Gemeentebegroting voor
volgend jaar meer
dan 52 miljoen gulden
Ds. M. Wilschut met emeritaat
Werkgroep „Leefmilieu Soest
in verzet tegen onderdelen
Eemland-struktuurstudie
Geslaagde modeshow van fa.
Adama en de
Ver. van Huisvrouwen
Vergeleken met 1974 66 procent hoger
Afscheidsdienst op 14 november
Kritisch kommentaar:
PvdA- en PPR-
resolutie
Donderdag 21 oktober 1976
SOESTER
Abonnement per kwartaal f 5,00. Buiten Soest per kwartaal f 10,-.
UitgaveDrukkerij Smit b.v. - Soest
55e jaargang no. 10
COURANT
Bureau voor redactie en administratie Van Weedestraat 29, Soest
Verschijnt iedere donderdag
Tel. 14152 - Postgiro 126156
De gemeentehuishouding gaat volgend jaar in Soest 52.433.504 gulden kosten. Onder
wijs neemt daar de grootste hap uit: 10.505.502 gulden. Dan volgt openbare werken
met 9.822.304 gulden en vervolgens algemeen beheer: 6.878.017 gulden; openbare
veiligheid (brandweer en politie) 6.873.275 gulden; cultuur en recreatie: 3.833.9fe3
gulden; sociale zorgen maatschappelijk werk: 3.256.390 gulden; volksgezondheid:
1.074.785 gulden; volkshuisvesting: 887.530 gulden en privaatrechtelijke eigendom
men: 589.521 gulden.
Daar staan tegenover inkomsten uit gemeentelijke belastingen van 4.288.097 gulden;
uitkeringen uit het gemeentefonds van 24.552.723 gulden en rijksbedragen van
10.631.324 gulden. Verder aan grond en personele belasting 1.520.200 gulden; aan
rente en aflossingen, huren en pachten 2.075.428 gulden; aan uitkeringen van be
drijven 797.098 gulden; aan bijdragen van provincie, gemeenten, samenwerkings
organen enz. 240.828 gulden terwijl er 514.100 gulden uit de reserve gehaald wordt.
Vergeleken met het jaar 1974 (begroting van ruim 31 miljoen) zijn de uitgaven met
66% gestegen. Dat is een gemiddelde, want bijvoorbeeld het algemeen beheer kost
74% meer; de politie 76%; de brandweer 56%; openbare werken 54%; cultuur en
recreatie 78%; sociale zorg en maatschappelijk werk 90%; privaat rechtelijke eigen
dommen zelfs 240% meer en de economische aangelegenheden 244%. De opbr£*»gst
aan gemeentelijke belastingen is met 49% gestegen; de uitkeringen van bedrijven
maar 1%; de inkomsten uit rente en aflossingen met 47%; de uitkering uit het ge
meentefonds voor het onderwijs met 57% en de algemene uitkering met 73%.
Wat het aanspreken van de reserves betreft was het bedrag in 1974 72.600 gulden
en nu 514.100 gulden; dat is ruim zeven maal meer.
Woningbouw
Blijkens de op 20 september van dit
jaar gehouden telling, bedraagt het aan
tal ingeschreven woningzoekenden in
Soest en Soesterberg nog altijd 1826.
Met het oog daarop wordt betreurd dat
G.S. goedkeuring onthield aan de plan
nen Overhees 3 en 4 en dat de Kroon-
De begroting gaat zoals steeds vergezeld
van een nota van aanbieding van bur
gemeester en wethouders; een soort
troonrede waarin bekend gemaakt wordt
wat de beleidsvoornemens zijn en welk
werk de raadsleden te wachten staat.
Zo zegt het college te betreuren dat, door
het uitblijven van een beslissing van de
regering, de verschillende bestuurslagen
,,nog langer in het onzekere blijven"
ten aanzien van hun toekomstige taken
en bevoegdheden. Blij is men dat ver
moedelijk alle in het Samenwerkingsor
gaan Eemland deelnemende gemeenten
de wijziging van de gemeenschappelijke
regeling zullen aannemen, waardoor een
wat stringentere behartiging van ge
meenschappelijke belangen mogelijk
wordt.'
Melding wordt gemaakt van de lopende
onderzoeken betreffende verkeer en ver
voer; de recreatie, terwijl de ontwerp-
structuurschets gereed is en de uitspraak
van de raad gevraagd zal worden.
Wat Soest betreft staat de Algemene
Politie Verordening op de helling; komt
er een nieuwe verordening voor de toe
passing van de woonruimtewet; een
nieuwe markt-verordening en zullen de
winkelsluitingsverordening en de taxi-
verordening aangepast worden aan de
nieuwe wetten.
