Algemene beschouwingen vrijwel zonder kritiek Raad wil efficiënter gaan vergaderen Raadsvergadering Soester Courant van donderdag 9 december 1976 Jan Visser van Progressief Soest heeft 't op het laatste moment verraden. Dachten wij en alle belang stellenden op de tribune, en dat waren er niet al te veel, dat die algemene beschouwingen óók een nieuwtje waren voor het college en dus met grote interesse gevolgd werden, nu blijkt, dankzij het enfant terrible Visser, dat de keurig getypte beschouwingen maandagmorgen al bij de burgemeester werdeningeleverd". In het gemeentehuis is derhalve hard gewerkt (hoewel ,,hard", zo ingewikkeld waren de vragen ook weer niet) óm de „antwoorden" op te stellen. En wat ons daar nu zo van tegenvalt, is, dat die antwoor den óók niet keurig uitgetypt aan dè raadsleden ter hand gesteld werden. Met enige fantasie had ook het publiek die dan kunnen krijgen en dan hadden we bijvoorbeeld woensdagavond er een uurtje gezamenlijk lezen van gemaakt en dan was er een zee van tijd gespaard. Als we goed zijn geïnformeerd, dan heeft men in Nijkerk de zaak zo aangepakt; iedereen, óók het pu bliek, alles op papier. Onduidelijke passages hadden bij ons, na vingeropsteken, uitgelegd kunnen worden en de duplieken hadden zo, gelijktijdig, meegenomen kunnen worden. Eigenlijk voelen we ons een beetje genomen; er is toneel gespeeld. Dat neemt niet weg, dat men zonder gezamenlijke repe titie vooraf, toch het publiek een avondje heeft bezig gehouden: van 7 uur tot half 11. Er was, zoals dat met de meeste toneelvoorstellingen in Soest gaat, maar een handjevol publiek. De voorstelling, die goeddeels bestond uit een voorleeswedstrijd, kende geen hoogtepunten en van een happy-end of een climax was geen sprake. Aardig zou het misschien zijn te weten welke cijfers de beide ex-leerkrachten in het college voor het voorlezen gegeven hebben. Mogelijk hebben zij ook de „inhoud" beoordeeld, maar uit politieke over wegingen zullen zij wel nooit bekend maken hoe hun oordeel daarover was. Mevrouw Korthuis van de WD en de heer Van Poppelen van het CDA, hadden precies 16 minuten nodig; de heer De Wilde van de PvdA 22 minuten en de heer Visser 20 minuten, om hun visie op het plaatse lijke gebeuren en de begroting voor te lezen. Mevrouw Korthuis verbeterde haar record van vorig jaar met 3 minuten; de heer Van Poppelen met liefst 16 minuten; de heer De Wilde met 11 minuten, maar Visser praatte 5 minuten langer dan vorig jaar. Met de beantwoording werd even na half 9 begonnen en de eerste ronde daarvan was om half 11 achter de rug. De burgemeester sprak het langst en wethouder mevrouw Van Stiphout had de minste tijd nodig. Wethouder Plomp liet zijn aantekeningen, na beantwoording van de vragen, bij de pers bezorgen. Dat verdient navolging. Gisteravond begon de raad met de tweede rondete laat om nog in deze krant mee te nemen. Vandaag wordt de gehele dag vergaderd; onderbroken slechts voor een gezamenlijke lunch. Als het allemaal nog veel nieuws oplevert, dan komen wij er volgende week op terug. De verwachtingen zijn niet al te hoog gespannen, ook al heeft de WD-fractie aangekondigd met bezuinigingsvoorstellen te komen. Alle „voorlezers" hadden het wel over „efficiënter vergaderen" en „zelfdiscipline" en mogelijk, daar van doordrongen, wordt er vandaag al, met de nodige zelfdiscipline, efficiënt vergaderd. Bezuinigen Mevrouw Korthuis van de WD drong in haar algemene beschouwing aan op bezuinigen over de gehele linie. Zij ver zocht het college met concrete voor stellen daarvoor te komen en als het college dat niet deed, dan kon men die voorstellen van de fractie tegemoet zien. Aan de andere kant sprak zij echter over hogere belastingopbrengsten in verband met de projecten als nieuw gemeentehuis en nieuw politiebureau. Zij becijferde dat Soest daarvoor 2 mil joen gulden per jaar zal moeten op brengen. Tenslotte wees zij ook op de ernstige financiële gevolgen voor de ge meente, met de provinciale plannen de vuilverwerking te gaan regelen. Mevrouw E. Korthuis-Elion (WD) Mevrouw Korthuis constateerde aller eerst dat het college een constructief beleid en gezond financieel beheer had gevoerd en dat alles in de harmonische samenwerking van het afspiegelingscol lege. Met enige genoegdoening merkte zij daarbij op, dat, voorzover haar be kend. ook de