Voorontwerp Streekplan Utrecht-Oost op 12 april in Soest aan de orde „Soester Applaus" trok volle zaal met „Oscar" i ■PfS Waarom heeft men het in Soest) weer zover laten komen?" Bf Mkii Donderdag 19 februari 1976 54e jaargang no. 27 Uitgave Drukkerij Smit I».v. - Soest Bureau voor redactie en administratie: Van Weeilestraat 29, Soest Tel. 14152' - Postgiro 126156 Discussie te verwachten over aaneenbouwing Baarn en Soest M Goede première verdient reprise Kostbare dakpannen President Utrechtse rechtbank De blindheid van de democratie SOESTER1 COURANT Abonnement per kwartaal 5.00. Buiten Soest per kwartaal 10, Verschynt iedere donderdag, Maandag 12 april a.s. krijgen de inwoners van Baarn, Soest en Eemnes de gelegenheid hun mening te zeggen dan wel vragen te stellen over het voor ontwerp van het streekplan Utrecht-Oost. Zij moeten daarvoor naar de Soes- ter brandweerkazerne, waar de bijeenkomst om 20 uur begint. Het plan is in beknopte versie voor hen beschikbaar, waarin visie en doel stellingen zijn samengevat over landbouw, natuur en landschap, recreatie, vervoer en wonen en werken. Er is globaal in te lezen welke bedoelingen het provinciebestuur heeft met de inrichting van het oostelijk deel van Utrecht tot 1990, met daarbij als kernprobleem: hoe is de Heuvelrug met zijn over gangsgebieden van verdere aantasting te vrijwaren. Met andere woorden: welke verhouding moet er komen tussen enerzijds het wonen, werken, re creëren en verkeer en anderzijds de wens om natuur en landschap te be houden? Het provinciebestuur hoopt dat zoveel mogelijk mensen willen meedenken over de problematiek, waarbij aangetekend wordt dat het nog steeds gaat om een „voorlopige visie". Landbouw Soest ligt met de gemeente Ameron- gen, Amersfoort, Baarn, Bunschoten, De Bilt, Doorn, Driebergen-Rijsenburg, Eemnes, Leersum, Leusden, Maam, Renswoude, Rhenen, Veenendaal, Wou denberg en Zeist binnen het streek plan gebied. Binnen dat gebied, zo blijkt uit sta-' tische cijfers, heeft ongeveer de helft van de boeren sinds de jaren zestig een ondernemersloon, dat beneden het loon ligt van vergelijkbare bevolkings groepen. „En dat", zo zeggen de op stellers van het plan" juist in een tijd waaraan de landbouw moet voldoen aan steeds zwaarder wordende eisen". Geconstateerd wordt dat in Utrecht- Oost tie (melk)veehouderij veruit het belangrijkste is in de land-tuinbouw sector en gesteld wordt dat, gezien de lm* rf Zaterdagavond gaf de toneelvereniging „Soester Applaus" de première van het Franse blijspel „Oscar". De spelers oogstten van de geheel met publiek gevulde zaal een dankbaar applaus en voor de bijzonder op dreef zijnde acteurs was er aan het slot van de avond een welverdiende bloemenhulde. Scène uit het toneelstuk Oscar, dat de toneelvereniging „Soester Applaus" opvoerde. Foto Herman van Dam toch al weinig florissante positie van de agrariërs het voorontwerp ervan uitgaat dat men het de boeren niet on nodig lastig moet maken. Zo is er de richtlijn, dat in gebieden waar de landbouw goed functioneert, deze ook voorop moet blijven staan. En ook nog, dat daar waar de landbouw met betrekkelijk geringe kosten kan wor den verbeterd, dit niet nagelaten moet worden. In de eerste plaats wordt daarbij ge dacht aan Eemland en voorts zal de agrariër planologisch niet moeten wor den belemmerd „in gebieden die thans redelijk functioneren". Natuur en landschap Het behoud van de natuur, zegt het voorontwerp-streekplan, is niet alleen uitermate blangrijk voor de natuur wetenschappen, de recreatie, het bio logisch evenwicht enz. maar vooral óók voor de mens. Wie dus de natuur vernielt, maakt ook een stukje