Algemene beschouwingen zonder opstekers
Bouw nieuw gemeentehuis
en/of Dorpscentrum
kan nog jaren duren
van de Gemeentehof
r
Sl
Gemeenteraadsvergadering
Soester Courant van donderdag 11 december 1975
Afgelopen maandag begon de raad met de behandeling van de begroting voor 1976. Zoals gebruikelijk werd
dat ingeleid met de zogeheten „algemene beschouwingen" door de fractievoorzitters; de bespreking van het
gevoerde- en van het te voeren beleid.
In zijn inleiding haakt de heer K. de Wilde (PvdA) in op de actualiteit, de gijzelingsdrama's. Zijn vraag of
het wel zin had je druk te maken over de richting, waarin wij ons eigen kleine gemeenschapje graag ontwik
keld zouden zien, beantwoordde hij zelf met „ja". Naar zijn mening was één van de oorzaken van de ellende
om ons heen, de vervreemding van de mens van zijn omgeving. v
Hoe waar dat was, werd weer eens bewezen door een bijzonder slechte opkomst van het publiek. Over
enige jaren gaat zo'n 60 a 70 van de kiesgerechtigden weer plichtsgetrouw naar de stembus om een
nieuwe raad te kiezen, maar wat die lieden met elkaar in de voorbije vier jaar gepresteerd hbben, interesseert
zo te zien eigenlijk niemand. De Wilde had kunnen zeggen dat ook plaatselijk die vervreemding zich mani
festeert, dat men zich in een zekere lusteloosheid van de politiek afwent. Of je nu komt of niet komt, ze doen
maar. En wat er gebeurt is dikwijls onbegrijpelijk.
Een staaltje van die onbegrijpelijkheid werd ook deze avond weer eens opgevoerd. CDA en WD verklaar
den enkele weken geleden plots dat zij, zonder de resultaten van het ontwikkelingsplan wilden afwachten,
toch geporteerd waren voor een centrum in de omgeving van de Parklaan. Het CDA wilde de beslissing zelfs
nemen vóór het ontwikkelingsplan vastgesteld was. En terecht zei de heer De Wilde dat dergelijke tussen-
sprongen de burger onbegrijpelijk moesten voorkomen. De heer De Wilde had het in de kranten gelezen en
prompt verklaarden de woordvoerders van CDA en VVD dat de kranten fout waren.
Hoogst onwaarschijnlijk werd de zaak toen in de pau ze aan de perstafel door dezelfde „praters" werd ge
zegd, dat de verslagen in de krant wel goed waren. N ou en met zulke zaken jaag je de mensen uit de raads
zaal weg.
De heer De Wilde had gelijk; er zijn mensen die zich vervreemden van hun eigen woorden.
De vergadering had een heel exclusief begin. Direct na de opening met het ambtsgebed werd er weer vijf
minuten geschorst, omdat twee fractievoorzitters, te weten de heer K. de Wilde (PvdA) en Jan Visser (Pro
gressief Soest) nog niet aanwezig waren. De heer De Wilde kwam vlot daarna binnen, maar Jan Visser
moest thuis gebeld worden. De progressieve vertegenwoordiger was helemaal vergeten dat de vergadering
om zeven uur begon. Ook de afgevaardigden van de Soesterbergse Wijkraad kwamen te laat, maar dat lag
mogelijk aan de busverbinding.
Voor de eerste ronde van de beschouwingen waren spreektijden ingevoerd; de WD kreeg dertig minuten,
maar was in negentien minuten klaar. „Niet dat we niet meer te zeggen hebben", zei mevrouw Korthuis,
„maar we hebben ons willen bepalen tot de hoofdzaken. Het hele jaar door dragen we ons steentje bij aan
een goed beleid".
