0
Het oog gericht
op de sociale
voorzieningen
Sociale dienst kampt
personeelstekort
met
Binnenkorteenvoudige 'paden
langs de Molenstraat
PvdA verwijt CDA en WD
onduidelijkheid
van de Gemeentehof
Hernieuwd protest tegen
bungalowbouw rond Slangenbosje
„Knutselende woonwagenbewoners
aan de Grote Melmweg ongewenst'
Belastingverhoging noodzakelijk
voor uitvoering gemeenteprojecten
RINGENOLDUS
arabia/fins aardewerk
Completeer uw
kerstgarderobe
met het juiste
SIERKIAD.
Laat ook uw
BRIL een
sierraad voor
het oog zijn.
CDA vindt:
Knutselende woonwagenbewoners
aan de Grote Melmweg ongewenst
Openbare vergadering culturele commissie
Reorganisatie brengt misschien uitkomst
Vit de behandeling Gemeentebegroting
Oprichting regionale LOM-school
een langdurige zaak
Knotten van wilgen
Visser vindt vragen in „Op 't Hoogt"
onduidelijk
Gasverbruik liep dit jaar met 11 procent
terug
„C'est le ton qui fait le musique"
Soester Courant van donderdag 18 december 1975
Zoals te verwachten viel is kortgele
den bij de behandeling van de be
groting van het Ministerie van Soci
ale zaken uitvoerig gediscussieerd
over de stijging van de sociale lasten.
Vrijwel alle politieke partijen waren
het er over eens dat bezuinigingen
in de sector sociale verzekeringen zo
langzamerhand onontkoombaar zijn en
alleen over de aard van die bezui
nigingen lopen de meningen uiteen,
al lijken compromissen niet onmoge
lijk.
Wie het snoeimes wil zetten in de
sociale verzekeringskosten dient ech
ter uiterst behoedzaam te werk te
gaan. Aantasting van de rechten van
de meest kwetsbaren in onze samen
leving (zieken, werklozen, invaliden,
lage inkomenstrekkers) is niet de zaak
waarover in de kamer een politieke
meerderheid te vinden zal zijn en dat
houdt in, dat van het snoeimes de
scherpste kanten al zijn afgekeerd.
Anderzijds moet aan de stijgende pre
mielasten een halt worden toegeroe
pen en de vraag is nu maar, hoe men
deze operatie wil uitvoeren zonder
het welzijn van de meest kwetsbare
groepen in onze samenleving geweld
aan te doen.
Het deel van de bevolking dat wèl
werkt toornt in toenemende mate zijn
ontevredenheid over de stijging van
de sociale premielasten. Dat laatste
komt mede, doordat in de afgelopen
jaren een steeds groter deel van de
beroepsbevolking tengevolge van ziek
te, invaliditeit, werkloosheid etc. niet
werkt (ongeveer 22% van de totale
beroepsbevolking), zodat degenen, die
wel in het arbeidsproces meedraaien
het- gevoel krijgen, dat zij ook en
vooral moeten werken om anderen
aan een uitkering voor sociale zeker
heid te helpen.
"We zouden de sociale situatie in ons
land echter wel erg vereenvoudigen
als we de Nederlandse bevolking zou
den'.indelen in mensen, die werken
en hun eigen brood verdienen èn
mensen, die niks doen en steunen op
de kassen van de bedrijfsverenigingen
of van de overheid, Sommige sirripli-
ciferen de situatie wel zo, maar dat is
verre van redelijk. Men moet er im
mers altijd van uitgaan, dat in prin
cipe iedereen op een onverhoeds mo
ment werkloos kan worden of ar
beidsongeschikt. In zo'n situatie gaat
men opeens anders denken over ons
sociale voorzieningspakket. Dan klaagt
men ook niet meer over stijgende
premielasten.
Kortom, degenen die niet ziek of in
valide zijn of onvrijwillig werkloos
zijn geworden hebben makkelijk pra
ten. Zodra het henzelf overkomt, zul
len zij hun redenering van weleer
drastisch herzien.
Voorop staat dus dat iedreen, die over
het onderwerp „sociale verzekerin
gen" discussieert, zich behoort af te
vragen of hij zijn standpunt over deze
materie ook staande zou houden, als
hijzelf onverhoopt met die sociale
verzekering te maken krijgt!
verkrijgbaar bij
Van Weedestraat 31, tel. 12239
syahs kteurenfofcler beschikbaar J
Tak doorzagen?
