen hield met betrekking tot de bouw van een bestuurlijk en/of dorps centrum. Daar gaat jaren in zitten, want na het ontwikkelingsplan kan er begonen worden aan een bestem mingsplan met alles wat daar bij hoort. Tenzijde raad alsnog zou besluiten hel Zuiderengplan aan te ne men, want dat is door de ambtelijke molen geweest. M aar dat is niet te geloven. Hoewel Gisterenavond kregen alle fractievoorzitters de gelegenheid om te reageren op het antwoord van het college. Het werd te laat om die besprekingen nog in deze krant mee te nemen. Vandaag vergadert de raad de gehele dag, tot zo ongeveer half zes. Dan moet de begroting aangenomen zijn en het is nauwelijks te verwachten dat er veel in veranderd zal worden. Financieel debacle „Soest staat wellicht een financieel debacle te wachten als gevolg van grote investeringen in het verleden voor aankopen van gronden en gebouwen ten behoeven van een bestemmingsplan „weg over de Eng", „Kerckenlandt" e.d.; projecten die, zoals het er nu uitziet, niet doorgaan. Als wtf eerst willen groeien tot tussen de 70 a 80.000 inwoners en daarom actieve grondpolitiek hebben ge voerd, en nu volgens het ontwerp-maximum model tot hooguit 50.000, dan zul len we moeten betalen voor de luxe van ons landelijk leven. Wil een en ander betaalbaar bltfven dan zal Soest een ander beleid moeten gaan voeren met betrekking tot het gemeentelijk bezit aan gronden", aldus mevrouw E. Kort- huis-Elion fractie-voorzitter van de VVD. In haar algemene beschouwing met betrekking tot de begroting voor 1976 behandelde zij eerst enige financiële aspecten om vervolgens een aantal vragen te stellen over het bestuur lijke beleid- Zij memoreerde het overlijden van wethouder De Haan en stelde daar bij vast dat in het vele werk dat wacht „menigmaal zijn visie zal door werken". Na vervolgens de totstand koming van het nieuwe college met enkele woorden besproken te heb ben zei mevrouw Korthuis: „Ten ein de echter de beleidsdoelstellingen zo veel mogelijk te kunnen verwezen lijken, zullen wij een uitermate goed doordachte, sobere en efficiente han delswijze moeten volgen. Tè vaak is tot nu toe sprake geweest van stuk werk, van improvisatie". In eerste instantie diende men zich daarom te bezinnen op het financiële reilen en zeilen van de gemeente zo wel op korte als ook op lange termijn. Op vier punten vestigde zij de aan dacht: 1. zonder opbrengst uit het gas zou ons begrotingstekort verdubbelen; 2. de verhoging van de omslagkosten van gemeentewerken; 3. investerings mogelijkheden met betrekking tot ka pitaals werken en 4. de onroerend goed belasting. Wat. de gasverkoop en de daaruit voortvloeiende wlnstsaldo's betrof stelde zij de vraag of die situatie op de lange termijn gehandhaafd kon blijven en of niet de rijksoverheid daar een stokje voor zou steken? Bij de omslagkosten van gemeente werken vond zij dat de totaalkosten van gemeentewerken te hoog waren. Die omslagkosten werden nu 11 °/o, maar mevrouw Korthuis zei te ver wachten dat het percentage volgend jaar weer tot 10 °'i> zou zijn terugge bracht. Zij verwachtte dat de gereed gekomen functiewaardering een basis zou zijn voor verantwoord personeels beleid en ook verwachtte zij dat de SSW (de samenwerkende woning- bouwver.) het bewijs zouden leveren dat onderhoud van woningen goed koper en efficiënter kan gebeuren. Mevrouw Korthuis becijferde vervol gens de tekorten die zouden ontstaan, bij uitvoering van het investerings programma, zoals dat voorstaat voor de jaren 76-80. Daaronder vielen rio lering in Hees (1 milj.); verbetering van wegen en aanleg van nieuwe we gert (Dalweg) (7 milj.); sportakkomo- daties (4 milj.); onderwijs, scholen en rekreatie (7 milj.); raadhuis (10 milj.); politiegebouw (2,5 milj.); centrumweg (6 milj.). De tekorten zouden zijn voor '76 - 365.000 gld.; voor '77 - 750.000 gld.; voor '78 - 240.000 gld.; voor '79 - 450.000 gld. en voor '80 - 