15-jarige bromfietser botst tegen rijdende trein W ei gerings gronden voor bouwvergunningen niet aangevochten Auto in tweeën na botsing met lichtmast Eerste exemplaar van boek Nederland van boven" uitgereikt Goede vangst van Soester politie Onderwi j scommissie zonder VVD-ers, betreurt publikatiës Margrietschool m Donderdag 29 juli 1976 Kindertoneel voorstelling in Openlucht theater Exposities in de „Singer Galerie" Beroepschriftencommissie Internationale oplichters aangehouden Sportprestaties zonder zin Ernstig oogletsel door vechtpartij 54e jaargang no. 50 SOESTER COURANT Abonnement per kwartaal f 5,00. Buiten Soest per kwartaal f 10,- Uitgave Drukkerij Smit b.v. - Soest Bureau voor redactie en administratieVan Weedestraat 29, Soest Verschijnt iedere donderdag Tel. 14152 - Postgiro 126156 Na de botsing kwam de brommer in de berm terecht; rechts de achterkant van de trein. Foto Fred van Dijk De 15-jarige Peter v. B. heeft veel geluk gehad, toen hij op de spoorwegovergang in de Kolonieweg poogde voor de trein langs te rijden. Hij schatte kennelijk de afstand verkeerd, botste tegen het voertuig, maar had het geluk in de berm te vallen. Met verwondingen aan hoofd en benen werd hij per ambulance naar het ziekenhuis Zon negloren gebracht. Het ongeluk gebeurde maandagavond even voor zeven uur. De trein, bestuurd door de machinist W.P.K. (43) uit Eind hoven, vertrok vanaf het station Soest- Zuid in de richting Baarn. Op de overweg rinkelde de bel en knipperde het rode licht. Volgens getuige zag de bromfietser de trein aankomen, hij keek in de goede richting, maar kennelijk besloot hij toch nog voorlangs te glippen. Dat lukte niet en hij raakte de voorkant van de trein. Hij viel om terwijl de trein geheel langs hem heenreed. De bestuurder die het on geluk zag aankomen bracht de trein di rect tot stilstand, wat evenwel betekende dat hij toch de overweg geheel gepas seerd was. Trein en brommer werden beschadigd; de trein had door het voorval ongeveer een kwartier vertraging. De onderwijscommissie, zonder VVD-leden, betreurt alle publikatiës rond de moei lijkheden bij de openbare Margrietschool. Visser van Progressief Soest sprak van schandalig" en doelde daarmee op de schriftelijke vragen die de VVD-raadsfractie over deze zaak stelde. Vragen en het antwoord van het college werden conform de geldende afspraak gepubliceerd en met Visser vroegen ook de CDA-commissieleden, mevrouw Greefhorst en de heer Smit, zich af welke belang daarmee gediend was. Moeilijkheden tussen de oudercommis sie en de leiding van de Margrietschool zijn er de oorzaak van dat de school leegloopt, waardoor, zoals het college van burgemeester en wethouder het stelt, sluiting van de school dreigt. Visser noemde het onbegrijpelijk dat de WD de vragen over de moeilijkheden in het openbaar stelde. Dit temeer om dat al een jaar lang de gang van zaken op de Margrietschool deel had uitge maakt van besloten vergaderingen. Hij betreurde het daarom dat juist deze openbare commissievergadering door geen van beide VVD-commissieleden werd bijgewoond. Hij vroeg de zaak op de agenda van de eerst volgende open bare onderwijscommissie te zetten. Mevrouw A. Greefhorst-van Overdam (CDA) vond het allemaal ,,erg verve lend" en zie niet in te zien, welk onder- wijsbelang met de vragenstellerij was gediend. Haar fractiegenoot Smit vond hetschandalig" van Visser te ver gaan, maar ook hij vond de publikatiës erg. Hij stelde voor de kwestie de volgende keer in beslotenheid te behandelen. Vis ser was het daar echter niet mee eens, omdat de VVD-brief in de openbaarheid gebracht was. Op voorstel van wethouder mevrouw Van Stiphout, die haar onderwijscollega Plomp verving, zal de commissie de vol gende vergadering beslissen of de pro blemen van de Margrietschool al dan niet in de openbaarheid behandeld zullen worden. A.s. maandag 2 