Grote vrees voor .hoogte" van jaarlijkse bijdrage aan dienstencentrum Overhees van de Gemeentehof 1 Gemeenteraadsvergadering Kritiek op CRM en Ministerie van onderwijs Ornithophilia 25e landelijke jongdieren- tentoonstelling Soester Courant van donderdag 23 september 1976 Met de komst van de heer J. Menne, de opvolger van de CDA-er A. Smit, in de raad, zetelen daar nu zeven man met een universitaire opleiding. Van de VVD vier (ir. M. A. van Ee, mevrouw mr. E. Kort- huis-Elion, drs. P. C. Lange (arts) en drs. G. A. W. G. A. Plomp (Frans en Spaans)van het CDA twee (drs. J. L. Menne en drs. G. H. Oldenboom beiden econoom) en van de PvdA één (drs. H. J. Goote ook econoom)Ook de burgemeester heeft een titel; zij is meester in de rechten, net als mevrouw Korthuis. Voor de statistieken: er zitten in de raad drie man die militair zijn; de heer W. A. Blauw, groot-majoor bij de luchtmacht; de heer P. Lange officier bij de marine en de heer C. Verheus adjudant bij de lucht macht. In de raad staan de heren zoals dat heet, niet op hun strepen; de heer Verheus heeft nergens last van. Er zetelen ook drie mensen in die bij het onderwijs betrokken zijn of waren. Jan Visser nog steeds wel, als leraar aan de LTS te Soest, maar de heren Plomp en D. Hoekstra niet meer. Zij zijn wethouder; respectievelijk van onderwijs en openbare werken. Dan zitten er zes dames in de raad, buiten de burgemeester; nml. drie VVD-ers (de dames Korthuis, P. J. Oranje-Entink en G. G. A. Alting-Ambrosius)twee van de PvdA (wethouder mevrouw M. F. Stiphout-Croonenberg en mevrouw J. W. D. P. van Gelder-Cornelissen) en tenslotte één van het CDA (mevrouw J. Greefhorst van Overdam) Buiten de dames, waarvan er evenwel ook nog twee in loondienst zijn, telt de raad slechts twee „onder nemers"; de heren J. J. van den Brakel (pvdA) en G. Stam (CDA). Alle andere heren en dat zijn er zeventien, zijn „loonslaven". Tijdens de raadsvergaderingen is daar niets van te merken. Fris en vrolijk werd er vorige week weer vergaderd met soms verbazingwekkende discussies. De beëdiging van de heer Menne, was weer een plechtig moment, met heel verschillende houdingen van de dan altijd staande raadsleden. Er zijn erbij die wijdbeens staan als bootwerkers, anderen met de handen over elkaar of aan de rever van het colbert en de dames altijd met een enigszins vertederde blik in hun ogen. Het venijn, als we daar zo over spreken mogen, zat deze keer in de staart van de agenda. Toen kwamen de tongen pas goed los. Bijzonder lang had men daarvoor al stilgestaan bij het voorstel rente en aflossing van 4 ton voor Molenschot te garanderen, maar zeer zwaar tilde men aan de plannen van het wijkdienstencentrum in Overhees. Het ging om een krediet van 151.000 gulden, nodig om het schets- plan aanbestedingsgereed te maken. Er waren legio twijfels, die zo maar niet de wereld uit geholpen waren. Met verve verdedigde wethouder mevrouw Van Stiphout het voorstel, maar iedere insider keek ervan op, toen zij als voorbeeld van een goed functionerend dorpshuis, Soesterberg noemde. Het was daar gezellig en zo. Wat de raad daar nog niet zo lang geleden aan geld heeft bij moeten stoppen, noemde zij nu niet, maar daar ging het met de twijfels nou juist om. „Wat gaat het ons straks, als het eenmaal functioneert, weer allemaal kosten?". Overigens kwam dat krediet er wel, maar een voorstel om 10.000 gulden te gaan betalen voor een organisatie-adviseur, die toezicht houdt bij de realisatie van dat centrum, werd aangehouden. Dat kwam omdat niemand de noodzaak ervan inzag en de adviseur alleen maar aangesteld wordt, omdat CRM dat zo graag wil. „Nou", zei de raad, „als CRM daar op staat en Soest als experiment gebruikt om te zien hoe zo'n adviseur werkt, dan moet CRM maar betalen". Hoe ingewikkeld de maatschappij