Uiteraard wordt betreurd dat het ambte
lijk apparaat verspreid over de gemeen
te werken moet en gehoopt wordt dat in
de loop van 1978 begonnen kan worden
met de bouw van een nieuw gemeente
huis.
Politie
Dezelfde gedachte heerst met betrek
king tot het politiebureau. Het korps
wordt per 1 januari met 5 man uitge
breid tot 70 personeelsleden. Voor hen in
in de huidige accomodatie geen plaats.
Het huidige beleid ten aanzien van de
politietaken zal worden voortgezet en
dat betekent prioriteit aan surveillance
en assistentieverlening. Overdag zal ook
gesurveilleerd worden per motor en per
fiets. Ook de gerichte controles blijven
uiteraard gehandhaafd.
De afdeling ijecherche zal op sterkte
worden gebracht; deze moet 13% van de
organieke sterkte zijn. Is nu 7 man;
straks 9 man.
Wat de brandweer betreft blijft het be
leid gericht op verbetering van de hulp
verlening bij ongevallen en rampen.
Verwacht wordt dat in 1980 de regio
nalisatie van de brandweer voor het
gehele land verwezenlijkt zal zijn. De
huidige samenwerking met de omliggen
de gemeenten is evenwel nu reeds uit
stekend.
Doorgegaan wordt met de voorlichting
aan scholen en in bejaardentehuizen
e.d. en aan een rampenplan voor de ge
meente Soest wordt gewerkt.
Ruimte-indeling
Het ontwikkelingsplan zal uiterlijk juni
1977 bi de raad worden behandeld. Dat is
een jaar nadat de raamstructuur werd
aangenomen. Het college noemt dat ove
rigens een van de belangrijkste feiten op
het gebied van de ruimtelijke ordening
in 1976. Wel wordt er bij gezegd dat af
wijkingen van de in de raamstructuur
vastgelegde doelstellingen, door ingrij
pen van hogere overheden mogelijk
blijft. Die hogere overheid zal dat dan
evenwel duidelijk moeten motiveren en
met redelijke argumenten moeten
komen.
Nog dit jaar hoopt het college gereed
te zijn met het bestemmingsplan voor
het nieuwe centrum, zodat daarvoor
de inspraak en het voor overleg op gang
kan komen. Gewacht wordt op beslis
singen van de Kroon over de plannen:
Soestereng-Weg over de Eng (vanaf '71)
Soest-Zuid (vanaf 1974); Industrieterrein
Soesterberg (1974); Overhees (1975);
Soestdijk (1976). Bij gedeputeerde Staten
ligt het plannetje Generaal Spoorstraat
en in voorbereiding zijn de plannen
Albert CuyplaanZwarte Wegje (Soes
terberg') Soest-Midden en Steenberghe I
Bakkeneslaan (Soesterberg).
In 1977 zal begonnen worden met de plan
nen Klein-Engendaal en de uitbreiding
van het industrieterrein aan de Konings
weg.
Voor de bestemmingsplannen, die voor
de komende jaren op stapel staan, zul
len tijdsduur van het besluitvormings
proces en de kosten factoren de aan
dacht vragen. Dat gaat dan mede over
de inspraak. Een strak tijdschema en
een effectieve manier van werken zal
hierbij op zijn plaats zijn.
beslissing daarover uit is gebleven. „Het
zou plezierig zijn", zegt het college, „in
dien de beslissing daarover niet te lang
op zich laat wachten". De doorstroming
krijgt het volgend jaar weer de nodige
aandacht, al is er slechts het vooruit
zicht op de bouw van circa 300 woningen
in Overhees 2 en mogelijk de start van
het plannetje Albert Cuyplaan.
Onderwijs en Cultuur
In de hoofdstukken onderwijs, cultuur,
maatschappelijk werk en gezondheids
zorg, wordt weinig wereldschokkends
gezegd. De post „kunstzinnige vorming
van de jeugd" is dit jaar door het colle
ge extra verhoogd om de schooljeugd be
ter in de gelegenheid te stellen kennis te
maken met de verschillende verschij
ningsvormen van cultuur.
Tevreden is men uiteraard over het ge
reedkomen van de scholen in Overhees,
de kleuterschool voor het protestants-
christelijk onderwijs in Soest-Zuid, de
nieuwe Van der Huchtkleuterschool en
het nieuwe gym-lokaal bij de Van der
Huchtschool. Gememoreerd wordt ook
de modernisering van de Prins Willem-
Alexanderschool, de Savornin Lohman-
school en de lagere Van der Huchtschool
en gezegd wordt dat een oplossing ge
zocht w'ordt voor de totaal verouderde
Da Costaschool aan de Prins Bernhard-
laan.
