Ben PRATEN OVER iker lar Louis van Dyk en Rogier van Otterloo werkten voor de tweede keer samen "Elton gaf mij zelfvertrouwen", aldus Kiki Dee Les Dudek "Say No Mo re" Wild Cherry Electrified Funk Boudewijn de Groot, gezien door de ogen van Lennaert Nijgh en Soester Courant van donderdag 28 april 1977 I 8 18940 it (40), 15558 8.00 u 1.00 u 8.00 u Als opvolger van de zeer suksesvolle LP "Telepathy" van Louis van Dyk is kort geleden het album "Concer to" uitgekomen. Op "Telepathy" werkte Louis voor het eerst samen met toparrangeur Rogier van Otterloo. Dit pakte zo goed uit dat op zijn nieuwe plaat de samenwerking is gekontinueerd. Voor "Concerto" is een re pertoire samengesteld dat het veelzijdige talent van Louis nog eens extra bena drukt, want op deze LP staan klassieke komposities zoals Gymnopédies 1" van Erik Satie en '-'Le Bourgeois Gen- til' Homme" van Jean Bap- tiste Lully, moderne num mers als "If" van David Ga- tes (welbekend in de uitvoe ring van Bread), "Theme From Mahogany" van Mi- chael Masser en Gerry Gof- fin en een tweetal nieuwe komposities. Louis en Rogier hebben er allebei eentje voor hun re kening genomen. Zoals ge bruikelijk is "Concerto" een plaat die ontstaan is uit teamwerk, want naast Louis en Rogier hebben producers John J. Vis en Ruud Jacobs hun niet geringe deel bijge dragen door het geheel in goede banen te leiden en zorgen bassist Jacques Schol en slagwerker John Engels voor een vakkundige muzi kale ondersteuning. PLATEN Het kan toch vreemd lopen in de wereld van de lichte muze. Neem nou b.v. Kiki !Dee, 30 jaar oud, rood, stijl haar, 110 pond zwaar en nooit gedacht dat zij ooit zou uitgroeien tot een nummer EEN artieste. Verre van dat zelfs, want in haar prille jeugd, kleurden haar wangen net zo rood als haar haar wanneer zij op feestjes iets moest zingen. In plaats van de volle geschool de vrouwenstem die zij nu bezit kwam er niets dan een vreemd gepiep uit haar keelgat. Maar het is mis schien de uitdaging geweest het gepiep om te zetten in klare zang, dat haar door deze muzikale depressie heeft heen gesleept. Kiki werd onder de naam Pauline Matthews in Brad- ford geboren. Na haar schooltijd trok zij naar Lon den en werkte in kleine bandjes. Haar ontmoeting met tekstdichter Mitch Murray bracht haar een single en een nieuwe naam. De naam is bekend, de single heette "Early Night" en werd uitgebracht op het Fontana label. Die eerste plaat bleek niet onsuksesvol te zijn zo dat andere singles en één el pee, "I'm Kiki Dee", volgden. Een vreemde transfer vond toen plaats, als eerste blanke Britse plaatartieste tekende zij met Tamla Motown, en werd geïnviteerd over te ko men naar Detroit voor de opname van een nieuwe el pee. "Ik was daar erg en thousiast over in het begin, het was juist wat ik nodig had," weet zij zich nu te her inneren. "Maar helaas wist men daar in Detroit niet erg veel van mij af en ik kreeg de indruk dat men mij had ge- kontrakteerd met de ge dachte van: "Nou. leuk om eens een Engels meisje op het label te hebben". "Ik moest daar werken met Frank Wilson, een producer die had samengewerkt met The Su- premes en The Four Tops. Zij hadden daar nog nooit eerder met Engelse artiesten gewerkt en het resultaat van de opnamens was voor mij dan ook hoogst onbevredi gend. De titel van de elpee was. ironisch genoeg. "Grcat Expeetdtions". Zomer 1972 belde zij John Reid op, de manager van El- ton John, die soms werkte voor Motown in Europa. Zij vertelde hem dat zij zonder kontrakt was en weer