Wiardi Beekman Stichting (een PvdA-instelling red.) de afspiege lingscolleges als meest aanvaardbaar zag. Voldoening sprak ook uit haar passage over de vaststelling van het raamstruk- tuurplan vqor Soest. De fractie had im mers jarenlang („slaat u er onze be schouwingen vanaf 1971 maar op na") aangedrongen op het trekken van dui delijke beleidslijnen. Dat het raamstruk- tuurplan nu vastgesteld was, noemde zij een heuglijk feit voor de gehele Soester bevolking. Heuglijk ook, omdat de raad niet geschroomd had haar verantwoor delijkheid te dragen en „éénstemmig" tot een aantal moeilijke beslissingen was gekomen. Zij deed een beroep op de gehele Soester bevolking om tesamen met de raad zich nu ook positief cri- tisch in te zetten voor de realisatie van de beoogde plannen. Zij sprak daarbij de hoop uit dat er geen uitzichtsloze planologische strijd zou optbranden, zo als door een enkeling reeds aangekon digd, maar dat het bestuur met de be volking samen de plannen ten uitvoer zou brengen. Terugdringen „In onze liberale visie", zo ging mevr. Korthuis verder „willen wij voor de toe komst op korte termijn het terugdringen van de overheidsuitgaven centraal stel len. Wij willen de vrije onderneming zoveej mogelijk steunen en dat komt er op gemeentelijk niveau op neer, dat de gemeentelijke instanties, zoals ge meentewerken en het gasbedrijf, niet concurrerend met de particuliere onder nemingen mogen optreden, zoals helaas thans nog gebeurd en waarmede ons in ziens een overcapaciteit aan personeel en outillage bij ^ie instellingen wordt gedemonstreerd". Naar haar mening moest over de gehele linie bezuinigd worden en zij verzocht het college met concrete bezuinigings voorstellen te komen. „Zo u hier niet op ingaat, kunt u van ons voorstellen hieromtrent verwachten", aldus de frac tievoorzitster van de WD Zij wees vervolgens op de nieuwbouw- plannen van gemeentehuis en politie bureau en de aanleg van een centrum- weg, waarvoor op korte termijn finan ciële maatregelen getroffen zouden moe ten worden. Een en ander zou naar haar mening opgebracht moeten worden door verhoging van belastingen en rech ten. Na even de zorgelijke economische ont wikkelingen in land en wereld aange stipt te hebben en de daaraan vast zittende conclusie dat, nu de aardgas- pot leeg raakt, wij zuiniger zullen moe ten gaan leven, vroeg mevr. Korthuis om een herziene investeringsnota 1977 voor Soest. Dat waren dan de fi nanciële paragrafen van het ontwikke lingsplan. De fractie berekende de uitgaven op circa 20 miljoen voor het gemeentehuis, 3 mil joen voor het politiebureau en nogeens 7 miljoen voor de centrumweg. Bij de 7 miljoen voor de weg merkte zij op, dat dat de kosten waren die net gedekt werden door een bestemmingsplan: „Wij Kunnen bijvoorbeeld niet de Soester on dernemers die zich in het centrum wil len vestigen voor de kosten laten op draaien", dacht bevrouw Korthuis. De 20 miljoen betekende wel dat Soest jaarlijks 2 miljoen (10%) op zou moeten brengen en de fractie veronderstelde dat dekking gedeeltelijk te krijgen was uit de spaargelden (in 4 jaar tijd van bijna één tot ruim vier miljoen opge lopen); uit meevallertjes (o.a. 300.000 gulden uit het gemeentefonds voor huis vesting Amerikaanse militairen) en uit verhogingen van belastingen en rechten. Zij noemde daarbij de verwachte hogere opbrengst voor de gemeente na invoe ring van de onroerend-goed belasting én de verhoging van het gemiddeld per centage voor belastingen en rechten van de oorspronkelijke 8- naar 10,78%. Daar naast moest nagegaan worden hoe in allerlei sectoren bezuinigd kon worden. Dat hoefde naar de mening van de WD-fractie niet te betekenen: service vermindering aan de bevolking. Na vervolgens gewezen te hebben op de verwachte ernstige financiële gevolgen voor de gemeente van de andere aanpak van de vuilverwerking („Wat zijn uw gedachten over de verhouding tussen af voer door derden én investeringen in noodzakelijke vernieuwing in eigen in stallatie in afwachting van een defi nitieve oplossing?") kwam mevr. Kort huis op het „funktioneren van de ge meenteraad". Zij wees daarbij op „een zeker ongenoegen door de overstelpende hoeveelheid vergaderingen, de oeverloze discussies over détailpunten en de tal loze stukken". De fractie wenste een „nadere bezinning" over de gang van zaken, daarbij voorop