Het college acht het ook van groot be
lang dat betere mogelijkheden worden
geschapen voor iedereen om aan het cul
turele leven deel te nemen. Daarbij is
vorming van kader van groot belang.
Verheugd is men over de grote toename
van het aantal leden van de bibliotheek.
Geconstateerd wordt ook dat de belang
stelling voor de aktiviteiten van Artis-
hock de laatste jaren is gestegen en dat
de huisvesting van de muziekschool nog
steeds een nijpend probleem vormt.
Gehoopt wordt dat volgend jaar gestart
kan worden met de bouw van 't wijk
dienstencentrum in Overhees en met de
bouw van een medisch centrum in Soes
terberg.
Wat jeugdzaken betreft wordt betreurd
dat de instellingen, werkzaam op het ter
rein van de jeugdzorg, in het begrotings
jaar niet kunnen rekenen op verruiming
van de rijkssubsidie. De oplossing van de
accomodatieproblemen zal dan ook moei
lijk zijn.
Het college zal echter in die gevallen,
waar hij dit verantwoord acht, subsidie
verzoeken bij het ministerie ondersteu
nen. Het is evenwel niet te verwachten
dat van de zijde van het Rijk veel finan
ciële mogelijkheden zullen worden gebo
den. Wel hoopt men volgend jaar te star
ten met de nieuwbouw voor de stichting
Jeugdwerk Soestererg. De peuterspeel
zalen kunnen volgend jaar rekenen op
een rijksbijdrage van 2500 gulden per
speelzaal. Er is weinig over bekend en
daarom wordt dit bedrag door de ge
meente voorlopig geraamd.
Gemeente bedrijven
De begroting voor het openbaar slacht
huis vertoont een nadelig saldo van 4505
gulden, en wat het woningbedrijf betreft
wordt melding gemaakt van een groeiend
wederzijds begrip tussen de SSW en het
woningbedrijf. „Het stemt tot voldoe
ning", aldus het college, „dat er voor
afgeronde gedeelten van het gemeente
lijk woningbezit steeds meer bewoners
commissies worden opgericht, waar
door de verhouding eigenaar/huurder
wordt verbeterd".
Met bescheiden voldoening wordt vast
gesteld, dat de kosten waarmee gemeen
tewerken de begroting belasten, minder
zijn gestegen dan de trend van de alge
mene kostenstijging aangeeft. Dat lijkt
aantrekkelijk, maar het college stelt
daarbij direct de vraag of het algemeen
verzorgingsniveau daar niet onder te lij
den heeft.
„Ons inziens is dit nog niet het geval,
doch gelet op de toenemende verkeers
onveiligheid, de straatverontrelniging
onnodige beschadigingen van wegver
hardingen, is een nadere bezinning wel
op zijn plaats", aldus b. en w.
Het college vindt dat Soest steeds meer
een verkeersonveilige plaats wordt en
volgens hen gaat zich nu wreken dat een
duidelijke wegenstructuur, met daaraan
gekoppeld een aangepaste verkeers
afwikkeling, ontbreekt.
„Wanneer niet spoedig kan worden be
gonnen met de infra-structurele werken,
waarin o.a. het ontwikkelingsplan 1976
zal moeten voorzien, zullen in de ko
mende jaren veel tijdelijke, dikwijls
kostbare, maatregelen genomen moeten
worden om de verkeersonveiligheid te
rug te dringen", voorspelt het college.
Hetzelfde geld ook de straatvervuiling
en de straatvernieling. In Soest neemt
het parkeren en rijden met voertuigen op
voetpaden hand over hand toe en vooral
bij wat oudere wegverhardingen geeft
dit veel schade.
Voor het komend jaar wordt rekening
gehouden met de volgende kapitaalwer-
ken: Overhees 2e fase; bergingsriool
inclusief gemaal Koningsweg; doortrek
king Dalweg; fietspaden langs Konings
weg, Lange Brinkweg en Zeisterspoor.
Geraamd zijn de volgende aanschaffin
gen voor het wagenpark: lichte vracht
auto; bestelauto; grafdelfmachinelichte
trekker voor de begraafplaats aan de
Veldweg; trekker voor bosonderhoud
zand- en zoutstrooier; containers voor
huisvuil en dan nog voor 25.000 gulden
aan meubilair.
De ontwerpbegroting voor het gasbedrijf
vertoont een voordelig bedrijfsresultaat
van 75.498 gulden. In 1976 was dat nog
248.074 gulden. Tariefsverhoging van 7%
wordt voorgesteld voor de verhuur van
toestellen en de controle-abonnementen.
De exploitatie van de centrale-antenne
inrichting in Overhees vertoont een
voordelig saldo van 91i gulden; Soester
berg daarentegen een nadelig saldo van
1340 gulden.
