Bewegen verstandig verstandig bewegen Wat is conditie? 12-miiiutentest PS UPS TIPS TIPS TIPS TIPS Wie moet bewegen? Sportgeneeskunde In Nederland Als je gaat bewegen Hoe kun je bewegen? Gemaakt om te bewegen Advies, waar krijg je dat? TérluÊ/m S&üs&iUé- 7sr i/esz. Meer beweging in het leven van alledag Blessures zijn te voorkomen Adviezen voor de trimgroep Voeding Goede uitrusting Informatie adressen: Dat we veel te weinig bewegen is langzamerhand voldoende bekend, alleen we doen er nog zo weinig aan. Van de volwassenen tot 30 jaar heeft minder dan de helft een goede lichamelijke conditie. Boven de dertig jaar behoort een goede li chamelijke conditie zelfs tot de uitzonderingen. (Tussen 30 en 39 jaar heeft amper één op v(jf en boven 40 jaar slechts één op zes mensen een goede lichamelijke conditie). Velen beseffen niet hoeveel plezier lichamelijk welzijn kan verschaffen. In deze krant willen wij wat meer informatie geven over het hoe en waarom van bewegen en over het voorkomen van blessures bij sport en recreatiesport. 99 Vroeger was lichamelijke inspanning net zo vanzelfsprekend als eten en drinken. Onze verre voorouders be- - werkten het land, jaagden op wild of achtervolgden elkaar. Een goede li chamelijke conditie was een voor waarde om te kunnen overleven. Door de eeuwen heen bracht de mensheid een groot deel van de dag door met li chamelijke arbeid en veel beweging. Nog niet eens zo lang geleden, gingen we te voet of op de flets naar school en werk, totdat de toenemende welvaart ons de bromfiets en de auto bracht. Machines doen nu ons werk en wij zit ten en denken vaak alleen nog maar. Waar we niet vaak aan denken is, dat ons lichaam gemaakt is om te bewegen en ook om beweging vraagt. Welvaart bedreigt welzyn Ondanks alle medische vooruitgang is de levensverwachting van mannen boven de veertig nauwelijks beter dan in het begin van deze eeuw. Want in plaats van de overwonnen infectie ziekten, zoals de vroeger zo ge vreesde t.b.c., zijn de zogenaamde „welvaarts-ziekten en kwalen" ge komen. De toegenomen welvaart blijkt een bedreiging voor ons welzijn. De helft van de patiënten, die tegen woordig op het spreekuur van een dokter komen, klaagt over vermoeid heid, lusteloosheid, slapeloosheid, hoofdpijn, opgeblazen gevoel, ge jaagdheid en velen klagen over hart kloppingen en kortademigheid. De oorzaken kennen we wel: te veel roken te weinig beweging te veel en verkeerd eten te veel spanning door het gejaagde levenstempo We kunnen te weinig van de toege nomen welvaart genieten, mede om dat onze conditie het niet toelaat. Om gezonder en vooral ook prettiger te kunnen leven, zullen we verstandiger moeten eten, minder roken en vooral meer moeten bewegen. Rust Roest Om al onze lichaamsfuncties in een goede conditie te houden, moeten we ze regelmatig „belasten". Immers rust roest. Wie enkele weken bed heeft moeten houden, zal merken, dat zijn lichaamsfuncties sterk achteruitgegaan zijn. Regelmatig en verstandig bewegen leidt tot een betere werking van hart, longen en stofwisseling. Resultaat: een rustiger hartslag, een lagere bloeddruk en een beter lichaamsge wicht. Een actieve en economische stofwisseling zorgt ervoor, dat scha delijke stoffen worden afgebroken en dat voldoende stoffen worden gepro duceerd om bepaalde ziekten tegen te gaan. Hoewel de verouderingsproces sen van het lichaam niet stop te zet ten zijn, kan men door beweging en training een zo goed mogelijk gebruik van de lichaamsfuncties behouden. Dankzij voldoende lichamelijke in spanning kan men zich twintig jaar lang veertig blijven voelen. De ver schijnselen van de oude dag: buik vooruit, hoofd omlaag en kromme rug, zouden voorkomen kunnen wor den. als de spieren beter hun functie zouden vervullen. Dankzij regelmatig en