„Eerste steen"-legging Van der Hucht-scholencomplex
Inspraaknota
vanavond in de raad
Bungalow-bewoonster
lokte zelf
brandstichting uit
Méér aandacht voor
„wei-bevinden"
in ontwikkelingsplan
Wordt in Soest een
woningkartotheek
samengesteld
PvdA en Progressief Soest
nu al teleurgesteld
Geluidsbandje
doorslaggevend bewijs
mmmnê
Open brief aan gemeenteraad:
PvdA-raadslid K. de Wilde:
De
Ondernemingsraad
Concert Regionaal
Amersfoorts
Jeugdorkest
Donderdag 18 maart 1976 54e jaargang no. 31
SOESTER i COURANT
Abonnement per kwartaal f 5,00. Bulten Soest per kwartaal f 10,-. Verschijnt iedere donderdag
UitgaveDrukkerij Smit b.v. - Soest Bureau voor redactie en administratie Van Weedestraat 29, Soest Tel. 14152 - Postgiro 126156
Foto Herman van Dam
■jjiÖSlc:,.
Foto Herman van Dam
Twee „eerste ateen -leggingen vonden er vorige week plaats bij het scholen
complex van de Stichting Van der Huchtscholen aan de Paulus Potterlaan;
één bij de geheel nieuwe kleuterschool en één bij de rigoureus verbouwde
lagere school. Beide scholen zijn nagenoeg gereed; de lagere school zelfs al
in gebruikgenomen, zodat van een „éérste steenlegging" nauwelijks sprake was.
Daarbij gevoegd het feit, dat in de lagere school de „eerste steen" uit 1951
opnieuw Ingemetseld werd, is het goed verklaarbaar, dat de Baarnse architect
A. Bos zei, met deze officiële gebeurtenis geen raad te weten. Hij feleciteerde
het bestuur min of meer, omdat het moest, maar hij wilde er begin april
tijdens de laatste werkvergadering, nog eens op terug komen. Dan ook zal hij
zijn cadeau aanbieden.
Desondanks was het een feestelijk ge
beuren waarvoor van de kant van de
overheden en de ouders grote belang
stelling bestond. Enkele vaderlandse
driekleuren wapperden op het riante
complex. Het gezelschap werd buiten
welkom geheten door het bestuurslid, de
heer P. A. Waals. Hij sprak van een
omwenteling, nu de school vanuit vijf
schoolgebouwen en tien noodlokalen
ondergebracht werd in twee échte scho
len.
Onder zijn gehoor bevonden zich onder
wijswethouder drs. G. Plomp, mevrouw
P. Goedhart-Hogendoorn en de heer
J. M. Verburg, respectievelijk inspectri-
ce van het kleuteronderwijs en inspec
teur van het lager onderwijs; de heren
Veraar, Van Dommelen en Van der
Dussen van de gemeente en mevrouw
Jolles, voorzitster van het Van der
Huchtfonds.
De jongste kleuter van de kleuterschool,
Lonneko Sattelmeijer, schoof daarna
met assistentie van de heer Waals, de
„eerste steen" op z'n plaats. Zij hield
aan deze voor haar ongetwijfeld eerste
officiële taak, een zilveren troffel en een
bloenboeket over, alsmede het feit, dat
haar naam tot in lengte van jaren (in
steen gebeiteld) aan de school verbon
den zal zijn.
Bij de ingang van de lagere school
herplaatste de heer Waals en het hoofd
van de lagere school, de heer J. F.
Sprink, de „eerste steen" uit 1951, toen
aangebracht door de heer A. van As-
selt.
De politieke partij „Progressief Soest" vraagt in een open brief de gemeenteraad
bij de opstelling van het ontwikkelingsplan vooral aandacht te besteden aan de
vraag, welke criteria gesteld moeten worden aan het woon- en leefklimaat in Soest,
als men zich tot doel stelt „dat de mens zich d&arin moet kunnen wèl-bevinden".
P.S. zegt zich te realiseren dat dit geen gemakkelijke taak is, maar desalniettemin
boeiend en belangrijk genoeg om de eerste schreden op dit terrein te zetten.
het plan alléén, niet zo erg in staat zal
zijn om een weloverwogen beslissing te
nemen.
In de aanhef van de brief wordt gesteld
dat inwoners van Soest, afzonderlijk of
in groepsverband en instanties binnen en
buiten de gemeente, worstelen met het
ontwikkelingsplan, waarover in de loop
van dit jaar een definitieve beslissing
genomen moet worden. Het plan bakent
toekomstige behoeften te kwantificeren.
