Gemeentebegroting voor volgend jaar meer dan 52 miljoen gulden Ds. M. Wilschut met emeritaat Werkgroep „Leefmilieu Soest in verzet tegen onderdelen Eemland-struktuurstudie Geslaagde modeshow van fa. Adama en de Ver. van Huisvrouwen Vergeleken met 1974 66 procent hoger Afscheidsdienst op 14 november Kritisch kommentaar: PvdA- en PPR- resolutie Donderdag 21 oktober 1976 SOESTER Abonnement per kwartaal f 5,00. Buiten Soest per kwartaal f 10,-. UitgaveDrukkerij Smit b.v. - Soest 55e jaargang no. 10 COURANT Bureau voor redactie en administratie Van Weedestraat 29, Soest Verschijnt iedere donderdag Tel. 14152 - Postgiro 126156 De gemeentehuishouding gaat volgend jaar in Soest 52.433.504 gulden kosten. Onder wijs neemt daar de grootste hap uit: 10.505.502 gulden. Dan volgt openbare werken met 9.822.304 gulden en vervolgens algemeen beheer: 6.878.017 gulden; openbare veiligheid (brandweer en politie) 6.873.275 gulden; cultuur en recreatie: 3.833.9fe3 gulden; sociale zorgen maatschappelijk werk: 3.256.390 gulden; volksgezondheid: 1.074.785 gulden; volkshuisvesting: 887.530 gulden en privaatrechtelijke eigendom men: 589.521 gulden. Daar staan tegenover inkomsten uit gemeentelijke belastingen van 4.288.097 gulden; uitkeringen uit het gemeentefonds van 24.552.723 gulden en rijksbedragen van 10.631.324 gulden. Verder aan grond en personele belasting 1.520.200 gulden; aan rente en aflossingen, huren en pachten 2.075.428 gulden; aan uitkeringen van be drijven 797.098 gulden; aan bijdragen van provincie, gemeenten, samenwerkings organen enz. 240.828 gulden terwijl er 514.100 gulden uit de reserve gehaald wordt. Vergeleken met het jaar 1974 (begroting van ruim 31 miljoen) zijn de uitgaven met 66% gestegen. Dat is een gemiddelde, want bijvoorbeeld het algemeen beheer kost 74% meer; de politie 76%; de brandweer 56%; openbare werken 54%; cultuur en recreatie 78%; sociale zorg en maatschappelijk werk 90%; privaat rechtelijke eigen dommen zelfs 240% meer en de economische aangelegenheden 244%. De opbr£*»gst aan gemeentelijke belastingen is met 49% gestegen; de uitkeringen van bedrijven maar 1%; de inkomsten uit rente en aflossingen met 47%; de uitkering uit het ge meentefonds voor het onderwijs met 57% en de algemene uitkering met 73%. Wat het aanspreken van de reserves betreft was het bedrag in 1974 72.600 gulden en nu 514.100 gulden; dat is ruim zeven maal meer. Woningbouw Blijkens de op 20 september van dit jaar gehouden telling, bedraagt het aan tal ingeschreven woningzoekenden in Soest en Soesterberg nog altijd 1826. Met het oog daarop wordt betreurd dat G.S. goedkeuring onthield aan de plan nen Overhees 3 en 4 en dat de Kroon- De begroting gaat zoals steeds vergezeld van een nota van aanbieding van bur gemeester en wethouders; een soort troonrede waarin bekend gemaakt wordt wat de beleidsvoornemens zijn en welk werk de raadsleden te wachten staat. Zo zegt het college te betreuren dat, door het uitblijven van een beslissing van de regering, de verschillende bestuurslagen ,,nog langer in het onzekere blijven" ten aanzien van hun toekomstige taken en bevoegdheden. Blij is men dat ver moedelijk alle in het Samenwerkingsor gaan Eemland deelnemende gemeenten de wijziging van de gemeenschappelijke regeling zullen aannemen, waardoor een wat stringentere behartiging van ge meenschappelijke belangen mogelijk wordt.' Melding wordt gemaakt van de lopende onderzoeken betreffende verkeer en ver voer; de recreatie, terwijl de ontwerp- structuurschets gereed is en de uitspraak van de raad gevraagd zal worden. Wat Soest betreft staat de Algemene Politie Verordening op de helling; komt er een nieuwe verordening voor de toe passing van de woonruimtewet; een nieuwe markt-verordening en zullen de winkelsluitingsverordening en de taxi- verordening aangepast worden aan de nieuwe wetten. Uiteraard wordt betreurd dat het ambte lijk apparaat verspreid over de gemeen te werken moet en gehoopt