verstandig bewegen, kunnen we niet alleen gezonder, maar vooral ook prettiger leven. Iemand met een goede conditie kan niet alleen gemak kelijker lichamelijke inspanning ver dragen, hij is ook beter opgewassen tegen de spanningen van het dagelijkse leven. Daarom moet bewegen net zo vanzelfsprekend zijn als het tanden poetsen. Tg t/£&2_ JDXX2/S£r Sport en recreatiesport worden steeds meer, ook door mensen boven de der tig en zelfs door 65-plussers bedre ven. Dat is een goede zaak, maar we moeten wel bedenken, dat met het ouder worden ook de risico's van letsels groter worden en ook het ge nezingsproces langzamer verloopt. Juist deze groep van sportbeoefenaren heeft een goede sportmedische op vang en begeleiding dringend nodig. Ook op jeugdige en soms zeer jeug dige leeftijd wordt steeds meer aan sport gedaan. Om overbelasting van het nog onvolgroeide lichaam van jongeren te voorkomen is medische sportadvisering, opvang en begelei ding gewenst. (Top)sportbeoefening brengt medisch gezien specifieke pro blemen met zich mee, waarvoor ook specifieke medische kennis nodig is. Daarom zal er veel meer wetenschap pelijk onderzoek en meer scholing op het terrein van de sportmedische ge zondheidszorg nodig zijn. Tot dusver is sportgeneeskunde en medische sportbegeleiding in ons land voorna melijk een zaak van particulier initia tief. Er zijn in ons land minder dan tien full-time sportartsen, iets minder dan 200 artsen met een (beperkte) In deze krant spreken we voorname lijk over lichamelijke conditie (fitheid en belastbaarheid). Het woord „condi tie" betekent echter veel meer. Het is de toestand waarin we ons fysiek, psychisch en sociaal (wel-) bevinden. Een goede conditie betekent een op timaal gebruik van je individuele mo gelijkheden en je daarbij ook prettig voelen. Het bezit van een zo groot mogelijk weerstandsvermogen bij li chamelijke en psychische belasting (stress) wijst ook op een goede condi tie. Conditie is een kwestie van „be lasting" en „belastbaarheid". Als we ons lichaam regelmatig en verantwoord belasten, kweken we een grotere be lastbaarheid. Iemand met een goede conditie kan niet alleen gemakkelijk lichamelijke inspanning verdragen, hij is ook beter opgewassen tegen de psychische spanningen van het dage lijkse leven, tijdens het werk en in het verkeer. Spanning en stress Spanning is een subjectieve beleving, dus voor elke persoon anders. Een voetbalwedstrijd is voor de één ont spanning, voor de ander inspanning en voor een derde overspanning. Dat geldt zowel voor het kijken naar een wedstrijd als voor het deelnemen eraan. In het verkeer is het al niet anders: de een ontspant zich in de au to, -de ander krijgt er hartkloppingen van. Spanningen en stress-situaties zijn overal om ons heen, het hangt af van je „conditie" in hoeverre je er be stand tegen bent en daardoor niet overspannen wordt. Zowel fysiek als psychisch hebben we in zekere mate spanning nodig om een weerstand op te bouwen tegen overspanning of stress. Een goed woord daarvoor is spankracht. sportmedische scholing, die in hun vrüe tijd als sportarts werken en een groep van 1.300 artsen, die dikwijls zonder specifieke sportmedische scho ling, medewerking verlenen aan de medische sportkeuring. Wat wil de Vereniging voor Sportgeneeskunde? De Vereniging voor Sportgenees kunde wil een goede sportmedische begeleiding en advisering voor ieder een, van kleuterzwemmen tot bejaar- densport en van recreatiesport tot topsport. Daartoe zijn veel meer en betere voorzieningen nodig, dan waarover we tot op heden beschik ken. De structuur van de huidige en de gewenste sportmedische voorzie ningen ziet er als volgt uit: Huisarts (en fysiotherapeut), zij moeten voldoende kennis en ervaring op het terrein van de sportgenees kunde bezitten om