is, is wel duidelijk geworden door mevrouw Van Stiphout's op merking: „We moesten het maar doen; CRM heeft belangstelling in dit experiment en dan is de mede werking allicht wat groter". Besturen Ujkt voor sommige mensen zoiets als „spelen". Zo'n ambtenaar in Den Haag zegt tegen de minister: „Soest heeft voorrang, want daar ben ik aan het experimenteren". Heel duidelijk ontevreden was óók de burgemeester over Den Haag. Bij het voorstel grond te verkopen voor het Griftlandcollege en wijzigingen in de bepalingen van het verkoop besluit, merkte zij op: „Ik vraag me af of men daar niets anders te doen heeft dan subtiele wijzigingen aan te brengen!". Ze dacht ook dat het iets te maken had met een standpunt, dat een hogere overheid zich niets wil laten zeggen door een lagere overheid. Duidelijk maken als het ware, dat alleen aan de top écht de hersens gebruikt worden. Soms denk je ook plaatselijk dat dat idee heerst. Het moeilijkste punt van de avond werd de sluiting van de Margrietschool. Het werd allerwege betreurd, maar er zijn wat leden die duidelijk vinden dat iemand de schuld moet krijgen voor deze gang van zaken. Het beleid heeft volgens hen gefaald, en dat beleid wordt gevoerd door het school bestuur; in dit geval het college van burgemeester en wethouders. Onderwijs wethouder Plomp verbaasde door aan de ene kant te zeggen dat de desbetreffende stukken maar goed gelezen moesten worden en dat de leden van de onderwijscommissie er uitvoerig van op de hoogte waren; vervolgens, dat het betreffende dossier kort ter inzage gelegen had, maar dat de commissieleden hun fracties hadden kunnen inlichten en tenslotte te stellen dat voor de niet- commissieleden, de twee dagen dat het dossier er lag, wél kort was. Wat er nu in dat dossier staat, en volgens Plomp behoeft er „niets geheim te blijven", dat weet in ieder geval de publieke tribune niet. Maar via een openbare commissievergadering komen we dat nog te weet. Een beetje moeilijke vertoning werd de behandeling van het voorstel van de beroepencommissie, b. en w. in het ongelijk te stellen terzake van een geweigerde bouwvergunning aan Studio Otto aan de Steenhoffstraat. B. en w. nam dat niet en de burgemeester gaf met een voorbeeld aan, hoe onjuist het advies van de beroepencommissie wel was. Nu waren de leden van de beroepencommissie geheel gevaren op het kompas van haar voorzitter, de heer Festen, die echter geen lid van de raad is. Ergo, niemand kon de burgemeester van repliek dienen; de twee leden van de commissie, mevrouw Oranje en de heer v. d. Brakel, gaven eerlijk toe, dat ze 't niet meer wisten. De beslissing werd daarom uitgesteld. Visser van Progressief Soest lag weer goed dwars; viermaal was hij „tegen", hij wist het beter. Maar misschien ligt dat aan het feit dat hij het beroepshalve ook altijd beter weet. Visser's „tegen" klonk de eerste maal bij de concept-antwoordbrief aan mevrouw A: Stad-Meyer te Amsterdam. Zij kampeert al jaren op de gemeente lijke camping, maar overschrijving van de vergunning op naam van kinderen mag daar niet. Ooit besloot de raad dat voor de camping het systeem van ..uit sterven" gehanteerd moest worden; geen nieuwe vergunning meer afgeven. In verband met het bestemmingsplan Landelijk Gebied en een standpunt van Gedeputeerde Staten kan daar wijziging in komen, zodat overschrijving wel mo gelijk zal worden. Zover is men echter nog niet, al wordt er druk over gespro ken. Omdat het nog niet zover is, wil de raad dat ook niet „officieel" vastleggen, maar Visser vond dat dat wel kon. Hij stond alleen. Wel kreeg mevrouw A. van Gelder-Cornelissen (PvdA) gedaan dat er met de beslissing haast gemaakt gaat worden. Het „Vragenhalfuurtje" leverde twee vragen op van de heer J. van den Brakel (PvdA). Ze gingen over de ge vaarlijke