Voorontwerp Streekplan Utrecht-Oost
op 12 april in Soest aan de orde
„Soester Applaus" trok
volle zaal met „Oscar"
i
■PfS
Waarom heeft men het in Soest)
weer zover laten komen?"
Bf Mkii
Donderdag 19 februari 1976
54e jaargang no. 27
Uitgave Drukkerij Smit I».v. - Soest
Bureau voor redactie en administratie: Van Weeilestraat 29, Soest
Tel. 14152' - Postgiro 126156
Discussie te verwachten over
aaneenbouwing Baarn en Soest
M
Goede première verdient reprise
Kostbare dakpannen
President Utrechtse rechtbank
De blindheid van
de democratie
SOESTER1 COURANT
Abonnement per kwartaal 5.00. Buiten Soest per kwartaal 10,
Verschynt iedere donderdag,
Maandag 12 april a.s. krijgen de inwoners van Baarn, Soest en Eemnes de
gelegenheid hun mening te zeggen dan wel vragen te stellen over het voor
ontwerp van het streekplan Utrecht-Oost. Zij moeten daarvoor naar de Soes-
ter brandweerkazerne, waar de bijeenkomst om 20 uur begint.
Het plan is in beknopte versie voor hen beschikbaar, waarin visie en doel
stellingen zijn samengevat over landbouw, natuur en landschap, recreatie,
vervoer en wonen en werken. Er is globaal in te lezen welke bedoelingen het
provinciebestuur heeft met de inrichting van het oostelijk deel van Utrecht
tot 1990, met daarbij als kernprobleem: hoe is de Heuvelrug met zijn over
gangsgebieden van verdere aantasting te vrijwaren. Met andere woorden:
welke verhouding moet er komen tussen enerzijds het wonen, werken, re
creëren en verkeer en anderzijds de wens om natuur en landschap te be
houden?
Het provinciebestuur hoopt dat zoveel mogelijk mensen willen meedenken
over de problematiek, waarbij aangetekend wordt dat het nog steeds gaat om
een „voorlopige visie".
Landbouw
Soest ligt met de gemeente Ameron-
gen, Amersfoort, Baarn, Bunschoten,
De Bilt, Doorn, Driebergen-Rijsenburg,
Eemnes, Leersum, Leusden, Maam,
Renswoude, Rhenen, Veenendaal, Wou
denberg en Zeist binnen het streek
plan gebied.
Binnen dat gebied, zo blijkt uit sta-'
tische cijfers, heeft ongeveer de helft
van de boeren sinds de jaren zestig
een ondernemersloon, dat beneden het
loon ligt van vergelijkbare bevolkings
groepen. „En dat", zo zeggen de op
stellers van het plan" juist in een tijd
waaraan de landbouw moet voldoen
aan steeds zwaarder wordende eisen".
Geconstateerd wordt dat in Utrecht-
Oost tie (melk)veehouderij veruit het
belangrijkste is in de land-tuinbouw
sector en gesteld wordt dat, gezien de
lm* rf
Zaterdagavond gaf de toneelvereniging „Soester Applaus" de première van
het Franse blijspel „Oscar". De spelers oogstten van de geheel met publiek
gevulde zaal een dankbaar applaus en voor de bijzonder op dreef zijnde
acteurs was er aan het slot van de avond een welverdiende bloemenhulde.
Scène uit het toneelstuk Oscar, dat
de toneelvereniging „Soester Applaus"
opvoerde.
Foto Herman van Dam
toch al weinig florissante positie van
de agrariërs het voorontwerp ervan
uitgaat dat men het de boeren niet on
nodig lastig moet maken. Zo is er de
richtlijn, dat in gebieden waar de
landbouw goed functioneert, deze ook
voorop moet blijven staan. En ook
nog, dat daar waar de landbouw met
betrekkelijk geringe kosten kan wor
den verbeterd, dit niet nagelaten moet
worden.
In de eerste plaats wordt daarbij ge
dacht aan Eemland en voorts zal de
agrariër planologisch niet moeten wor
den belemmerd „in gebieden die thans
redelijk functioneren".
Natuur en landschap
Het behoud van de natuur, zegt het
voorontwerp-streekplan, is niet alleen
uitermate blangrijk voor de natuur
wetenschappen, de recreatie, het bio
logisch evenwicht enz. maar vooral
óók voor de mens. Wie dus de natuur
vernielt, maakt ook een stukje wel
zijn van zichzelf en van de ander
kapot.