stellend dat de raad de hoofdlijnen van het beleid moet aangeven en zich gro tere zelfdicipline zal moeten opleggen. Niet tevreden was de fractie met de ant woorden op sommige vragen, gesteld tij dens het afdelingsonderzoek van de be groting. Men zal daar vandaag nog op terugkomen. Ten slotte wijdde mevr. Korthuis nog enkele woorden aan de „bestuurlijke re organisatie en de consequenties daarvan voor Eemland"; de miljarden die daar voor nodig waren; het afstellen van de diverse planologische plannen op elkaar (verstedelijking, streek, regio en Soester ontwikkeling). Zij besloot met dank te brengen aan alle gemeentelijke medewerkers „voor hun inzet ook dit jaar' Motie Het CDA kwam met een motie om zo snel mogelijk plannen voor te leggen voor de aanleg van het gedeelte van de Centrumweg tussen Koningsweg en de Nieuweweg. Deze motie was gebaseerd op de vrees dat ondermeer door de be bouwing van Overhees 2 het verkeers aanbod nog meer zou toenemen en een snellere afvoer uit een oogpunt van verkeersveiligheid gewenst was. Naar de mening van het CDA zal de ge meente zich in het kader van de infla- tiebestrijding beperkingen dienen op te leggen en dan met name voor die pos ten, waar de rijksbijdrage als doeluit keringen beschikbaar worden gesteld: o.a. in de personeelssector en politie. Onjuist zei het CDA het te vinden, dat het voordeel(tje) van de bibliotheek, al leen besteed wordt in de welzijnssector. In principe dient een dergelijke „ruim te" overal voor bestemd te kunnen wor den. De heer J. van Poppelen stelde dat voor het CDA óók in 1977 de' mens cen traal zou staan. Hij constateerde verder dat door een goed afgewogen beleid, Soest financieel gezien een gezonde ge meente was, die over de nodige reserves beschikte om tegenslagen te kunnen op vangen. Bekeken moest wel worden of een aantal reserves, in het kader van het ontwikkelingsplan wel voldoende was. In het kader van de inflatiebestrijding diende de gemeente zich beperkingen op te leggen en zo moest naar het oordeel van de CDA bij het aannemen van nieuw personeel de uiterste voorzichtigheid be tracht worden. Met nadruk verzocht de heer Van Pop pelen ten aanzien van de belastingdruk, grote plotselinge verschillen met de hui dige toestand te vermijden. Hij had daar bij het oog op de invoering van de on- roerend-goed belasting. Ook de heer Van Poppelen stond éven stil bij het functioneren van de gemeen teraad. Dat was niet zo, zoals de fractie dat graag wilde. In de raadscommissies diende detailbesprekingen plaats te vin den en de raad diende zich bezig te houden met de besluitvorming. Ook hij vond, evenals mevr. Korthuis, dat de raad zich meer zelfdiscipline moest op leggen, „waardoor, mede gecombineerd met een wat straffere leiding, de raads vergaderingen aanmerkelijk efficiënter" zouden kunnen verlopen. Van het recht van interpellatie wilde hij zo spaarzaam mogelijk gebruik gemaakt zien en het CDA bleek geen voorstander te zijn van" de invoering van een rond vraag. In dat geval gaf men toch meer de voorkeur aan het vragen-half-uurtje, zoals pas afgeschaft. Overigens vond de heer Van Poppelen ook, dat geen voor stellen aan de raad moesten worden in gediend, die niet voldoende weerklank gevonden hadden in de commissies, dan wel niet van voldoende informatie waren voorzien. Het CDA is voorstander van doelge richte inspraakgroepen en pleit voor een optimale samenwerking tussen bureau voorlichting en de plaatselijke pers: Hoe beter de burgers over het gemeen tebeleid worden geïnformeerd, des te betere inzichten deze krijgen van de achtergronden van het beleid en onge twijfeld zal dit minder weerstanden op roepen. Het CDA stelde verder voor, de taak van de raadsleden te verlich ten door alle documentatie en stukken te verwerken in korte samenvattingen. Wat het begrotingsonderzoek betrof wil het CDA dat voortaan de verantwoorde lijke wethouders het afdelingsonderzoek bijwonen; dat onderzoek moet naar de mening van het CDA wel gehandhaafd blijven. De fractie maakte zich zorgen over de J. van Poppelen (CDA) Wijkraad Soesterberg en de vorderin gen van het samenwerkingsorgaan Eemland werden niet al te optimistisch bekeken: integendeel, de heer Van Pop pelen sprak over een „absoluut diepte punt". Van enige besluitvorming was in het afgelopen jaar nauwelijks sprake geweest. Sprekend