Het CDA kreeg ook 30 minuten, maar nam er 32 en d e PvdA had 25 minuten, maar nam er 33. Daar waren
de interrupties van WD en CDA op de hard aankomende kritiek van de heer De Wilde bij inbegrepen. Des
ondanks hebben we de heer De Wilde nooit zo snel horen praten en voorlezen ais maandagavond. Als hij dat
tempo aanhoudt, krijgt de heer Van Poppelen van het CDA zijn zin. Hij wees er op dat ooit eens besloten
werd de raadsvergaderingen niet langer te laten duren dan half elf 's avonds.
Jan Visser van Progressief Soest kreeg voor zijn bijdrage aan de bescbouwingeri'twintig minuten, maar hij was
in vijftien minuten klaar met zijn verhaal. Het werd de beste voordracht van de avond, wat de intonatie, de
punten en de komma's en zo, betrof. Maar inhoudelij k was het veel sarcastische kritiek, die later nauwelijks
beantwoording behoefde.
Het college antwoordde „in eerste instantie" zoals dat heet en een uitspringer daarbij was de realiteit die de
burgemeester haar raadsleden voor ogen hield met betrekking tot de bouw van een bestuurlijk en/of dorps
centrum. Daar gaat jaren in zitten, want na het ontwikkelingsplan kan er begonen worden aan een bestem
mingsplan met alles wat daar bij hoort. Tenzijde raad alsnog zou besluiten hel Zuiderengplan aan te ne
men, want dat is door de ambtelijke molen geweest. M aar dat is niet te geloven. Hoewel
Gisterenavond kregen alle fractievoorzitters de gelegenheid om te reageren op het antwoord van het college.
Het werd te laat om die besprekingen nog in deze krant mee te nemen.
Vandaag vergadert de raad de gehele dag, tot zo ongeveer half zes. Dan moet de begroting aangenomen zijn
en het is nauwelijks te verwachten dat er veel in veranderd zal worden.
Financieel debacle
„Soest staat wellicht een financieel debacle te wachten als gevolg van grote
investeringen in het verleden voor aankopen van gronden en gebouwen ten
behoeven van een bestemmingsplan „weg over de Eng", „Kerckenlandt" e.d.;
projecten die, zoals het er nu uitziet, niet doorgaan. Als wtf eerst willen groeien
tot tussen de 70 a 80.000 inwoners en daarom actieve grondpolitiek hebben ge
voerd, en nu volgens het ontwerp-maximum model tot hooguit 50.000, dan zul
len we moeten betalen voor de luxe van ons landelijk leven. Wil een en ander
betaalbaar bltfven dan zal Soest een ander beleid moeten gaan voeren met
betrekking tot het gemeentelijk bezit aan gronden", aldus mevrouw E. Kort-
huis-Elion fractie-voorzitter van de VVD.
In haar algemene beschouwing met
betrekking tot de begroting voor 1976
behandelde zij eerst enige financiële
aspecten om vervolgens een aantal
vragen te stellen over het bestuur
lijke beleid-
Zij memoreerde het overlijden van
wethouder De Haan en stelde daar
bij vast dat in het vele werk dat
wacht „menigmaal zijn visie zal door
werken". Na vervolgens de totstand
koming van het nieuwe college met
enkele woorden besproken te heb
ben zei mevrouw Korthuis: „Ten ein
de echter de beleidsdoelstellingen zo
veel mogelijk te kunnen verwezen
lijken, zullen wij een uitermate goed
doordachte, sobere en efficiente han
delswijze moeten volgen. Tè vaak is
tot nu toe sprake geweest van stuk
werk, van improvisatie".
In eerste instantie diende men zich
daarom te bezinnen op het financiële
reilen en zeilen van de gemeente zo
wel op korte als ook op lange termijn.
Op vier punten vestigde zij de aan
dacht: 1. zonder opbrengst uit het gas
zou ons begrotingstekort verdubbelen;
2. de verhoging van de omslagkosten
van gemeentewerken; 3. investerings
mogelijkheden met betrekking tot ka
pitaals werken en 4. de onroerend goed
belasting.
Wat. de gasverkoop en de daaruit
voortvloeiende wlnstsaldo's betrof
stelde zij de vraag of die situatie op
de lange termijn gehandhaafd kon
blijven en of niet de rijksoverheid
daar een stokje voor zou steken?