„Daarom moet", zo staat het in het
rapport, „elke vorm van roofbouw
worden voorkomen". Het zal moeten
gaan om het meest gewenste gebruik
van de ruimte en niet om verbruik.
Er worden vier gebieden onderschei
den: het Eemland,.de Utrechtse Heu
velrug, de Gelders-Utrechtse Valled en
de overgangsgebieden van Heuvelrug
naar Kromme Rijn en naar Vallei en
Eemland.
Eemland wordt als het „meest eento
nige" van de vier gekarakteriseerd,
omdat het een overwegend vlak, open
én boomloos weidegebied is. Er is nau
welijks bebouwing, wordt opgemerkt
(overigens een kenmerk van een wei
degebied, red.) en het gebied wordt
gekenmerkt door een noord-zuid en
oost-west gericht wegenpatroon.
Er komen hier overigens belangrijke
broedvogelgebieden voor.. Dat wordt
óók door de plan-opstellers onderkend.
Omdat zich in het verleden in Utrecht-
Oost voor natuur en landschap soms
erg ongewenste ontwikkelingen heb
ben voorgedaan, zal in het nieuwe
streekplan dit soort negatieve activi
teiten nog beter dan thans moeten
worden beteugeld.
„Want wie zou het niet jammer vin
den als prachtige natuurgebieden zo
als het Leersumse Veld, de zandver
stuivingen bij De Bilt en Soest zouden
worden aangetast",aldus het streek
plan.
Opgemerkt wordt ook dat minder op
vallende waarden, zoals hardhoutwal-
len, knotbomen en restanten van zilte
flora, beschermd moeten worden. „De
milieu-doelstelling, het behoud van de
natuur en herstel van schade, is in het
streekplan dan ook niet één van de
minst belangrijke.
Recreatie
Wat de recreatie binnen het plange
bied betreft, wordt gesteld dat het ge
bied het massale aantal bezoekers dat
komt, niet kan verwerken. Op enkele
plaatsen is het bezoek zelfs zó groot
dat hierdoor inmiddels grote kale plek
ken zijn ontstaan. Het komt voor in de
bossen van de Lage Vuursche, De Pan.
De Leyen, de Soesterduinen en op het
landgoed Den Treek.
Berekend is dat het totale gebied per
dag circa 44.000 landrecreanten kan op
vangen, terwijl er een behoefte bestaat
aan 61.000 plaatsen. Dat is dus een
overdruk van 17.000 mensen, die in
feite nog veel groter is, en met name
in de bossen die het dichts bij de gro
te steden liggen.
Om toch het waardevolle karakter van
de Heuvelrug blijvend te kunnen be
houden, zal een deel van de recranten
moeten worden afgeleid naar andere
recreatieplaatsen. Die moeten dan wor
den aangelegd, het liefst in de nabij
heid van de grote steden.
De provincie draagt voor de oplos
sing van dat probleem verschillende
voorstellen aan, waaronder voor de
Amersfoortse recreanten: de Wiekslo-
terplas in de omgeving van Soest.
Ook in het bosgebied ten noord-wes
ten van de Lage Vuursche zouden
nieuwe voorzieningen voor landrecre
anten ontwikkeld moeten worden.
Verder wordt ook gedacht aan het be
schikbaar krijgen van gedeelten van
de Vlasakkers, het militaire oefenter
rein. Op langere termijn denkt men
aan nieuwe recreatie-objecten, buiten
het bosgebied.
Verkeer
Van plannen het wegennet uit te brei
den, zoals in vroegere plannen was
voorzien, is men afgestapt Men
streeft ernaar de woon-werk en recre
atie-activiteiten bijeen te brengen, met
als gevolg een beperking van de ver
plaatsing naar afstand en tijd.
De provincie houdt echter wel onver
kort vast aan de aanleg van de wegen
Utrecht-Flevoland (rijksweg 27) en
Utrecht-Amersfoort (rijksweg 28).
Wonen en Werken
In de afgelopen 15 jaar is de bevolking
In het streekplan gebied met bijna hon
derduizend inwoners toegenomen (van
295.000 tot 390.000) en Amersfoort
kreeg er daarvan ruim 50.000.