Gewag wordt gemaakt van de in Soest
gehouden enquete; 8600 formulieren wer
den verzonden; 4000 terug ontvangen en
daarvan wil 75% direct een aansluiting
op de centrale antenne. Tien procent wil
later en slechts 15% wil niets.
Sportstichting
De sportstichting wil komen met voor
stellen voor de afronding van het sport
park Bosstraat-Oost; de aanleg van een,
mogelijk regionale, atletiekaccommoda-
tie en de vervanging van de hockeyvel
den aan de Schrikslaan.
Voor het voeren van een gemeentelijk
beleid ter stimulering van Sortieve Re
creatie is door de Stichting een commissie
ingesteld, die advies zal uitbrengen
over de wijze waarop dit kan gebeuren.
De tarieven welke aan de verenigingen
worden berekend zijn verhoogd met 7%.
Belastingen
Een aantal belastingen en rechten wordt
verhoogd: Reinigingsrechten met 2 gul
den per woning (van 44 naar 46 gulden
per perceel)straatbelasting met 6.06%;
de rioolbelasting met 10% (of samen
straat- en rioolbelasting 7,94%); opcen
ten personele belasting van 340 naar 470;
de hondenbelasting met 5 gulden (van 40
naar 45 gulden) en de leges met 7%.
Ter afsluiting van dit globale overzicht:
In 1974 werden de uitgaven van de ge
meente begroot op 31.111.833 gulden; in
1975 36.882.759 gulden; voor het nu lo
pende jaar 1976 op 44.609.500 gulden
en nu dan voor 1977 op ruim 52 miljoen.
Het bedrag van 1975 steeg ten opzichte
van 1974 met 21.21%; 1976 ten opzichte
van 1975 met 17,56% en 1977 ten opzichte
van het lopende jaar met 16,85%.
In de dienst die zondag 14 november 's avonds om zeven uur begint in de Julianakerk,
neemt ds. M. Wilschut afscheid. Hij gaat „ondanks" zijn 63 jaren met emeritaat,
omdat de veertig dienstjaren zijn volgemaakt en hij graag nog wat wil studéren.
Hij neemt, zoals hij zelf zegt, „deze kans waar" en trekt zich terug uit de kerkelijke
organisatie. Dat wil niet zeggen dat men hem niet meer zal horen, want reeds op
5 december, de vijfde dag van zijn officiële ambtsrust, staat hij weer op de kansel.
Toch wordt op 14 november officieel
afscheid genomen en op l december een
punt gezet achter een bijzonder aktief
leven in dienst van de Kerk. Evenals zijn
vrouw geboren in Rotterdam, waar hij
het einddiploma behaalde aan het
Marnix-gymnasium, studeerde hij theo
logie aan de Vrije Universiteit te Am
sterdam. Die studie werd in 1936 afge
rond. Op 11 november .van dat jaar
trouwde hij en vier dagen later op 15
november werd hij bevestigd als domi
nee van de gereformeerde kerk van
Oosternijkerk in Friesland.
Het gezin Wilschut werd gezegend met
acht kinderen; één ervan werd predi
kant en zijn eerste standplaats was...
Oosternijkerk, waar ds. A. Wilschut
twee en dertig jaar na zijn vader zijn
intrede deed.
Tot 1940 bleef ds. M. Wilschut in Ooster
nijkerk en vandaar aanvaardde hij een
op hem uitgebracht beroep door Delfzijl.
Het werden drie bewogen oorlogsjaren
waar hij niet graag over praat. In '43
vertrok hijnoodgedwongen. Slechts één
voorval geeft hij prijs; meermalen werd
hij door de Duitse bezetter verhoord in
het beruchte „Scholtenhuis" in Gronin
gen. Dat ging dan over, wat men zou
kunnen noemen zijn „vrijmoedige predi
king". Eenmaal bemoeide Herr Doctor
Conring, de „Beauftragte für Gronin
gen", zich daarmee. Dat gesprek nam
Ds. M. Wilschut
een typische wending en had alles te
maken met de godsdienstige opvoeding
van Conring. Twee jaar na de oorlog be
riep Conring zich nog op dat gesprek bij
de Amerikanen, die hem verhoorden in
verband met zijn oorlogsverleden. De
Amerikanen checkten het af bij ds. Wil
schut. Uit het feit dat Conring zich het
gesprek herinnerde, mag afgeleid wor
den dat het voor hem (Conring) iets
heeft „betekend".
In 1943 kwam ds. Wilschut naar Hilver
sum, waar hij voor het eerst in zijn
loopbaan als predikant, kon samenwer
ken met collegae. Hij werd de eerste
predikant in de nieuwe wijk „West" en
hij bewaart daar de beste herinneringen
aan.
