NEIL DIAMOND: Als je voelt wat ik bedoel
Jazz in het
zoeklicht
Jerry Arendo
verfrist met
ochtendbriesje
Chicago X
Voor de liefhebbers!
Meer gouden
accordeon
favorieten
CORRY KONINGS
blijft het vrolijk zien
MUSIC-ALL-IN 2
swingt de pan weer uit
THE SADISTA SISTERS
en de emancipatie
Soestcr Courant van donderdag 15 juli 1976
„If You Know What I Mean",
de nieuwe single van Neil Dia
mond, is de opvolger van. „The
Last Picasso". Neil, die in het
verleden hitsingles als „Sky-
bird", „Longfellow Serenade"
en „I've Been This Way Befo-
re" heeft gemaakt, verraste
eind vorig jaar iedereen met de
mededeling dat hij een uitge-
De Roy King Dixieland Band is
al enkele jaren Europa's nummer
één semiprof .orkest .op het gebied
van dixieland- en swingmuziek. De
band heeflt Zürich als thuisbasis en
wordt geleid door de Engelse trom
bonist-zanger Roy King, die zich
heeft verzekerd van de medewer
king van een zesta'l stersoflisten uit
breide toernee zou gaan maken
die hem o.a. naar Australië en
Nieuw-Zeeland zou voeren.
„If You Know What I Mean"
is getrokken van de nieuwe el
pee „Beautiful Noise", die an
derhalf jaar na „Serenade" is
uitgebracht.
Vele prominenten zoals Rob-
bie Robertson en Garth Hudson
Zwitserland en Tsjechoslowakije.
Het repertoire: dixieland classics
(„Memphis blues", „I wis>h I couild
shimmy like my sister Kate"), big
band specials uiit heit swingtijdvak
„T 'lairot whait you do"), muziek
weggewipt uit het bandbook van
Count Basie („Splanlky") en werk
van Benny Golson („Five spot af-
ter dark"). Geen typisch „traditio
nal jazz" orkest dus en met een
heerlijk-verende ritmesectie als ba
sis en gemakkelijk in het gehoor
liggende arrangementen, voorname
lijk geleverd door Roy King zelf.
De LP „Memphis blues" is een
ijzersterke aanrader aan iedereen
die houdt van „happy jazz"!
van The Band en Nick de Caro
hebben aan „Beautiful Noise"
hun medewerking verleend.
Evenals de andere tien songs is
„Ik You Know What I Mean"
door Neil zelf geschreven.
De produktie was in handen
van de al eerder genoemde Rob-
bie Robertson.
„Wham" dat is de titel van een
LP van Clark Terry (trompet, An
gel hor n, zang), die er in gezelschap
van pianist Scott Bradford, bassist
Larry Gailes en drummer Hartwig
Bartz swingend tegenaan ging .tij
dens een concert in Hamburgs be
faamde Jazzhouse. Een uitstekend
idee om daar de MPS-opruameappa-
•ratuur neer te zetten, want met
een persoonlijkheid als Terry in de
buurt valt er altijd veel te genie
ten. Op deze LP is dat met name
het geval in het openingsstuk „Pe-
rdido", in „Take the A-train" (El-
lington classic .nummer twee!) en
in Theloni'ous Monks „Straight nio
chaser".
Met het typisch Amsterdams draaiorgeltje op „Mor-
ning Breeze", de nieuwe single van Jerry Arendo,
zet hij de traditie voort als vertolker van „happy
music". Jerry, die in Nederland doorbrak met „It
Never Rains In Spain" en een grote hit scoorde met
„Renate", emigreerde met zijn ouders naar Austra
lië toen hij drie jaar oud was. Een jaar of vier gele
den kwam hij terug naar Nederland om vervolgens
een paar jaar overal in het land op te treden; op
deze manier leerde hij de eisen van 't publiek ken
nen. Evenals zijn vorige platen is dit verfrissende
„ochtend briesje" door Jerry zelf geschreven. De
produktie is gedaan door Albert West.