wel zijn van zichzelf en van de ander kapot. „Daarom moet", zo staat het in het rapport, „elke vorm van roofbouw worden voorkomen". Het zal moeten gaan om het meest gewenste gebruik van de ruimte en niet om verbruik. Er worden vier gebieden onderschei den: het Eemland,.de Utrechtse Heu velrug, de Gelders-Utrechtse Valled en de overgangsgebieden van Heuvelrug naar Kromme Rijn en naar Vallei en Eemland. Eemland wordt als het „meest eento nige" van de vier gekarakteriseerd, omdat het een overwegend vlak, open én boomloos weidegebied is. Er is nau welijks bebouwing, wordt opgemerkt (overigens een kenmerk van een wei degebied, red.) en het gebied wordt gekenmerkt door een noord-zuid en oost-west gericht wegenpatroon. Er komen hier overigens belangrijke broedvogelgebieden voor.. Dat wordt óók door de plan-opstellers onderkend. Omdat zich in het verleden in Utrecht- Oost voor natuur en landschap soms erg ongewenste ontwikkelingen heb ben voorgedaan, zal in het nieuwe streekplan dit soort negatieve activi teiten nog beter dan thans moeten worden beteugeld. „Want wie zou het niet jammer vin den als prachtige natuurgebieden zo als het Leersumse Veld, de zandver stuivingen bij De Bilt en Soest zouden worden aangetast",aldus het streek plan. Opgemerkt wordt ook dat minder op vallende waarden, zoals hardhoutwal- len, knotbomen en restanten van zilte flora, beschermd moeten worden. „De milieu-doelstelling, het behoud van de natuur en herstel van schade, is in het streekplan dan ook niet één van de minst belangrijke. Recreatie Wat de recreatie binnen het plange bied betreft, wordt gesteld dat het ge bied het massale aantal bezoekers dat komt, niet kan verwerken. Op enkele plaatsen is het bezoek zelfs zó groot dat hierdoor inmiddels grote kale plek ken zijn ontstaan. Het komt voor in de bossen van de Lage Vuursche, De Pan. De Leyen, de Soesterduinen en op het landgoed Den Treek. Berekend is dat het totale gebied per dag circa 44.000 landrecreanten kan op vangen, terwijl er een behoefte bestaat aan 61.000 plaatsen. Dat is dus een overdruk van 17.000 mensen, die in feite nog veel groter is, en met name in de bossen die het dichts bij de gro te steden liggen. Om toch het waardevolle karakter van de Heuvelrug blijvend te kunnen be houden, zal een deel van de recranten moeten worden afgeleid naar andere recreatieplaatsen. Die moeten dan wor den aangelegd, het liefst in de nabij heid van de grote steden. De provincie draagt voor de oplos sing van dat probleem verschillende voorstellen aan, waaronder voor de Amersfoortse recreanten: de Wiekslo- terplas in de omgeving van Soest. Ook in het bosgebied ten noord-wes ten van de Lage Vuursche zouden nieuwe voorzieningen voor landrecre anten ontwikkeld moeten worden. Verder wordt ook gedacht aan het be schikbaar krijgen van gedeelten van de Vlasakkers, het militaire oefenter rein. Op langere termijn denkt men aan nieuwe recreatie-objecten, buiten het bosgebied. Verkeer Van plannen het wegennet uit te brei den, zoals in vroegere plannen was voorzien, is men afgestapt Men streeft ernaar de woon-werk en recre atie-activiteiten bijeen te brengen, met als gevolg een beperking van de ver plaatsing naar afstand en tijd. De provincie houdt echter wel onver kort vast aan de aanleg van de wegen Utrecht-Flevoland (rijksweg 27) en Utrecht-Amersfoort (rijksweg 28). Wonen en Werken In de afgelopen 15 jaar is de bevolking In het streekplan gebied met bijna hon derduizend inwoners toegenomen (van 295.000 tot 390.000) en Amersfoort kreeg er daarvan ruim 50.000. Opgemerkt wordt dat de gemiddelde woonbezetting daalde van 4,1 naar 3,3 (in 1974), of