Zijn taak werd veel omvattender door
zijn afvaardiging, namens de classis
Hilversum naar de provinciale synode.
Het betekende werkzaamheden op evan-
gelisatorisch terrein, dat zich verder uit
strekte dan alleen Hilversum.
In 1951 aanvaardt hij een beroep (het
tiende inmiddels) dat vanuit Amster
dam op hem wordt uitgebracht. Hij doet
zijn intrede^ de kerk in Amsterdam-
West in het Zeeheldenkwartier; een-
drukke wijk van circa 5000 gereformeer
den. Daarvoor staan vier, later na de
bouw van het Geuzenveld, zeven domi
nees; het aantal gereformeerden is dan
Opgelopen tot 8000.
De heren Zweers, v. d. Werf en Roos, samen vormend de werkgroep Leefmilieu
Soest hebben een uitvoerig kritisch kommentaar geleverd op de Structuurstudie
Eemland 1976. Dit kommentaar spitst zich toe óp de onderwerpen: natuurlijke groei;
migratiesaldo; berekening van de woningbehoefte; het landschap als factor in de
afweging én de relatie tot de raamstructuur van het ontwikkelingsplan Soest.
Het „kommentaar" is gericht aan de Soester gemeenteraad en afschriften zijn ge
zonden aan het Samenwerkingsorgaan Eemland; aan de raden van de Eemland-
gemeenten en aan de Provinciale Planologische Dienst te Utrecht.
Wat de „natuurlijke groei" van Eem
land betreft vinden de heren van de werk
groep het ook hier, net als bij het cij
fermateriaal dat Soest hanteerde bij de
raamstructuur, verontrustend dat in
1976 een overheidsapparaat zich baseert
op prognoses, die reeds sinds jaren ach
terhaald zijn. Deze stellingname wordt
uitvoerig onderbouwd met recente cij
fers van de Provinciale Planologische
Dienst en het Economisch Instituut voor
de Bouwnijverheid.
De afwijking zijn evident en de werk
groep meent dat een radicale herziening
van het voor de structuurstudie Eem
land, gebruikte cijfermateriaal vereist
is. Dat althans wil die studie op dit punt
de toets van elementaire kritiek kunnen
doorstaan. Als voorbeeld: de groei van
de provincie Utrecht is volgens de prog
nose in de structuurstudie voor de jaren
1975-1980 0,80; „feitelijk" in 1975 slechts
0,47 en volgens de EIB-prognose 0,51.
De structuurstudie rekent voor de jaren
1985-1990 nog op 0,62 en het EIB slechts
op 0.12 voor 1990.
De werkgroep zegt daarvan: Het lijkt er
op dat het EIB. ondanks zijn lage cij
fers, gelijk begint te krijgen; dat wil zeg
gen dat we hier nu eindelijk een prognose
hebben, die redelijk met de werkelijk
heid in overeenstemming lijkt te zijn.
Ook het migratiesaldo wordt aangevoch
ten aan de hand van veel gegevens.
De werkgroep wijst er op, dat als men
ernst wil maken met het tegengaan van
vestigingsoverschotten en het sparen van
natuur en landschap, het beleid gericht
moet ,zijn op een migratiesaldo van
Soest en Baarn, de enige Eemland-ge-
meenten die behoren tot het Utrechtse
Heuvelgebied, gaven reeds te kennen al
leen ruimte te willen bieden voor de
opvang van de natuurlijke groei, gecom-
neerd met stringente afspraken over de
verdeling van woningen ten behoeve
van de eigen bevolking.
Ook wordt opgemerkt dat allerwege het
zgn. overloopbeleid als achterhaald be
schouwd wordt en dat het alleen maar
leidt tot verdere leêgloop van Amster
dam. Wat de berekening van de wo
ningbehoefte wijst de werkgroep op de
bruto woningbezettingscijfers, gebaseerd
op de prognoses van het Rijk. Het gaat
hier om tienden-procenten: voor 1980
Ned. 2.96; Utrecht en Eemland 3.02;
voor 1990 Ned. 2.76; Utrecht 2.93 en
Eemland 2.97.
De prognose van Eemland is gebaseerd
op een „aanname"; die van het Rijk op
een „berekening" en daarom volgens de
werkgroep te prefereren. Men dient zich
in dit verband te realiseren dat reeds
een geringe wijziging in de woningbe
zettingscijfers relatief grote gevolgen
heeft met betrekking tot het aantal beno
digde woningen. Ook stelt de werkgroep
de vraag of het juist is om de gehele
woningbehoefte uitsluitend te beschou
wen in termen van „uitbreiding van het
stedelijk gebied". Is niet ook „indikking",
„verdichting", soms een goede mogelijk
heid? Per gemeente zou opgave moeten
worden gedaan van alle in voorberei
ding zijnde of in het verschiet liggende
bestemmingsplannen binnen de bebouw
de kom met vermelding van het aantal
te bouwen woningen én van alle plaatsen
waar men overigens tot verdichting van
bestaande bebouwing zou kunnen komen.