Chicago is een begrip. Dankzij
het volkomen eigen geluid, de sta
biliteit van de bezetting en het
originele image dat konsekwent
doorgevoerd wordt, neemt Chicago
na tien albums nog steeds een
vooraanstaande plaats in. Na de
Chicago IX uitgebrachte verzame-
lelpee „Greatest Hits" komt nu
„Chicago X" uit waarop elf nieuwe
komposities: vier nummers van Ro-
bert Lamm, twee van Terry Kath,
twee van James Pankow, twee van
Peter Cetera en eentje van Lee
Loughnane. De opnames vonden
plaats op de Caribou Ranch en
zoals gebruikelijk was de produktie
in handen van James Guercio.
De bezetting van Chicago is nog
steeds ongewijzigd:
Terry Kath (gitaar), Peter Cetera
(bas), Robert Lamm (piano en or
gel), Laudir de Oliveira (percus
sie), Lee Loughnane (trompet), Ja
mes Pankow (trombone), Danny Se-
raphine (drums), Walter Prazai-
der (woodwinds).
De vokalen zijn door alle
groepsleden verzorgd1.
Voor de liefhebbers: Een zeer ge
varieerde soul-schijf, een LP in
het bijzonder voor de iliiiefhebbers
van „Soft soul". Het is deel 1 uit
een serie die in de komende maan
den nog meer voortreffelijke al
bums gaart opleveren en wanneer
de kwaliteit van het gebodene in
de nabije toekomst even subliem is
■als van dirt eerste „Soft soul"-eve-
nement, dan mag er niet gemop
perd worden! De plaat heCbergt
Veertien stukken, vertolkt door ar
tiesten die iedere (Amerikaanse)
soulliefhebber kent artiesten als
Roshell Anderson („Know what
you're doing- when you leave"),
Oscar Toney J.r. („Everybody's
needed"), Doris Duke („To the
other woman") en Tommy Young
(„That's how strong my love is").
Meer dan eens is het vast komen
te staan, dat de accordeon, en
meer in het bijzonder de accorde-
onmuziek, de laatste tijd weer
enorm aan populariteit wint. Dit is
vooral te danken aan een groot
aantal uiterst bekwame accordeo
nisten die ons land rijk is.
Schitterend accordeonvuurwerk
van solisten, duo's en trio's werd
door Phonogram verzameld en on
der de titel „Meer gouden-accorde-
onfavorieten" schijnt nu in de suc
cesserie een fantastische verzame-
lelpee, waarop u de accordeonklan
ken hoort van Johnny Holshuysen
(Tanzende Finger, Feuerwerk),
Trio Heesbeen (Warum weinst du,
kleine Tamara?, Harry Lime The-
me), het duo Karl Khreibl en
Jos Hupperts (Koekoek-wals, lm
D-Zug), The Three Jacksons (Chan-
te encore dans la nuiit, Zomer in
Zeeland, True love), het vrouwe
lijke duo De Lolita's (La Golondri-
na, Kruispolka) en last but not le
ast Johnny Meyer (Ain 't she sweet?,
September in the rain).
U ziet 't, betere ambassadeurs
voor de accordeonmuziek op de
plaat kunt u zich niet wensen.
Corry Konings, zangeres van het
vaderlandse .lied, is na de gouden
periode mert de Rekels nu bijna
drie jaar op de solotour. Zij is erg
populair, vooral in het zuiden van
ons land en in België, waar zij
bijna avond aan avond op het po
dium staat.
Cornelia Helenia Konings werd
'op 8 september 1951, onder het ster-
rebeeld van Maagd, in Breda gebo
ren. Na het doorlopen van de lage
re school ging Corry maar de
huishoudschool. Zij behaalde haar
diploma en verhuisde naar St. Wil
leb rord, waar Co-rry een opleiding
voor kapster vdlgde. In haar vrije
tijd nam zij gitaariiessen. Corry:
„Ik zong en speelde al gauw mee
in één van de bandjes („The
Mooks") die het dorp rijk was. We
hadden plaatselijk sukses en wer
den veel gevraagd voor avondjes.
Soms kregen we daar geld voor;
ik geloof vijfentwintig gullden per
avond. In de omgeving werden we
pas echt populair toen we op een
talentenjacht de vijfde prijs won
nen".
Door toedoen van de plaatselijke
muziekhandelaar Ries Brouwers
kwam Corry dn korataikt met Pierre
Kartner, die speciaal voor Corry
de tekst schreef voor haar eerste
hiit: „Ik zal geen tiraan meer om
jou laten". Dit was Corry's eerste
single met de Rekels, die tot juli
1972 - toen ging zij op de solotour
- haar vaste begeleiders zouden
blijven.