graag iets in Engeland zou willen doen. Reid liep met plannen rond voor de oprichting van een nieuw platenlabel en vroeg Kiki of zij er iets voor voelde zich bij hen aan te sluiten. De periode tussen dat tele foongesprek en de opname van haar eerste Rocket elpee was een weinig florisante. Zij was op tournee met "The Bachelors", en bezocht alle uithoeken van de wereld. "Op een gegeven moment dacht ik bij mijzelf: "Waar ben ik in godsnaam mee be zig?". Ze vloog terug naar Engeland en kon korte tijd daarna beginnen met de op- namens van haar eerste el pee op Rocket "Loving and Free": een album dat de overgang markeert tussen al het andere Kiki Dee werk en de elpee die haar daarna veel waardering op zdu leveren. "I've got the music in me". Nieuwe tekstschrijvers werden gevonden in Elton John en Bernie Taupin. Het hit sukses van de gelijkna mige single is bekend en is nog steeds een absolute "must" tijdens haar optre dens. Het werd toen even rustig rond Miss Dee, maar die stilte.werd in één klap door broken door het wereldsuk-- ses van het duo Dee en John met "Don't go breaking my heart". "Elton en ik werken heel nauw samen. Hij weet pre cies wat goed voor mij is en heeft mij geleerd vertrou wen te hebben in mijzelf." De laatste maanden van '76 werden doorgebracht in de Manor Recording Studio's waar zij samen met Elton John elf tracks opnam die zijn terug te vinden op haar laatste elpee getiteld "Kiki Dee". Zes van de songs zijn door Kiki zelf geschreven, de rest is afkomstig van de Rocket "family". Onder het elftal, haar nieuwe single "First Thing in the mor- ning", waarmee zij o.a. te zien was in het TROS Disco circus. "Soms lijkt het een stap te rug als ik weer een nieuwe plaat opneem, maar in we zen is het een stap vooruit. Met de ervaring die ik nu opdoe, kan ik rustig /.eggen dat het wachten al die jaren, veel waard is geweest." Iedereen die het telovi- siefilmpje van Boz Scaggs heeft gezien, zal waar schijnlijk ook de keurig in het pak gestoken gitarist zijn opgevallen, die zich zo te zien kostelijk amu seerde tijdens het concert. Hij heet Les Dudek en is al jarenlang door dc insi ders een zeer gewaar deerde sessiegitarist. Vo rig jaar verscheen zijn eerste solo-LP, die nu ge volgd is door "Say No More", zijn tweede LP. De hoes laat zien dat Les het allemaal van de zonnige kant ziet; misschien is van invloed dat hij in het zonnige Florida is gebo ren. De eerste keer dat Les bekendheid verwierf was toen Dicky Betts, destijds gitarist bij de Allman Brothers Band, hem vroeg samen in een groep te gaan spelen. Dicky was van plan om naast de All man Brothers een eigen band op poten te zetten. Het is er helaas nooit van gekomen maar ze hebben toch samen gewerkt; bij de opnamen voor "Bro thers And Sisters" speel de Les samen met Dicky gitaar in "Ramblin" Man" en "Jessica". Spoedig hierna kreeg Les een aanbieding van Boz Scaggs om in zijn band te komen spelen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat zowel de periode met de Allman Brothers1 als het spelen met Boz Scaggs van invloed zijn geweest op zijn ontwikkeling. Zijn gitaarspel is al vaak ver geleken met dat van de legendarische Duane All man en als zanger heeft Les duidelijk wat opge stoken van Boz Scaggs. Les heeft alle komposities op "Say No More" zelf ge schreven. Opvallend be halve zijn gitaarspel is ook de grote muzikale ge varieerdheid van de nummers want Les speelt naast rocksongs net zo makkelijk bottleneck-gi taar in een bluesnpmmer als "Baby Sweet