Bij de omslagkosten van gemeente
werken vond zij dat de totaalkosten
van gemeentewerken te hoog waren.
Die omslagkosten werden nu 11 °/o,
maar mevrouw Korthuis zei te ver
wachten dat het percentage volgend
jaar weer tot 10 °'i> zou zijn terugge
bracht. Zij verwachtte dat de gereed
gekomen functiewaardering een basis
zou zijn voor verantwoord personeels
beleid en ook verwachtte zij dat de
SSW (de samenwerkende woning-
bouwver.) het bewijs zouden leveren
dat onderhoud van woningen goed
koper en efficiënter kan gebeuren.
Mevrouw Korthuis becijferde vervol
gens de tekorten die zouden ontstaan,
bij uitvoering van het investerings
programma, zoals dat voorstaat voor
de jaren 76-80. Daaronder vielen rio
lering in Hees (1 milj.); verbetering
van wegen en aanleg van nieuwe we
gert (Dalweg) (7 milj.); sportakkomo-
daties (4 milj.); onderwijs, scholen en
rekreatie (7 milj.); raadhuis (10 milj.);
politiegebouw (2,5 milj.); centrumweg
(6 milj.). De tekorten zouden zijn voor
'76 - 365.000 gld.; voor '77 - 750.000
gld.; voor '78 - 240.000 gld.; voor '79
- 450.000 gld. en voor '80 - 180.000 gld.
„Het is ons duidelijk geworden uit
deze financiële analyse dat de moge
lijkheden voor Soest minimaal zijn
en wij zullen bij de keuze van onze
investeringen zeer selectief te werk
moeten gaan. Uit deze analyse is ook
gebleken", aldus mevrouw Korthuis,
„dat de rente op geïnvesteerd kapi
taal voor Soest een probleem gaat
worden. Staat Soest wellicht een fi
nancieel debacle te wachten?"
Zy vroeg om beraadslagingen hoe ge
meenschapsgelden terug te winnen uit
het grondbezit en hoe braakliggende
gronden en onroerende goederen (wil-
helminalaan b.v.) rendabel te maken.
Zij rekende voor dat de gronden van
het stadspark een kleine twee ton per
jaar gaan kosten en stelde de vraag
of deze gronden toch niet rendabel
gemaakt zouden kunnen worden. De
fractie verwacht hierover voorstellen.
Ook vroeg mevrouw Korthuis of Soest
wel tot 1 januari 1979 moest wachten
met de invoering van de onroerend-
goed belasting. Dit met het oog op
het verkrijgen van meer financiële
armslag. Ook wilde zij weten welke
grondslag als basis zou gaan dienen
(oppervlakte of waarde), waarbij zij
aandrong op gewestelijke eenheid
(Baam heeft inmiddels een ander
standpunt ingenomen als Amersfoort
en Leusden). Zij stelde voor een amb
telijke commissie in te stellen of
eventueel het werk uit te besteden
aan adviseurs, die binnen zes maan
den verslag moesten uitbrengen.
Inspraak
Mevrouw Korthuis drong vervolgens
aan haast te maken met de opstel
ling van het ontwikkelingsplan.
„Wilt u bevestigen dat het voorkeurs-
model in maart zal worden aangeno
men?"
Mevrouw E. Korthuis-Elion (VVD)
Zij pleitte voor een open bestuur,
voor een betere voorlichting en ser
vice aan het publiek. „Wij zien uit
naar een duidelijke nota over de in
spraak-mogelijkheden in onze ge
meente, want het bestuur mag niet
ondoorzichtiger worden en de be
sluitvaardigheid geremd door ondui
delijke inspraakprocedures". Naar
haar mening diende iedereen te we
ten waar hij aan toe was. Ook de
middenstand mocht niet langer in het
onzekere gelaten worden.