wordt dat in de loop van 1978 begonnen kan worden met de bouw van een nieuw gemeente huis. Politie Dezelfde gedachte heerst met betrek king tot het politiebureau. Het korps wordt per 1 januari met 5 man uitge breid tot 70 personeelsleden. Voor hen in in de huidige accomodatie geen plaats. Het huidige beleid ten aanzien van de politietaken zal worden voortgezet en dat betekent prioriteit aan surveillance en assistentieverlening. Overdag zal ook gesurveilleerd worden per motor en per fiets. Ook de gerichte controles blijven uiteraard gehandhaafd. De afdeling ijecherche zal op sterkte worden gebracht; deze moet 13% van de organieke sterkte zijn. Is nu 7 man; straks 9 man. Wat de brandweer betreft blijft het be leid gericht op verbetering van de hulp verlening bij ongevallen en rampen. Verwacht wordt dat in 1980 de regio nalisatie van de brandweer voor het gehele land verwezenlijkt zal zijn. De huidige samenwerking met de omliggen de gemeenten is evenwel nu reeds uit stekend. Doorgegaan wordt met de voorlichting aan scholen en in bejaardentehuizen e.d. en aan een rampenplan voor de ge meente Soest wordt gewerkt. Ruimte-indeling Het ontwikkelingsplan zal uiterlijk juni 1977 bi de raad worden behandeld. Dat is een jaar nadat de raamstructuur werd aangenomen. Het college noemt dat ove rigens een van de belangrijkste feiten op het gebied van de ruimtelijke ordening in 1976. Wel wordt er bij gezegd dat af wijkingen van de in de raamstructuur vastgelegde doelstellingen, door ingrij pen van hogere overheden mogelijk blijft. Die hogere overheid zal dat dan evenwel duidelijk moeten motiveren en met redelijke argumenten moeten komen. Nog dit jaar hoopt het college gereed te zijn met het bestemmingsplan voor het nieuwe centrum, zodat daarvoor de inspraak en het voor overleg op gang kan komen. Gewacht wordt op beslis singen van de Kroon over de plannen: Soestereng-Weg over de Eng (vanaf '71) Soest-Zuid (vanaf 1974); Industrieterrein Soesterberg (1974); Overhees (1975); Soestdijk (1976). Bij gedeputeerde Staten ligt het plannetje Generaal Spoorstraat en in voorbereiding zijn de plannen Albert CuyplaanZwarte Wegje (Soes terberg') Soest-Midden en Steenberghe I Bakkeneslaan (Soesterberg). In 1977 zal begonnen worden met de plan nen Klein-Engendaal en de uitbreiding van het industrieterrein aan de Konings weg. Voor de bestemmingsplannen, die voor de komende jaren op stapel staan, zul len tijdsduur van het besluitvormings proces en de kosten factoren de aan dacht vragen. Dat gaat dan mede over de inspraak. Een strak tijdschema en een effectieve manier van werken zal hierbij op zijn plaats zijn. beslissing daarover uit is gebleven. „Het zou plezierig zijn", zegt het college, „in dien de beslissing daarover niet te lang op zich laat wachten". De doorstroming krijgt het volgend jaar weer de nodige aandacht, al is er slechts het vooruit zicht op de bouw van circa 300 woningen in Overhees 2 en mogelijk de start van het plannetje Albert Cuyplaan. Onderwijs en Cultuur In de hoofdstukken onderwijs, cultuur, maatschappelijk werk en gezondheids zorg, wordt weinig wereldschokkends gezegd. De post „kunstzinnige vorming van de jeugd" is dit jaar door het colle ge extra verhoogd om de schooljeugd be ter in de gelegenheid te stellen kennis te maken met de verschillende verschij ningsvormen van cultuur. Tevreden is men uiteraard over het ge reedkomen van de scholen in Overhees, de kleuterschool voor het protestants- christelijk onderwijs in Soest-Zuid, de nieuwe Van der Huchtkleuterschool en het nieuwe gym-lokaal bij de Van der Huchtschool. Gememoreerd wordt ook de modernisering van de Prins Willem- Alexanderschool, de Savornin Lohman- school en de lagere Van der Huchtschool en gezegd wordt dat een oplossing ge zocht w'ordt voor de totaal verouderde Da Costaschool aan de Prins Bernhard- laan. Het college acht het ook van groot be lang dat betere mogelijkheden worden geschapen voor