„Eerste steen"-legging Van der Hucht-scholencomplex Inspraaknota vanavond in de raad Bungalow-bewoonster lokte zelf brandstichting uit Méér aandacht voor „wei-bevinden" in ontwikkelingsplan Wordt in Soest een woningkartotheek samengesteld PvdA en Progressief Soest nu al teleurgesteld Geluidsbandje doorslaggevend bewijs mmmnê Open brief aan gemeenteraad: PvdA-raadslid K. de Wilde: De Ondernemingsraad Concert Regionaal Amersfoorts Jeugdorkest Donderdag 18 maart 1976 54e jaargang no. 31 SOESTER i COURANT Abonnement per kwartaal f 5,00. Bulten Soest per kwartaal f 10,-. Verschijnt iedere donderdag UitgaveDrukkerij Smit b.v. - Soest Bureau voor redactie en administratie Van Weedestraat 29, Soest Tel. 14152 - Postgiro 126156 Foto Herman van Dam ■jjiÖSlc:,. Foto Herman van Dam Twee „eerste ateen -leggingen vonden er vorige week plaats bij het scholen complex van de Stichting Van der Huchtscholen aan de Paulus Potterlaan; één bij de geheel nieuwe kleuterschool en één bij de rigoureus verbouwde lagere school. Beide scholen zijn nagenoeg gereed; de lagere school zelfs al in gebruikgenomen, zodat van een „éérste steenlegging" nauwelijks sprake was. Daarbij gevoegd het feit, dat in de lagere school de „eerste steen" uit 1951 opnieuw Ingemetseld werd, is het goed verklaarbaar, dat de Baarnse architect A. Bos zei, met deze officiële gebeurtenis geen raad te weten. Hij feleciteerde het bestuur min of meer, omdat het moest, maar hij wilde er begin april tijdens de laatste werkvergadering, nog eens op terug komen. Dan ook zal hij zijn cadeau aanbieden. Desondanks was het een feestelijk ge beuren waarvoor van de kant van de overheden en de ouders grote belang stelling bestond. Enkele vaderlandse driekleuren wapperden op het riante complex. Het gezelschap werd buiten welkom geheten door het bestuurslid, de heer P. A. Waals. Hij sprak van een omwenteling, nu de school vanuit vijf schoolgebouwen en tien noodlokalen ondergebracht werd in twee échte scho len. Onder zijn gehoor bevonden zich onder wijswethouder drs. G. Plomp, mevrouw P. Goedhart-Hogendoorn en de heer J. M. Verburg, respectievelijk inspectri- ce van het kleuteronderwijs en inspec teur van het lager onderwijs; de heren Veraar, Van Dommelen en Van der Dussen van de gemeente en mevrouw Jolles, voorzitster van het Van der Huchtfonds. De jongste kleuter van de kleuterschool, Lonneko Sattelmeijer, schoof daarna met assistentie van de heer Waals, de „eerste steen" op z'n plaats. Zij hield aan deze voor haar ongetwijfeld eerste officiële taak, een zilveren troffel en een bloenboeket over, alsmede het feit, dat haar naam tot in lengte van jaren (in steen gebeiteld) aan de school verbon den zal zijn. Bij de ingang van de lagere school herplaatste de heer Waals en het hoofd van de lagere school, de heer J. F. Sprink, de „eerste steen" uit 1951, toen aangebracht door de heer A. van As- selt. De politieke partij „Progressief Soest" vraagt in een open brief de gemeenteraad bij de opstelling van het ontwikkelingsplan vooral aandacht te besteden aan de vraag, welke criteria gesteld moeten worden aan het woon- en leefklimaat in Soest, als men zich tot doel stelt „dat de mens zich d&arin moet kunnen wèl-bevinden". P.S. zegt zich te realiseren dat dit geen gemakkelijke taak is, maar desalniettemin boeiend en belangrijk genoeg om de eerste schreden op dit terrein te zetten. het plan alléén, niet zo erg in staat zal zijn om een weloverwogen beslissing te nemen. In de aanhef van de brief wordt gesteld dat inwoners van Soest, afzonderlijk of in groepsverband en instanties binnen en buiten de gemeente, worstelen met het ontwikkelingsplan, waarover in de loop van dit jaar een definitieve beslissing genomen moet worden. Het plan bakent toekomstige behoeften te kwantificeren. Aangegeven moet worden, waar de