180.000 gld. „Het is ons duidelijk geworden uit deze financiële analyse dat de moge lijkheden voor Soest minimaal zijn en wij zullen bij de keuze van onze investeringen zeer selectief te werk moeten gaan. Uit deze analyse is ook gebleken", aldus mevrouw Korthuis, „dat de rente op geïnvesteerd kapi taal voor Soest een probleem gaat worden. Staat Soest wellicht een fi nancieel debacle te wachten?" Zy vroeg om beraadslagingen hoe ge meenschapsgelden terug te winnen uit het grondbezit en hoe braakliggende gronden en onroerende goederen (wil- helminalaan b.v.) rendabel te maken. Zij rekende voor dat de gronden van het stadspark een kleine twee ton per jaar gaan kosten en stelde de vraag of deze gronden toch niet rendabel gemaakt zouden kunnen worden. De fractie verwacht hierover voorstellen. Ook vroeg mevrouw Korthuis of Soest wel tot 1 januari 1979 moest wachten met de invoering van de onroerend- goed belasting. Dit met het oog op het verkrijgen van meer financiële armslag. Ook wilde zij weten welke grondslag als basis zou gaan dienen (oppervlakte of waarde), waarbij zij aandrong op gewestelijke eenheid (Baam heeft inmiddels een ander standpunt ingenomen als Amersfoort en Leusden). Zij stelde voor een amb telijke commissie in te stellen of eventueel het werk uit te besteden aan adviseurs, die binnen zes maan den verslag moesten uitbrengen. Inspraak Mevrouw Korthuis drong vervolgens aan haast te maken met de opstel ling van het ontwikkelingsplan. „Wilt u bevestigen dat het voorkeurs- model in maart zal worden aangeno men?" Mevrouw E. Korthuis-Elion (VVD) Zij pleitte voor een open bestuur, voor een betere voorlichting en ser vice aan het publiek. „Wij zien uit naar een duidelijke nota over de in spraak-mogelijkheden in onze ge meente, want het bestuur mag niet ondoorzichtiger worden en de be sluitvaardigheid geremd door ondui delijke inspraakprocedures". Naar haar mening diende iedereen te we ten waar hij aan toe was. Ook de middenstand mocht niet langer in het onzekere gelaten worden. Verheugd was de fractie dat de bun deling van beleidsterreinen op het gebied van welzijnszaken, inmiddels geleid had tot het instellen van de afdeling welzijnszaken. Met het oog daarop was men ook blij met de openbaarmaking van de vergaderin gen van de commissie maatschappe lijk werk, waardoor de burgerij beter betrokken werd bij deze zaken. Wat het onderwijs betrof kon de frac tie instemmen met het gestelde in de aanbiedingsbrief al was men veront rust over de teruggang van het leer lingenaantal op enkele openbare scho len. Ten aanzien van de woningbouw meende de fractie dat het beschik baar stellen van kavels voor premie-» bouw en de eigen woningbouw, voor rang moest hebben; „ook landelijk is de noodzaak hiervan reeds voldoende aangetoond", aldus mevrouw Kort huis. Een antwoord wilde zij op de vraag hoe lang de gemiddelde wacht tijden zijn, wanneer men zich voor een woning laat inschrijven Na een vraag over het instellen van een budgetteringssysteem voor alle diensten en bedrijven van gemeente werken en lof gebracht te hebben voor de in het gebouw van gemeente werk ingerichte tentoonstellings, stel de mevrouw Korthuis vast dat in Soest nog een gebied aangewezen diende te worden voor de vestiging van plaatselijke industrieën. Daarnaast diende regionaal overleg plaats te vinden over nieuwe indus trieterreinen. Inlichtingen wilde zij over de laatste ontwikkelingen in de provincies-nieuwe-stijl, waarbij zij op merkte het te betreuren dat er van de zijde van dè burgerij zo weinig be langstelling voor deze zaak werd ge- toont. „Bij invoering", zo veronder stelde zij, „zal de burger voor vele zaken niet meer op het gemeentehuis terecht kunnen, maar de reis naar het provinciehuis moeten ondernemen". Wat Soesterberg betrof was mevrouw Korthuis verheugd dat de woning bouw daar endelijk op gang was ge komen. Zij sprak de hoop uit dat ook voor de