iedereen om aan het cul turele leven deel te nemen. Daarbij is vorming van kader van groot belang. Verheugd is men over de grote toename van het aantal leden van de bibliotheek. Geconstateerd wordt ook dat de belang stelling voor de aktiviteiten van Artis- hock de laatste jaren is gestegen en dat de huisvesting van de muziekschool nog steeds een nijpend probleem vormt. Gehoopt wordt dat volgend jaar gestart kan worden met de bouw van 't wijk dienstencentrum in Overhees en met de bouw van een medisch centrum in Soes terberg. Wat jeugdzaken betreft wordt betreurd dat de instellingen, werkzaam op het ter rein van de jeugdzorg, in het begrotings jaar niet kunnen rekenen op verruiming van de rijkssubsidie. De oplossing van de accomodatieproblemen zal dan ook moei lijk zijn. Het college zal echter in die gevallen, waar hij dit verantwoord acht, subsidie verzoeken bij het ministerie ondersteu nen. Het is evenwel niet te verwachten dat van de zijde van het Rijk veel finan ciële mogelijkheden zullen worden gebo den. Wel hoopt men volgend jaar te star ten met de nieuwbouw voor de stichting Jeugdwerk Soestererg. De peuterspeel zalen kunnen volgend jaar rekenen op een rijksbijdrage van 2500 gulden per speelzaal. Er is weinig over bekend en daarom wordt dit bedrag door de ge meente voorlopig geraamd. Gemeente bedrijven De begroting voor het openbaar slacht huis vertoont een nadelig saldo van 4505 gulden, en wat het woningbedrijf betreft wordt melding gemaakt van een groeiend wederzijds begrip tussen de SSW en het woningbedrijf. „Het stemt tot voldoe ning", aldus het college, „dat er voor afgeronde gedeelten van het gemeente lijk woningbezit steeds meer bewoners commissies worden opgericht, waar door de verhouding eigenaar/huurder wordt verbeterd". Met bescheiden voldoening wordt vast gesteld, dat de kosten waarmee gemeen tewerken de begroting belasten, minder zijn gestegen dan de trend van de alge mene kostenstijging aangeeft. Dat lijkt aantrekkelijk, maar het college stelt daarbij direct de vraag of het algemeen verzorgingsniveau daar niet onder te lij den heeft. „Ons inziens is dit nog niet het geval, doch gelet op de toenemende verkeers onveiligheid, de straatverontrelniging onnodige beschadigingen van wegver hardingen, is een nadere bezinning wel op zijn plaats", aldus b. en w. Het college vindt dat Soest steeds meer een verkeersonveilige plaats wordt en volgens hen gaat zich nu wreken dat een duidelijke wegenstructuur, met daaraan gekoppeld een aangepaste verkeers afwikkeling, ontbreekt. „Wanneer niet spoedig kan worden be gonnen met de infra-structurele werken, waarin o.a. het ontwikkelingsplan 1976 zal moeten voorzien, zullen in de ko mende jaren veel tijdelijke, dikwijls kostbare, maatregelen genomen moeten worden om de verkeersonveiligheid te rug te dringen", voorspelt het college. Hetzelfde geld ook de straatvervuiling en de straatvernieling. In Soest neemt het parkeren en rijden met voertuigen op voetpaden hand over hand toe en vooral bij wat oudere wegverhardingen geeft dit veel schade. Voor het komend jaar wordt rekening gehouden met de volgende kapitaalwer- ken: Overhees 2e fase; bergingsriool inclusief gemaal Koningsweg; doortrek king Dalweg; fietspaden langs Konings weg, Lange Brinkweg en Zeisterspoor. Geraamd zijn de volgende aanschaffin gen voor het wagenpark: lichte vracht auto; bestelauto; grafdelfmachinelichte trekker voor de begraafplaats aan de Veldweg; trekker voor bosonderhoud zand- en zoutstrooier; containers voor huisvuil en dan nog voor 25.000 gulden aan meubilair. De ontwerpbegroting voor het gasbedrijf vertoont een voordelig bedrijfsresultaat van 75.498 gulden. In 1976 was dat nog 248.074 gulden. Tariefsverhoging van 7% wordt voorgesteld voor de verhuur van toestellen en de controle-abonnementen. De exploitatie van de centrale-antenne inrichting in Overhees vertoont een voordelig saldo van 91i gulden; Soester berg daarentegen een nadelig