Baby". Voor de opnamen hebben bekende muzikanten als David Paich, David San- cious, Gerald Johnson, Joachiem Young. Jeff Porcaro. Sherlie Mat thews, Rebecca Louis en Clydie .King hun mede werking verleend. De produktie was in han den van Bruce Botnick (o.a. Dave Mason, David Sabcious en Eric Clapton). Een regelrechte sensatie was het debuutalbum van de Amerikaanse funkfor- matie Wild Cherry. Hun single "Play That Funky Music" kwam in Amerika op de eerste plaats terecht en het sukses waaide over naar het Europese konti- net. Net zoals die andere "sensatieband" Boston, werden de leden van Wild Cherry een beetje over vallen door hun sukses en de eerste paar maanden nadat de LP als een bom was ingeslagen wist de band met moeite aan alle aanvragen te voldoen. Gelukkig hebben ze wel tijd gehad om niet te lang na hun eerste LP een op volger uit te brengen, die "Electrified Funk" heet. Opnieuw wordt duidelijk dat Bob Parisi de grote man achter de groep is. want hij heeft evenals dat op hun eerste LP het ge val was. het merendeel van de nummers ge schreven. gezongen en de plaat geproduceerd. Samen met Bryan Bas- sett. Allen Wentz. Ronnie Beitlé en Mark Avzec (het nieuwste lid van de groep) heeft Bob tien nummers uitgekozen, die bijna al lemaal op hetzelfde neer komen: ze swingen de pan uit. Op 18 april vertrekt Boude- eademie. Alle tel Op 18 april vertrekt Boude wijn de Groot met zijn gezin naar Amerika. Voorlopig heeft hij een Amerikaans verblijf van een jaar gep land, maar wanneer Boude wijn de kans krijgt om zich kreatief te ontplooien in Amerika, dan bestaat de mogelijkheid dat hij zich permanent in de States zal gaan vestigen. Voor alle fans van Boudewijn en zij, die 't Nederlandse lied een warm hart toedragen, is 't vertrek van Boudewijn vrij teleur stellend, maar op slecht nieuws volgt gelukkig altijd goed nieuws. Want dezè maand bracht Phonogram Boudewijn's nieuwste single "Kinderballade" uit en een fantastisch dubbelalbum: "De beste van Boudewijn". En wie anders zou U beter over Boudewijn en dit nieu we dubbelalbum kunnen in formeren dan Boudewijn's beste vriend, inspirator en tekstschrijver Lennaert Nijgh. „Op deze twee langspeelpla ten is een geschiedenis vast gelegd van twaalf jaar. Twaalf jaar lichte muziek van eigen bodem, twaalf jaar Boudewijn de Groot. Plaat 1, eerste kant: de eerste liedjes die we maakten na dat Ed Lautenslager, toen malig nieuwslezer bij de eveneens toenmalige NTS, ons de tip had gegeven: maak eens een bandje, dan ga ik naar Phonogram. Dat was op de gedenkwaardige avond van 8 februari 1964, toen ik mijn eerste speel- ftimpje "Feestje bouwen", op 8 mm maar mét geluid, draaide bij een Haarlemse doktersfamilie. Een geden kwaardige avond, want be halve dat "Boudy" de Groot werd ontdekt, ontdekte de Nederlandse pers de met veel onzekerheden omgeven verloving van prinses Bea trix en belegerde de televisie Soestdijk. Wij werkten sa men vanaf de schoolbanken, waar ik op dat moment nog aan gekluisterd was; Bou dewijn zat op de Nederland se Film Academie en illu streerde met krabbelige te keningetjes het eerste num mer van "Skoop", het ge- .stencilde blaadje waarin de 'Nederlandse nouvëlléVague. aangevoerd door mensen als Pim de la Parra, Wim Ver stappen, René Daalder, Jan de Bont, Ab van Ieperen en Rem Koolhaas ons minieme filmestablishment aanviel. Onze bakermat was het Haarlemse Coornhertly- ceum, onze vrienden en klasgenoten waren mensen als Ischa Meyer, Carel Alp- henaar, Rudolf Lucieer en de schoolrevue, waarin we met korte broekjes en bibberen de beentjes ons debuut had den gemaakt in 1957 werd quatremains begeleid door zulke schijnbare tegenstel lingen als Han Reiziger (nu VPRO muziek) en Jan Lan- gereis (nu hoofdredaktie De Telegraaf). Studenten, daar keken we hoog tegen op. Ons idool was Jaap Fischer, naast Jacques Brei en zulke heiligen als Coltrane. Al luisterden we in het geniep wel eens naar Guitar Man en Birddog. op i'adio Luxemburg. Maar wat was muziek voor vetkuiven. er liep nog een diepe sociale afgrond door de lichte mu ziek. al zouden vier langha rige jongens uit Liverpool daar voor de komende gene ratie een brug over slaan. Studentikoos waren ook de liedjes die we maakten en die door Boudewijn in keu rig ("keurgjig') Kennemer- duinennederlands werden gezonden, met eigen gitaar begeleiding: "Elégie prena tale" (de titel is geloof ik ontleend aan een Haarlemse winkel voor positiekleding) en het volgens middelbare scholieren ook nu nog ak- tuele "Strand". Sukses bleef uit. behalve in kleine kring. Wij beschouwden het maken van liedjes ook nog niet als serieus. Een paar mensen uit het vak zagen er wel iets in: 'Wim lbo liet Boudewijn een paar keer meedoen aan zijn televisieprogramma "Caba retkroniek" en Cobie Schre- ijer gaf Boudewijn zijn eer ste optreden in de Haarlemse Waagtaveerne en de sporen ervan zijn in het repertoire van Boudewijn hier en daar te vinden, zoals "Noordzee", een vertaling van "The Gol den Vanitv" (voor de freaks: "Child ballad no. 199"). Inmiddels was ik ook leer ling geworden op de Filma cademie. Alle teleurstellin gen, hoop en romantiek van die broeierige tijden zouden later in de LP "Voor de overlevenden" ruimschoots aan de oppervlakte komen. Zover was het toen nog niet, de film eiste onze aandacht nog volkomen op. Producer Tony Vos liet mij Aznavour's smartlap "Une enfant" ver talen - "Een meisje van zes tien". "Dit doe ik nooit meer!" schreef Boudewijn op de hoes van het presente xemplaar dat hij mij kwam brengen. Tot onze verbijs tering werd het een hit. Een hit die Boudewijn over de onverbiddelijke lijn tussen massamuziek en "kunst" zou brengen, zoals zijn Engelse kollega Donovan door de commercie uit een folkclub in de Londense wijk St. Al- bans werd gesleurd. Die "onverbiddelijke" grens tus sen twee soorten muziek en twee soorten publiek wan kelde overigens al over de gehele wereld en een van huis weggelopen dominees zoon uit Amerika nam de naam van de rebelse dichter Dylan Thomas aan en werd de stem van een nieuwe ge neratie, die zich in stor machtig tempo emancipeer de - "Vertrouw niemand boven de dertig". We waren een deel van deze beweging. Zonder opzet - het was alsof datgene wat onder de oppervlakte van onze generatie leefde, in ons gestalte kreeg. "Woning nood" is op deze plaat de vertegenwoordiger van het elkaar de hand reikten: voor hel nummer "Glazen Stilte" (niet op deze LP's) trad de houtblazerssektie van het Concertgebouworkest met Han de Vries op hobo aan. Ik zie Han nog, languit liggend op de vloer van de Phono gram poptempel, aan de Hil- versumse Honingstraat, "éven" een arrangement transponeren, een klus waar een arrangeur zeker een paar uur voor nodig zou hebben gehad. Inmiddels was het vaste team gevormd, verantwoor delijk voor het totale Bou- dewijnrepertoire: producer Tony Vos, opnametechnicus Albert Kos, arrangeur Bert Paige, PR-man Rolf ten Ka- te (wie herinnert zich nog de glorieuze Gouden Plaat o*p Loevesteijn, waar Maas en Waal en Boudewijn en Bur