Aangegeven moet worden, waar de ver
schillende funkties, binnen de gemeente
grenzen een plaats kan worden toege
wezen.
P.S. vreest echter dat de gemeenteraad,
op basis van de huidige weergave van
Naar hun mening ontbreekt geheel de
onderlinge beïnvloeding van de afzon
derlijke doelstellingen en het zou denk
baar zijn dat ze t.z.t. met elkaar in con
flict blijken te zijn. Met het oog daarop
is het nodig dat men zich nader bezint op
het punt „welzijn" ofwel „het zich wél
bevinden".
In de brief worden een paar voorbeelden
genoemd van mogelijke verschillen van
inzichten. In de bejaardenzorg: Moeten
er voor hen grote wooncomplexen ge-
Met een drietal schriftelijke vragen in
formeert het PvdA-raadslid, de heer
K. de Wilde, of in Soest gewerkt wordt
aan het samenstellen van een woning
kartotheek.
Hij vraagt of het juist is dat een wo
ningkartotheek noodzakelijk is, wanneer
voor de onroerendgoed belasting de op
pervlakte als grondslag gekozen wordt.
Hij vraagt bovendien of een dergelijke
inventarisatie van woningen en overige
gebouwen óók niet wenselijk is als een
beleid moet worden uitgestippeld, ge
richt op de totstandkoming van wonin
gen waaraan in de gemeente behoefte
bestaat. Ten slotte wil hij weten of er al
aan een dergelijke kartotheek gewerkt
wordt; zo ja hoe ver dit werk gevorderd
is en zo neen, waarom dat tot heden is
nagelaten?
In de gemeenschapsruimte van de basis
school, werd vervolgens het glas gehe
ven en werden gelukwensen uitgespro
ken.
De eerste kwam van dr. E. Bol, voor
zitter van het schoolbestuur. Hij bracht
dank aan allen die aan de verbouwing
en de nieuwbouw een steentje hadden
bijgedragen en met name daarbij aan
de heer Waals, de bouwdeskundige in
het bestuur. Veel respect had de heer
Bol voor de architect Bos, die met
buitengewoon inzicht zowel de nieuw
bouw als de verbouwing tot stand had
gebracht. Hulde bracht de heer Bol aan
leerkrachten en leerlingen, voor de wijze
waarop zij de dikwijls lastige bouw
periode overbrugden. Het onderwijs had
er nagenoeg niet onder geleden.
Wethoudewr Plomp bracht de felicita
ties over van de gemeente. Hij sprak
de hoop uit, dat het prachtige complex
aan de verwachtingen zou voldoen. Hij
veronderstelde, dat de direkt omwonen
den het fraaie aanzicht zouden weten
te waarderen en bijvoorbeeld niet de
open zandbakken zouden laten misbrui
ken door hun huisdieren.
De heer Plomp merkte voorts op, dat
Soest, landelijk gezien, met de integra
tie van kleuter- en basisonderwijs, in de
voorste gelederen liep, zoals dat ook in
dit complex tot uiting kwam
Mede namens de inspectrice van het
kleuteronderwijs feliciteerde de heer
Verburg het bestuur met de twee school
gebouwen, die naar zijn mening voor
honderd procent voldeden aan de eisen
voor het geven van onderwijs. Hij be
vestigde, dat Soest iets vooruit liep op
de integratie-ontwikkeling en compli
menteerde de onderwijskrachten met de
wijze waarop zij les gaven. Hij sprak
de wens uit, dat zij tot zegen van de
leerlingen daarmee door mochten gaan.
Mevrouw Jolles herinnerde aan de
stichteres van het Van der Huchtfonds,
mevrouw Van der Hucht-Kerkhoven. Zij
bood het hoofd van de lagere school een
zestiental dia's aan, gemaakt tijdens de
viering van het 50-jarig bestaan van de
school.
Zowel voor de heer Sprink, als voor de
hoofd-kleuterleidster, mej. J. Vos, had
zij bloemen. Archtict Bos memoreerde
de problemen rond nieuwbouw en ver
bouw en zegde toe begin april nogeens
op deze officiële plechtigheid te zullen
terugkomen.
Juffrouw Vos, mede sprekend namens
het hoofd van de lagere school, sprak
de wens uit, dat de intregatie van het
kleuter- en basisonderwijs succesvol zou
verlopen. „Aan het gebouw zal het in
ieder geval niet liggen", veronderstelde
zij.
