Kabeltelevisie in Soest
„zit er aan te komen"
Milieugroep
„Soestdijk geen stankwijk"
beschuldigt gemeente van
onbehoorlijk bestuur
Auto total-loss onder trein
.H
Meterprijs winkelcentrum nog niet bekend
Rond Kerstmis eerste aansluitingen:
M.B.O. enC.I.M.K.-
rapporten gereed
U'
Aanstelling
Schoolbioloog wacht
op adviezen
Plaatselijke
overheid
beschermt
normschenders
Motor sloeg af
Het gasbedrijf in
de maand juli
Donderdag 1 september 1977
56e jaargang no. 2
SOESTER
COURANT
Abonnement per kwartaal f 5,00. Buiten Soest per kwartaal f 10,-.
Bureau voor redactie en administratieVan Weedestraat 29, Soest Tel. 14152 - Postgiro 126156
Verschijnt iedere donderdag
Na een vrij langdurige voorbereidingsperiode zijn de plannen voor de aanleg van ka
beltelevisie in Soest in het eind-stadium gekomen. Volgende maand, in oktober zal
met de bouw van het ontvangststation begonnen kunnen worden; rond 19'de
cember met het graafwerk en de aansluitingen zodat, als het allemaal mee
zit, er met Kerstmis reeds een aantal Soester-woningen aangesloten zullen zijn op de
plaatselijke Centrale Antenne Inrichting C.A.I.
Nadat de gemeenteraad in de augustus-
vergadering het benodigde geld beschik
baar stelde, is de realisatie in een ver
snelling gekomen. A.s. maandag zal aan
vier firma's; Philips, Siemens, Hiersma
en Bosch, gevraagd worden offerte te
maken voor de bouw van het ontvangst
station. Bestek en ontwerp zijn gereed.
Deze offertes hoopt men uiterlijk 26
september binnen te hebben, waarna de
speciale CAI-commissie van de gemeen
teraad haar keuze zal maken. Het ligt
dan in de bedoeling de opdracht voor de
bouw op 30 september uit te laten gaan.
Het ontvangststation wordt gebouwd op
de flat bij het bejaardencentrum Molen-
schot aan de Alb.Cuyplaan (boven op de
Eng). Half december zou het station op
geleverd moeten worden.
Op 5 september zal ook het bestek van de
materialen (kabels, versterkers, aan-
sluitkastjes enz.) opgemaakt worden,
dat beschikbaar moet zijn voor de aan
nemer. Op 28 november zal de inte
kening (voor de aanleg) gesloten wor
den, waarna ook hier het werk gegund
kan worden. Er wordt rekening mee gehou
den, dat met de graafwerkzaamheden op
19 december begonnen Wordt. In welke
„richting" de graafwerkzaamheden het
eerst zullen gaan, is nog niet bekend.
Wel staat vast dat bij alle woningen
(voorzover gelegen binnen het gebied
dat voor de aanleg in aanmerking komt)
aansluitkastjes geplaatst zullen worden.
Al naar gelang de aanleg vordert, zal
huis-aan-huis een informatieboekje met
aanvraagformulier bezorgd worden.
Aan de hand van binnenkomende aan
vragen, zal de aansluiting naar en in de
woning aangelegd worden. In dat verband
zou overwogen kunnen worden iedere
woning aan te sluiten, bijvoorbeeld een
kosteloze" proef-periode van twee maan
den. In andere gemeenten blijkt men
daar veel sukses mee te hebben; het
verplicht de bewoner tot niets, maar de
„Kennismaking" zou in een positief re
sultaat kunnen eindigen.
Zoals bekend wordt via de „kabel"
niet alleen T.V. geleverd, maar ook
Radio.
De t.v.-ontvangst betreft Nederland 1 en
2 èn Duitsland 1, 2 en 3; de F.M.ra-
dio-ontvanger zal afgestemd kunnen
worden op Hilversum 1, 2, 3 en 4; Duits
land WDR1, 2 en 3 èn België BRT.