ver schillende funkties, binnen de gemeente grenzen een plaats kan worden toege wezen. P.S. vreest echter dat de gemeenteraad, op basis van de huidige weergave van Naar hun mening ontbreekt geheel de onderlinge beïnvloeding van de afzon derlijke doelstellingen en het zou denk baar zijn dat ze t.z.t. met elkaar in con flict blijken te zijn. Met het oog daarop is het nodig dat men zich nader bezint op het punt „welzijn" ofwel „het zich wél bevinden". In de brief worden een paar voorbeelden genoemd van mogelijke verschillen van inzichten. In de bejaardenzorg: Moeten er voor hen grote wooncomplexen ge- Met een drietal schriftelijke vragen in formeert het PvdA-raadslid, de heer K. de Wilde, of in Soest gewerkt wordt aan het samenstellen van een woning kartotheek. Hij vraagt of het juist is dat een wo ningkartotheek noodzakelijk is, wanneer voor de onroerendgoed belasting de op pervlakte als grondslag gekozen wordt. Hij vraagt bovendien of een dergelijke inventarisatie van woningen en overige gebouwen óók niet wenselijk is als een beleid moet worden uitgestippeld, ge richt op de totstandkoming van wonin gen waaraan in de gemeente behoefte bestaat. Ten slotte wil hij weten of er al aan een dergelijke kartotheek gewerkt wordt; zo ja hoe ver dit werk gevorderd is en zo neen, waarom dat tot heden is nagelaten? In de gemeenschapsruimte van de basis school, werd vervolgens het glas gehe ven en werden gelukwensen uitgespro ken. De eerste kwam van dr. E. Bol, voor zitter van het schoolbestuur. Hij bracht dank aan allen die aan de verbouwing en de nieuwbouw een steentje hadden bijgedragen en met name daarbij aan de heer Waals, de bouwdeskundige in het bestuur. Veel respect had de heer Bol voor de architect Bos, die met buitengewoon inzicht zowel de nieuw bouw als de verbouwing tot stand had gebracht. Hulde bracht de heer Bol aan leerkrachten en leerlingen, voor de wijze waarop zij de dikwijls lastige bouw periode overbrugden. Het onderwijs had er nagenoeg niet onder geleden. Wethoudewr Plomp bracht de felicita ties over van de gemeente. Hij sprak de hoop uit, dat het prachtige complex aan de verwachtingen zou voldoen. Hij veronderstelde, dat de direkt omwonen den het fraaie aanzicht zouden weten te waarderen en bijvoorbeeld niet de open zandbakken zouden laten misbrui ken door hun huisdieren. De heer Plomp merkte voorts op, dat Soest, landelijk gezien, met de integra tie van kleuter- en basisonderwijs, in de voorste gelederen liep, zoals dat ook in dit complex tot uiting kwam Mede namens de inspectrice van het kleuteronderwijs feliciteerde de heer Verburg het bestuur met de twee school gebouwen, die naar zijn mening voor honderd procent voldeden aan de eisen voor het geven van onderwijs. Hij be vestigde, dat Soest iets vooruit liep op de integratie-ontwikkeling en compli menteerde de onderwijskrachten met de wijze waarop zij les gaven. Hij sprak de wens uit, dat zij tot zegen van de leerlingen daarmee door mochten gaan. Mevrouw Jolles herinnerde aan de stichteres van het Van der Huchtfonds, mevrouw Van der Hucht-Kerkhoven. Zij bood het hoofd van de lagere school een zestiental dia's aan, gemaakt tijdens de viering van het 50-jarig bestaan van de school. Zowel voor de heer Sprink, als voor de hoofd-kleuterleidster, mej. J. Vos, had zij bloemen. Archtict Bos memoreerde de problemen rond nieuwbouw en ver bouw en zegde toe begin april nogeens op deze officiële plechtigheid te zullen terugkomen. Juffrouw Vos, mede sprekend namens het hoofd van de lagere school, sprak de wens uit, dat de intregatie van het kleuter- en basisonderwijs succesvol zou verlopen. „Aan het gebouw zal het in ieder geval niet liggen", veronderstelde zij. Tenslotte feliciteerde namens de ouder vereniging de heer Th. Vellinga. Naar zijn mening kon iedereen tevreden zijn, temeer