bewoners van Ons Belang in het komend jaar een stuk onzeker heid zou worden weggenomen. Mevrouw Korthuis besloot met dank te brengen aan het college en mede werkers voor het vele werk dat was verzet. „Ondanks ieders inzet bleef ook teleurstelling niet uit. Het is ont moedigend wanneer raadsleden zich tegen het college afzetten, maar het is ook onjuist. Wij vormen immers geen parlement met dualistisch stel sel, maar tezamen met het college, het bestuur van de gemeente. Zijn de pro blemen dan voor de raadsleden te in gewikkeld óf heeft er zich toch een te grote bureaucratie ontwikkeld die het leven voor ons allen ondoor zichtig maakt?, aldus mevrouw Kort huis van de VVD-fractie. Afspraken nakomen „De bouw van een gemeentehuis kan lang uitstel niet verdragen. Wfl vragen ons wei af wat de financiële konsekwenties zyn, nu er in 1975 weinig of geen nieuwe bestemmingsplannen zyn vastgesteld. Bovendien worden door deze stil stand velen gedupeerd. Daarbij valt in de eerste plaats te denken aan ons eigen personeel van de secretarie, om van het verkeersprobleem maar te zwegen. Want juist het verkeersproblem in Soest baart onze fracties grote zorgen. Wy vinden dat de gemeentelijke overheid hierbij ordenend en regelend dient op te treden en de gemaakte afspraken ten aanzien van bijvoorbeeld de Ossendam- weg en de A. P. Hilhorstweg dient na te komen", aldus de beer J. van Poppelen de CDA-fractievoorzitter. Lang stond hij stil bij de „stedelijke ontwikkeling van Soest", zoals hij het noemde; het grote aantal bezwaarschriften tegen het plan Zuidereng, waarbij hij opmerkte: „Wij zijn van mening dat de raad aan alle bezwaren zijn aan dacht zal moeten besteden. Wij zijn voorstander geweest om met het vaststellen van een bestuurscentrum en/of dorpscentrum te wachten tot het ontwikkelings plan ons meer houvast geeft". In zijn algemene bschouwing besprak de heer Van Poppelen achtereenvol gens de regionale samenwerking en het gemeentebeleid. Ook hij herdacht de overleden wethouder De Haan en de gevolgen daarvan voor de samen stelling van het college. Hij achtte een goed samenspel binnen het college van bijzonder veel belang, waarbij hij opmerkte dat de voorzit ter zelf gesteld had dat elk lid van het college namens, het college sprak; „met andere woorden", aldus de heer Van Poppelen, „als één der leden een an dere mening is toegedaan, zal hij of zij die mening motiveren". Nu het echter een paar maal was voorgevallen, dat een voorstel niet door het voltallige college werd ondersteund, vroeg de heer Van Poppelen of daaruit afgeleid moest worden, dat er binnen het col lege al verschil van mening was „óf acht deze, wethouder de binding aan de fractie in die gevallen groter dan die aan het college?" Het leek hem eleganter dat dan een stemverklaring werd afgelegd. Op vallend noemde de heer Van Poppelen het, dat de raadsvergaderingen, wat de tijdsduur betrof, wel eens uit de hand liepen. Hij herinnerde aan een beslis sing van jaren geleden, dat uiterlijk tot 22.30 uur vergaderd zou worden; „wij hebben de indruk, dat u mevrouw de voorzitter, de teugels van uw aan vankelijk strakke leiding wat hebt la ten vieren". Naar de mening van de heer Van Poppelen dienden raadsvoorstellen goed te worden doorgesproken, wat echter niet moest betekenen dat er veel en bij herhaling lange verhalen moesten worden gehouden. Hij drong aan op efficiënter vergaderen, „door een straffe leiding, en 'dat is u me vrouw de voorzitter zeker toever trouwd, is dat ongetwijfeld mogelijk". Weinig woorden besteedde de heer Van Poppelen aan de reorganisatie van het binnenlands bestuur: „gezien de vele bezwaren zal ook dit wetsont werp wel in de ijskast verdwijnen". Versterking van het samenwerkings orgaan Eemland achtte hij noodzake lijk, „want de huidige gang van zaken is beperkt tot wat ambtelijke contac ten, weinig vergaderingen en nog veel minder besluitvorming". Ook een