mensen die recreatie- en algemene wedstrijdsport beoefenen, te adviseren en eventueel te behandelen. Daartoe is betere op leiding en scholing nodig. Medische sportkeuringsbureau's en schoolartsen om sportbeoefenaren (ook jeugdige) te keuren en te advise ren. Een netwerk van Sport Medische Adviescentra (S.M.A.'s), over het ge hele land verspreid, waar mensen die intensief sport bedrijven (de zg. semi-topsporters) uitgebreid gekeurd, deskundig geadviseerd en zonodig be handeld kunnen worden. In veel ge vallen kunnen hier ook gehandicapten en ouderen sportmedisch onderzocht en geadviseerd worden. In 1975 telde ons land zeven van deze centra en dat aantal is in 1976 uitgebreid tot tien. Het streefgetal voor de toekomst is dertig tot veertig centra. Voor topsport-beoefenaren zijn er in Nederland twee Sportmedische Af delingen, nl. die van de: - Nederlandse Sport Federatie op het Nationaal Sportcentrum Papendal; - Koninklijke Nederlandse Voetbal Bond in Zeist. Wetenschappelijk onderzoek op het terrein van de sportgeneeskunde op universitair niveau. Sportgeneeskunde of sportgezond- heidszorg moet een onderdeel worden van het totaal van de gezondheidszorg in Nederland. Voor hen die intensiever willen gaan bewegen, dan zomaar wat speelse ac tiviteiten, is er een eenvoudige manier om de fitheid te bepalen, nl. de 12- minutentest. Iedereen, die „normaal gezond" is en geen bijzondere klach ten heeft, kan deze proef met zichzelf nemen. Het is de bedoeling om in 12 minuten een zo groot mogelijke af stand te lopen. Begin met hardlopen zonder je te forceren. Als je merkt, dat de inspanning te groot wordt, houd dan in en wandel rustig verder. leeftijd onder 30 30-39 40-49 50+ je conditie is: (Aantal meters in 12 minuten afgelegd) zeer slecht 0- 1600 0- 1500 0- 1400 0- 1300 0- 1500* 0-1400 0 - 1200 0- 1100 slecht 1600 1500 1400 1300 1500 1400 1200 1100 redelijk 2000 1900 1700 1600 1800 1700 1500 1400 goed 2400 2300 2100 2000 2200 2000 1900 1700 zeer goed 2800 2700 2500 2400 2700 2500 2300 2200 (de schuin gedrukte getallen gelden voor vrouwen) De „Cooper-Test" De 12-minutentest is een onderdeel van de zg. „Cooper-test". Kenneth Cooper is een Amerikaanse arts, die jarenlang onderzoek heeft verricht naar de conditie van militairen, pilo ten en astronauten van de Ameri kaanse luchtmacht. Hij kwam daarbij tot een methode om de lichamelijke conditie te meten en ontwikkelde een oefenprogramma om de lichamelijke fitheid op peil te brengen en te hou den. Dit programma is zodanig uitge werkt, dat iedereen rekening houdend met zijn leeftijd en conditie (vastge steld in de 12-minutentest), een aan gepast oefenschema kan afwerken om fit te worden en te blijven. Het pro gramma omvat verschillende moge lijkheden, zoals wandelen, hardlopen, fietsen en zwemmen. Het verhaal van de Cooper-test met de oefenschema's is in Nederland in brochurevorm uit gegeven onder de titel „Trim U fit!", trimbrochure no. 4 en is verkrijgbaar bij de Nederlandse Sport Federatie (zie adressen) en de Nederlandse Hart stichting, Sophialaan 10, Den Haag. Bewegen is een natuurlijk en noodza kelijk onderdeel van ons leven. Ieder een moet bewegen, jong en oud. Ieder van ons zal, afhankelijk van zijn leef tijd, mogelijkheden en fysieke condi tie, een aangepaste vorm van bewe ging moeten vinden. Beweging is vaak een goede'therapie voor hartpatiënten; bejaarden en ook gehandicapten kun nen door meer en verantwoorde be weging vaak actiever en prettiger le ven. Een lichamelijke handicap is zel den een excuus om niet te bewegen. Je moet alleen weten wat en hoe. Ie mand met spataderen moet niet gaan hardlopen maar zwemmen. Zwemmen in (voldoende) verwarmd water is overigens voor veel mensen met een handicap een geweldige vorm van beweging, omdat die handicap