verkeerssituatie op de rijks weg te Soesterberg en dan in verband met de sportvelden die in aanleg zijn en de geluidshinder van het verkeer. Wat dit laatste betreft zei wethouder Hoekstra dat de meet-apparatuur be steld was. Zodra geleverd, zóu met me tingen begonnen worden. Van de heer Hoekstra hoorde de raad verder dat er vorig jaar oktober een brief uitging naar rijkswaterstaat in verband met het ge vaar voor het langzame verkeer op de rijksweg. Men vroeg toen om een brug over de weg. In januari antwoordde rijkswaterstaat, dat daar geen over wegende bezwaren tegen bestonden, maar dat de gemeente de kosten geheel voor haar rekening diende te nemen, omdat er een veilige oversteekplaats was. Waterstaat zou wel voorwaarden stellen. Die voorwaarden had men op gevraagd, maar de correspondentie daar over was eenzijdig. Waterstaat antwoordde tot op heden niet. Wethouder Hoekstra beloofde „de brieven deze week na te reizen". Giflozingen De burgemeester deed daarna enige mededelingen naar aanleiding van de ontdekte giflozingen in het waterwin gebied te Soestduinen. Het gaat om trichloorethyleen, dat vermoedelijk door een te Soestduinen gevestigd (of geves tigd geweest) bedrijf is geloosd. Het werd afgelopen voorjaar ontdekt in de waterleiding van Utrecht, Soesterberg en Soest en toen waren de winputten direct gesloten. Het onderzoek naar de dader loopt thans en de burgemeester voegde er aan toe, «i.-: zij de resultaten bekend zal maken er uok zal vertellen of de door de gemeente afgegeven hinder wetvergunningen al dan met voldoende waren. Jan Visser meende dat de burgemeester het allemaal veel eerder aan de raad had moeten vertellen maar de burgemeester stelde vast dat zij geen recht had der gelijke vertrouwelijke mededelingen openbaar te maken, óók niet aan de raad. Molenschot Akkoord ging de raad met het voorstel de rente en aflossing te garanderen van een door het bestuur van Molenschot aan te gane geldlening van 400.000 gulden. Het geld is nodig voor verbetering van de liquiditeitspositie, de financiering van achterstallig intern onderhoud en de vervanging van inventaris. Op verzoek van de heer K. de Wilde (PvdA) zal „hogerhand" gewezen wor den op de dwaze situatie dat nadelige saldi pas twee jaar na de uitkomst op gevangen mogen worden door verhoging van de tarieven. Raadslid mevrouw Alting, voorzitter van het bestuur van Molenschot, liet niet na, haar vreugde te uiten dat daar nu eens over gepraat gaat worden. Wijkcentrum Overhees Met het voorstel het aanloopkrediet voor de voorbereidende werkzaamheden voor realisering van het wijkdiensten centrum in Overhees te verhogen met 151.000 gulden, hadden alle fracties het moeilijk. drs J. L. Menne (CDA) Storimans van het CDA wilde weten hoe groot de kans was, dat CRM de toege zegde subsidie ook werkelijk zou ver lenen. ,,De wethouder (mevrouw Stip hout) is daar kind aan huis; zij kan dat toch wel te weten komen", aldus de heer Storimans. De heer W. Blauw van de WD wilde dat ook weten. Hem was opgevallen dat er nooit iets schriftelijk werd vastgelegd. „Wat worden onze jaarlijkse terug kerende kosten?", vroeg de heer Blauw, Naar zijn mening hadden de wensen van de belanghebbenden (commissie) ge resulteerd in een kostenberekening van de architect, maar nergens was een waarschuwend vingertje opgestoken dat het teveel zou worden. Ook vond hij dat men moest denken aan het niet ver van Overhees te realiseren dorpscentrum waar toch ook menige voorziening zou worden ondergebracht. Geconstateerd had hij verder dat het aanvankelijk ge noemde bedrag van 5,3 miljoen gestegen was tot 7,2 miljoen. ,;De raad weet weinig, maar van ons wordt wel verlangd dat wij snel beslis sen", aldus de heer Blaauw. Ook volgens Jan Visser (PS) was er veel te weinig bekend van wat er ging ge