saldo van 1340 gulden. Gewag wordt gemaakt van de in Soest gehouden enquete; 8600 formulieren wer den verzonden; 4000 terug ontvangen en daarvan wil 75% direct een aansluiting op de centrale antenne. Tien procent wil later en slechts 15% wil niets. Sportstichting De sportstichting wil komen met voor stellen voor de afronding van het sport park Bosstraat-Oost; de aanleg van een, mogelijk regionale, atletiekaccommoda- tie en de vervanging van de hockeyvel den aan de Schrikslaan. Voor het voeren van een gemeentelijk beleid ter stimulering van Sortieve Re creatie is door de Stichting een commissie ingesteld, die advies zal uitbrengen over de wijze waarop dit kan gebeuren. De tarieven welke aan de verenigingen worden berekend zijn verhoogd met 7%. Belastingen Een aantal belastingen en rechten wordt verhoogd: Reinigingsrechten met 2 gul den per woning (van 44 naar 46 gulden per perceel)straatbelasting met 6.06%; de rioolbelasting met 10% (of samen straat- en rioolbelasting 7,94%); opcen ten personele belasting van 340 naar 470; de hondenbelasting met 5 gulden (van 40 naar 45 gulden) en de leges met 7%. Ter afsluiting van dit globale overzicht: In 1974 werden de uitgaven van de ge meente begroot op 31.111.833 gulden; in 1975 36.882.759 gulden; voor het nu lo pende jaar 1976 op 44.609.500 gulden en nu dan voor 1977 op ruim 52 miljoen. Het bedrag van 1975 steeg ten opzichte van 1974 met 21.21%; 1976 ten opzichte van 1975 met 17,56% en 1977 ten opzichte van het lopende jaar met 16,85%. In de dienst die zondag 14 november 's avonds om zeven uur begint in de Julianakerk, neemt ds. M. Wilschut afscheid. Hij gaat „ondanks" zijn 63 jaren met emeritaat, omdat de veertig dienstjaren zijn volgemaakt en hij graag nog wat wil studéren. Hij neemt, zoals hij zelf zegt, „deze kans waar" en trekt zich terug uit de kerkelijke organisatie. Dat wil niet zeggen dat men hem niet meer zal horen, want reeds op 5 december, de vijfde dag van zijn officiële ambtsrust, staat hij weer op de kansel. Toch wordt op 14 november officieel afscheid genomen en op l december een punt gezet achter een bijzonder aktief leven in dienst van de Kerk. Evenals zijn vrouw geboren in Rotterdam, waar hij het einddiploma behaalde aan het Marnix-gymnasium, studeerde hij theo logie aan de Vrije Universiteit te Am sterdam. Die studie werd in 1936 afge rond. Op 11 november .van dat jaar trouwde hij en vier dagen later op 15 november werd hij bevestigd als domi nee van de gereformeerde kerk van Oosternijkerk in Friesland. Het gezin Wilschut werd gezegend met acht kinderen; één ervan werd predi kant en zijn eerste standplaats was... Oosternijkerk, waar ds. A. Wilschut twee en dertig jaar na zijn vader zijn intrede deed. Tot 1940 bleef ds. M. Wilschut in Ooster nijkerk en vandaar aanvaardde hij een op hem uitgebracht beroep door Delfzijl. Het werden drie bewogen oorlogsjaren waar hij niet graag over praat. In '43 vertrok hijnoodgedwongen. Slechts één voorval geeft hij prijs; meermalen werd hij door de Duitse bezetter verhoord in het beruchte „Scholtenhuis" in Gronin gen. Dat ging dan over, wat men zou kunnen noemen zijn „vrijmoedige predi king". Eenmaal bemoeide Herr Doctor Conring, de „Beauftragte für Gronin gen", zich daarmee. Dat gesprek nam Ds. M. Wilschut een typische wending en had alles te maken met de godsdienstige opvoeding van Conring. Twee jaar na de oorlog be riep Conring zich nog op dat gesprek bij de Amerikanen, die hem verhoorden in verband met zijn oorlogsverleden. De Amerikanen checkten het af bij ds. Wil schut. Uit het feit dat Conring zich het gesprek herinnerde, mag afgeleid wor den dat het voor hem (Conring) iets heeft „betekend". In 1943 kwam ds. Wilschut naar Hilver sum, waar hij voor het eerst in zijn loopbaan als predikant, kon samenwer ken met collegae. Hij werd de eerste predikant in de nieuwe wijk „West" en hij bewaart daar de beste herinneringen aan. Zijn taak werd veel omvattender