gemeester Van Rappard en Ramses Shaffy tezamen kwamen, trop étonnés de se trouver ensemble om alles zonder kleerscheuren te overleven). In 1972 kwamen we nog een keer bij elkaar, na wederzijdse privémoei- lijkheden, om een LP te schrijven die de donkerste en minst begrepene is: "Hoe sterk is de eenzame fietser?" Bijna een retorische vraag; geen van beiden hadden we het gevoel op eigen benen ver te zijn vooruit gekomen, "Terug van weggeweest", "Onderweg", "Tante Julia" (eigenlijk een Engels num mer van Boudewijn, "Aunt Emily"), "Kindermeidslied", een door Ruud Engelander vertaald gedicht van de 18e eeuwse Engelse dichter Bla- ke, zijn van deze LP afkom stig. Ook hier een primeur in de samenwerking tussen soort strijdbare, soms een tikje op Dylan geïnspireerde liederen, die al gauw protest (in Vlaanderen kontest, het woord protest schijnt daar een meer kerkelijke klank te hebben) -songs of -liedjes werden genoemd. Het zou jaren duren voor Boudewijn van het stempel "protest zanger" af was. In 1966 kwam "Voor de Overledenen", tot stand, waar nummers als "Het Land van Maas en Waal". "Testament", "Naast Jou". "Verdronken Vlinder" en andere deel uitmaakten. Boudewijn was inmiddels "beroeps" geworden - de opleiding aan de Nederland se Film Academie had blijk baar geen andere gevolgen gehad dan de positie van magazijnbediende bij een groot warenhuis op het Damrak. Toen na "Meisje van zestien" de kans er was, verliet Boudewijn deze post en stortte zich in het vak. Mijn filmcarrière eindigde in 1967 op de rand van een faillissement en twee jaar lang reisde ik als manager met hem mee - meer een kans die hij me gaf om uit mijn schulden te komen dan een met Overtuiging gekozen loopbaan. "Sergeant Pepper's Lonely Hoarts Club Band" tekende de zomer van 1967 en in ze kere zin het afscheid van onze jeugd. "Picknick/Tuin der Lusten" was een LP die ondanks de zeer hoge per- fektie van opname en ar rangement toch wel heel zware invloeden van het voorbeeld vertoonde. Niette min was het de eerste keer in de geschiedenis van de Ne derlandse lichte muziek, dat de ernstige en lichte muze klassiek en populair: mijn oude schoolvriendin Vera Beths (op wie we, geloof ik, om de beurt heimelijk ver liefd waren) speelt een schitterende vioolsolo in het nummer "De reiziger". Een echte Stradivarius blijkt in de klank net zo imposant als Eelco Gellings genererende Gibson in "Als de rook om je hoofd is verdwenen" van een paar jaar eerder. Wie hij was en waar hij woonde, vroeg Boudewijn zich inmiddels af. Tijdens een verblijf in Californië schreef hij in samenwerking met cineast René Daalder (Body and Soul), zijn oude "goeroe" van de Filmacade mie, de autobiografische LP "Waar ik woon en wie ik ben". Twaalf jaar na het filma vondje in Haarlem is Bou dewijn de Groot de meest met mythen en legenden omweven Nederlandse pop ster. De samenwerking tus sen ons heeft altijd aanlei ding gegeven tot verhalen a la Burton en Taylor. Boudc- wijn zelf werd door de pers zelfs een keer in een "com mune" gestopt, toen hij met éen paar muzikanten repe teerde in zijn toenmalige boerderij in Drente. Of we ooit samen nog een plaat zullen maken, is aan ons. Aan de anderen de muziek en de taak "zich te zetten tot het schrijven van sagen en- legenden voor de debiele dorpen in het achterland", zoals Lucien Duzee het tref fend formuleerde op Boude- wijns onbegrepen soloplaat "Nacht en Ontij", lang gele den in 1969."

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1977 | | pagina 23