beter functioner van de Soes terbergse Wijkraad achtte de heer Van Poppelen vai groot belang, om het ge voel daar weg te nemen, dat het een soort achtergebleven gebied van de gemeente was. Nieuwsgierig was hij naar wat be doeld werd met „een enigszins, andere wijze van verkiezing van de leden van de wijkraad". Ten aanzien van het personeelsbeleid en het ingestelde functiewaarderings- onderzoek, informeerde de heer Van Poppelen of dat gevolgd werd door een zo objectief mogelijk beoordelingssy steem. „Heeft het onderzoek aange toond dat er efficiënter, dus met min der personeel zou kunnen worden ge werkt?" Overigens betuigde hij zijn erkentelijkheid voor de inzet en be reidwilligheid van het gehele perso neel, en wees op het gevaar dat de uit werking van het onderzoek ook ave rechts zou kunnen zijn, omdat er niet voldoende doorstromingsmogelijkhe den zouden zijn, wat weer verloop te weeg zou brengen. „Het heeft ons bevreemd, dat er in Soest eigenlijk helemaal geen wijk agent dienst doet. ondanks dat dit vo rig jaar by het afdelingsonderzoek met verve werd verdedigd. Is het hele in stituut nu in de ijskast gezet, of kun nen we alsnog reorganisatieplannen in die richting tegemoet zien", zo vroeg de heer Van Poppelen. Om de werksituatie van de politie zo optimaal mogelijk te maken, diende huisvesting en materieel centraal te J. van Poppelen (CDA) staan. Met het oog daarop zouden pri oriteiten gesteld moeten worden. Voor het werk van de vrijwillige brand weer had het CDA niets dan lof, al vroeg de heer Van Poppelen of de aanschaffing van kostbaar materieel niet beter gezamenlijk (regionaal) kon geschieden. Stedelijke ontwikkeling De heer Van Poppelen wees er ver volgens op dat de ruimtelijke ordening terecht een centrale plaats innam in de belangstelling van de burger. Naar zijn mening was de communicatie er over, niet alleen in Soest, een moei zame zaak. Centraal diende te staan het verbete ren van de communicatie en hij wilde ruimschoots aan. iedereen de gelegen heid bieden om wensen of opmerkin gen erover aan de raad kenbaar te maken. Juist door een goede voorlich ting en goed samenspel moest het mo gelijk zijn een ontwikkelingsplan vast te stellen „waarbij het grootste deel van de Soester bvolking zich gelukkig voelt", aldus zei de CDA-fractievoor- zitter. Duidelijk moest echter wel zijn, dat slechts de raad een beslissing kon ne men. Nu er na realisering van Over- hees, Egghermonde en Steenbergen even pas op de plaats gemaakt moest worden, wilde de heer Van Poppelen toch weten hoe in de toe komst moeilijkheden bij scholenbouw in nieuwe wijken, zoals nu in Over- hees gebeurde, konden worden voor komen. Na gewezen te hebben op de bezwaar schriften die tegen het Zuiderengplan waren ingediend, zei de heer Van Pop pelen dat zyn fractie van mening was dat wanneer het dorpscentrum nodig was op de plaats waar het nu gepland was. situering meer in de richting van de Parklaan, Nieuweweg en station Soest,Zuid, beter was. Met aktiegroepen, die doen alsof de auto niet bestaat en de auto willen wegpesten, zou de fractie zich niet ver eenzelvigen. De totale verkeersproble matiek diende wel in een discussie aan de orde te komen. Wat de woningbouw betrof zal naar de mening van het CDA rekening ge houden moeten worden met de na tuurlijke groei; de druk van buiten af waaraan niet te ontkomen valt; be schikbaar komen van woonruimten voor alleenstaanden en bejaarden; de bevordering van het eigen woningbe- zit èn de nog steeds heersende woning nood. Gevraagd y'erd hoe het stond met plannen voor Ons Belang en de Molenstraat en wanneer met de bouw in Overhees 2e fase begonnen kon worden, Voor een woonwagenkamp binnen de gemeentegrenzen zal plaats gemaakt moeten worden, als dat van hoger hand geëist wordt, echter wees de heer Van Poppelen een situering aan Grote Melmweg op voorhand af; „nau welijks aanvaardbaar". Wat het „welzijn" betrof, meende