door zijn afvaardiging, namens de classis Hilversum naar de provinciale synode. Het betekende werkzaamheden op evan- gelisatorisch terrein, dat zich verder uit strekte dan alleen Hilversum. In 1951 aanvaardt hij een beroep (het tiende inmiddels) dat vanuit Amster dam op hem wordt uitgebracht. Hij doet zijn intrede^ de kerk in Amsterdam- West in het Zeeheldenkwartier; een- drukke wijk van circa 5000 gereformeer den. Daarvoor staan vier, later na de bouw van het Geuzenveld, zeven domi nees; het aantal gereformeerden is dan Opgelopen tot 8000. De heren Zweers, v. d. Werf en Roos, samen vormend de werkgroep Leefmilieu Soest hebben een uitvoerig kritisch kommentaar geleverd op de Structuurstudie Eemland 1976. Dit kommentaar spitst zich toe óp de onderwerpen: natuurlijke groei; migratiesaldo; berekening van de woningbehoefte; het landschap als factor in de afweging én de relatie tot de raamstructuur van het ontwikkelingsplan Soest. Het „kommentaar" is gericht aan de Soester gemeenteraad en afschriften zijn ge zonden aan het Samenwerkingsorgaan Eemland; aan de raden van de Eemland- gemeenten en aan de Provinciale Planologische Dienst te Utrecht. Wat de „natuurlijke groei" van Eem land betreft vinden de heren van de werk groep het ook hier, net als bij het cij fermateriaal dat Soest hanteerde bij de raamstructuur, verontrustend dat in 1976 een overheidsapparaat zich baseert op prognoses, die reeds sinds jaren ach terhaald zijn. Deze stellingname wordt uitvoerig onderbouwd met recente cij fers van de Provinciale Planologische Dienst en het Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid. De afwijking zijn evident en de werk groep meent dat een radicale herziening van het voor de structuurstudie Eem land, gebruikte cijfermateriaal vereist is. Dat althans wil die studie op dit punt de toets van elementaire kritiek kunnen doorstaan. Als voorbeeld: de groei van de provincie Utrecht is volgens de prog nose in de structuurstudie voor de jaren 1975-1980 0,80; „feitelijk" in 1975 slechts 0,47 en volgens de EIB-prognose 0,51. De structuurstudie rekent voor de jaren 1985-1990 nog op 0,62 en het EIB slechts op 0.12 voor 1990. De werkgroep zegt daarvan: Het lijkt er op dat het EIB. ondanks zijn lage cij fers, gelijk begint te krijgen; dat wil zeg gen dat we hier nu eindelijk een prognose hebben, die redelijk met de werkelijk heid in overeenstemming lijkt te zijn. Ook het migratiesaldo wordt aangevoch ten aan de hand van veel gegevens. De werkgroep wijst er op, dat als men ernst wil maken met het tegengaan van vestigingsoverschotten en het sparen van natuur en landschap, het beleid gericht moet ,zijn op een migratiesaldo van Soest en Baarn, de enige Eemland-ge- meenten die behoren tot het Utrechtse Heuvelgebied, gaven reeds te kennen al leen ruimte te willen bieden voor de opvang van de natuurlijke groei, gecom- neerd met stringente afspraken over de verdeling van woningen ten behoeve van de eigen bevolking. Ook wordt opgemerkt dat allerwege het zgn. overloopbeleid als achterhaald be schouwd wordt en dat het alleen maar leidt tot verdere leêgloop van Amster dam. Wat de berekening van de wo ningbehoefte wijst de werkgroep op de bruto woningbezettingscijfers, gebaseerd op de prognoses van het Rijk. Het gaat hier om tienden-procenten: voor 1980 Ned. 2.96; Utrecht en Eemland 3.02; voor 1990 Ned. 2.76; Utrecht 2.93 en Eemland 2.97. De prognose van Eemland is gebaseerd op een „aanname"; die van het Rijk op een „berekening" en daarom volgens de werkgroep te prefereren. Men dient zich in dit verband te realiseren dat reeds een geringe wijziging in de woningbe zettingscijfers relatief grote gevolgen heeft met betrekking tot het aantal beno digde woningen. Ook stelt de werkgroep de vraag of het juist is om de gehele woningbehoefte uitsluitend te beschou wen in termen van „uitbreiding van het stedelijk gebied". Is niet ook „indikking", „verdichting", soms een goede mogelijk