Ei van uitgaande dat de overheid
te^en misbruik moet optreden, lijkt
ars een beperking van de rechten
vsn werklozen en zieken en invaliden
nfet de weg om op de sociale
verzekeringskosten te bezuinigen. Wie
7j>n bijvoorbeeld een besnoeiing van
de WAO oprecht kunnen verdedigen,
«Is hij even bedenkt dat hijzelf even
goed de kans loopt overhoopt een
hartinfarct of een ongeval te krijgen,
waardoor hij voor zijn verdere leven
voor het arbeidsproces is uitgescha
keld? En met welke argumenten zou
den degenen, die het geluk hebben
niet werkloos te zijn,, een beperking
van de aanspraken van werklozen
durven voorstellen, als zij bedenken
dat ook zijzelf de kans lopen ooit
werkloos te worden? Wie ons sociale
verzekeringsstelsel wil veranderen,
moet wel oppassen dat hij niet de
tak doorzaagt waarop hijzelf geze
ten is.
Ais dan toch het snoeimes gezet moet
worden in de sociale verzekerings
kosten, dan ligt een fikse ingreep in
de kinderbijslagwetten meer voor de
hand. De kinderbijslagwetten hebben
het doel. waarvoor zij in het leven
zijn geroepen, reeds lang overleefd.
Het zijn niet de minder draagkrach
tige-. maar vaak de meest draag
krachtige gezinnen, die optimaal van
de kin derbij sdlagregelingen profiteren.
Terecht is dit onlangs in de Kamer
nog eens naar voren gebracht.
Het zou daarom aanbeveling verdie
nen dat in de Kinderbijslagwetten een
inkomensgrens zou worden ingebouwd,
waarvoor uiteraard een grondige
wetswijziging vereist is. Alleen ge
zinnen met een inkomen beneden een
bepaalde grens zouden dan nog voor
kinderbijslag in aanmerking kunnen
komen.
Een alternatief, dat ten opzichte van
de eerste oplossing niet onze voor
keur heeft, is een bevriezing van de
kinderbijslag voor alle kinderen op
het huidig niveau.
KANTMAN
Namens 150 a 200 omwonenden van het Slangenbosje, het terreintjc tussen
Inspecteur Schreuderlaan en Ir. Menkolaan nabü het bejaardencentrum
Braamhage, hebben mej. C. Burgerman en de heer E. D. Consenheim opnieuw
protest aangetekend tegen het gemeentelijk voornemen 22 bungalows rondom
het bosje te bouwen. Reden van dit hernieuwd protest is de officiële bekend
making van de gemeente waarin het voornemen aangekondigd wordt om op
grond van artikel 19 van de wet op de Ruimtelijke Ordening aan drie in
woners van Soest op percelen bij het bosje een bungalow te bouwen.
Afschriften van de bezwaarschriften werden niet alleen gezonden aan de
fractievoorzitters in de Soester gemeenteraad, maar ook aan Gedeputeerde
Staten van Utrecht en aan de minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke
Ordening.
Aam de minister is gevraagd een on
derzoek in te stellen, naar wat de om
wonenden noemen „een ontoelaatbare
handelwijze van b. en w. van Soest
en derhalve als onbehoorlijk bestuur
gekwalificeerd moet worden". Ver
zocht wordt „eventueel b. en w. te ge
lasten de uitvoering van haar betref
fende plannen op te schorten".
JUWELIER - HORLOGER
OPTICIEN
VAN WEEDESTRAAT 12
SOESTDIJK - Tel. 02155-16372
b. en w. zich dienen te onthouden van
beslissingen „welke vooruitlopen op de
uitspraak van de Kroon"*
Daardoor kan een situatie ontstaan,
die niet meer ongedaan gemaakt kan
worden en alle betrokkenen voor een
voldongen feit plaatsen.
De heer Consenheim vulde tijdens een
persconferentie aan dat, gezien de
bouwtekeningen, waarop garages met
voor twee luxe wagens voorkomen, het
wel als vaststaand mag worden aange
nomen, dat de verkeersdrukte in de
buurt van het bejaardencentrum, aan
zienlijk zal toenemen. Dat is naar zijn
mening ten opzichte van de bejaarde
bewoners onverantwoord. Onder de
verkeersslachtoffers op voetgangers
oversteekplaatsen zijn, landelijk ge
zien, veel bejaarden. Dat Soest deson
danks dit plap wil uitvoeren betreurt
hij zeer.