De kosten zijn: 50 gulden entreegeld met
een abonnementsprijs van 10,19 p.m.
(excl.btw) óf 300 gulden entreegeld met
een abonnement van 7,90 p.m. (excl.
btw). Men wordt daarin vrijgelaten.
In totaal zullen de werkzaamheden, tot
dat Soest (zonder Soestduinen) geheel
zal zijn aangesloten, ongeveer één tot
anderhalfjaar in beslag nemen.
De door de heer Kampf van het Insti
tuut voor Natuurbeschermingsedu
catie afdeling Eemland opgestelde
nota over de Schoolbioloog in Soest,
zal voordat door burgemeester en
wethouders een beslissing genomen
wordt, eerst voorgelegd worden aan de
onderwijscommissie uit de gemeente
raad, de schoolraad, de hoofden van
de openbare scholen, het hoofdencon-
vent en de schoolbesturen. Het college
wacht de adviezen van deze instel
lingen af. Overigens zijn B. en W. wel
van mening dat de funktie van school
bioloog in een onderwijsadviesdienst
moet worden ondergebracht.
De milieugroep „Soestdijk geen stankwijk" is van mening, dat het Socster gemeen
tebestuur een daad van onbehoorlijk bestuur heeft gesteld, door het bedrijf
Lindner toe te staan te produceren zonder de benodigde vergunningen vooraf. De
groep zal dat meedelen aan de Raad van Milieubeheer, aan de Raad van State en
aan de Koningin.
Men vindt, dat het door Lindner gebruikte argument, werk voor circa 200 werk
nemers, nooit ten koste mag gaan van de lichamelijke en geestelijke gezondheid
van duizenden omwonenden. „Dit de verkeerde ruimtelijke planning van het Soes-
ter industrieterrein, dient de gemeente conclusies te trekken. Onevenredige schade
wordt toegebracht ten behoeve van het economisch belang van één bedrijf", aldus
de groep tijdens de Hinderwet-hoorzitting dinsdag j.1.
Dat de overlast van Lindner de omwo
nenden hoog zit, bleek nog eens dui
delijk door de komst van 23 omwonenden
op de hoorzitting, waar de door het
bedrijf gevraagde vergunning behan
deld werd. De vergunning betrof „het
oprichten, in werking brengen en in wer
king houden van een mengenj voor
lakken en PVC-compounds ten behoeve
van de fabricage van metalen sluitin
gen in het pérceel Dorrestemweg 71."
Het bedrijf zelf was vertegenwoordigd
door de directeur, de heer Bos.
Namens de omwonenden protesteerde
mevrouw E. Rademaker-Beuken tegen
het voornemen van de gemeente deze
vergunning af te geven. Gezien de er
varing in het verleden, verzocht zij de
gemeente dermate strenge eisen te stel
len, dat daarmee in ieder geval nü
voorkomen werd, dat de hinderproble-
men van het verleden zich herhaalden.
Mevrouw Rademaker vond, dat de ge
meente inmiddels al in de fout gegaan
was door het bedrijf toe te staan te
produceren zonder hinderwetvergun
ning. Er kon nu immers niet gesproken
worden van „in werking brengen".
Beter was te praten over „het in wer
king zijn van een mengerij'
Als voorwaarde moest in ieder geval
opgelegd worden dat de compounds
koud gemengd zouden worden en de
groep eiste controle dat dat ook wer
kelijk gebeurde. Gewaarborgd moest
worden, dat geen giftige stoffen, gassen
of dampen in het milieu afgevoerd zou
den worden en eventuele compressoren
dienden in geluiddichte ruimten te wor
den opgesteld.
Overigens betwijfelde de groep al bij
voorbaat, (ervaring had hen wel zo
wijs gemaakt), dat de gemeentelijke
overheid dergelijke eisen zou opnemen.
Als eis stelde men evenwel nu dat de ver
gunning, conform de wet, binnen zes maan
den zou worden afgegeven. De aanvraag
mocht nu weer niet, net als in andere
gevallen, jaren in behandeling blijven.