In april 1970 leerde Corry Piet
Roeien kennen, die in '73 haar man
zou worden en rtevens haar mana
ger. Op het ogenblik woont Corry
samen met haar man en de rtwee
huisdieren in Weelde, een dorpje
in België, enkele honderden meters
voor de grens bij Baarie-Nassau.
Naast haar vele optredens in Ne
derland en vorig jaar nog in Suri
name, verschijnt Corry regelmatig
op het Nederlandse TV-scherm en
zelfs op 't biosooopdoek in de film
van René van Nie „De vijf van de
vierdaagse".
Tot nu toe verschenen bij Phon-
gram de volgende „Corry" singles:
„Mama Theresa" (5 mei 1975), „Ik
wil niet trouwen met jou" (10 no
vember 1975), „Ik krijg een heel
apart gevoel van binnen" (10 mei
1976). Al deze suksessingles werden
opgenomen in het geweldige reper
toire van haar nieuwste LP „Cor
ry" (18 juni 1976).
Presentator en pianist Pim Ja
cobs, orkestleider en arrangeur Ro
gier van Otterloo en „last but not
least" producer en regisseur Ralph
Inbar vormen tesamen het drietal
dat verantwoordelijk is voor het
populaire televisie-programma
.Music All-In". Een programma
dat ver over de grenzen bel^pnd-
heid geniet omdat artiesten „live"
muziek op hun eigen wijze kunnen
uitvoeren. Dankzij deze formule
waren hier wereldartiesten als
Gladys Knight and the Pips, Cleo
Laine, Janis Ian, Randy Newman
e.v.a op de buis.
De kombinatie Pim-Rogier is in
„Music All-Inn" al vele malen te
zien en te horen geweest; veelal in
een begeleidende rol maar ook
werden regelmatig door Rogier ge
arrangeerde stukken door hem, het
orkest en Pim uitgevoerd. De lijn
van het televisie-programma is op
de twee tot nu toe verschenen
„Music All-In" Lp's doorgetrok
ken; muziek die het ene moment
lekker swingend klinkt en waar het
volgende ogenblik een bijzonder
rustgevende werking van uitgaat.
Op „Music All-Inn II' staan elf
nummers die allemaal door Rogier
gearrangeerd zijn. Met de hulp
van Louis de Lussannet op drums
en bassist Rob Langereis geven Pim
en Rogier aan alle nummers hun
specifieke interpretatie en laten ze
nog eens duidelijk horen wat dat
speciale sausje is, waar zij het pa
tent op schijnen te hebben.
„Take off your knickers,
Gonna show me your gun,
With my black power bullets,
I'm sure gonna have some fun."
Zoiets hoort een vrouw (die vol
gens de geldende regels aangeval
len wordt) natuurlijk voor een
groot deel van het mannelijk pu
bliek niet te zeggen. Men bleek
zich hier en daar tijdens Engelse
voorstellingen al gauw in de man
nelijke waardigheid aangetast te
voelen. En zo kon het gebeuren
dat de Sadista Sisters voor nonnen
in een klooster speelden en achte
raf geen klachten hoorden, maar
de show in een Sheffieldse club
halverwege moesten staken, omdat
men het obsceen en pornografisch
vond. Terwijl de avond daar toen
evengoed vrolijk werd voortgezet
met een striptease en een conferen
cier die de ene schunnige grap na
de andere vertelde.
Opblaasbare borsten en op
blaasbare vrouwen; aanran-
dingsscènes en stniptease-shows
van een vrouw in verwachting;
een huisvrouw die in de keuken
aan een kippetje kluift, omdat
haar echtgenoot, die in de huiska
mer bezig is met een levensgrote
plastic pop, haar amdlere vleselijke
genoegens onthoudt.het hoort al
lemaal bij de show van de Sadista
Sisters, een „parodie op sexploita-
tie", zoals ze het zelf noemen, en
als het even kan gaan de bizarre
zusjes ook nog een dialoog met het
publiek aan, om goed duidelijk te
maken wat de show en de muziek
blijkbaar niog in het vage liet (hoe
wel, zoa'ls men begrepen zal heb
ben, een Sadista Show allesbehal
ve vaag is).