„U moet niet vergeten", aldus de heer
Consenheim dat het gaat om een gro
te groep bejaarden, die niet in staat
meer zijn de lange wandeling naar het
park Colenso te maken. Weliswaar laat
de gemeente tussen de voorziene bun
galows een parkje, een plantsoentje
over, maar een dergelijke voorziening
trekt niet die mensen aan, waardoor
de ouderen het gevoel houden bij het
maatschappelijk verkeer betrokken te
zijn. Het worden slechts leeftijdgeno
ten waar men ook daar mee verkeren
kan."
Naar de mening van de heer Consen
heim wordt ook te weinig rekening
gehouden met het oordeel van enkele
deskundigen, die in een uitvoerig rap
port spreken van een „uniek en on
vervangbaar stukje natuur".
Vanavond moet de raad beslissen of
er een krediet van 382.000 gulden be
schikbaar gesteld moet worden om 't
Slangenbosje „bouwrijp" te maken.
Dat bouwrijp maken betekent in dit
geval ook dat een gedeelte van de
begroeiing aan de zijde vap de Inspec
teur Schreuderlaan moet worden ge
kapt.
In het voorstel van het collega staat
daarbij: „Het aangrenzende houtge
was in het toekomstige openbaar
plantsoen zal daardoor (kappen) zoveel
nadeel ondervinden, dat ook dit zal
moeten worden gekapt tot aan 't bos
pad, waarna dit gedeelte weer op
nieuw kan worden ingeplant".
Voor het CDA is de Grote Melmweg nauwelijks aanvaardbaar als vestigings
plaats van het in Soest te stichten woonwagencentrum. Gisteren vertelde de
heer J. H. van Poppelen waarom. „Het zou komen te liggen in een plan dat
een bestemming heeft voor kleine bedrijven; de woonwagenbewoners hebben
ook recht op privacy, die aan de Melmweg ontbreektvanwege de spoorlijn
Amersfoort-Baarn; de toegang tot de polder zou kunnen worden geblokkeerd
doordat er veel wagens op de weg staan; en het is niet bekend wat de woon
wagenbewoners zelf van deze plaatsvinden", aldus de motivering van het CDA.
De heer Var» Poppelen wees erop. „dat
deze mensen nogal graag knutselen".
Hij vroeg zich af of dat in deze om
geving wel kon. nog afgezien van de
vraag of zij er de ruimte voor zouden
hebben. Overigens vond hij, dat de te
kiezen vestigingsplaats eerst nog in de
commissie ruimtelijke ordening moest
worden bekeken. (De commissie maat
schappelijk werk heeft inmiddels haar
voorkeur voor de Grote Melmweg uit
gesproken).
Wethouder mevr. Van Stiphout (PvdA)
bleek geporteerd voor de door deze
commissie gewenste plaats. Wat het
„knutselen" betreft wees zij erop, dat
dit.in de nieuwe opzet van de woon
wagencentra ten strengste verboden is.
Zij vond dat niet op voorhand moest
worden aangenomen, dat de woonwa
genbewoners zich aan dit verbod niet
zouden storen. Voor hen komt er een
centraal sloopterrein, aldus de wet
houder.
Bij het begrotingspunt ruimtelijke or
dening drong de heer J. J. van den
Brakel (PvdA) er bij het college op
aan, bij de opzet van nieuwe wijken
vroegtijdig contact op te nemen met
de ambtelijke verkeerscommissie over
de wegenstructuur. Hij pleitte verder
voor meer variëteit in de woningen
en het bouwen van huizen voor min
der draagkrachtigen. Zijn fractiege
noot H- Goote informeerde waarom
't bestemmingsplan Weg over de Eng,
dat bij de Kroon ligt niet wordt in
getrokken, „nu vast staat, dat het
nooit zo zal worden uitgevoerd". Hij
drong aan op het zo goed mogelijk in
stand houden van de woonbuurt bij
het industrieterrein in Soesterberg.