Opgemerkt wordt dat de gemiddelde
woonbezetting daalde van 4,1 naar 3,3
(in 1974), of anders gezegd: in 1960 wa
ren er gemiddeld 244 woningen nodig
om duizend mensen te huisvesten; in
1974 waren daar al 303 huizen voor
nodig. Het is duidelijk dat deze ont
wikkeling het landschap in het plan
gebied in toenemende mate is gaan be
lasten.
Tot aan 1990 wordt een natuurlijke
aanwas verwacht van 30.000 mensen
en daarbij zou nog een migratie van
40.000 kunnen komen. Aan de komst
van de 30.000 kan niets veranderd wor
den; aan de komst van de laatste
40.000 wel. Daarvoor kunnen beper
kende richtlijnen worden opgesteld, al
kan daarbij de vraag gesteld worden
of dat wel verstandig is in verband
met de werkgelegenheid. De provincie'
zegt twee keuze mogelijkheden te heb
ben; de natuurlijke groei geconcen
treerd opvangen in Amersfoort, Veen
endaal en Leusden (de andere gemeen
ten zouden dan slechts onder stringen
te voorwaarden voor de eigen woning
behoefte mogen bouwen); óf het ver
houdingsgewijs verdelen van de na-
turlijke groei over alle gemeenten en
daarnaast ruimte scheppen voor 40.000
(of minder) migranten. Die migranten
zouden dan voornamelijk gehuisvest
moeten worden in Amersfoort, Soest,
Veenendaal en Leusden. Deze gebun
delde deconcentratie heeft het voor
deel, zo zeggen de streekplan-opstel
lers, „dat de ruimte zo doelmatig mo
gelijk wordt benut en dat natuur en
landschap kunnen worden beschermd".
De bestaande ideeën en plannen voor
de aanleg van bedrijfsterreinen bieden
waarschijnlijk voldoende ruimte om in
de te verwachten toekomstige behoefte
te kunnen voorzien.
Ten aanzien van het verzorgingsni
veau van de gemeenten kan worden
opgemerkt, dat er vrijwel geen tekor
ten zün. Elke kern heeft voldoende
voorzieningen op het terrein van de
medische zorg. onderwijs, cultuur, ho
reca en vermaak en overige dienstver
lening om zijn locale, regionale of ge
westelijke taak goed te kunnen vervul
len.
6000 woningen
Hoe deze zaken allemaal te rijmen zijn
met een mededeling van gedeputeerde
mr. W. R. van der Sluis, dat tussen
Baarn en Soest, tussen Stadhouders
laan, Torenlaan en spoorlijn, nog mo
gelijk eens drie tot zesduizend wonin
gen gebouwd moeten worden, is een
vraag, die maandag 12 april wel ge
steld zal worden.
Mr. van der Sluis verwacht dat de be
bouwing tussen Baarn en Soest weinig
problemen zal opleveren en dat er niet
veel bloed zal vloeien. Wel verwacht
hij een discussie over de preciese lo
catie.
Die discussie kan mr. Van der Sluis op
12 april tegemoet zien.
Twee tot nu toe onbekende mannen
hebben mevrouw L. wonende aan de
Den Blieklaan aan tien bijzonder
kostbare dakpannen geholpen. Zij
lieten haar 325 gulden betalen en
gaven er een kwitantie voor af, die
bij nader bekijken een komma tussen
de drie en de twee bleek te hebben.
Mevrouw L. kreeg de twee mannen
aan haar deur, die beweerden dat en
kele pannen op het dak van haar
woning vernieuwd moesten worden.
Zij wilden dat klusje wel opknappen
en vroegen er 350 gulden voor, nadat
zij het huis op lekkages hadden ge
controleerd. Inderdaad kwamen zij
terug met tien pannen, die naar later
bleek, van een ander model waren,
dan de oorspronkelijke pannen.
Bij de afrekening vroegen zij 325
gulden en gaven de kwitantie voor
3,25. De lekkages waren overigens
niet verholpen. De politie waarschuwt
nadrukkelijk niet op aanbiedingen
van onbekenden in te gaan.
