AL GREEN VEEL BELUISTERDE VRIJGEZEL DIT JAAR 139 NIEUWE CARNAVALS PLATEN EN HOE ZIT HET MET ISLAND? LA KAUFFELD TWINTIG JAAR ZANGERES MR. BARRY BIGGS IN NEDERLAND DICK RIENSTRA, TALENT EN OPRECHTHEID KRONIEK OP DE BUIS KURSAAL FLYERS VICKY BIJ NIEUWE PLATENMAATSCHAPPIJ Socster Courant van donderdag 24 februari 1977 Al Green werd geboren in For- rest City, Arkansas, ongeveer 40 mijl van Memphis, Tennes- see, vanwaar hij op 8-jarige leeftijd verhuisde naar Grand Rapids, Michigan. Toen Al 9 was, begon hier zijn carrière in de gospel- en spiritual- groep van zijn broers: ,,The Green Brothers". Na 5 jaar in deze familieband gezongen te hebben - een periode waarin hij ook optrad met The Soul Stirrers en The Swan Silver Tones - vormde hij op aanra den van een aantal vrienden een popgroep, die hij „The Creations" noemde. Al (16): ,,lk wilde uiteindelijk wel eens iets anders dan alleen maar plezier hebben in je werk zon der daarbij geld te verdienen". Met redelijk succes trad hij gedurende 3 jaar met deze formatie op, maar de echte grote doorbraak volgde toen hij met zijn nieuwe groep: ,,AI Green and the Soul Mates" de plaat „Back up train" op nam, die werd geproduceerd door Palmer James, een vroe ger lid van „Creation", voor het Hot Line Music Jour naal-label. Binnen de kortste keren verkocht deze plaat 700.000 exemplaren en was daarmee AI's eerste grote soulhit. Daarna volgden twee jaar van betrekkelijke rust, totdat Al trompettist Willie Mitchell en zijn band in Midland, Texas, ontmoette. Al song met de band en Willie was zo onder de indruk, dat hij besloot Al Green voortaan als producer ter zijde te staan. Zo ont stonden in de Hi Studios van Memphis AI's succes nummers als „I can't get next tto you", „Tired of being alone", „Let's stay together" en „l'm still in love with you", waarmee hij voorgoed naam maakte in de Amerikaanse soul-business. Als vrijgezel is Al momenteel nog vrijwel dagelijks te be luisteren in nachtclubs, colleges en concertzalen door geheel Amerika. De gezamenlijke Neder landse platenindustrie heeft voor het aanstaan de carnaval maar liefst 139 nieuwe plaatjes geworpen in de strijd om DE carna valshit van 1977. Veruit de meeste van deze kostbare produkties belan den zonder meer in de prul lenbak. Slechts weinigen dringen door tot de hitparades. Welgeteld staan er thans vijf stuks in de Nationale Hitparade, waarvan hekke- sluiter Vader Abraham met „Adeile" de beste kansen heeft om in de Top Tien te belanden. In de Tipparade staan zes carnavalssingles genoteerd en daarvan is het hoog bin nengekomen „Limburgs klaaglied" van Martine Bijl de grote kanshebber om snel naar de Hitparade over te stappen. We hoeven elkaar geen miet je te noemen; het is natuur lijk volkomen duidelijk dat de firma Island door het vertrek van Bryan Ferry, End, Manza- nera en Roxy Music een fikse aderlating heeft ondergaan. Genoemde acts zijn niet de eerste de beste. De Island-bazen zijn echter niet bij de pakken gaan neer zitten (in Engeland kun je toch alleen maar crisispakken krij gen I) Kijk, er is natuurlijk nog een Cat Stevens en er is nog immer een Bad Company. De laatstgenoemde act be wijst over enige weken met een nieuwe elpee dat er met hen meer dan ooit rekening moet worden gehouden. Onze Griekse afgod brengt in maart een nieuwe elpee. Hij mag dan enige schotwonden opgelopen hebben, Bob Mar- ley is er natuurlijk ook nog steeds. Maar er is meer: de Jess Ro den Band zit nu toch wel heel erg dicht tegen de grote doorbraak aan en Robert Palmer ruikt er ook al aan zo gezegd. In mei komt dan eindelijk de langverwachte Stevie Win- wood elpee uit, waardoor het Island-blazoen