beuren. „Is een kegelbaan wel nodig? Niemand kan straks voor 20 gulden per uur de baan huren. Is er contact met de horeca geweest en waarom is de jeugd soos geschrapt. Waarom is het gesprek met de bevolking geschrapt?", aldus vroeg Visser. Hij zei te vrezen dat straks alles rond zou zijn zonder inspraak en dat er een gebouw zou komen, dat de bevolking niet wilde. Mevrouw A. van Gelder-Cornelissen (PvdA) betreurde ook de snelheid, om dat de exploitatie nog niet rond was. Zij wilde graag weten in hoeverre van het oorspronkelijke plan was afgeweken. De heer K. de Wilde (PvdA) protesteerde tegen het feit dat de gemeente kosten moest maken om de schets bestekklaar te krijgen, zonder definitieve toezegging van CRM dat Soest ook werkelijk sub sidie zou krijgen. „Kunnen we niet vol staan met het schetsplan om in aan merking te komen voor de DACW-sub- sidie (dienst aanvullende civiel technische werken)". Naar zijn mening was het juister de hoogte van de sub sidie te weten en vandaaruit een ex ploitatie op te zetten. De heer C. Verheus (CDA) was het met De Wilde eens. J. J. van den Brakel (PvdA) Met verve verdedigde wethouder me vrouw Van Stiphout het voorstel. Per jaar keurde het rijk slechts een aantal van dit soort projecten goed; voor de provincie Utrecht slechts vier en Soest stond daarbij voor dit jaar op de vierde plaats. Kans op subsidie achtte zij daar om redelijk. De aanvraag diende voor 1 oktober binnen te zijn; de minister be slist in november. Nooit legde men der gelijke (subsidie) toezeggingen schrif telijk vast, maar het Stichtingsbestuur vond niet dat er gegokt werd. Overigens meende zij dat liet bestek- gereedmaken toch eens moest gebeuren en waarom dan nu niet. Dit temeer om dat voor de DACW-subsidie dit nu een maal geëist» werd. Een kant. en klare exploitatie-opzet kon zij niet leveren wel een globale kostenberekening die er als volgt uitzag: sportzaal 986.000 gul den; bowlingbaan 580.000 gulden; dorps huis-gedeelte 877.000 gulden; peuter speelzaal 138.000 gulden; bibliotheek 795.000 gulden; maatschappelijk werk 61.000 gulden; fysiotherapeut 370.000 gulden; r.k. parochie 253.000 gulden en Artishock 220.000 gulden. Te samen 4.927.000 gulden en niet zoals veronder steld werd ruim 7 miljoen. Zij somde op wat in de wijk beslist nodig was en er hoe dan ook toch zou komen: de bibliotheek, de sportzaal, maatschappelijk werk, het r.k. pastoraat en Artishock. „Waarom dan niet in één gebouw?". Zij zei te begrijpen dat de raad het moei lijk had met het voorstel, omdat het de eerste keer was, dat men er mee te maken had; de eerste keer voor een in wonertal van 33.000. Zij verwees naar het dorpshuis te Soesterberg, dat zich kenmerkte door de gezellige sfeer. Goed keuring van het krediet door G.S. zou be slist binnenkomen, gezien de derde plaats die Soest op de aanbevelings lijst voor de minister kreeg. De nieuwe hoorzitting voor de bewoners van de drie wijken (Smitsveen, Klaar- water en Overhees) was inmiddels vast gesteld op maandag 27 september en alle wijzigingen die dan nog in het plan aan gebracht zouden worden, werden ver werkt. Vervolgens somde zij de percentages van de stichtingskosten op, die gedekt zouden worden door subsidies. De heer Storimans (CDA) complimen teerde de wethouder voor de wijze waar op zij het voorstel verdedigd had, maar recht overeind bleef de vraag „wat gaat het ons achteraf kosten". Dat vond ook de heer W. Blaauw WD „Als ik u geloof", zei de heer Blaauw, „dan wordt dit een van de weinige dorps huizen die zichzelf bedruipen". Hij kon zich niet voorstellen dat Artishock's 220.000 gulden uit de cursusgelden ge dekt konden worden. Visser vond de vraag of het financieel rond kwam, niet zo belangrijk; „de ge meente is nog heel wat schuldig aan de bevolking", dacht hij. Toch zette