Het lang niet eenvoudige blijspel van
Claude Magnoer, werd met veel ver-,
ve gebracht. De handicap van het
kleine toneeltje van het gebouw Cre
do en de moeilijk bespeelbare zaal,
werd met groot elan genomen. Alle
spelers waren bijzonder rolvast en
hadden zich goed in hun situaties
Ingeleefd. De hoofdrol, van zeepfa
brikant Bertrand Barnier, was in de
goede handen van Eddy Luza. Hij
droeg het stuk en trok zijn mede
spelers naar een verblijdend niveau.
Ook Leo Pappot, als commercieel di-
rekteur van Barnier, bereikte een
grote hoogte. Van Marja Krudde, als
mevrouw Barnier, ging een grote rust
uit en aan haar spel lag veel erva
ring ten grondslag.
Margaret Smit, als het dienstmeisje
Bernadette; Toska Snij delaar, als
dochter Barnier en Mia Kraal als de
nieuwe huishoudster, waren aller
charmants en wisten hun rollen bij
zonder levensecht te brengen.
Ook Truus Renes, als typiste en Jan
Post, als Barnier's masseur, impo
neerde, terwijl regisseur Daan La-
zonder, die als chauffeur Oscar mee
speelde, een zeer „timide" minnaar
op de planken zette.
Al met al een geslaagde uitvoering,
die waard is herhaald te worden.
Jammer dat de leuk gerestaureerde
zaal Credo zich voor goed toneelspel
zo slecht leent. De harde stoelen zijn
wel zeer na aan vervanging toe; dat
zou in ieder geval de service aan het
publiek ten goede komen. De spelers
zouden ook gebaat zijn met een wat
dieper toneel, waardoor soms hinder
lijk „gedrang" voorkomen zou kun
nen worden.
Maar met al deze beperkingen heeft
„Soester Applaus" velen toch een
amusante avond bezorgd. Mogelijk zal
de vereniging begin juni een uit
voering verzorgen in het Openlucht
theater. Daarvoor hebben zij even
tueel „Oscar" beschikbaar, al leent
dit „koffer-mysterie met een happy
end" zich daar misschien niet zo
goed voor. Met belangstelling kan het
nieuwe winterseizoen tegemoet ge
zien worden, waarvoor in ieder ge
val twee stukken in studie genomen
■worden.
„Ik vraag me af, mevrouw, waarom heeft men het weer zover laten komen?
In 1974 zyn er nog zoveel van die grote dingen bijgekomen; de gemeente
moet dat toch gezien hebben. Als je dan niet direct ingrijpt, maar later, doe
je de mensen pijn", aldus prof. mr. V. J. A. van Dijk, president van de
Utrechtse rechtbank, waar het kortgeding behandeld werd dat de houdster
van camping „De Eerste Aanleg" tegen de gemeente Soest aanspande.
Het verweer van de burgemeester dat er in verband met koop-onderhande
lingen sprake geweest was van enige stilstand en de aanvulling van de advo
caat van de gemeente, mr. J. van Julsingha, dat de gemeente ook niet be
schikte over een goed controle-apparaat, deed de president opmerken dat het
„beleid" van de overheid toch nauw bij deze zaak betrokken was. „Het is niet
aan mij om op uw stoel te gaan zitten, maar ik vraag me wel eens af: moet
het langs deze weg?"
Naar zijn mening hadden alle dingen de neiging clandestien uit te breiden,
zonder tijdig ingrijpen en hij wees daarbij op een ander kortgeding dat voor
hem diende: het geding van de Amsterdamse Lichtbond tegen de gemeente.
Ook toen ging het om caravans.
Nu was het kortgeding aangespannen om te voorkomen dat de gemeente de
sta-caravans van de camping aan De Zoom gaat wegslepen. Deze caravans
staan er volgens de gemeente illegaal en zullen er krachtens de bepalingen
in het plan landelijk gebied ook nooit mogen staan.
Mr. van Dijk bepaalde de uitspraak op a.s. maandag 23 februari.
In een één uur durend pleidooi zette
mr. A. F. Leeman, namens eiseres,
mevrouw C. van Doesburg-Besselink,
uiteen dat de camping, de oudste in
Soest, een volkomen legaal kampeer
terrein was, dat ook krachtens het
overgangsrecht (omdat de camping in
het plan landelijk gebied werd weg-
bestemd) gehandhaafd kan worden.