augustus, aanvang 14 uur, wordt de derde van de serie kinder toneelvoorstellingen gehouden in het Openlucht theater aan de Soesterbergse- straat. Door de Stichting Kindertejater wordt dit keer opgevoerd „Van een prin ses die niet mocht trouwen". Het verhaal gaai, over een prinses die van haar vader, koning Stokoud, hoort dat zij niet kan trouwen, zolang haar trouwhoe'd, die al gedragen werd door de betovergrootmoeder van de koning, niet te voorschijn komt. Iedereen in het land moet mee zoeken en wanneer het hele hof ten einde raad is, komt plotseling een soort tovenaar op duiken, die beweert de hoed te zullen vin den in ruil voor een huwelijk met de prin ses. Dat wil de prinses niet. Als de tove naar na een reeks geheimzinnigheden met de trouwhoed opduikt en de prinses een inzinking nabij is, komt koning Stok oud toch nog met een leuke oplossing. Kaarten a twee en een halve gulden per persoon, zijn in de voorverkoop ver krijgbaar bij het VW-kantoor aan de Steenhoffstraat en op de dag van de uitvoering aan de kassa van het open luchttheater. Bij slecht weer vindt de voorstelling plaats in de zaal van De Open Hof aan de Veenbesstraat. Van l t/m 22 augustus wordt in de Singer Galerie te Laren een tentoonstelling ge houden van Kees Salentijn, schilderijen; Pépé Grégoire, beeldhouwwerken en Kenne Grégoire realistische schilderijen (interieurs, stillevens) en van Pépé Grégoire zijn o.m. te zien een aantal portretten, brons- en kl^iplastieken. De Singer Galerie is van dinsdag t/m zater dag geopend van 10 tot 17 uur; zondags van 13 tot 17 uur en 's maandags gesloten. 99 Tijdens een korte plechtigheid in het luchtmachtmuseum te Soesterberg heeft de heer H. Dijkstra, directeur van de uitgeverij Unieboek-wetenschappe lijk, een eerste exemplaar van het boek „Nederland van boven" aangeboden aan de luchtmachtcommandant de Lt. Gen. M. G. Geschiere. Het boek bevat circa 170 luchtfoto's bij eengebracht door de heer G. Glerum, conservarot van het luchtmachtmuseum en de heer K. v. d. Berg, stafmedewer ker bij de sectie luchtmachthistorie op Ypenburg. Het zijn merendeels foto's uit de twinti ger jaren; de tijd waarin het aanzicht van steden en dorpen nog niet door hoog bouw en automobielen werd verstoord. Zij tonen niet eerder gepubliceerde foto's van rivieren met zeilschepen en straten met fietsen en wandelaars. Ze werden gemaakt als oefenopnamen door leerling- waarnemers van de vliegbasis Soester berg en zijn eigendom van de lucht macht. De presentatie van het boek werd inge leid door de heer C. Sprenger van KLM Aerocarto, die een en ander vertelde over de historie van de luchtfotografie. De techniek heeft zich in de loop der jaren zo ontwikkeld, dat men nu kan fotograferen dwars door een wolkendek heen. De heer Sprenger liet aan de hand van voorbeelden zien welke talloze mo gelijkheden de luchtfotografie biedt. Na aanbieding sprak de generaal Geschiere de wens uit, dat het boek een wijde publieke bestelling zou vinden. Generaal geschiere met de beide auteurs van het boek „Nederland van boven"; links G. Glerum en rechts K. van den Berg. Foto Fred van Di IJzersterk lijken de argumenten van burgemeester en wethouders te zijn waarop zij zowel aan de heer A. P. Poort als aan de heer C. Pothoven een bouwvergunning weigerden. Dat bleek tijdens de behandeling van de beroepschriften die de twee heren bij de commissie voor de beroepschriften indienden. De heer Poort vocht de door de gemeente aangevoerde weigeringsgronden in het geheel niet aan, terwijl de heer Pothoven slechts een van de twee als onjuist aanmerkte. Pothoven's adviseur, de architect G. Beijen, gooide het daarom over een andere boeg en deed een be roep op het gemeentebestuur zijn protégé toch vergunning te geven, maar dan uit sociale overwegingen. Zover zal, gezien de insteUing van de beroepschriften commissie, de commissie niet willen