over het raamstruktuurplan, hoopte de heer Van Poppelen, dat zonder al te veel belemmeringen aan de rea lisatie van de plannen doorgewerkt kon worden. Dit temeer omdat het verder achter raken van de woningbouw niet aanvaardbaar was. „Onze zorgen zijn extra groot omdat het nog heel lang zal duren alvorens met de bouw in een ander bestemmings plan (dan Overhees 2) kan worden be gonnen", aldus de heef Van Poppelen. Hij drong aan de beroepsprocedure bij de Kroon, tegen de niet door G.S. ver leende goedkeuring van Overhees 3 en 4, zo mogelijk te versnellen en óók reeds te beginnen met het opstellen van de bestemmingsplannen Boerenstreek en/of Klein Engendaal. De heer Van Poppelen vroeg zich af of de gemeente met het aankoopbeleid van gronden wel op de goede weg was. Het gevaar bestond immers, dat straks be stemmingsplannen werden goedgekeurd en men dan nog niet over de gronden kon beschikken. Wat het bestemmingsplan Soest-Midden betrof meende hij dat de thans gerezen moeilijkheden hadden kunnen worden voorkomen, door het verstrekken van goed voorlichtingsmateriaal. Hij wees op de problemen voor de ondernemers in het plangebied en vroeg of het niet mogelijk was, vooral voor jonge agra riërs, het verplaatsen van boerderijen uit de dorpskern te bestuderen. In verband met de toenemende verkeers onveiligheid in de gemeente diende hij namens zijn fractie de motie in, tot snellere aanleg van een gedeelte van de Centrumweg en hij informeerde naar de stand van zaken ten aanzien van de ver keersproblematiek in de wijk 't Hart. Ook vroeg hij naar de voetgangerstunnel opnder de Amersfoortsestraat te Soes terberg. „Is het college op de hoogte van de meest recente plannen van Rijks waterstaat met betrekking tot de huidige Amersfoortsestraat tussen de Van Weer den Poelmanweg en de Stichtse Rotonde. Zijn onze informaties juist, dat de over dracht van de Rademakerstraat mede afhangt van de aanleg van eerder be doelde tunnel?", aldus vroeg de heer Van Poppelen. De fractie wilde een duidelijk antwoord op de bedoeling van het standpunt van het college in de nota van aanbieding ten aanzien van het ip evenwicht bren gen van de verhouding onderwijs en maatschappij. Welke visie had het col lege op de schoolbegeleidingsdienst en dan met het oog op de bestuurssamen stelling. De plaats van de gemeente zou, naar het inzicht van het CDA. primair die van belangenbehartiging van het openbaar onderwijs moeten zijn; met andere woor den, de gemeente zou niet moeten par ticiperen als financier van de schoolbe geleidingsdienst. De heer Van Poppelen informeerde ten slotte nog naar de stand van zaken rond de nieuwbouw van de R.K. Mavo; kon de gemeente misschien druk uitoefenen bij de rijksoverheid, dat die nieuwbouw zo spoedig mogelijk kon aanvangen. Hij sloot met dank te brengen aan het college en alle medewerkers voor het vele werk dat in het afgelopen jaar was gedaan. K. de Wilde (PvdA) Beleidsbepalend „Is de raad nog wérkelijk het beleids bepalend orgaan in de gemeente, met het college van b. en w. als de voorbe reider en uitvoerder van dat door de raad vastgestelde beleid?", zo begon de heer K. de Wilde van de PvdA-fractie zijn algemene beschouwing waarin hij zeer veel aandacht besteedde aan het functioneren van de raad. Hij meende maar zeer ten dele en vond dat de raad terug geworpen was tot de rol van „al leen maar controle-orgaan van het be leid van b. en w." Hij stelde daarom e^n betere taakverdeling voor en ook meer inspraakmogelijkheden voor het publiek. Ten slotte stelde hij een aan tal vragen die meer rechtstreeks be trekking hadden op woningbouw, ver keer en het financiële beleid. Aan zijn vraag over de beleidsbepaling koppelde hij de vraag of de bestuur lijke organisatie in Nederland, aan de gemeenteraden wel voldoênde ruimte liet, waardoor er werkelijk van een in belangrijke mate zelfstandige beleids bepaling. sprake kon zijn. Als dat zo was, en hij vond dat dat niet onomsto telijk vast stond, had de raad dan zijn bevoegdheden zodanig aangewend, dat hij (de raad) dan ook in zijn beleids- vaststelling klaar en duidelijk over kwam. Beantwoording van deze vragen had zijns inziens te maken met de mate van interesse van de Soester bevolking bij wat in de raad gebeurde. Na gewezen te hebben op de „bemoederende rol" van ambtenaren van rijk en provincie en het