in het water vaak geen of een onderge schikte rol speelt. <SO£OS £OAJ£>/7-/£ MS ££?J !Az>/3n//MéZlE On 7E/GCtU££*J <X/<SGL&/£ïj Vroeger kenden de mensen onze problemen niet, omdat ze bij alles wat ze deden de nodige beweging kregen. Wij zouden er naar moeten streven om bij alles, wat we doen ook zoveel mogelijk beweging te krijgen. Wie niet meer dan drie etages hoog moet, kan best de trap nemen. Voor korte afstanden kun je best de auto laten staan en die boodschap ook te voet of op de fiets doen. De motormaaier voor het gazon is vaak een overbodige luxe. Hoewel het toenemende hondenbezit specifieke problemen met zich brengt, gaat er een niet te ontkennen positieve invloed van uit: weer of geen weer, de baas moet minstens een paar keer per dag de deur uit om een stuk met de hond te lopen. Wie gaat bewegen, moet bedenken hoelang het geleden is, dat hij aan sport ge daan heeft. Niet alleen is vaak de conditie sterk achteruitgegaan, het lichaam is ook wat jaartjes ouder geworden. Als je vroeger met veel plezier een bepaalde sport gedaan hebt, moet je je afvragen of je diezelfde sport nu nog kunt be drijven. Je mag zeker niet verwachten, dat je er meteen als vanouds weer tegen aan kunt gaan. Begin daarom rustig! De meest effectieve manier om je fitheid op peil te brengen en te houden is regel matig het lichaam te activeren, bijvoorbeeld door de zg. duurtraining (en de duur-interval-training), waarbij je gedurende een langere tijd een flinke inspan ning moet leveren. Wie gezond is en over een redelijke conditie beschikt, kan uit een veel heid van sporten een keuze maken, of gewoon regelmatig gaan (hard)Iopen, fietsen of zwemmen. Wel vragen veel sportorganisaties (terecht) om een sportmedische keuring. Daarbij wordt behalve naar de algehele gezondheids toestand en fitheid ook gekeken naar mogelijke afwijkingen, die bepaalde vormen van sportbeoefening minder wenselijk maken. Iemand met een zwakke rug zal bijvoorbeeld ontraden worden om te gaan roeien. Tegelijker tijd kan men echter een advies krijgen welke vormen van sport wel geschikt zijn. Wie niet zo zeker is van zijn li chamelijke conditie doet er goed aan eerst advies te vragen aan de huisarts of bij een bureau voor medische sportkeuring. We zouden iedereen willen aanraden om vooral rustig te beginnen en in geval van klachten een arts te raadplegen. Als je jarenlang niet aan sport gedaan hebt, kun je niet verwachten, dat je na twee we ken weer in topvorm bent. Vooral op de trimbaan en bij wedstrijdsport is de verleiding groot om er meteen eens flink tegen aan te gaan en niet voor een ander onder te doen. Enthou siasme is prima, maar overdrijf niet. Wat goed is: Fietsen is een uitstekende vorm van beweging. Fietsen is goed voor bijna iedereen, ook voor oudere men sen, omdat men niet het risico loopt gewrichten van wat minder goede kwaliteit te overbelasten en ook om dat iedereen eenvoudig zijn eigen tempo kan bepalen. Zwemmen is voor jong en oud een prima bewegingsvorm. Steeds meer bejaarden gaan zwemles nemen en ontdekken, dat ze ondanks de gebre ken en kwalen van de oude dag zich nog lekker en vrij kunnen bewegen. Mensen met rugafwijkingen, rheuma- patiënten en zelfs gehandicapten, die het gebruik van bepaalde ledematen missen, kunnen vaak uitstekend zwemmen en vinden er veel baat bij. Een voorwaarde is wel, dat het water goed verwarmd is. (Hard)lopen is voor iedereen, die het kan, misschien wel de meest gun stige vorm van training. Afwisselend harder en langzamer lopen in de bui tenlucht, is de beste manier om een goede conditie te krijgen en te hou den (zie ook de Cooper-test). Als men persé geen gelegenheid heeft om buitenshuis te gaan zwem men, fietsen of rennen, zijn er goede oefeningen die eenvoudig thuis uitge voerd kunnen worden