daar in de nieuwe gebouwen de oude sfeer gehandhaafd werd. Hij sprak de hoop uit, dat leerlingen en leerkrach ten er een bijzonder fijne tijd in zouden doorbrengen. Met een rondleiding door de twee ge bouwen werd deze officiële plechtigheid besloten. Lonneke Sattelmeijer voor haar „eerste steen" en de heren Waals en Sprink (links) bij het herplaatsen van de „eerste steen" uit 1951. bouwd worden of juist niet en wat be tekent dat voor verzorgingbehoevenden? Wat betekent het voor de gezondheids zorg? In de onderwijsvoorzieningen: Wordt er bij spreiding van basis- en kleuterscho len rekening gehouden met drukke ver keerswegen? Moet het verkeer met het oog daarop gespreid of juist geconcen treerd worden en hoe zit het dan met onveiligheid, geluidshinder, luchtveront reiniging e.d. P.S. is daarom van mening dat het in het bevolkingsmodel niet alléén gaat om kwantitatieve aspecten, maar zéér bij zonder óók om de samenstelling (jong en oud) van de bevolking. Er zijn rela ties tussen wonen en onderwijs, wonen en verkeer en hoe verhouden die zich weer met recreatieve voorzieningen en het natuurlijk millieu. Niet alleen Ruim telijke Ordening zou zich derhalve moe ten bezighouden met het ontwikkelings plan, maar ook bijvoorbeeld de com missie gezondheidszorg. „Wij zijn", aldus P.S., „van mening dat criteria, die als gevolg van de samen hang en de onderlinge beïnvloeding van de in het Ontwikkelingsplan aangeroer de terreinen door andere commissies kunnen worden opgesteld, niet alleen dienen te gelden voor het ontwikkelings plan, maar ook van nut kunnen zijn bij ieder deelplan, hoe klein ook". Vanavond wordt in de raadsvergadering het voorstel behandeld tot aanvaarden van de inspraaknota „als richtlijn voor de inspraak bij het ruimtelijk beleid van de gemeente". Deze nota kwam tot stand als gevolg van een initiatief van de heren K. de Wilde en H. Goote van de PvdA, die vorig jaar augustus een uitgewerkt voorstel indienden ter verbetering van de inspraak in het ruimtelijk beleid. In het algemeen stemde de raad met het initiatief in, zij het, dat niet alle elementen die er in stonden werden aanvaard. Er zou daarom een nota worden opgesteld door het college, welke binnen drie maanden aan de raad zou worden voorgelegd. De nu voorliggende nota werd reeds be handeld tijdens de vergadering van de commissie ruimtelijke ordening. De in diener van het initiatiefvoorstel, de heer 'Goöïë, sprak toen zijn duidelijke teleur stelling uit. Hij noemde de nota mager van inhoud, rommelig en zei een definitie te missen van wat onder inspraak moest worden verstaan. De andere leden van de com missie spraken van „een goed stuk werk". Jan Visser van Progressief Soest, geen lid van de commissie ruimtelijke orde ning, schaart zich met een zeer uit voerig argument aan de zijde van de heer Goote. Voor hem is het teleurstel lend te moeten constateren dat de in spraaknota van b. en w. zich beperkt tot het ruimtelijk beleid. „Erger nog is daarnaast te moeten vast stellen, dat de visie van de auteurs van deze gemeentelijke nota vrij beperkt is", aldus stelt Visser. Hij noemt het opval lend dat de voorzitter van de commissie ruimtelijke ordening zich op het stand punt stelt, dat inspraak geen middel is maatschappijbewustwording tot gelding te brengen. Naar zijn mening moet inspraak wel degelijk een leerproces zijn en er op gericht het Inzicht van de bevolking ten aanzien van ruimtelijke problemen te verhogen. Daardoor immers kan door de gemeenteraad een meer bewuste en genuanceerde keuze worden gemaakt uit verschillende uitgewerkte plannen. „De nota van b. en w. ademt een dub bele geest", zei Visser. „Veelvuldig wor den goede citaten vermeld, maar de ver bindende tekst maakt duidelijk, dat de inspraak maar met moeite wordt geac cepteerd en soms zelfs negatief