de CDA-fractie dat daaronder verstaan moest worden het verbeteren van de leefbaarheid en de algemene leefsitua tie. De totstand gekomen bundeling van beleidsorganisaties werd toege- juichd, al wilde de heer Van Poppelen wel weten of daar doelmatigheidsover wegingen de basis van waren; „juist op dat terrein zullen wij de vinger op de financiële pols moeten houden". Hij drong met klem aan de naam Gemeen telijke Sociale Dienst als zodanig te handhaven. De onderwijsbelangen waren naar de mening van de heer Van Poppelen in goede handen, zowel wat 't openbaar- als het bijzonder onderwijs betrof. Toch baarde het beleid van de centrale overheid, zeker wat de vrijheid van inrichting van het onderwijs betrof, de fractie enige zorgen. Ten aanzien van de sport vroeg het CDA op korte termijn een instructie voor de directeur van de sportstichting vast te stellen. Ook zei de heer Van Poppelen voorstander te zyn van openbaar maken van de vergaderin gen van de sportstichting; „wellicht worden dan de sportverenigingen di recter by dit werk betrokken". Ook wees hij er op dat de personeels bezetting van de stichting sinds haar bestaan drastisch was uitgebreid en hij vond dat de kosten hier zeker nauwlettend gevolg moesten worden. Hij drong aan op goed onderhoud van fiets- en voetpaden in de bossen, en waar mogelijk ook uitbreiding ervan. Zeer benieuwd zei hij te zijn, wie dat onderhoud in de toekomst gaat uitvoe ren; de gemeente of de Heide Mij. Hij wilde voor dat onderhoud volgend jaar een groter krediet uitgetrokken zien. Bij de bespreking van 't Centraal An tenne Systeem zal het CDA een opti male keuzemogelijkheid in program ma's voorstaan. Verder een goede in formatie aan de bujrgerij en de ge meenteraad; een objectieve en deskun dige keuze uit de leveranciers en een zo groot mogelijke inschakeling van de plaatselijke middenstand. Vragen had de heer Van Poppelen ook over de huisvesting van buitenlandse werknemers; welke resultaten de re gelmatige controles van de pensions opgeleverd hadden en welke prioriteit werd toegekend aan buitenlandse werknemers, die voor hun gezin een woning zochten. Niet automatisch Ter zake van het financieel beleid drong de heer Van Poppelen aan dat niet elk begroot bedrag automatisch werd uitgegeven. „Het is toch vaak zo", aldus de heer Van Poppelen, „dat bij de overheid de kostenbewaking niet veel verder gaat, dan er voor te zorgen dat de begroting niet wordt overschreden". Hij stelde voor het stapje verder te zetten door uitgaaf binnen de begroting op zijn noodzake lijkheid te bekijken. De heer Van Poppelen informeerde in welk stadium de herziene investe ringsnota zich bevonden hij pleitte ervoor, batige saldi aan te wenden om een eventueel tekort in de komende jaren hiermee te financieëren. Hij zei overigens de indruk te hebben dat de aanzet tot rationalisatie bij de dienst van gemeentewerken, bij de huidige wethouder in goede handen was. Wel wilde hij weten waarop op de begroting voor deze dienst de mees te posten met meer dan 10 had ver hoogd. Dat had het CDA verbaasd! Een scherpe kostenbewaking was nood zakelijk en daarom kon een beoorde ling van het personeelsbestand niet worden uitgesloten. „We moeten geen ambtenaren aannemen om een kan toorgebouw vol te krijgen", aldus de heer Van Poppelen. De verhogingen van de belastingen met V/2 was voor het CDA niet on aanvaardbaar, als stond men er niet om te „trappelen". Hij informeerde of binnen het college al een beslissing genomen was welke grondslag zou toe gepast worden voor de onroerend goed belasting. Een goede voriichting aan het publiek noemde hij essentieel. Met de wens dat college en alle amb tenaren veel wijsheid en sterkte zou den ontvangen bij de uitvoering van hun taak, besloot de heer Van Poppe len zijn betoog. Vervreemding De heer K. de Wilde, fractie-voorzitter van de PvdA, begon zijn algemene be schouwing met te wijzen