Burgemeester mevrouw Corver beant
woordde de sprekers. Intrekken van
het plan Weg over de Eng raadde zij
af, omdat anders voor dit gebied de
bescherming zou vervallen. Voor het
woongebied in Soesterberg bij het in
dustrieterrein moet 'n andere bestem
ming komen „en of dat een woonbe»
stemming wordt is vers twee", aldus
de burgemeester.
Over het tijdstip van doortrekking van
de Dalweg, waar de heer Van den
Brakel naar gevraagd had, kon zij
geen definitieve mededeling doen. „De
onteigening is uitgesproken, we zou
den theoretisch de grond in gebruik
kunnen nemen". De gemeente doet dit
echter niet, omdat het bedrag van de
schadevergoeding nog niet bekend is.
Maandag 22 december m.s„ aanvang 19.30 uur, wordt in het gemeentehuis een
openbare vergadering gehouden van de commissie culturele zaken. De agenda
telt negen punten inclusief opening en sluiting.
Aan de orde komen ondermeer het
concept-jaarverslag; de concept-voor
waarden in verband met 't geven van
opdrachten aan kunstenaars; de ver
deling van de werkzaamheden en een
gelegenheid voor een ieder om zijn
mening te geven over de door de
commissie verrichtte of nog te verrich
ten werkzaamheden.
In de concept-voorwaarden is opgeno
men dat een ontwerp na ontvangen
opdracht na vier weken aan de com
missie moet worden voorgelegd. Dat
ontwerp moet drie-dimensionaal zijn
en er moeten twee verschillende foto's
van reeds eerder vervaardigd werk
worden bijgezonden. Wordt het ont
werp niet aanvaard, dan krijgt de
kunstenaar een honorarium dat mini
maal 500 gulden en maximaal 2500
gulden zal bedragen.
Wordt een ontwerp wel aanvaard, dan
worden in de totaalkosten ook de kos
ten van vervoer en plaatsing inbegre
pen.
De betaling geschiedt in drie gelijke
termijnen; de eerste bij het verlenen
van de definitieve opdracht.
De gemeentelijke sociale dienst heeft dringend zélf „bijstand" nodig: er is een
groot personeelstekort. De dienst heeft volgens wethouder mevrouw Van Stip
hout daadwerkelijk 12,5 man personeel, terwijl er 24 man nodig zijn volgens
de minimumljjn. Dat de personeelsuitbreiding tot twee man beperkt blijft
volgens de begroting, is volgens mevrouw Van Stiphout het gevolg van reor
ganisatieplannen, waar men op het ogenblik mee bezig is. Ze verwachtte hier
over in januari meer te weten. Het is beter dat dan bekeken wordt of een
verdere personeelsuitbreiding nodig is.
De omwonenden protesteerden inder
tijd tegen het bestemmingsplan van de
gemeente. Dat protest diende bij G.S.
maar werd door hen verlogen. G.S.
achtte de bestemming woondoeleinden
voor het desbetreffende gebied aan
vaardbaar en vond ook dat uit de
stukken gebleken was dat reclaman
ten zich met de eerste uitwerkings-
schets, welke uitging van de bouw van
18 woningen ter plaatse, konden ver
enigen, „zodat", aldus G S., „mag wor
den aangenomen dat reclamanten te
gen de bestemming „woondoeleinden'
ter plaatse als zodanig geen bezwaren
hebben".
Bij besluit van 7 juli 1966 had de
Kroon reeds een plan goedgekeurd
waardoor er een flatgebouw kon wor
den neergezet. Daar hebben b. en w.
later van afgezien. G.S. bepaalden 10
september 1975 wel dat belangheb
benden (de omwonenden) te zijner tijd
in de gelegenheid moesten worden ge
steld kennis te nemen van het uit
werkingsplan en dat het uitwerkings
plan bovendien aan de goedkeuring
van G.S. moest onderworpen worden.
De heer Consemheim en mej. Burger
man zeggen nu „tot dusverre" niet in
de gelegenheid gesteld te zijn kennis
te nemen van het uitwerkingsplan.
zodat zij er ook geen bezwaar tegen
konden indienen.