heid? Per gemeente zou opgave moeten worden gedaan van alle in voorberei ding zijnde of in het verschiet liggende bestemmingsplannen binnen de bebouw de kom met vermelding van het aantal te bouwen woningen én van alle plaatsen waar men overigens tot verdichting van bestaande bebouwing zou kunnen komen. De werkgroep is het verder niet eens dat het landschapskundig onderzoek gro tendeels terzijde geschoven wordt en de draagkracht van het landschap bij de gedetailleerde voorstellen, inzake grootte en verdeling van de bouwprogramma's over de onderscheiden gemeenten, vol komen buiten beschouwing gelaten wordt. „Dit met de mond belijden van de grote betékenis van het landschap als weegfactor, maar het in de praktijk zich daarvan niets, maar van de gemeen telijke bouwplannen, alles aantrekken, is in deze tijd in en in deze regio, vol strekt onvoorstelbaar", aldus de 3 heren. Wat Soest betreft is aanpassing van de structuur studie aan de raamstructuur van Soest een dringende eis. Doet men dat niet, dan blijft men zitten met een onmogelijk verschil. Inmiddels is bekend geworden dat het Samenwerkingsorgaan vermoedelijk de hele studie in de ijskast wil plaatsen een en ander in verband met de ver- stedelijkingsnota van de Minister en diens gewijzigde visie ten aanzien van bijvoorbeeld woningbouw in Baarn en Soest. In dit verband spreekt hij over „ruimte- lijke(overheids)ordening", waar hij zo zijn twijfels over heeft. „In Amsterdam- West inclusief Geuzenveld, werken nu nog maar drie gereformeerde dominees; de mensen zijn weggetrokken en wonen elders. De huizen in Amsterdam staan leeg en is er dan wel sprake van „orde ning"? Kunnen die huizen niet opge knapt en aangepast worden aan de eisen van normaal wooncomfort? Is er sprake van „ordening" als men nu, om naar werk of terug naar huis te gaan, uren onderweg moet zijn? In Soest, bijvoor beeld, wordt „ruimte" opgeofferd, ter wijl in Amsterdam de huizen leeg staan. Massa's mensen zouden daar willen wonen, als dat maar enigszins mogelijk was'is zijn overtuiging. Hij weet waar hij over praat, want de contacten die hij in de jaren 1951-1966 in Amsterdam legde, bestaan nog steeds. Naast de werkzaamheden op breed evangelisatie-terrein in de gehele pro vincie, het werk dat hij vanuit Hilver sum „meenam", zijn zijn dagen in Am sterdam gevuld met jeugdwerk en is hij de eerste dominee die direct betrokken is bij het gemeentelijk vervoerbedrijf in het kader van „Evangelie en bedrijfs leven". Het is een nieuwe aanpak, waar voor later zelfs een dominee geheel wordt „vrij" gemaakt. Het is een inter kerkelijke organisatie, die zich bezig houdt met situaties in het bedrijfsleven. Wilschut zal ook zijn opvolger in dit werk, een hervormde dominee bevesti gen. Het principe daarbij is „kerk met de mensen zijn in de volheid van het leven". De bedrijfs-dominee bestaat nog, „helaas" zegt Wilschut, „nu té institu tioneel". In 1962 is hij geruime tijd ziek en moet hij het wat kalmer aan gaan doen en dan in 1966 neemt Wilschut een door Soest dijk op hem uitgebracht beroep aan. „Soestdijk", omdat eerst later de fusie met „Soest-Zuid" tot stand kwam. In „Soestdijk" zijn aan de Julianakerk twee predikanten verbonden; ds. M. Wil schut en ds. S. de Jong, die kort daarop vertrekt en opgevolgd wordt door ds. G. Rang. Ds. Wilschut houdt zich hier minder met het „burgelijk gebeuren" bezig zoals hij dat zegt. Hij wordt meer betrokken bij het breed-kerkelijk werk; wordt lid van de provinciale synode in de classis Amersfoort; is er zelfs vier jaar voor zitter van; wordt curator van de Theo logische Hogeschool te Kampen en voor zitter van de regio Utrecht van de Ver. voor Hoger Onderwijs op Geref. Grond slag van de Vrije Universiteit te Amster dam. Hij wordt ook aangesteld tot clas sicaal kerk-visitator. Lid was hij van de Generale Synode te Haarlem. Deze veelzijdige werkzaamheden wer den gecompleteerd door een leraarschap dat hij van 1947 tot 1972 