en kunnen gaan. Zij zal zich ongetwijfeld hou den aan de bepalingen van de wet. Commissielid R. van Logtenstein vond het maar raar, dat in Soest zo lang met een illegale bouw kon worden doorge gaan, zonder dat de bouwpoütie ingreep en voorzitter Festen betwijfelde achter af of de rechter daarom niet de „gedu peerde" illegale bouwer enige soulaas zou geven. De heer Pothoven verzocht een broeikas te mogen bouwen bij zijn woning aan de Ferd. Huycklaan. De gevraagde vergun ning werd hem geweigerd omdat zijn perceel in het plan landelijk gebied ligt en er alleen gebouwd mag worden ten dienste van een agrarisch bedrijf. Om dat hij geen agratiër was, ging het niet dbor. De heer Poort vergrootte, zonder ver gunning, naast zijn woning aan de Kerk straat een garage; deed dat op de erf- scheiding (met toestemming van zijn buur) te dicht bij de achtergevel en zo danig dat de oppervlakte van het „bijge bouw" veel groter was, dan volgens de voorschriften mocht. Daar kwam nog bij dat het esthetisch nergens op leek Poort dacht geheel conform de eisen van de wet gewerkt te hebben, temeer omdat een ambtenaar van gemeentewerken (voor vijftig gulden) een tekening van het geheel maakte. Achteraf bleek de te kening pas gemaakt te zijn, toen de uit breiding bijna klaar was. Aan de door de heer Poort ten tonele gevoerde „goe der trouw" werd door de commissie ern stig getwijfeld. Poort verzocht daarom, als het bouwsel toch afgebroken moest worden, hem een andere oplossing aan de hand te doen. Bovendien constateerde het college dat er bij de woning al een bijgebouw stond, dat groter was, dan officieel toegestaan. Pothoven bestreed dat aan de hand van de kadastrale nummers. Bij zijn woning, op het ene perceel, stond géén bijgebouw; wel opdat van zijn buur. Deze bewering maakte op de burge meester, die als lid van het college de zitting van de commissie bijwoonde, geen indruk. Zij hield zich vast aan de realiteit dat het pand maar één huisnum mer had. Pothoven bestreed niet direct dat hij binnen het plan Landelijk Gebied wilde bouwen (al had hij daar toch enige twij fels over) en ook niet dat hij geen agra riër was. De heer Beijen meende evenwel dat daarin, in het geenboer zijn. wel snel verandering te brengen was en hij vond het daarom absurd dat „een heel klein boertje", zoals hij'Pothoven betitelde, niets mocht bouwen en een grote boer wél. Hij vond bovendien ook dat de ge meente van haar bevoegdheid tot het verlenen van vrijstelling gebruik moest maken, omdat Pothoven als gehandicap te zijn „liefhebberij", zowel in de zomer als in de winter moest kunnen blijven uitvoeren. Voorzitter Festen meende dat het niet tot de competentie van zijn commissie behoorde om in het advies aan de ge meenteraad de sociale indicatie op te nemen. Hoe dat advies van de commissie in beide gevallen zal luiden, was aan het eind van de zitting voor iedereen dui delijk. Een lichtmast in de bocht bij Zonneglo ren heeft gefungeerd als mes, toen een personenauto, bestuurd door de Ameri kaanse sergeant J. C. ermee in aanra king kwam. De wagen werd in tweeën gesneden, maar C„ die beweerde niet achter 't stuur te hebben gezéten, kwam er met 'n hoofdwond, 'n hersenschud ding en kneuzingen nog betrekkelijk goed af. Hij werd via Zonnegloren naar het militair ziekenhuis in Utrecht ge bracht. De auto reed volgens getuige met hoge snelheid in de richting Soest. In de bocht bij Zonnegloren is hij van de weg ge raakt, tegen de wegafscheiding terecht gekomen en in de berm verder gereden, daarbij een bermpaaltje meenemend. De wagen botste vervolgens tegen de lichtmast, die als een luciferhoutje af- knapte, sloeg op de weg om zijn as en kwam in de berm tot stilstand. De sergeant was uit de auto geslingerd en werd per ambulance naar Zonne gloren en later naar Utrcht gebraccht. Het voertuig verkeerde in zeer slechte technische staat van