op de vervreemding van de mens van zijn omgeving. Hy deed dat mede naar aanleiding van de gijzelingsdrama's in Beilen en Am sterdam. Die vervreemding gold naar zijn mening zowel voor de verhoudingen in het gezin als in de maatschappij. „Zeer veel wat op nationaal en zeker op internationaal terrein gebeurt, onttrekt zich aan onze beïnvloeding. Dat is niet het geval bij wat zich in onze directe woon- en leefomgeving afspeelt; en ook daar gebeuren dingen, welke de mensen niet begrijpen", aldus de heer De Wilde. Hij doelde daarbij op alle gebeurtenissen rond het bestemmings plan Zuidereng, waarna de raad in augustus unaniem de beslissing nam eerst de hoofdlijnen van de ruimtelijke inrichting van Soest af te wachten, vooral eer het Zuiderengplan aan de orde te stellen. De latere gang van zaken, waarbij bleek dat zowel VVD als CDA een ge wijzigde visie hadden, zou naar zijn mening door de Soester bevolking niet begrepen zijn. „Wordt", zo vroeg de heer De Wilde zich af, „dit in het verf-, volg op zeer belangrijke beleidslijnen meer zo gedaan, dan zullen de gemeen- tcnaren zich afvragen, welke zin het heeft, dat zy enige belangstelling voor het gemeentelijk gebeuren tonen. Immers, binnen enkele maanden lijkt een groot deel van de raad van mening te veranderen, zonder dat daarover in de openbare raadsvergadering een behoorlijke discussie heeft plaatsgevonden", aldus de heer De Wilde. Een ander onduidelijkheid voor de burger noemde hij de problemen rond de landelijke ODA; „een groot treu: spel", en de samenwerking tussen de partijen op provinciaal en gemeente lijk niveau. Veel kiezers zouden ei zich in een zekere lusteloosheid dooi van de politiek af wenden. De heer De Wilde zei vervolgens zich niet te verheugen over de ontwikke lingen van de verhouding in de Soes ter gemeenteraad, tussen de PvdA en de vertegenwoordiger van Progressief Soest. Al werd er op landelijk niveau samengewerkt tussen PvdA, P.P.R. en D'66, in de gemeenteraad lukte die samenwerking maar ten dele. „Wel zien wij tot ons genoegen, dat op meerdere niet onbelangrijke pun ten P.S. en wij onze stem op gelijke wijze en in dezelfde richting uitbren gen". aldus de heer De Wilde, maar aan de andere kant betreurde hij de werkwijze welke in een aantal geval len door de vertegenwoordiger van P.S. werd gevolgd. Hij dacht dat door deze wijze van opereren de nvloed van Progressief Soest, waarin zich een aantal zeer meelevende en initi atiefrijke burgers hadden verenigd, aanzienlijk minder groot was. dan waarop de groep aanspraak kon doen gelden. Kritiek had hij over de gang van za ken bij de scholenbouw in Overhees; de vertraging die ontstond door de college-wisseling in 1974 noemde hij onaanvaardbaar, terwijl hij eveneens de gang van zaken bij de gunning van de verbouwing van de Prins Wil* lem Alexanderschool hekelde. De raadscommissies werden toen op geroepen voor een „nutteloze" verga dering. „Het college kan dit niet doen", zo vond de heer De Wilde, „Niet met het oog op het geld, niet vanwege dé beeldvorming van de gemeente bij de burger en niet te genover de raad". Hij stelde overi gens voor een agenda met alle bij- K. de Wilde (PvdA) behorende stukken vóór de commissie vergaderingen ter beschikking te stel len, en, na afloop een beknopte be sluitenlijst. Het vragenuurtje tijdens de raads-« vergadering noemde hij een vooruit gang en hij drong op het openbaar maken van commissievergaderingen, waarin de begroting behandeld werd. Ook de heer De Wilde herdacht de overleden wethouder De Haan. Het meedoen van het CDA in het colle ge noemde hij verheugend. Twyfel Op enkele beleidsterreinen had de PvdA-fractie twijfel. Op de eerste plaats op het onderwijsbeleid, dat weliswaar in hoge mate een uitvloei sel was van het regeringsbeleid, maar waar toch een grotere marge aan- Vervolg elders in dit blad

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1975 | | pagina 5