wordt benaderd". Ook hij spreekt van een „warrig ge heel", noodgedwongen in elkaar geknut seld om een belofte na te komen. Visser zegt het te betreuren dat b. en w. de problemen rond de planprocedure in feite alleen legt bijde burgers. Er wordt nauwelijks gepraat over eigen feilen en over maatregelen ter verbe tering. Hij constateert in tegendeel zelfs, een zekere mate van „zelfgenoegzaam heid" en hij komt tot de vraag waar om zoveel burgers dan toch ontevreden of ongeïnteresseerd zijn. Waarom is op deze aspecten in de inspraaknota nauwe lijks ingegaan Visser is een voorstander van de door de heren De Wilde en Goote voorgestelde „inspraakcommissie"; van het per plan opstellen van spelregels; van het zo vroeg en zo volledig mogelijk informe ren van belanghebbenden en belangstel lenden en van het zorgdragen dat de spelregels worden nagekomen. „Gestreefd moet worden", zegt Visser, „naar openheid van besluitvorming; openbaarheid van stukken (de gemeen telijke voorlichter moet allereerst dienst baar zijn aan het publiek); naar per manente werk- en discussiegroepen; naar duidelijke uitgangspunten met betrekking tot het welzijn in de ruim ste zin en naar reële inbreng vanuit de bevolking in het totale besluitvormings proces".. Met het oog daarop zal naar zijn mening minder technocratisch en technisch ge dacht moeten worden en méér gerede neerd vanuit de samenhangen van het totale welzijn. „Inspraak kan goed zijn", citeert Vis ser een deskundige, „maar dan zou het een onderdeel dienen te zijn van een demokratiseringsprocës, waarbij iedere burger langzamerhand het recht krijgt en de kans krijgt mondiger te worden en mee te praten over zijn eigen leef-, woon- en werksituatie. Te vaak komt het voor dat inspraak ver engd wordt tot een modegril, tot proce dures die de huidige politieke (gebrek kige) demokratie alleen maar bevesti gen, die de deskundigen in hun deskun digheid alleen maar versterken en die zelfs weer nieuwe deskundigen voort brengen, de zogenaamde insprakologen, die even zullen zeggen hoe het moet". „De enige die deskundig is op het gebied van persoonlijk welzijn is de persoon zelf; de enige die deskundig is op het gebied van welzijn van een groep, is de groep zelf. De ene mens kan eigen lijk niet voor de andere uitmaken wat welzijn is. Mensen dienen de mogelijk heid te krijgen hun eigen zijn en wel zijn tot ontplooiing te brengen en in vloed te kunnen uitoefenen op hun eigen woon-, leef- en werkmilieu", aldus Vis ser. „Wil Inspraak tot bewustwording bijdragen, dan zal inspraak moeten uitgaan van de mogelijkheid van men sen en niet van wensdromen van pla nologen". De brand, die vorig jaar 28 september, de bungalow van mevrouw A.E.S.R.I. aan de Pijnenburgerlaan grotendeels in de as legde, blijkt te zijn aangestoken op verzoek van de bewoonster zelf. Één en ander heeft mevrouw I., sinds vorig jaar september in Engeland in Canterbury, bekend aan de twee Soester recherheurs, die haar vorige week daar opzochten. Een geluidsbandje, dat door een figuur uit de onderwereld van het desbetreffende gesprek zonder haar medeweten werd opgemaakt, was een over tuigend bewijs, waarvoor zij al spoedig door de knieën ging. Mogelijk zal om haar uitlevering gevraagd worden. Rond de bungalow van mevrouw I. speel de zich vorig jaar allerlei wild-west to nelen af. Ondermeer vonden er twee schietpartijen plaats; de één in de nacht van 9 op 10 juni, de tweede in de nacht van 21 op 22 juni. De eerste keer werd van het huis uit geschoten op mogelijk denkbeeldige aanvallers; de tweede keer werd drie schoten afgevuurd op het huis. Beide schietpartijen diende om mevrouw I., die zich voorzien had van bescherning van louche figuren, er van te overtuigen dat zij die bescherming no dig had. De brand werd gesticht op de dag nadat zij naar Engeland vertrok. Zij