Tenslotte feliciteerde namens de ouder
vereniging de heer Th. Vellinga. Naar
zijn mening kon iedereen tevreden zijn,
temeer daar in de nieuwe gebouwen de
oude sfeer gehandhaafd werd. Hij sprak
de hoop uit, dat leerlingen en leerkrach
ten er een bijzonder fijne tijd in zouden
doorbrengen.
Met een rondleiding door de twee ge
bouwen werd deze officiële plechtigheid
besloten.
Lonneke Sattelmeijer voor haar „eerste steen" en de heren Waals en Sprink (links) bij het herplaatsen van de „eerste steen" uit 1951.
bouwd worden of juist niet en wat be
tekent dat voor verzorgingbehoevenden?
Wat betekent het voor de gezondheids
zorg?
In de onderwijsvoorzieningen: Wordt er
bij spreiding van basis- en kleuterscho
len rekening gehouden met drukke ver
keerswegen? Moet het verkeer met het
oog daarop gespreid of juist geconcen
treerd worden en hoe zit het dan met
onveiligheid, geluidshinder, luchtveront
reiniging e.d.
P.S. is daarom van mening dat het in
het bevolkingsmodel niet alléén gaat om
kwantitatieve aspecten, maar zéér bij
zonder óók om de samenstelling (jong
en oud) van de bevolking. Er zijn rela
ties tussen wonen en onderwijs, wonen
en verkeer en hoe verhouden die zich
weer met recreatieve voorzieningen en
het natuurlijk millieu. Niet alleen Ruim
telijke Ordening zou zich derhalve moe
ten bezighouden met het ontwikkelings
plan, maar ook bijvoorbeeld de com
missie gezondheidszorg.
„Wij zijn", aldus P.S., „van mening dat
criteria, die als gevolg van de samen
hang en de onderlinge beïnvloeding van
de in het Ontwikkelingsplan aangeroer
de terreinen door andere commissies
kunnen worden opgesteld, niet alleen
dienen te gelden voor het ontwikkelings
plan, maar ook van nut kunnen zijn bij
ieder deelplan, hoe klein ook".
Vanavond wordt in de raadsvergadering het voorstel behandeld tot aanvaarden
van de inspraaknota „als richtlijn voor de inspraak bij het ruimtelijk beleid
van de gemeente". Deze nota kwam tot stand als gevolg van een initiatief van
de heren K. de Wilde en H. Goote van de PvdA, die vorig jaar augustus een
uitgewerkt voorstel indienden ter verbetering van de inspraak in het ruimtelijk
beleid. In het algemeen stemde de raad met het initiatief in, zij het, dat niet
alle elementen die er in stonden werden aanvaard. Er zou daarom een nota
worden opgesteld door het college, welke binnen drie maanden aan de raad zou
worden voorgelegd.
De nu voorliggende nota werd reeds be
handeld tijdens de vergadering van de
commissie ruimtelijke ordening. De in
diener van het initiatiefvoorstel, de heer
'Goöïë, sprak toen zijn duidelijke teleur
stelling uit.
Hij noemde de nota mager van inhoud,
rommelig en zei een definitie te missen
van wat onder inspraak moest worden
verstaan. De andere leden van de com
missie spraken van „een goed stuk
werk".
Jan Visser van Progressief Soest, geen
lid van de commissie ruimtelijke orde
ning, schaart zich met een zeer uit
voerig argument aan de zijde van de
heer Goote. Voor hem is het teleurstel
lend te moeten constateren dat de in
spraaknota van b. en w. zich beperkt
tot het ruimtelijk beleid.
„Erger nog is daarnaast te moeten vast
stellen, dat de visie van de auteurs van
deze gemeentelijke nota vrij beperkt is",
aldus stelt Visser. Hij noemt het opval
lend dat de voorzitter van de commissie
ruimtelijke ordening zich op het stand
punt stelt, dat inspraak geen middel is
maatschappijbewustwording tot gelding
te brengen.
Naar zijn mening moet inspraak wel
degelijk een leerproces zijn en er op
gericht het Inzicht van de bevolking
ten aanzien van ruimtelijke problemen
te verhogen. Daardoor immers kan door
de gemeenteraad een meer bewuste en
genuanceerde keuze worden gemaakt
uit verschillende uitgewerkte plannen.
„De nota van b. en w. ademt een dub
bele geest", zei Visser. „Veelvuldig wor
den goede citaten vermeld, maar de ver
bindende tekst maakt duidelijk, dat de
inspraak maar met moeite wordt geac
cepteerd en soms zelfs negatief wordt
benaderd".