Mevrouw Rademaker zei het onbe
hoorlijk te vinden, dat de gemeente
noch de firma Lindner bij vorige hin
derwetzittingen ooit gesproken hadden
over het PVC-procede. En dat terwijl
Lindner het al jaren toepaste. ..Deze
hinderwetaanvrage dient waarschijnlijk
ter legalisering van het PVC-procedè
aan de Koningsweg" merkte mevrouw
Rademaker op. „Wij vinden dit een
grote tekortkoming van degenen die de
wet hanteren". Zij stelde dat PVC bij
bepaalde verwerking en verhitting scha
delijke stoffen afgeeft aan het milieu
en zij noemde de geheimhouding en
ondoorzichtigheid van allerlei zoge
naamde processen een bedreiging van
het welzijn. Wanneer medezeggenschap
op zulke belangrijke punten ontbrak,
dan ontstond er een voortdurende drei
ging. De gemeente diende er rekening
mee te houden, dat de bewoners van
de omliggende wijken van dit milieu
onvriendelijke bedrijf en meerdere be
drijven op het industrieterrein deskundi
gen waren voor wat betreft de leefom
standigheden in hun omgeving. Men
eiste dat de door de groep naar voren
gebrachte klachten over keelpijn, mis
selijkheid enz. serieus genomen werden.
„De normschending inzake luchtveront
reiniging wordt niet of nauwelijks ver
volgd; erger de plaatselijke overheid
beschermt de normschenders", aldus
mevrouw Rademaker, de woordvoerster
van de milieugroep.
Men twijfelde aan goede resultaten van
de door Lindner toegezegde proef met
electronische filters en stelde nog eens
vast, dat het bedrijf tot nu toe met
het plaatsen van één naverbrander op
de laklijn, slechts een voorziening ten
behoeve van het milieu genomen had.
Die naverbrander voldeed evenwel niet,
de stank was niet verdwenen.
„De opmerking dat niemand een op
lossing aan de hand kon doen, be
schouwen wij als een dooddoener. De
mededeling, dat er geen wettelijke nor
men bekend zijn waaraan het bedrijf
dient te voldoen, komen bij ons als
ongeloofwaardig over. De firma Lind
ner stelt wel zélf normen op in overleg
met volksgezondheid, het bureau Dwars
Hederik en Verhey, gemeente en TNO.
Wij twijfelen aan de betrouwbaarheid
van deze gegevens", aldus de groep.
Tenslotte vroeg men naar meer ge
gevens over de verrichte metingen
naar de hinder van DiOctylPhtalaat
(DOP). Het was de vermoedelijke stank
veroorzaker, merkte ook de heer Bos
van Lindner op.
De heer Bos constateerde wel dat be
zwaren tegen de vestiging aan de Dor-
resteinweg niet ter zake waren, omdat
men daar geen productie had. Hij no
digde iedereen uit om zich ter plaatse
op de hoogte te stellen. Op een vraag
van een van de leden van de milieu
groep of PVC schadelijk was, antwoord
de de heer Bos dat alleen de fabricage
van het pvc poeder gevaar kon opleve
ren. Wat in Soest gebruikt werd, was
niet schadelijk meer.
Men kon bij een bezoek aan het bedrijf
inzage krijgen van rapporten o.a. opge
maakt door TNO-Zeist; rapporten die
overigens ook bij de gemeente waren.
De heer Van Dommelen van de secre
tarie raadde de groep aan van dit aan
bod gebruik te maken. Hij erkende ove
rigens dat het werken met de zijns in
ziens verouderde Hinderwet oorzaak was
van vele problemen.
Dinsdagavond raakte het treinverkeer
tussen Baarn en Amersfoort urenlang
gestremd doordat een op de overweg
in de Weideweg staande personen
auto door een passerende trein werd
gegrepen. Van de auto bleef vrijwel
niets over en ook de trein werd ernstig
beschadigd. Persoonlijke ongelukken
deden zich niet voor.