Hij plaatste een vraagteken bij de ge
dachte dat G.S. met de wegbestem-
ming akkoord zou gaan en hij stelde
vervolgens vast dat stacaravans be
hoorden tot de gewone kampeermid
delen en dien ten gevolge niet van de
camping verwijderd mochten worden
Hij verwees daarbij naar de gemeen
telijke kampeerverordening, waaruit
dit in artikel 1 duidelijk bleek,
Vervolgens verklaarde mr. Leeman
dat de kampeerraad een gunstig ad
vies had uitgebracht over de camping
van zijn kliënt en dat de provinciale
planologische commissie zou advise
ren de camping in het nieuwe plan in
te passen.
Mr. Leeman beschuldigde de gemeen
teraad met twee maten te meten, toen
hij de camping King's Home wel in het
plan inpaste. Dat zou, zo wist hij, ge
beurd zijn omdat één van de raadsle
den (Hilhorst) familie van de eigenaar
van King's Home was. Deze beschul
diging trok mr. Leeman later in, onder
aanbieding van excuus.
Mr. Leeman merkte ook op dat nie
mand, buiten zijn kliënt, van de ge
meente Soest een aanschrijving ont
vangen had, sta-caravans te verwijde
ren. Ook dat bleek later niet het geval
te zijn, zij het dat deze aanschrijvin
gen eerst uitgegaan waren, nadat het
kortgeding aangespannen was.
Uitvoerig zette mr. Leeman uiteen dat
voor sta-caravans de woningwet niet
ais belemmering mocht gebruikt wor
den. Hij kon daarbij wijzen op rap
porten van deskundigen, zoals de Re-
cron en ook de opvatting van de ma
ker van de wet, die nooit de bedoeling
had sta-caravans onder de woningwet
te laten vallen.
Hij wees op de verschillende maten,
die zowel in Nederland als in het bui
tenland voor het begrip sta-caravan
gehanteerd werden en sprak van een
wettelijk vacuum. Bij de Kroon had
hij schorsing en vernietiging van het
besluit van Soest gevraagd omdat de
gemeente niet genegen was de uitvoe
ring van haar besluit op te schorten,
tot in hoogste instantie over het plan
beslist was. Hij zei geschrokken te
zijn van het feit dat er in Soest zo
weinig tolerantie aanwezig was en dat
ondanks dat de burgemeester indertijd
als lid van de Tweede Kamer zich een
voorstandster van inspraak toonde; 'n
tolerantie die de Tweede Kamer nog
sierde.
Mr. Leeman wees vervolgens op de
gemeentelijke verklaring dat in 1971
alle sta-caravans van het kampeer
terrein verwijderd waren en hij meen
de daaruit te mogen concluderen, dat
wat er toen mocht staan en ook nu
nog stond, gehandhaafd kon blijven.
Hij legde vervolgens een groot aantal
foto's over, waaruit zou kunnen blij
ken hoe willekeurig het beleid van
Soest was, en hij verzocht mr. Van
Dijk 7i>b zelf ter plaatse te gaan over-
tuigen
Het ging hem overigens niet om een
winnaar of verliezer maar om de be
scherming van de kampeerders, Het
begrip sta-caravan op te hangen aan
de de vervoerbaarheid zoals in de we-
genwet vastgelegd, noemde hij be
lachelijk en hij zei te hopen op een
minnelijke schikking.
Bosbouw
Ook mr. J. van Julsigha nam een uur
voor zijn betoog. Het zette uiteen dat
het terrein waar de camping was ge
vestigd, al vóór 1961 de bestemming
bosbouw had en in het nieuwe plan
landelyk gebied1 „natuurgebied". De
camping kon echter krachtens over
gangsrecht gehandhaafd blijven.
Het plaatsen van sta-caravans (door
hem living-vans genoemd) zou echter
verboden blijven, ook als de camping
achteraf ingepast zou moeten worden.
Living-vans waren nergens in Soest
toegestaan, óók niet op het kampeer
terrein King's Home aan de Birkstraat.
Tegen deze bepaling in het plan, (ner
gens living-vans) had overigens nie
mand bezwaren ingediend.