feit dat daar (bij rijk en provincie) het inzicht kwam, dat een lokaal bestuur zonder eigen beslissings-bevoegdheden geen toekomst beschoren was, stelde Rij de vraag of rijk en provincie eigelijk wel anders konden. Was het niet zo, dat uit een doelmatigheidsoogpunt de taken opgedragen moesten worden aan zo dicht bij de bevolking staande over heden. Hij beantwoordde deze vraag zelf niet direct met „ja" en kwam daarbij ver volgens op het functioneren van het samenwerkingsorgaan Eemland. Zijn fractie stond politisering van dit orgaan voor en hij dacht dat daardoor de wat vrijblijvende samenwerking een be langrijke impuls ten goede zou krijgen. Hij doelde daarbij op het regionaal or ganiseren van politieke partijen. De Wilde vroeg daarover de mening van de raad en van b. en w. Daarop aanslui tend stelde hij dat het samenwerkings orgaan, als het rechtspersoonlijkheid kreeg, meer uitvoerende taken toebe deeld zou moéten krijgen. Hij somde daarvan op de schooladviesdienst, de ge zondheidsdienst, een milieubewakings dienst en de muziekschool. „Als Eemland werkelijk inhoudt krijgt, beschikt over een klein uitvoerend en voorbereidend apparaat, en politieke partijen zich in regionaal samenwer kingsverband organiseren, naast de ge meentelijke. en zich als partijen ook doen vertegenwoordigen in het samen werkingsorgaan. pas dan krijgt Eem land handen en voeten", aldus de heer De Wilde. Hij merkte wel op dat op het moment de besluitvorming in Eem land zich wel in een erg laag tempo voltrok en hij vroeg met het oog daarop hoe het stond met het regionaal winkel- planningsonderzoek en de planning van regionale bedrijfsterreinen. Het had al les te maken met het ontwikkelings plan van Soest. Hij: sprak vervolgens over de zorg die bestond ten aanzien van het funktioneren van de lokale democratie en dan met name over de werkverdeling en de funk- ties van raad, b. en w. en het ambte lijk apparaat. Veel aandacht besteedde hij daarbij aan het rapport van de com- missie-Merkx, waarvan naar zijn me ning de hogere vergoeding aan raads leden té veel aandacht gekregen had. Hij haalde als een voorbeeld van op andere wijze funktioneren de gemeente Eindhoven aan, waar het zwaartepunt van de raad ligt in het vaststellen van de Ontwikkelingsschets, een samen hangend beleidsplan voor 4 jaar, tel- kenjare opschuivend, bij welke vaststel ling de beleidsdiscussies over de meest wenselijke ontwikkeling van de gemeen te plaats vinden. Over de greep van ieder individueel raadslid op het gemeentelijk beleid zei hij: De raad als geheel heeft be voegdheden, het individuele raadslid nauwelijks. Om te kunnen funktioneren heeft een raadslid in ieder geval infor matie nodig en daarnaast vaak bijstand. Kan hij zich daarbij beroepen op de hulp van ambtenaren, zoals die ook ten dienste staan van burgemeester en wet houders? In Einhoven wordt die hulp van ambtenaren aan raadsleden geleide lijk ingevoerd. In Overijssel is een ex periment gaande van het verlenen van ambtelijke bijstand aan individuele le den van provinciale staten. Daarvoor heeft men daar een gedragscode ambte lijke bijstand gemaakt". Hij stelde ver volgens de vraag: Moeten wij in de ge meente Soest ons ook niet bezinnen op de werkwijze en de taakverdeling van raad, b. en w. en het ambtelijk apparaat? Zou de raad niet op basis van een zorg vuldige beleidsvoorbereiding door b. en w. de hoofdlijnen van het beleid kunnen vaststellen? Hij stelde voor hiervoor 'n werkgroep in 't leven te roepen onder voorzitterschap van de burgemeester en verder bestaan de uit enkele leden van de raad, van het college en ambtenaren. Over het omstreden vragenhalfuurtje in de raad merkte hij op, dat het afge schaft was ondanks dat enkele raads leden handhaving uitdrukkelijk op prijs- stelden. Vervolgens was men erg moei lijk gaan doen over het al dan niet toestaan van interpellaties, „in een zo danige mate als ik althans nog nooit in een vertegenwoordigend lichaam heb meegemaakt", aldus de heer De Wilde. Hij pleitte ervoor elkaar in dat opzicht toch ruimte te laten. Voor het spontane vragenhalfuurtje, zoals de WD voor stelde, voelde hij niets. Hij zei groot voorstander te zijn van de meer bekendheid geven (met adver tenties) aan de commissie-vergaderin gen en van een mogelijkheid ook het publiek te laten meepraten. Hij vroeg het college