sprak er over met de 23-jarige glaszetter J. T. uit Den Haag, die zij toen verzocht de bungalow in brand te steken. Daarbij moest dé verdenking vallen op de 59- jarige J. van C. uit Apeldoorn „omdat hij haar zoveel leed en nadeel berok kend had". Van C. zou onder haar doch ter bedreigd hebben en een auto en schilderijen gestolen hebben. Op hem wilde zij zich wreken en dat kon omdat zij met Van C. al eerder over het in brandsteken van de bungalow had ge sproken. Van C. ging er niet toe over om dat, naar hij zei, de Soester politie te druk in de omgeving van de woning sur veilleerde. Mevrouw I. daarentegen ver klaarde dat zij tot bezinning was geko men. Met T. werd de manier waarop de brand gesticht moest worden, uitvoerig door gesproken, maar wat mevrouw I. niet wist, was dat T. het gesprek dat in een auto plaats vond, op een bandje opnam. Hem werd een bedrag van 40.000 gulden toegezegd en waarschijnlijk om haar daaraan te herinneren, als zij niet met het geld over de brug kwam, nam hij het gesprek op. Een copie van deze band werd de politie later in handen gespeeld. Dat er van brandstichting sprake was, werd direct al duidelijk. Er werd benzine op de zol der van de woning, in de woonkamer en in de slaapkamer rond gestrooid, waar na de jerrycan door een raam in een kast gesmeten werd. Bekentenis Met de copie van het geluidsbandje zocht de politie T. op, die in verband met een andere zaak, in het Haagse Huis van Bewaring zat. Hij legde een gedeelte lijke bekentenis af. De originele band stond hij inmiddels ook aan de politie af. Dat Van C. in Apeldoorn vrij uit ging stond op de dag van de brand al vast, omdat hij op het moment dat de brand uitbrak, thuis was. Ook mevrouw I. zelf ging vrij uit, omdat zij op dat moment reeds in Engeland was. Beiden zijn derect na de brand opgebeld. Geconfronteerd met het bandje gaf zij in Engeland direct toe. Haar is ten laste gelegd: uitlokking tot brandstichting met het oogmerk het verzekeringsgeld te innen. Alles bij elkaar heeft zij de politie bijna anderhalf jaar bezig gehouden en zij slaagde er zelfs in een landelijk dag blad voor haar moeilijkheden te interes seren. Daar slikte men haar verhaal als zoete koek en lardeerde men het met sen sationele koppen. Vakbonden en politieke partijen ageren ijverig voor een verdere democratise ring in de ondernemingen. De onderne mingsraad moet een zelfstandiger posi tie krijgen, de directeur mag er geen voorzitter meer van zijn en zonder hem moet de ondernemingsraad gerechtigd zijn om over verscheidene zaken beslis singen te nemen. Die bedrijfsdemocrati- sering is een politieke zaak van belang geworden, die bijna tot een kabinetscri sis heeft geleid. Er is toen een uiterst verward compromis over tot stand geko men, waar nog een wettelijke formule ring voor moet worden uitgevonden, maar waardoor de huidige regerings coalitie dan voorlopig weer eens werd gered. Dat vage compromis had bovendien tot gevolg, dat het Tweede Kamerlid voor de PPR. Pier van Gorkum. zijn kamer zetel ter beschikking stelde om buiten parlementair zijn actie voor een verdere democratisering van het bedrijfsleven voort te zetten. Dit omdat hij verwacht, ja geëist had, dat zijn partij, bij aan vaarding van het compromis, uit de regering zou treden. Doch zo compro misloos bleken ook deze radikalen niet, dus ging idealist Van Gorkum het toneel af. Is het nu inderdaad zo dat al dit politiek geharrewar over de zeggenschap van de ondernemingsraad ook leeft bij de werk nemers in de onderneming zelf? We spra ken daar dezer dagen eens over met de secretarissen van twee ondernemingsra den. Bij beiden was de grote klacht, dat er bij de meeste werkers in hun onder neming maar bitter weinig belangstel ling bestaat voor de ondernemersraad en haar werk. De thans nog geldende wet voor de