uitoefende in achtereen volgens Goois-Lyceum të Hil versum, het Lyceum te Bussum en het Gereformeerd Gymnasium te Amster dam. Hij stond in totaal 25 jaar „voor de klas" als leraar Godsdienst en He breeuws en dat is ook weer niet zo ver wonderlijk, want zowel vader als schoon vader, waren hoofdonderwijzer aan een Rotterdamse school. Hij was ook de eer ste voorzitter van de Raad van Kerken te Soest. Op 23-jarige leeftijd begonnen, zijn nu de veertig jaren volgemaakt in enorme veelzijdigheid en dienstbaarheid. Hij trekt zich nu terug uit de kerkelijke organisatie en gaat zich toeleggen op de studie. Ook dat zal insiders niet ver wonderen, gezien de functies die hij bij het onderwijs vervulde en nog vervult. De zondagsverkondiging gaat evenwel door en wat dat betreft is de agenda voor het volgend jaar al vol. Het wordt daar om maar een „betrekkelijk" afscheid, extra onderstreept omdat hij in Soest blijft wonen. Op 2 januari a.s. zal hij zijn opvolger, ds. Baumfalk, bevestigen. Hij kent Baumfalk vanuit de Haarlemse Synode. 40 jaren stond hij in de praktijk; vele jaren worden hem hopelijk gegeven om zich aan zijn tweede „spaaningsveld" te wijden; de studie. Zondag 14 november wordt de afscheids dienst gevierd in de Julianakerk; de week ervoor, op zaterdag 6 november wordt hem een afscheidsreceptie aan geboden. Aan belangstelling zal het hem en zijn vrouw niet ontbreken. De partijbesturen van PvdA en PPR stelden een aantal voorwaarden op waaraan voldaan moet worden willen zij aan een volgende regeringsperiode mee doen. Ze moeten dan samen de grootste politieke combinatie zijn geworden, dus flink vooruit zijn gegaan in aantal ka merzetels en Den Uyl moet weer de nieuwe minister-president worden. En als de stembusuitslag die voorwaarden niet verwezenlijkt, dan, zo zeggen de Partijbesturen in hun resolutie, doen wij niet mee. Dit standpunt van de linkse partijen is in politieke kringen, ook in de eigen kamer fracties, als schokkend en als niet be paald handig ervaren. De PvdA-kamer- leden waren op een enkele uitzondering na, er zelf niet van op de hoogte en nogal verontwaardigd over de gang van zaken en over de opgestelde resolutie. Een machtsgroep in de partij stelt hen voor een verrassing waar velen het helemaal niet mee eens blijken te zijn, die niet getuigt van een diplomatiek politiek beleid, die de kans vergroot dat de PvdA straks weer tot de oppositie moet gaan behoren in plaats van het politieke beeld in hoofdzaak te bepalen. Fractieleider Van Thijn had kennelijk wel aan de tot standkoming van de resolutie meege werkt, zonder zijn fractieleden er in te kennen, en verdedigde het bestuurs- standpunt door te zeggen, dat men hiermede de kiezers in staat stelde om te bepalen of PvdA en PPR nog aan een volgende regering konden deelnemen. Wij leggen de macht bij de kiezer, zo verklaarde hij. Alsof dat in ons democra tisch systeem niet altijd het geval is. Nee, zegt Van Thijn, want de kiezer heeft geen invlóed meer op de kabinetsvor ming, die door de partijkaders wordt beslist. In tweede instantie ja, omdat in ons partijstelsel nu eenmaal altijd de vorming van een coalitie van enkele partijen noodzakelijk is om tot een kamermeerderheid te komen waarop de regering kan bouwen om te kunnen regeren. Dat vereist dus onderhandelingen tussen de door de kiezers het meest aangewezen partijen en hun gekozen vertegenwoordi gers kunnen dan bepalen of ze met de uitslag van die onderhandelingen ak koord gaan. Aan deze gang van zaken wordt door de resolutie van PvdA en PPR niets veranderd. Ook al zouden ze samen de grootste groepering worden, dan nog zullen ze tot een coalitie met één of meer andere partijen moeten komen en het te voeren beleid dus niet alléén kunnen uitmaken, hoe graag de partijbe sturen dat ook willen. Het is dus onzin te beweren dat door de resolutie nu volledig de macht bij de kiezer wordt gelegd om te bepalen welke coalitie er straks uit de bus móet