zoals: touw tjespringen, bijv. twee keer per dag, vijf minuten lang; of eveneens twee keer per dag, vijf minuten lang afwis selend hardlopen „op de plaats" (steeds 30 seconden) en gewoon slap pen „op de plaats" (steeds 20 secon den). Deze oefeningen hebben het zelfde gunstige effect als twee keer per week een half uur in het bos hard lopen. Binnen trainen is natuurlijk wel saaier dan buiten in de frisse lucht. Lopen, fietsen, zwemmen en trimmen onder deskundige leiding, kunnen we (bijna) allemaal, want er zijn geen leeftijdsgrenzen voor. Daarnaast zijn er nog tal van sporten, die niet aan leeftijd gebonden zijn, mits men zijn fysieke grenzen niet overschrijdt. We noemen maar: badminton, tennis, ta feltennis, volleybalt, schaatsen, golf enz. Er zijn echter ook sporten, die niet voor iedereen geschikt zijn en een goede begeleiding hehoeven, zoals de georganiseerde „contact sporten", die veelal in competitie- vorm beoefend worden: voetbal, handbal, basketbal, korfbal, hockey, rugby, judo, enz. Over het algemeen zijn deze sporten minder geschikt voor mensen ouder dan 35 a 40 jaar, zeker niet om er nog mee te begin nen. De Nederlandse Sport Federatie geeft alle informatie over vormen van sport en recreatiesport. Bij het Ge meentehuis in de eigen woonplaats kan men alles over de sportmogelijk heden in de naaste omgeving zeggen. Huisarts, schoolarts, bedrijfsarts, sport- of clubarts, militaire arts en eventueel bij een specialist. Bureau's voor medische sportkeu ring, adressen verkrijgbaar bij: de Fe deratie van Bureaux voor Medische Sportkeuring (zie adressen). Sport Medische Adviescentra (S.M.A.), adressen verkrijgbaar bij de Vereniging voor Sportgeneeskunde (zie adressen). Eigenlijk zou het zo moeten zijn, dat bij elke medische keuring (voor school, bedrijf of verzekering) ook gekeken wordt naar de mogelijkheden om sport te bedrijven. Advies, wanneer vraag je dat? In principe zou iedereen, die aan be weging doet, van kleuterzwemmen tot „béjaardensport" en van trimmen tot topsport, gebruik moeten kunnen ma ken van sportmedische controle, ad vies en begeleiding. Helaas bestaan daartoe nog lang niet voldoende facili teiten. Als we met z'n allen morgen naar de dokter zouden gaan voor een sportmedische keuring of advies, zou hij ons onmogelijk allemaal kunnen helpen. Daarom zouden we willen stellen, vraag advies als: - je aan sport of recreatiesport wilt gaan doen en lichamelijke klachten hebt of net ziek bent geweest; - je heel lang niet aan beweging ge daan hebt; - wanneer je intensief wilt gaan be wegen of sportbeoefenen is het raad zaam advies te vragen, wat je kunt doen, in verband met je leeftijd en li chamelijke conditie. Bij klachten Wie tijdens of na het sportief in be weging zijn lichamelijke klachten heeft, moet zeker een arts raadplegen. Als je je er niet prettig bij voelt, dan kan er iets mis zijn. Blessures zijn in de meeste gevallen te voorkomen. De voornaamste oor zaken zijn: gebrek aan conditie en training gebrek aan vaardigheid verkeerde training of techniek verkeerd materiaal slechte accommodatie spelverruwing bij contactsport Een onderzoek in West-Duitsland naar oorzaken van sportletsels wees uit, dat 57% van de blessures zijn oorzaak vond in gebrek aan vaardig heid en techniek, 22% was te wijten aan gladde velden en slechte vloeren, terwijl „slechts" 9% veroorzaakt was door te hard ingrijpende tegenstan ders. De conclusie van het onderzoek was, dat vooral verbetering van con ditie en techniek noodzakelijk waren. De leeftijdsgrenzen voor sportbeoefe ning zijn de laatste jaren veel ruimer geworden. De opvatting, dat sport beoefening is weggelegd voor jonge mensen tussen 12 en 30 jaar, is ver drongen door de overtuiging dat sport en beweging er zijn voor jong en oud, van 4 tot 65 