De werkgroep is het verder niet eens
dat het landschapskundig onderzoek gro
tendeels terzijde geschoven wordt en de
draagkracht van het landschap bij de
gedetailleerde voorstellen, inzake grootte
en verdeling van de bouwprogramma's
over de onderscheiden gemeenten, vol
komen buiten beschouwing gelaten
wordt. „Dit met de mond belijden van
de grote betékenis van het landschap
als weegfactor, maar het in de praktijk
zich daarvan niets, maar van de gemeen
telijke bouwplannen, alles aantrekken,
is in deze tijd in en in deze regio, vol
strekt onvoorstelbaar", aldus de 3 heren.
Wat Soest betreft is aanpassing van de
structuur studie aan de raamstructuur
van Soest een dringende eis. Doet men
dat niet, dan blijft men zitten met een
onmogelijk verschil.
Inmiddels is bekend geworden dat het
Samenwerkingsorgaan vermoedelijk de
hele studie in de ijskast wil plaatsen
een en ander in verband met de ver-
stedelijkingsnota van de Minister en
diens gewijzigde visie ten aanzien van
bijvoorbeeld woningbouw in Baarn en
Soest.
In dit verband spreekt hij over „ruimte-
lijke(overheids)ordening", waar hij zo
zijn twijfels over heeft. „In Amsterdam-
West inclusief Geuzenveld, werken nu
nog maar drie gereformeerde dominees;
de mensen zijn weggetrokken en wonen
elders. De huizen in Amsterdam staan
leeg en is er dan wel sprake van „orde
ning"? Kunnen die huizen niet opge
knapt en aangepast worden aan de eisen
van normaal wooncomfort? Is er sprake
van „ordening" als men nu, om naar
werk of terug naar huis te gaan, uren
onderweg moet zijn? In Soest, bijvoor
beeld, wordt „ruimte" opgeofferd, ter
wijl in Amsterdam de huizen leeg staan.
Massa's mensen zouden daar willen
wonen, als dat maar enigszins mogelijk
was'is zijn overtuiging.
Hij weet waar hij over praat, want de
contacten die hij in de jaren 1951-1966 in
Amsterdam legde, bestaan nog steeds.
Naast de werkzaamheden op breed
evangelisatie-terrein in de gehele pro
vincie, het werk dat hij vanuit Hilver
sum „meenam", zijn zijn dagen in Am
sterdam gevuld met jeugdwerk en is hij
de eerste dominee die direct betrokken
is bij het gemeentelijk vervoerbedrijf in
het kader van „Evangelie en bedrijfs
leven". Het is een nieuwe aanpak, waar
voor later zelfs een dominee geheel
wordt „vrij" gemaakt. Het is een inter
kerkelijke organisatie, die zich bezig
houdt met situaties in het bedrijfsleven.
Wilschut zal ook zijn opvolger in dit
werk, een hervormde dominee bevesti
gen. Het principe daarbij is „kerk met de
mensen zijn in de volheid van het leven".
De bedrijfs-dominee bestaat nog,
„helaas" zegt Wilschut, „nu té institu
tioneel".
In 1962 is hij geruime tijd ziek en moet
hij het wat kalmer aan gaan doen en dan
in 1966 neemt Wilschut een door Soest
dijk op hem uitgebracht beroep aan.
„Soestdijk", omdat eerst later de fusie
met „Soest-Zuid" tot stand kwam. In
„Soestdijk" zijn aan de Julianakerk
twee predikanten verbonden; ds. M. Wil
schut en ds. S. de Jong, die kort daarop
vertrekt en opgevolgd wordt door ds. G.
Rang.
Ds. Wilschut houdt zich hier minder met
het „burgelijk gebeuren" bezig zoals hij
dat zegt. Hij wordt meer betrokken bij
het breed-kerkelijk werk; wordt lid van
de provinciale synode in de classis
Amersfoort; is er zelfs vier jaar voor
zitter van; wordt curator van de Theo
logische Hogeschool te Kampen en voor
zitter van de regio Utrecht van de Ver.
voor Hoger Onderwijs op Geref. Grond
slag van de Vrije Universiteit te Amster
dam. Hij wordt ook aangesteld tot clas
sicaal kerk-visitator. Lid was hij van de
Generale Synode te Haarlem.