ondernemingsraden dateert van 1971, nadat er reeds in 1950 een wet voor de Ondernemingsraad tot stand was ge komen. Toen in de betreffende ondernemingen in 1971 verkiezingen van leden voor de OR moesten plaatsvinden, kosstte het de grootste moeite om uit de diverse sec toren van de onderneming kandidaten opgegeven te krijgen, die bereid waren zitting te nemen in de ondernemings raad. Ook voor de uiteindelijke verkiezing van de na veel aandrang verkregen kandi daten was bij de achterban erg weinig belangstelling. Deze ongeïnteresseerd heid leidde er uiteraard ook toe. dat er uit de diverse groepen van werknemers vrijwel geen informatie kwam voor on derwerpen die in de ondernemingsraad aan de orde konden worden gesteld. Er anderzijds ook weinig aandacht bestond voor de onformatie die van de tenslotte gekozen ondernemingsraad uitging naar de vertegenwoordigde groepen. Langzamerhand werkte de onderne mingsraad dan wel bevredigend, zo ver klaarden beide secretarissen onafhanke lijk van elkaar, maar dat was dan wel voornamelijk te danken aan de prettige en- zakelijke leiding der vergaderin gen door de betreffende directeur. Als die niet zo stimulerend zou zijn opge treden, hadden de vergaderingen van de ondernemingsraad weinig zin gehad. En nog is de belangstelling bij de achterban erg gering. „Ik kom hier om te werken", zo zeggen de meesten, „niet om te ver gaderen" of een ander woord dat men daarvoor wel wil gebruiken. Één van beide secretarissen wilde nog wel iets anders kwijt. Hij is een ver woed vakbondsman, al zo'n vijfendertig jaar bestuurslid van de Bouwbond in zijn woonplaats en tevens van de plaatselijke besturenbond. „Ik loop dus al 'n poosje mee als georganiseerde werknemer", zo zei hij, „en ik heb ervaring dat hoe beter de sociale voorzieningen worden, des te slechter wordt de arbeider! Men krijgt het te gemakkelijk, met ook steeds verbeterde lonen. Maar geld al leen maakt toch niet gelukkig! Hij ijvert nog voor een goede werking van zijn on dernemingsraad, hoe weinig belangstel ling er bij de werknemers dan ook voor is, maar ziet erweinJgheil meer in als de directeur de vergaderingen niet meer zou mogen leiden. En dan gaat het nóg meer tijd kosten, zo zegt hij, want dan moet er weer apart overleg plaatsvinden. Zo ligt de situatie in meer ondernemin gen. Al dat ageren voor meer demo cratisering lijkt dan ook hoofdzakelijk een hobby te zijn van linkse politici. Ze doen het waarschijnlijk met de beste bedoelingen, gedreven door een theo retisch ideaal, doch voor de werkers in de praktijk hoeft het niet zo nodig. Maar zo drijft een betrekkelijk klein stel theo retici ons dan ook bij de arbeid naar een polarisering, maar een bewuste tegen stelling, die door het overgrote deel van ons volk niet wordt geambieerd en uit sluitend uit politieke overwegingen ons in de maag wordt gesplitst. De meerder heid is er niet bij geïnteresseerd! Het Regionaal Amersfoorts Jeugd ur- kest onder leiding van Qui van Woerde- kom, geeft een concert op zaterdag 27 maart a.s. om 20 uur in het N.H. Wijk centrum „De Burg", Schuilenburger- weg 2 te Amersfoort. Solist is de wereldberoemde pianist Daniël van Wayenberg, in het 2e pianoconcert van Rachmaninof. Verder staan op het programma: Ouver ture „De Doge van Venetië" van Johan Wagenaar; „Eine Steppenskizze aus Mittel-Aslen" van Alexander Borodin; „Ballet Egyptien" van Alexandre Luigi- ni en „Tweede Hongaarse Rhapsodie" van Franz Liszt. Kaarten zijn verkrijgbaar bij de Amers- foortse Culturele Raad, Zonnehof 8, Amersfoort; de Regionale Muziekschool Amersfoort, Bergstraat 30, Amersfoort; mevrouw W. Adam-van Walterop, Treub- laan 2, Amersfoort (tel. 033-17730) en bij de leden van het AJO op zaterdag 27 maart, vanaf 19,30 uur aan de zaal.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1976 | | pagina 1