hij nog wat vraagtekens, die dan mogelijk tijdens de hoorzitting van 27 september verdwijnen zouden. Mevrouw Van Gelder (PvdA) miste nog het antwoord op haar vraag in hoe verre afgeweken was van het oorspron kelijke plan en de heer De Wilde viel haar bij. „Is het plan gaan uitdijen en kost het daarom meer?". Wat voorge steld werd vond hij acceptabel, al had hij liever meer gegevens gehad over financiën en exploitatie. De wethouder vertelde dat er geen sprake was van uitdijen, maar juist van in krimping. Toen de architect met het plan kwam dat 7 miljoen koste had het stichtingsbestuur de zaak weer recht getrokken en wat de exploitatie betrof had men een schema opgezet met een zo dicht mogelijke bezetting. Wethouder Ebbers voegde eraan toe dat de raad in een later stadium het uitgewerkte financiële plan voorgelegd zou krijgen. Dan kon men zich altijd nog afvragen, wat zijn we aan het doen. De heer G. Oldenboom (CDA) verklaar de toen accoord te gaan met het voorstel, al vond hij het jammer dat niet alles gedaan was om cijfers op tafel te krij gen. Hij noemde het voorstel „cijfer matig slecht onderbouwd". Het voorstel passeerde daarna de eindstreep. Dat was niet het geval met het voorstel een principe-besluit te nemen om bij de realisering van het wijkcentrum een organisatie-adviseur in te schakelen. Dat gebeurt bij wijze van experiment op verzoek van CRM. Van alle kanten kwa men bezwaren en het resulteerde in het aanhouden van het voorstel. Eerst moet aan CRM duidelijk gemaakt worden, dat de raad van Soest er eigenlijk niet zo heel veel voor voelt. Sluiting Margrietschool De sluiting van de openbare lagere Margrietschool werd algemeen be treurd. Slechts restte de vraag: had dat niet voorkomen kunnen wordéfi? Vooral de heren Goote (PvdA) en Visser (PS) drongen aan op duidelijkheid dien aangaande. Mevrouw Greefhorst (CDA) stelde dat vrijheid van inrichting en vrije school keuze voor het CDA een groot goed was. Het CDA stond volledig achter het voor stel op dit moment om daarmee zo snel mogelijk een einde te maken aan de onzekerheid van het personeel en zo hun rechtszekerheid te waarborgen. „Naar onze mening dienen wij geen enkel doel, als wij op deze plaats lang over deze zaak praten. Niemand en ze ker niet het belang van het oponbaar onderwijs is daarmee gediend. Beter is het aan de toekomst te denken en onze energie te gebruiken om de openbare kleuterschool in Soest-Zuid te behouden", aldus mevrouw Greefhorst. Ook de heer Goote (PvdA) betreurde de sluiting. Wel had hij wat vragen ten aan zien van het beleid van het college. Hij had een overzicht gevraagd over de gang van zaken in de afgelopen jaren, met de bedoeling daarover zinvol te dis cussiëren. Verbaasd was hij daarom dat de sluiting nu al op de agenda opgevoerd werd, omdat de discussie nog niet ge voerd kon worden. Hij vond dat het col- lege de onderwijscommissie niet op adequate wijze informeerde over een dergelijk belangrijke zaak. Antwoord wilde hij nog hebben op de vraag of alle alternatieve oplossings mogelijkheden waren nagegaan. Omdat naar zijn mening dat antwoord gegeven diende te worden in de onderwijscom missie had hij de neiging op verdaging aan te sturen. Daar wilde hij evenwel van afzien, indien hem nadrukkelijk toe gezegd werd, dat de vraag alsnog in de commissie behandeld werd. Mevrouw P. Oranje-Entink (WD) zag twee facetten; een emotionele en een verstandelijke. Emotioneel omdat het openbaar onderwijs in gevaar was en omdat menselijke aspecten een belang rijke plaats bij deze zaak innamen. wethouder mevrouw M. F. van Stiphout-Croonenberg Zij wilde op de verstandelijke aspecten ingaan. Uit de feiten was gebleken dat de voortzetting van het openbaar onderwijs in Soest-Zuid gevaar liep. Vele inspan ningen hadden daar niets aan