ook weer da nig opgepoetst zal worden. En wat te denken van Eddie and the Hotrods en de Dod- gers? Jong en veelbelovend! En Georgie Fame? Bejaard, maar still going extremely strongl En how about Mur- ray Head? Maar er zijn ook bijzonder interessante nieuwighe den! Hieronder bijvoorbeeld wordt melding gemaakt van de re lease van enige elpees van tamelijk onbekende groothe den. Maar in het kader van de hoe-zit-het-nu-met-lsland-ge- dachte past ook zeer zeker de summiere aankondiging van enkele nieuwe Island-acts, die de komende weken weer flink war reuring zullen veroorza ken. De meest opvallende ver schijning is natuurlijk die van Rough Diamonds, waarin David Byron een hoofdrol vertolkt. Een andere grote naam in dit gezelschap is gi tarist Clem Clempson (eks Humble Pie en Collosseum). Het voorprogramma van de Bryan Ferry-tour wordt ver zorgd door een nieuwe Is- land-act lllusion, die eigen lijk niet zo nieuw is, aangezien achter deze naam de groep Renaissance schuilgaat. Aller lei juridische omstandigheden hebben er echter toe geleid dat deze naam niet meer ge bruikt mag worden. Een groep, die wij al eens eer der in deze kolommem hebben aangekondigd is Ultravoxl Brian Eno produceerde hun eerste elpee, die zeer spoedig uit zal komen. Hoe zit het dus met Island? Juist: het wordt hard werken, maar hard werken aan onmis kenbare talenten is leuk en biedt zonnige perspektieven. Nog steeds een Island in the sun, dus. Op 24 februari is het twintig jaar geleden dat GREETJE KAUFFELD haar carrière als zangeres begon. In 1959 zong ze bij AVRO'S Radio Dans- orkest „The Skymasters", daarna vierde zij triomfen in Duitsland, ging naar Holly wood en kwam in 1970 weer naar Nederland terug. In die twintig jaar ontwikkelde Greet- je zich tot de beste jazz-zan- geres van Europa, maakte tal loze langspeelplaten, waar van de meest bekende haar laatste is, „I remember Clif- ford", geproduceerd door haar echtgenoot Joop de Roo. Greetje gaat haar jubileum op 24 februari a.s. 's avonds vie ren met een speciaal jazzcon cert in het Jazzcafé te Laren. De uit Jamaica stammende reggea-koning BARRY BIGGS is in de afgelopen dagen vanuit Engeland naar ons land overgeko men voor televisieopnamen in het programma Top Pop en een live-optreden in het populaire KRO-radiopro- gramma „Tussen 12 en 2" van Hans van Willigenburg. Barry Biggs was in Enge land voor de promotie van zijn plaatje „Side Show" dat nummer 3 in de Engel se hitparade staat. Omdat thans de „Side Show" van Barry Biggs ook de Ne derlandse tipparades is bin nengekomen, kwam hij opnieuw naar ons land. Want, enkele weken gele den was hij hier ook om zich via het TROS-televisie- programma „Disco Cir cus" aan het Nederlandse publiek voor te stellen. Nog maar nauwelijks nadat Vicky haar zoveelste grote hit had met „Tango d'amour" is er weer nieuws te melden. Sinds korte tijd zit Vicky bij CBS onder contract en het eerste resultaat is de gloed nieuwe single „Auf dem Mund da blühen keine Ro- sen". Dit nummer is de voorloper van de zeer spoedig te ver schijnen nieuwe LP „V.L.". De KRO is de korhende maan den bezig om onder de bezie lende samenwerking tussen Anneke lubbers (produktie), Fred Rombouts (regie) en Han Peekei (samenstelling) het programma Wie in Neder land wil zingen te maken. Dit programma is o.a. geba seerd op de serie die EMI-Bo- vema vervaardigt over de laatste 15 jaar Cabaret en Kleinkunst. Het programma dat de KRO nu produceert handelt ook over de laatste 15 jaar en geeft een overzicht van wat er allemaal gebeurde. In de 60-er jaren had het cabaret een taboe doorbre kende funktie. Vooral door de rellen rondom „Zo is het