en als de conditie het toe laat nog langer. Dit betekent wel een grotere behoefte aan deskundig advies over wat men doen kan, met welke intensiteit en welke frequentie. Ver keerde vormen van beweging, overbe lasting van het onvolgroeide lichaam bij jeugdigen of van het kwetsbare bottenstelsel bij ouderen kunnen blessures van ernstige en zelfs blij vende aard veroorzaken. Veel letsels kondigen zich tevoren aan. Eenmaal overbelaste spieren, pezen of gewrichten moeten ontzien worden. Wie gewoon doorgaat, vraagt om een blessure. Laat blessures, die niet snel vanzelf verdwijnen of steeds terugkomen, door een arts onderzoe ken. Het spreekt vanzelf, dat je ern stige blessures, zoals botbreuken, band- en spierletsels, onmiddellijk moet laten behandelen, zo nodig bij de eerste hulp afdeling van een zie kenhuis of een polikliniek. totdat je je weer in staat voelt om te gaan „draven". De afstand, die je op deze manier in 12 minuten kunt afleg, gen, bepaalt je lichamelijke fitheid. De onderstaande tabel laat zien hoe het met die fitheid is gesteld, daarbij rekening houdend met je leeftijd. (Het is vooral op oudere leeftijd niet raad zaam onvoorbereid de 12-minutentest uit te voeren. Een rustige training van enkele weken kan dan een goede voorbereiding zijn.) zorg voor een deskundige sportleider „haal een huisarts over" de groep medisch te begeleiden (ook artsen hebben beweging nodig) maak er nooit een wedstrijd van, bij trimmen hoef je niet te winnen zorg dat iedereen in zijn tempo kan meedoen (laat de fitsten een groter blok omlopen dan de minder fitten) doe nooit meer dan waarbij je je lekker voelt zorg voor goede kleding en goed schoeisel (voor een bosloop heb je andere schoenen nodig dan voor zaalsporten) vermijd het lopen op wisselende ondergrond (wie van een verharde weg plotseling in een weiland vol hobbels en kuilen gaat lopen, vergroot de kans op blessures aan enkels en voeten) Vermijd flinke inspanning of sport tot ongeveer twee uur na een maaltijd. Nu is sport met een helemaal lege en hon gerige maag ook niet prettig. Als de laatste maaltijd erg lang geleden heeft plaats gehad, dan kan thee met suiker en citroen een positieve uitwerking hebben. „Warming up" Wie gaat sporten of trimmen, doet er goed aan rustig te beginnen om de li chaamsprocessen te activeren en te mobiliseren. Elke verstandige sport man begint met een „warming-up" van enige minuten om de spieren soe pel en de gewrichten losser te maken. Dit voorkomt onnodige blessures en komt de prestatie ten goede. Omdat er voor de „warming-up" voor ver schillende sporten ook verschillende oefeningen bestaan, beperken we ons tot een algemeen advies, met name voor trimmers en recreatiesporters. Doe vijf minuten lang lichte arm- en beenbewegingen om de ledematen soepel te maken. Een rustige looppas al of niet afgewisseld door armbewe gingen en strekoefeningen brengt het lichaam op temperatuur en in een goede „versnelling". Het is belangrijk vertrouwd te raken met de reacties van het eigen lichaam bij inspanning en signalen te leren onderkennen. De meesten van ons voelen wel aan wan neer ze het even rustiger aan moeten doen. Sommigen verzetten zich echter tegen het protesterende lichaam en gaan door ondanks dat ze zich „be labberd" voelen en met alle risico's van dien. Als je bij het (hard)lopen voelt dat je geen controle meer over enkels of voeten hebt, houdt dan in want bij de eerstvolgende oneffenheid of kuil maak je een misstap en bege ven ze het. Kun je niet meer achter je adem komen, word je duizelig, voel je pijnlijke steken in de zij, stop dan en laat jezelf tot rust komen. Gaan deze klachten niet over of komen ze steeds terug maak dan een afspraak met de dokter. Zeker als je pijn of beklem ming op de borst voelt tijdens inspan