veranderd. Toen in juni een nieuwe oudercommissie het vertrouwen in de leiding opzegde, had de fractie gemeend de kwestie in de openbaarheid te moeten brengen. Mo- gelijk reeds te laat, omdat er in besloten heid al zoveel over gepraat was. De fractie ging met het voorstel accoord. Wel was gebleken dat er in Soest-Zuid ruimte was voor openbaar onderwijs. Zij hoopte op betere tijden, zeker nu de kleuterschool bleef functioneren. Jan Visser (P.S.) sprak van „mogelijk de ernstigste zaak" in de twee jaren dat de raad in deze samenstelling functio neerde. Hij was, na bestudering van de stukken tot de conclusie gekomen, dat het gemeentebestuur enkele steken had laten vallen en niet alles gedaan had om deze situatie te voorkomen. In de besloten vergaderingen van de onderwijscommissie was men nooit ver der gekomen dan de mededelingen, dat het niet zo goed ging; of dat het weer wel ging; of dat het opnieuw mis ging. Uit eindelijk volgde dan de mededeling dat er geen hoop meer was. Visser betreurde het dat de commissie er niet eerder „in gedoken" was. Evenals Goote eiste hij een diepgaand onderzoek en daarna een openbare behandeling om te voorkomen dat het nog eens gebeurde. Hij kon zich niet aan de indruk onttrekken, dat de commissie buitenspel gezet was. Wethouder Plomp's antwoord was bij zonder kort. Hij stelde allereerst dat niet de onderwijscommissie verant woordelijk was. De heer Goote had de stukken gekregen waarom hij vroeg en verder was hij bereid de zaak in het openbaar te bespreken tijdens een com missievergadering. Wel vond de wet houder dat alles eigenlijk gezegd was en dat men de vertrouwelijke stukken goed moest lezen. Mevrouw Greefhorst voelde niets voor openbare behandeling achteraf, maar de Utrecht, Margriethal, 30 sept. t/m 3 okt. 1976 op donderdag en vrijdag geopend van 10-22 uur, op zaterdag en zondag van 10-17 uur Een jubileumtentoonstelling van duizenden prachtige hoenders. sier en watervogels en pelsdieren. De inzenders wachten op uw bewonderende blikken naar hun Iraaie dieren. Bovendien kunt u waardevolle informatie krijgen over goede huisvesting voor uw kleindieren. heren Goote en Visser wel. Indien het over personen ging waren ook zij voor stander van beslotenheid, maar hier ging het om het beleid. De heer Goote bleef erbij dat de raad niet tijdig was ingelicht. Mevrouw Oranje verzocht in de komende com missievergaderingen op de hoogte ge houden te worden van de verdere gang van zaken. Wethouder Plomp zei met belangstelling de eerstvolgende commissievergadering af te wachten en de beslissing over openbaar of beslotenheid die dan ge nomen zou kunnen worden. Voor hem hoefde overigens niets geheim te blijven. Hij was het niet met de heer Goote eens. dat er te weinig tijd van voorbereiding was geweest. Goote had voortdurend in de onderwijscommissie gehoord hoe de stand van zaken was. Op een opmerking van de heer K. de Wilde (PvdA) dat de wethouder ook aan dacht moest schenken aan niet- onderwijscommissieleden, antwoordde wethouder Plomp, dat zij informatie hadden kunnen krijgen van hun fractie genoten en vervolgens dacht hij dat de heer De Wilde toch gelijk had. Met de opheffing van de school en het eervol (niet gevraagd) ontslag aan het schoolhoofd, ging men daarna accoord. Accoord ging de raad ook met 't voorstel 108.500 gulden beschikbaar te stellen' voor het instellen van een onderzoek naar de huisvestingssituatie van alleen staanden, tweepersoonshuishoudens, personen ouder dan 65 jaar en buiten landse werknemers. Mevrouw Oranje dacht dat de vragen aan de buitenlandse werknemers wat mager waren. Ze bleken echter in sa menwerking met de werkgroep buiten landse werknemers te zijn opgesteld. Mevrouw Oranje vroeg ook om voldoen de publikatie vooraf en dat werd haar toegezegd. Wethouder Van Stiphout