De bestuurder van de auto, de 23-jarige
Amersfoorter M. Karsen reed vanaf de
A. P. Hilhorstweg de overweg in de
Weideweg op. Midden op de spoorweg
overgang sloeg de motor van de wagen
af en Karsen slaagde er niet in hem
weer op gang te krijgen. Toen de bel
van de beveiligingsinstallatie het na
deren van een trein aankondigde liep
Karsen hem langs de spoorbaan tege
moet om de aandacht van de bestuur
der te trekken. Dat lukte niet en met
volle snelheid werd de auto getorpe
deerd. Het voertuig werd zo'n drie
honderd meter meegesleurd, voordat
de treinbestuurder, de 30-jarige H. B.
uit Amsterdam, de trein naar Amers
foort tot stilstand had gebracht. De
ravage was enorm en het treinver
keer lag uren stil. De treinpassagiers
werden met bussen verder gebracht.
Foto Herman van Dam
Zowel door de gemeente als door de belangenvereniging De Soester Ondernemer als
belangrijk aangekondigde rapporten van de projectontwikkelaar Nederlandsche
Middenstands Financierings Maatschappij voor Bedrijfsobjecten [M.B.O.en vart
het Centraal Instituut- voor Midden- en Kleinbedrijf [CIMK] zijn bijna gelijktijdig
gereedgekomen. Het CIMK komt met een overweldigende hoeveelheid cijfermate
riaal van onder meereen enquête onder 630 Soester huishoudens; de MBO met een
nadere beschouwing onder andere van de kwaliteit van het Soester winkelapparaat
en de omvang en fasering van het winkelcentrum aan de Parklaan.
Nergens in het MBO-rapport de met zoveel interesse tegemoet geziene „vierkante
meter prijs" voor het winkelcentrum waaraan de toekomstige „bewoners" van dat
centrum enig houvast hebben. Wél zegt de MBO van burgemeester en wethouders
het verzoek gekregen te hebben het centrumplan, voorzover het de winkels
betreft, aan een nader onderzoek te onderwerpen. De MBO komt dan ook tot de
doelstelling van het rapport: Bepaling van omvang, fasering en branche-samenstel
ling van het centrum aan de Parklaan. Dat is wel iets anders dan het „groene licht
geven" zoals door het voorlichtingsbureau verteld werd. Ook van onderzoeken of het
plan „levensvatbaar" is is eigenlijk geen sprake. MBO zegt dat het rapport gezien
moet worden als „een volgende stap in de planvorming om te komen tot realisering
van het winkelcentrum aan de Parklaan".
Beide rapporten laten overigens wat de „wenselijkheid" betreft weinig onzeker: het
centrum moet er komen; is in het belang van een kwalitatieve en kwantitatieve
verbetering van de distributie struktuur voor heel Soest. Toch blijkt uit tabel 7 van
het CIMK-rapport, waarin het gaat om suggesties van de consument voor de
verbetering van het Soester winkelklimaat, dat 57% (van de 630 huishoudens) geen
antwoord geeft; slechts 12% een wiiikelcentrum wil en ongeveer evenveel (10%)
vindt dat er niets gedaan behoeft te worden. 7% wil wel een ruimer aanbod en meer
winkels, maar voelt kennelijk toch niets voor een nieuw centrum.
Opvallend is ook dat 72% van de ondervraagde huishoudens opgeeft regelmatig
buiten Soest te gaan winkelen. Bijna de helft daarvan gaat naar Amersfoort; 1/3
naar Hilversum8% naar Utrecht, 7% naar Baarn, 3% naar Amsterdam en 2% naar
Zeist. Of dat ligt aan de „centrale ligging in Nederland" van Soest en of men
daarvan af zal zien als Soest een nieuw winkelcentrum heeft, is niet duidelijk. De
verwachtingen zijn volgens het MBO-rapport wel hoog gespannen. De 36%
koopkrachtafvloeiing zal teruggedrongen worden. Als de voorziening straks
optimaal is, zal 90% van de voedings- en genotmiddelen en 70% a 75% van de duur
zame goederen in Soest gekocht worden.