zich daarover nader te oriën teren en hij informeerde of er nog ge dacht werd over een gemeentelijk in formatiecentrum. Komend tot wat actuele gemeentelijke zaken, vroeg de heer De Wilde waarom in de aanbiedingsnota geen aandacht besteed was aan de wijk „Ons Belang" te Soesterberg. Kon het pas aangekochte terrein in Egghermonde niet beschik baar komen voor nieuwbouw van de wijk? Over de voortgang van het ontwikkelings plan maakte de fractie zich zorgen. Het ging vooral om de financiële- en de wel- zijnsparagrafen; de verkeersontwikke- ling; de eventuele doortrekking van de Wilhelminalaan; het tracé van de Cen trumweg en hij merkte op niet voor een voldongen feit gesteld te willen worden. Met de situatie rond het bestemmings-' plan Weg over de Eng. had de fractie geen vrede; moest dat plan niet inge trokken worden, óf werkte men er bij de Raad van State toch niet verder meer aan? De heer De Wilde vroeg ook hoe het stond met de beslissing over Overhees 3 en 4 en of het dan niet tijd werd de voor bereiding van het bestemmingsplan Klein Engendaal ter hand te nemen: of gaat dit de capaciteit van de stedebouwkun- dige afdeling te boven? De fractie wilde verder het onderzoek naar de mogelijkheid een overdekt zwembad te bouwen, bespoedigd zien, zoals in het stadscentrum naar de me ning van de fractie ook een bescheiden cultureel centrum toegevoegd moest worden. Jammer vond de fractie het dat zij nog steeds geen inzicht had in de financiële situatie van de gemeente, hoewel het financiëel beleid niet ongunstig leek, gezien de bestaande reserves. De heer De Wilde meende echter dat hij zijn eindoordeel over dat financieel be leid moest opschorten totdat hij inzicht had in de kapitaalsinvesteringen en de daaruit voortvloeiende lasten voor de gewone dienst. Hij bracht tenslotte dank aan het col lege en de ambtenaren voor de toe wijding waarmee ook in het afgelopen jaar gewerkt werd. De fractie zou, van uit haar politieke overtuigingspunten, het hare blijven doen, voor de Soester gemeenschap. Niet geloofwaardig Jan Visser van Progressief Soest vroeg zich af in hoeverre de begroting geloof waardig was en dit met het oog de één miljoen, die zoals recentelijk duidelijk werd, in 1973 minder werd uitgegeven. Visser maakte ook een vergelijking met de beroemde „zeven punten" waarmee VVD, CDA en PvdA in 1974 aan de col lege-formatie begonnen, en tenslotte somde hij een aantal wensen op. Visser vond dat de bevolking onvoldoen de of in het geheel niet geïnformeerd was over de „niet onaanzienlijke reser ves, die Soest bezit", de staat van le ningen, schulden, lasten en bezittingen. Hij liet blijken het niet eens te zijn met de verhoging van de gemeentelijke be lasting van 8- tot 10%, en vroeg waar voor de meeropbrengst van 100.000 gul den geserveerd werd? „Voor het nieuwe gemeentehuis, dat nu al in de steigers had kunnen staan langs de doorgetrok ken Dalweg, wanneer mijn motie van augustus 1975 was aangenomen. Een kostenbesparing zou dat geweest zijn van enkele tonnen", aldus Visser. De drie ton, die beschikbaar komt vanwege het huisvesten van Amerikaanse militairen, wilde Visser besteed zien aan de renova tie of nieuwbouw van de wijk Ons Belang te Soesterberg. Jan Visser (Progressief Soest) Na een opmerking gemaakt te hebben over de belastingverhoging en daarbij gewezen te hebben op de stelling van wet houder Ebbers vorig jaar, dat het niet helemaal verantwoord is om de burgers nu al te belasten voor iets waarvan zij nog niet weten of wij het wel zullen uitvoeren, kwam hij op de ambtenaren salarissen. Het was hem onduidelijk waarom de funktie waardering van de iagere ambtenaren, uitgedrukt in sala risverhoging nog niet had plaatsgevon den. Blij was hij met het standpunt van het college dat ambtenaren functies in besturen van verenigingen mochten ver vullen, maar hij stelde een vraagteken bij de verenigingsfunkties van sommige raadsleden. Duidelijk liet hij óók weten het niet eens te zijn met ambtenaren die beloftes deden of beslissingen namen, die niet gedekt waren door de verantwoordelijke beleidsvoerders of door raadsbesluiten. Hij gaf vervolgens zijn mening over het informeren (door het college) van de raadsleden en dan met betrekking tot zijn eenmans-fractie (ieder lid had recht op| dezelfde informatie), om daarna de wijze van begrotingsbehandeling