ning is een bezoek aan de dokter dringend gewenst. Ga na hoe je li chaam tijdens en na het sporten rea geert, zodat je bij klachten je arts ook precies kunt vertellen, waar en onder welke omstandigheden die klachten optreden. Iedereen die aan sport doet moet de natuurlijke grenzen van zijn lichaam en conditie leren kennen en accepteren. Maar hij moet wel doen wat hij kan. Een goede conditie of „belastbaarheid" krijg je alleen door regelmatige en verantwoorde „belas ting" van het lichaam. Rustig uitlopen Even belangrijk als een goede voorbe reiding is het ontspannen yan het li chaam, n& het leveren van grote in spanning. Wie bijv. hard gelopen heeft, moet niet ineens stoppen maar enige minuten rustig uitlopen of wan delen, om het ademtempo, de hartslag en de lichaamstemperatuur weer op een normaal peil terug te brengen. Omdat de lichaamstemperatuur bjj grote inspanning kan oplopen van 37° tot 39°, moet plotselinge afkoeling vermeden worden. Als men flink be zweet is dan: Velen eten te veel en verkeerd. Een gezond mens heeft aan 2300 tot 2500 calorieën per dag vol doende. Gemiddeld komen w(j echter aan zo'n 3000 calorieën. Hoewel we te weinig bewegen „tanken" we ons toch vol met brandstoffen, die we nauwelijks verbruiken. Het gevolg is, dat we dikker worden en onze stofwisse ling slechter verloopt. Net als een slecht trekkende oliekacbel produ ceren we meer rook en roet dan energie. Wie veel beweegt en zich voldoende lichamelijk inspant, zal een beter lichaamsgewicht krijgen. Wie te zwaar is, sleept dag in dag uit een extra ballast mee, die de li chamelijke prestaties bij inspan ning flink belemmert. Het Voor lichtingsbureau voor de Voeding geeft alle informaties over verstan dig eten. Inlichtingen: Voorlichtingsbureau voor de Voeding, Laan Copes van Cattenburch 42-44, Den Haag niet meteen ijskoude dranken drin ken; niet meteen onder de douche. Is het lichaam weer op temperatuur en tot rust gekomen, neem dan een warme douche en trek daarna droge kleding aan. Ga na het sporten niet meteen aan tafel. Wie dat wel doet, zal merken dat het eten helemaal niet prettig „valt". Wie zich flink heeft in- Je kunt je geld beter besteden aan goed schoeisel dan aan de be handeling van letsels door de huis arts. Slecht schoeisel, zoals „goed kope" gymschoenen voor een bos loop, kan een bron van blessures zijn. Pas de keuze van de schoenen aan aan het terrein, waarop je sport. Zorg voor goede vochtabsorbe- rende kleding (katoen en wol i.p.v. kunststoffen). Als je 's winters bui ten sport is een trainingspak on misbaar. De kleding mag niet knellen en de bloedsomloop verstoren, dus kousen en sportbroeken zonder knellend elastiek. Wanneer er een kans bestaat op een herhaling van vroeger opgelo pen blessures, bijv. aan spieren, gewrichten of pezen, kunnen spe ciale (rek-) verbanden een uit komst bieden. Laat je daarom ad viseren door een arts of fysiothe rapeut. gespannen en zijn lichaam daarna de tijd gunt om bjj te komen, zal zich prettiger voelen dan voor het sporten. Hij zal, eenmaal tot rust gekomen, met meer smaak van zijn eten en drinken kunnen genieten. Wie zich na sporten echter slechter voelt (en blijft voelen) dan ervoor, is te ver ge gaan. In dat geval kan het goed zijn een arts te raadplegen. De Vereniging voor Sportgeneeskunde, postbus 344, Soest. Federatie van Bureaux voor Medische Sportkeuring, postbus 344 Soest De Nederlandse Sport Federatie, Burg. van Karnebeeklaan 6, Den Haag. Deze krant wordt U aangeboden door: de Vereniging voor Sportgeneeskunde en de Nederlandse Bottelaars van Coca-Cola. Illustraties: Dik Bruynesteyn. Redaktie: Jos Roosenthaler, Afd. Voorlichting, The Coca-Cola Export Corporation, Postbus 350, Amstelveen.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1976 | | pagina 8