Kabeltelevisie in Soest „zit er aan te komen" Milieugroep „Soestdijk geen stankwijk" beschuldigt gemeente van onbehoorlijk bestuur Auto total-loss onder trein .H Meterprijs winkelcentrum nog niet bekend Rond Kerstmis eerste aansluitingen: M.B.O. enC.I.M.K.- rapporten gereed U' Aanstelling Schoolbioloog wacht op adviezen Plaatselijke overheid beschermt normschenders Motor sloeg af Het gasbedrijf in de maand juli Donderdag 1 september 1977 56e jaargang no. 2 SOESTER COURANT Abonnement per kwartaal f 5,00. Buiten Soest per kwartaal f 10,-. Bureau voor redactie en administratieVan Weedestraat 29, Soest Tel. 14152 - Postgiro 126156 Verschijnt iedere donderdag Na een vrij langdurige voorbereidingsperiode zijn de plannen voor de aanleg van ka beltelevisie in Soest in het eind-stadium gekomen. Volgende maand, in oktober zal met de bouw van het ontvangststation begonnen kunnen worden; rond 19'de cember met het graafwerk en de aansluitingen zodat, als het allemaal mee zit, er met Kerstmis reeds een aantal Soester-woningen aangesloten zullen zijn op de plaatselijke Centrale Antenne Inrichting C.A.I. Nadat de gemeenteraad in de augustus- vergadering het benodigde geld beschik baar stelde, is de realisatie in een ver snelling gekomen. A.s. maandag zal aan vier firma's; Philips, Siemens, Hiersma en Bosch, gevraagd worden offerte te maken voor de bouw van het ontvangst station. Bestek en ontwerp zijn gereed. Deze offertes hoopt men uiterlijk 26 september binnen te hebben, waarna de speciale CAI-commissie van de gemeen teraad haar keuze zal maken. Het ligt dan in de bedoeling de opdracht voor de bouw op 30 september uit te laten gaan. Het ontvangststation wordt gebouwd op de flat bij het bejaardencentrum Molen- schot aan de Alb.Cuyplaan (boven op de Eng). Half december zou het station op geleverd moeten worden. Op 5 september zal ook het bestek van de materialen (kabels, versterkers, aan- sluitkastjes enz.) opgemaakt worden, dat beschikbaar moet zijn voor de aan nemer. Op 28 november zal de inte kening (voor de aanleg) gesloten wor den, waarna ook hier het werk gegund kan worden. Er wordt rekening mee gehou den, dat met de graafwerkzaamheden op 19 december begonnen Wordt. In welke „richting" de graafwerkzaamheden het eerst zullen gaan, is nog niet bekend. Wel staat vast dat bij alle woningen (voorzover gelegen binnen het gebied dat voor de aanleg in aanmerking komt) aansluitkastjes geplaatst zullen worden. Al naar gelang de aanleg vordert, zal huis-aan-huis een informatieboekje met aanvraagformulier bezorgd worden. Aan de hand van binnenkomende aan vragen, zal de aansluiting naar en in de woning aangelegd worden. In dat verband zou overwogen kunnen worden iedere woning aan te sluiten, bijvoorbeeld een kosteloze" proef-periode van twee maan den. In andere gemeenten blijkt men daar veel sukses mee te hebben; het verplicht de bewoner tot niets, maar de „Kennismaking" zou in een positief re sultaat kunnen eindigen. Zoals bekend wordt via de „kabel" niet alleen T.V. geleverd, maar ook Radio. De t.v.-ontvangst betreft Nederland 1 en 2 èn Duitsland 1, 2 en 3; de F.M.ra- dio-ontvanger zal afgestemd kunnen worden op Hilversum 1, 2, 3 en 4; Duits land WDR1, 2 en 3 èn België BRT. De kosten zijn: 50 gulden entreegeld met een abonnementsprijs van 10,19 p.m. (excl.btw) óf 300 gulden entreegeld met een abonnement van 7,90 p.m. (excl. btw). Men wordt daarin vrijgelaten. In totaal zullen de werkzaamheden, tot dat Soest (zonder Soestduinen) geheel zal zijn aangesloten, ongeveer één tot anderhalfjaar in beslag nemen. De door de heer Kampf van het Insti tuut voor Natuurbeschermingsedu catie afdeling Eemland opgestelde nota over de Schoolbioloog in Soest, zal voordat door burgemeester en wethouders een beslissing genomen wordt, eerst voorgelegd worden aan de onderwijscommissie uit de gemeente raad, de schoolraad, de hoofden van de openbare scholen, het hoofdencon- vent en de schoolbesturen. Het college wacht de adviezen van deze instel lingen af. Overigens zijn B. en W. wel van mening dat de funktie van school bioloog in een onderwijsadviesdienst moet worden ondergebracht. De milieugroep „Soestdijk geen stankwijk" is van mening, dat het Socster gemeen tebestuur een daad van onbehoorlijk bestuur heeft gesteld, door het bedrijf Lindner toe te staan te produceren zonder de benodigde vergunningen vooraf. De groep zal dat meedelen aan de Raad van Milieubeheer, aan de Raad van State en aan de Koningin. Men vindt, dat het door Lindner gebruikte argument, werk voor circa 200 werk nemers, nooit ten koste mag gaan van de lichamelijke en geestelijke gezondheid van duizenden omwonenden. „Dit de verkeerde ruimtelijke planning van het Soes- ter industrieterrein, dient de gemeente conclusies te trekken. Onevenredige schade wordt toegebracht ten behoeve van het economisch belang van één bedrijf", aldus de groep tijdens de Hinderwet-hoorzitting dinsdag j.1. Dat de overlast van Lindner de omwo nenden hoog zit, bleek nog eens dui delijk door de komst van 23 omwonenden op de hoorzitting, waar de door het bedrijf gevraagde vergunning behan deld werd. De vergunning betrof „het oprichten, in werking brengen en in wer king houden van een mengenj voor lakken en PVC-compounds ten behoeve van de fabricage van metalen sluitin gen in het pérceel Dorrestemweg 71." Het bedrijf zelf was vertegenwoordigd door de directeur, de heer Bos. Namens de omwonenden protesteerde mevrouw E. Rademaker-Beuken tegen het voornemen van de gemeente deze vergunning af te geven. Gezien de er varing in het verleden, verzocht zij de gemeente dermate strenge eisen te stel len, dat daarmee in ieder geval nü voorkomen werd, dat de hinderproble- men van het verleden zich herhaalden. Mevrouw Rademaker vond, dat de ge meente inmiddels al in de fout gegaan was door het bedrijf toe te staan te produceren zonder hinderwetvergun ning. Er kon nu immers niet gesproken worden van „in werking brengen". Beter was te praten over „het in wer king zijn van een mengerij' Als voorwaarde moest in ieder geval opgelegd worden dat de compounds koud gemengd zouden worden en de groep eiste controle dat dat ook wer kelijk gebeurde. Gewaarborgd moest worden, dat geen giftige stoffen, gassen of dampen in het milieu afgevoerd zou den worden en eventuele compressoren dienden in geluiddichte ruimten te wor den opgesteld. Overigens betwijfelde de groep al bij voorbaat, (ervaring had hen wel zo wijs gemaakt), dat de gemeentelijke overheid dergelijke eisen zou opnemen. Als eis stelde men evenwel nu dat de ver gunning, conform de wet, binnen zes maan den zou worden afgegeven. De aanvraag mocht nu weer niet, net als in andere gevallen, jaren in behandeling blijven. Mevrouw Rademaker zei het onbe hoorlijk te vinden, dat de gemeente noch de firma Lindner bij vorige hin derwetzittingen ooit gesproken hadden over het PVC-procede. En dat terwijl Lindner het al jaren toepaste. ..Deze hinderwetaanvrage dient waarschijnlijk ter legalisering van het PVC-procedè aan de Koningsweg" merkte mevrouw Rademaker op. „Wij vinden dit een grote tekortkoming van degenen die de wet hanteren". Zij stelde dat PVC bij bepaalde verwerking en verhitting scha delijke stoffen afgeeft aan het milieu en zij noemde de geheimhouding en ondoorzichtigheid van allerlei zoge naamde processen een bedreiging van het welzijn. Wanneer medezeggenschap op zulke belangrijke punten ontbrak, dan ontstond er een voortdurende drei ging. De gemeente diende er rekening mee te houden, dat de bewoners van de omliggende wijken van dit milieu onvriendelijke bedrijf en meerdere be drijven op het industrieterrein deskundi gen waren voor wat betreft de leefom standigheden in hun omgeving. Men eiste dat de door de groep naar voren gebrachte klachten over keelpijn, mis selijkheid enz. serieus genomen werden. „De normschending inzake luchtveront reiniging wordt niet of nauwelijks ver volgd; erger de plaatselijke overheid beschermt de normschenders", aldus mevrouw Rademaker, de woordvoerster van de milieugroep. Men twijfelde aan goede resultaten van de door Lindner toegezegde proef met electronische filters en stelde nog eens vast, dat het bedrijf tot nu toe met het plaatsen van één naverbrander op de laklijn, slechts een voorziening ten behoeve van het milieu genomen had. Die naverbrander voldeed evenwel niet, de stank was niet verdwenen. „De opmerking dat niemand een op lossing aan de hand kon doen, be schouwen wij als een dooddoener. De mededeling, dat er geen wettelijke nor men bekend zijn waaraan het bedrijf dient te voldoen, komen bij ons als ongeloofwaardig over. De firma Lind ner stelt wel zélf normen op in overleg met volksgezondheid, het bureau Dwars Hederik en Verhey, gemeente en TNO. Wij twijfelen aan de betrouwbaarheid van deze gegevens", aldus de groep. Tenslotte vroeg men naar meer ge gevens over de verrichte metingen naar de hinder van DiOctylPhtalaat (DOP). Het was de vermoedelijke stank veroorzaker, merkte ook de heer Bos van Lindner op. De heer Bos constateerde wel dat be zwaren tegen de vestiging aan de Dor- resteinweg niet ter zake waren, omdat men daar geen productie had. Hij no digde iedereen uit om zich ter plaatse op de hoogte te stellen. Op een vraag van een van de leden van de milieu groep of PVC schadelijk was, antwoord de de heer Bos dat alleen de fabricage van het pvc poeder gevaar kon opleve ren. Wat in Soest gebruikt werd, was niet schadelijk meer. Men kon bij een bezoek aan het bedrijf inzage krijgen van rapporten o.a. opge maakt door TNO-Zeist; rapporten die overigens ook bij de gemeente waren. De heer Van Dommelen van de secre tarie raadde de groep aan van dit aan bod gebruik te maken. Hij erkende ove rigens dat het werken met de zijns in ziens verouderde Hinderwet oorzaak was van vele problemen. Dinsdagavond raakte het treinverkeer tussen Baarn en Amersfoort urenlang gestremd doordat een op de overweg in de Weideweg staande personen auto door een passerende trein werd gegrepen. Van de auto bleef vrijwel niets over en ook de trein werd ernstig beschadigd. Persoonlijke ongelukken deden zich niet voor. De bestuurder van de auto, de 23-jarige Amersfoorter M. Karsen reed vanaf de A. P. Hilhorstweg de overweg in de Weideweg op. Midden op de spoorweg overgang sloeg de motor van de wagen af en Karsen slaagde er niet in hem weer op gang te krijgen. Toen de bel van de beveiligingsinstallatie het na deren van een trein aankondigde liep Karsen hem langs de spoorbaan tege moet om de aandacht van de bestuur der te trekken. Dat lukte niet en met volle snelheid werd de auto getorpe deerd. Het voertuig werd zo'n drie honderd meter meegesleurd, voordat de treinbestuurder, de 30-jarige H. B. uit Amsterdam, de trein naar Amers foort tot stilstand had gebracht. De ravage was enorm en het treinver keer lag uren stil. De treinpassagiers werden met bussen verder gebracht. Foto Herman van Dam Zowel door de gemeente als door de belangenvereniging De Soester Ondernemer als belangrijk aangekondigde rapporten van de projectontwikkelaar Nederlandsche Middenstands Financierings Maatschappij voor Bedrijfsobjecten [M.B.O.en vart het Centraal Instituut- voor Midden- en Kleinbedrijf [CIMK] zijn bijna gelijktijdig gereedgekomen. Het CIMK komt met een overweldigende hoeveelheid cijfermate riaal van onder meereen enquête onder 630 Soester huishoudens; de MBO met een nadere beschouwing onder andere van de kwaliteit van het Soester winkelapparaat en de omvang en fasering van het winkelcentrum aan de Parklaan. Nergens in het MBO-rapport de met zoveel interesse tegemoet geziene „vierkante meter prijs" voor het winkelcentrum waaraan de toekomstige „bewoners" van dat centrum enig houvast hebben. Wél zegt de MBO van burgemeester en wethouders het verzoek gekregen te hebben het centrumplan, voorzover het de winkels betreft, aan een nader onderzoek te onderwerpen. De MBO komt dan ook tot de doelstelling van het rapport: Bepaling van omvang, fasering en branche-samenstel ling van het centrum aan de Parklaan. Dat is wel iets anders dan het „groene licht geven" zoals door het voorlichtingsbureau verteld werd. Ook van onderzoeken of het plan „levensvatbaar" is is eigenlijk geen sprake. MBO zegt dat het rapport gezien moet worden als „een volgende stap in de planvorming om te komen tot realisering van het winkelcentrum aan de Parklaan". Beide rapporten laten overigens wat de „wenselijkheid" betreft weinig onzeker: het centrum moet er komen; is in het belang van een kwalitatieve en kwantitatieve verbetering van de distributie struktuur voor heel Soest. Toch blijkt uit tabel 7 van het CIMK-rapport, waarin het gaat om suggesties van de consument voor de verbetering van het Soester winkelklimaat, dat 57% (van de 630 huishoudens) geen antwoord geeft; slechts 12% een wiiikelcentrum wil en ongeveer evenveel (10%) vindt dat er niets gedaan behoeft te worden. 7% wil wel een ruimer aanbod en meer winkels, maar voelt kennelijk toch niets voor een nieuw centrum. Opvallend is ook dat 72% van de ondervraagde huishoudens opgeeft regelmatig buiten Soest te gaan winkelen. Bijna de helft daarvan gaat naar Amersfoort; 1/3 naar Hilversum8% naar Utrecht, 7% naar Baarn, 3% naar Amsterdam en 2% naar Zeist. Of dat ligt aan de „centrale ligging in Nederland" van Soest en of men daarvan af zal zien als Soest een nieuw winkelcentrum heeft, is niet duidelijk. De verwachtingen zijn volgens het MBO-rapport wel hoog gespannen. De 36% koopkrachtafvloeiing zal teruggedrongen worden. Als de voorziening straks optimaal is, zal 90% van de voedings- en genotmiddelen en 70% a 75% van de duur zame goederen in Soest gekocht worden. In het MBO-rapport worden na een samenvatting en een inleiding in hoofd stukken de volgende onderwerpen aan de orde gesteld: Ontwikkelingsplan '77 Soest; het huidige winkelapparaat; de hiërarchie van de winkelconcentraties; de kwaliteit van het Soester winkelappa raat; omvang en fasering van het win kelcentrum aan de Parklaan èn over capaciteit versus uitbreiding. In de samenvatting wordt onder meer geconstateerd dat het grootste deel van de Soester winkelvoorzieningen is gele gen in het N.W.-deel van de gemeente, terwijl meer dan 60% van de bevolking woonachtig is in het Z.W.-deel (Smits veen, Overhees enz.). In het Z.W.-deel is een tekort aan winkelvoorzieningen, ter wijl de winkelvoorziening in het ander deel verspreid ligt met onderbroken centrale vestigingen langs het lint Van Weedestraat, Steenhoffstraat, Toren straat en Soesterbergsestraat inclusief het busstation. MBO meent dat daardoor in Soest een voor de consument aantrek kelijk kernwinkelapparaat ontbreekt en dat dat de reden is van de koopkracht afvloeiing. Wat het nieuwe winkelcentrum betreft denkt de MBO aan circa 7600 mz bedrijfs vloeroppervlakte (bvo) exclusief nog 1100 m2 voor overige dienstverlening als horeca enz. Het resulteert in 6000 m2 verkoopvloeroppervlakte. Uitbreiding tot respectievelijk 10.200 m2 (bruto) en 1500 m2 voor de overige dienstverlening wordt door de MBO als mogelijk gezien. Men zegt bij dat alles dat „realisatie afhankelijk is van de animo van de Soester ondernemers met eventueel voorlopige filiaalvorming". In het MBO-rapport zijn vervolgens veel reeds bekende gegevens verwerkt van hel ontwikkelingsplan; over de bevol king en de besteding; het huidige win kelapparaat, waarna men komt tot de hiërarchie van de winkelconcentraties. Daarin wordt eerst in een theoretische benadering de ideaalsituatie geschetst, zowel voor de consument als voor de win kelier. Men stelt zelf al dat „de wensen veelal niet te combineren zijn". Uitgeweid wordt vervolgens over de theoretische distributieve verzorgings- struktuur. Wat de kwaliteit van het Soester winkelapparaat betreft worden een aantal nadelen opgesomd: geen centraal gelegen kernwinkelapparaat; meerpolig winkelpatroon op (slechts) buurtverzorgend niveau; 50% van de winkelvestigingen liggen buiten de zo genoemde winkelgebieden; de branche verdeling is niet ideaal; het winkelni veau is laag; er ontbreken verkeersvrije voetgangersgebieden; er zijn geen uit breidingsmogelijkheden; in het Soester- veen is sprake van een toenemend tekort aan winkelvloeroppervlakte. Goed gedaan De MBO stelt dat men het gemeentelijk beleid niet ter discussie wil stellen. Wel zegt men dat. gezien de plaatselijke situatie, met instemming mag worden vermeld dat, rekeninghoudend met het bestaande winkelapparaat, niet gekozen is voor een uitgebreid, centraal gelegen, stadscentrum, noch voor een uitbreiding van de bestaande winkelvoorziening aan de Van Weedestraat tot een centraal winkelcentrum. Uitgaande van de gedachte dat het centrumplan gerealiseerd wordt, meent men dat het winkelcentrum Parklaan er in 1979/'80 kan zijn. Hoe de bezetting zal zijn, weet ook de MBO niet. „De presentatie van een definitief branchepatroon voor een toekomstig winkelcentrum is onmogelijk. Te zeer is de uiteindelijke bezetting van zo'n win kelcentrum afhankelijk van de belang stelling van het plaatselijk bedrijfs leven". aldus het rapport. Men denkt evenwel (vrij gedetailleerd) aan: voe dings- en genotsmiddelen 2650 m2 bvo; waaronder twee supermarkten 1800 m2 en 850 m2 voor speciaalzaken. Dan 4950 m2 (bvo) voor de duurzame en overige goederen t.w. dames, heren en kinderkleding 1100 m2; schoenen en le derwaren 400 m2; algemene textiel en woningtextiel 500 m2: wol. stoffen, accessoires, bijoux 300 m2; huishoude lijke artikelen, radio. t.v. enz. 800 m2: boeken enz. en foto-optiek en juwelier 550 m2; overigen w.o. bloemen en rijwielen 1300 m2. Dan is er nog 1100 m2 beschik baar voor banken, hakkenbar, reis bureau, horeca en dry cleaning, zodat hel totaal komt op 8700 m2. De MBO constateert dat in ieder geval één supermarkt in Soest verplaatst moet worden naar het Centrum. Attent „Soest attent op de consument" heet het augustus '77 rapport van het CIMK. Zoals reeds gezegd worden er de gege vens in verwerkt die een enquête onder 630 huishoudens opleverde. Het CIMK stelt dat 570 huishoudens al voldoende geweest zou zijn op een huizen-aantal van 11310. Het resultaat van het onder zoek wordt voor 95% betrouwbaar ge noemd. Met betrekking tot de koopgewoonten leert het onderzoek dat de dagelijkse levensbehoeften (kruidenierswaren, vlees, sterke drank, aardappelen, groen te en fruit en rookwarenvoor 86 tot 93% in Soest gekocht wordt. Schoeisel en lederwaren voor 34%; kleding (ook stof fen, lakens en slopen) voor 21 tot 37%. Ondergoed, kousen en sokken is hier een uitschieter met 53%; meubelen voor 37% en vloerbedekking en gordijnen voor 52%huishoudelijke artikelen voor 58%; electrische apparatuur tussen 43 en 57% (radio enz. 51 - wasmachine/koelkast 43- en kleine electr. app. 57%-. Reinigings- en wasmiddelen voor 87% en drogisterij artikelen voor 90%. Bloemen en planten ook voor 91%; foto en filmartikelen 75%; sport en hobby 54%; goud, zilver en uurwerken 57% doe-het-zelf en gereed schap 75%boeken en tijdschriften 72% en fietsen en brommers 86%. De koopkrachtafvloeiing betreft vooral de textiel: damesbovenkleding Soest 21%. Amersfoort 27% en Hilversum 26%; herenbovenkleding Soest 26%, Amersfoort 25% en Hilversum23%: kinderkleding Soest 30%, Amersfoort 29' 'r en Hilversum 27%; ondergoed, sok ken en kousen, Soest 53%-, Amersfoort 17% en Hilversum 14%- en tenslotte lakens, slopen en stoffen Soest 37%, Amersfoort 24% en Hilversum 19%. Wat Baarn van Soest „krijgt" is een fractie en Utrecht trekt nauwelijks meer. De kwaliteit van het Soester winkelapparaat wordt over het alge meen van matig tot goed beoordeeld. Matig is het prijsniveau, matig ook het uiterlijk en de inrichting van de zaken. De service en de bediening wordt door meer dan de helft van de ondervraag den goed genoemd, maar de sortering en de keuzemogelijkheid weer matig Wat de bereikbaarheid aangaat is ge middeld 73% tevreden; ook auto-bezit ters. Op bladzijde 34 van het rapport wordt gezegd dat de Van Weedestraat „op vrijwel alle fronten" wezenlijk te kort schiet om als (relatief) normaal kern winkelapparaat te kunnen worden aangemerkt. Men meent ook dat uitbouw in die richting niet haalbaar is. „Toch is er van de vraagzijde een duidelijke roep om kwalitatieve uitbouw van het Soester winkelbestand", aldus het rapport. Gezegd wordt verder dat een kwalitatieve Uitbouw niet of nauwe lijks gepaard mag gaan met een vergro ting van het winkelbestand. Het bete kend daarom „verplaatsing van elders te Soest gevestigde bedrijven naar een nieuw centrum". Twijfels Reeds met een brief van 10 mei 1974 sprak de Provinciale Planologische Dienst PPD) in een reactie op het ontwikkelingsplan haar twijfels uit over de Soester plannen. Het behoud van de Soestererig kreeg te weinig aandacht vond men en al was een nieuw win kelcentrum, misschien aanvaard baar, ook toen al werd gezegd dat de (huidige) spreiding van het win kelapparaat een voordeel heeft voor de consument. Men heeft veel „dicht bij". In een reactie op het Centrumplan (dd. 29 juli '77) wordt opnieuw door de PPD gepleit voor het behoud van de Eng. Ook nu weer vindt de PPD een tweepolig winkelcentrum aanvaardbaar, maar be zwaar heeft men tegen een situering aan de Parklaan. Men koppelt het bestuurlijk centrum (gemeentehuis-politiebureau) los van het winkelcentrum en men zegt dat het bestuursapparaat gevestigd moet wor den in het „geografisch middelpunt van Soest": de Dalweg. Daarbij is de goede bereikbaarheid gewaarborgd en de land schappelijke waarden (van de Eng) worden zo min mogelijk aangetast. De PPD heeft een schetsje bijgevoegd waaruit blijkt dat 75% van de Soester bevolking zich binnen een straal van 1500 meter van dat centrum bevindt of een loopafstand van een kwartier. „Dat is bij de door u voorgestelde plaats naar schatting slechts 40%. aldus de PPD. „De verlengde Dalweg vormt als het ware de kortste verbindingsschakel tus sen twee polen van uw gemeente, te weten het „oudere"gedeelte en het nieuwe Soesterveen en vooralsnog be hoeven geen woningen te worden afge broken. In de vorm van een sporthal is hier reeds een centrale voorziening aan wezig. Voor de verdere aantasting van de Eng behoeft dan van deze zijde af veel minder te worden gevreesd, omdat er toch reeds omringende, soms hoge, be bouwing aanwezig is", aldus de PPD. Men wijst er voorts op dat er, vanweghet hoogteverschil, mogelijkheden zijn, om stedebouwkundig en architectonisch een centrum van esthetische kwaliteit te realiseren. In verband met het behoud van de Eng wordt door de PPD dan ontraden om het winkelcentrum aan de Parklaan te vestigen. Men wil dat "buurtje" intact laten en het winkel centrum verschuiven naar de zuidzijde van de Nieuweweg. In het daar aanwe zige groen is een goede inpassing moge lijk en bovendien meent de PPD dat de ligging ten opzichte van de woongebie den (Soesterveen) gunstiger is „Ik zie het hierbij niet als een bezwaar, dat het wijkwinkelcentrum dan niet vlak bij de spoorweghalte komt te liggen", aldus ir. H. G. Joosten, directeur van de PPD. De PPD wijst overigens ook op het Streekplan Utrecht-Oost waaruitgegaan wordt van een wat andere bevolkings prognose. Van die kant wordt ook nog opgemerkt dat plaatsing onder het over gangsrecht van de verspreid liggende winkelbebouwing (geen uitbreidings mogelijkheden) voor de onmiddellijk betrokkenen zowel financieel als maat schappelijk vergaande gevolgen kan hebben. Provinciale Waterstaat neemt het ook (brief van april '77) op voor de Eng. Gezegd wordt dat het tracé van de Centrumweg „in zeer grote mate van invloed" is op een meer of minder gaaf behoud van hetEnggebied in ecologische zin. Aan het integraal behoud van de Eng wordt grote waarde gehecht en er wordt gesproken van „onvervangbaarheid". De Rijksplanologische Dienst maakt be zwaar tegen de door Soest gehanteerde bevolkingscijfers. „Uitgaande van een inwonersaantal van ongeveer 6000 per 1990 van Soesterberg kom ik tot een -'becijfering van geheel Soest per 1990 van ongeveer 47.000 wat mij beslist te hoog voorkomt; in overleg met de PPD ware naar een aanvaardbaar uitgangsaantal te zoeken, hetgeen naar mijn indruk zou moeten liggen in de orde van ongeveer 35.000 inwoners per 1990 exclusief Soes terberg", aldus de provinciaal in specteur. De Provinciale Utrechtse Stichting voor Welzijnsbevordering meent dat de hui dige situatie in Soest (gespreide win kels) voor de consument niet ongunstig is. Men dringt aan op een onderzoek zowel aan winkelierszijde als aan con sumentenzijde. En dat onderzoek moet geschieden volgens de PUSW door een onafhankelijk deskundig bureau. De PUSW stelt ook het tracé van de Centrumweg ter discussie. Mocht blij ken dat het winkelcentrum een uiterst bescheiden vorm krijgt, dan moet afge zien worden van „knabbelen aan de Eng". Een fraaie landschappelijke si tuatie, welke in deze dichtbevolkte om geving op zich al een unicum is en mede daardoor een welzijnsbeleving voor de bewoners". Mocht er toch een centrum komen, dan stelt de PUSW voor de woningen ten oosten van de Parklaan te laten staan. Verder is de PUSW nog van mening dat het tracé van de Nieuweweg niet verlegd moet worden en vindt men dat de behoefte aan een busstation bij het n.s. station Soest-Zuid niet aangetoond is. Voorstanders van een centrum tonen zich de Nederlandse Spoorwegen (het versterkt de functie van de halte Soest- Zuid) en de directie van volkshuisves ting in Utrecht. De heer B. Portier de provinciaal inspecteur van volkshuis vesting stemt in met de combinatie bestuurlijkcentrum èn winkelcentrum. Hij vindt ook dat de beide zaken in één bestemmingsplan aan de orde gesteld moeten worden. „Mijns inziens biedt, gelet op de kwalita tieve aspekten, een gecombineerde be stemming meer mogelijkheden tot het realiseren van een aantrekkelijk cen trumgebied. In dit kader vindt ik het jammer dat de gedachte is verlaten om in het „centrum" ook woningen te bou wen (bestemmingsplan Zuidereng), al dus de heer Portier. Hij wijst de gemeente er daarom op dat realisering van een nog altijd aantrekke lijke vorm van centrumbebouwing (marktplein gevormd door winkels, wo ningen en stadhuis) binnen het kader van dit bestemmingsplan (plan Cen trum) niet mogelijk is. Bezwaar maakt de heer Portier min of meer („nu de noodzaak niet is aange toond") tegen het weg bestemmen van de bestaande woningen rond Parklaan en Nieuweweg en de woningen/gebou wen aan de Bosstraat. Hij wil ook de door Soest gedachte lokatie nog eens onderzocht hebben; dit met het oog op het feit, dat de bestaande bebouwing niet kan worden ingepast. De gasafgifte in de maand juli was 1.492.470 m3. Ten opzichte van 1976 is dèt een stijging van 23,79 procent (286.790 m3). In juli 1976 was de gasafgifte 1.205.680 en in juli 1975 1.242.758 mJ. Het totaal aantal verbruikers steeg van 12.950 naar 12.956. De verhuur van warmwaterinstallaties is gestegen van 6520 naar 6522

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1977 | | pagina 1