toe vallig ook nog eens een keer" en „Lurelei" en later ook Don Quishocking en Ivo de Wijs werden zaken bespreekbaar gemaakt die daarvoor moeilijk bespreekbaar waren. Simpel gezegd het cabaret verschafte het excuus om met je vrienden of buren over zaken als b.v. sexuele revolu tie te praten. Dit voorbeeld is een van de vele bouwstenen waaruit het bijna 2 uur durende program ma bestaat. In de studio treden o.a. op: Het Simplistisch Verbond, Hans van Deventer, Peter Blanken, Gerard Cox, Don Quishocking, Dimitri van Toren, Paul van Vliet, Jan de Wilde, Seth Gaaikema, Drs. P. en vele anderen. Terwijl in historische opna men o.a. Neerlands Hoop, Herman van Veen, Wim Son- neveld te zien zijn. De samenstellers hopen aan te tonen hoe belangrijk deze tak van de muze voor het maatschappelijk bewust zijn van onze samenleving is ge weest. Op „Golden Mile" is te horen dat de groep zeer gevarieerde nummers schrijft die alle maal nogal vreemde titels hebben zoals „Radio Roman ce", „One Arm Bandit" (over de verslaving aan gokauto maten), „Drinking Socially" en „Two Left Feet". Het album is geproduceerd door Mike Batt (o.a. de Wom- blesen Steeleye Span). Op 15 februari zijn de Kur saal Flyers in „Disco Circus" met hun single „Little Does She Know" (uitzending 18 fe bruari). Hij valt op door z'n onopval lendheid. Alle middelen, die de jongere artiesten ter hand ne men om hun prestaties te ac centueren, of - zo u wilt - een totaal gebrek aan talent te verdoezelen zijn hem vreemd. Dick Rienstra is een eerlijk artiest, zonder opsmuk, of on echtheid. Hij heeft't ook niet nodig, dé-' ze 35-jarige ex-onderwijzer uit Vianen. Na zo'n jaar of vijf tien in de vaderlandse show- biz wéét Dick waar 't om gaat. „Je kunt 't publiek niet voor de gek houden. Ze hebben 't door, wanneer ze in de ma ling worden genimen. Ge woon je zelf zijn en vreselijk hard je best doen. Daar ge loof ik in". Dick Rienstra's carrière is er één van vallen en opstaan. Ontdekt tijdens een talenten jacht, enkele plaatjes ge maakt, veel werk bij radio en T.V. Als zovele andere collega's uit die tijd verdiende Dick zijn brood voornamelijk met schnabbels. De revu „De Jantjes" bracht hem landelijke bekendheid, waarna hij met partner Martin Kafig als het duo De Jantjes door heel Nederland ging op treden. Eind vorig jaar maakte hij zijn eerste solo-plaatje „Is dit mijn leven". Hoewel deze single zeer veel- werd gedraaid en goeie reak- ties bij de media ontlokte werd het geen hit. Voor Dick is zijn deelname aan het Songfestival allereerst een geheel nieuwe ervaring. Verliezen betekent voor hem allerminst het einde van de wereld, 't Belangrijkste van al les vindt hij z'n gezin, z'n vrouw en twee zoons. Wel wil hij solo-platen blijven ma ken, in het genre van „Is dit mijn leven" waardoor hij ook als tekstschrijver z'n talenten kan botvieren. Een innemend mens met een warme sympathieke en zeer persoonlijke stem: kortom' een nieuwe Nederlandse chan sonnier van 't zuiverste water. Als Dick zó overkomt is hij best tevreden. De loterij kan beginnen, Dick Rienstra is van de partij. Een van de groepen die, na jarenlang door iedereen een belofte te zijn genoemd, nu eindelijk in Engeland is door gebroken, zijn de Kursaal Fly ers. Met hun derde album „Golden Mile" en de single „Little Does She Know" zijn de succesvolle jaren aange broken voor deze doldwaze vijfmansformatie. Hoewel de humoristische teksten en de komische akt van zanger Paul Shuttleworth voor een niet gering gedeelte het image van de Kursaal's bepalen, is het muzikale ge deelte minstens zo belangrijk.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1977 | | pagina 15