Bovendien hebben de omwonenden bij
de brief van 4 november J.I. bij de
Kroon een beroepschrift ingediend, te
gen de goedkeuring van het bestem
mingsplan door G.S. En daarom zijn
zij van mening, dat zolang op dit be
roepschrift geen beslissing genomen is,
De heer P. Lange (WD) zei geschrok
ken te zijn van de personeelsituatie
bij de sociale dienst (gsd). Zijn fractie
genote mevrouw Korthuis vroeg waar
om het gemeentebestuur het zover had
laten komen. Merouw Van Stiphout
wees erop, „dat het vreselijk is om
mensen met een adequate opleiding te
krijgen". Oerigens wees zij op de toe
neming van het werk, met als gevolg
meer zieken; verder is er sprake van
ruimtegebrek. Hieraan zal een einde
komen zodra de dienst het oude ge
bouw an gemeentewerken heeft be
trokken.
De heer Lange vreesde, dat de raming
van tien miljoen gulden voor bijstands
gerechtigden te laag zou zijn als de
economische situatie niet verbetert. Hjj
wilde haast maken met en prioriteit
stellen aan de personeelsuitbreiding
bij de gsd om de noodgedwongen
werkzaamheden, die nu niet worden
verricht, wèl te laten uitvoeren. Ook
mevrouw Van Gelder (PvdA) drong
hier op aan met het oog op de werk
loosheid en als gevolg daarvan de uit
breiding van de bijstandsvoorzienin
gen.
Mevrouw Van Stiphout noemde de si
tuatie bij de gsd inderdaad niet best.
Van de negentien man personeel („een
slijtvast beroep") is vanwege ziekte,
verplicht stage lopen en studie en door
het indienst hebben van part-timers
daadwerkelijk slechts 12,5 man be
schikbaar. Ter vergelijking^ een ge
meente als Almelo hééft één gsd-amb-
tenaar op duizend inwoners. Voor
Soest zou dat een aantal van veertig
betekenen, heel wat meer dan 12,5.
Ook op de afdeling ruimtelijke orde
ning heerst een personeelstekort. Er
zijn momenteel twee vacatures, vertel
de de burgemeester. Zij vreesde dat
die nog wel enige tijd onvervuld zou
den blijven, „want de woningnood
speelt ook een rol".
De heer Goot (PvdA) liet tijdens de begrotingsbehandeling weten, niet zo erg
tevreden te zijn over de gang van zaken op onderwijsgebied in Soest. Ook de
plannen voor 1976 maakten op hem niet de indruk van een totaal en even
wichtig beleid. Hij kon althans nauwelijks tekenen van een totaalbeleid op
onderwijsgebied herkennen.
Hij vond, dat de discussie over de op
richting van een regionale LOM-school
te lang duurde, zonder enig zicht op
besluitvorming. Wethouder drs. Plomp
(WD) stelde, dat het feit dat de heer
Goote het beleid niet herkende, niet
wil zeggen dat het er ook niet is.
De heer Lange (WD) lieit weten niet
zo'n voorstander van. schoolmelk te
zijn. Hij vond, dat men de kinderen
verstandige voeding moest bijbrengen,
daar' zag hij meer heil in dan in het
op school verstrekken van melk. Hij
hoopte, dat het advies van het hoof-
denconvent over de verstrekking van
melk op scholen negatief zou zijn. „Er
zijn spullen die gezonder en goedkoper
zijn dan melk", aldus de WD-er. Hij
kreeg van de socialistische wethouder
mevrouw Van Stiphout de toezegging,
dat de kwestie op woensdag(17 decem
ber in de commissie gezondheidszorg
aan de orde zal worden gesteld.
Nadat vorig voorjaar 50 wilgen door
de gemeentelijke plantsoenendienst
zijn geknot, waarna vrijwilligers de
takken hebben opgeruimd, is opnieuw
een verzoek bij het college van bur-
gemeester en wethouders binnengeko
men of de plantsoenendienst wederom
mag knotten.
Het college heeft besloten opnieuw dit
initiatief te steunen. Daarom zal de
plantsoenendienst per week 25 wilgen
knotten, zodat zaterdags vrijwilliger»
e.e.a kunnen afvoeren.
„Het is bijna politieke zelfmoord om voor belastingverhoging te pleiten zei de
heer K. de Wilde (PvdA) tijdens de re- en duplieken in de begrotingsvergade
ring, maar hij zag een verhoging toch als een noodzaak wil de gemeente pro
jecten uitvoeren zoals de bouw van eenoverdekt zwembad. Daarvoor moet op
de begroting jaarlijks een bedrag gereserveerd worden, vond hij.