Om bijvoorbeeld duidelijk te ma
ken dat ze vooral niets te maken
willen hebben met feminisme, zich
als vrouw niet willen stellen bo
ven de man, maar een open en
gelijkwaardige verhouding moge
lijk willen maken.
Als iemand hen het verhaal ver
telt van een feministe die op de
vraag: „Wat is de positie van de
vrouw in de Black Panther-bewe-
ging?" het korte antwoord kreeg:
„Horizontaal, mevrouw," kunnen
de Sadista Sisters daar met genoe
gen om lachen. Maar ze voegen er
dan wel voor alle duidelijkheid
aan toe, dat er niets aan de hand
is zolang ook de man in die situa
ties maar een gelijkwaardige posi
tie inneemt
De muziek, die op het eerste Sa
dista Sister-album te vinden is
werd door de vier leden van deze
cabaret-rock-groep zelf geschreven
en bestaat uit elf goed in het ge
hoor liggende songs, met titels als
„Baby Doll" en „Intellectomania".
Vooral songs als „Decadent Taint"
en „What happened to you" zijn
verrassend luisterrijk, en ook de
moeite waard als men de show
nog nooit gezien heeft.
De Sadista Sisters. Vier Engelse
meisjes die, toen de caba
ret-rock-groep twee jaar geleden
werd opgericht, stuk voor stuk
hun sporen al hadden verdiend in
theater of muziek. Judith Alderson
en Teresa d'Abreu (een nicht van
de Engelse koningin) stonden op
de planken in een show die „The
Schoolgirls Slaves Of Soho" heette
en Linda Marlowe speelde in de
bekende „Oh Calcutta"-musical.
Muzikante Jacky Taylor maakte
eens deel uit van een amuse
mentsorkestje dat, omdat de leden
allemaal vrouwen waren, voorna
melijk gevraagd werd om sexy te
bewegen en de gemoederen te ver
hitten.
Wat de Sadista Sisters op hun
debuutalbum laten horen en tij
dens hun shows laten zien heeft
ook alles met sex te maken, al
zorgt de parodistische uitvoering
er voor dat het effect eerder tot
bezinning dan tot zinnenprikkeling
stemt. Wat de Sadista Sisters met
hun shows en liedjes duidelijk wil
len maken is dat die verhoudingen
tussen beide geslachten vaak nogal
verwrongen zijn. Vrouwen zijn va
ker slachtoffer dan partner, man
nen verliezen zichzelf in een
plastic wereld van sportauto's en
mannelijk heroïsme.
Gelukkig waken de sadistische
zusjes er wel voor aan hun.' inonise-
rend-erotisch schouwspel een zwa
re moraal te verbinden Die moet
de toeschouwer voor zichzelf maar
ontdekken, vinden ze. Het kan
geen k\*>aad om eem avond lang
geamuseerd toe te kijken hoe
vaststaande patronen in een sexue-
le relatie zo overdreven worden
gebracht dat men er wel om moet
lachen., en op weg naar huis nog
eens goed na te denken over de
bedoeling die er achter stak, de
verborgen boodschap.
Teresa ondervond aan den lijve
hoe moeilijk het is om als vrouw
eerlijk tegenover mannen te staan,
zonder meteen in de rol van sex-
poes te worden geschoven. Toen ze
een keer een lift aangeboden had'
gekregen van een neger in Arizo-
na, raakte ze met de man in
gesprek over het probleem dat
haar bezig hield: dat vrouwen
vaak niet meer zijn dan een lustob
ject, eigenlijk, zoals John Lennon
en Yoko Ono al zongen, de negers
van deze wereld zijn. De man was
het helemaal met haar eens en stel
de voor dat ze met zijn vrouw
kwam praten. Toen ze eenmaal bij
zijn huis gekomen' waren, en naar
binnen liepen, veranderde hij op
slag, dreigde haar met een revol
ver en beval haar zich uit te kle
den.
Zulke dingen gebeuren ook op
het podium, tijdens een show van
de Sadista Sisters. Alleen geven de
vier actrices-zangeressen daar in
hun songs een onomwonden ant
woord, en gaan zelfs tot de aanval
over: