VTflRKTF.ZTNGSSPEL (vervolg) SCOREBORD VVD (22 zetels) D'66 (5 zetels) PvdA (43 zetels) PPR (7 zetels) Visie in vrijheid Het redelijk alternatief Voorwaarts en niet vergeten Vrede, macht, milieu, welzijn Soester Courant van donderdag 12 mei 1977 INI. EMANCIPATIE 1. Uitvoering vijfjarenplan Emancipatiecommissie. Tegengaan van vooroordelen en angsten door levens lange vorming „Open school" en plaatselijk vormings werk moeten hiervan uitgaan. Tweelingbanen be vorderen. 5. Subsidie voor activiteiten voor de vrouw. Overheid werkt achterstand weg bij benoeming van vrouwen. Jeugd in staat stellen voor eigen situatie op te komen. Gelijke rechten voor alle samenlevingsvormen. 6. Uitbreiding rechten minderjarigen. 7. Gezin pijler samenleving en basis voor wettelijke regelingen. Gelijke rechten voor man en vrouw. Tweelingbanen. Man of vrouw kostwinner. Zorg voor de vrouw in de derde wereld. 8. Tweelingbanen en deeltaken voor gehuwden. Alle meerderjarige vrouwen zijn „mevrouw" voor de over heid. Meer rechten voor minderjarigen. Betere voor lichting op scholen over emancipatie. O. ECONOMISCH BELEID 1. Vetorecht overheid voor investeringen op grond van landelijke selectieve investeringsregeling. Steun aan industriële vernieuwing richten op kleinschalige pro- duktietechnieken en zinvolle arbeid; extra steun aan bedrijven met veel minimumloners. Overheid contro leert fusies en trustvorming; zonodig grote onder nemingen en financiële instellingen dwingen tot opsplitsing. 2. Particuliere ondernemingsgewijze produktie is hoek steen samenleving, bron van welvaart en waarborg tegen machtsconcentratie. Werkloosheid snel naar maximaal 125.000. Investeringsbeslissingen worden in de ondernemingen genomen. Selectieve Inves teringsregeling (SIR) intrekken. Globaal prijsbeleid; doorberekening van kosten slechts bij uitzondering verbieden. 3. Beperking loonkosten; bestrijding morele verval der inflatie. Noodlijdende bedrijven zo min mogelijk rechtstreeks steunen; steun via globale maatregelen. Overheid mag uitoefening rentmeesterschap over schepping door het bedrijfsleven niet in de weg staan. 4. Nationalisatie banken, verzekeringsmaatschappijen, beleggingsmaatschappijen, pensioenfondsen, voor naamste basisindustrieën, e.a. Bij dreigende sluiting neemt overheid bedrijven over. Werktijdverkorting met behoud van koopkracht. Nationalisatie van elk bedrijf bij wanbeheer. 5. Oprichting Postbank en Staatsverzekeringsbedrijf. Hogere boetes overtreders prijsbeleid. Alleen over heidssteun als bedrijven zeggenschap overdragen aan overheid en werknemers. Toetsen van te maken produkten aan maatschappelijke behoefte. Onderzoek naar ingrijpende verkorting arbeidstijd en naar verbod op overwerk. 6. Race naar meer ombuigen in streven naar beter. Vooral middelgrote en kleine bedrijven steunen. Instelling van „Nederlandse Industriële Vernieuwings maatschappij", bestuurd door werkgevers, werk nemers, overheid en wetenschapslui. Tegen werkloos heid: jaarlijkse extra verkorting arbeidstijd. 7. Per sector van bedrijfsleven worden overlegorganen van werkgevers en werknemers ingesteld, die na overleg met overheid globale richtlijnen opstellen. Bevordering en kleinschalige bedrijfseenheden in fiscale en sociale beleid. 8. Strenge inkomens- en prijsmaatregelen als niet be drijfsleven zelf goede afspraken maakt tegen inflatie. Investeringen stimuleren, belastingfaciliteiten hiertoe verbeteren. Ongezonde bedrijven niet met subsidies kunstmatig op de been houden. Hogere beloning zwaar en vuil werk. 9. Geen centrale planning economisch leven. Fusies en machtsconcentraties bedrijven tegengaan. Inflatie bestrijden door geldcirculatie en kredietverlening in de hand te houden. Geen Postbank. Hogere beloning zwaar en vuil werk. Regering maakt „Plan van natio nale inspanning". 10. Geen afwenteling gevolgen kapitalistische crisis op werkers, trekkers uitkeringen en studerenden. Verbod massa-ontslagen; staat neemt zonodig bedrijven over; nieuwe staatsbedrijven in regio's met hoge werk loosheid. Nationalisatie bodemschatten. Prijsstop voor grote concerns. Hogere lonen, langere vakanties, kortere werkweek. P. BELASTINGEN 1. Sociale premies invoegen in belastingstelselpremies AOW/AWW niet langer aftrekbaar. Aftrekregelingen zo herzien dat hogere inkomens niet langer bevoor deeld. Oplopend tarief vermogensbelasting; invoering belasting op vermogenswinst; hogere successie rechten naarmate ontvanger rijker is. Optrekking belastingvrije voeten tot hoogte minimumloon. 2. Verlaging belastingen voor middengroepen. Ingrij pende vereenvoudiging belastingstelsel. Verlaging belastingen voor middengroepen. Ingrijpende vereen voudiging belastingstelsel. Verlaging voor en vrije voet in vennootschapsbelasting. Afzwakking pro gressie (minder snel stijgend tarief naarmate inkomen ho^er is)Honderd procent inflatiecorrectie. 3. Belastingverlaging voor burgers en bedrijven via bezuiniging overheid. Belastingverlaging midden groepen, 100 procent inflatiecorrectie, ongehuwden zelfde tarief als gehuwden, geen belasting over schijn winsten, onderhoud eigen huis weer aftrekbaar. 4. Afschaffing indirecte belastingen, te beginnen met BTW Erfenissen volledig wegbelasten. Kijk- en luis tergelden afschaffen, evenals heffingen van gemeen ten, provincies, waterschappen enz. (krijgen hun middelen rechtstreeks van Rijk). Invoering specu latiewinst-belasting. Hogere belasting op arbeidsloos inkomen; maxima aan onkostenvergoedingen. 5. Sociale premies invoegen in belastingstelsel. Onder zoeken of rente op spaargeld deels belastingvrij. Vermogenswinsten en -verliezen belasten en aftrek ken" verhoging vermogensbelasting en successie rechten. Beperking aftrekposten inkomstenbelasting; bij aftrek (hypotheek) rente hoger inkomens niet langer bevoordelen. 6 Verhoging belastingvrije voeten. Verlichting voor middengroepen. Stengere regeling aftrekposten Bepaalde onderhoudskosten eigen woning weer aftrek baar* hypotheekrente blijft aftrekbaar, behalve voor tweede woningen. Progressie in vermogensbelasting overwegen. Hogere successiebelasting naarmate ontvanger rijker is. 7. Deel spaargeld belastingvrij. Hogere vrije voet ver mogensbelasting. Belasting op vermogenswinsten aanvaardbaar. (Hypotheek-) rente blijft aftrekbaar. Belastingstelsel aanpassen aan inflatie schijnwinsten niet, en rente-inkomsten minder belasten). 8. Belastingverlaging door hogere belastingvrije voet loon- en inkomstenbelasting ter hoogte van minimum loon; verlaging tarieven beneden- 35'ers. Verhoging belastingvrije oudedagsreserve zelfstandigen. Ver laging vennootschapsbelasting. 9. Belastingen geen middel tot inkomensnivellering. Kinderaftrek handhaven. Hogere belastingvrije voet vermogensbelasting. Geen belasting op schijnwinsten. 10. Verlaging BTW, Loon- en inkomstenbelasting en gas- prijs. Verlaging belasting voor lage- en middeninko mens. Geen belastingheffing AOW'ers met geen of weinig neveninkomsten. Q. INKOMENSBELEID 1. Netto inkomens verder nivelleren, ook via belas tingen voor niet-werknemers. Loonsverhogingen bij voorkeur in gelijke bedragen i.p.v. procenten. Maxi mum-inkomen vaststellen. Afdracht uit overwinst t.b.v. vermogensaanwas-deling binnen vier jaar op minstens 50 procent. Inkomens en vermogens openbaar. 2. Inkomensverdeling in beginsel aan samenleving over laten. Persoonlijke bezitsvorming stimuleren; geen vermogensaanwas-deling in collectief beheer. Beperking loonkosten door verlaging belastingen, zodat reëel inkomen niet achteruit gaat. Burgers moeten zoveel mogèlijk zelf bepalen hoe hun inkomen te besteden. Geen inkomensgaranties vobr zelfstan digen. Voorlopig geen verhoging minimum jeugdloon. 3. Geen ongerechtvaardigde nivellering ten koste midden groepen. Loonmatiging; werknemers pas op latere leeftijd op hun maximum. Vermogensaanwasdeling uitsluitend per bedrijf. 4. Maximum inkomen 100.000, daarboven alles weg belasten. Alle loonsverhogingen in vaste bedragen i.p.v. procenten, ook prijscompensaties. Loon naar behoefte, werken naar vermogen. 5. Grotere gelijkheid inkomens en vermogens. Maxi mum-inkomen ongeveer vijf maal netto minimum loon. Loonstijgingen in de gelijke bedragen i.p.v. procenten. Normeren en publiceren tarieven vrije beroepen; betrokkenen eventueel in overheidsdienst nemen; vestigingsbeleid voor medici. Minimum inkomens-garantie voor (oudere) zelfstandigen. Per soonlijke inkomens, vermogens- en belastingbedragen worden openbaar. 6. Slechts zeer geringe stijging vrij consumeerbaar inkomen is mogelijk. In inkomensbeleid ook pensioen rechten tot loon rekenen. Verdergaande nivellering tussen lagere en midden-inkomens thans niet ver antwoord door gebrek aan gegevens. Niet één centraal fonds bij vermogensaanwasdeling; VAD uitsluitend aanwenden voor oudedagsvoorziening. 7. Loonkosten stijgen minder dan arbeidsproduktiviteit. Overheid kan maximum voor prijscompensaties vasstellen. Openbaarheid van uurloon per functie. Een 'Raad voor het inkomensbeleid' maakt normen inkomensvorming en voorstellen voor tarieven vrije beroepen. Vermogensaanwas-deling via gedecentra liseerde fondsvorming en binding aan eigen bedrijfs- (tak). Zonodig inkomenstoeslagen voor zelfstandigen bij bedrijfsbeëindiging op termijn. 8. Verdere nivellering netto levens-inkomens, maar zonder bereidheid tot werken te laten dalen. Raam wet inzake winstdeling in bedrijven. 'Baas in eigen beurs': bestedingsvrijheid individu boven overheids- betutteling. 9. Geen opgelegde nivellering, overheid moet klimaat rijp maken voor vrijwillige verkleining inkomens verschillen. VAD per bedrijf, naargelang hoogte van winst. 10. Verdediging koopkracht. Volle onderhandelingsvrij heid voor vakbonden over lonen en arbeidsvoorwaar den. Minimum-inkomensgarantie voor zelfstandigen. R. SOCIALE ZEKERHEID 1. Uitkeringen blijven netto minstens netto minimum loon. Kinderaftrek afschaffen, kinderbijslag naar gelang hoogte inkomen. Gelijke rechten en plichten voor man en vrouw. Invoering volksverzekering gezondheidszorg. 2. Herwaardering van gehele pakket sociale voorzienin gen; voorlopig geen uitbreiding voorzieningen, even tueel verschuivingen mogelijk. Uitkeringen voorlopig slechts waardevast (compensatie voor prijsstijging) met extra verhoging als economie daartoe ruimte biedt; AOW en AWW blijven welvaarsvast; uitke ringen loskoppelen van minimumloon. Gelijke positie man-vrouw bij sociale voorzieningen. Jaarlijks een 'sociaal budget' en controle door een rekenkamer voor sociale voorzieningen. 3. Ontkoppeling uitkeringen-minimumloon. Lagere AOW- uitkeringen, lagere uitkering voor niet-kostwinners, bevriezing kinderbijslag tweede kind. Verruiming begrip 'passende arbeid'. Kinderaftrek handhaven. 4. Invoering volksverzekering gezondheidszorg. Pen soen met 60. Geen maximum-inkomensgrens bij hef fing sociale premies. Alle uitkeringen gelijk aan wel- vaartsvast minimumloon. Werkloosheidsuitkering naar 100 procent laatstverdiende loon, tot aan pensioen. 5. Netto uitkeringen blijven koppelen aan minstens 100 procent netto minimumloon. Snel invoering algemene volksverzekering gezondheidszorg met premies naar draagkracht. Kinderbijslag en kinderaftrek vervangen door één belastbare kindertoeslag, afhankelijk van ouderlijk inkomen. Begrip 'passende arbeid' koppelen aan verplichte om-, her- en bijscholing met behoud loon, en aan langere woon-werk-afstandwerkgevers verplichten bepaalde vacatures met werklozen te vul len 'passende werkgever' 6. Uitkeringen blijven welvaarsvast. Kinderbijslag en kinderaftrek vervangen door gezinssubsidie onafhan kelijk van ouderlijk inkomen en aantal kinderen. Invoering volksverzekering gezondheidskosten met premie naar draagkracht. Vermindering hoge pen sioenrechten ministers en Kamerleden. Verruiming begrip .passende arbeid' bij werkloosheidsuitkering. Behoud pensioenverwachtingen bij verandering van werkgever. 7. Uitkeringen slechts waardevast (compensatie voor prijsstijging) met zo mogelijk periodiek extra verho ging; loskoppeling van minimumloon nagaan. Uitke ring niet-kostwinners wordt 70 procent van uitkering kostwinners. Mogelijkheid voor eigen risico in sociale voorzieningen en gezondheidszorg nagaan. Kinder aftrek kan afgeschaft; kinderbijslag vast belastingvrij bedrag per kind zonder nivellering voor hogere in komens. Begrip 'passende arbeid' bij werkloosheids uitkering niet te beperkt uitleggen en koppelen aan om- of bijscholing. 8. Netto AOW handhaven op netto minimumloon. Ver ruiming begrip 'passende arbeid'meer omscholings mogelijkheden werklozen. Invoering volksverzekering tegen zware geneeskundige risico's. Vermindering pensioenrechten ministers en Kamerleden 9. Eigen risico in verplichte verzekeringen. Geen volks verzekering ziektekosten. Verruiming begrip 'passen de arbeid'. Volwassenen-onderwijs als tijdbesteding voor werklozen. Pensioenvoorziening ambtenaren geleidelijk voor iedereen doorvoeren. 10. Verlenging en verhoging werkloosheidsuitkeringen, te betalen uit speciaal fonds uit superwinsten van grote ondernemingen. Geen eigen risico bij ziekenfonds. Geen verdere afbraak kinderbijslag. S. MEDEZEGGENSCHAP BEDRIJVEN 1. Op weg naar arbeidszelfbestuur benoemt onder nemingsraad minstens de helft van commissarissen. Ondernemingsraad krijgt vetorecht over benoeming leidinggevend personeel, fusies en sluitingen, krijgt medezeggenschap over investeringen. Verscherpte publikatieplicht. Rechten werknemers in beginselen wet. 2. Huidige wijzen van samenstellen raden van commis sarissen onverkort handhaven. Ondernemingsleiding moet deel uitmaken van ondernemingsraad; positie ondernemingsraad versterken; vanaf 25 personeels leden ondernemingsraad verplicht stellen als perso neel dat wenst. 3. Geen van bovenaf opgelegde verplichte medezeggen schap. Directeur voorzitter ondernemingsraad. Staking en bedrijfsbezetting ongeoorloofd; uitsluiting niet toegestaan. 4. Arbeiderszelfbeheer in alle overheidsbedrijven. Ondernemingsraden omzetten in personeelsraden, voor alle bedrijven vanaf 50 personeelsleden. 5. Minstens helft raad van commissarissen wordt geko zen door of namens de werknemers. Bij banken en grote ondernemingen benoemt parlement een, com missaris-algemeen-belang. Maximaal 3 commis sariaten per persoon; publikatie van honorering com missarissen en adviseurs. 6. Vetorecht personeelsvertegenwoordiging bij alle ingrijpende besluiten en bij benoeming directeuren. Vaste aandeelhouders en personeelsvertegenwoordi ging komen hiertoe bijeen in „raad van de onder neming". Beide groepen hebben zelfde invloed, ook op samenstelling raad van commissarissen. 7. Binnen 4 jaar rechtstreekse verkiezing raden van commissarissen: voor eenderde door werknemers, voor eenderde door aandeelhouders, en voor reste rende eenderde door de aldus gekozen commissaris sen samen. Per sector van het bedrijfsleven worden overlegorganen van werkgevers en werknemers inge steld. 8. Eenderde commissarissen te kiezen door werk nemers. Directie blijft lid ondernemingsraad; raad kiest eigen voorzitter. Uitbreiding publikatieplicht tot alle grotere bedrijven. 9. Geen verplichte overdracht bevoegdheden onder nemingsleiding naar ondernemingsraad. Bij vrijwil lige overdracht moet overheid belangen aandeel houders waarborgen. Geen wettelijke regeling sta kingsrecht. 10. Afschaffing ondernemingsraden, personeelsvertegen woordigingen recht geven tot optreden vóór lonen en arbeidsvoorwaarden en tegen ontslagen. Geen inmen ging in stakingen. Controle op besteding overheids steun door ondernemingsraden (personeelsvertegenw.). T. VOLKSHUISVESTING 1. Recht op zelfstandig wonen voor iedereen van 18 jaar en ouder. Huisvesting voor experimentele leefge- gemeenschappen. Sterkere positie van huurder tegen- over de eigenaar. Prijsbeheersing onroerend goed. 2. Krachtige bevordering eigen woningbezit. Onder houdskosten aftrekbaar voor belasting. Vrijmaken van de huur. Wie huur niet kan betalen, krijgt subsidie. 3, Geen woningen voor ongeoorloofde vormen van samen leving. Als regel moet huurder zelf zijn huur opbren gen. Bevordering bezit eigen woning. 4. Staatsbouwbedrijven. Woningen in handen van de gemeenschap. Hogere premies voor woningver nieuwing. Anti-kraakwet intrekken. Hogere huursub sidie. 5. Goede, betaalbare huisvesting voor iedereen van 18 jaar en ouder. Meer rechten en zeggenschap voor de huurder. Prijsbeheersing onroerend goed. Fiscale huurwaarde eigen woning progressief maken naar inkomen. Bescherming koper eigen huis. 6. Vergaande democratisering beheer van woning en woonomgeving. Invoering Pensioen-Woningplan als verplicht spaarsysteem. Het gespaarde kan in de vorm van hypotheken terug worden geleend. Voordelen systeem: lagere beginhuren en subsidies. 7. Uitbreiding bezit eigen woning. Hoofdlijn: goede huisvesting voor de minst draagkrachtige. Sociale woningbouw alleen voor degenen, die daarvoor in aanmerking komen. 8. Woonkosten zelf opbrengen. Individuele huursubsidies v'oor minder draagkrachtigen. Bevordering eigen woningbezit. Voor bouw en onderhoud 4 procent BTW. 9. Bevordering eigen woningbezit. 'Gemeenten en wo ningcorporaties niet dwingen woningen te verhuren aan ongehuwd samenlevende paren en homofielen. 10. Opvoering bouwprogramma en woningverbetering. Minder BTW op de bouw. Geen jaarlijkse huurverho ging. Geen milieu- en onroerend goed belasting. U. DEFENSIE (VREDE EN VEILIGHEID) 1. Europa in collectief veiligheidsstysteem. Permanent overleg tussen Oost- en West-Europa. NAVO geen hoeksteen voor de veiligheid. Daarom los van de NAVO. Kernwapenvrije zones. Nederland stoot de fensie-taken af. 2. Instandhouding en versterking van de NAVO. Belang rijke taak voor de Marine. Streven naar krijgsmacht van beroepsmilitairen, burgerpersoneel en vrijwil ligers. 3. Handhaven van vrede belangrijkste doel van defensie. Tijdige vernieuwing van het materieel. Eigen karakter van de krijgsmacht handhaven. 4. Uittreden uit de NAVO. Verwijdering buitenlandse troepen en kernwapens uit Nederland. Afschaffing militair strafrecht. 5. Permanent overleg tussen Oost- en West-Europa. Collectief veiligheidssysteem in plaats van NAVO en Warschaupact. Betere parlementaire controle op mi litaire aankopen. Lidmaatschap NAVO onder voor waarden. Erkenning politieke bezwaren tegen militaire dienst. 6. Handhaving defensieve macht. Kleine, mobiele een heden. Beleid richten op crisisbeheersing. Geen leger van vrijwilligers. Dienstplicht onderdeel van stelsel van sociale dienstplicht. 7. Perfectionering van het wapentuig bedreigt de ge hele schepping. Nodig daarom een wereldomvattende beweging tegen de bewapening. Nederland moet initiatief nemen. Defensie-inspanning moet op peil blijven. Militairen in vredestijd voor gewone rechter. 8. NAVO-strijdmacht moet geloofwaardig, maar niet provocerend zijn. Bijdrage aan defensie in overeen stemming met het bondgenootschap van de NAVO. Tijdige vervanging van het oude materieel. 9. Handhaving atoombescherming door de NAVO. Militair apparaat moet eigen karakter handhaven door discipline en voorkomen. Geen dienstweigering op grond van politieke bezwaren. 10. Vermindering bewapeningsuitgaven en uitbanning van atoombewapening. Diensttijd 12 maanden. Besluit aanschaf Fl6-vliegtuigen herroepen. Geen Europese en Westduitse kernmacht. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Aantekeningen A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T C TOTAAL

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1977 | | pagina 6