komen. Daartoe laat ons stelsel altijd nog verscheiden mogelijkheden open. En de vaststelling van die resolutie komt dan op een moment waarop een goed gefundeerde enquête heeft uitgewezen, dat wanneer er nu verkiezingen zouden worden gehouden zowel PvdA als in nog sterkere mate de PPR stemmen- en dus zetelverlies zouden boeken. Samen zou den ze zakken van 50 naar 45 zetels. Op dit ogenblik. Zou men nu veronderstellen met zo'n resolutie vele kiezers te kunnen bekeren om dan tóch maar PvdA te stemmen, opdat die partij in's hemels naam niet weer uit de regering ver dwijnt? Zouden de linksen zulke kinder lijke gedachten koesteren? Dan kennen ze de Nederlanders wel slecht; die laten zich niet zo gemakkelijk dwingen nog schrik aanjagen. Wie de laatste tot de ontdekking is gekomen, dat het beleid van dit kabinet niet is om over te juichen, zal, al stemde hij/zij vorige maal PvdA of PPR, nu maar eens een andere partij zijn stem gaan geven. Bij die koppige Hollanders moet je niet met machtsbedoelingen an bangmakerij aankomen. Een goede stoot om de PvdA weer, ongewild, naar de oppositie te dwingen, die resolutie. Je moet er niet aan denken wat er met ons land gaat gebeuren als die ondiplomatie ke drammers hun zin zouden krijgen. Momenteel houden we de serieuze op bouwende krachten in de PvdA nog sterk genoeg om die domme resolutie op het partijcongres van de baan te schuiven. Ook al zegt Joop den Uyl nu er wel „begrip" voor te hebben. Daar is hij weer diplomatiek genoeg voor ingesteld. In samenwerking met de Nederlandse Vereniging van Huisvrouwen en kapsalon Wever werd donderdagmiddag en -avond 14 oktober de collectie van de firma Adama getoond voor een enthousiast publiek. In vlot tempo passeerden liefst 70 modellen de revue. De mannequins, leden van de vereniging, kwamen telkens op nieuw stralend te voorschijn, gepresenteerd en begeleid door Lady speaker mevr. De Graaf (Greet) die zelf in een algemeen bewonderde grijs voile creatie gehuld Het dient gezegd dat Dori, Diana, Dinl, Jeanette, Mieke, Regina en Therèse, niet voor „beroeps" behoeven onder te doen. Enkele dames hebben dan ook al bij vorige gelegenheden geschitterd en kon den aldus de anderen de kneepjes van het vak bijbrengen. Hier werd bewezen dat men geen ideale maten behoeft te hebben om chique of sportief gekleed te gaan en leeftijd speelt in feite geen rol meer, vooral niet met onze huidige lange mode. De kleuren voor de komende winter zijn, behalve enkele fel afstekende acces soires, niet uitbundig, wél warm. Veel bruin, beige, paars, zwart en veel vage ruiten en strepen, héél geraffineerd toe gepast zó dat zelfs tot in de grotere ma ten. dwarse strepen wonderlijk genoeg nog afkleden. Er is volop keuze uit Eskimo look, fol klore en knitted look. grof gebreide slob bertruien en gerieflijke slobberkragen. Er zijn prachtige mantels, modern klas sieke deux-pièces. zeer begeerlijke avondkleding en de beeldigste nacht japonnen waarin je naar verkiezing naar bed of naar bal kunt gaan. Een grappige vondst werd door Dini (maat 34) getoond. Een ruime rok met zeer wijde strook, aan te passen aan elke gelegenheid. Door een verborgen strook neer te laten is hij omgetoverd tot avond- rok. De prijzen die bij alle modellen genoemd werden zijn dikwijls pittig, maar een pluspunt is dan weer dat de meeste van die fraaie stoffen de was machine niet schuwen, zodat op chemisch reinigen bespaard kan worden. Aan het einde dankte de voorzitster van het N.V.H. de heer Adama met een fruitmand en werden namens de firma aan lady speaker, mannequins en pia niste bloemruikers aangeboden. Voor de kleedsters die achter de scher men zo'n groot aandeel hadden in het vlot en vlekkeloos verloop van de show, was de mooie tafelversiering. De assistente van de kapsalon aan de Ko- ninginnelaan nam namens de heer en mevrouw Wever eveneens een fruitmand in ontvangst. 7

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1976 | | pagina 1