In het MBO-rapport worden na een
samenvatting en een inleiding in hoofd
stukken de volgende onderwerpen aan
de orde gesteld: Ontwikkelingsplan '77
Soest; het huidige winkelapparaat; de
hiërarchie van de winkelconcentraties;
de kwaliteit van het Soester winkelappa
raat; omvang en fasering van het win
kelcentrum aan de Parklaan èn over
capaciteit versus uitbreiding.
In de samenvatting wordt onder meer
geconstateerd dat het grootste deel van
de Soester winkelvoorzieningen is gele
gen in het N.W.-deel van de gemeente,
terwijl meer dan 60% van de bevolking
woonachtig is in het Z.W.-deel (Smits
veen, Overhees enz.). In het Z.W.-deel is
een tekort aan winkelvoorzieningen, ter
wijl de winkelvoorziening in het ander
deel verspreid ligt met onderbroken
centrale vestigingen langs het lint Van
Weedestraat, Steenhoffstraat, Toren
straat en Soesterbergsestraat inclusief
het busstation. MBO meent dat daardoor
in Soest een voor de consument aantrek
kelijk kernwinkelapparaat ontbreekt en
dat dat de reden is van de koopkracht
afvloeiing.
Wat het nieuwe winkelcentrum betreft
denkt de MBO aan circa 7600 mz bedrijfs
vloeroppervlakte (bvo) exclusief nog
1100 m2 voor overige dienstverlening als
horeca enz. Het resulteert in 6000 m2
verkoopvloeroppervlakte. Uitbreiding
tot respectievelijk 10.200 m2 (bruto) en
1500 m2 voor de overige dienstverlening
wordt door de MBO als mogelijk gezien.
Men zegt bij dat alles dat „realisatie
afhankelijk is van de animo van de
Soester ondernemers met eventueel
voorlopige filiaalvorming".
In het MBO-rapport zijn vervolgens veel
reeds bekende gegevens verwerkt van
hel ontwikkelingsplan; over de bevol
king en de besteding; het huidige win
kelapparaat, waarna men komt tot de
hiërarchie van de winkelconcentraties.
Daarin wordt eerst in een theoretische
benadering de ideaalsituatie geschetst,
zowel voor de consument als voor de win
kelier. Men stelt zelf al dat „de wensen
veelal niet te combineren zijn".
Uitgeweid wordt vervolgens over de
theoretische distributieve verzorgings-
struktuur. Wat de kwaliteit van het
Soester winkelapparaat betreft worden
een aantal nadelen opgesomd: geen
centraal gelegen kernwinkelapparaat;
meerpolig winkelpatroon op (slechts)
buurtverzorgend niveau; 50% van de
winkelvestigingen liggen buiten de zo
genoemde winkelgebieden; de branche
verdeling is niet ideaal; het winkelni
veau is laag; er ontbreken verkeersvrije
voetgangersgebieden; er zijn geen uit
breidingsmogelijkheden; in het Soester-
veen is sprake van een toenemend tekort
aan winkelvloeroppervlakte.
Goed gedaan
De MBO stelt dat men het gemeentelijk
beleid niet ter discussie wil stellen. Wel
zegt men dat. gezien de plaatselijke
situatie, met instemming mag worden
vermeld dat, rekeninghoudend met het
bestaande winkelapparaat, niet gekozen
is voor een uitgebreid, centraal gelegen,
stadscentrum, noch voor een uitbreiding
van de bestaande winkelvoorziening aan
de Van Weedestraat tot een centraal
winkelcentrum.
Uitgaande van de gedachte dat het
centrumplan gerealiseerd wordt, meent
men dat het winkelcentrum Parklaan er
in 1979/'80 kan zijn. Hoe de bezetting zal
zijn, weet ook de MBO niet.