Deze veelzijdige werkzaamheden wer
den gecompleteerd door een leraarschap
dat hij van 1947 tot 1972 uitoefende in
achtereen volgens Goois-Lyceum të Hil
versum, het Lyceum te Bussum en het
Gereformeerd Gymnasium te Amster
dam. Hij stond in totaal 25 jaar „voor de
klas" als leraar Godsdienst en He
breeuws en dat is ook weer niet zo ver
wonderlijk, want zowel vader als schoon
vader, waren hoofdonderwijzer aan een
Rotterdamse school. Hij was ook de eer
ste voorzitter van de Raad van Kerken te
Soest.
Op 23-jarige leeftijd begonnen, zijn nu de
veertig jaren volgemaakt in enorme
veelzijdigheid en dienstbaarheid. Hij
trekt zich nu terug uit de kerkelijke
organisatie en gaat zich toeleggen op de
studie. Ook dat zal insiders niet ver
wonderen, gezien de functies die hij bij
het onderwijs vervulde en nog vervult.
De zondagsverkondiging gaat evenwel
door en wat dat betreft is de agenda voor
het volgend jaar al vol. Het wordt daar
om maar een „betrekkelijk" afscheid,
extra onderstreept omdat hij in Soest
blijft wonen.
Op 2 januari a.s. zal hij zijn opvolger,
ds. Baumfalk, bevestigen. Hij kent
Baumfalk vanuit de Haarlemse Synode.
40 jaren stond hij in de praktijk; vele
jaren worden hem hopelijk gegeven om
zich aan zijn tweede „spaaningsveld" te
wijden; de studie.
Zondag 14 november wordt de afscheids
dienst gevierd in de Julianakerk; de
week ervoor, op zaterdag 6 november
wordt hem een afscheidsreceptie aan
geboden. Aan belangstelling zal het hem
en zijn vrouw niet ontbreken.
De partijbesturen van PvdA en PPR
stelden een aantal voorwaarden op
waaraan voldaan moet worden willen zij
aan een volgende regeringsperiode mee
doen. Ze moeten dan samen de grootste
politieke combinatie zijn geworden, dus
flink vooruit zijn gegaan in aantal ka
merzetels en Den Uyl moet weer de
nieuwe minister-president worden. En
als de stembusuitslag die voorwaarden
niet verwezenlijkt, dan, zo zeggen de
Partijbesturen in hun resolutie, doen wij
niet mee.
Dit standpunt van de linkse partijen is in
politieke kringen, ook in de eigen kamer
fracties, als schokkend en als niet be
paald handig ervaren. De PvdA-kamer-
leden waren op een enkele uitzondering
na, er zelf niet van op de hoogte en nogal
verontwaardigd over de gang van zaken
en over de opgestelde resolutie. Een
machtsgroep in de partij stelt hen voor
een verrassing waar velen het helemaal
niet mee eens blijken te zijn, die niet
getuigt van een diplomatiek politiek
beleid, die de kans vergroot dat de PvdA
straks weer tot de oppositie moet gaan
behoren in plaats van het politieke beeld
in hoofdzaak te bepalen. Fractieleider
Van Thijn had kennelijk wel aan de tot
standkoming van de resolutie meege
werkt, zonder zijn fractieleden er in te
kennen, en verdedigde het bestuurs-
standpunt door te zeggen, dat men
hiermede de kiezers in staat stelde om te
bepalen of PvdA en PPR nog aan een
volgende regering konden deelnemen.
Wij leggen de macht bij de kiezer, zo
verklaarde hij. Alsof dat in ons democra
tisch systeem niet altijd het geval is.
Nee, zegt Van Thijn, want de kiezer heeft
geen invlóed meer op de kabinetsvor
ming, die door de partijkaders wordt
beslist. In tweede instantie ja, omdat in
ons partijstelsel nu eenmaal altijd de
vorming van een coalitie van enkele
partijen noodzakelijk is om tot een
kamermeerderheid te komen waarop de
regering kan bouwen om te kunnen
regeren.
Dat vereist dus onderhandelingen tussen
de door de kiezers het meest aangewezen
partijen en hun gekozen vertegenwoordi
gers kunnen dan bepalen of ze met de
uitslag van die onderhandelingen ak
koord gaan. Aan deze gang van zaken
wordt door de resolutie van PvdA en
PPR niets veranderd. Ook al zouden ze
samen de grootste groepering worden,
dan nog zullen ze tot een coalitie met één
of meer andere partijen moeten komen
en het te voeren beleid dus niet alléén
kunnen uitmaken, hoe graag de partijbe
sturen dat ook willen. Het is dus onzin te
beweren dat door de resolutie nu volledig
de macht bij de kiezer wordt gelegd om
te bepalen welke coalitie er straks uit de
bus móet komen. Daartoe laat ons stelsel
altijd nog verscheiden mogelijkheden
open.