Ook hij spreekt van een „warrig ge
heel", noodgedwongen in elkaar geknut
seld om een belofte na te komen.
Visser zegt het te betreuren dat b. en
w. de problemen rond de planprocedure
in feite alleen legt bijde burgers. Er
wordt nauwelijks gepraat over eigen
feilen en over maatregelen ter verbe
tering. Hij constateert in tegendeel zelfs,
een zekere mate van „zelfgenoegzaam
heid" en hij komt tot de vraag waar
om zoveel burgers dan toch ontevreden
of ongeïnteresseerd zijn. Waarom is op
deze aspecten in de inspraaknota nauwe
lijks ingegaan
Visser is een voorstander van de door
de heren De Wilde en Goote voorgestelde
„inspraakcommissie"; van het per plan
opstellen van spelregels; van het zo
vroeg en zo volledig mogelijk informe
ren van belanghebbenden en belangstel
lenden en van het zorgdragen dat de
spelregels worden nagekomen.
„Gestreefd moet worden", zegt Visser,
„naar openheid van besluitvorming;
openbaarheid van stukken (de gemeen
telijke voorlichter moet allereerst dienst
baar zijn aan het publiek); naar per
manente werk- en discussiegroepen;
naar duidelijke uitgangspunten met
betrekking tot het welzijn in de ruim
ste zin en naar reële inbreng vanuit de
bevolking in het totale besluitvormings
proces"..
Met het oog daarop zal naar zijn mening
minder technocratisch en technisch ge
dacht moeten worden en méér gerede
neerd vanuit de samenhangen van het
totale welzijn.
„Inspraak kan goed zijn", citeert Vis
ser een deskundige, „maar dan zou
het een onderdeel dienen te zijn van
een demokratiseringsprocës, waarbij
iedere burger langzamerhand het recht
krijgt en de kans krijgt mondiger te
worden en mee te praten over zijn
eigen leef-, woon- en werksituatie. Te
vaak komt het voor dat inspraak ver
engd wordt tot een modegril, tot proce
dures die de huidige politieke (gebrek
kige) demokratie alleen maar bevesti
gen, die de deskundigen in hun deskun
digheid alleen maar versterken en die
zelfs weer nieuwe deskundigen voort
brengen, de zogenaamde insprakologen,
die even zullen zeggen hoe het moet".
„De enige die deskundig is op het gebied
van persoonlijk welzijn is de persoon
zelf; de enige die deskundig is op het
gebied van welzijn van een groep, is
de groep zelf. De ene mens kan eigen
lijk niet voor de andere uitmaken wat
welzijn is. Mensen dienen de mogelijk
heid te krijgen hun eigen zijn en wel
zijn tot ontplooiing te brengen en in
vloed te kunnen uitoefenen op hun eigen
woon-, leef- en werkmilieu", aldus Vis
ser. „Wil Inspraak tot bewustwording
bijdragen, dan zal inspraak moeten
uitgaan van de mogelijkheid van men
sen en niet van wensdromen van pla
nologen".
De brand, die vorig jaar 28 september, de bungalow van mevrouw A.E.S.R.I. aan de
Pijnenburgerlaan grotendeels in de as legde, blijkt te zijn aangestoken op verzoek
van de bewoonster zelf. Één en ander heeft mevrouw I., sinds vorig jaar september
in Engeland in Canterbury, bekend aan de twee Soester recherheurs, die haar vorige
week daar opzochten. Een geluidsbandje, dat door een figuur uit de onderwereld van
het desbetreffende gesprek zonder haar medeweten werd opgemaakt, was een over
tuigend bewijs, waarvoor zij al spoedig door de knieën ging. Mogelijk zal om haar
uitlevering gevraagd worden.
Rond de bungalow van mevrouw I. speel
de zich vorig jaar allerlei wild-west to
nelen af. Ondermeer vonden er twee
schietpartijen plaats; de één in de nacht
van 9 op 10 juni, de tweede in de nacht
van 21 op 22 juni. De eerste keer werd
van het huis uit geschoten op mogelijk
denkbeeldige aanvallers; de tweede
keer werd drie schoten afgevuurd op het
huis. Beide schietpartijen diende om
mevrouw I., die zich voorzien had van
bescherning van louche figuren, er van
te overtuigen dat zij die bescherming no
dig had.