Mr. Van Julsingha zette vervolgens
uitvoerig het verloop van de geschie
denis van het terein van mevrouw Van
Doesburg uiteen, voorwat betreft de
vergunningen, waarbij hij benadrukte
dat steeds in de vergunning werd op
genomen, dat de caravans gedurende
de wintermaanden van 't terrein ver
wijderd' moeten worden. Na 1967 was
een vergunningsloos tijdperk ingetre
den, waarin de nodige correspondentie
tussen mevrouw Van Doesburg en de
gemeent gevoerd werd.
Als de brief van de gemeente in 1971
op een feitelijke vergissing berustte
en de sta-caravans niet allen van het
terrein verwijderd waren, dan, zo vond
mr. Van Julsingha, mocht eiseres toen
niet aannemen dat de gemeente de
caravans die in juni aangemerkt wer
den als stacaravans, na 29 september
van dat jaar (de datum van de brief)
ineens niet meer als zodanig zou aan
merken.
In 1974 had de gemeente een bod uit
gebracht op het terrein, waarbij ervan
uitgegaan werd dat mevr. Van Does
burg er mocht blijven wonen, doch
dat het kampeerterrein gestaakt werd.
Op het bod werd niet ingegaan.
Daarna volgden de aanschrijvingen
die dan nu resulteerden in het kort
geding.
„Dit kortgeding", aldus mr. Van Jul
singha", heeft voornamelijk de strek
king om de gemeente Soest te bevelen
om, hangende de beslissing op de aan
gevraagde kampeerexploitatievergun-
ning (door mevr. Van Doesburg, red.)
de in het vooruitzicht gestelde politie-
dwang op te schorten.
Daar voelde de gemeente niet voor,
omdat de living-vans nergens zouden
worden toegestaan. Hij stelde vast dat
andere campinghouders niet onge
moeid waren gelaten en dat aanschrij
vingen waren uitgegaan om enige ten
onrechte aanwezige stacaravans te
verwijderen. Van willekeur of mis
bruik van recht was dan ook geen
sprake.
Mr. Van Julsingha ontkende ook dat
de gemeente de bedoeling had het be
drijf van mevr. Van Doesburg te be
ëindigen. „Indien eiseres zich aan de
voorschriften houdt, kanzij het kam
peerterrein blijven exploiteren".
Hij besloot met te vragen eiseres in
haar vordering niet ontvankelijk te
verklaren, „althans haar deze te ont
zeggen, met veroordeling van eiseres
in de kosten van deze procedure".
In tweede instantie werd door mr.
Leeman naar voren gebracht dat de
gemeente „heimelijk begripsbepalin
gen aan het plan landelijk gebied
had toegevoegd bepalingen die ook
niet ter visie hadden gelegen. Ook de
ze beschuldiging kon de heer Leeman
niet waar maken. Hij wees vervolgens
op de -nieuwe opvattingen van stacara-
De sensaties zijn niet van de lucht
af. De gijselingen door Zuid-Moluk-
kers, de politieke spanningen daarna
over een nieuwe wet op de onder
nemingsraden, nu weer de steekpen
ningen van Lockheed. En dat zijn dan
nog maar de dingen waar ons land
zelf nauw bij betrokken is. Daarnaast
gebeurt er dan nog zoveel meer in
deze wereld. Doch dat is dan meest
ver van ons huis, waardoor we ons
er minder bij betrokken voelen.
Toch hebben ook die gebeurtenissen,
waar ter wereld dan ook, hun in
vloed op ons maatschappelijk leven,
voor nu en voor de toekomst. Maar
als zodanig herkennen we dat min
der, omdat we de samenhang niet
bespeuren, niet weten welke krach
ten daarachter werkzaam zijn, zodat
we het als incidentele voorvallen
blijven zien waar wij weinig of niets
mee te maken hebben. Doch als we
over een aantal jaren de dan (en
waarschijnlijk ontzettende) feiten eens
terugdraaien, de oorzaak en het ont
staan ervan nog eens nagaan, zullen
we ontdekken hoe het een het ander
tot gevolg heeft gehad. Dat er be
wust is toegewerkt naar internatio
nale veranderingen, die op nationaal
ndvceau gestimuleerd werden, met
kleine en met grote zaken, tot de
akkers rijp waren om het zaad te
doen ontkiemen en tenslotte de oogst
kon worden binnengehaald.
We doen net of het vrijwel niets te
betekenen heeft, dat hier een troepje
soldaten dienst weigert omdat ze
bang zijn kou te moeten lijden en
een WDM, als soldatenvakbond, zich
achter die weigering stelt en het
steunt. Maar ook dat is een symp
toom van de stelselmatige ondergra
ving van de kracht van het demo-
krtische vrije Westen.
We balen er nu smalend lachend on
ze schouders over op. Maar in de
tijd van de NSB, in de dertiger jaren,
kwamen er ook van die voorvalletjes
voor, die men ook afdeed als zijnde
wat geborneerdheid van opgestookte
jongelui, doch die er toe bijdroegen
om de bestaande orde te ondermijnen
en de akkers rijp te maken voor het
vanuit Duitsland gepousseerde natio-
naal-socialisme.
Als we zien hoe in Angola een stam,
noem het desnoods een partij, door de
Sovjet Unie, met gedwongen hulp van
Cuba, met veel wapens en soldaten,
aan de macht wordt geholpen, dan is
men geneigd te denken: dat raakt
onze toekomst niet. Als in Noord-
Amerika het ene schandaal na het
andere aan het licht wordt gebracht
congresleden het onderzoek ernaar
gebruiken om zich een goede posi
tie te veroveren als kandidaat voor
het presidentschap en op de vredeswil
spelen om de brave bezuiniger op
militaire uitgaven uit te hangen, dan
zien wij daar geen enkel verband in
met onze toekomst.
In het gestook tegen Zuid-Afrika om
zijn apartheidswetten doen we, offi
cieel zelfs, dapper mee, want dat
streelt onze ethische gevoelens, ter
wijl we niet beseffen welke stimulan
sen daarachter zitten om dat bol
werk aan het vrije Westen te ont-
frutselen. Als in Engeland het staken
als een verheven volkskunst wordt
beoefend, dan menen we, dat dit al
leen maar komt omdat de arbeiders
er te slecht betaald worden. We weten
niet eens meer hoe de kracht van dit
eens zo machtige rijk binnen dertig
jaar grotendeels is afgebroken en
daarmede ook de kracht van het ge
hele vrije Westen een aderlating heeft
ondergaan.
Zo zouden we tientallen andere voor
vallen kunnen opnoemen, die voor de
aandachtige beschouwer evenzovele
aanwijzingen zijn hoe daardoor lang
zaam maar zeker de macht van het
demokra tische Westen wordt onder
mijnd. En dat zit 'm niet in de lucht.
Er zijn krachten werkzaam die er be
wust naar toe werken. Doch wij heb
ben de demokratie zo verziekt en die
demokratie heeft ons zo ziek gemaakt,
dat we blijkbaar niet meer de kracht
kunnen opbrengen om zelf aan te
pakken en ons tegen die sluipmoord
pogingen teweer te stellen. We laten
ons hoe langer hoe meer in de bssb
brengen, dat onze vrijheid een on
deugd is en dat de betere maatschap
pij uit Oost-Europa komt. We willem
zó demokratisch zijn, dat we er aan
mee willen werken. Net als in de der
tiger jaren willen we de waarschu
wende voortekenen van onze aan
staande overheersing niet zien. De
spelen en het brood van nu zijn voor
ons belangrijker dan de politieke si
tuatie van straks. We lopen er als
geobsedeerd naar toe
vans en kwam nog eens terug op de
late aanschrijving (na de dagvaarding)
van enkele andere campinghouders
zonder daarin te spreken van politie-
dwang.
Hij stelde voor met de beslissing te
wachten tot dat het bestemmingsplan
definitief zou zijn vastgesteld. Zijn
cliënt zou zich dan houden aan alle
bepalingen van het plan ook wat be
treft de maten van de caravans.
Dit voorstel werd door mr. Van Jul
singha van de hand gewezen, omdat
hij dan een stroom bezwaarschriften
bij de Kroon verwachtte, van kam
peerders die hun verblijf op de cam
ping zodoende lang konden rekken.
Eén van de kampeerders, de heer J.
van Slooten uit Amsterdam deed nog
een aanbod de huidige situatie te be
vriezen, met de toezegging dat ver
trekkende sta-caravans zouden opge
volgd worden door uitsluitend toer-
caravans.
Mr. Van Dijk liet zich daar niet over
uit. Hij uitte slechts de verzuchting:
„Waarom heeft men het weer zover
laten komen", en hij bepaalde de uit
spraak op maandag 23 februari.
k