onderhoud. Een ta kelwagen sleepte de restanten weg, die door de marechaussee aan een technisch onderzoek zullen worden- onderworpen. De restanten van de auto van de Amerikaanse sergeant, die bij Zonnegloren uit de bocht vloog. Foto Fred van Dijk Volgens C. had hij de auto niet bestuurd, maar een onderzoek van de marechausee leverde geen resultaat op. Van C., die had gedronken, werd een bloedproef ge- men. Met de aanhouding van twee mannen, de één uit Bagdad en de ander uit Tunis, heeft de Soester politie een goede vangst gedaan en een eind gemaakt aan een groot aantal gevallen van oplichting en diefstal van reischeques. Gezocht wordt nog naar een dame die in het gezelschap van de beide heren opereerde. Zij was eveneens in Soest, maar vertrok vroegtijdig per taxi naar Amsterdam. De politie werd aan het begin van het af gelopen weekend gewaarschuwd door personeel van de Bondsspaarbank aan de Steenhoffstraat, dat zich buiten voor de bank een buitenlander verdacht op hield. De man had geld gewisseld maar bleef daarna voor de bank op en neer wandelen. Bij de komst van de politie was hij ech ter met een auto, waarin een tweede man zat, verdwenen. De auto werd op de Soesterengweg, nabij de Dalweg aan gehouden en de twee inzittenden werden mee naar het politiebureau genomen. Het waren de 28-jarige in Bagdad ge boren Israëliër A. E. en de 25-jarige in Tunis geboren C. Q. Op hen werd bij fouillering een groot bedrag aan geld aangetroffen; bij Q. 4360 gulden in bank biljetten van 100, 25 en 10 gulden. De ander had 260 gulden bij zich. In de auto werden verschillende paspoor ten gevonden, allen met eenzelfde foto van een vrouw. Die paspoorten waren uitgegeven in Frankrijk. Zwitserland. Engeland en Australië, terwijl er ook een Italiaans rijbewijs in lag, eveneens met de foto van de vrouw. Verder wer den reischeques ontdekt, waarvan een gedeelte op 4 juli was gestolen in Am sterdam. Een informatie bij diverse Soester bankinstellingen leerde dat de vrouw, zich steeds anders legitimerend, diverse cheques had ingewisseld. Ook kwam aan het licht dat het drietal bij een supermarkt aan de Steenhoff straat een poging gedaan had. de wissel truc toe te passen. Dat was door attent heid van de eigenaar, niet gelukt. Ook andere Soester winkels werden bezocht. Q. en dé" vrouw staan gesignaleerd in het opsporingsblad en werden gezocht door de postale recherche. De vrouw heeft vermoedelijk ook de Israëlische nationa liteit. Zij nam de benen, toen haar bleek dat beide mannen, niet kwamen opda gen. Met een taxi Het zij zich naar Am sterdam brengen, waar zij afgezet werd op de Ceintuurbaan. Naar Amsterdam zijn inmiddels ook de twee mannen over gebracht. Hel ideaal van de Olympische spelen kunnen we gevoeglijk als afgedaan be schouwen. De opzet van de oude Griekse Olympiade was om gedurende de periode van de Spelen alle politieke tegenstellin gen te vergeten en in een persoonlijke sportieve strijd de overwinning als hoogste eer te beschouwen. Aan het einde van de vorige eeuw ging baron De Coubertin voor de herinstelling van de Olympische Spelen van dezelfde gedachtengang uit. En in theorie is dat in deze eeuw de bedoelde opzet van de Olympiades gebleven. Maar politiek heeft ook deze vredelieven de bedoeling om zeep geholpen. Meer en meer is de sportieve strijd door diverse landsregeringen misbruikt om er natio naal en politiek aanzien mee te verwerven. AI is het de vraag of de prestaties van de atleten daartoe inderdaad hebben bijge dragen. Men neemt het in ieder geval en ziet de prestaties als een fraaie afleidings manoeuvre voor het eigen volk en ter stimulering van de nationale trots en veronderstelt dat daarvan ook 'n beetje afstraalt op de Iandsregeerders. Ongetwij feld een wat kinderlijke gedachte, maar men ziet het vooral door dictatoriale regiems toegepast. De Spelen van dit jaar in Montreal