anders gezegd: in 1960 wa ren er gemiddeld 244 woningen nodig om duizend mensen te huisvesten; in 1974 waren daar al 303 huizen voor nodig. Het is duidelijk dat deze ont wikkeling het landschap in het plan gebied in toenemende mate is gaan be lasten. Tot aan 1990 wordt een natuurlijke aanwas verwacht van 30.000 mensen en daarbij zou nog een migratie van 40.000 kunnen komen. Aan de komst van de 30.000 kan niets veranderd wor den; aan de komst van de laatste 40.000 wel. Daarvoor kunnen beper kende richtlijnen worden opgesteld, al kan daarbij de vraag gesteld worden of dat wel verstandig is in verband met de werkgelegenheid. De provincie' zegt twee keuze mogelijkheden te heb ben; de natuurlijke groei geconcen treerd opvangen in Amersfoort, Veen endaal en Leusden (de andere gemeen ten zouden dan slechts onder stringen te voorwaarden voor de eigen woning behoefte mogen bouwen); óf het ver houdingsgewijs verdelen van de na- turlijke groei over alle gemeenten en daarnaast ruimte scheppen voor 40.000 (of minder) migranten. Die migranten zouden dan voornamelijk gehuisvest moeten worden in Amersfoort, Soest, Veenendaal en Leusden. Deze gebun delde deconcentratie heeft het voor deel, zo zeggen de streekplan-opstel lers, „dat de ruimte zo doelmatig mo gelijk wordt benut en dat natuur en landschap kunnen worden beschermd". De bestaande ideeën en plannen voor de aanleg van bedrijfsterreinen bieden waarschijnlijk voldoende ruimte om in de te verwachten toekomstige behoefte te kunnen voorzien. Ten aanzien van het verzorgingsni veau van de gemeenten kan worden opgemerkt, dat er vrijwel geen tekor ten zün. Elke kern heeft voldoende voorzieningen op het terrein van de medische zorg. onderwijs, cultuur, ho reca en vermaak en overige dienstver lening om zijn locale, regionale of ge westelijke taak goed te kunnen vervul len. 6000 woningen Hoe deze zaken allemaal te rijmen zijn met een mededeling van gedeputeerde mr. W. R. van der Sluis, dat tussen Baarn en Soest, tussen Stadhouders laan, Torenlaan en spoorlijn, nog mo gelijk eens drie tot zesduizend wonin gen gebouwd moeten worden, is een vraag, die maandag 12 april wel ge steld zal worden. Mr. van der Sluis verwacht dat de be bouwing tussen Baarn en Soest weinig problemen zal opleveren en dat er niet veel bloed zal vloeien. Wel verwacht hij een discussie over de preciese lo catie. Die discussie kan mr. Van der Sluis op 12 april tegemoet zien. Twee tot nu toe onbekende mannen hebben mevrouw L. wonende aan de Den Blieklaan aan tien bijzonder kostbare dakpannen geholpen. Zij lieten haar 325 gulden betalen en gaven er een kwitantie voor af, die bij nader bekijken een komma tussen de drie en de twee bleek te hebben. Mevrouw L. kreeg de twee mannen aan haar deur, die beweerden dat en kele pannen op het dak van haar woning vernieuwd moesten worden. Zij wilden dat klusje wel opknappen en vroegen er 350 gulden voor, nadat zij het huis op lekkages hadden ge controleerd. Inderdaad kwamen zij terug met tien pannen, die naar later bleek, van een ander model waren, dan de oorspronkelijke pannen. Bij de afrekening vroegen zij 325 gulden en gaven de kwitantie voor 3,25. De lekkages waren overigens niet verholpen. De politie waarschuwt nadrukkelijk niet op aanbiedingen van onbekenden in te gaan. Het lang niet eenvoudige blijspel van Claude Magnoer, werd met veel ver-, ve gebracht. De handicap van het kleine toneeltje van het gebouw Cre do en de moeilijk bespeelbare zaal, werd met groot elan genomen. Alle spelers waren bijzonder rolvast en hadden zich goed in hun situaties Ingeleefd. De hoofdrol, van zeepfa brikant Bertrand Barnier, was in de goede handen van Eddy Luza. Hij droeg het stuk en trok zijn mede spelers naar een verblijdend niveau. Ook Leo Pappot, als commercieel di- rekteur van Barnier, bereikte een grote hoogte. Van Marja Krudde, als mevrouw Barnier, ging een grote rust uit en aan haar spel lag veel erva ring ten grondslag. Margaret Smit, als het dienstmeisje Bernadette; Toska Snij delaar, als dochter Barnier en Mia Kraal als de nieuwe huishoudster, waren aller charmants en wisten hun rollen bij zonder levensecht te brengen. Ook Truus Renes, als typiste en Jan Post, als Barnier's masseur, impo neerde, terwijl regisseur Daan La- zonder, die als chauffeur Oscar mee speelde, een zeer „timide" minnaar op de planken zette. Al met al een geslaagde uitvoering, die waard is herhaald te worden. Jammer dat de leuk gerestaureerde zaal Credo zich voor goed toneelspel zo slecht leent. De harde stoelen zijn wel zeer na aan vervanging toe; dat zou in ieder geval de service aan het publiek ten goede komen. De spelers zouden ook gebaat zijn met een wat dieper toneel, waardoor soms hinder lijk „gedrang" voorkomen zou kun nen worden. Maar met al deze beperkingen heeft „Soester Applaus" velen toch een amusante avond bezorgd. Mogelijk zal de vereniging begin juni een uit voering verzorgen in het Openlucht theater. Daarvoor hebben zij even tueel „Oscar" beschikbaar, al leent dit „koffer-mysterie met een happy end" zich daar misschien niet zo goed voor. Met belangstelling kan het nieuwe winterseizoen tegemoet ge zien worden, waarvoor in ieder ge val twee stukken in studie genomen ■worden. „Ik vraag me af, mevrouw, waarom heeft men het weer zover laten komen? In 1974 zyn er nog zoveel van die grote dingen bijgekomen; de gemeente moet dat toch gezien hebben. Als je dan niet direct ingrijpt, maar later, doe je de mensen pijn", aldus prof. mr. V. J. A. van Dijk, president van de Utrechtse rechtbank, waar het kortgeding behandeld werd dat de houdster van camping „De Eerste Aanleg" tegen de gemeente Soest aanspande. Het verweer van de burgemeester dat er in verband met koop-onderhande lingen sprake geweest was van enige stilstand en de aanvulling van de advo caat van de gemeente, mr. J. van Julsingha, dat de gemeente ook niet be schikte over een goed controle-apparaat, deed de president opmerken dat het „beleid" van de overheid toch nauw bij deze zaak betrokken was. „Het is niet aan mij om op uw stoel te gaan zitten, maar ik vraag me wel eens af: moet het langs deze weg?" Naar zijn mening hadden alle dingen de neiging clandestien uit te breiden, zonder tijdig ingrijpen en hij wees daarbij op een ander kortgeding dat voor hem diende: het geding van de Amsterdamse Lichtbond tegen de gemeente. Ook toen ging het om caravans. Nu was het kortgeding aangespannen om te voorkomen dat de gemeente de sta-caravans van de camping aan De Zoom gaat wegslepen. Deze caravans staan er volgens de gemeente illegaal en zullen er krachtens de bepalingen in het plan landelijk gebied ook nooit mogen staan. Mr. van Dijk bepaalde de uitspraak op a.s. maandag 23 februari. In een één uur durend pleidooi zette mr. A. F. Leeman, namens eiseres, mevrouw C. van Doesburg-Besselink, uiteen dat de camping, de oudste in Soest, een volkomen legaal kampeer terrein was, dat ook krachtens het overgangsrecht (omdat de camping in het plan landelijk gebied werd weg- bestemd) gehandhaafd kan worden. Hij plaatste een vraagteken bij de ge dachte dat G.S. met de wegbestem- ming akkoord zou gaan en hij stelde vervolgens vast dat stacaravans be hoorden tot de gewone kampeermid delen en dien ten gevolge niet van de camping verwijderd mochten worden Hij verwees daarbij naar de gemeen telijke kampeerverordening, waaruit dit in artikel 1 duidelijk bleek, Vervolgens verklaarde mr. Leeman dat de kampeerraad een gunstig ad vies had uitgebracht over de camping van zijn kliënt en dat de provinciale planologische commissie zou advise ren de camping in het nieuwe plan in te passen. Mr. Leeman beschuldigde de gemeen teraad met twee maten te meten, toen hij de camping King's Home wel in het plan inpaste. Dat zou, zo wist hij, ge beurd zijn omdat één van de raadsle den (Hilhorst) familie van de eigenaar van King's Home was. Deze beschul diging trok mr. Leeman later in, onder aanbieding van excuus. Mr. Leeman merkte ook op dat nie mand, buiten zijn kliënt, van de ge meente Soest een aanschrijving ont vangen had, sta-caravans te verwijde ren. Ook dat bleek later niet het geval te zijn, zij het dat deze aanschrijvin gen eerst uitgegaan waren, nadat het kortgeding aangespannen was. Uitvoerig zette mr. Leeman uiteen dat voor sta-caravans de woningwet niet ais belemmering mocht gebruikt wor den. Hij kon daarbij wijzen op rap porten van deskundigen, zoals de Re- cron en ook de opvatting van de ma ker van de wet, die nooit de bedoeling had sta-caravans onder de woningwet te laten vallen. Hij wees op de verschillende maten, die zowel in Nederland als in het bui tenland voor het begrip sta-caravan gehanteerd werden en sprak van een wettelijk vacuum. Bij de Kroon had hij schorsing en vernietiging van het besluit van Soest gevraagd omdat de gemeente niet genegen was de uitvoe ring van haar besluit op te schorten, tot in hoogste instantie over het plan beslist was. Hij zei geschrokken te zijn van het feit dat er in Soest zo weinig tolerantie aanwezig was en dat ondanks dat de burgemeester indertijd als lid van de Tweede Kamer zich een voorstandster van inspraak toonde; 'n tolerantie die de Tweede Kamer nog sierde. Mr. Leeman wees vervolgens op de gemeentelijke verklaring dat in 1971 alle sta-caravans van het kampeer terrein verwijderd waren en hij meen de daaruit te mogen concluderen, dat wat er toen mocht staan en ook nu nog stond, gehandhaafd kon blijven. Hij legde vervolgens een groot aantal foto's over, waaruit zou kunnen blij ken hoe willekeurig het beleid van Soest was, en hij verzocht mr. Van Dijk 7i>b zelf ter plaatse te gaan over- tuigen Het ging hem overigens niet om een winnaar of verliezer maar om de be scherming van de kampeerders, Het begrip sta-caravan op te hangen aan de de vervoerbaarheid zoals in de we- genwet vastgelegd, noemde hij be lachelijk en hij zei te hopen op een minnelijke schikking. Bosbouw Ook mr. J. van Julsigha nam een uur voor zijn betoog. Het zette uiteen dat het terrein waar de camping was ge vestigd, al vóór 1961 de bestemming bosbouw had en in het nieuwe plan landelyk gebied1 „natuurgebied". De camping kon echter krachtens over gangsrecht gehandhaafd blijven. Het plaatsen van sta-caravans (door hem living-vans genoemd) zou echter verboden blijven, ook als de camping achteraf ingepast zou moeten worden. Living-vans waren nergens in Soest toegestaan, óók niet op het kampeer terrein King's Home aan de Birkstraat. Tegen deze bepaling in het plan, (ner gens living-vans) had overigens nie mand bezwaren ingediend. Mr. Van Julsingha zette vervolgens uitvoerig het verloop van de geschie denis van het terein van mevrouw Van Doesburg uiteen, voorwat betreft de vergunningen, waarbij hij benadrukte dat steeds in de vergunning werd op genomen, dat de caravans gedurende de wintermaanden van 't terrein ver wijderd' moeten worden. Na 1967 was een vergunningsloos tijdperk ingetre den, waarin de nodige