zoals dit jaar in Soest plaatsvond, „ontoelaatbaar" te noemen. Naar zijn mening diende de ver antwoordelijke wethouders bij het open baar onderzoek aanwezig te zijn om de gestelde vragen zoveel mogelijk direct te behandelen. Hij wilde bij het open baar onderzoek overigens ook het publiek gelegenheid geven vragen te stellen. Komend tot het Raamstruktuurplan, noemde Visser de vaststelling een be langrijke gebeurtenis, al was hij met het Centrumplan en de wegenstruktuur niet zo gelukkig. Hij verwachtte grote moeilijkheden „als de plannen zo slecht zijn als ik vermoed en het werk van de inspraakgroepen niet op hun juiste waar de getaxeerd worden en de ideëen van de gemeentelijke plannenmakers te veel afwijken van wat er aan ideeën onder de Soester bevolking leeft' Hij verzocht tijdige inschakeling van de Werkgroep 2000 of de PUSW bij het werk van de inspraakgroepen en een jong en dynamisch bureau aan het werk te zetten voor de bestemmingsplannen Centrum en Centrumweg. Anders kwam men er vóór 1979 niet uit. Visser bena drukte daarbij de visie van P.S.: Soest geen stad; prioriteiten bij welzijn en milieu; een veilige leefbare gemeente voor jong en oud. Vervolgens wees hij de „zeven punten" van CDA, WD en PvdA: de school voor HAVO/VWO (mislukt); intrekking Engwegplan (praktisch onmogelijk); jaarlijkse herziening investeringsnota (moet nog steeds gebeuren); studie or ganisatie gemeentebedrijven en -stich tingen (eindrapport hopelijk vóór mei 1978); de betaalbare woningen en de uitgifte van gronden voor eigen bouw; de vrije schoolkeuze (eerlijk is eerlijk) er komt overleg met de schoolhoofden) het instand houden van het karakter van de gemeente (niet bij de bevolking overgekomen, gezien hun nog steeds felle reacties). Hij zei in de naaste toekomst regematig te zullen informeren naar de stand van zaken ten aanzien van o.a. de herzie ning van de algemene politie verorde ning, regionale onderzoeken, woon ruimteverordening, het gemeentelijke rampenplan, de nota jeugdbeleid en de welzijnsnota, het lom-schoolrapport, het J van dc Gemeentehof. plan voor de woonwagenbevolking, de centrale antenne inrichting en de studie- rapporten van enkele sportcommissies. Als wensen had hij tenslotte: het volle dig openbaar maken van nog enkele raadscommissies en gemeentelijke in stellingen met een rondvraag voor de publieke tribune; een voetgangerstunnel te Soesterberg; een oplossing voor het gemeentelijk kampeerterrein en voor de milieugroep Soestdijk geen stankwijk; een studiecommissie voor het beheer van de Eng; expansiemogelijkheden voor de gemeentelijke voorlichting; de aan stelling van een aantal wijkagenten; een aktief beleid voor woonerven; de aan stelling van een schoolbioloog; de aanleg van een crossterrein voor de jeugd en een betere huisvesting voor de muziek- sch°o1- Repliek Het college beantwoordde de vragen, die de fractievoorzitters in hun algeme ne beschouwing verwerkt hadden. Als eerste kreeg wethouder Ebbers van fi nanciën het woord, „omdat", zoals de burgemeester zei", een begroting in de eerste plaats toch een financieel stuk is". De heer Ebbers had het er niet zo moeilijk mee, evenmin als later zijn collega's Hoekstra van openbare werken. Plomp van onderwijs en mevrouw Van Stiphout van cultuur. De burgemeester sprak di- rekt na de heer Ebbers en zij nam het leeuwedeel van de totale spreektijd in be slag. De WD hoorde op haar vragen: dat de begroting evenwichtig opgezet was en van bezuinigingen nauwelijks sprake kon zijn; dat de gemeente jaarlijks 3 miljoen zal moeten opbrengen in verband met bouw van gemeentehuls. politiebu reau en aanleg Centrumweg; dat de fi nanciële paragraaf van het ontwikke lingsplan eerst aan de inspraakgroepen wordt voorgelegd (daar kwam men later enigszins op terug)dat het college het hartgrondig eens was met de discipline die de raabsleden zich zelf willen opleg gen, hoewel zij toch niet moesten verge ten dat zij naast het vaststellen van de beleidslijnen ook „klaar" moesten staan te allen tijde voor de burger en zich dus met kleinere zaken zouden moeten bemoeien; dat de vrees voor concur rentie van het gasbedrijf en gemeente werken ten opzichte van het particulier bedrijfsleven ten onrechte was; dat liefst 50% van de ambtenaren ongeorganiseerd was, maar dat zij, dankzij een landelijke verordening, nu