De brand werd gesticht op de dag nadat
zij naar Engeland vertrok. Zij sprak er
over met de 23-jarige glaszetter J. T.
uit Den Haag, die zij toen verzocht de
bungalow in brand te steken. Daarbij
moest dé verdenking vallen op de 59-
jarige J. van C. uit Apeldoorn „omdat
hij haar zoveel leed en nadeel berok
kend had". Van C. zou onder haar doch
ter bedreigd hebben en een auto en
schilderijen gestolen hebben. Op hem
wilde zij zich wreken en dat kon omdat
zij met Van C. al eerder over het in
brandsteken van de bungalow had ge
sproken. Van C. ging er niet toe over om
dat, naar hij zei, de Soester politie te
druk in de omgeving van de woning sur
veilleerde. Mevrouw I. daarentegen ver
klaarde dat zij tot bezinning was geko
men.
Met T. werd de manier waarop de brand
gesticht moest worden, uitvoerig door
gesproken, maar wat mevrouw I. niet
wist, was dat T. het gesprek dat in een
auto plaats vond, op een bandje opnam.
Hem werd een bedrag van 40.000 gulden
toegezegd en waarschijnlijk om haar
daaraan te herinneren, als zij niet met
het geld over de brug kwam, nam hij het
gesprek op.
Een copie van deze band werd de politie
later in handen gespeeld. Dat er van
brandstichting sprake was, werd direct
al duidelijk. Er werd benzine op de zol
der van de woning, in de woonkamer en
in de slaapkamer rond gestrooid, waar
na de jerrycan door een raam in een kast
gesmeten werd.
Bekentenis
Met de copie van het geluidsbandje
zocht de politie T. op, die in verband met
een andere zaak, in het Haagse Huis van
Bewaring zat. Hij legde een gedeelte
lijke bekentenis af. De originele band
stond hij inmiddels ook aan de politie af.
Dat Van C. in Apeldoorn vrij uit ging
stond op de dag van de brand al vast,
omdat hij op het moment dat de brand
uitbrak, thuis was.
Ook mevrouw I. zelf ging vrij uit, omdat
zij op dat moment reeds in Engeland
was. Beiden zijn derect na de brand
opgebeld.
Geconfronteerd met het bandje gaf zij in
Engeland direct toe. Haar is ten laste
gelegd: uitlokking tot brandstichting
met het oogmerk het verzekeringsgeld
te innen.
Alles bij elkaar heeft zij de politie bijna
anderhalf jaar bezig gehouden en zij
slaagde er zelfs in een landelijk dag
blad voor haar moeilijkheden te interes
seren. Daar slikte men haar verhaal als
zoete koek en lardeerde men het met sen
sationele koppen.
Vakbonden en politieke partijen ageren
ijverig voor een verdere democratise
ring in de ondernemingen. De onderne
mingsraad moet een zelfstandiger posi
tie krijgen, de directeur mag er geen
voorzitter meer van zijn en zonder hem
moet de ondernemingsraad gerechtigd
zijn om over verscheidene zaken beslis
singen te nemen. Die bedrijfsdemocrati-
sering is een politieke zaak van belang
geworden, die bijna tot een kabinetscri
sis heeft geleid. Er is toen een uiterst
verward compromis over tot stand geko
men, waar nog een wettelijke formule
ring voor moet worden uitgevonden,
maar waardoor de huidige regerings
coalitie dan voorlopig weer eens werd
gered.
Dat vage compromis had bovendien tot
gevolg, dat het Tweede Kamerlid voor
de PPR. Pier van Gorkum. zijn kamer
zetel ter beschikking stelde om buiten
parlementair zijn actie voor een verdere
democratisering van het bedrijfsleven
voort te zetten. Dit omdat hij verwacht,
ja geëist had, dat zijn partij, bij aan
vaarding van het compromis, uit de
regering zou treden. Doch zo compro
misloos bleken ook deze radikalen niet,
dus ging idealist Van Gorkum het toneel
af.
Is het nu inderdaad zo dat al dit politiek
geharrewar over de zeggenschap van de
ondernemingsraad ook leeft bij de werk
nemers in de onderneming zelf? We spra
ken daar dezer dagen eens over met de
secretarissen van twee ondernemingsra
den. Bij beiden was de grote klacht, dat
er bij de meeste werkers in hun onder
neming maar bitter weinig belangstel
ling bestaat voor de ondernemersraad
en haar werk. De thans nog geldende wet
voor de ondernemingsraden dateert van
1971, nadat er reeds in 1950 een wet voor
de Ondernemingsraad tot stand was ge
komen.