„De presentatie van een definitief
branchepatroon voor een toekomstig
winkelcentrum is onmogelijk. Te zeer is
de uiteindelijke bezetting van zo'n win
kelcentrum afhankelijk van de belang
stelling van het plaatselijk bedrijfs
leven". aldus het rapport. Men denkt
evenwel (vrij gedetailleerd) aan: voe
dings- en genotsmiddelen 2650 m2 bvo;
waaronder twee supermarkten 1800 m2
en 850 m2 voor speciaalzaken.
Dan 4950 m2 (bvo) voor de duurzame en
overige goederen t.w. dames, heren en
kinderkleding 1100 m2; schoenen en le
derwaren 400 m2; algemene textiel en
woningtextiel 500 m2: wol. stoffen,
accessoires, bijoux 300 m2; huishoude
lijke artikelen, radio. t.v. enz. 800 m2:
boeken enz. en foto-optiek en juwelier 550
m2; overigen w.o. bloemen en rijwielen
1300 m2. Dan is er nog 1100 m2 beschik
baar voor banken, hakkenbar, reis
bureau, horeca en dry cleaning, zodat
hel totaal komt op 8700 m2.
De MBO constateert dat in ieder geval
één supermarkt in Soest verplaatst moet
worden naar het Centrum.
Attent
„Soest attent op de consument" heet het
augustus '77 rapport van het CIMK.
Zoals reeds gezegd worden er de gege
vens in verwerkt die een enquête onder
630 huishoudens opleverde. Het CIMK
stelt dat 570 huishoudens al voldoende
geweest zou zijn op een huizen-aantal
van 11310. Het resultaat van het onder
zoek wordt voor 95% betrouwbaar ge
noemd.
Met betrekking tot de koopgewoonten
leert het onderzoek dat de dagelijkse
levensbehoeften (kruidenierswaren,
vlees, sterke drank, aardappelen, groen
te en fruit en rookwarenvoor 86 tot 93%
in Soest gekocht wordt. Schoeisel en
lederwaren voor 34%; kleding (ook stof
fen, lakens en slopen) voor 21 tot 37%.
Ondergoed, kousen en sokken is hier een
uitschieter met 53%; meubelen voor 37%
en vloerbedekking en gordijnen voor
52%huishoudelijke artikelen voor 58%;
electrische apparatuur tussen 43 en 57%
(radio enz. 51 - wasmachine/koelkast 43-
en kleine electr. app. 57%-. Reinigings- en
wasmiddelen voor 87% en drogisterij
artikelen voor 90%. Bloemen en planten
ook voor 91%; foto en filmartikelen 75%;
sport en hobby 54%; goud, zilver en
uurwerken 57% doe-het-zelf en gereed
schap 75%boeken en tijdschriften 72%
en fietsen en brommers 86%.
De koopkrachtafvloeiing betreft vooral
de textiel: damesbovenkleding Soest
21%. Amersfoort 27% en Hilversum
26%; herenbovenkleding Soest 26%,
Amersfoort 25% en Hilversum23%:
kinderkleding Soest 30%, Amersfoort
29' 'r en Hilversum 27%; ondergoed, sok
ken en kousen, Soest 53%-, Amersfoort
17% en Hilversum 14%- en tenslotte
lakens, slopen en stoffen Soest 37%,
Amersfoort 24% en Hilversum 19%.
Wat Baarn van Soest „krijgt" is een
fractie en Utrecht trekt nauwelijks
meer. De kwaliteit van het Soester
winkelapparaat wordt over het alge
meen van matig tot goed beoordeeld.
Matig is het prijsniveau, matig ook het
uiterlijk en de inrichting van de zaken.
De service en de bediening wordt door
meer dan de helft van de ondervraag
den goed genoemd, maar de sortering
en de keuzemogelijkheid weer matig
Wat de bereikbaarheid aangaat is ge
middeld 73% tevreden; ook auto-bezit
ters. Op bladzijde 34 van het rapport
wordt gezegd dat de Van Weedestraat
„op vrijwel alle fronten" wezenlijk te
kort schiet om als (relatief) normaal
kern winkelapparaat te kunnen worden
aangemerkt. Men meent ook dat uitbouw
in die richting niet haalbaar is.