En de vaststelling van die resolutie komt
dan op een moment waarop een goed
gefundeerde enquête heeft uitgewezen,
dat wanneer er nu verkiezingen zouden
worden gehouden zowel PvdA als in nog
sterkere mate de PPR stemmen- en dus
zetelverlies zouden boeken. Samen zou
den ze zakken van 50 naar 45 zetels. Op
dit ogenblik. Zou men nu veronderstellen
met zo'n resolutie vele kiezers te kunnen
bekeren om dan tóch maar PvdA te
stemmen, opdat die partij in's hemels
naam niet weer uit de regering ver
dwijnt? Zouden de linksen zulke kinder
lijke gedachten koesteren? Dan kennen
ze de Nederlanders wel slecht; die laten
zich niet zo gemakkelijk dwingen nog
schrik aanjagen.
Wie de laatste tot de ontdekking is
gekomen, dat het beleid van dit kabinet
niet is om over te juichen, zal, al stemde
hij/zij vorige maal PvdA of PPR, nu
maar eens een andere partij zijn stem
gaan geven. Bij die koppige Hollanders
moet je niet met machtsbedoelingen an
bangmakerij aankomen. Een goede
stoot om de PvdA weer, ongewild, naar
de oppositie te dwingen, die resolutie. Je
moet er niet aan denken wat er met ons
land gaat gebeuren als die ondiplomatie
ke drammers hun zin zouden krijgen.
Momenteel houden we de serieuze op
bouwende krachten in de PvdA nog sterk
genoeg om die domme resolutie op het
partijcongres van de baan te schuiven.
Ook al zegt Joop den Uyl nu er wel
„begrip" voor te hebben. Daar is hij
weer diplomatiek genoeg voor ingesteld.
In samenwerking met de Nederlandse Vereniging van Huisvrouwen en kapsalon
Wever werd donderdagmiddag en -avond 14 oktober de collectie van de firma
Adama getoond voor een enthousiast publiek. In vlot tempo passeerden liefst 70
modellen de revue. De mannequins, leden van de vereniging, kwamen telkens op
nieuw stralend te voorschijn, gepresenteerd en begeleid door Lady speaker mevr.
De Graaf (Greet) die zelf in een algemeen bewonderde grijs voile creatie gehuld
Het dient gezegd dat Dori, Diana, Dinl,
Jeanette, Mieke, Regina en Therèse, niet
voor „beroeps" behoeven onder te doen.
Enkele dames hebben dan ook al bij
vorige gelegenheden geschitterd en kon
den aldus de anderen de kneepjes van
het vak bijbrengen.
Hier werd bewezen dat men geen ideale
maten behoeft te hebben om chique of
sportief gekleed te gaan en leeftijd speelt
in feite geen rol meer, vooral niet met
onze huidige lange mode.
De kleuren voor de komende winter
zijn, behalve enkele fel afstekende acces
soires, niet uitbundig, wél warm. Veel
bruin, beige, paars, zwart en veel vage
ruiten en strepen, héél geraffineerd toe
gepast zó dat zelfs tot in de grotere ma
ten. dwarse strepen wonderlijk genoeg
nog afkleden.
Er is volop keuze uit Eskimo look, fol
klore en knitted look. grof gebreide slob
bertruien en gerieflijke slobberkragen.
Er zijn prachtige mantels, modern klas
sieke deux-pièces. zeer begeerlijke
avondkleding en de beeldigste nacht
japonnen waarin je naar verkiezing naar
bed of naar bal kunt gaan.
Een grappige vondst werd door Dini
(maat 34) getoond. Een ruime rok met
zeer wijde strook, aan te passen aan elke
gelegenheid. Door een verborgen strook
neer te laten is hij omgetoverd tot avond-
rok. De prijzen die bij alle modellen
genoemd werden zijn dikwijls pittig,
maar een pluspunt is dan weer dat de
meeste van die fraaie stoffen de was
machine niet schuwen, zodat op chemisch
reinigen bespaard kan worden.
Aan het einde dankte de voorzitster van
het N.V.H. de heer Adama met een
fruitmand en werden namens de firma
aan lady speaker, mannequins en pia
niste bloemruikers aangeboden.
Voor de kleedsters die achter de scher
men zo'n groot aandeel hadden in het
vlot en vlekkeloos verloop van de show,
was de mooie tafelversiering.
De assistente van de kapsalon aan de Ko-
ninginnelaan nam namens de heer en
mevrouw Wever eveneens een fruitmand
in ontvangst.
7