Toen in de betreffende ondernemingen
in 1971 verkiezingen van leden voor de
OR moesten plaatsvinden, kosstte het de
grootste moeite om uit de diverse sec
toren van de onderneming kandidaten
opgegeven te krijgen, die bereid waren
zitting te nemen in de ondernemings
raad.
Ook voor de uiteindelijke verkiezing van
de na veel aandrang verkregen kandi
daten was bij de achterban erg weinig
belangstelling. Deze ongeïnteresseerd
heid leidde er uiteraard ook toe. dat er
uit de diverse groepen van werknemers
vrijwel geen informatie kwam voor on
derwerpen die in de ondernemingsraad
aan de orde konden worden gesteld. Er
anderzijds ook weinig aandacht bestond
voor de onformatie die van de tenslotte
gekozen ondernemingsraad uitging naar
de vertegenwoordigde groepen.
Langzamerhand werkte de onderne
mingsraad dan wel bevredigend, zo ver
klaarden beide secretarissen onafhanke
lijk van elkaar, maar dat was dan wel
voornamelijk te danken aan de prettige
en- zakelijke leiding der vergaderin
gen door de betreffende directeur. Als
die niet zo stimulerend zou zijn opge
treden, hadden de vergaderingen van de
ondernemingsraad weinig zin gehad. En
nog is de belangstelling bij de achterban
erg gering. „Ik kom hier om te werken",
zo zeggen de meesten, „niet om te ver
gaderen" of een ander woord dat men
daarvoor wel wil gebruiken.
Één van beide secretarissen wilde nog
wel iets anders kwijt. Hij is een ver
woed vakbondsman, al zo'n vijfendertig
jaar bestuurslid van de Bouwbond in zijn
woonplaats en tevens van de plaatselijke
besturenbond. „Ik loop dus al 'n poosje
mee als georganiseerde werknemer", zo
zei hij, „en ik heb ervaring dat hoe beter
de sociale voorzieningen worden, des te
slechter wordt de arbeider!
Men krijgt het te gemakkelijk, met ook
steeds verbeterde lonen. Maar geld al
leen maakt toch niet gelukkig! Hij ijvert
nog voor een goede werking van zijn on
dernemingsraad, hoe weinig belangstel
ling er bij de werknemers dan ook voor
is, maar ziet erweinJgheil meer in als de
directeur de vergaderingen niet meer
zou mogen leiden. En dan gaat het nóg
meer tijd kosten, zo zegt hij, want dan
moet er weer apart overleg plaatsvinden.
Zo ligt de situatie in meer ondernemin
gen. Al dat ageren voor meer demo
cratisering lijkt dan ook hoofdzakelijk
een hobby te zijn van linkse politici. Ze
doen het waarschijnlijk met de beste
bedoelingen, gedreven door een theo
retisch ideaal, doch voor de werkers in
de praktijk hoeft het niet zo nodig. Maar
zo drijft een betrekkelijk klein stel theo
retici ons dan ook bij de arbeid naar een
polarisering, maar een bewuste tegen
stelling, die door het overgrote deel van
ons volk niet wordt geambieerd en uit
sluitend uit politieke overwegingen ons
in de maag wordt gesplitst. De meerder
heid is er niet bij geïnteresseerd!
Het Regionaal Amersfoorts Jeugd ur-
kest onder leiding van Qui van Woerde-
kom, geeft een concert op zaterdag 27
maart a.s. om 20 uur in het N.H. Wijk
centrum „De Burg", Schuilenburger-
weg 2 te Amersfoort.
Solist is de wereldberoemde pianist
Daniël van Wayenberg, in het 2e
pianoconcert van Rachmaninof.
Verder staan op het programma: Ouver
ture „De Doge van Venetië" van Johan
Wagenaar; „Eine Steppenskizze aus
Mittel-Aslen" van Alexander Borodin;
„Ballet Egyptien" van Alexandre Luigi-
ni en „Tweede Hongaarse Rhapsodie"
van Franz Liszt.
Kaarten zijn verkrijgbaar bij de Amers-
foortse Culturele Raad, Zonnehof 8,
Amersfoort; de Regionale Muziekschool
Amersfoort, Bergstraat 30, Amersfoort;
mevrouw W. Adam-van Walterop, Treub-
laan 2, Amersfoort (tel. 033-17730) en
bij de leden van het AJO op zaterdag
27 maart, vanaf 19,30 uur aan de zaal.