Mevrouw mr. E. Korthuis-Elion (WD)
sprak de wens uit, dat de raad in het
voorjaar zoveel inzicht in de ontwikke
ling van Soest zou hebben, dat de
plaats voor een nieuw gemeentehuis
kan worden aangewezen zonder dat
het ontwikkelingsplan helemaal is af
gewerkt. Ten aanzien van de open-
Raadslid Jan Visser van Progressief Soest heeft schriftelijk een zestal vragen
gesteld, die betrekking hebben op de „korte vragenlijst" in het gemeentelijk
voorlichtingsblad „Op 't Hoogt". Die vragen hebben betrekking op het veel
besproken en door anderen fel bestreden Ontwikkelingsplan Soest.
Visser's vragen zijn bedoeld om behandeld te worden tijdens het vragen-
halfuurtje van dc raadsvergadering die vanavond in de zaal van de brand
weerkazerne gehouden wordt.
1. Wie heeft deze vragen verzonnen,
samengesteld en geredigeerd?
2. Welke externe adviseurs en-of des
kundigen hebben meegewerkt aan'
de samenstelling van deze vragen
lijst?
3. Zijn deze vragen in het College van
B. en W. besproken, goedgekeurd
en vastgesteld?
4. In welke commissie van Advies en
Bijstand zijn deze vragen doorge
sproken en van commentaar voor
zien?
5. Bent U bereid alsnog enkele vi*a-
gen te veranderen, te verduidelij
ken of toe te lichten? Zo ja, wan
neer en hoe?
6. Wat denkt U met het resultaat van
deze enquete te doen en welke
maatregelen denkt U te nemen
wanneer bepaalde resultaten be
kend zijn?
baarheid van enkele commissies en
de begrotingsbehandeling in de com
missies, wilde zij geen overhaaste be
slissingen nemen. De leden van de
commissies moeten hierover zelf ad
vies uitbrengen, vond zij, en zij kreeg
de steun van het CDA.
De heer J. R. van Poppelen (CDA)
uitte nog eens zijn ernstige zorg over
het verkeer en met name over de
ontsluiting van de nieuwe wijken en
't Hart. Namens de PvdA vroeg de
heer De Wilde of het invoeren van de
onroerend goedbelasting per 1 januari
1977 haalbaar was. De motie die hij
aangekondigd had over het openbaar
maken van de commissie ruimtelijke
ordening, wilde hij aanhouden. Wel
zou deze moeten fungeren als „ver-
haaster" van de bespreking over de
openbaarheid in de commissie.
Jan Visser (Progressief Soest) haakte
in op de VVD-uitspraak, dat Soest
moet gaan betalen voor de luxe van
het landelijk leven. Dat zou niet
erg zijn, maar het is gewoon niet waar.
aldus Visser: We betalen voor het
rampzalige beleid van vorige gemeen
tebesturen, die zo nodig van Soest een
grote stad wilden maken. Hij vroeg
verder waar de nota bleef van wet
houder mevrouw Van Stiphout (over
cultuurbeleid en subsidies), waar het
raadslid mevrouw Van Stiphout vorig
jaar op aandrong. De wethouder ant
woordde, dat voor een nieuw beleid
basisgegevens nodig zijn. Er wordl
hard gewerkt om die te krijgen. Dan
is het niet de taak van het college
het beleid al vast te leggen, vond zij.
Binnenkort zullen de raad voorstellen bereiken over de aanleg van „eenvoudige
paden langs de Molenstraat. Wethouder D. Hoekstra (CDA) deelde dit mee in
de begrotingsvergadering. Hjj zei, dat momenteel nog in studie is welke voor
ziening men het beste kan treffen.
De gemeente is niet van plan de
proef te herhalen met de verkoop van
der Hoekstra desgevraagd mee. De ge
meente heeft deze huizen zelf veel
premie-huurwoningen, deelde wethou-
te hard nodig. Ze zijn niet duur in
huur en gezien de grote vraag ernaar
is het niet verantwoord ze te verko
pen.
De eventuele opheffing van het ge
meentelijk slachthuis is een kwestie
die nu nog niet speelt. Wethouder' J. J.
Ebbers (VVD) zal in ieder geval nu
nog niet adviseren het slachthuis op
te heffen. Wat er in de toekomst staat
te gebeuren, is nog niet bekend. De
kwestie wordt zowel regionaal als lan
delijk bekeken, zo antwoordde de heer
Ebbers op vragen hierover van Jan
Visser (Progr. Soest).