„Toch is er van de vraagzijde een
duidelijke roep om kwalitatieve uitbouw
van het Soester winkelbestand", aldus
het rapport. Gezegd wordt verder dat
een kwalitatieve Uitbouw niet of nauwe
lijks gepaard mag gaan met een vergro
ting van het winkelbestand. Het bete
kend daarom „verplaatsing van elders
te Soest gevestigde bedrijven naar een
nieuw centrum".
Twijfels
Reeds met een brief van 10 mei 1974
sprak de Provinciale Planologische
Dienst PPD) in een reactie op het
ontwikkelingsplan haar twijfels uit over
de Soester plannen. Het behoud van de
Soestererig kreeg te weinig aandacht
vond men en al was een nieuw win
kelcentrum, misschien aanvaard
baar, ook toen al werd gezegd dat
de (huidige) spreiding van het win
kelapparaat een voordeel heeft voor
de consument. Men heeft veel „dicht
bij".
In een reactie op het Centrumplan (dd.
29 juli '77) wordt opnieuw door de PPD
gepleit voor het behoud van de Eng. Ook
nu weer vindt de PPD een tweepolig
winkelcentrum aanvaardbaar, maar be
zwaar heeft men tegen een situering aan
de Parklaan.
Men koppelt het bestuurlijk centrum
(gemeentehuis-politiebureau) los van
het winkelcentrum en men zegt dat het
bestuursapparaat gevestigd moet wor
den in het „geografisch middelpunt van
Soest": de Dalweg. Daarbij is de goede
bereikbaarheid gewaarborgd en de land
schappelijke waarden (van de Eng)
worden zo min mogelijk aangetast.
De PPD heeft een schetsje bijgevoegd
waaruit blijkt dat 75% van de Soester
bevolking zich binnen een straal van 1500
meter van dat centrum bevindt of een
loopafstand van een kwartier. „Dat is bij
de door u voorgestelde plaats naar
schatting slechts 40%. aldus de PPD.
„De verlengde Dalweg vormt als het
ware de kortste verbindingsschakel tus
sen twee polen van uw gemeente, te
weten het „oudere"gedeelte en het
nieuwe Soesterveen en vooralsnog be
hoeven geen woningen te worden afge
broken. In de vorm van een sporthal is
hier reeds een centrale voorziening aan
wezig. Voor de verdere aantasting van
de Eng behoeft dan van deze zijde af veel
minder te worden gevreesd, omdat er
toch reeds omringende, soms hoge, be
bouwing aanwezig is", aldus de PPD.
Men wijst er voorts op dat er, vanweghet
hoogteverschil, mogelijkheden zijn, om
stedebouwkundig en architectonisch een
centrum van esthetische kwaliteit te
realiseren. In verband met het behoud
van de Eng wordt door de PPD dan
ontraden om het winkelcentrum aan de
Parklaan te vestigen. Men wil dat
"buurtje" intact laten en het winkel
centrum verschuiven naar de zuidzijde
van de Nieuweweg. In het daar aanwe
zige groen is een goede inpassing moge
lijk en bovendien meent de PPD dat de
ligging ten opzichte van de woongebie
den (Soesterveen) gunstiger is „Ik zie
het hierbij niet als een bezwaar, dat het
wijkwinkelcentrum dan niet vlak bij de
spoorweghalte komt te liggen", aldus ir.
H. G. Joosten, directeur van de PPD.
De PPD wijst overigens ook op het
Streekplan Utrecht-Oost waaruitgegaan
wordt van een wat andere bevolkings
prognose. Van die kant wordt ook nog
opgemerkt dat plaatsing onder het over
gangsrecht van de verspreid liggende
winkelbebouwing (geen uitbreidings
mogelijkheden) voor de onmiddellijk
betrokkenen zowel financieel als maat
schappelijk vergaande gevolgen kan
hebben.
Provinciale Waterstaat neemt het ook
(brief van april '77) op voor de Eng.