zei tenslotte dat het onderzoek circa 15 weken zou duren en dat bij het enque- teren van de buitenlanders, tolken inge schakeld zouden worden. Visser was daarna tegen het besluit meer grond aan de Noorderweg te ver kopen aan de Stichting voor Protestants Christelijk Voortgezet Onderwijs in de regio Baarn-Soest. Hij was daarmee consequent, want ook vorig jaar stemde hij tegen de eerste grondaankoop. Met de raadsleden was de burgemeester het eens, dat sommige overheden blijkbaar menen onder goed koopmansgebruik uit te kunnen komen. Door de controverse tussen Volkshuisvesting en onderwijs zou dat kunnen resulteren in het weige ren van medewerking door het ministe rie van Onderwijs. Men zal er de Ver. van Nederlandse Gemeenten over raad plegen. Visser ging uit de aard der zaak ook niet akkoord met een krediet waarmee de aanleg van een toegangspad naar het Griftlandcollege aan de Noorderweg be kostigd gaat worden. Visser was vervolgens tegen het voorstel van de beroepschriftencommissie om b. en w. in het gelijk te stellen bij hun weigering een bouwvergunning te ver- lenen aan de heer G. Pothoven. Pot hoven vroeg een bouwvergunning voor een hobby-kas aan de Ferd. Huycklaan, in het agrarisch gebied. Omdat hij geen agrariër is en zijn kas een afmeting zou hebben van 34 meter, werd de vergun ning geweigerd. De heer J. v. d. Brakel van de beroepen commissie vond dat het college juridisch gezien, volkomen gelijk had. Toch deed hij een beroep op b. en w. Pothoven op de een of andere manier tegemoet te komen. Wethouder Hoekstra meende dat het col lege niet anders gekund had, maar zei dat de heer Pothoven altijd welkom was om een oplossing te zoeken. Onvoldoende Onvoldoende kennis van zaken bleken daarna de leden van de beroepen commissie te hebben om een weerwoord te geven aan de burgemeester, die met een voorbeeld de stellingname van de beroepencommissie, dat aan studio Otto aan de Steenhoffstraat ten onrechte een bouwvergunning geweigerd werd, van tafel veegde. Op aandrang van voorzitter Festen van de beroepencommissie, had de com missie het standpunt ingenomen dat er geen verband gelegd mocht worden tus sen gebruiksbepalingen en bouwvoor- schriften. De burgemeester merkte op dat gebruik in strijd met de bestemming (in dit ge val studio en woonhuis) wel degelijk een reden voor de weigering was. De juris prudentie van de Kroon gaf het college gelijk. Als voorbeeld haalde zij aan. dat aan een onderwijzer een vergunning voor de bouw van een stalling te behoeve van schapen en jongvee in een landelijk gebied werd geweigerd, omdat.de aan vrager geen agrariër was. Het beteken de dat altijd bekeken moest worden of het toekomstige gebruik in overeenstem- ming was met het bestemmingsplan. Het college meende dan ook dat de be roepencommissie met het voorstel op de verkeerde weg was en in strijd handelde met de ruimtelijke ordening. Zij gaf de raad ernstig in overweging de beroepen commissie in dit geval niet te volgen. Mevrouw E. Korthuis-Elion zei daarop ook kennis genomen te hebben van de jurisprudentie en het college gelijk te geven. De heer G. Oldenboom (CDA) verklaarde vervolgens ook overtuigd te zijn door de burgemeester, waarop de heer De WUde (PvdA) vroeg waar het tegenwoord van de beroepencommissie bleef. Hij was geneigd de burgemeester gelijk te geven, maar wilde niet direct de beroepencommissie afvallen. De beide leden van de beroepencommis sie, mevrouw Oranje en de heer Van den Brakel, verklaarden daarna dat zij het niet meer wisten. Men had het standpunt van voorzitter Festen overgenomen, die veel meer van die zaken wist, dan zij. Zij vroegen om uitstel en dat werd gegeven De kwestie komt de volgende raads vergadering weer aan de orde. BB

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1976 | | pagina 7