Verheugd was de fractie dat de bun
deling van beleidsterreinen op het
gebied van welzijnszaken, inmiddels
geleid had tot het instellen van de
afdeling welzijnszaken. Met het oog
daarop was men ook blij met de
openbaarmaking van de vergaderin
gen van de commissie maatschappe
lijk werk, waardoor de burgerij beter
betrokken werd bij deze zaken.
Wat het onderwijs betrof kon de frac
tie instemmen met het gestelde in de
aanbiedingsbrief al was men veront
rust over de teruggang van het leer
lingenaantal op enkele openbare scho
len.
Ten aanzien van de woningbouw
meende de fractie dat het beschik
baar stellen van kavels voor premie-»
bouw en de eigen woningbouw, voor
rang moest hebben; „ook landelijk is
de noodzaak hiervan reeds voldoende
aangetoond", aldus mevrouw Kort
huis. Een antwoord wilde zij op de
vraag hoe lang de gemiddelde wacht
tijden zijn, wanneer men zich voor
een woning laat inschrijven
Na een vraag over het instellen van
een budgetteringssysteem voor alle
diensten en bedrijven van gemeente
werken en lof gebracht te hebben
voor de in het gebouw van gemeente
werk ingerichte tentoonstellings, stel
de mevrouw Korthuis vast dat in
Soest nog een gebied aangewezen
diende te worden voor de vestiging
van plaatselijke industrieën.
Daarnaast diende regionaal overleg
plaats te vinden over nieuwe indus
trieterreinen. Inlichtingen wilde zij
over de laatste ontwikkelingen in de
provincies-nieuwe-stijl, waarbij zij op
merkte het te betreuren dat er van
de zijde van dè burgerij zo weinig be
langstelling voor deze zaak werd ge-
toont. „Bij invoering", zo veronder
stelde zij, „zal de burger voor vele
zaken niet meer op het gemeentehuis
terecht kunnen, maar de reis naar het
provinciehuis moeten ondernemen".
Wat Soesterberg betrof was mevrouw
Korthuis verheugd dat de woning
bouw daar endelijk op gang was ge
komen. Zij sprak de hoop uit dat ook
voor de bewoners van Ons Belang in
het komend jaar een stuk onzeker
heid zou worden weggenomen.
Mevrouw Korthuis besloot met dank
te brengen aan het college en mede
werkers voor het vele werk dat was
verzet. „Ondanks ieders inzet bleef
ook teleurstelling niet uit. Het is ont
moedigend wanneer raadsleden zich
tegen het college afzetten, maar het
is ook onjuist. Wij vormen immers
geen parlement met dualistisch stel
sel, maar tezamen met het college, het
bestuur van de gemeente. Zijn de pro
blemen dan voor de raadsleden te in
gewikkeld óf heeft er zich toch een
te grote bureaucratie ontwikkeld die
het leven voor ons allen ondoor
zichtig maakt?, aldus mevrouw Kort
huis van de VVD-fractie.
Afspraken nakomen
„De bouw van een gemeentehuis kan lang uitstel niet verdragen. Wfl vragen
ons wei af wat de financiële konsekwenties zyn, nu er in 1975 weinig of geen
nieuwe bestemmingsplannen zyn vastgesteld. Bovendien worden door deze stil
stand velen gedupeerd. Daarbij valt in de eerste plaats te denken aan ons eigen
personeel van de secretarie, om van het verkeersprobleem maar te zwegen.
Want juist het verkeersproblem in Soest baart onze fracties grote zorgen. Wy
vinden dat de gemeentelijke overheid hierbij ordenend en regelend dient op te
treden en de gemaakte afspraken ten aanzien van bijvoorbeeld de Ossendam-
weg en de A. P. Hilhorstweg dient na te komen", aldus de beer J. van Poppelen
de CDA-fractievoorzitter.
Lang stond hij stil bij de „stedelijke ontwikkeling van Soest", zoals hij het
noemde; het grote aantal bezwaarschriften tegen het plan Zuidereng, waarbij
hij opmerkte: „Wij zijn van mening dat de raad aan alle bezwaren zijn aan
dacht zal moeten besteden. Wij zijn voorstander geweest om met het vaststellen
van een bestuurscentrum en/of dorpscentrum te wachten tot het ontwikkelings
plan ons meer houvast geeft".
In zijn algemene bschouwing besprak
de heer Van Poppelen achtereenvol
gens de regionale samenwerking en
het gemeentebeleid. Ook hij herdacht
de overleden wethouder De Haan en
de gevolgen daarvan voor de samen
stelling van het college.
Hij achtte een goed samenspel binnen
het college van bijzonder veel belang,
waarbij hij opmerkte dat de voorzit
ter zelf gesteld had dat elk lid van het
college namens, het college sprak; „met
andere woorden", aldus de heer Van
Poppelen, „als één der leden een an
dere mening is toegedaan, zal hij of zij
die mening motiveren". Nu het echter
een paar maal was voorgevallen, dat
een voorstel niet door het voltallige
college werd ondersteund, vroeg de
heer Van Poppelen of daaruit afgeleid
moest worden, dat er binnen het col
lege al verschil van mening was „óf
acht deze, wethouder de binding aan
de fractie in die gevallen groter dan
die aan het college?"
Het leek hem eleganter dat dan een
stemverklaring werd afgelegd. Op
vallend noemde de heer Van Poppelen
het, dat de raadsvergaderingen, wat de
tijdsduur betrof, wel eens uit de hand
liepen. Hij herinnerde aan een beslis
sing van jaren geleden, dat uiterlijk
tot 22.30 uur vergaderd zou worden;
„wij hebben de indruk, dat u mevrouw
de voorzitter, de teugels van uw aan
vankelijk strakke leiding wat hebt la
ten vieren".
Naar de mening van de heer Van
Poppelen dienden raadsvoorstellen
goed te worden doorgesproken, wat
echter niet moest betekenen dat er
veel en bij herhaling lange verhalen
moesten worden gehouden. Hij drong
aan op efficiënter vergaderen, „door
een straffe leiding, en 'dat is u me
vrouw de voorzitter zeker toever
trouwd, is dat ongetwijfeld mogelijk".
Weinig woorden besteedde de heer
Van Poppelen aan de reorganisatie
van het binnenlands bestuur: „gezien
de vele bezwaren zal ook dit wetsont
werp wel in de ijskast verdwijnen".
Versterking van het samenwerkings
orgaan Eemland achtte hij noodzake
lijk, „want de huidige gang van zaken
is beperkt tot wat ambtelijke contac
ten, weinig vergaderingen en nog veel
minder besluitvorming".
Ook een beter functioner van de Soes
terbergse Wijkraad achtte de heer Van
Poppelen vai groot belang, om het ge
voel daar weg te nemen, dat het een
soort achtergebleven gebied van de
gemeente was.
Nieuwsgierig was hij naar wat be
doeld werd met „een enigszins, andere
wijze van verkiezing van de leden
van de wijkraad".
Ten aanzien van het personeelsbeleid
en het ingestelde functiewaarderings-
onderzoek, informeerde de heer Van
Poppelen of dat gevolgd werd door een
zo objectief mogelijk beoordelingssy
steem. „Heeft het onderzoek aange
toond dat er efficiënter, dus met min
der personeel zou kunnen worden ge
werkt?" Overigens betuigde hij zijn
erkentelijkheid voor de inzet en be
reidwilligheid van het gehele perso
neel, en wees op het gevaar dat de uit
werking van het onderzoek ook ave
rechts zou kunnen zijn, omdat er niet
voldoende doorstromingsmogelijkhe
den zouden zijn, wat weer verloop te
weeg zou brengen.
„Het heeft ons bevreemd, dat er in
Soest eigenlijk helemaal geen wijk
agent dienst doet. ondanks dat dit vo
rig jaar by het afdelingsonderzoek met
verve werd verdedigd. Is het hele in
stituut nu in de ijskast gezet, of kun
nen we alsnog reorganisatieplannen in
die richting tegemoet zien", zo vroeg
de heer Van Poppelen.
Om de werksituatie van de politie zo
optimaal mogelijk te maken, diende
huisvesting en materieel centraal te
J. van Poppelen (CDA)
staan. Met het oog daarop zouden pri
oriteiten gesteld moeten worden. Voor
het werk van de vrijwillige brand
weer had het CDA niets dan lof, al
vroeg de heer Van Poppelen of de
aanschaffing van kostbaar materieel
niet beter gezamenlijk (regionaal) kon
geschieden.
Stedelijke ontwikkeling
De heer Van Poppelen wees er ver
volgens op dat de ruimtelijke ordening
terecht een centrale plaats innam in
de belangstelling van de burger. Naar
zijn mening was de communicatie er
over, niet alleen in Soest, een moei
zame zaak.
Centraal diende te staan het verbete
ren van de communicatie en hij wilde
ruimschoots aan. iedereen de gelegen
heid bieden om wensen of opmerkin
gen erover aan de raad kenbaar te
maken. Juist door een goede voorlich
ting en goed samenspel moest het mo
gelijk zijn een ontwikkelingsplan vast
te stellen „waarbij het grootste deel
van de Soester bvolking zich gelukkig
voelt", aldus zei de CDA-fractievoor-
zitter.
Duidelijk moest echter wel zijn, dat
slechts de raad een beslissing kon ne
men. Nu er na realisering van Over-
hees, Egghermonde en Steenbergen
even pas op de plaats gemaakt
moest worden, wilde de heer Van
Poppelen toch weten hoe in de toe
komst moeilijkheden bij scholenbouw
in nieuwe wijken, zoals nu in Over-
hees gebeurde, konden worden voor
komen.
Na gewezen te hebben op de bezwaar
schriften die tegen het Zuiderengplan
waren ingediend, zei de heer Van Pop
pelen dat zyn fractie van mening was
dat wanneer het dorpscentrum nodig
was op de plaats waar het nu gepland
was. situering meer in de richting van
de Parklaan, Nieuweweg en station
Soest,Zuid, beter was.
Met aktiegroepen, die doen alsof de
auto niet bestaat en de auto willen
wegpesten, zou de fractie zich niet ver
eenzelvigen. De totale verkeersproble
matiek diende wel in een discussie aan
de orde te komen.
Wat de woningbouw betrof zal naar
de mening van het CDA rekening ge
houden moeten worden met de na
tuurlijke groei; de druk van buiten af
waaraan niet te ontkomen valt; be
schikbaar komen van woonruimten
voor alleenstaanden en bejaarden; de
bevordering van het eigen woningbe-
zit èn de nog steeds heersende woning
nood. Gevraagd y'erd hoe het stond
met plannen voor Ons Belang en de
Molenstraat en wanneer met de bouw
in Overhees 2e fase begonnen kon
worden,
Voor een woonwagenkamp binnen de
gemeentegrenzen zal plaats gemaakt
moeten worden, als dat van hoger
hand geëist wordt, echter wees de
heer Van Poppelen een situering aan
Grote Melmweg op voorhand af; „nau
welijks aanvaardbaar".
Wat het „welzijn" betrof, meende de
CDA-fractie dat daaronder verstaan
moest worden het verbeteren van de
leefbaarheid en de algemene leefsitua
tie. De totstand gekomen bundeling
van beleidsorganisaties werd toege-
juichd, al wilde de heer Van Poppelen
wel weten of daar doelmatigheidsover
wegingen de basis van waren; „juist
op dat terrein zullen wij de vinger op
de financiële pols moeten houden". Hij
drong met klem aan de naam Gemeen
telijke Sociale Dienst als zodanig te
handhaven.
De onderwijsbelangen waren naar de
mening van de heer Van Poppelen in
goede handen, zowel wat 't openbaar-
als het bijzonder onderwijs betrof.
Toch baarde het beleid van de centrale
overheid, zeker wat de vrijheid van
inrichting van het onderwijs betrof, de
fractie enige zorgen.
Ten aanzien van de sport vroeg het
CDA op korte termijn een instructie
voor de directeur van de sportstichting
vast te stellen. Ook zei de heer Van
Poppelen voorstander te zyn van
openbaar maken van de vergaderin
gen van de sportstichting; „wellicht
worden dan de sportverenigingen di
recter by dit werk betrokken".
Ook wees hij er op dat de personeels
bezetting van de stichting sinds haar
bestaan drastisch was uitgebreid en
hij vond dat de kosten hier zeker
nauwlettend gevolg moesten worden.
Hij drong aan op goed onderhoud van
fiets- en voetpaden in de bossen, en
waar mogelijk ook uitbreiding ervan.
Zeer benieuwd zei hij te zijn, wie dat
onderhoud in de toekomst gaat uitvoe
ren; de gemeente of de Heide Mij. Hij
wilde voor dat onderhoud volgend jaar
een groter krediet uitgetrokken zien.
Bij de bespreking van 't Centraal An
tenne Systeem zal het CDA een opti
male keuzemogelijkheid in program
ma's voorstaan. Verder een goede in
formatie aan de bujrgerij en de ge
meenteraad; een objectieve en deskun
dige keuze uit de leveranciers en een
zo groot mogelijke inschakeling van
de plaatselijke middenstand.
Vragen had de heer Van Poppelen ook
over de huisvesting van buitenlandse
werknemers; welke resultaten de re
gelmatige controles van de pensions
opgeleverd hadden en welke prioriteit
werd toegekend aan buitenlandse
werknemers, die voor hun gezin een
woning zochten.
Niet automatisch
Ter zake van het financieel beleid
drong de heer Van Poppelen aan dat
niet elk begroot bedrag automatisch
werd uitgegeven. „Het is toch vaak
zo", aldus de heer Van Poppelen, „dat
bij de overheid de kostenbewaking
niet veel verder gaat, dan er voor te
zorgen dat de begroting niet wordt
overschreden". Hij stelde voor het
stapje verder te zetten door uitgaaf
binnen de begroting op zijn noodzake
lijkheid te bekijken.
De heer Van Poppelen informeerde in
welk stadium de herziene investe
ringsnota zich bevonden hij pleitte
ervoor, batige saldi aan te wenden om
een eventueel tekort in de komende
jaren hiermee te financieëren.
Hij zei overigens de indruk te hebben
dat de aanzet tot rationalisatie bij de
dienst van gemeentewerken, bij de
huidige wethouder in goede handen
was. Wel wilde hij weten waarop op
de begroting voor deze dienst de mees
te posten met meer dan 10 had ver
hoogd. Dat had het CDA verbaasd!
Een scherpe kostenbewaking was nood
zakelijk en daarom kon een beoorde
ling van het personeelsbestand niet
worden uitgesloten. „We moeten geen
ambtenaren aannemen om een kan
toorgebouw vol te krijgen", aldus de
heer Van Poppelen.
De verhogingen van de belastingen
met V/2 was voor het CDA niet on
aanvaardbaar, als stond men er niet
om te „trappelen". Hij informeerde
of binnen het college al een beslissing
genomen was welke grondslag zou toe
gepast worden voor de onroerend goed
belasting. Een goede voriichting aan
het publiek noemde hij essentieel.
Met de wens dat college en alle amb
tenaren veel wijsheid en sterkte zou
den ontvangen bij de uitvoering van
hun taak, besloot de heer Van Poppe
len zijn betoog.
Vervreemding
De heer K. de Wilde, fractie-voorzitter van de PvdA, begon zijn algemene be
schouwing met te wijzen op de vervreemding van de mens van zijn omgeving.
Hy deed dat mede naar aanleiding van de gijzelingsdrama's in Beilen en Am
sterdam. Die vervreemding gold naar zijn mening zowel voor de verhoudingen
in het gezin als in de maatschappij. „Zeer veel wat op nationaal en zeker
op internationaal terrein gebeurt, onttrekt zich aan onze beïnvloeding. Dat is
niet het geval bij wat zich in onze directe woon- en leefomgeving afspeelt; en
ook daar gebeuren dingen, welke de mensen niet begrijpen", aldus de heer
De Wilde. Hij doelde daarbij op alle gebeurtenissen rond het bestemmings
plan Zuidereng, waarna de raad in augustus unaniem de beslissing nam eerst
de hoofdlijnen van de ruimtelijke inrichting van Soest af te wachten, vooral
eer het Zuiderengplan aan de orde te stellen.
De latere gang van zaken, waarbij bleek dat zowel VVD als CDA een ge
wijzigde visie hadden, zou naar zijn mening door de Soester bevolking niet
begrepen zijn. „Wordt", zo vroeg de heer De Wilde zich af, „dit in het verf-,
volg op zeer belangrijke beleidslijnen meer zo gedaan, dan zullen de gemeen-
tcnaren zich afvragen, welke zin het heeft, dat zy enige belangstelling voor
het gemeentelijk gebeuren tonen. Immers, binnen enkele maanden lijkt een
groot deel van de raad van mening te veranderen, zonder dat daarover in de
openbare raadsvergadering een behoorlijke discussie heeft plaatsgevonden",
aldus de heer De Wilde.
Een ander onduidelijkheid voor de
burger noemde hij de problemen rond
de landelijke ODA; „een groot treu:
spel", en de samenwerking tussen de
partijen op provinciaal en gemeente
lijk niveau. Veel kiezers zouden ei
zich in een zekere lusteloosheid dooi
van de politiek af wenden.
De heer De Wilde zei vervolgens zich
niet te verheugen over de ontwikke
lingen van de verhouding in de Soes
ter gemeenteraad, tussen de PvdA en
de vertegenwoordiger van Progressief
Soest. Al werd er op landelijk niveau
samengewerkt tussen PvdA, P.P.R. en
D'66, in de gemeenteraad lukte die
samenwerking maar ten dele.
„Wel zien wij tot ons genoegen, dat
op meerdere niet onbelangrijke pun
ten P.S. en wij onze stem op gelijke
wijze en in dezelfde richting uitbren
gen". aldus de heer De Wilde, maar
aan de andere kant betreurde hij de
werkwijze welke in een aantal geval
len door de vertegenwoordiger van
P.S. werd gevolgd. Hij dacht dat door
deze wijze van opereren de nvloed
van Progressief Soest, waarin zich
een aantal zeer meelevende en initi
atiefrijke burgers hadden verenigd,
aanzienlijk minder groot was. dan
waarop de groep aanspraak kon doen
gelden.
Kritiek had hij over de gang van za
ken bij de scholenbouw in Overhees;
de vertraging die ontstond door de
college-wisseling in 1974 noemde hij
onaanvaardbaar, terwijl hij eveneens
de gang van zaken bij de gunning
van de verbouwing van de Prins Wil*
lem Alexanderschool hekelde.
De raadscommissies werden toen op
geroepen voor een „nutteloze" verga
dering. „Het college kan dit niet
doen", zo vond de heer De Wilde,
„Niet met het oog op het geld, niet
vanwege dé beeldvorming van de
gemeente bij de burger en niet te
genover de raad". Hij stelde overi
gens voor een agenda met alle bij-
K. de Wilde (PvdA)
behorende stukken vóór de commissie
vergaderingen ter beschikking te stel
len, en, na afloop een beknopte be
sluitenlijst.
Het vragenuurtje tijdens de raads-«
vergadering noemde hij een vooruit
gang en hij drong op het openbaar
maken van commissievergaderingen,
waarin de begroting behandeld werd.
Ook de heer De Wilde herdacht de
overleden wethouder De Haan. Het
meedoen van het CDA in het colle
ge noemde hij verheugend.
Twyfel
Op enkele beleidsterreinen had de
PvdA-fractie twijfel. Op de eerste
plaats op het onderwijsbeleid, dat
weliswaar in hoge mate een uitvloei
sel was van het regeringsbeleid, maar
waar toch een grotere marge aan-
Vervolg elders in dit blad