eenmaal niet aan „geor ganiseerd" overleg kunnen deelnemen vakbonden laten dat niet toeen dat voor de vuilverwerking een andere (provin ciale) regeling in de maak is, die in januari aan de orde komt. Burgemeester en wethouders vertelden aan het CDA: dat van een plotselinge stijging van de belastingdruk geen spra ke zal zijn; dat in deze maand nog 100 proeftaxaties gedaan zullen worden in verband met de invoering van de onroe rend goed belasting en dat het totale opnemen van de gemeente circa 20 maan den in beslag zal nemen; dat er voor de 255 woningen in Overhees 2 zo'n duizend aanmeldingen waren en dat men hoopt dat na de bouw van de woningen weer een indirecte doorstroming plaats zal vinden; dat de door het CDA voorgestel de „bouwwinkel" volgende week in de welstandscommissie aan de orde komt; dat het overleg over de voetgangers tunnel te Soesterberg loopt en dat er een keuze gemaakt zal moeten worden uit 2 situeringsmogelijkheden; de onderwijs wethouder de gedachten van het CDA met betrekking tot bepaalde facetten van het onderwijs onderstreept en dat de veranderingen in de maatschappij niet aan het onderwijs voorbij gaan; dat ér een onteigeningsprocedure loopt in ver band met de nieuwbouw van de Da Costa- school; dat het college in een brief aan Den Haag uiteen gezet heeft, hoe nodig de R.K. Mavo aan een nieuw school gebouw toe is en dat met het vrijgeko men geld van de bibliotheek enkele lacunes in de welzijnssector zijn opge vuld. De heer De Wilde (PvdA) vernam dat het functioneren van de raad iedereen aan het hart lag, maar dat zijn Eind- hoven's voorbeeld door hem iets over trokken werd. Daar behandelde men de begroting weliswaar in één dag, maar daar ging een week voorbereiding aan vooraf. De heer De Wilde hoorde verder dat er ernstig naar gestreefd zal worden het resultaat van de rekening 1976, in juni 1977 bekend te maken. Het zal dan wel een globaal overzicht worden. Heen en weer gepraat werd er nogal over de dienstbaarheid van de ambtenaar aan de raadsleden, (in principe hebben wij het daar niet moeilijk mee, zei de bur gemeester) en het probleem zat 'n voor al in de mogelijkheid dat een ambte-- naar assistentie zou moeten verlenen bij het opstellen van plannen tégen beslui ten van b. en w. in. Vrij uitvoerig werd ook ingegaan op De Wilde's visies op vragenhalfuurtje en in terpellaties. Meegedeeld werd ook dat, de „rechtspersoonlijkheid van Eemland er aan zit te komen"; dat het college de politisering van het samenwerkings orgaan toejuicht; dat, als „men" van plan zou zijn de polder Zeldert vol te bouwen (de polder tegenover de Melm), dat dan Soest toch liever het Veen aan biedt voor woningbouw; dat een gemeen telijk informatiecentrum moet wachten op het nieuwe gemeentehuis; dat voor het opzetten van de bestemmingsplan nen voor Klein Engendaal en Boeren streek, de mankracht ontbreekt en dat eerste gewerkt wordt aan de plannen Centrum, Centrumweg, het ontwikke lingsplan, bedrijfsterrein Koningsweg, sportvelden Koningsweg en Soest-Mid den; dat het er voor de Soester onder nemers somber uitziet, voorwat betreft de koopkracht afvloeiing als het Cen trumplan niet snel doorgaat; dat over de toekomst van Ons Belang (de wijk in Soesterberg) volgende week woens dag gepraat wordt met staatssecretaris Schaeffer, defensie, de bewoners enz.; dat er 'n commissie gaat werken met de vraag of Soest 'n overdekt zwembad kan exploiteren. visser, tenslotte kreeg als antwoorden dat het helemaal niet gezegd is dat de gebruikers van onroerend goed nu 12% belasting moeten gaan betalen; dat het intrekken van het Weg-over-de-Eng-plan toch wel nauw in verband staat met het totale ontwikkelingsplandat de school- grenzen nu wel definitief afgeschaft zul len worden en dan zonder proefperiode; dat het advies van de kampeerterrein- commissie volgende week in b. en w. besproken wordt; dat het IVN op papier zal zetten wat men beoogt met de aan stelling van een schoolbioloog en dat de nota jeugdbeleid ongeveer in april in de diverse raadscommissies behan deld kan worden. Bekend werd ook nog gemaakt dat vanaf januari a.s. een besluitenlijst van b. en w. vergaderingen verstrekt zal worden; óók aan de pers en tenslotte werd de CDA-motie aangehouden tot de vergade ring van vandaag.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1976 | | pagina 9