Gezegd wordt dat het tracé van de
Centrumweg „in zeer grote mate van
invloed" is op een meer of minder gaaf
behoud van hetEnggebied in ecologische
zin. Aan het integraal behoud van de Eng
wordt grote waarde gehecht en er wordt
gesproken van „onvervangbaarheid".
De Rijksplanologische Dienst maakt be
zwaar tegen de door Soest gehanteerde
bevolkingscijfers. „Uitgaande van een
inwonersaantal van ongeveer 6000 per
1990 van Soesterberg kom ik tot een
-'becijfering van geheel Soest per 1990 van
ongeveer 47.000 wat mij beslist te hoog
voorkomt; in overleg met de PPD ware
naar een aanvaardbaar uitgangsaantal
te zoeken, hetgeen naar mijn indruk zou
moeten liggen in de orde van ongeveer
35.000 inwoners per 1990 exclusief Soes
terberg", aldus de provinciaal in
specteur.
De Provinciale Utrechtse Stichting voor
Welzijnsbevordering meent dat de hui
dige situatie in Soest (gespreide win
kels) voor de consument niet ongunstig
is. Men dringt aan op een onderzoek
zowel aan winkelierszijde als aan con
sumentenzijde. En dat onderzoek moet
geschieden volgens de PUSW door een
onafhankelijk deskundig bureau.
De PUSW stelt ook het tracé van de
Centrumweg ter discussie. Mocht blij
ken dat het winkelcentrum een uiterst
bescheiden vorm krijgt, dan moet afge
zien worden van „knabbelen aan de
Eng". Een fraaie landschappelijke si
tuatie, welke in deze dichtbevolkte om
geving op zich al een unicum is en mede
daardoor een welzijnsbeleving voor de
bewoners".
Mocht er toch een centrum komen, dan
stelt de PUSW voor de woningen ten
oosten van de Parklaan te laten staan.
Verder is de PUSW nog van mening dat
het tracé van de Nieuweweg niet verlegd
moet worden en vindt men dat de
behoefte aan een busstation bij het n.s.
station Soest-Zuid niet aangetoond is.
Voorstanders van een centrum tonen
zich de Nederlandse Spoorwegen (het
versterkt de functie van de halte Soest-
Zuid) en de directie van volkshuisves
ting in Utrecht. De heer B. Portier de
provinciaal inspecteur van volkshuis
vesting stemt in met de combinatie
bestuurlijkcentrum èn winkelcentrum.
Hij vindt ook dat de beide zaken in één
bestemmingsplan aan de orde gesteld
moeten worden.
„Mijns inziens biedt, gelet op de kwalita
tieve aspekten, een gecombineerde be
stemming meer mogelijkheden tot het
realiseren van een aantrekkelijk cen
trumgebied. In dit kader vindt ik het
jammer dat de gedachte is verlaten om
in het „centrum" ook woningen te bou
wen (bestemmingsplan Zuidereng), al
dus de heer Portier.
Hij wijst de gemeente er daarom op dat
realisering van een nog altijd aantrekke
lijke vorm van centrumbebouwing
(marktplein gevormd door winkels, wo
ningen en stadhuis) binnen het kader
van dit bestemmingsplan (plan Cen
trum) niet mogelijk is.
Bezwaar maakt de heer Portier min of
meer („nu de noodzaak niet is aange
toond") tegen het weg bestemmen van
de bestaande woningen rond Parklaan
en Nieuweweg en de woningen/gebou
wen aan de Bosstraat. Hij wil ook de
door Soest gedachte lokatie nog eens
onderzocht hebben; dit met het oog op
het feit, dat de bestaande bebouwing niet
kan worden ingepast.
De gasafgifte in de maand juli was
1.492.470 m3. Ten opzichte van 1976 is dèt
een stijging van 23,79 procent (286.790
m3). In juli 1976 was de gasafgifte
1.205.680 en in juli 1975 1.242.758 mJ. Het
totaal aantal verbruikers steeg van
12.950 naar 12.956. De verhuur van
warmwaterinstallaties is gestegen van
6520 naar 6522