correspondentie tussen mevrouw Van Doesburg en de gemeent gevoerd werd. Als de brief van de gemeente in 1971 op een feitelijke vergissing berustte en de sta-caravans niet allen van het terrein verwijderd waren, dan, zo vond mr. Van Julsingha, mocht eiseres toen niet aannemen dat de gemeente de caravans die in juni aangemerkt wer den als stacaravans, na 29 september van dat jaar (de datum van de brief) ineens niet meer als zodanig zou aan merken. In 1974 had de gemeente een bod uit gebracht op het terrein, waarbij ervan uitgegaan werd dat mevr. Van Does burg er mocht blijven wonen, doch dat het kampeerterrein gestaakt werd. Op het bod werd niet ingegaan. Daarna volgden de aanschrijvingen die dan nu resulteerden in het kort geding. „Dit kortgeding", aldus mr. Van Jul singha", heeft voornamelijk de strek king om de gemeente Soest te bevelen om, hangende de beslissing op de aan gevraagde kampeerexploitatievergun- ning (door mevr. Van Doesburg, red.) de in het vooruitzicht gestelde politie- dwang op te schorten. Daar voelde de gemeente niet voor, omdat de living-vans nergens zouden worden toegestaan. Hij stelde vast dat andere campinghouders niet onge moeid waren gelaten en dat aanschrij vingen waren uitgegaan om enige ten onrechte aanwezige stacaravans te verwijderen. Van willekeur of mis bruik van recht was dan ook geen sprake. Mr. Van Julsingha ontkende ook dat de gemeente de bedoeling had het be drijf van mevr. Van Doesburg te be ëindigen. „Indien eiseres zich aan de voorschriften houdt, kanzij het kam peerterrein blijven exploiteren". Hij besloot met te vragen eiseres in haar vordering niet ontvankelijk te verklaren, „althans haar deze te ont zeggen, met veroordeling van eiseres in de kosten van deze procedure". In tweede instantie werd door mr. Leeman naar voren gebracht dat de gemeente „heimelijk begripsbepalin gen aan het plan landelijk gebied had toegevoegd bepalingen die ook niet ter visie hadden gelegen. Ook de ze beschuldiging kon de heer Leeman niet waar maken. Hij wees vervolgens op de -nieuwe opvattingen van stacara- De sensaties zijn niet van de lucht af. De gijselingen door Zuid-Moluk- kers, de politieke spanningen daarna over een nieuwe wet op de onder nemingsraden, nu weer de steekpen ningen van Lockheed. En dat zijn dan nog maar de dingen waar ons land zelf nauw bij betrokken is. Daarnaast gebeurt er dan nog zoveel meer in deze wereld. Doch dat is dan meest ver van ons huis, waardoor we ons er minder bij betrokken voelen. Toch hebben ook die gebeurtenissen, waar ter wereld dan ook, hun in vloed op ons maatschappelijk leven, voor nu en voor de toekomst. Maar als zodanig herkennen we dat min der, omdat we de samenhang niet bespeuren, niet weten welke krach ten daarachter werkzaam zijn, zodat we het als incidentele voorvallen blijven zien waar wij weinig of niets mee te maken hebben. Doch als we over een aantal jaren de dan (en waarschijnlijk ontzettende) feiten eens terugdraaien, de oorzaak en het ont staan ervan nog eens nagaan, zullen we ontdekken hoe het een het ander tot gevolg heeft gehad. Dat er be wust is toegewerkt naar internatio nale veranderingen, die op nationaal ndvceau gestimuleerd werden, met kleine en met grote zaken, tot de akkers rijp waren om het zaad te doen ontkiemen en tenslotte de oogst kon worden binnengehaald. We doen net of het vrijwel niets te betekenen heeft, dat hier een troepje soldaten dienst weigert omdat ze bang zijn kou te moeten lijden en een WDM, als soldatenvakbond, zich achter die weigering stelt en het steunt. Maar ook dat is een symp toom van de stelselmatige ondergra ving van de kracht van het demo- krtische