hebben dat weer overduide lijk aangetoond. De Afrikaanse landen liepen grotendeels weg eer de Spelen goed en wel waren begonnen, omdat Nieuw-Zeeland mee mocht doen, warvan een rugbyteam dit jaar enkele wedstrijden had gespeeld in het geboycotte Zuid-Afrika. Hoewel rugby niet eens een tot de Olympische Spelen toegelaten sport is. Een kinderachtiger aanleiding om de Olympiade te boycotten is nauwelijks denkbaar. In feite is het al fout dat Zuid-Afrika en Rhodesie, om hun apartheidspolitiek, van de Spelen zijn uitgesloten. Hoezeer men ook tegen de apartheid gekant kan zijn, het daarom een land uitsluiten van deelname aan de Olympische Spelen druist in tégen de ideële opzet en de bedoeling van de Spelen, in welke periode men immers de politieke controverses opzij wil zetten. Als die opzet van de Spelen dan niet bestand is tegen de emotionele politieke drijverij, kan men de Olympische Spelen als zodanig toch beter afschaffen. Ze geven nu toch niet meer dan een zuiver beeld van de sportieve mogelijkheden van de diverse atleten in de wereld. Toen het Internationaal Olympisch Comi té er mee akkoord ging om bepaalde landen om zuiver politieke redenen van deelneming uit te sluiten, heeft dit I.O.C. zelf de doodsklok geluid over de Olympi sche Spelen en het daarachter schuilende ideaal. Hierdoor is men van kwaad tot erger vervallen, zoals nu in Montreal is geble ken. Deze Olympische Spelen zijn zeker geen graadmeter meer voor de best mogelijke sportieve prestaties. De opzet van de Spelen is een aanfluiting geworden, een kunstmatig bombastisch iets, die zijn betekenis voor de sport heeft verloren. Alle inspanning die atleten zich voor dit gebeuren getroosten is zinloos geworden, want ze kunnen er niet meer mee bewij zen. dat ze bij een overwinning de beste van de wereld zijn, hoogstens dat ze ook vrij goed zijn. Het eerlijkste en beste zou dus zijn om de Olympische Spelen als een overleefd iets te beschouwen en ze zonder meer af te schaffen. Dat zal echter nog wel niet direct gebeuren, want er is zowel landelijk als persoonlijk prestige bij in het spel en dat is een kleinzieligheid die men zich niet een-twee-drie Iaat afnemen. Dat sport verbroedert is langzamerhand toch ook wel een leugen gebleken. Vooral in de teamsporten bestrijdt men elkaar soms op leven en dood en gebruikt men de gemeenste trucs om een tegenstander uit te schakelen, zowel nationaal als interna tionaal. Nu bovendien de politiek zijn invloed heeft gekregen op internationale sportont- moetingen. zou het ter bevordering van de verbroedering zeker aanbeveling verdie nen om Olympische en ook andere wed strijden van wereldlijk formaat maar achterwege te laten, opdat althans door de sport de onderlinge haat en tweespalt niet nog verder wordt toegespitst. Is het ook werkelijk zo zinvol om jonge mensen op te leiden tot het kunnen leveren van steeds hogere sportprestaties? Waar het toe kan leiden hebben we intussen ervaren. Een vasthouden daar aan zal de wereld bepaald niet verbeteren. Het is toch ook niet de bedoeling van het aan sport doen? En van een vreedzame strijd op dil gebied is. mede door de invoering van de beroepssport, al lang geen sprake meer. Een vechtpartij in een plaatselijk café it voor één van de vechtersbazen bijzonder slecht afgelopen. Hij zal waarschijnlijk een oog moeten missen. De ruzie ontstond tijdens het kaarten Daarbij waren betrokken B. Z. (18) en J. A. E. (24). Volgens een verklaring zou Z. de vechtpartij uitgelokt hebben. Hi; droeg een bril, waarvan het glas na eer forse uithaal in zijn oog terecht kwam. Met de ambulance werd het slachtoffer naar het ziekenhuis Zonnegloren ge bracht en vandaar naar het Utrechtse Ooglijdersgasthuis. Daar werd hij ge opereerd. E. meldde zich bij de politie. Een onderzoek wordt ingesteld.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1976 | | pagina 1