Zij gaf er de voorkeur aan, eerst de
bevolking te horen
Wethouder J. J. Ebbers (WD) deel
de desgevraagd mee, dat de commis
sie sportsubsidies in januari haar eer
ste vergadering heeft en dat de on
roerend goedbelasting op z'n vroegst
op 1 januari 1978 zal worden inge
voerd.
Met bewoners van verschillende com
plexen gemeentewoningen zijn ge
sprekken gaande over woningverbete
ring, antwoordde wethouder Hoekstra
op vragen van de heer Verheus (CDA).
Hij had de indruk, dat de Stichting
Samenwerking Woningbouwcorpora
ties goed van de grond komt en de
zaken resoluut aanpakt.
De verspilling van gas loopt vermoe
delijk terug, zo kreeg Jan Visser des
gevraagd van wethouder Ebbers te
horen. De gasleverantie lag dit jaar
ongeveer elf procent lager dan vorig
jaar.
De aan te schaffen apparatuur voor
verkeersonderzoek wordt gebruikt voor
tellingen. De resultaten hiervan zullen
telkens worden bekendgemaakt. Aan
de hand van de uitkomsten kunnen
eventueel verkeersmaatregelen getrof
fen of gewijzigd worden en de cijfers
worden onder meer gebruikt voor het
opstellen van de verkeersmodellen bij
het ontwikkelingsplan. Aldus het ant
woord van wethouder Hoekstra aan
Jan Visser, die vragen had gesteld
over het nut van de apparatuur die
tienduizend gulden kost.
Even werd de stemming in de gemeenteraad onvriendelijk, toen mevrouw
Korthuis (VVD) en de heren Van Poppelen en Oldenboom (CDA) ingingen op
het feit, dat PvdA-fractievoorzittcr De Wilde in zijn algemene beschouwing
op dc begroting had gewezen op de onduidelijkheid, die zijns inziens WD en
CDA veroorzaakten door uitlatingen in politieke sociëteiten met betrekking
tot het plan Zuidereng. De heer Van Poppelen sprak van „sarren", de heer
De Wilde zei, dat zeker niet gewild en bedoeld te hebben, waarop de heer
Oldenboom reageerde met: „Maar het is dikwijls le ton qui fait le musique".
Waarop De Wilde repliceerde: „Dat kan zijn, maar dan bent u voor mij een
lichtend voorbeeld!"
Mevrouw Korthuis betreurde het, dat
de PvdA in plaats van de financiële
visie van de fractie op de begroting
te geven, z'n tijd verdeed met ingaan
op hetgeen andere partijen in een po
litieke soos zouden hebben gezegd, te
meer waar de heer De Wilde dit uit
de kranten had. „U had toch even de
telefoon ter hand kunnen nemen om
te vragen hoe het precies zat", vond
mevrouw Korthuis.
De heer Van Poppelen sprak in de
zelfde geest. Hij meende dat de heer
De Wilde zich had moeten baseren op
commissies, de raad en de algemene
CDA-uitspraken over Zuidereng in de
beschouwing in plaats van een andere
bron (de krant) te gebruiken.
Jan Visser (Progr. Soest) vroeg de heer
Van Poppelen: „Ontkent u de juist
heid van het kranten-artikel?" De
CDA-voorman zei, daar later op terug
te komen, hetgeen overigens niet ge
beurde. De heer De Wilde merkte op,
niet in te zien waarom hij zich niet op
krantenverslagen zou mogen verlaten.
„Als hetgeen in de sozen gezegd was,
verkeerd geïnterpreteerd was, had een
stuk van de WD en het CDA in de
krant duidelijkheid kunnen verschaf
fen. Van elkaar opbellen merkt het
publiek niets; voor het publiek blijft
de onduidelijkheid bestaan".
De heer De Wilde meende, dat het
misverstand was opgehelderd en te
mogen stellen, dat men het minder on
eens was dan hij dacht. Toen hij ver
volgens inging op de onduidelkkheid
die het CDA schept (landelijk niet sa
men, plaatselijk wel), vond de heer
Van Poppelen dat „sarren". Toen ook
de heer Oldenboom een opmerking
maakte, werd het onvriendelijk, maar
de heer De Wilde ging niet verder op
de kwestie door, en vervolgde zijn re
pliek.