vrije Westen. We balen er nu smalend lachend on ze schouders over op. Maar in de tijd van de NSB, in de dertiger jaren, kwamen er ook van die voorvalletjes voor, die men ook afdeed als zijnde wat geborneerdheid van opgestookte jongelui, doch die er toe bijdroegen om de bestaande orde te ondermijnen en de akkers rijp te maken voor het vanuit Duitsland gepousseerde natio- naal-socialisme. Als we zien hoe in Angola een stam, noem het desnoods een partij, door de Sovjet Unie, met gedwongen hulp van Cuba, met veel wapens en soldaten, aan de macht wordt geholpen, dan is men geneigd te denken: dat raakt onze toekomst niet. Als in Noord- Amerika het ene schandaal na het andere aan het licht wordt gebracht congresleden het onderzoek ernaar gebruiken om zich een goede posi tie te veroveren als kandidaat voor het presidentschap en op de vredeswil spelen om de brave bezuiniger op militaire uitgaven uit te hangen, dan zien wij daar geen enkel verband in met onze toekomst. In het gestook tegen Zuid-Afrika om zijn apartheidswetten doen we, offi cieel zelfs, dapper mee, want dat streelt onze ethische gevoelens, ter wijl we niet beseffen welke stimulan sen daarachter zitten om dat bol werk aan het vrije Westen te ont- frutselen. Als in Engeland het staken als een verheven volkskunst wordt beoefend, dan menen we, dat dit al leen maar komt omdat de arbeiders er te slecht betaald worden. We weten niet eens meer hoe de kracht van dit eens zo machtige rijk binnen dertig jaar grotendeels is afgebroken en daarmede ook de kracht van het ge hele vrije Westen een aderlating heeft ondergaan. Zo zouden we tientallen andere voor vallen kunnen opnoemen, die voor de aandachtige beschouwer evenzovele aanwijzingen zijn hoe daardoor lang zaam maar zeker de macht van het demokra tische Westen wordt onder mijnd. En dat zit 'm niet in de lucht. Er zijn krachten werkzaam die er be wust naar toe werken. Doch wij heb ben de demokratie zo verziekt en die demokratie heeft ons zo ziek gemaakt, dat we blijkbaar niet meer de kracht kunnen opbrengen om zelf aan te pakken en ons tegen die sluipmoord pogingen teweer te stellen. We laten ons hoe langer hoe meer in de bssb brengen, dat onze vrijheid een on deugd is en dat de betere maatschap pij uit Oost-Europa komt. We willem zó demokratisch zijn, dat we er aan mee willen werken. Net als in de der tiger jaren willen we de waarschu wende voortekenen van onze aan staande overheersing niet zien. De spelen en het brood van nu zijn voor ons belangrijker dan de politieke si tuatie van straks. We lopen er als geobsedeerd naar toe vans en kwam nog eens terug op de late aanschrijving (na de dagvaarding) van enkele andere campinghouders zonder daarin te spreken van politie- dwang. Hij stelde voor met de beslissing te wachten tot dat het bestemmingsplan definitief zou zijn vastgesteld. Zijn cliënt zou zich dan houden aan alle bepalingen van het plan ook wat be treft de maten van de caravans. Dit voorstel werd door mr. Van Jul singha van de hand gewezen, omdat hij dan een stroom bezwaarschriften bij de Kroon verwachtte, van kam peerders die hun verblijf op de cam ping zodoende lang konden rekken. Eén van de kampeerders, de heer J. van Slooten uit Amsterdam deed nog een aanbod de huidige situatie te be vriezen, met de toezegging dat ver trekkende sta-caravans zouden opge volgd worden door uitsluitend toer- caravans. Mr. Van Dijk liet zich daar niet over uit. Hij uitte slechts de verzuchting: „Waarom heeft men het weer zover laten komen", en hij bepaalde de uit spraak op maandag 23 februari. k

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1976 | | pagina 1